SchagerCourant
De Russen in
Noord-China.
Raad
Barsingerhorn.
Derde Blad.
Ingezonden Stukken.
Hoe Moskou vasten voet
kreeg in het Amoer=gebied.
Een geschiedenis die terug gaat
tot de 17de eeuw. J»
(Bijzondere correspondentie.)
Nu twee jaar geleden moest ik door vertrek naar
het buitenland een begonnen reeks artikelen staken.
Heden is echter dq toestand in China van dien aard,
dat ik, nu ik teruggekeerd ben, met gerustheid de
artikelen ga voortzetten en doe dat met te meer ver
trouwen in de belangstelling van den lezer, nu aan
Putnam Weale sedert kort een bijzondere rol is op
gedragen. (Inmiddels is op hem een moordaanslag ge
pleegd en is hij overleden.) Immers Putnam Weale
is niemand anders dan Bernard Lennox Limpson, d:e
onlangs door generaal Jen Hsi Sjan tot Commissaris
der Donaurechten in Tientsin benoemd werd.
In mijn laatste artikel van 13 October 1928 had
ik de lezeressen en lezers van de Schager Courant
een beeld gegeven van den geweldigen strijd tusschen
Mandchu en Moscoviet, tusschen Peking en Moskou.
Wij zagen toen, dat de Chineezen in 1686 het beleg
yan Al-bazin opgaven, een houding die verklaard
diende te worden. De reden lag in het openen van
vredesonderhandelingen. De Czaar had den banjelier
Venukof naar Peking gezonden, ten einde te trachten
tot een verdrag ten opzichte der grensregeling in het
gebied van de rivier de Amoer te geraken.
Keizer Kang Hsi aanvaardde de verdesboodschap
en stuurde den Czaar een brief, waarin hij uiteen
zette de grieven van China tegen het schenden der
grenzen door de Russen en het dooden van vreedzame
Chineesche onderdanen, doch waarin hij tevens ver
klaarde tot onderhandelen bereid te zijn.
De Czaar zond na ontvangst van dit schrijven
Golovin als ambassadeur naar het Verre Oosten. Ver
gezeld door een groote troepenmacht arriveerde
Golovin pas twee jaar later in de omgeving van den
Baikal.
Terwijl -zijn secretarissen aan het overleggen waren,
waar de samenkomst lou plaats hebben werd Go
lovin door 15000 Mongolen aangevallen. Nadat hij dit
leger, dat hij op eigen houtje en tegen de instructies
van Peking in handelde, had verslagen, onderwierpen
vijftigduizend Mongolen zich aan den Russischen
•Czaar.
Na lang heen en weer praten, werd eindelijk
Nerchinsk tot plaats van samenkomst gekozen en ver
liet een enorm groot gezantschap in Juni 1689 Pe
king. Een maand later bereikte dat gezantschap, be
staande uit negen duizend personen, Nerchinsk. De
Russische Gouverneur van deze stad zag met schrik
het gezantschap een kamp opslaan nabij zijn stad.
Vierduizend kameelen, 15000 paarden waren noodig
geweest voor het transport, om niet te spreken van
■hetgeen nog per schip de Amoer opkwam. Overal
sierden vlaggen en vaandels het imposante kamp, dat
wel een denkbeeld gaf van de macht der Chineesche
regeering en dus den gouverneur imponeerde.
Maar op Golovin maakte dit alles niet den minsten
j Indruk en pas anderhalve maand later kwam hij te
[Nerchinsk aan en begon op de meest nonchalante
'en onhebbelijke manier te onderhandelen. Van Chi-
'neesche zijde traden de Jesuitenpaters Gerbillon en
Pereyra als tolken op. Golovin stelde de Amoer als
grens voor en de Chineezen eischten teruggave van
Albarin, Nerchinsk en Seleginsk. De conferentie ein
digde niet zeer vriendelijk, maar toch zou men el
kaar weer ontmoeten. Dat ontmoeten geschiedde in
een groote tent. Aan de eene zijde waren vijfhonderd
Russen, aan de andere zijde vijfhonderd Chineezen
jop eenige afstand aangetreden, terwijl van beide zij
den 260 man vrij dicht in de nabijheid van de con
ferentie-tent waren opgesteld.
Tijdens de tweede conferentie deden de Jesuïten al
het mogelijke om tot een vergelijk te komen, maar
tevergeefs en men verliet met zoo groote ontstemming
de tent, dat beide partijen zich voor een veldslag gin
gen prepareeren.
Zoover kwam het echter niet, de Russen zonden een
tolk, met verzoek nogmaals samen te komen, het
geen geschiedde.
Ditmaal ging pater Gerbillon alleen met Golovin
onderhandelen en werkelijk werd men het eens. Do
cumenten werden opgesteld, geteekend en gezegeld.
Daarvan plechtig trouwe nakoming gezworen.
Tot niet geringe verbazing der Russen, bleken de
Chineezen bereid te zijn een eed op het crucifix af
te leggen, maar dat was den Russen toch te kras.
Albazin werd door de Russen terug gegeven, de
Chineezen waren met de grensregeling zeer ingeno
men, maar lieten na, om zorg te dragen, dat de grens-
Bteenen behoorlijk op hun plaats kwamen en zoo
pikten de Russen heel wat meer terrein in dan hun
toekwam.
Een tijdperk van rust brak aan en het is typisch
dat in dien tijd nakomelingen van Russische gevange
nen en deserteurs naar Peking kwamen en uit hen
een Keizerlijke lijfgarde werd samengesteld. Zij kre
gen hun Russisch Huis, hun Russische kerk en hun
Russische priesters in Peking, in de hoofdstad van de
Mandchu dynastie
Daar deze Russen in Mandchu vrouwen trouwden,
waren zij in het begin der 19e eeuw geen Russen
meer doch in de Mandchu-bevolking overgegaan.
Zooals deze Russen, Moscovieten van oorsprong, op
gingen in de omgeving waarin zij zich, aanvankelijk
nog als Moscovieten, vestigden, zoo is het ook met de
Mandschoes gegaan.
Zaterdag 18 October 1930
73ste Jaargang. No. 8750
Twee jaar geleden heb ik de verovering van
China door deze strijdlustige, krachtige, zelfbewuste
lieden beschreven. Wat hebben die echte vechtjassen
toen en later gelachen om de Chineesche mandarij
nen, die slappelingen, die zich in stoelen lieten dra
gen als oude vrouwen, terwijl zij, Mandschoes, te
paard door stad of land jakkerden, zij de onverschrok
ken ruiters, drieste krijgers, die zich de Verove
raars zoo heerlijk superieur gevoelden boven die
slappe Veroverden de Chineezen. Maar, wat nu,
langzamerhand verslapten ook die krachtige Mand-
choes, werden in den maalstroom van het Chineesche
leven opgenomen en zoo zag men reeds in den aan
vang van de 18e eeuw de decadentie-verschijnselen,
die, in de 19e eeuw, bijna alles wat aan de oude
kracht herinnerde, hadden overgroeid. Zeker, wanneer
ik aan Chow Foe, den Onderkoning van Canton,
wiens gast ik in 1908 was, denk, dan zie ik nog een
echte afstammeling van den ouden Mandchoe-con-
guestadoren voor mij, groot, krachtig, imposant, knap
van uiterlijk en verstand. Maar toch, de kleeren wa
ren de vrouwelijke dracht der Chineezen der Verover
den, de dracht van China, van het land, waa** de
mannen rokken en de vrouwen broeken dragen.
Die verwijfde kleederdracht van China is ook naar
Mandchoerije gekomen toen keizer Tao Kuang een
imignatie-politiek voor Mandchoerije had bedacht en
duizenden en duizenden Chineezen naar Mandchoe
rije verplaatst werden. Daartoe behoorden ook Ma-
homedanen, voor wie moskeeën gesticht werden,
welke men nog in Mandchoerije aantreft.
Intusschen was er sedert 1689 rust aan,de Amoer,
de strijdbijl werd in dit jaar door Rus en Mandchoe
in de stad Nerchinsk begraven en ruim anderhalve
eeuw zou hij begraven blijven.
Het werd 1847, Generaal Nikolaas Muranief werd
Gouverneur van Oost-Siberië. Terwijl verscheidene
van zijn voorgangers wel het denkbeeld hadden ge
koesterd om de macht van het Russische Rijk in
Oost-Azië uit te breiden, was dit nimmer verwezen
lijkt, omdat de regeering te Moskou en later te St.
Petersburg fondsen en manschappen weigerde.
Generaal Muranief begon met het hem beschik
bare materiaal zijn plannen voor te bereiden en al
spoedig trokken patrouilles kozakken stroom af- en
stroom-opwaarts langs de rivier de Amoer, ter ver
kenning en rapporteering.
Toch zou de Krimoorlog pas aan de plannen vqn
Muranief stimulans geven. Muranief zag door aen
uitbreiding, van de Russische macht in den Stillen
Oceaan een slag voor de geallieerden, Engeland en
Frankrijk, teiwijl Muranief er op bedacht was oTn
de Russische vloot in de Stille Zuidzee vanuit het
Amoergebied te approviandeeren, nu sedert het uit
breken der vijandelijkheden, de Engelsche vloot door
groote waakzaamheid elke toevoer over zee onmoge
lijk maakte.
Generaal Muranief zeilde met een kleine vloot
van lichters en een rivierstoomboot de Amoer af en
bereikte al spoedig Aigum. Het garnizoen van die
plaats kwam weliswaar in het geweer, maar zonder
de duizend goed bewapende Russische infanteristen
en kozakken te durven aanvallen.
Muranief trok rustig verder. Zoo begon in 1854 de
Russische pertratie van Mandshourije, die niet ge
stopt kon worden door de aanvallen der vereenigde
Fransche en Engelsche vloten op Petropavlovsk in
1854 en 1855. Deze mislukte aanvallen waren voor de
Russen het bewijs dat zij ongehinderd verder konden
gaan met de verovering van Mandshourije. Muranief
ging persoonlijk naar St. Petersburg en kreeg ge-
heele vrijheid van optreden. Hij zond in 1857 admi
raal Putiatin naar de Golf van Petchili, ten einde
de Chineesche regeering te dwingen om de gebieds
uitbreiding aan de Amoer goed te keuren, maar zon
der succes. Muranief ziende, dat de Chineesche
autoriteiten hun militaire macht in het Amoergebied
versterkten, ging nogmaals naar St. Petersburg om
aan te dringen op versterking van zijn soldaten en
geldmiddelen. Terwijl een sterke macht Siberische
troepen langs de Amoer opereerde, moest admiraal
Putiatin samenwerken met de Engelschen en Fran-
schen, die in oorlog gewikkeld waren met China,
ten einde de Chineesche regeering te dwingen om
Peking te openen voor de vreemde legaties en
China voor den handel.
In 1858 waren de Chineezen wel gedwongen aan
Rusland toe te geven en zoo werd bij het verdrag
van Aigun de linkeroever van de Amoer aan Rus
land afgestaan en teekende een maand later Pu
tiatin te Tientsin een verdrag geheel overeenkomen
de met de door de andere mogendheden gesloten
overeenkomsten, die hoofdzakelijk van commer-
cieelen aard waren.
Daar de regeering te Peking het verdrag van Ai-
gun nog moest ratificeeren, stichtte Muranief ver
schillende steden, o.a. Blagoveschensk (de stad der
goede berichten) langs den pas verkregen oever van
de Amoer. Zoo was Ruslands macht daar voor goed
gevestigd en de Czaar schonk generaal Muranief
den titel van graaf. Sedert heette de generaal graaf
Muranief Amurski.
De nederlaag door de geallieerde mogendheden
aan de Takn-forten nabij Tientsin geleden, bracht
onwillekeurig, de positie der Russen in het Amoer
gebied in gevaar. Weliswaar was bij keizerlijk
naaia iara '.leomy iep epuiAOJd ©Atnaiu uaa pajoap
administratie en een legermacht van 8000 man ge
creëerd, maar er bestond toch zooveel kans op een
Chineezen aanval, nu deze een succes op de Fran-
schen en Engelschen te boeken hadden, dat Muranief
die met verlof was, spoorslags naar het Amoerge
bied terugkeerde. Het liep echter tegen verwachting
heel goed af.
Een Engelsch-Fransche expeditie was n.1. Peking
binnengerukt en Generaal Ignatief was de eerste
zaakgelastigde, die voor zijn land onderhandelingen
met de Chineesche autoriteiten kon openen en sloot
met prins Kung het groote verdrag van November
1860, waarbij de grenslijn van Mandshourije nog
eens werd vastgelegd en wel zeer in het voordcel
van Rusland. Rusland werd zoodoende heer en
meester tot aan den mand van de Amoer en van
Oostelijk of Maritiem Mandshourije en kreeg aldus
uitweg aan zee, in een veel gematigder klimaat en
beter beschutte havens dan het tot nog toe had be
zeten.
De Russen zorgden thans in hun Amoerprovincie
voor het stichten van kozakken nederzettingen en
bouwen van communicatiewegen, zoodat 's winters
de met drie paarden bespannen arren over de be
vroren Amoer in 24 uur 240 tot 300 mijl konden af
leggen.
De bevolking in Mandshourije was gestadig toege
nomen. We vernamen reeds hoe keizer Tao Kuang
daartoe had bijgedragen, verder had een hongers
nood in Shansi, honderdduizenden vandaar verdre
ven naar de rijke, maagdelijke gronden van Mand
shourije en aangetrokken door den rijkdom van den
bodem kwamen steeds meer lieden zich vestigen
Nadat de beruchte opstand der Taipings in Midden
China, onderdrukt was, konden de Chineesche auto
riteiten zich toeleggen op verbetering der toestan
den in het hun toebehoorend Mandshourije. Vocral
de militaire toestanden werden verbeterd, hetgeen
de Russen, die altijd een grooten angst koesterden
voor het Gele Gevaar, want zij waren zich wel be
wust van de kracht, die er in het millioenen volk
school, met leede oogen zagen geschieden. Toch
moesten zij het aanzien hoe niet ver van hun nieu
we territorium de Chineezen hun Mandshourije
weerbaar maakten. Kirin, Moekden, Sansing, Hun-
chun en Aigun werden versterkt en in de eerstge
noemde plaatsen groote arsenalen gesticht Krupp
te Essen kreeg een goeden klant aan China, dat de
haven van Port Arthur van zwaar geschut voorzag
en daardoor tot een vrijwel onneembare vesting pro
moveerde.
In denzelfden tijd deden de meest ongelooflijke
verhalen de rondte omtrent goud en zilver dat in
Mandshourije gevonden werd en zoo trokken Rus
sische en Chineesche avonturiers, bannelingen en
misdadigers naar deze streken en stichtten daar de
z.g.n. Republiek Sholtoga, even boven het vroegere
Albazin gelegen.
Het was een rijkje op zich zelf met een president
en daar de burgers inderdaad goud en zilver von
den en rijk werden, werd het een macht in den
staat. Hadden de Chineesche autoriteiten eerst wei
nig aandacht aan het geval geschonken, dit werd
anders toen de Russische autoriteiten met vele en
gegronde klachten omtrent het optreden der „Repu
blikeinen" bij de Chineesche mandarijnen kwamen
en deze laatsten ook zelf overlast moesten onder
vinden. Er werd besloten aan den toestand een ein.i?
te maken. Men kan niet anders zeggen, dan dat de
Mandarijnen dit op afdoende wijze deden. Ze gaven
aan de Russische en andere Europeesche burgers
van Sholtoga gelegenheid hun biezen te pakken en
hebben de Chineesche bevolking daarna uitgemoord
en de plaats gebrandschat. Zoo verdween in 1889
Sholtoga voor goed uit de geschiedenis. Men be
leefde trouwens in die dagen#rare dingen in Mand
shourije en Peking. Zoo herinner ik mij een geval
betrekking hebbende op de telegrafische gemeen
schap in het Amoergebied, in Mandshourije, tus
schen die gebieden onderling en met de buitenwereld
Toen de Great Northern Telegraph Company docr
een Chineeschen concurrent bedreigd werd, moest
deze laatste verdwijnen, want de Deensche koninklij
ke familie, incluis de toenmalige Czarina, waren de
groote aandeelhouders in de Deensche Great
Northern, en al spoedig werden er aan Li Hung
Chang, die onderkoning te Tientsin (Petchili) en te
vens directeur-generaal van den Chineeschen Tele
graafdienst was, keurige kisten, quasi met zijden
stoffen gevuld, ten geschenke gegeven. De geefster,
de Russische legatie te Peking, had echter gezorgd,
dat er, inplaats van zijden stoffen, baren goud in de
kistjes verpakt waren. Niet lang duurde het of de
concurreerende telegraafmaatschappij werd gesabo
teerd en verdween, zoodat de Great Northern vrij spel
had.
Men ziet hieruit, dat Li Hung Chang, die ree-Is
toen zulk een groote rol in China speelde, en liter
geruimen tijd een nog grootere zou blijven spele-v
zeer nauwe betrekkingen onderhield met de Russi
sche legatie te Peking en partijen klaarblijkelijk
zich in het tijzonder voor vraagstukken, Mandshor
rije rakende, interesseerde. Wat zal er tusschen die
beide machten niet al bedisseld zijn, waaromtrent
nog niets bekend is. Zoo naderde het jaar 1891 en
begon men toebereidselen te maken voor de >ni-
vangst van den Czarewitch (later Czaar Nicolaas II)
die een bezoek zou komen brengen aan het Verre
Oosten.
(Wordt vervolgd.)
Mijnheer de Redacteur.
Als getrouw lezer van Uw blad verzoek ik beleefd voor
opname van het onderstaande. Bij voorbaat mijn dank.
NAAST HET DRANK-, HET BIERGEVAAR.
Het binnenlandsch biergebruik steeg van 2.134 000
H.L. in 1928. tot 2.176.000 H.L. in 1929.
Dat beteekent, dat, terwijl in 1928 ieder Nederlander,
zuigeling zoowel als grijsaard gemiddeld 27.8 liter bier
consumeerde. Die hoeveelheid steeg in 1929 tot 28 liter.
Een flinke plas. waaruit drie emmers zijn te vullen.
Menigeen zal zich afvragen of deze cijfers wel juist zijn,
en men twijfelt allicht aan de waarheid, als een zeer on
schuldig iets: Zoo erg zal het niet zijn.
Uit betrouwbare bron werd mij dezer dagen nog mede
gedeeld alsdat er voor drie dagen kermis op een dorpje
in Noord-Holland was, laten wij het maar X noemen.
De caféhouder sloeg In 80 vaten bier, ieder vat bevat
40 liter, dus 80 keer 40 liter Is 3200 liter bier, is er op
die kermis in drie dagen opgedronken, want er was nog
te kort. Een liter bier afgetapt op de z.g.n. pomp is
minstens 4 glazen, dus 3200 keer 4 is 12800 glazen bier
zijn daar opgedronken, daar is voor betaald 12800 keer 25
cent is f 3200.—.
Hebben deze gegevens niets te zeggen? brengen zij
u tot nadenken? behoort gij ook tot hen, die dit enorme
biergebruik in stand helpt houden en voortdurend toe
nemen? Overdrijven wij. drankbestrijders, wanneer wij
spreken van het Biergevaar.
Hoogachtend,
C. DE JONG.
H.-Befituurslid A.N.G.O.B. St. Paacras.
Vergadering van den Raad op Vrijdag 17 October
1930, des middags 2 uur.
Voorzitter de heer K. Breebaart Dz., burgemeester,
secretaris de heer G. G. Loggers.
De raad is voltallig.
De Voorzitter openf* met een woord van welkom de
vergadering, waarna de notulen onder dankzegging aan
den secretaris onveranderd worden vastgesteld.
Ingekomen stokken.
Mededeeling wordt gedaan van de volgende inge
komen stukken:
a. Schrijven van Ged. Staten van Noordholland,
houdende toezending van een afschrift van een uit
treksel uit het Kon. Besluit, houdende goedkeuring
van de verordening, als bedoeld in art. 31 duodecies
der wet op de personeele belasting,
b. Besluit van Ged. Staten van Noordholland, hou
dende verdaging van de beslissing op het Raadsbe-I
sluit tot het aangaan van een geldleening, groot'
f20.00— ten behoeve van kapitaalverstrekking aan
den Vleeschkeuringsdienst.
c. Verslag van de Vereeniging tot bevordering van
het Vakonderwijs in Westfriesland over 1929.
d. Verslag van de Commissie tot wering van school-'
verzuim 'over 1929.
B. en W. stellen voor, de onder a. tot en met d ge-
genoemde stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus wordt besloten.
Het verslag van de Commissie tot Wering van
schoolverzuim wordt gelezen.
e. Schrijven van de Molenmeesters van den Hoog
landspolder te Barsingerhorn, d.d. 1 September 1930,;
houdende verzoek om een gedeelte van de sloot bij'
de O. L. School te Haringhuizen aan den Hooglands-!
polder in eigendom te willen overdragen, opdat zij«
voor reiniging van riet, kroos en ander vuil en het
steeds op wijdte en diepte houden dezer sloot zullen
kunnen zorgdragen.
B. en W. zien in deze eigendomsoverdracht geen be
zwaar en stellen voor, gemeld slootgedeelte aan dien
polder te verkoopen voor f 1.—.
De heer Smit geeft nog eenige toelichting.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten.
f. Schrijven van het Bestuur van de Muziekvereeni-
ging „De Eendracht" te Kolhorn, d.d. 1 October 1930,
houdende verzoek haar voor 1931 een subsidie te wil
len verleenen van f 100.
B. en W. stellen voor, het op de gemecntebcgrooting
1931 uitgetrokken subsidie ad f50.te handhaven.
De heer Burger vraagt naar de rekening en verant
woording, die zou worden overgelegd, maar de Voor
zitter deelt mede, dat dit in dit jaar niet is gedaan.
De heer Engel wijst erop, dat de vereeniging een vrij-
vaste ontvangst over boord heeft gegooid. doordat
ze de kunstlievende leden, die f 1.50 per jaar gaven,
hebben geschrapt. Spr. kan zich niet met die taktiek
vereenigen, en oordeelt zulks ook niet in het belang
van de gemeenschap. De subsidie van f 50 wil spr. de
vereeniging niet onthouden, Men had één uitvoering
voor kunstlievende leden moeten geven en een vrije
uitvoering.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten.
g. Schrijven van Ged. Staten van Noordholland,
houdende terugzending van de door den Raad vastge
stelde verordening tot wijziging der bouwverorde
ning, met verzoek te willen bevorderen, dat in art. 5,
3e lid, worden geschrapt de woorden: „artikel 5, 4o
li-d, eerste alinea."
B. en W. stellen voor de verordening in den door
Ged. Staten aangegeven zin te wijzigen, omdat het
in art. 5, 3e lid, bedoelde beroep inderdaad geen an
der is dan dat, bedoeld in art. 5, 4e lid, der Woning
wet, zoodat het afzonderlijk vermelden van bedoelde
wetsbepaling tot verwarring aanleiding kan geven.
Wordt goedgevonden.
De begrafenisrechten.
h. Alsvoren, houdende mededeeling, dat de door
den raad vastgestelde verordening tot wijziging van
de verordening op de heffing van begrafenisrechten
bezwaren ontmoet, o.a. kan het de goedkeuring van
Ge-d. Staten niet wegdragen, dat voor het schoonhou
den enz. van gedenkteckenen enz. een recht wordt
geheven, berekend naar 25 van den koopprijs dier
voorwerpen. Een tarief zal dienen te worden vastge
steld, waarin de heffingsbedragen worden genoemd,
B. en W. stellen voor:
1. over te gaan tot intrekkiing van de thans gel
dende verordeningen op de heffing en invordering
van begrafenisrechten (met inbegrip dus van de vast
gestelde wijzigingsverordening);
2. vast te stellen een nieuwe verordening op de
heffing en invordering dier rechten, waarin vooi!
zoover het de heffing aangaat de door den Raad
in zijn vergadering van 20 Juni j.1. vastgestelde rech<
ten worden opgenomen, met dien verstande evenwel,
dat voor het van gemeentewege schoonhouden
waaronder niet wordt verstaan herstelling of vernietig
wing van de graven geplaatste voorwerpen de na
volgende rechten worden geheven:
voor een gedenkteeken (monument) f20.—,
voor een zerk of grafsteen i 10.—
voor een omrastering t 3.—
voor ieder aader voorwerp als bank, bordje, kastje
kruis, doos, enz. f 6.—
voor onderhoud van een graftuin of een andere
beplanting f 8.—
Indien voor voorwerpen, aanwezig op één graf, meer
dan één recht volgens dit artikel verschuldigd zou zijn,
wordt ten hoogste recht voor één dier voorwerpen ge
heel en worden de rechten voor de andere voorwerpen
op dat graf voor de helft geheven.
De heer Kistemaker vraagt of dit bedrag voor eens
wordt geheven, op welke vraag de Voorzitter bevesti
gend antwoordt.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt
besloten.
De nood van de Vereeniging voor Zieken-
hulsverpleging.
i. Schrijven van de Vereeniging voor Ziekenhuisver-
pleging te Barsingerhorn, houdende verzoek in verband
met de slechte uitkomsten van het vereenigingsjaar 1929'
1930 ook voor 1930 een subsidie te willen verleenen.
B. en W. stellen voor, ook voor 1930 een subsidie te
verleenen, groot f 200.
De rekening over het afgeloopen jaar gaf een tekort
van f 550 aan. De finantieele toestand der vereeniging
wordt zeer somber geschilderd.
De heer Kooijman vreest dat als het loopende jaar
teneinde Is, er een tekort zal zijn van f 1000 en spr.
verheugt zich dan ook over het voorstel van B. en W.
De heer Kistemaker begrijpt niet, waarom de ver
eeniging de contributie niet progressief maakt.
De Voorzitter deelt mede, dat er wel plan bestaat
om de contrlfbutieregellng te wijzigen.
De heer Kooijman deelt mede, dat een 3-klassige
contributieheffing de algemeene instemming kan erlan
gen en dat nu besloten is, één contributie n.1. van f 2
per lid te heffen.
De heer Engel zegt dat z.i. een progressieve contri
butieregeling niet gaat. Spr. meent dat juist door een
gemeentelijke subsidie het doel In dat opzicht wordt
bereikt By progressieve contributieheffing zullen er
heel wat leden uittreden.