Mager uourant 73s,v^rBli8?s>
RAAD VAN SCHAGEN.
L ïhandeling der Gemeentebegrooting.
a J flj I Woensdag 29 October 1930
Vervolg Derde Blad.
Schoolbouw in het Heerenbosch.
N-aar aanleiding van de daaromtrent in een vorige
vergadering van den Raad gestelde vragen, leggen
B. en W. over een nadere berekening van de koston
ten aanzien van den schoolbouw in het Heerenbosc'h.
De vorige opgave, voor aanleg straat en rioleering,
aankoop 4200 M2. grond, schoolgebouw, onderwijzers
woning en erfafsclieidingen en speelplaatsbeharding,
plus beplanting, gaf een totaalbedrag aan van f 1497S0,
terwijl afgetrokken werd de verkoopwaarde van
school en gymnastieklokaal ad f7500 en idem onder
wijzerswoning f 5000, welk totaalbedrag van f 12500
weer werd verminderd met niet afgeloste schuld op
de O. L. S. op 1 Januari 1931 ad f5600, waarna een
totaalbedrag werd verkregen- van f 142.880.
De nieuwe opgave vermeldt, met inbegrip van een
woning voor den conciërge, een totaal bedrag van
f 147.987.90, en daarbij is dan niet opgenomen den
bouw van een onderwijzerswoning en de hierboven
vermelde aftrek verkoopwaarde school en gym
nastieklokaal.
Hierbij wordt opgemerkt, dat B. en W. een onder
houd hebben gehad met het Hoofd der Openbare La
gere School, waarbij* deze verklaarde geen prijs te
stellen o"> een woning bij de school, althans wanneer
ihij zich daarvoor een geldelijk offer in den vorm van
een hoogeren huurprijs zou moeten getroosten.
In 't algemeen achtte genoemde titularis het niet
noodzakelijk, dat het Hoofd der School in de onmid
dellijke nabijheid daarvan woont.
Meer van belang acht hij het, dat de conciërge al
daar zijn woning heeft.
In verband hiermede hebben B. en W. gemeend, de
kosten voor den bouw van eene woning voor het
Hoofd van de berekening af te voeren om daarvoor
in de plaats te stellen den bouw van een eenvou
dige concierge-woning in de Torenstraat, tegenover
den ingang van de school.
Het College wenscht er nog de aandacht op te ves
tigen, dat bij het bouwen van de school in het Hee
renbosch, de bestaande school beschikbaar blijft voor
verschillende andere doeleinden.
De heer Overtoom kan er zich niet mee vereenigen dat
B. en W. bij hun berekening er rekening mee houden
dat een nieuwe bewaarschool, waarvan de kosten op
f 26000 worden geraamd, op de oude plaats zal worden
gebouwd.
Spr.'s bedoeling is altijd geweest, dat een berekening
zou worden opgezet, waarbij de bewaarschool in de
nieuw te bouwen openbare lagere school zou worden
ondergebracht en waardoor de kosten belangrijk min
der dan f 26.000 zouden zijn.
Wat de berekening van den voor den schoolbouw be-
noodigden grond betreft, het is blijkbaar de bedoeling
van B. en W. daarvoor te berekenen de kosten van aan
koop, plus een gedeelte van bestrating en rioleering. Spr.
kan zich met die opvatting niet vereenigen. Het nog te
bestraten en te rioleeren gedeelte, het laatste gedeelte,
is z.i. niet het goedkoopste, en bij het bouwrijp maken
van dien grond, zal de kostprijs van den grond dan ook
belangrijk hooger worden. Bij een globale berekening,
die spr. heeft moeten opzetten, en rekening houdende
met een kostenberekening van f 5.50 per M2., voor be
straten en rioleeren, komt spr. tot een grondprijs voor
het overschietende gedeelte van f 6.92 of wel rond f 7.
Wordt nu het bedrag van f 16238, het bedrag dat ten
bate van het grondbedrijf, ten laste van den school
bouw wordt gebracht, afgetrokken, dan zou de over
blijvende grond niet f 7, maar f 9.65 per M2. moeten
kosten. En spr. kan zich ook niet met de indeeling
vereenigen. Naar zijne meening moet de toegangsweg
tot den primairen weg 2 meter breeder worden, de op
pervlakte bouwrijpe grond vermindert daardoor nog
met 100 M2., de prijs stijgt daardoor met 30 cent, zoo
dat de grondprijs düs ongeveer f 10 zou bedragen. Spr.
acht dus de berekening niet juist, er is f 7772 voor den
grond te weinig berekend. Werd in andere gevallen
het grondbedrijf belast om den verkoop van grond te
bevorderen, bij deze berekening wordt het grondbedrijf
belast ten bate van den bouw der openbare lagere
school. Daarom gaat spr. niet met de berekening ac
toord, ze geeft geen juist beeld van de werkelijkheid.
De heer Van Nuland wijst erop, dat uit de becijfering
van den heer Overtoom wel blijkt, hoe B. en W. een ver
keerden opzet hebben gemaakt ln de vergelijking van de
kosten van het Heerenboschplan en 't plan achter de
tegenwoordige school. Spr. uit er zijn verbazing over dat
B. en W. zonder dat er ooit met één enkel woord door
hen of uit den Raad over is gesproken, rondloopen met
een plan om in 't Heerenbosoh ook een nieuwe bewaar
school te stichten van rond f 26000. Dat noemt spr. een
staaltje van buitengewone arrogantie. Alleen heeft spr.
eens het idee aan de hand gedaan om bij stichting der
nieuwe school de bewaarschool daarbij onder te brengen,
dat was volgens deskundigen zeer goed mogelijk en veel
goedkooper dan nieuwbouw. Wanneer de meerderheid
toch mocht besluiten het Heerenbosch-plan...
(Interrupties van de wethouders en den voorzitter:
dat besluit is al genomen)...
De heer Van Nuland: Onder welke omstandigheeden?
Zonder éénige berekening, zonder één enkel vaststaand
cijfer omtrent bouwkosten enz. enz. Mocht de raad daar
op doorgaan dan laadt hij een zware verantwoordelijk
heid op zich.
De heer Gorter wijst er op, dat het onvermijdelijk ge
volg zal zijn, het leggen van nieuwe straten met riolee
ring, en het bouwrijp maken van nieuwe gronden, waar
absoluut geen behoefte aan is. We weten nu wat nieuwe
straten kosten, dat moet funeste gevolgen hebben. Het
allerbeste zou zijn, het geheele plan af te wijzen, het is
een roekeloosheid het te accepteeren. Het bouwen der
school met bijbehooren kunnen we gerust aannemen op
f 148.000. Echter is daarbü niet berekend de erbij komen
de straten. Nu zegt men wel, dat dat niet op de school
gelegd mag worden, maar het komt toch ten laste van
£et grondbedrijf, en dat is voor spr. praktisch hetzelfde,
net grondbedrijf wordt er zwaarder door belast. Het be
staat niet, meent spr., dat de burgerij, zoo voortgaande,
die lasten kan dragen.
De heer Van Erp stelt Voorzitter de vraag, of, als
de meerderheid op zijn standpunt blijft staan, B. en W.
voornemens zijn met het plan door te gaan.
Voorzitter: Natuurlijk, de raad heeft ertoe besloten.
De heer Van Erp zegt dat de cijfers niet overeenstem
men wat de beide plannen tegenover elkaar kosten. Er
is verdeeldheid over de plaats, waar de nieuwe school
moet komen. Ik heb mij daarover nog niet uitgespro
ken, eerst moet duidelijk blijken waarom het Heeren
bosch de voorkeur heeft boven de oude plaats. De vraag
s of de schooljeugd daarop kan wachten. Spr. vraagt
zsch ook af, of de burgerij dat alles betalen kan, en of
niet onverantwoordelijk is, dat deze heeren, van wie
er misschien sommigen in den nieuwen raad volgend
jaar niet terug keeren, tot deze groote uitgaven be
sluiten. Het gaat over f 150.000.—, daar komt bij de
meubileering, de centrale verwarming. Zou het bij 4 a 5
jaar wachten niet aanmerkelijk minder kosten? Al deze
overwegingen doet spr. ten slotte zeggen: Wanneer ik
bemerk, dat B. en W. toch doorgaan, dan zal ik zor
gen, dat de burgerij zich laat hooren!
De heer De Vries heeft nog niets gehoord over het
belang van het onderwijs, dat toch zeer zeker in hooge
mate gebaat is bij de gunstige plaats in 't Heeren
bosch, ontegenzeggelijk zooveel gunstiger dan op de
Loet. De schoolautoriteiten geven verre de voorkeur
aan 't Heerenbosch, dat mag gerust ook gewicht in de
schaal leggen. De berekeningen over den grondprijs
van den heer Overtoom kan spr. niet zoo gauw nagaan,
het mag zijn, dat daar een grond van waarheid in is,
maar voor spr. weegt het belang van de kinderen en
van het onderwijs wel zoo zwaar, wat aangaat de rus
tige, gunstige plaats, dat voor hem de keuze is beslist.
Reeds bijna een kwarteeuw praten we over een nieuwe
school. Nu weer eenige jaren uitstellen, en dat,
waar de toestand onzer school spot met de allerge
ringste eischen, aan een school te stellen, dat moet
spr ten stelligste afraden. Uit volle overtuiging zal spr.
dan ook medewerken tot onmiddellijk bouwen der
nieuwe school, en op 't Heerenbosch.
De Voorzitter merkt op, dat dit besluit al genomen is.
Met verbazing heeft hij dan ook de woorden van den
heer Van Erp gehoord. Spr. onderschrijft geheel de
meening van den heer De Vries. De toestand der oude
school wordt zoo langzamerhand een schandaal, een
plaats als Schagen onwaardig. Met plankjes wordt het
ergste opgelapt. Grondig repareeren zou heel veel geld
kosten, geld dat in 't water gegooid is.
De heer Van Erp zegt dat al meermalen besloten is
een nieuwe school te bouwen, toen is dat ook uitgesteld.
Als wij wachten, gaat dat om 2 ton. De school staat nog
.en valt nog niet om.
De heer Lookman sluit zich aan bij den heer De Vries.
De toestand is onhoudbaar. De nieuwe school moet en
zal er komen en in 't Heerenbosch, ondanks de tegen
werking der andere heeren.
De heer Van Rijswijk onderschrijft de moeilijkheid in
deze, hij verliest de groote kosten niet uit het oog. Maar
als je een blik slaat in de openbare school, dan kom
je tot de ontstellende zekerheid van een vervelooze, ver
waarloosde boel echt uitgewoonds Dat kan niet zoo
voortduren en spr. herinnert aan 't gezegde, dat alle
vasten geen broodsparen is. Hij onderschrijft slechts ten
deele de woorden van den heer Van Erp, die van wachten
lager prijs verwacht, maar 't is de vraag of 't nog niet
duurder wordt. Spr. betreurt 't dat Schagen zoo'n slech
te school heeft en wijst op de nette vriendelijke scho
len in plaatsjes als Schagerbrug, Oudesluis, Petten. We
kunnen aan een nieuwe school niet ontkomen, reparee
ren helpt niet en kost veel en spr. hoopt van harte dat
er nu niet langer gewacht wordt. Over de plaats in 't
Heerenbosch is spr. echter niet zoo overtuigd. Wel is
't besluit genomen, maar op mijn voorstel zouden nog
de kostenberekeningen tegenover elkaar worden gesteld
Spr. helt over naar de Loet, maar als 't in kosten niet
veel verschil maakt, is hij voor 't Heerenbosch. De be
rekeningen van den heer Overtoom bewijzen wel dat 't
verschillend opgezet wordt. Over de plaats kan spr. dus
nog niet kiezen, maar van groot beteekenis is, dat er
niet langer geaarzeld wordt.
De heer Bakker is 't eens met den vorigen spreker, dat
lang vasten geen broodsparen is. Vele jaren is er al
sprake van een nieuwe school, telkens werd het uitge
steld, en maar weer opgelapt, 30 mille zegt spr. is er zoo
verknoeid. Als we nu weer uitstellen en besluiten tot
repareeren, kan 't wel weer 25 mille kosten.
Ten opzichte van de tegenwoordige jeugd en het na
geslacht zijn we verplicht nu spoedig een nieuwe school
te bouwen. Met vreugde zal hij zijn stem er aan geven,
en als plaats het Heerenbosch.
Voorzitter merkt op, dat bij uitstel toch een nieuw
gymnastiekgebouw gesticht moet worden.
De heer Gorter valt nog eens den grondprijs aan, door
B. en W. aangenomen op f 1.65, en becijfert dat dat
f 17000 hooger moet zijn. Hij komt alles met alles op
f 190.000 vo orde school.
Als we drie jaar uitstellen besparen we 30 mille aan ren
te. Spr. schroomt er voor om in dezen crisitijd zoo
groote uitgaven te doen, en wil b.v. in 3 jaar uitstellen.
De heer Bakker meent dat de berekeningen van den
gemeente-opzichter niet zoo ver mis zullen zijn. 't Kan
ook zyn dat de heer Overtoom abuis is. Het voor of te
gen Is in dit geval weer niet anders dan de kwestie. Wie
zal de nieuwe school bouwen?
De heer Gorter: het gaat alleen om den grondprijs.
Ook de heer Overtoom wijst er op dat er zich zoo
langzamerhand weer een verhaaltje gaat vormen, maar
niet van zijn kant. Met geen woord heeft spr. zich geuit
over den bouwprijs, alleen gaat 't over den aangenomen
grondprijs, 't Is spr.'s bedoeling te weten: wat kost de
school aan 't Heerenbosch, en wat op de Loet. Tot heden
heeft spr. nog geen uitslag daarover en daar gaat het
om.
De heer Schoorl heeft met werkelijk genoegen de be
sprekingen aangehoord en 't doet prettig aan te zien hoe
de heeren zich hebben ingewerkt in de zaak. Er is ech
ter iets vergeten. Er is van B. en W. hier niet een voor
stel, het gaat hier over de becijferingen die de heer
Van Rijswijk indertijd heeft gevraagd. Daar hebben B. en
W. aan voldaan, zij hebben in 't globale eene vergelijking
overgelegd. Nadrukkelijk zegt spr. dat de cijfers globaal
zijn, 't kan best zijn dat alles niet even precies is. Maar
B. en W. hebben het raadsbesluit uit te voeren om een
nieuwe school te ontwerpen in 't Heerenbosoh, ze zijn
bezig een definitief plan uit te werken en dat komt met
de juiste kostencijfers ter tafel. Met de gemaakte opmer
kingen zullen B. en W. rekening houden. Intusschen is
het dan den tijd de bezwaren te berde te brengen.
De heer Gorter wijst erop dat de Raad niets heeft
aan een dergelijke opgave van kosten van B. en W. Zij
negeeren 's Raads bedoeling.
De heer De Vries is 't mgt de redeneering van den
heer Schoorl niet eens. Door den heer Van Rijswijk is
gevraagd om 2 kostenberekeningen. Met de motiveering
als de heer Schoorl geeft, zijn B. en W. er niet af.
Zoo gaan de besprekingen nog wat over en weer. De
heer Schoorl houdt aan zijn standpunt vast. Wat den
heer Van Erp doet opmerken, dat er met de cijfers ge
goocheld wordt.
De heer Van Rijswijk zegt, dat hem is toegezegd 2
berekeningen. Nu blijkt wel dat op die berekeningen niet
te vertrouwen valt, en weet hij niet hoe te stemmen.
Ook is hij er geen voorstander van dat de woning
van het hoofd der school niet bij de nieuwe school komt
Voorzitter wijst cr nog eens op dat de Raad besloten
heeft de nieuwe school in 't Heerenbosch te bouwen.
De heer Van Rijswijk is 't daar niet mee eens.
Voorzitter: U zoudt dan kunnen voorstellen dat be
sluit in te trekken.
Voorzitter brengt vervolgens ln stemming zijn voorstel
om de door B. en W. gegeven berekeningen voor ken
nisgeving aan te nemen.
Hier voor stemmen de heeren De Vries, Kooij, Bak
ker. Lookman, Schoorl en Leguit; tegen de heeren v.
Nuland. Overtoom, Van Erp en Gorter. De heer Van
Rijswijk stemt blanco.
Cursus opleiding van winkelpersoneel.
De Schager Handeldrijvende en Industrieele Mid-
denstandsvereeniging vraagt voor den cursus tot op
leiding van winkelpersoneel een bijdrage van f 100.
13. cn W. stellen voor de gevraagde subsidie ad
f 100 toe te staan, gelet op het belang voor den mid
denstand aan den cursus verbonden.
Den heer Bakker doet het genosgen dat de arbeiders
in het winkelbedrijf zich kunnen bekwamen. Hij zal vóór
de subsidie stemmen en krijgt op zijn desbetreffende
vraag ten antwoordt, dat er 26 leerlingen zijn.
De stichtingskosten van do centrale nood-
slachtplaats en verwerkingsinrichting.
Van de Commissie van Uitvoering van den Vlcesch-
keuringsdienst in den Kring Barsingerhorn is thans
de specificatie van de stichtingskosten ingekomen.
De totale uitgaven bedroegen f 132010.05, rentever
goeding geplaatste gelden f 1572.71, zoodat uitgegeven
werd f 130437.34. Nog te betalen is f6908.35) wordt to
taal f 137345.69.
Van de laatst uitgevoerde werken en eenige her
stellingen zijn nog geen rekeningen ingekomen, ter
wijl door de aansluiting van Alkmaar het aanschaf
fen van een groote auto noodig is. Voor deze beta
lingen is nog een bedrag gereserveerd van f7654.31.
Bij schrijven van 25 Sept. 1.1. berichtten B. en \Y.
van Barsingerhorn, dat de meerderheid van de tot
den Kring behoorende gemeenten goedkeuring heeft
verleend aan de uitbreiding van het stichtingskapi
taal met f20.000, zoodat hun college krachtens het
bepaalde in artikel 10 dei' Gemeenschappelijke rege
ling het geldleeningsbesluit ter goedkeuring kon op
zenden.
Naar aanleiding van de ingekomen nadere uitvoe
rige gegevens ten aanzien van de onderwerpelijke
aangelegenheid, stellen B. en W. voor de gevraagde
goedkeuring op de verhooging der stichtingskosten
te verleenen.
De heer Gorter zal er voor stemmen, doch wijst er op.
dat er bij de vorige verhooging van de leening tot
f 125.000, reeds een bedrag van f 7000 ongedekt was aan
oprichtingskosten. Dat was juist de kwestie, waar spr.
vorig keer naar vroeg.
De heer De Vries zegt, voor dit voorstel te zullen stem
men, 't is trouwens toch feitelijk reeds overbodig, want
de goedkeuring is er al. Maar toch moet hem van 't
hart dat de cijfers op hem den indruk hebben gemaakt,
dat óf de ramingen niet al te juist zijn geweest, óf dat
er wat ruim met het geld i3 omgesprongen. Spr. noemt
dan verschillende belangrijke overschrijdingen op.
Voor de cultureel vorming en geestelijke
ontwikkeling der arbeidersklasse.
Van de afdeeling Schagen van het Instituut voor
Arbeidersontwikkeling, welk instituut zich blijkens
het adres bezig houdt met de cultureele vorming en
geestelijke ontwikkeling der arbeidersklasse, is een
verzoek om subsidie ingekomen.
Naar aanleiding van dit adres merken B. en W.
op, dat de bedoelingen van het Bestuur ten aanzien
van de onderwerpelijke aangelegenheid, zoowel in
het adres als in de toelichting, in zeer vage termen
zijn gesteld.
Het College stelt den Raad voor, gelet op de be
langrijke subsidiën uit de gemeentekas reeds ten be
hoeve van instellingen van onderwijs enz. beschik
baar gesteld, op het verzoek afwijzend te beschikken.
In dit verband wordt gewezen op de subsidiën aan
de handelswinteravondsehool. de vakteekcnschool en
de Landbouwhuishoudschool, zoomede op de uitga
ven. verbonden aan den cursus voor de schoolvrije
jeugd en de subsidie aan de Schager Leesbibliotheek.
De heer Van Nuland zal voor 't advies van B. en W.
stwimen, dóch meent dat de Raad zich op den duur niet-
kan onttrekken van het subsidieeren voor jeugdontwik-
keling. Hij geeft in overweging in de toekomst een post
op de begrooting voor dit doel te plaatsen en dan het
uit te tx-ekken bedrag te verdeelen naar billijkheid.
Den heer Van Erp spijt 't dat B. en W. dit standpunt
innemen, vooral waar pas f 100 is toegestaan voor den
cursus der Middenstandsvereeniging. Hij wil het Insti
tuut steunen, en geeft in overweging nadere inlichtingen
te vragen omtrent doel en strekking.
De heer Gorter is voor steun en noemt f 25.
De heer Bakker uit zijn bevreemding over het advies
van B. en W. 't Is niet een cursus voor de jeugd, doch
voor allen en spr. houdt dan een pleidooi voor 't noodige
en nuttige van arbeidersontwikkeling. De arbeiders on
dervinden dagelijks dat zij in ontwikkeling tekort schie
ten, bij de zich voor de arbeidersklasse uitbreidende
taak. Ér zijn 35 leerlingen op d encursus, die 15 cent
per maand contribueeren. Doch er komt geld te kort.
Uit bescheidenheid is geen bedrag genoemd, maar met
f 25 zou spr. wel accoord kunnen gaan..
De heer Lookman noemt f 50.
De heer De Vries is voor het steunen van dezen cur
sus. 't Gaat parallel met den cursus der middenstands
vereeniging. Is f 25 voldoende, dan behoeven we geen
f 50 te geven, 't Idee-Van Erp verdient daarom aanbe
veling, n.1. om inlichtingen in te winnen.
Nadat de heer Van Rijswijk zich als voorstander van
steun heeft geuit, omdat nooit genoeg gedaan kan wor
den voor beschaving en ontwikkeling, wordt met allen
voor besloten, zich voor nadere gegevens met het ge
noemde Instituut in verbinding te stellen.
Benoeming onderwijzers cursns school
vrije jeugd.
B. en W. stellen voor overeenkomstig het advies
van het Hoofd der O. L. School over te gaan tot be
noeming van het navolgend onderwijzend personeel
voor den cursus bovengenoemd:
Hoofd: de heer Brouwer.
Onderwijzers: de heeren J. Schlahmilch en J. B.
't Hoofd.
Onderwijzeres voor de handwerken: mej. A. D.
Harder.
De voorgedragenen werden benoemd.
Alvorens te j*aan pauzeeren worden door de heeren
Van Nuland en De Vries opmerkingen gemaakt over de
eenzijdige voordrachten voor de stembureaux. Voorheen
was het altijd een goede gewoonte om de stembureaux
fractiesgewijs samen te stellen.
Voorzitter zegt dat er niet aan gedacht is de Raad is
echter vrij in zijn stemming. Pauze.
Na de pauze wordt de vergadering heropend ei
blijkt de heer Van Nuland afwezig te zijn.
Voorstel tot gedeeltelijke demping en
rioleering van de sloot achter het per
ceel van da erven L. Zwaag.
Naar aanleiding van een klacht van M. Rijswijk
aan de Gezondheidscommissie over de sloot achter
het perceel van de erven L. Zwaag heeft de Inspec
teur van de Volksgezondheid een onderzoek inge
steld en wordt medegedeeld, dat bedoelde sloot al
leszins terecht tot een bezwaarschrift aanleiding
heeft gegeven en dat één middel kan helpen, ril.
dempen en rioleeren. De kosten van demping en
rioleering worden door den opzichter begroot op
f 1450.
Onder overlegging van den brief van den Inspec
teur van de Volksgezondheid aan de Gezondheids
commissie alhier, betreffende de onderwerpelijke
aangelegenheid en gelet op de bespreking van den
Voorzitter van het College met genoemden Inspec
teur, stellen B. en W. voor, te besluiten tot gedeelte
lijke demping en rioleering van bedoelde sloot, uit
overweging, dat de volksgezondheid daarmede zeer
zal zijn gediend.
Het ligt in de bedoeling van het College het werk
zooveel mogelijlc 'door werkloozen Ie 'doen uitvoeren.
De heer Van Rijswijk vraagt, of met de te dempen
lengte van 20 meter het euvel voldoende verholpen
wordt.
De Voorzitter ekent. dat als de verbetering afdoen
de zou willen zijn, een grooter gedeelte gedempt zou
moeten worden. Spr. heeft met den Inspecteur den
toestand opgenomen en deze achtte het voorgestelde
voorloopig afdoend.
De heer Van Rijswijk is blij dat B. en W. met dit
voorstel komen.
De heer Overtoom vraagt, of het nu noodzakelijk
was dat de Inspecteur bij deze kwestie betrokken
moest worden voor B. cn \Y. met een dergelijk voor
stel komen, terwijl toch al jaren de tegenwoordige
toestand hekend was. Spr. vindt het geen prettig
iiice, dat het gemeentebestuur zoo laksch is, dat de
Inspecteur er in gemoeid moet worden.
De Voorzitter zegt, dat er geen kwestie is van
laksch zijn. Kr is veel eerder een plan aanhangig
geweest, dat kostte f3600 en omdat een der omwo
nenden r.iet bereid was een bijdrage te verleenen is
de kwestie toen stopgezet.
De heer Overtoom zegt, dat als de Inspecteur geen
genoegen had genomen met een klein gedeelte, dan
B. en W. dus met een voorstel zouden zijn gekomen
de sloot heelemaal te dempen.
De Voorzitter zegt, waar dan de Inspecteurs en de
Gezondheidscommissies voor zijn. Wij kunnen -nu
wel dadelijk ingrijpen en wel erg ijverig zijn, maar
dan zou de heer Overtoom er wel een slokje voor
steken. Op het oogenblik is nog een dergelijke kwestie
aanhangig en toen is er iemand uit zijn slof gescho
len en spr. verweten te ijverig te zijn. De heer Over
toom kan nu wel zeggen, dut we niet. actief zijn ge
weest, maar enfin, dat zal spr. maar voor kennis
geving aannemen.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten.
Benoeming leden stembureaux.
Kik bureau bestaat uit 3 leden, waarvan 1 voor
zitter is.
De Burgemeester is voorzitter in bet eerste stem-
district.
Voor elk bureau worden twee plaatsvervangende
leden benoemd.
Voor stembureau 2 moet een voorzitter worden
aangewezen, terwijl voor stembureaux 1 en 2 de
plaatsvervangende voorzitters moeten worden aange
wezen, dit laatste zooveel mogelijk uit de leden van
den Raad.
De Voorzitter zegt. dat de opmerking is gemaakt
dat geen rekening is gehouden met de politieke
partijen, maar dat de heeren Van Nuland en Look
man niet op de aanbeveling voorkomen, komt door
hunne drukke werkzaamheden, terwijl de heer Van
Iirp geen benoeming accepteert.
Ook de heeren Kooij en Van Rijswijk verzoeken
voor een benoeming niet in aanmerking te komen.
Gekozen worden voor stembureau I, als plaats
vervangend voorzitter de heer Gorter, tot leden de
heeren Bakker en De Vries, tot plaatsvervangende
leden de heeren Lookman en Bregman (de laatste bij
loting met den heer Van Krp).
Tot voorzitter van stembureau II wordt benoemd
de heer D. Leguit, plaatsvervangend voorzitter de
heer J. Schoorl Pz., tot leden de heeren Overtoom
en Schoorl. tot plaatsvervangende leden de heeren
Bolte en Van Rijswijk.
Aan de orde wordt gesteld:
Benoeming Hoofd U.L.O. school.
B. en W. bieden de volgende voordracht aan:
1. E. A. van Trigt te Rijswijk.
2. J. Visser te Rijswijk.
3. R. Dietcrs te Utrecht.
De raad gaat in comité.
Na heropening wordt de heer Visser benoemd met
8 stemmen, 2 stemmen werden uitgebracht op den
heer Van Trigt.
De heer De Vries vraagt, of de benoemde nog voor
1 November bericht van benoeming ontvangt.
De Voorzitter doet daartoe de toezegging.
Opcenten op de hoofdsom der gemeente
fondsbelasting.
Aangezien de Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw er bezwaar tegen maakt om goed te
keuren een besluit, waarbij slechts een maximum voor
de opcenten dezer belasting wordt vastgesteld, stel
len B. en W. den Raad voor, de verordening vastge
steld 4 Juli j.1., in te trekken en bieden zij ter vast
stelling aan een nieuwe verordening op de heffing van
opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting.
Blijkens deze verordening zullen over het belasting
jaar 1 Mei 1931 tot cn met 30 April 1932 40 opcenten
worden geheven.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten.
De begrootingen voor 1931.
De begrotingscommissie rapporteerde:
Jaarwedden van de Wethouders.
De commissie kan zich volkomen vereenigen met
de voorgestelde verhooging der jaarwedden (van f 400
op f500 voor ieder), gelet op de omvangrijke werk
zaamheden aan de betrekking verbonden.
De dlscosslën.
Omtrent de jaarweddeverhooging van de wethou
ders zegt de heer Van Krp dat het hem genoegen doet
dat B. en W. van oordeel zijn dat het ambt van wet
houder behoorlijk moet worden gesalarieerd. Waar
door den Voorzitter meermalen is gezegd met ver
schillende zaken niet op de hoogte te zijn, rust er
een groote verantwoordelijkheid op de schouders der
wethouders. Of het tegenwoordige college aan de te
stellen eischen voldoet, betwijfelt spr.. maar gezien
het feit, dat de beide wethouders wel korten tijd nog
deel van het college zullen uitmaken, zal spr. zijn
stem aan het voorstel geven, temeer omdat anders
wellicht geoordeeld wordt dat spr. uit persoonlijke
overweging tegen zou stemmen.
De post wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Verlichting en verwarming.
De commissie is van oordeel dat niet langer mag
worden gewacht met het aanbrengen van electrische
geleidingen in het Raadhuis en stelt mitsdien voor
hiervoor een bedrag op de begrooting te brengen.
Het antwoord van B. en W.
B. en W. brengen de commissie dank voor het ge
houden onderzoek en deelen naar aanleiding van
de gemaakte opmerkingen het volgende mede:
Verlichting en verwarming.
Ook B. cn W. zou het aangenaam zijn. als het raad
huis werd voorzien van electrische verlichting, doch
het college schrikt terug voor de hooge kosten. Vol
gens een eenige jaren geleden opgemaa-kte begroo
ting zouden de kosten bedragen f600. Mitsdien ge
ven zij den Raad in overweging, daartoe vooralsnog
niet over te gaan.
De heer De Vries deelt mede, dat de commissie
tot het voorstel is gekomen doordat zij het onder
zoek der begrooting bij een dievënlichtje, in 't sche
merdonker hebben moeten verrichten. Het bedrag is
niet onbeduidend, maar een goede verlichting van
het huis der gemeente is toch gewenscht. En wel
licht is dit de laatste begrooting waarop geen groote
tekorten zullen staan. Spr. noemt in dit verband
de kanalisatie en den schoolbouw.
De Voorzitter zegt dat die slechte verlichting een
toevaligheid was. De verlichting is altijd goed.