SchagerCourant LIEFDE LAAT ZICH NIET D00DEN! Radioprogramma Derde Blad. Uit onze Omgeving. WARMENHIHZEN BARSINGERHORN HARENKARSPEL Woensdag 26 November 1930 73ste Jaargang. No. 8772 Zaterdagavond hield de vereeniging tot Nut van Algemeen hare eerste Nutsavond in het lokaal van den heer Slikker. Als spreker voor dezen avond was uitgenoodigd Dr. H. G. N. van der Steen uit Haarlem, met als onderwerp: „Een bezoek aan Papoa's en aan het concentratiekamp aan den Boven-Digoel." De voorzitter Ds. Molenaar opende deze bijeen komst, heette de bezoekers hartelijk welkom en in het bijzonder den geachten spreker voor dezen avond, Dr. van der Steen, die voor ons allen geen on bekende is en hopende dat het voor allen tot een leerzamen avond moge strekken. Voorzitter betreurde de geringe opkomst en vermoedde dat het slechte weer en de Zaterdagavond hiervan oorzaak zal we zen Hierna werd het woord verleend aan Dr. van der Steen. Spreker gaf eerat op het doek te zien de landkaart van Nieuw Guinea met het stukje grondbezit dat Nederland hier heeft (eerst onbekend, doch in 1824 is uitgekomen door den Sultan van Ternate.) Deze streek, voorheen bijna onbekend, heeft in 1909 door de mode eigenlijk naam gekregen. Veel jacht werd er gemaakt op Paradijsvogels, waaraan deze streek zeer rijk is en waarvoor soms 50 60 gulden per stuk werd betaald. Ze werden vooral in Enge land veel verkocht voor het sieren der dameshoeden. Gelukkig is spoedig hieraan een einde gekomen door ingrijpen van de vereeniging voor vogelbescherming. Vervolgens de uitlegging over het concentratie kamp. Zooals wij ons nog wel zullen herinneren had den in 1926 op Java ernstige onlusten plaats, met het doel de Nederlandsche regeering te verdringen. Die oproerige elementen stonden onder communistische leiding. We weten dat 'n Javaan nog te veel gewend is zijn eigen rechter te wezen en is deze communis tische agitatie veel gevaarlijker dan in Nederland b.v. Wanneer in Nederland gezegd wordt, als dit of dat niet spoedig veranderd, zullen wij het met geweld probeeren, hier nog langen tijd overheen gaat voor dat geweld wordt toegepast. Met een Javaan is dat heel anders, krijgt die niet dadelijk zijn zin, trekt hij zijn kris en is gereed om te vechten. De regeering heeft gelukkig spoedig die onlusten weten te onderdrukken en die oproerige elementen gevangen genomen. Ze werden met hun gezinnen ge transporteerd en verbannen naar Nieuw-Guinea, waar hen de gelegenheid werd geboden een kolonie te stichten naar den zin van hun communistische ideeën. Barakken werden hier gesticht en al het ma teriaal hiervoor benoodigd werd door de regeering verstrekt. Door de lichtbeelden werd een en ander prachtig verduidelijkt en toegelicht. Prachtig waren de foto's van de rivier de Digoel, een rivier van zulke breede afmetingen en waarvan de mond 12 K.M. breed is. Zoo werd eenige dagen de rivier opgestoomd en kwam men tenslotte aan de nieuwe nederzetting. De foto's wezen uit dat door de geïnterneerden met hun gezinnen hier aardige huisjes waren gesticht en zoo langzamerhand een kolonie ontstaat. Door den zeer vruchtbaren bodem wordt er op toegelegd en hebben zij de gelegenheid groenten enz. te verbouwen om in hun onderhoud te voorzien. Langzamerhand is hen echter gebleken, dat het zonder leiding niet ging, want een Javaan is hiervoor niet geschikt. Zij ver zochten de regeering een Kampong-Hoofd aan te stel len, welk verzoek direct werd ingewilligd en aan wien zij zich zouden onderwerpen. Die enkele ele menten waarmede niets was te beginnen en den ar beid beletten of het vee van de werkwilligen dood den of de kinderen van hen spiernaakt uitkleedden wanneer zij uit de school kwamen en zoo naar huis stuurden. Die verkeerde elementen werden door de regeeririg gevangen genomen en een kamp aangewe zen 30 K.M. verder de rivier op. De werkwilligen vroegen om vergunning een eigen vrijwillig politie corps te stichten, wat natuurlijk werd toegestaan. Zooals de foto's ons lieten zien, worden door de tweede groep nog grootendeels de regeeringsbarakken gebruikt, ja eigenlijk genoodzaakt, want die enkelin gen die een huisje hebben gesticht, hebben het mate riaal (platijzer), door de regeering verstrekt, niet al leen voor dakbedekking gebruikt, maar heelemaal van plaatijzer opgetrokken, dat ging wat vlugger. Zoodoende zijn er dus die genoodzaakt zijn bij gebrek aan materiaal in de regeeringsbarakken te blijven FEUILLETON Uit hel Engelsch van L. O. MOBERLY. 13. Mevrouw Hewetson bleef langen tijd zwijgen toen zij 't huisje van jufrouw Langley verlaten had en naast haar broer voortliep. „Het Is een buitengewoon mooi meisje," zei zij plot seling. „Heb je al eens kennis met haar familie ge maakt?" „Neen," antwoordde hij kort. „Ik zou wel eens willen weten of zij familie is van de Campbell's die Martin zoo goed kent," vervolgde zij. „Bij hem thuis waren zij vroeger heel intiem met die familie maar sedert hij in Cornwall woont, heeft hij nooit meer Iets van hen gehoord. Ik denk, dat ze nog wel in Hamps- hlre zullen wonen. Heeft juffrouw Campbell het niet over ze gehad?" „Ik heb haar nooit over familie in Hampshire hooren spreken." t,Maar zij moet toch ergens familie hebben", hernam Mevrouw Hewetson verontwaardigd," zeg nu eens eer lijk, Rupert, vindt je het niet heel vreemd, dat nog nie mand van haar familie haar een bezoek heeft gebracht? En dat terwijl ze bij dat spoorwegongeluk op het kantje af aan den dood ontkomen is!" „Wat heb ik er mee te maken, of Juffrouw Campbell bezoek krijgt van haar familie, of niet," antwoordde hij geprikkeld. Hij voelde grooten lust om zijn zuster eens flink door elkaar te schudden, ofschoon het hem moei lijk gevallen zou zijn een verklaring te geven van deze onbroederlijke begeerte." „Zij is in alle opzichten een uitnemend model", ging hij voort met een uiterlijk onverschilligheid, die een scherpe tegenstelling vormde met zijn innerlijke gevoe lens. „En een van de geduldigste, die ik ooit gehad heb. Voor het overige..." Hij haalde zijn schouders op en maakte een gebaar wonen. Deze groep heeft met geweld een kampong overmeesterd bewoond door Papoa's en bezit geno men van hunne huizen en land. Dit is dus wel een onzuiver inzicht op hunne communistische ideeën. Verder werd nog met moeilijkheden de rivier opge stoomd, met ondiepe plaatsen en stroomversnellin gen had men te kampen. Het doel van Dr. Yan der Steen was echter dieper door te dringen in de oer wouden en wel zoover door te dringen tot het ge bergte, dat het geheele jaar met sneeuw bedekt is. Om dit doel te bereiken werd deze onderzoeker ge steund door de regeering en op zijn tocht vergezeld door een luitenant, soldaten en dwangarbeiders. Met lichtbeelden heeft hij ons overtuigd wat zulk een reis door het oerwoud beteekent. Eén woud zoo dicht dat men niet kan onderscheiden of de zon schijnt, de bodem slap en vochtig, zoo, dat elke stap veel moeite kost. Gewapend met kapmes een weg banend, geen droge draad aan het lichaam en soms in 10 uur ar beid waarin een afstand van 5 K.M. wordt bereikt. Hun voedsel bestond uit rijst, zoute visch en 'thee. soms 3 weken lang. In deze oerwouden treft men de Papoa's aan, zij wonen in groepjes van 20 25 in ge tal op een opengehakte plaats. Hun woningen staan op palen 8 10 meter boven den grond, metalen zijn bij hen niet bekfcnd, evenmin porcelein en aardewerk. Hun eenigste wapen wat zij bezitten is pijl en boog en het eenigste gereedschap wat zij hebben is een steenen bijl. Men kan nagaan welk een geweldigen arbeid wordt vereischt, om met zoo n stuk gereed schap woudreuzen te vellen van 2 2Yj M. dik, om deze te gebruiken om er woningen op te bouwen of kano's van te maken, waar 10 a 12 menschen soms in kunnen. Hoofdzakelijk wordt door hen plantaardig voedsel gebruikt (rauw) en het vleesch van wilde dieren, kro kodillen, zwijnen enz. wordt tusschen een paar stée- nen geroosterd en zoo genuttigd. Een Papoa is over het geheel genomen klein van postuur, ongeveer 1.50 M., doch flink gespierde kerels. Hun huid smeren ze in met varkensvet en roet, wat voor hen een be houd is vanwege het vochtige klimaat. Als schama- tebedekking wordt gebruikt een notedop die bij geen enkele ontbreekt, buitengewoon gevoelig zijn ze hier voor. De haardos is meestal versierd met papegaaien- veeren, het haar gestrengeld om tal van rottanriet- jes, breede band om het voorhoofd en over de borst een band met varkenstanden en afgezet met schel pen. Ook de neus is veelal doorboord met een groote varkenstand en dan om den arm nog een reserve pees voor de boog. Met deze bogen kunnen zij buiten gewoon goed richten, de pijlen zijn zeer scherp en van insnijdingen voorzien, veroorzaken 'n breed en diepe wonde. Volgens spreker schieten ze door een plank heen. Zeer moeilijk is het met deze men schen in aanraking te komen, daar zij nog nimmer een blanke hebben aanschouwd. De vrouwen der Pa poa's waren bijna heelemaal niet te bereiken, hier voor zijn -ze zeer bezorgd en voor dat men toegang tot den kampong kreeg werden de vrouwen door hen het oerwoud ingejaagd. Spreken kan men met deze menschen niet, door ge baren en handbeweging weet men ze iets duidelijk te maken en vooral met den ruilhandel bereikt men daar iets; sigaretten, tabak, messen vooral is daar 'n gewild artikel en ook koralen vinden ze buitenge woon mooi. Met dit laatstgenoemde artikel is Dr. van der Steen in de gelegenheid geweest een paar Papoa-vrouwen van nabij te bezien, wat wel een uit zondering genoemd mag worden. Al spoedig leefde spreker met deze vrouwen op vriendschappelijken voet en met een hartelijk vaarwel hiervan vertrok ken. Het plan van v. d. Steen is volgend jaar nog maals naar deze streek té trekken en het gebergte op ta zoeken, wat hem tot nu toe nog niet is gelukt. Ap plaus. Voorzitter dankte met een warm woord den ge- achten spreker en diens echtgenoote, die zoo welwil lend was geweest behulpzaam te zijn bij de lantaarn, voor de buitengewoon interessante en leerzame le zing. Wenschte spreker een goede reis toe voor de plannen van volgend jaar en hoopte hem gaarne nog eens in ons midden te zien. SCHOORLDAM. De dilettantenclub „Ons Genoegen" alhier heeft Zondagavond de eerste uitvoering gegeven in dit win terseizoen. De nieuwe tooneelzaal van den heer J. H. ter Burg welke, in tegenstelling met het oude gebouw, een goede accomodatie biedt, was wel niet geheel bezet, doch het was toch een flinkaantal belangstellen den, welke waren opgekomen om het drie-bedrijvig tooneelstuk „Hallo Bandoeng" te komen hooren. Een aardig tooneelwerk, nog van betrekkelijk jon gen datum, met diverse mooi beschreven momenten. Er komen van die oogenblikken, waarin van spelers en speelsters nog al eens aardig wat wordt gevergd; we denken zoo nog eens terug aan het einde van het tweede bedrijf, en ook aan enkele episodes uit het derde bedrijf. Niet gemakkelijk hoor! En nu moet gezegd worden dat de leden van de club hunne gevestigde reputatie ook nu weer heel goed hebben kunnen handhaven. We zullen geen afzonderlijke persoonlijkheden gaan noemen, we volstaan met het zeggen dat ieder naar volle kracht heeft medegewerkt om het geheel naar behooren te doen slagen. Doch het gezelschap als ge heel genomen, kan er zijn en is in staat om nog veel en schiterend werk te verrichten. Ook regie en grime waren in orde, terwijl de tooneelruimte. we zeiden alsof hij een einde wilde maken aan het gesprek over dit onderwerp. Nelly begreep den wenk en zweeg, of schoon haar ongerustheid allerminst was weggenomen. „Ik begrijp er niets van," zei zij tot haar man, den avondavond van haar thuiskomst. „Dat meisje, die juffrouw Campbell is een echte dame. Je kunt merken, dat zij een goede opvoeding heeft gehad en daarom be grijp ik heelmaal niet, waarom zij daar in een gat als Marchmere blijft hangen. Zij schijnt lessen te geven, maar dat zou ze toch met veel meer succes in 'n groote plaats kunnen doen!" „Maar wat kan het jou toch schelen?" vroeg Martin luchtig. „Eerlijk gezegd, maak ik me ongerust dat Rupert wel eens het slachtoffer zou kunnen worden van een avon turierster." „Een avonturierster? En je zegt zóo juist zelf, dat die juffrouw Campbell een echte dame Is." „Ja, zeker. Maar daarom kan zij toch wel een avon turierster zijn? En Rupert is zoo goed van vertrouwen, dat het voor een handige bedriegster een klein kunstje is hem in te palmen." „Maar Nelly, Rupert weet heel goed wat hij wil, en ook wat er in do wereld te koop is." „Alles goed en wel maar hij is eén man en dat meisje is knap genoeg om den slimsten man er in te laten loopen. Jij kunt zeggen wat je wilt, maar ik vind het een vreemde geschiedenis." Haar man keek haar vragend aan en ze vervolgde: „Ik heb goede redenen voor wat ik zeg het is geen kwestie van onberedeneerde antipathie. Ik heb opge merkt dat zij zenuwachtig en gejaagd was en zich niet op haar gemak voelde toen ik kwam. Neen, niet gewoon verlegen, écht zenuwachtig. Je kon duidelijk merken, dat zij het heel wat prettiger gevonden had wanneer Rupert mij maar niet meegenomen had. En mijn vra gen naar haar familie en levensomstandigheden, ont week ze zooveel mogelijk. Uit al die verschijnselen maak ik op, dat er iets niet in den haak is." JUaar Nelly, gesteld dat je gelijk hebt, Rupert is toch geen kind meer," wierp Martin tegen, „wij hebben niet het minste recht om ons met zijn zaken te bemoeien en het is onzin om je overstuur te maken over Iets, waar je toch niets aan doen kunt" „Natuurlijk, maar Rupert is mijn broer, en hij is al eenmaal door een vrouw slecht behandeld. Het zou mij aan 't hart gaan om zooiets nog eens te zien gebeuren. En je kunt mij niet uit het hoofd praten dat dat met dit reeds, buitengewoon veel heeft gewonnen bij vroe ger. We gelooven dat het een echte verademing zal zijn, dat de vaste gezelschappen, welke in den winter gewoon zijn om in Schooridam op te treden, thans kunnen beschikken over eene gelegenheid als de fa milie Ter Burg heeft geschapen. Het was er gezellig en „Ons Genoegen'' kan terugzien op een mooien avond. Natuurlijk een gezellig bal tot slot. De dienstplichtige A. Hertong der lichting 1927 uit deze gemeente, behoorende tot het 19e Regiment In fanterie, is opgeroepen om op 12 Februari 1931 te Arnhem voor den tijd van 17 dagen voor herhalings oefeningen onder de wapenen te komen. Ter secretarie werd sinds de laatste opnage weder om een geval van mond- en klauwzeer aangegeven, terwijl door 10 veehouders aangifte werd gedaan, dat het mond- en klauwzeer onder hun vee is geweken. Zondagmiddag speelde de bekende biljart prof. de iieer Van der Laan, een partij biljart in het café van den heer A. de Graaf alhier. Alhoewel de heer v. d. L. ons zoo nu en dan aardige staaltjes van zijn kun nen ten beste gaf, bleef zijn spel dezen middag toch beneden zijn vorm. Wij hebben het beter van hem gezien. Het was evenwel toch een aardige partij en het was een lust te zien op hoe gemakkelijke wijze de heer L. zijn series opbouwde. Hij beëindigde de partij (600 car.) in 30 beurten, hoogste serie 75, gem. 20. De tegenpartij zette daar 210 car tegenover, even eens in 30 beurten met een hoogste serie van 29 en een gem. van 7. Hierna werden eenige kunststooten gedemonstreerd, welke de bewondering der aanwezi gen afdwong en tot slot een tweetal partijen over drie banden. De heer Van der Laan bleek ook hierin geen vreemde. Hij beëindigde beide partijen ^20 car.) en liet zijn partner beide malen op 8 staan. Het was voor biljartliefhebbers een genotvollen middag. Zondagavond vond de uitvoering plaats van de Gem. Zangvereniging „Caecilia" alhier in de zaal van den heer A. de Graaf en laten wij er direct aan toevoegen, „Caecilia" en directeur gij kunt over uw uitvoering tevreden zijn. Alle nummers werden be schaafd en zuiver gezongen en vooral de uitspraak viel te roemen. Zulk een directeur daar kunnen jul lie trotsch op zijn, dames en heeren! Aanvulling met een paar hooge sopranen en enkele tenoren zou het koor nog wel ten goede komen. Wanneer wij de mooi ste nummers zouden noemen, dan viel ons het meest op „den Uil" van Diepenbrouck, „Aan den schoonen blauwen Donau" van Johann Strauss en het „Spreek woord-Quodlibet". De heer Zaal heeft ongetwij feld naast zijn capaciteiten als leider, ook een goede smaak, wat betreft de keuze der nummers en de durf om eens een minder gemakkelijk koor te zingen. Ook de dameskoren werden goed uitgevoerd, vooral „Biondelok" en „Mondjerood" van IÏ. T. den Hertog.' Na de pauze de operette in één acte „De Zuster van Jocrisse", welke goed werd vertolkt met een mooie aankleeding. De partijen voor de solisten lagen wel wat hoog, doch het bleef beschaafd. Op verzoek werd hierna nogmaals „Aan den schoonen blauwen Donau" gezongen, wel een bewijs, dat de aanwezigen genoten en het werk der vereeniging waardeerden. Jammer daarom, dat er zoo betrekkelijk weinig pu bliek was. „Caecilia" is een vereeniging, welke altijd klaar staat om te helpen, wanneer dit gevraagd wordt en bovendien heeft zij toch wel eenig recht van be staan, zoodat belangstelling van de zijde der burgerij uit Barsingerhorn wel verdiend wordt. Want, „ra dio" zegt men, maar het origineele blijft toch maar het mooiste. Een volgende maal dus de zaal vol. Leeft mee met uw plaatselijke vereeniging, dat ver dient „Caecilia" en haar Directeur. DIRKSHORN. Zondagavond trad in de zaal van den heer D. Bruin alhier op de heer Daan Pool van Oudesluis. Toen het scherm opging, stond daar de heer Pool in een zoo keurig, door hem zelf geschapen interieur, dat spontaan werd geapplaudiseerd. Bij de opening van den avond zei de declamator dat het hem veel genoegen deed, weder eens te Dirkshorn te kunnen optreden, aangezien men hier het goede weet te waardeeren. Dat de burgerij alhier zelve iets goeds vermag voort te brengen, was de vo rige week gebleken te Oudesluis, toen de Tooneelver- eeniging „Nieuw Leven" aldaar een uitstekend ge slaagde voorstelling gaf. Door verkeerd geplaatste zuinigheid wat betreft perskaarten, was van die voor stelling geen verslag in de courant verschenen, tot groote teleurstelling van de Oudesluizers. De heer Pool vond zulks ook niet taktisch. Vereenigingen kunnen den steun van de pers niet ontberen. Hierna ving „Daan" aan met de eerste nummers van zijn programma, voor het publiek niet in druk verkrijgbaar (eigenlijk ook niet geschikt Corr.) nl. „Zeg het mij straks, als wij dansen", een comische en „Moeders brief", een gevoelvolle voordracht, daar bij op uitstekende wijze geaccompagneerd door den heer Kos, pianist. Ook de „Potpourri 1920, liedjes van den laatsten tijd, viel zeer in den smaak. Hierin trad naar voren die juffrouw Campbell heelemaal in den haak is! Maar ik merk wel dat ik jou toch niet overtuigen kan... dus laten we er het beste van hopen... en over wat anders praten. Zou je het vervelend vinden als die Australiër die meneer, waarvan ik je vertelde, een paar dagen kwam logeeren?" „En of Ik het vervelend zou vinden. Weineen, Nelley! Naar je beschrijving te oordeelen, moet hij een aardige interessante kerel zijn. Het Is nog eens een afwisseling in ons stille leventje hier!" Nelly Hewetson was niet gewoon gras te laten groeien over haar voornemen. Dienzelfden avond nog sohreef zij een invltatlebrief aan Henry Drake en den volgenden middag kwam er al een telegram van hem, dat hij de herhaalde ultnoodiging gaarne aanvaardde. Twee dagen later reed hij met Martin Hewetson in het vervoermid del dat de predikant zijn eigendom mocht noemen: een wankel rijtuigje van de spoorweghalte naar de pastorie De grijze Australiër en de vriendelijke dominee van Pethethley voelde zich onmiddellijk tot elkaar aange trokken en lang voordat ze in het dorp waren, hadden zij al tal van onderwerpen ontdekt, waarin zij beiden belangstelden. '„Prachtig is het hier", verklaarde de gast verrukt, toen hij na den maaltijd met zijn gastheer en gastvrouw voor het raam zat en met welbehagen den geur van se ringen en hagedoorn opsnoof. Die aardige tuin vol bloe men en vooral die kleine vallei, die zoo vriendelijk tus schen de sombere heuvels verscholen ligt... Je voelt je direct thuis in zoo'n omgeving. Niet dat ik graag voor goed uit Australië zou wegwillen, voor geen geld. Ik zou die eindelooze vlakten al heel gauw missen!" In den loop van het verdere gesprek vertelde Drake van de zaken, die hij in Engeland had af te wikkelen en kwam ook op het voorgenomen bezoek aan zijn zuster, waarover hij mevrouw Hewetson in het Londensche Ho tel gesproken had. „En hebt u haar gevonden?" vroeg Nelly vol belang stelling." „Neen, helaas niet. Ik heb eenige malen haar spoor ontdekt het blijkt tusschen twee haakjes dat ze ook een dochter heeft maar telkens ben ik dat spoor weer bijster geraakt. Het schijnt dat ze een paar maal verhuisd is, die arme meid. Ik vrees, dat ze het financieel niet heel schitterend heeft gehad en dat is het juist, wat mij zoo hindert, dat ik daar niets van wist en haar dus ook niet heb kunnen helpen. In den loop der jaren hebben wij elkander vrijwel geheel uit het oog verloren, zooals ik u verteld heb, gedeeltelijk door mijn eigen zachtaardige satire. Volgde: „De Maan", een tentoon spreiding van groote pracht in décors, waarvan het aspect nog werd verhoogd door kunstig aangebrachte verlichting. Verder troffen ons zeer een tweetal ernstige voor drachten: „De Muur" en „Verhoogd". De eerste is een krachtig pleidooi voor den vrede, de tweede ontroert door haar eenvoudige tragiek. Uitnemend als ze wer den gegeven, was het applaus zeer hartelijk. Aan het slot van den avond dankte de heer Pool het publiek voor de aandacht en de stilte, welke hem het werken gemakkelijk en aangenaam hadden ge maakt. Tevens ontving de pianist een welverdiend compliment voor zijn begeleiding, benevens de elec- tricien voor zijn hulp. De zaal was goed bezet. Bal na. Donderdag 27 November. Hilversum (298 M.) A.V.R.O. 8.00 Tijdsein; 8.019.45 Gramofoonmuziek; 10.00 Tijd sein; 10.0110.15 Morgenwijding; 10.3012.00 Ochtend- Concert door het AVRO-Kwintet; 12.00 Tijdsein; 12.01 2.00 Concert door het Orkest van het Theater Tuschinski te Amsterdam, o.l.v. Max Tak. Zangvoor dracht door Augusta Reclaire; 2.002.30 Halfuurtje voor de Vrouw; 2.303.00 Rustpoos voor het verzorgen van den zender; 3.004.30 Naaicursus door Mevr. Ida de Leeuwvan Rees; 4.004.30 Gramofoonmuziek; 4.30 5.30 Ziekenuurtje door Mevr. Ant. van Dijk; 5.307.00 Concert door het Orkest van het Asta-Theater te Gravenhage. In de rustpoos: Sportpraatje door H. Hol lander; 7.308.00 Radio-Volks-Universiteit. Spreker: Mr. A. C. Josephus Jitta. Onderwerp: Malaise en internatio nale Handel; 8.00 Tijdsein; 8.018.15 Uitzending van het Abonnements-Concert door het Concertgebouw- Orkest o.l.v. Pierre Monteux. Solist: Louis Zimmermann (viool); 9.0010.00 Concert door het Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep, met medewerking van Willy Derby (humorist); 10.00 Nieuwsberichten van Vaz Dias; 10.10 11.00 Omroep-Orkest. Willy Derby; 11.00 Studio-uit zending van de zingende en musiceerende Film: „Hon- lcey Tonk"; 12.00 Sluiting. Huizen (1875 M.) K.R.O. 8.0Q—9.15 Gramofoonmuziek. N.C.R.V. 10.0010.30 Zang door het N.C.R.V.-Dameskoor; 10.30— 11.00 Korte Ziekendienst door Ds. P. van Vliet. K.R.O. 113012.00 Godsdienstig Halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.01 12.15 Politieberichten; 12.151.45 Lunchmuziek door het K.R.O.-Trio. N.C.R.V. 2,002.45 Gramofoonmuziek; 2.453.45 Cursus Fraaie Handwerken; 3.454.00 Gramofoonmuziek 4.005.00 Ziekenuurtje; 5.006.30 Concert: Harry v. d. Lijn (viool), Joh. de Nobel (cello), Jac. Prins .(piano); 6.30 6.45 Cursus Knippen en Stofversieren; 6.457.15 Cau serie over „Eiwitachtige stoffen- in Pluimveevoeders", door Ir. B. H. Blankenberg; 7.157.45 Cursus Maleisoh; 7.458.00 Politieberichten. K.R.O. 8.00-10.00 Concert ter gelegenheid van het 10-jarig be staan van het R.K Mannenkoor „Concordia" te Roo sendaal met medewerking der Nieuwe Koninklijke Har monie „Vlijt en Volharding" en de Patronaats-Fanfare „Sint Antonius". N.C.R.V. 10.0011.30 Concert door het Draper-Kwartet; plm. 10.30 Persberichten Vaz Dias. Waartoe dient de katoen? Denk eens na. Waar is je broek van ge maakt? e Van 'n ouwe van papa. (Excelsior). schuld, gedeeltelijk door de hare. Maar och, hoe gaat dat, als je zoover van elkaar woont en een druk leven hebt en nooit gelegenheid om elkaar te bezoeken, al is het maar om de vijf of tien jaar. In het begin schreven we elkaar nog wel, maar dat hield ook na een paar jaar op. Arme Esther, het spijt mij zoo, dat ik haar niet te ruggevonden heb. Ik had zoo graag gaweten, hoe het haar gegaan is in den loop der jaren en ik kan mis schien een kleinigheid voor haar en haar kind doen," voegde hij er bescheiden aan toe. „Maar kunt u er dan niet achter komen, waar ze het laatst gewoond heeft?" vroeg Nelly. „Ik heb kunnen ontdekken dat zij in Dransdale heeft gewoond. Daar woonde ook een zekere mevrouw Fox en het schijnt, dat die heel wat voor haar gedaan heeft Mijn zuster had daar een kleine particuliere school. Maar door een of andere oorzaak, die me niet duidelijk is ge worden, schijnt zij haar leerlingen kwijtgeraakt te zijn en toen is zij naar Graceborough verhuisd. Ik heb daar naar haar geïnformeerd, maar daar liep het spoor dood en tot dusver heb ik het niet kunnen terugvinden. Maar ik geef het niet op!" „Is het... is het mogelijk dat uw zuster overleden is?" vroeg Nelly aarzelend, „Ja, ze is overleden, dat weet ik zeker. Die mevrouw Fox vertelde mij, dat zij in een courant haar doodsbe richt gelezen had. Ze was in Londen gestorven, maar er had geen adres bijgestaan. Mijn zuster schijnt alle contact met haar oude kennissen verloren te hebben. En ik vind het een vreeseljjke gedachte, dat haar kind mis schien in moeilijkheden verkeert of zelfs gebrek lijdt." „Hm, mij dunkt dat u net zoo goed een speld in een hooiberg kunt zoeken, als nasporingen naar dat meisje te doen", merkte de predikant op, ongewoon pessimistisch om zijn doen. „Zeker, maar tegen een beetje moeite zie ik in den regel niet op," antwoordde Henry Drake rustig. „Ik wil en zal dat kind er vinden. We zijn bij ons aan moeilijke karweitjes gewend!" „Weet u hoe ze heet," vroeg Nelly. „Ja. Mijn zuster was met een zekere Campbell ge trouwd. En mevrouw Fox wist mij te vertellen hoe de voornaam van het meisje is ze heet Prudence Pru- dence Campbell en ik zeg u nogmaals: ik moet en ik zal haar vinden!" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 10