RECEPTEN.
WANDELCOSTUfVEES.
HOE KAN MEN EEN PATROON ZELF KNIPPEN?
„ROUGE ET NOiR".
Een Parijsch modebeeld.
De tijden zijn nog niet zoo ver achter
ons dat een jong meisje zich slechts een
heel klein beetje poederen mocht op het
oogenblik dat zij haar bruidstoilet aantrok.
Wat betreft de s-.hmink, zelfs getrouwde
yrouwen mochten daaraan niet denken,
dat was niets voor een vrouw die zich res
pecteerde. De vrouwelijke coquetterie ge
bruikte toen andere kunstgrepenom
yoor een uur cf twee een bleek gelaat te
animeeren kneep men zich in de wangen
en beet men op de lippen. Enkele stout-
moedigen waagden zich aan een rose huid
crème, sommigen tekenden da.t zij zich
de wangen inwreven met roode geranium-
blaadjes, de oogleden met kina, terwijl
een kruidnagel waarvan men de punt
brandde dienen moest om de wenkbrau
wen bij te werken. Dit was het begin.
Ondanks deze kunstmiddeltjes zouden
de vreesachtige vrouwen van dit tijdperk
er in 1930 mat i»n bleek uitzien. Het is
tegenwoordig bijna onmogelijk om het
zonder schmink te stellen. De mode der
zwarte hoeden en japonnen en de schelle
avcndbelichting dwingen ons een levendige
teint en lippen te hebben. Vroeger legde
de vermoeide vrouw zich op een divan
neer, en hoe bl°ekcr het gelaat hoe meer
haar vrienden en vrendinnen met haar
lot begaan waren en haar met zorgen om
ringden. Tegenwoordig zou zulks verloren
tijd zijn de mondaine vrouw die over
vermoeid is ,de zakenvrouw die overwerkt
ls, zij allen doeken l. toevlucht bij de
stift met rouge tn Quan in de stad
theedrinken en dineeren.
Geen enkele vrouw denkt er aan om
Illusies op te wekken door zich te
schminken. Men heeft de ongegeneerdheid
waarmee de vrouwen zich aan tafel, in
café's, In trams of bussen schminken zeer
afgekeurd. Maar van den anderen kant
bezien doet de openhartigheid waarmee zij
dit doen deze ongeneerdheid weer ver
geten.
Tegenwoordig 's het schminken geen
leugen meer, het onderstreept veeleer de
waarheid. Met ren mauverose poeder den
nadruk leggen op den teint van een blon
dine ,een matte huid met okerkleurig
poeder bedekken, met een zwarte stift een
t&che de beauté verduidelijken die niet
genoeg tot zijn recht kwam, een mond vol
uitdrukking tot aan de hoeken rood te
durven verven. Zietdaar waaraan de hui
dige vrouwen denkon, zij die bezorgd zijn
om aan haar gelaat een bepaald karakter
te geven.
Het modernr schminkert tracht nooit
het type eener vrouw te veranderen
zich ervan te bedienen als van een ver
momming is een onhandigheid en een ver
legenheid. Spreekt ons niet van haarver
ven, van valsche haren, van de manie die
sommige vrouwen hebben om een kers of
een hart mot drie roode punt op 'n groote
kleurlooze mond te verven. Dit vergrijp
tegen de natuur is leelijk. Een schmink
moet vóór alles iets vroolijks geven. Daar
om past het eigenlijk alleen ma&r voor
jonge vrouwen, men zou den ouderen niet
genoeg kunnen vrager» het na te laten.
Wanneer zij jong willen blijven, laten zij
dan haar toevlucht nemen tot de hydrc-
therapie of physisc' e cultuur, maar zij
moeten weten dat bij grijze haren geen
rouge meer past.
Maar men "kan ook te vroeg er mee be
ginnen en in Parijs kan men geen onge
schminkt jong meisje van achttien Jaren
meer vinden. En men vergeet dermate de
gratie van een ongeschminkt gezicht dat
een Jonge vrouw aan wie men zeggen zou,
dat zfj er frisch uitziet, dat als eene onbe-
schaamdheid zou opnemen.
NUTTIGE WENKEN
STOFFIG FLUWEEL
Fluweelen kleeren, zoowel zwarte als ge
kleurde, moesten eigenlijk nooit met gewo
ne kleerborstels worden afgeschuierd. De
haren van den borstel drukken het stof en
de pluisjes in h«,t fluweel en maken, als
men te sterk schuiert, het fluweel vaal. Heel
gemakkelijk en zonder het weefsel te be
schadigen kan men fluweel reinigen als
men een stuk van het slappe gaas, dat als
voering wordt gebruikt, tot een bal rolt en
daarmee, steeds heen en weer strijkend,
het fluweel schoon maakt. Stof en pluisjes
hechten zich vast aan het poreuse gaas en
kunnen daaruit gemakkelijk weer verwij-
detd worden Fluweel of pluche, op die ma
nier behandeld, wordt onberispelijk schoon
en lijdt minder dan wanneer het geschuierd
wordt.
TAFEL- OF DIVANKLEEDEN.
Thans een woordje over het reinigen
van velvet tafel- of divankleeden, kussen
overtrekken en gordijnen. Gij kunt ze was-
schen in een lauw sop van galzeep en een
weinig ammonia. In het sop wrijft men met
een zachten borstel over de vlekken; ais
deze verdwenen zyn, naspoelen in lauw
water en het kleed of gordijn ophangen
om uit te lekken. Vooral niet wringen! Als
het bijna droog is, het velvet op tafel leg
gen en nawrljven met schoone doeken.
Vóór het gebruik kloppen en borstelen en.
zoonoodig, strijken (zie boven).
Wandelcostuum van bruin fluweel. De
gekruiste rok is in vorm gesneden. Het
manteltje, gezoomd met een breede platte
volant, heeft een ceintuur met vergulde
gesp en een kraag, tevens das, van geiten
bont.
Benoodigd 5 M. 25 in 1 M. breedte
Mantel van geelbruin cheviot, zeer ge
kruist; De kraag is van castorbont, gesloten
met een gestrikte das van den stof. Aan de
polsen eenzelfde bontgarneering, de ceintuur
is van peau de suède.
Benoodigd 3 M 25 in 1 M. 40 breedte
Mantel van beige drapella. Het middel
is duidelijk gemarkeerd door een ceintuur.
De mantel is van onderen verwijd door een
groote in vorm gesneden volant, welke van
voren tot aan de ceintuur reikt. De kraag
en de volants van de mouwen zijn gezoomd
met bruin astrakan.
Benoodigd 3 M. 20 in 1 M. 40 breedte.
Mantel van mosgroen lakensche stof,
met een in vorm beweging aan de voorzijde.
De mouwen zijn in raglan vorm gesneden.
De mantel is gezoomd met een band
petit gris, welke door een rij van nen
als het ware onderstreept wordt. De ki
zet zich voort als een shawl.
Benoodigd 3 M. 50 in 1 M. 40 breedte
HAZENPEPER.
Benoodigd: 1 haas, 500 gr. mager kalfsvleesct
200 gr. varkensvleesch, 200 gr. spek, zout.
peper, ui, i/2 fl. truffels, hazenbloed,
i/2dX. madeira.
Bereiding: Het vleesch van den haas in
nette stukjes snijden, de rest van het vleesch
zorgvuldig van het been nemen. De stukken
worden, nadat ze gewasschen zijn, ingewre
ven met zout, peper en noot, de rest fijn
malen met het overige vleesch, spek en de
uitjes. De farce vermengen met peper, zout.
de in stukken gesneden truffels, het hazen-
bloed, de eieren en de madeira en plaats ze
laag om laag met de stukjes haas in 'n goed
met boter ingewreven pasteipot. De bovenste
laag moet uit farce bestaan. Men bedekt de
pastei met een met boter ingewreven papier
en bakt ze 2 a 3 uur 'in een matig warmen
oven.
ZUURKOOL.
Benoodigd: 1 K.G. zuurkool, 1 K.G.
aardappelen, 400 gr. spek.
Bereiding: Het spek wasschen, dan pl.m.
i/2 uur in een y2 L. kokend water laten koken
Het spek uit de pan nemen, de gewasschen
zuurkoool er in leggen, het spek er bovenop
en de kool i/2 uur laten koken. Daarna de
geschilde, gewasschen en in stukken gesne
den aardappelen onder in.de pan, de zuur
kool en het spek er bovenop en de massa nog
i/o a yK uur laten doorkoken. Het spek ver
wijderen en de kool met de aardappelen
goed dooreen stampen. In plaats van spek
kan men ook 500 Gr. worst bij de zuurkool
gebruiken.
GEMBER TULBAND.
Benoodigd: 400 gr. bloem, 40 gr. gist, 100 gr.
boter, pl.m. 2 d.L. lauwe melk, 200 gr. bruine
suiker, 300 gr. gember.
Bereiding: De heele eieren flink kloppen,
daarbij de bloem voegen, langzaam de lauwe
melk. Dat beslag flink kloppen tot een gladde
massa, daarna de gesmolten boter er bij
voegen en de gist, die met een weinig van
de lauwe melk of een lepel suiker is aange
mengd, waarna het deeg dichtgedekt een uur
op een lauwe plaats moet rijzen. Intusschen
een tulbandvorm met boter inwrijven en met
een dun laagje paneermeel bestrooien. Zoo
dra het beslag voldoende gerezen is, zout er
doorroeren en een laag ervan in den vorm
doen, hierop de in stukjes gesneden gember
die met de suiker dooreen geméngd is, daar
op weer een laag deeg enz.
De tulband moet daarna ongeveer 1 uur
in een wannen oven gebakken worden. Na
bekoeling den tulband met poedersuiker
bestrooien.
CE VERWARMING VAN EE
GROOT WARENHUIS.
We vinden het als vanzelfsprekend, 1
neer we een Warenhuis bezoeken, dat
aangenaam verwarmd is. Maar hebt g
wel ooit over nagedacht, wat er alles
deze verwarming vast zit?
Onlangs werd ik in de gelegenheid
steld de verwarmingsinstallaties va
Printemps te bezichtigen en ongetwijfel
len U eenige details daarvan interess
De verwarmingsketels, 15 in aantal
opgesteld in de tweede kelders, d.w.z.
etages onder den beganen grond. lede
deze ketels verslindt 1000 Kilo kolen per
in totaal dus 15 ton of 300 mud per 24:
Acht en dertig buizen, naast elkaar gep)
als orgelpijpen, distribueeren den tt
naar de magazijnen. De stokers, werö
in 3 ploegenstelsel, zijn 18 in aantal. Darl
dit intensieve onderaardsche leven, ontf*
het magazijn U, zoodra gij de poorten
nengetreden zijt, met een weldadige wafl
De onkosten der verwarming zijn hoog,
onwillekeurig verlengt gij Uw oponthoud
de zalen, koopt meer dan gij van plan ws
en blijft ten slotte voor thee of lunch.
Daar wordt mijn aandacht getroffen d
een eigenaardig leven, als van een li
bromvliegen. Het komt uit een enorme i
dié tegen het plafond aangebracht is ei
wonderbaarlijk genoeg aan het uiteï
niet gesloten is. Een koude luchtstroom V
mij tegemoet. Deze buis dient voor dei
voer van de versche lucht, zonder wella
kolen niet zouden kunnen branden ec
stokers niet ademhalen. Waar deze fe
vandaan komt? De buis heeft zijn ulttf
op de terrassen van de bovenste étajfe
van daar wordt de lucht aangezogen.'
andere buis zorgt voor den afvoer van
ongezonde lucht en ik begrijp nu waa
men, ondanks de aanwezigheid van al
ketels, zoo rustig adem haalt.
Men leidt mij naar een ander vertrek.
daar staan weer ketels, maar van een een?
zins anderen vorm, men noemt ze hier g*
ratoren. Ook deze verslinden ieder hifl
20 mud dagelijks en zij zenden hun sW
onder een druk van acht atmosfeeren, e'
zoovele verdiepingen hooger, naar de k
kens. Zij zijn het die daar het kokende wi
leveren voor de schrik niet, huismoedj
veertigduizend borden die er gemldé
dagelijks in de restaurants van het magaj
vuil gemaakt worden Ook dit afwasscl
werd mij getoond. Alles gaat automatisch
het afboenen, het naspoelen en zelfs
drogen dat in een warmen luchtstroom
schiedt, terwijl het vaatwerk over een i
lende band voortbewogen wordt. Wat!
uw dienstmeisje daarvan zeggen?
Stippel het grondpatroon op een stuk
papier na. Zet vanuit het halskuiltje de
lengte der blouse af en meet op deze lijn
heupw. 1 af en verbindt dit punt met
het punt onder den arm Op de schouder ziet
U ruimte inplaats van plooitjes. Teekent het
aantal centimeters, wat U anders voor
plooitjes noodig zou hebben, nu voor ruimte
aan. De hals wordt voor alleen uitgediept, op
de schouder en achter niet, want de kraag
staat achter en op de schouder tegen de hals
aan Nu ziet U middenvoor geen vouw maar
een sluiting. De blouse slaat ongeveer 4 c.M.
over elkaar Als de blouse 4 c.M. over elkaar
slaat, moet U vanaf het midden 2 c.M aan
knippen. Is de stof breed genoeg, dan knipt
U den terugslag ook nog aan, want knoop en
knoopsgaten moeten altijd op dubbele stof
staan.
De achterkant mag nu geheel volgens tee-
kening geteekend worden, als U er maar aan
denkt dat de zijlijnen even lang moeten zijn
en dat op de waterpaslijn K h.w.—1 c.M.
afgemeten moet worden.
In de 2 komende rubrieken zal voor U de
blouse volgens bijstaand plaatje geteekend
worden.
Ie. De blouse.
2e. De kraag.
DE BLOUSE