Sclager Courant
Vijfde Blad.
Binnenlandsch Nieuws.
Bouw van een brug over
de Waal bij Nijmegen.
De ontploffing aan boord van de
„Stad Zaandam".
Vader staat het eerst op.
Gemengd Nieuws.
President Hoover en de geloovigen.
Zakkenrollerij te Londen.
BOERDERIJ en XEEHOLDERIJ
De beteekenis van het ldimaat in den
landbouw en iets over de bestand-
deelen van de lucht.
Zaterdag 18 October 1930.
73ste Jaargang. No. 8750
Schrijven van minister Reijmer aan het ge
meentebestuur van Nijmegen. Een nieuw
voorstel, waarbij de Rijksbijdrage op
f 5.000.000 is gesteld.
Door den minister van Waterstaat, mr. P. J. Reijmer,
ls een schrijven aan het gemeentebestuur van Arnhem
gericht betreffende den bouw van een brug over de
Waal daar ter plaatse.
In dit schrijven zegt de minister:
„Zooals uw college bekend is, en uit de jongste troon
rede nog eens uitdrukkelijk is gebleken, heeft de over
brugging van onze groote rivieren de groote belang
stelling der regeering. en is het streven erop gericht
om in den kortst mogelijken tijd, gelet op de technische
en financieele mogelijkheden, die overbrugging tot
stand te brengen.
De brug over de Waal bij Nijmegen is onder die
rivier-overgangen van groot belang en heeft reeds ge-
ruimen tijd mijn volle aandacht, zoodat ik gaarne zou
willen doen, wat redelijkerwijze van de regeering kan
worden verwacht, teneinde de oplossing van het brug-
vraagstuk te Nijmegen te bevorderen.
Een van do punten intusschen, die moeilijkheden ge
ven, betreft de kwestie van het veerrecht, waarop uw
gemeente zich beroept. Daargelaten de vraag of uw ge
meente het bewijs van zulk een veerrecht zou kunnen
leveren, zij het feit erkend, dat zij uit de exploitatie van
het veer baten trekt en dat vele jaren die baten een
regelmatige bron van inkomsten vormen, waarop bij
het opmaken van de gemeentebegrooting tot dusverre
werd gerekend.
Dit neemt intusschen niet weg, dat een dergelijke
bron van inkomsten tot hare juiste verhoudingen moet
.worden teruggebracht, zonder daarbij het algemeen
belang en het bijzonder belang van de rechthebbende
uit het oog te verliezen. Bij de overweging van een en
ander moet m. 1. worden beoordeeld, of tusschen de
lasten en baten van het veer een regelmatige verhou
ding bestaan heeft en bestaat, dan wel of door om
standigheden, die geheel buiten het bereik van de recht
hebbende lagen, de baten van het veer op abnormale
wijze zouden kunnen zijn gestegen, zonder dat de lasten
daardoor in dezelfde mate zijn verzwaard. Uw college
zal begrijpen, dat ik hier doel op de buitengewone
stijging van de opbrengst van het veer door de vroeger
niet voorziene en buiten den invloed van de rechtheb
benden liggende toeneming van het motorverkeer.
Al moge de wet (art. 238, 2e lid der Gemeentewet)
ten aanzien van vervoerondernemingen de gemeenten
niet hebben gebonden aan de in art. 254 der Gemeente
wet genoemde matige winst, het lijdt geen twijfel, dat
ook zonder wcttelijken dwang het openbaar bestuur
zekere grenzen van de redelijkheid heeft te eerbiedigen.
Daarbij komt. dat van abnormale stijging der winst
geen sprake geweest kan zijn, indien de beschikbare
vervoe''gelegenheid ware vermeerderd overeenkomstig
de sterke toeneming der verkeersbehoeften.
De norm, die hier moet worden aangelegd moge dan
ook niet worden bepaald door de uitkomsten van thans,
maar moet zijn grondslag vinden in een meer normalen
tijd. dien ik met het jaar 1910 zou willen afsluiten.
Aldus beschouwd, leid ik uit de mij ten dienste staande
gegevens af, dat de waarde van de hier bedoelde ge
meentelijke bron van inkomsten kan worden geschat op
ruim f 200.000. Ik erken voorts dat de lasten, wacht
gelden enz. op een gekapitaliseerd bedrag van f 200.000
mogen worden gesteld. Het totaal vormt derhalve een
kapitaal van ruim f 400.000, zegge 425.000. Het plan
bestaat de brug te bouwen met een grootste doorvaart-
wijdte van 220 M. inplaats van de, oorspronkelijk aange
nomen wijdte va.n 170 M. Deze grootere wijdte houdt
verband met de in het belang van het verkeer te lande
en inzonderheid van't plaatselijk verkeer gekozen plaats
van de brug. welke voor de scheepvaart eenig bezwaar
biedt. Tengevolge van d^ze wijziging in de plannen zul
len de kosten van den brugbouw grooter worden.
Aangezien deze kosten door het rijk zullen worden ge
dragen, zal de verhouding, waarin provincie en gemeen
te in de kosten van alle werken tezamen zullen bijdra
gen, ten nadeele van het rijk wijzigingen ondergaan, en
wel in den zin dat waar overeenkomstig het verslag van
de commissie van Citters volgens plan B. voor rekening
der provincie f 528.300 en voor rekening der gemeente
f 526.700 zou komen, het aandeel van het Rijk, dat in
dit verslag was gesteld op f 4.285.000 dan zou bedragen
1 5.000.000.
Ik kom thans tot uw college met het volgende voor
stel, wat ik u ernstig ln overweging geef te aanvaarden.
De totstandkoming van de brug over de Waal zal ik
met alle kracht bevorderen, indien de gemeente zich ver-
eenigt met de waardeering van het vermogensbestand
deel, dat het veer geacht kan worden te vormen, op
f 425.000. Ik voeg daaraan toe dat ik gaarne zal mede
werken om zoover mogelijk voor het vrijkomende per
soneel en het overtollige materiaal van den veerdienst
een passende bestemming te verkrijgen. De kwestie van
het veerrecht blijft dan dus buiten beschouwing en kan
worden geacht finaal te zijn opgelost, indien de door
mij voorgestelde regeling tot stand komt, als geheel spe
ciaal geval, waarin dan ook op speciale wijze wordt
voorzien.
Voor het onverhoopte geval, dat mijn voorstel niet
mocht worden aangenomen, moet, zooals vanzelf spreekt
het voorstel geacht worden geheel te zijn vervallen, zoo
dat daarop eveneens geen beroep meer gedaan zal kun
nen worden. Integendeel moet ik voor dat geval alle
rechten van het rijk mij voorbehouden.
Het hoeft geen betoog, dat de totstandkoming van
de brug over de Waal dan aanzienlijk zal worden ver
traagd, omdat ik alsdan de beschikbare krachten en gel
den zal moeten concentreeren op andere werken, welker
voortgang niet wordt belemmerd, doch waardoor uw
gemeente niet zou zijn gebaat. Een spoedig bericht van
aanvaarding zal mij aangenaam zijn.
MOND- EN KLAUWZEER.
't Ts wel opmerkelijk dat het mond- en klauwzeer
ln het Noorden van ons land veel heviger optreedt,
dan in het Zuiden. In het Noorden zijn het vooral
de provincies Noordholland en Friesland. In de
week van 28 Sept. tot 4 October kwamen in Fries
land 215 en in Noordholland 216 nieuwe gevallen
voor. In dat zelfde tijdvak kwamen in Zeeland en
Limburg slechts 1 geval voor en in Noord-Brabant
2 gevallen. De handel moge mopperen, maar van een
anderen kant bekeken toont het wijs beleid van de
regeering, dat men den in- en doorvoer tusschen
Noord en Zuid heeft stopgezet.
Een onderhoud met den kapitein.
Donderdagochtend is het stoomschip Stad Zaan
dam van de Halcyon-lijn van Bilbao te Vlaardingen
aangekomen en in een onderhoud, dat een medewer
ker van de N. R. Ct., met den gezagvoerder, kapitein
Van Gendt had, heeft deze het een en ander verteld
van de ontploffing, welke op 26 September aan boord
van dit schip is geschied, welke ontploffing den trem-
mer Kattestaart uit Vlaardingen het leven heeft ge
kost en waarbij de stoker Groen, eveneens uit Vlaar
dingen, zwaar werd gewond.
Een geweldigen knal, gevolgd door een he-
vigen regen van steenkool, waaronder de
brug bijna bedolven geraakte.
Wij waren, zoo zeide kapitein Van Gendt van Im-
mingham on the Tyne op weg naar Bilbao met een
lading kolen. Het was zeer slecht weer en er stond
een hooge zee. Het was gewcnscht, dat wij wat door
zouden stoomen en daarom was ik naar de brug ge
gaan. Het was tien over zeven in den morgen, de
dag begon juist door te breken, toen ik opeens een
geweldige knal hoorde, welke dadelijk werd gevolgd
door een hevigen regen van steenkool, waaronder de
brug bijna bedolven geraakte. Mijn eerste daad was
de telegraaf op stop te zetten.
Op dat oogenblik zag ik een vlam opslaan, welke
van het dek tot de brug reikte. Op deze vlam volgde
onder hevig gesis een stoomwolk, die het gehcele schip
de Stad Zaandam meet 1234 ton in een dich
ten nevel hulde. Het personeel van de stookplaat
vluchtte aan dek, omdat beneden alles dreigde te
verbranden door den stoom. Groen was ook naar bo
ven gekomen. Hij had hevige brandwonden aan ge
laat, handen en borst en wij hebben hem zoo goed als
mogelijk verbonden. Het bleek, dat Kattestaart ont
brak. Er viel niet aan te denken, dadelijk naar be
neden tc gaan, om hem te zoeken. Gelukkig konden
wij, met behulp van een kraan aan dek, de stoom-
leiding voor dc bunkers afsluiten. Toen wij daarop
naar beneden giingen, vonden wij Kattestaart lig
gen. Hij was toen reeds overleden.
De machine was intact gebleven;, de draden, die de
telegraaf op de brug verbinden met die. in de ma
chinekamer waren stivk gegaan. Wij besloten dade
lijk koers te zetten naar Grimsby. In verband met
het slechte weer hebben wij over een betrekkelijk kor
ten afstand het ongeluk gebeurde, toen wij onge
veer vijftig mijl van dc Humber waren nog een dag
gedaan. Groen is te Grimsby in een ziekenhuis opge
nomen. Hij wordt daar nog verpleegd; zijn toestand
is redelijk wel. Kattestaart is daar hegraven. Na een
voorloopige reparatie hebben wij de reis voortgezet.
Dergelijke ontploffingen zijn zeer zeldzaam. Iets
soortgelijks moet een jaar of tien geleden ook zijn ge
schied op de Parkhaven, van de firma Van Uden.
Daar is de exploisie gebeurd op het oogenblik, dat de
luiken werden opengelegd en de buitenlucht dus ir.
verbinding kwam met de gassen, die zich in de lading
moeten hebben opgehoopt. Het is dus lang niet ze
ker, dat men hier in de bunkerniimtc met een open
vuur is geweest. Natuurlijk zal do Raad voor de
Scheepvaart een nader onderzoek naar de oorzaak
van het ongeluk instellen.
Verlelt hoe hij de gehsele familie „fit" houdt.
„Mijn gezin bestaat uit zes personen vier jon
gens en twe9 meisjes tusschen 23 en 12 jaar en
een zwakke vrouw en toen ze vier jaar geleden allen
onwel waren nam ik de teugels zelf in handen. Het
eten smaakte hun niet en medicijnen te geven stond
gelijk met straf uitdeelen. Gedurende vier jaren
gebruik ik nu geregeld Kruschen vier of vijf maal
per week, tot op heden buiten medeweten van mijn
vrouw en mijn kinderen. Ik sta altijd 't eerst, op en
doe een halve theelepel Kruschen in de thee-pot,
waaruit ieder zijn eersten kop krijgt. Zoodat, wat
vier jaar geleden een ziekelijk huishouden was, nu
tot mijn vreugde een gezonde en flinke familie is.
Zij hebben altijd eetlust en genieten van hun maal
tijd. Altijd opgewekt, vlug en actief en nooit ver
moeid, alles dank zij mijn geheim, om in de morgen
thee een half theelepeltje Kruschen Salts te doen."
C. D.
Als slechts alle ouders zoo waakten voor de inner
lijke reinheid hunner kinderen als voor de uiterlijke
zou er heel wat minder hoofdpijn worden geleden,
er zou niet meer met lange tanden worden gegeten
en er zou niet meer worden gepruild en de bleeke
gezichtjes zouden verdwijnen. Kruschen Salts laat
het lichaam dagelijks zijn belangrijkste plicht doen.
Zijn zacht-purgeerende werking verzekert het goed
functionneeren van lever en nieren, zoodat deze
afvoerorganen het lichaam van alle belemmerende
afvalstoffen zuiveren. Kruschen zorgt zoo voor een
zuiveren bloedstroom, die gezondheid en kracht door
het geheele lichaam voert.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle
apothekers en drogisten a f 0.90 en f 1.60 per flacon.
(Adv.)
Zijn groet aan de Latherianen. Ver
ontwaardiging bij de Katholieken.
Terwijl de Congresverkiezingen in het verschiet
liggen, heeft de „National Catholic Welfare Council"
er president Hoover van beschuldigd, dat hij zijn
ambtseed naar den geest, zoo niet naar den letter(
heeft geschonden en vele millioenen Amerikaansche
katholieke burgers heeft beleedigd door den toon
van den groet, dien hij den Lutherianen zond ter
herdenking van „Reformation Sunday". Het Witte
Huis is zoozeer onthutst over den weerklank, dien
deze beschuldiging heeft gevonden, dat het een reeks
verklaringen heeft uitgezonden om te ontkennen,
dat de president op godsdienstig gebied vooringeno
men is en te betuigen, dat hij een vriend is van ver
draagzaamheid.
De beteekenis van het protest ligt in het feit, dat
de raad is samengesteld uit hoogwaardigheidsbe-
kleeders van de kerk, terwijl er uit wordt afgeleid,
hoe diep de verontwaardiging is, die de katholieken
koesteren over de wijze, waarop godsdienstige voor
ingenomenheid tot uiting kwam tegen gouverneur
Smith, den tegenstander van Hoover bij de jongste
verkiezingen.
Hoover zeide in zijn boodschap tot de Lutheranen
over de Reformatie o.a.: De invloed van deze histo
rische gebeurtenissen weerspiegelt zich in ons na
tionale leven en instellingen in den godsdienst
door het overheerschende aantal aanhangers van
het protestantsche geloof, in de regeering door het
beginsel van kerk en staat. Het past ons, de perso
nen en gebeurtenissen te herdenken, waardoor deze
machtige krachten zijn opgekomen."
Deze uiting gaf aanleiding tot een reprimande van
Vader Burke. secretaris van de „Catholic Weef are
Council", in buitengewoon krachtige bewoordingen.
Waarschuwing tegen een nieuwe methode.
In de „Times" waarschuwt een gepensioneerd kolo
nel voor een nieuwe pracktijk waarvan "gentleman-zak-
kenrollers tegenwoordig gebruik maken om hun slag
te slaan en waarvan hijzelf het slachtoffer is geworden.
Toen hij dezer dagen het station van Marylebone bin
nenging. waarschuwde hem een keurig gekleed man, die
achter hem liep op zeer bemlnnelijken toon: „Bardon,
mijnheer, op den rug van uw zit iets erg vies". De kolo
nel trok zijn jas uit en bemerkte daarop eenig slijm.
De keurig gekleede mijnheer vestigde er de aandacht
van den kolonel op dat hij zijn jas kon schoonmaken ln
de waschgelegenheid. Toen de kolonel in deze waschge-
legenheld kwam vond hij daar een even keurig gekleed
heer, die bezig was zijn handen te wasschen, en toen de
kolonel overging tot het reinigen van zijn overjas, ging
deze twede heer achter hem staan met de opmerking:
„Er is ook veel op uw colbert". De kolonel trok zijn col
bert uit, dien hij aan een haak hing tot hij klaar was met
het schoonmaken van zijn overjas. Toen dc kolonel later
zijn zakportefeuille te voorschijn wilde halen, was deze
weg.
Het blad bevat een tweede klacht van soortgelijke
strekking.
DE WERKELOOSHEID IN DE VEREEN. STATEN.
De Federatie van den Arbeid vraagt
maatregelen.
V.D. verneemt uit New York:
De Amerikaansche Federatie van deri Arbeid heeft
Donderdag in een vergadering te Boston met eenpa
righeid van stemmen besloten om in verband met de
groote werkloosheid president Hoover en den gouver
neurs van alle 48 staten, benevens den burgemeesters
van alle steden, dringend te verzoeken, onmiddellijk
hulpmaatregelen te nemen.
De invloed van het klimaat op de voortbrenging
van planten en de andere takken van het landbouw
bedrijf is van zoo'n algemeene bekendheid, dat het
nauwelijks noodig schijnt door oenige voorbeelden
dien invloed aan te toonen. Terwijl de Engelsche land
bouwer bijna den geheelen winter door kan zaaien
en zijn vee laten weiden, is dit in ons land slechts
zelden in dit jaargetijde mogelijk. Tarwesoorten, die
in Engeland met succes verbouwd worden mislukken
hier niet zelden, omdat onze strenge winters ze doen
doodvriezen. Vele landbouwers in zuidwestelijk Frank
rijk verbouwen wintervlas en winterhaver, omdat het
zachte winterklimaat de teelt dezer gewassen niet
verhindert en de groote droogte in de zomermaanden
haar als zomergewas zeer onzeker maakt. De mais
kan hier te lande wel als voedergewas verbouwd wor
den, maar voor de productie van zaad zijn onze zo
mers tc kort of beter gezegd, de temperatuur in de
maanden September en October als wanneer de mais
rijp wordt, te laag. Blauwmaanzaad levert hier in
hare zaden wel olie (papaver-olie) maar weinig of
geen opium, om welk product zij vooral in 't oosten
geteeld wordt. De rijp geworden druiven bevatten
hier en in Engeland wel een zeer aangenaam sma
kend vocht, maar geen genoegzame hoeveelheid sui
ker voor de productie van wijn, gelijk b.v. in Hon
garije, waar de zomerternperatuur veel hooger is. Ter
wijl des voorjaars in Holland en Zeeland en Gel
derland de weiden reeds met een frisch groen zijn be
dekt en de hoornen al met hun bladerendos zijn ge
tooid, vertoonen de Groningsche weiden nog hun vaal
winterkleed, en is het Groningsche geboomte nog
kaal. Deze en gene verschijnselen, die nog met ette
lijke zouden kunnen worden uitgebreid, zijn hoofd
zakelijk aan den invloed van het klimaat toe te
schrijven.
Ook de verspreiding der planten over den aardbol
wijst dien invloed aan. De aardrijkskundigen zijn ge
woon den aardbol, naar de verspreiding van de voor
naamste cultuurgewassen, in eenige gordels te ver-
deelen. Hoofdzakelijk komt deze verdeeling met die
der temperatuur op aarde overeen. Aardappelen en
gerst kunnen het verst naar 't noorden verbouwd wor
den: in Zweden en Noorwegen op 68% N.B.; rogge
teelt men aldaar tot op 66 gr.; haver op 62% N.B.;
tarwe in Zweden op 62 gr., in Noorwegen op 64 gr. N.B.
Niet zelden mislukken hier de graangewassen, aan
gezien ze bij ontoereikende warmte of te korten groei-
tijd niet rijp worden. Het groeien van planten is dan
ook zeer afhankelijk van de temperatuur, zoodat die
noch te hoog noch te laag zijn kan, zal de plant niet
in haar groei stilstaan of sterven. Bovendien worden
vele hflrer levensverrichtingen, b.v. het vormen van
sommige harer bestanddeelen, door de temperatuur
gewijzigd, zooals hierboven al reeds met eenige voor
beelden is uiteengezet.
Hetzelfde geldt voor het leven van een dier. Vele
huisdieren zijn weliswaar over de geheele aardbol
verspreid, velen kunnen aan een ander klimaat ge
wend (geacclamateerd) worden, maar verandering
van klimaat heeft niet zelden veranderingen van ei
genschappen tengevolge. Rundveerassen in een ruw
en vochtig klimaat, bezitten een dikke huid en zijn
met grovere haren bedekt dan die in een warmere
of drogere streek. Inzonderheid verandert ook de wol
der schapen onder den invloed van 't klimaat. De
korte gekroesde wol der Spaansche merino's b.v.
wordt langer, wanneer de dieren van een droog in een
vochtig klimaat worden overgebracht
Na deze uiteenzetting over den invloed van het
klimaat op den groei van planten en dieren, willen
wij nu eens iets vermelden over de samenstelling en
eigenschappen van den dampkring. Het gasvormig
omhulsel der aarde, dat wij dampkring noemen, be
staat in hoofdzaak uit een mengsel van gassen n.1.
uit zuurstof, stikstof, koolzuur, argon en helium. Van
deze gassen speelt het eerste bij de verschijnselen, die
hieronder worden besproken, een zeer groote rol. Zoo
wel bij het verbranden en het verteren van stoffen
als bij de ademhaling van dieren en planten, hetgeen
vooral tot uiting komt bij het ontkiemen van het zaad,
het uitbotten van bollen en knollen, enz., is zuurstof
noodig. Het andere gedeelte, de stikstof neemt daar
entegen slechts in enkele gevallen deel aan de schei
kundige werkingen, die in den dampkring plaats heb
ben. De rol, die stikstof vervult, is meer, de hevige
werking der zuurstof, die, zoo dc dampkring enkel
uit dit gas bestond, zou plaats grijpen, te matigen.
Voorwerpen toch, die in den dampkring slechts lang
zaam verbranden, doen dit in een flesch enkel met
zuurstof gevuld, met groote hevigheid. In ronde getal
len bevatten 100 Liter dampkringslucht 21 liter zuur
stof en bijna 79 liter stikstof of met andere woorden:
op ongeveer 1/5 deel zuurstof heeft men 4/5 deel stik
stof.
In alle streken der aarde en ten allen tijde is na
genoeg dezelfde verhouding tusschen deze twee gas
soorten gevonden. Wel wordt bij het verbranden, het
ademhalen enz., steeds zuurstof verbruikt, dat is in
scheikundige verbindingen opgenomen, van den an
deren kant wordt echter uit scheikundige verbindin
gen zuurstof afgescheiden. Het laatste geschiedt voor
al door de planten. Vermindert dus in de eerstge
noemde gevallen het zuurstof gehalte der lucht
eenerzijds, aan den anderen kant wordt het verlies
weer geheel hersteld. In dit opzicht vullen planten en
dieren elkaar aan. Een wereld zonder dieren zou voor
de planten onbewoonbaar zijn en omgekeerd zouden
op een wereld zonder planten geen dieren kunnen
bestaan. Wanneer veel menschen of dieren samen zijn
in een afgesloten ruimte, kan het zuurstofgehalte der
lucht tijdelijk wel minder worden, zooals men wel
eens kan waarnemen als een zaal waarin veel men
schen bij elkaar zijn, petroleumlampen branden. Op
het laatste van den avond schijnt het net of de lam
pen niet meer zoo'n licht verspreiden als in den
vooravond. Dit is inderdaad zoo. Gebrek aan zuurstof
doet de vlam verdooven. Tijdelijk kan dus de zuur
stof in de minderheid verkeeren, doch gewoonlijk
wordt dit evenwicht weer spoedig hersteld. Lucht
deeltjes toch verplaatsen zich heel gemakkelijk en
wanneer ergens hier of daar een tekort aan zuurstof
zou komen, komt vanuit andere plaatsen een nieu
we aanvoer en na eenigen tijd is dan geen verschil
meer te bespeuren. (Diffusie der gassen.) In stallen
of vertrekken waar dieren of menschen opgehoopt
zijn, mogen de wanden de luchtdeeltjes in hunne, in
dezelfde richting voortgaande, beweging tegenhouden
en tcrugstootcn, uit een nauwkeurig onderzoek is ge
bleken dat de lucht door metselwerk, glas, den bo
dem, enz., en in allen gevallen door spleten en reten
dringt en er uitwisseling van lucht van buiten naar
binnen en omgekeerd plaats heeft.
Zonder deze eigenschap zou de lucht in onze ver
trekken en in onze veestallen spoedig bedorven zijn.
Men heeft toch gevonden, dat, om 24 uur te leven
in een volkomen afgesloten ruimte, er noodig zijn:
Voor een man van 65 K.G. 70—154 M3. lucht.
Voor een paard van 500 K.G. 5371187 M3. lucht.
Voor een rund van 400 K.G. 430—4)50 M3. lucht.
Voor een schaap van 30 K.G. 3271 M3. lucht.
Voor een varken van 80 K.G. 8690 M3. lucht.
Bovendien gaven een menigte andere oorzaken
mede aanleiding tot verplaatsing der luchtdeeltjes,
die, zoo zij duidelijk waargenomen wordt, algemeen
bekend is onder den naam van wind en mede ver
oorzaakt dat de lucht bijna overal en altijd dezelfde
samenstelling heeft. Daar de zuurstof echter in iels
grootere hoeveelheid in water oplosbaar is dan de
stikstof, heeft men wel waargenomen dat na hevig8
regens het zuurstofgehalte der lucht plaatselijk iets
minder kan zijn. Maar ook in dit geval is om boven
genoemde reden het verschil al spoedig niet meer te
ontdekken.
Naast zuurstof en stikstof, komt ook koolzuur in
de lucht voor. De gemiddelde hoeveelheid van dit
gas bedraagt in 10 M3. 3 liter of 0.03 Bijna overal,
zoowel op het vlakke veld als in de steden, op de
bergen en op zee wordt deze verhouding gevonden.
Alleen in de zooeven genoemde gevallen, waarin de
hoeveelheid zuurstof der lucht afneemt, neemt het
koolzuurgehalte in den regel toe. Ook in enkele ste
den werd het gehalte grooter gevonden. Zoo is da
kleinste hoeveelheid te Londen 0.03 op nevelach
tige dagen gemiddeld 0.072 en eens na een lang-
durigen nevel was er zelfs 0.141 In schoollokalen
en in veestallen is de hoeveelheid in den regel éven
eens grooter en bedraagt soms 0.5 en meer. Daar
onzo brandstoffen koolstof bevatten, waarmede de
zuurstof der lucht zich tot koolzuur verbindt, laat
zich het verdwijnen van zuurstof en het gelijktijdig
ontstaan van koolzuur gereedelijk verklaren. Een
langzame verbranding heeft ook in het lichaam van
mensch en dier plaats. De werktuigen voor de adem
haling, die eensdeels, bij de inademing, versche lucht
in het lichaam voeren, voeren anderdeels, bij uit
ademing het gevormde koolzuur weer weg, waardoor
de toeneming van de hoeveelheid koolzuur in de
lucht op plaatsen, waar menschen en vee opgehoopt
zijn, verklaard wordt. Een volwassen mensch ademt
in een uur ongeveer 22 liter koolzuur uit en de lucht
door hem uitgeademd bevat ongeveer 4 koolzuur.
Ook bij de langzame verbranding of de vertering
van overblijfselen van planten en dieren in of op
de aarde wordt zuurstof verbruikt en koolzuur ge
vormd. Zoo kan de lucht in bouwgrond bevatten in
100 Liter 0.93 L. koolzuur; 19.50 liter zuurstof en
79.57 liter stikstof, dus ongeveer 30 maal zooveel
koolzuur als gewoonlijk in den dampkring voor
komt, en een daarmede evenredige hoeveelheid
zuurstof minder. In een eerst negen dagen geleden
bemesten grond was de hoeveelheid koolzuur 245
maal grooter dan in de lucht. Dit alles door het ver
gaan der meststoffen in den bodem. Niet alleen
door verbranding, maar ook door andere scheikun
dige werkingen wordt voorts bij vulkanen en in vul
kanische streken in de aarde, koolzuur vrij gemaakt;
hier stroomt op sommige plaatsen koolzuur uit
grotten en aardspleten en is de hoeveelheid van dit
gas in xlen dampkring in de nabijheid daarvan zoo
groot, dat de ademhaling niet alleen belemmerd, maar
het leven van mensch en dier in gevaar gebracht
wordt. Als zulke plaatsen zijn bekend het Dooden-
dal op Java en de Hondsgrot bij Napels. Nog een an
dere bron van het in de lucht aanwezige koolzuur
is de gisting, die bij de bereiding van wijn. hier en
spiritus plaats beeft. Vandaar dat ook in de lucht
der gistingslokalen ook een grootere hoeveelheid
koolzuur kan aangetoond worden.
Van zuurstof en stikstof onderscheidt zich het
koolzuur door zijn grootere zwaarte; het is ruim 1.5
maal zwaarder dan dampkringslucht. Het wordt dus
meer tot de aarde aangetrokken dan zuurstof en
stikstof. Men kan het koolzuurgas daarom, evenal3
een vloeistof, van het eene glas in het andere over
gieten en in lokalen waar veel koolzuur gevormd
wordt .hoopt het zich bij onvoldoende luchtverver-
sching op den bodem daarvan op, evenals aan de
oppervlakte der aarde bij den zooeven genoemden
Hondsgrot en het Doodendal. Ook in gistkuipen kan
het vrij lang blijven zweven. Daar nu de ademhaling
van een dierlijk lichaam bij een te groote hoeveel
heid koolzuur in de lucht en daarmede het leven op
houdt, veroorzaakt het niet zelden den dood van
iemand die zich te vroeg in een gistkuip begeeft, en
aan menig dier, dat zich te dicht bij de aardspleten,
waaruit koolzuur stroomt, waagt. Daar het koolzuur
de verbranding niet kan onderhouden, is het uitgaan
van een licht in een gistkuip een bewijs, dat er te
veel koolzuur in aanwezig is om zonder gevaar er
in te kunnen afdalen. Daar het koolzuurgas meer
dan de andere gassen van den dampkring in water
oplosbaar is wij herinneren hier slechts aan het
bekende spuitwater, dat niets meer dan koolzuur
houdend water is, bevat het regenwater een be
trekkelijk groote hoeveelheid van dit gas en he?ft
men na hevige regens dan ook meermalen een ge
ringer hoeveelheid koolzuur in den dampkring
waargenomen.
Koolzuur is de hoofdbron, zoo niet de eenige bron,
waaruit de bladgroenhoudende planten hare kool
stof bekomen. De planten nemen namelijk dit gas
door de huidmondjes harer bladeren op, gebruiken
de koolstof tot vorming der weefsels, terwijl de
daardoor vrij geworden zuurstof door dezelfde huid-
mondjes in den dampkring terugkeert. Terwijl dus
door verbranding, ademhaling en gisting de hoe
veelheid koolzuur in den dampkring vermeerderd
wordt, wordt door den plantengroei steeds koolzuur
uit den dampkring weggenomen.
Ziezoo, dat is nu eens geen artikeltje over plan
tenteelt, bemesting of iets dergelijks. Dit artikeltje
heeft een geheel andere strekking, maar het bestrijkt
toch het domeingoed van een landbouwer. Een vol
gende maal zullen wij hierover nog eens wat meer
mededeelen. Vooral voor de oudleerlingen van de
Landbouwschool of van een landbouwcursus is het
een aardige herhaling van het aldaar geleerde.
S.
y.