In den Speelgoedwinkel Surprise. S t. N i c o 1 a a s. ZACHTJES gleed de lift in het groo- te warenhuis omhoog. Kleine Clara ging mee, de hoogte in, en ze voelde ineens al hare verlangens ontwaken. Dat leek van de atmosfeer te komen. Er hing een zekere spanning. Massa's kinderen krioelden in het warenhuis, kinderen in gezelschap van moeders en kindermeisjes. En de kinderoogen glansden van een hijzonder verlangen naar veel moois, dat er binnen te zien was. Allen hoopten, dat hun ver langens vervuld zouden worden. En bui ten in de kou, de neusjes rood van den ijzigen wind, de handjes en voetjes ver kleumd, stonden ook vele kleintjes, scha mel gekleed, en zij durfden niet binnen het verwarmde gebouw gaan, bang als zij waren, dat de groote, grimmige portier hen zou wegjagen. En dat zou hij stellig doen; dat wisten ze bij ondervinding. Nu moesten zij zich tevreden stellen met de beschouwing van al het moois in de éta lages. Ook hun oogjes glansden van ver langens, maar er lag toch ook iets hope loos in. De lift stopte, de deur werd geopend en de toegang voor het land der kinderdroo- men was vrij. Kleine Clara volgde juf frouw Griffin, haar gouvernante, door de geopende deur in een soort van wan hoop, in een ontevreden stemming. Ze was negen jaar en op haar smal gezichtje lag een stuggen trek. Het genot, dat de stij gende lift haar had geschonken, was al weer verdwenen; dat omhoog gaan had een vreemd gevoel gewekt, dat ze nog niet kon definieeren. Nu volgde ze de kinder juf met loome stapjes. Ze verwachtte geen plezier van het uitstapje met haar gouvernante. Die kon nu pooit gewoon doen; altijd was zij zoo onnatuurlijk en stijfdeftig. Zoo heel, heel anders als haar schooljuffrouw. Clara was ontevreden en ze wist niet, dat dit voornamelijk kwam, omdat zij geen onvervulde wenschen had." Met snelle stappen liep juffrouw Grif fin langs de verschillende vitrines. Van alles was er in uitgestald: auto's, spoor treinen, stoommachines, blokkendoozen, enz., enz. Clara keek bewonderend naar dat jongcnsspeelgoed. Ze kon er niet ge noeg van krijgen. En de groote hobbel paarden en de voetballen en die andere vele dingen trokken haar onweerstaan baar aan. Het meisje was in een soort droomtoestand. Het was erg warm in het warenhuis en al die vreemde speelgoederen leken haar aan te staren. De juffrouw keek even over haar schou der naar Clara. Kom alsjeblief hier, zei ze kortaf. Clara kwam gehoorzaam. Zonder inte resse bleef ze naast juffrouw Griffin staan. Dit is een prachtige, zei do winkel bediende, en ze hield een groote houterige pop in haar handen. Dit is werkelijk een mooie pop, maar niet goedkoop. O, antwoordde de gouvernante, de prijs komt er niet op aan. Onbewogen luisterde de kleine Clara naar dat gepraat. Naar de pop keek ze niet. Zij had een geweldigen hekel aan poppen, en zeker aan het soort, dat juf frouw Griffin daar voor zich liet aanprij zen. Moeder wilde ook altijd dat ze mot poppen speelde. Veel liever had ze gehold en gedraafd en gestoeid als zooveel an dere kinderen op straat en zooals ze zoo heerlijk bij school met haar kennisjes kon doen. In een étalagekast eenige meters ver der op zag Clara iets glinsteren. Stil sloop ze weg van de poppenafdeeling en bleef stann voor de uitstalling van verschillen de kralen en halssnoeren. Vooral de blau we kralensnoer vond ze prachtig. Het wa ren van die doorschijnend heel-licht- blauwe kralen en de prijs hing er aan: 20 cent. Clara verlangde ze aanstonds te bezit ten. Al lang had ze dergelijke kralen zoo graag willen hebben. Het meisje, waar ze op school naast zat, had er ook om haar hals. Snoeperig stonden ze. Ze wilde maar, dat ze ze eens in haar hand mocht houden. Ze wist zeker, dat ze ijs koud zouden aanvoelen. Clara! Het was de stem van de juf. Clara kwam haastig toeloopen. De winkeljuf frouw was bezig een nieuwe doos met poppen te openen. Clara trok de gouvernante van die plaats weg. Daar, in die andere kast, zei ze, en ze duidde met haar tenger teero pinkje de plaats aan. De winkeljuffrouw bemerkte wat het meisje wilde, en er kwam een minachtend lachje op haar gezicht. Dat is goedkoope rommel, zei ze op scherpen toon, en toen voegde ze er aan toe, als een verontschuldiging: ja, ziet u, dat goed moeten wij hier ook wel hebben, want u begrijpt, er komt hier van alles. En voor de menschen die niet zoo veel kunnen besteden Hier zweeg ze beteekenisvol. Juffrouw Griffin glimlachte voor naam. Natuurlijk, natuurlijk, zei ze. Het kind werd aangetrokken door dat klater goud. Kom Clara, kijk eens naar die prachtige poppen. Dit is er een, zooals je moeder wilde dat je zou kiezen. En terwijl ze dat zei nam ze een zoo voornaam mogelijke houding aan, in de meening, dat de winkelbediende dan niet zou merken, dat ze maar een onderge schikte betrekking had bij mevrouw de Grijs. Clara liet al haar hoop op de mooie kralen varen. De bediende sprak nu rechtstreeks tot haar. Kijk toch eens wat een beeldig jurk je deze pop aan heeft En vind je niet, dat ze mooi haar heeft? Werktuigelijk streelde Claartje met haar dunne vingertjes over de poppen- kleeren. Het was een lange, magere pop, met spierwitte haren en rose kleertjes aan, en op de wangen lag een koorts blosje. En de pop had lippen, alsof ze op een bruidsuilcertje slikkerde. Clara mocht witte haren niet lijden. Ze had ze zelf ook. En als die pop nu nog maar een blauw jurkje had aangehad. Hemels blauw, dat vond Clara mooi, hemels blauw, zooals die kralen. Dc pop werd ingepakt, de lift daalde en zonder aandacht aan het 'dure stuk speel goed te schenken, stapte Clara in de auto. Dienzelfden middag keek mevrouw De Grijs op van haar romannetje, toen Clara de kamer binnenkwam. Clara's mondje beefde verwacht en er schenen traantjes in de ooghoeken te glinsteren. Onderzoekend keek de moeder haar dochtertje aan. Ben je niet blij met de nieuwe pop, Clara? vroeg ze. Clara's lipjes kregen een vastberaden plooi. Moeder, zei ze, moeder, mag ik twee dubbeltjes van u? Nog nooit te voren had zij moeder om geld gevraagd, en vol verbazing sperden de oogen van mevrouw de Grijs zich ver der open. Jij? Twee dubbeltjes? Kind, waar voor toch? en zonder het antwoord af te wachten, lachte ze luid, alsof de vraag van het meisje haar buitengewoon amu seerde. Op het gezichtje van Clara kwam een norsche trek. Ze voelde zich be lachelijk. Ben je niet blij met de pop? vroeg de moeder opnieuw. Nee, niet erg, was het antwoord. Ga dan met juf terug en kies een andere, zei mevrouw de Grijs en ze nam haar boek weer op. Clara bleef staan. Mag ik twee dubbeltjes? herhaalde ze. Ze had nu een jongensachtige houding en er flikkerde een brutale blik in haar oogen. De moeder had een geweldigen hekel aan die houding en dien blik. Ze had haar dochtertje liever wat meisjesachti ger gezien. Als de pop je niet aanstaat, kun je een andere halen. En kom me nu niet meer met zulke onzinnige dingen lastig vallen. Roep nu juffrouw Griffin maar even, dan zal ik haar wel zeggen wat ze doen moet Hiermede was het onderwerp afgehandeld en Clara ging heen, met de tranen in haar oogen en de handjes krampachtig samengeknepen. Ze waren weer in het warenhuis. Wil de jongejuffrouw dan maar eens kijken of ze deze mooier vind? vroeg de winkeljuffrouw vriendelijk. Ik wil die snoer blauwe kralen heb ben, antwoordde Clara flink. De jonErejuffrouw moet haar keuze doen uit deze poppen, antwoordde de gou vernante. Het kind keek naar de poppen met een blik vol haat. Ze wenschte alle poppen en kinderjuffrouwen van het slag als juf frouw Grif fin naar het andere eind van de wereld. Dan wendde ze zich af. De lift was weer gerezen en had gestopt. Aan de hand van een eenvoudige vrouw stapte er een meisje uit, van ongeveer denzelfden leeftijd als Clara. Het kink keek met begeerige oogen naar de mooie poppen, zooals Clara naar de kralen had gekeken. Vooral die met de groene jurk scheen haar aan te trek ken. Kom kindje, zei de moeder en het was alsof er een pijnlijke trek op haar bleeke gezicht kwam, toen ze voortging: Die poppen zijn te duur, die kan moeder niet betalen. Even later zag Clara ze weer voorbij gaan, en weer merkte ze die verlangende blikken van het andere meisje naar de poppen. En in de hand zag zé de snoer blauwe kralen. Een vreemde gloed kwam in Clara's oogen. Geef mij die pop met die groene jurk, zei ze. Juffrouw Griffin wilde wat zeggen, maar reeds had de bedoende de pop aan Clara gegeven. Goed, zei ze toen, maar ze kwam er niet toe te zeggen de pop in te pakken. Met open mond volgde ze Clara. Deze was snel weggeloopen, de pop in den arm. Clara. riep ze gebiedend. Maar het meisje luisterde niet en juf frouw Griffin zag haar op dc lift toe snel len, die reeds vol menschen was. De liftboy sloot de deur. Clara stond er nog buiten. Maar de gouvernante zag nog juist voor de deur dichtging en de lift daalde, tus- schen de menschen die er in waren, een klein meisje, met Clara's pop in de armen gekneld. Juffrouw Griffin snelde toe, maar te laat. Clara's gezichtje glom van genoegen. Die zijn van mij! zei ze met een triomfantelijk stemmetje, en ze liet de juf de snoer van hemelsblauwe kralen zien. En door de Decemberkou huppelde een ander kind, met de pop stevig tegen zich aangedrukt. Die pop was haar Sinter klaas! (Nadruk verboden.) POESJE'S SINT-NICOLAAS* Vroolljk, met beweging. P. V*AN RENSSEN. Qn$ klein poes - je Als Sint" Nl - co >En dan vraag ik. Is zoo'n. snoes - je. Lle - ver poes - je is -4tt niet» laas komt vra - gen Of ze 'wel een snoes-je is, aan Sint Niec-laas Of hij mor-gen in mijn schoen Al - tijd oo - lijk. Dan zal ik hem Ook wat heer"- lijk al - tijd vfoö - lijk. Nooit heeft snoe - ze - poes ver-driet, -vast ver tel - Jen Dat ze 't lief - ste poes-je is', poe - ze - lek kers Voor mijn snoe - ze poes wil doen, Nooit heeft snoe-ze - poes ver-driet 1 Dat ze 't lief-ste poes - je is Voor mijn. snoe-ze-poes wil doen! Borstplaat, Zet ICO gram gewone suiker met onge veer een A dL. wnter op en kook dit tot een dun stroopje. Voeg daarna de een of andere essence toe, wat marasquin, kof- fie-extract of een lepeltje cacao en ver volgens bij niet al te groote hoeveelhe den, en steeds roerende, 100 gr. poe dersuiker. Giet alles daarna in kleine hoeveelheden uit op een vochtige plank en laat de horstplaat vervolgens hard worden. Bij chocolade-borstplaat ver dient het aanbeveling de cacao direct mee te koken. Wanneer men room-borstplaat wil ma ken kan men op dezelfde wijze te werk gaan, alleen neme men dan in het ge heel 150 gr. gewone suiker, benevens 2 lepels room en een beetje water. 't Is Sinterklaas, verheugde kleuters wachten Op hun geschenkjes, vol verborgen pret. En zeer welsprekend waken in de nachten De kleine schoentjes bij den schouw gezet, De kleine klompjes, wrak soms en versleten, Maar met een roerende verheugenis, Want niemand zal de goede Sint vergeten, Omdat hij toch de vriend van Mlen is! Nu zingen weer de oude, oude zangen Door 't. huis'lijk leven in den avondschijn, De overoude liedjes van verlangen, Die ook voor ons nog vol verlangen zijn. Dan komt herinn'ring in ons vluchtig leven Aan vroeger dagen, toen we zelf als kind Aan moeder vroegen om wat mee te geven Voor 't vlugge paardje ven den goeden Sint! En steeds weer zien we in zoovele dingen De eigen jeugd uit lang vervlogen tijd. Dan kunnen we nadenkend medezingen, En rijst zooveel uit de vergetelheid! De eigen schoentjes komen in gedachten, Daar staan ze weer, we zien ze in den geest, En alles, wat de liefde deed verwachten Van vader, moeder op 't St. Nicolaasfeest! Zóó willen we het onzen kind'ren geven, Wij, die doorvoelen, wat die liefde schenkt: Een kostb're schat, een steun voor heel ons leven, Die later alles dankbaar weer herdenkt! O, kleine schoentjes, wachtend vol verlangen, Met al Uw wenschjës, hoopvol en spontaan, Hij, die U vult, zal later 't loon ontvangen Voor 't geen hij in de stilte heeft gedaan! December 1930. KROES. (Nadruk verboden.) Een St. Nicolaas-vertelling. HIJ had het dan toch maar gedaan. Zoo bijster goed was het jaar wel niet geweest, maar de Suiker had hem er weer een beetje bo venop geholpen en kon hij Lucie ooit iets weigeren? Ze had het hem wel niet gevraagd, maar de laatste keer hadden zij samen gewinkeld en toen had zij zoo vol aan dacht stil gestaan voor die etalage en zoo ingespannen getuurd naar die ééne ring, dat bij wel een rund geweest zou zijn, als hij het niet gemerkt hadVragen wilde zij niet, dat voelde hij wel Zóó was Lucie nou: bescheiden, angstwekkend, onnatuurlijk bescheiden soms! Hij vond het af en toe wel wat verdacht. Als hij zoo zijn zakenvrienden hoorde over de eischen en caprices hun ner echtgenooten, dan moest hij eens klaps met een soort verbazing denken aan zijn kleine blonde Lucie, die nóóit iets vroeg, tenzij het dan ook strikt nood zakelijk was. En dit jaar was zij al héél zuinig ge weest. Ze wist, dat de zaken niet «1 te rooskleurig waren gegaan. Ze wist ook, dat het buitenwonen dubbele kosten had meegebracht. Toen zij nog in de groote stad woonden, was het kantoor aan huis geweest dat scheelde veel. Maar sinds haar ziekte en het advies van den dokter: buitenlucht, door do bos- schen loopen ging dat niet meer. Ze hadden een aardig villa'tje gevon den, een kwartier afstand van Heide- dorp, dat ongeveer een half uur sporens van de groote stad lag. Kortom: Ze wa ren forensen geworden. lederen ochtend ging hij, Henk, de deur uit, kwam eerst 's avonds laat terug. Blij weer vér te zijn van het jachtende stads leven. Dc week ends waren altijd pret tige dagen. Henk hield van buiten. Hij kon uren-lang met zijn hond over de hei zwerven of door de bosschen, hij werkte met een hardnekkigen ijver op het zan dige stukje grond, dat hij weidsch be titelde: onze tuin en ook Lucie scheen ervan te houden. Hii had zich wel 's ongerust gemaakt. Tenslotte kwam zij uit de groote stad, was er geboren, had er geleefd. Zou de verandering niet al te bruusk geweest zijn? Er waren geen bioscopen en geen schouwburgen, geen tea-rooms en geen dancings Maar neen, ook Lucie scheen zich ge schikt te hebben. Zij hadden een paar aardige kennissen en iedereen zei van Henk en Lucie, dat hun huwelijk in de ze tijden een exceptie was. Alsof zij af gunstig waren op dit geluk De kraag hoog-opgeslagen, handen in de zakken van zijn wijden ulster, stapte Henk naar het station. Hij kon 17.26 nog gemakkelijk halen. Op een avond als de ze, op St. Nicolaas-avond wilde hij ten minste eens vroeg thuis zijn. Dat had hij er wel aan verdiend. Het was een ellendig-drukke dag ge weest. Met de ouwe Verslooten had hij uren-lang geconfereerd over de belegging van wat kapitaal, die kerel was zoo ei genwijs als ik-w.eet-niet-wat, geen behoor lijk woord mee te praten, koppig en ei genzinnig. Enfin, het was nu voorbij en in z'n rechtor-jasznk voelde hij het kleine doosje, waarin de ring met dien prachtig- glanzenden smaragd, waar dat wist Henk zeker! Lucie naar snakte. Ze zou oogen opzetten! Want tenslotte hadden ze zoo half en half afgesproken, dat ze dit jaar geen werk zouden maken van St, Nicolaas. „Het. was toch eigenlijk een kinder feest!" had Lucie heel verstandig gezegd. En Henk had het be-aamd. „En wc zijn zoo langzamerhand groo te, zwaarwichtige menschen geworden!" was zij verder gegaan. En ook daarop had hij zwijgend geknikt. In den trein vond hij nog een hoek plaatsje vrij. Ilct was vol, overigens. Men schen met vroolijke gezichten, dc meesten beladen met allerlei pakjes. Daar had je Chris Verberg met z'n vrouw. Zeker in- koopen gedaan. De stakker bezweek bijna ónder den last. Tja, als je met Clara Ver berg getrouwd was! Dat viel niet mee! Ijlings snelde de trein door het don kere landschap. Maar liet ging Henk veel te langzaam. Hij betrapte er zich zelf op. dat hij er naar verlangde thuis te zijn. in z'n gezellige zitkamer bij den haard, met Lucie, die zoo prettig kon ver tellen van haar dagelijksche bezigheden en die daarbij zoo goed wist te luisteren naar wat hij op z'n hart had Ze zou wel verrast zijn, dat hij zoo vroeg kwam, Anders werd het toch meestal half acht. In geen maanden was hij om half zeven thuis gekomen. Henk legde het avondblad naast zich neer, hij kon er zijn aandacht niet bij be palen. Al die ongelukken, al die politieke berichten het interesseerde hem van daag niet. Er was maar één ding, wat hem interes seerde: gauw thuis te zijn en weer greep zijn hand naar het kleine doosje, veilig geborgen in zijn diepe jaszak. Dan liep de trein het station van Heide-dorp bin nen. Haastig sloeg hij de richting van zijn huis in. Het was vinnig koud. Een vries- heldere nacht stond over het land. De sterren fonkelden. Een scherpe wind woei langs de laan, welke hij volgde. Hij was nu niet ver meer van huis. Daarginds bij Huize Erica moest hij rechtsaf, dan nog enkele tientallen meters en door de boomen zag hij het licht al bran den. Behoedzaam liep hij het tuinpad af, ze moest niet hooren, dat hij er al was Even keek hij door de breede ramen Daar zat Lucie Maar Het was Henk alsof het hem plotseling duizelde. Zijn handen balden zich tot vuisten. Het was niet waar! Het mócht niet waar zijn. Hij had verkeerd gekeken. Weer boog hij zich naar het raam. Neè, hij had zich niet vergist. Op dc leuning van een der fauteuils zat Lucie, en haar hand streek licht als liefkozend door het haar van een ander Wie was dat? Donker was hij, dat was het eenige wat Henk zag, en ook dat die an der heel gemakkelijk languit lag in zijn stoel, dronk van zijn port alsof als óf hij er thuis hoorde! Hij scheen te praten, Henk zag, hoe zijn hand hef tig gebaarde, hoe Lucie aandachtig naar hem scheen te luisteren en zijn haar streelde en haar hoofdje tegen het zijne vleide Plotseling eindeloos-vermoeid voelde Henk zich. Alles aan hem scheen ver lamd. Langzaam liep hij 't tuinpad weer terug, den weg over, het bosch in In z'n rechterhand klemde hij Lucie's ca deau. Een mooie thuiskomt! Als hij niet zoo vroeg was thuis gekomen, had hij niets gemerkt natuurlijk! De hemel wist hoe lang dit spelletje nu al duurde. Méanden misschien Was dat Lucie? Was haar bescheiden heid, alles wat haar voor hem zoo aan trekkelijk maakte, waarom hij van haar hield, alleen maar een masker? Het was ongeveer tien uur, toen hij het tuinpad weer opliep. Hii deed geen moei te zachtjes te loopen. Het kon hem niets meer schelen. Hij was in die enkele uren met zichzelf in het reine gekomen, er zouden maatregelen getroffen moeten worden Morgen zou hij naar Jacque» Buma gaan, die zou hen scheiden. Had 'ie ook 'es een cliënt! Moe voelde hij zich en rillerig Dan ging de deur open. Lucie stond in de opening. „Jongen, ik hoorde je aan komen. Wat ben je laat! En ik heb juist zoo'n aardige verrassing voor je!" Een pijnlijk lachje gleed om Henk's mond. Ja, ja, het was efen héél aardige verrassing. Het kón niet aardiger. Het was trouwens een avond voor verrassin gen, St. Nicolaas. Maar hij had de zijn« al te pakken! Hij hing zijn jas op „Kijk eens achter jen Henk!" Hij deed het werktuigelijk. Maar dat was Fred! Fred stond daar, z'n jongere broer, terug uit Indië Hij voelde zijn hand schudden en een stevige klap op zijn schouder. „Kerel, wat ben ik blij, dat ik je weer zie. Druk gehad? Je ziet er niet bijster florissant uit!" Hij lachte, kon geen woord uitbrengen, 'n Idioot was hij geweest! 'n Stomme jalocrsche gek Hoe had hij dat ooit van Lucie kunnen denken Gedrieën gingen zij naar binnen Lucie kreeg haar ring. „Hoe wist je dat ik die zoo graag „Ik heb je gezicht toch gezien!" „En nou heb ik niets voor jou, geen enkel cadeautje. We hadden toch afge sproken dat „Weet ik wel, weet ik wel" glim lachte Henk, „Maar mijn surprise heb ik al en ik ben er best tevreden mee!" „Jammer, dat je zoo laat was pruil de Lucie. „Héél jammer" beaamde Henk vol overtuiging. (Nadruk verboden.) J. VERHOEVEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 22