Geestes-Sport en Herssn-Gpasfiei
m
m
9
M
'M
m
m
W
ém.
EVENTJES DENKEN
VOOR'ONZE DAMMERS
18
Hf
H
VOOR ONZE SCHAKERS
11
11
i
li
n
i
£1
m
u
11
i
JU
u
u
B
11
11
Hf
B
i 3
ES
IU
Hl
H
ilJJ
lil
LANGENDIJK
^PLANTEN
IN KAMER EN TUIN.
Vraagstuk No. 645.
Vraagstuk No. 646.
Vraagstuk No. 647.
m
jf|
Hf
II
JjjJ
11
«s
Hf
n
Hf
m
ïf
§i
H
m
B
iÜ
Vraagstuk No. 648.
richt, die zich nadien steeds uitbreide. Ook in Noord-
Holland is men eenigszins beginnen te begrijpen dat or
ganisatie noodig is en terrecht, wat voor overige pro
vincies nuttig is, kan voor N.-H. niet slecht zijn. Do toe
stand is hier ook ver van rooskleurig. De bond is een
groote tegenstander van publieke verhuring en bestrijdt
deze dan ook zooveel mogelijk. Voorbeelden uit Drente
toonen dit ten sterkste, waar kort geleden 4 keer ach
tereen publieke verhuringen niet zijn doorgegaan. Vele
contracten zijn ons onder de oogen gekomen en haast
ongelooflijke dingen komen daarin voor, als mede in vele
gevallen afstanddoening van een viertal artikelen van 't
wetboek, welke nog ten voordeele van de pachters kun
nen zijn. Zijn er dan geen goede verhuurders, ja zeker,
er zijn ons ook gevallen bekend waar men restauratie
van huur geeft, doch daartegenover zijn er wel bij 100-
tallen andere te noemen. Door de thans door de Tweede
Kamer aanvaarde Pachtwet, worden de pachters twee
voordeelen gegeven, n.1. het contlnuatierecht en de door
den kantonrechter, gehoord de pachtcommissie prijsbe
paling. Vraagt mien mij of wij tevreden zijn, dan moet
ik antwoorden: Er is iets bereikt, doch het is een stap
.in de goede richting. Door de praktijk zal deze wet even-
ials vele andere wetten, wel ten goede worden gewijzigd
i Daarom is het zoo noodig dat de pachters zich in grootc
'getale vereenigen. Organisatie maakt sterk. Zie slechts
naar de vakbonden. Ook voor goede verhuurders biedt
de pachtwet voordeelen en daarom kan een goede ver
huurder ook donateur worden van onzen bond.
Op een zeer duidelijke wijze worden de verschillende
grieven des pachters alsmede de noodige verbeteringen
naar voren gebracht, alsmede alle voordeelen in de wet
vastgelegd, door spr. uitvoerig naar voren gebracht. Dat
epr. de volle aandacht had bewees de stilte in de zaal.
Van de gelegenheid om vragen te stellen werd dan ook
een zeer groot gebruik gemaakt. K. Slagter, die vroeg of
het ook zoo zou gegaan zijn, indien men een oploopende
tijd had en of de Eerste Kamer de wet zou aannemen.
Kok van Spanbroek bracht naar voren dat spreker
de verhuurders steeds achterzette bij de pachters, terwijl
er ook onder deze laatste minder goede zijn. Deze heer
Igaf tevens een resume van een verhuring voor de diaco-
(nie, waarin hij zei dat de pachters liever voor 4 jaar
(huurden dan voor 2 jaar. En is verkoop tijdens een huur-
periode mogelijk'.
De heer P. de Boer zegt dat deze wet niet is geboren
door deze crisis, want ook tijdens de vliegende jaren
Ijverde men daarvoor.
De heer D. Pijper vraagt of Indien de wet in werking
treedt, deze ook van toepassing zal zijn op de zittende
pachters.
De heer K. Braak vraagt of verhuur voor 1 jaar buiten
de wet valt
Al deze sprekers worden uitvoerig beantwoord, waar
door spreker een uitstekende gelegenheid krijgt, alle
puntjes op de i te zetten,
Door eenige personen worden daarna nog eenige vra
gen naar voren gebracht en gaat men ten slotte tot een
genoeglijk praatje over.
Ook Notaris de Boer geeft zijn zienswijze over de
pachtwet en over verpachten.
Uit de besprekingen van dezen avond komen naar vo-
ren dat verhuurder en pachter niet dezelfde wegen gaan
I en nog lang niet in hetzelfde schuitje varen, mede om
deze reden wekt spr. op zich toch vooral te organiseeren
om daardoor sterk te staan voor de komende tijden. Het
was een leerzame, nuttig en aangename vergadering.
Velen gingen dan ook huiswaarts met de gedachte iets
goeds gehoord te hebben.
Met een opwekking om lid of donateur te worden van
de afdeeling en een woord van dank aan spreker, pu
bliek en de pers sloot Voorzitter deze vergadering.
NOORDSCIIARWOUDE.
Met ingang van 1 December is als Commies bij de
belastingen benoemd, Jnplaats van den heer v. d. Gijn,
de heer M. Kansen, assistent bij de belastingen te
Delfzijl.
Ten nadeele van de groentenhandelaren S. en Z.
alhier, is in den nacht van Woensdag op Donderdag
een partij zakken ontvreemd.
De politie heeft de zaak in handen.
Woensdagavond was de heer K. alhier bij een zijner
(kennissen te Zuldscharwoude op een kaartavondje, toen
hij plotseling in elkaar zakte. De dood trad onmiddellijk
Ün.
Woensdagavond had de zoon van den heer O. al
hier het ongeluk met zijn rijwiel door een raam te
vallen, met het gevolg, dat zijn polsslagader werd af
gesneden. Directe overbrenging naar het ziekenhuis
was noodzakelijk.
Donderdag 4 December a.s„ 's avonds 7.30 uur, zal
de geheel verbouwde Geref. kerk alhier officieel in ge
bruik worden genomen. Ds. Dragt, predikant ter
plaatse, zal in den dienst voorgaan.
OUDKARSPEL,.
Het Steun-Comité, natuurramp 12 Juni 1930, ontving
idezer dagen, zooals reeds is meegedeeld, de mededee-
üing van den Commissaris der Koningin in deze pro*
vincie, dat het Nationaal Storm^Comité 1927 de door
bovengenoemd Steun-Comité te vergoeden schade, ge
heel zal ultkeeren.
Het totaal uit te keeren bedrag is groot f 47958.37,
verdeeld over de na te noemen gemeenten: Haren
karspel f 14238.50, Koedijk f 9493.50, de Langendijk, om
vattende de gemeenten Oudkarspel, Noord- en Zuid-
Scharwoude en Broek op Langendijk f 7531, Sint Maar
ten f 7015 en Schagen f 7015.
toe. Ze was er zich vaag van bewust, dat meneer
Drake zllverig-wit, krullend haar had en een vriende
lijk gezicht, waarin een paar schrandere oogen glin
sterden, die getuigden van een goed hart en gevoel
voor humor tevens. Er was iets vaderlijks en vertrou-
wen-w.ekkends in zijn verschijning.
„U zult mij mijn onaangekondigde bezoek hopenlijk
vergeven," begon hij, vóór zij nog gelegenheid had om
iets te zeggen," maar ik ben maar regelrecht hierheen
gekomen omdat ik zoo vreeselijk benieuwd ben of ik mij
vergist heb of niet. Ik hoop maar van niet ik hoop
van harte dat ik eindelijk mijn nicht gevonden heb U
bent toch juffrouw Prudence Campbell, nietwaar?"
„Zoo wordt ik tenminste genoemd," antwoordde zij
met trillende stem. „Bent u gekomen hebt u
Beide zinnen brak zij plotseling af en haar bezoeker
die haar bevangenheid opmerkte, legde met een vriende
lijk gebaar de hand op haar schouder.
„Kom", zei hij kalmeerend. „Ga nu eens rustig zitten
en laten we op ons gemak een praatje maken. Hoogst
waarschijnlijk heb je nooit geweten, dat je in Australië
nog zoo'n ouden oom had zitten."
„Neen, dat heb ik zeker nooit geweten." dacht Eva.
„Ik heb die paar duizend mijn afgelegd, enkel en al
leen om jou te zoeken," ging hij opgewekt voort.
„Hebt u dan ooit over mij hooren spreken?" vroeg zij
aarzelend. „En hoe wist -u, dat ik hier was. Ik kan me
niet voorstellen hoe u mij in zoo'n afgelegen dorpje als
dit, hebt kunnen opsporen."
„Ja, dat is ook niet zoo gemakkelijk geweest," ant
woordde hy triomfantelijk. „Maar ik ben overtuigd, dat
mijn nasporingen nu eindelijk succes hebben gehad.
Overal heb ik gezocht, maar in het Noorden, waar jij en
mijn arme zuster gewoond hebben, maar telkens als ik
een spoor vond, liep het weer dood. Ik was al bijnu
van plan om mijn onderzoek maar op te geven, toen ik
heel toevallig in een hotel in Londen met een dame in
gesprek raakte. Ze vroeg me te logeeren en toen ik bij
haar was, vertelde ik haar hoe ik overal tevergeefs naar
mjjn zuster en nichtje had gezocht. Ik noemde den naar.i
van het meisje en toen zei die dame opeens dat zij een
zekere juffrouw Prudence Campbell kende, die in
Marohmere woonde."
Voor den Langendijk zal de uitbetaling der vergoedin
gen geschieden door den Burgemeester dezer gemeente,
in hoedanigheid van lid van bovenvermeld Comité.
Zij, die daarvoor in aanmerking komen, zullen zoo
dra de uitkeering van het bedrag heeft plaats gehad,
schriftelijk worden opgeroepen tot het in ontvangst
nemen van de hun toegedachte vergoeding.
Voorwaar een mooie Sinterklaas^urprise.
XII.
(Vragen en mededeelingen, deze rubriek betreffen
de, in te zenden aan den heer K. van Keulen, Loots-
straat 24 Ile étage, Amsterdam.-Hen, die mij brieven
zonden, verzoek ik eenig geduld te willen oefenen,
laar ik, in verband met mijn verhuizing, geen tijd
heb kunnen vinden, er behoorlijk aandacht dan te
besteden.
VRAGENBUS.
Mej. de Wed. K. K. te Oudkarspel bericht ik, dat ik
jan de afgebroken stukjes der planten die zij mij
zond niet heb kunnen vaststellen, tot welke soort de
planten behooren. Het pakje had ook al onder de
verhuizing geleden.
PLANTEN MET SIERLIJKEN BLADERTOOI.
Er is nog een Cypergrasje, dat als kamerplant
wordt gekweekt, de Isolepis Pygmaea of Dwerg Iso-
lepis, een echt cosmopolitisch plantje. Het is veel
eenvoudiger van bouw dan de Cyperus Alternifolius.
liet bestaat nl. uit dunne grasgroene halmpjes, die
uitloopen in een langwerpig bloempakje. 't Is precies
een bosje langbladig gras, maar de halmpjes vallen
sierlijk naar alle kanten over. Ook dit plantje ver
langd veel water en licht en als men daaraan vol
doet, is het mede een der gemakkelijkste kamerplan
ten. in den loop der jaren kan men het plantje zoo
kweeken, dat het een wortelsiammetje vormt, pre
cies zooals op onze lage veengronden wel bij Carex
Paniculata in de vrije natuur gebeurt. En wil men
er jonge plantjes van kweeken, dan kan men het
polletje in meerdere deelen scheuren en elk afzonder
lijk in een potje opkweeken. Dat slaagt altijd.
Ophiogon Jaburan Variëteit Foliis Aureo Striatus
is ook al weer een sierplant uit Japan. De plant
vormt lange, lintvormige, goudbont gestreepte bla
deren, die aan ondergrondsche wortelstokken ont
springen en ze bloeit met blauwe of witte bloem-
trosjes. In lichte, matig verwarmde kamers wil deze
plant licht gedijen,met een mengsel van bosch-
grond en verteerden stalmest, benevens een flinke
dosis grof zand, is zij best tevreden. Ze laat zich even
gemakkelijk scheuren als de Cyperus en Isolepis en
andere wortelstok of pollenvormende planten.
't Is inderdaad prettig, dat we ook voor kamers,
waar we 's winters weinig willen stoken, zooveel
mooie planten hebben, die het juist daar zoo goed
willen doen. Want naast de reeds genoemde planten
bezitten we in het z.g. kamerdennetje, Araucaria
Excelsa, uit Australië, ook nog een plant voor de
koele kamer. Ja, ze blijft mooier in een koel vertrek
dan in een regelmatig verwarmde kamer.
De naam kamerdennejte is niet slecht gekozen,
maar, in groeiwijze en takspreiding heeft de Arau
caria Excelsa toch eigenlijk meer weg van een jong
sparretje. De takken zijn regelmatig in kransen en
étagegewijs, aan het stammetje bevestigd en elk zij-
delingsch takje is breed veervormig, puntig toeloo
pend vertakt, evenals bij sparren het geval is. Hoe
steviger die takjes staan gestrekt, hoe mooier. Elke
krans moet zoo veel mogelijk in een horizontaal vlak
gespreid zijn en nu komt het, helaas, juist veel voor,
dat die kransen, als de plant een poos in de kamer
heeft gestaan, min of meer gaat hangen, wat dan
aan de natuurlijke, karakteristieke houding van het
kamerdennetje veel afbreuk doet.
Amsterdam. K. VAN KEULEN.
onder leiding van GEO VAN DAM.
OPLOSSINGEN.
Vraagstuk No. 641.
„DE BUITENGEWONE BOEKHOUDER".
Deze functionaris voldoet aan al de in de opgave ge
stelde eischen, indien hij slechts het woordje ..noch"
kan lezen en schrijven.
Het was een aardige woordspeling,' die velen niet
hebben vermoed, zoodat ook nu weer een dubbelzin
nigheid als strikvraag goede diensten bewees. Men zij
op z'n hoede voor de volgende!
Vraagstuk No. 642.
„NUL".
Het oorspronkelijke getal is 118, hetgeen blijkt uit de
volgende redeneering:
Van den vierkantswortel 18 aftrekkende, krijgt men
0. Ergo is de vierkantswortel zelf ook gelijk aan 18.
En: 182 324. Dit product was ontstaan door een
vermenigvuldiging met 3, dus nu deelen we door 3 en
krijgen tot uitkomst 324 3 108. Van het oorspron
kelijke getal was toen reeds 10 afgetrokken, zoodat we
nu tot slotbewerking krijgen 108 plus 10 118.
NIEUWE OPGAVEN.
„DE EDAMMER KAASJES",
Karei is H^B.S.-er geworden. Hij moet voor zijn
moeder een boodschap doen bij den kruidenier, die
hen reeds jaren lang bedient en met de familie-omstan
digheden dan ook wel eenigszins op de hoogte is.
„Zoo Karei, ik heb gehoord, dat je nu op de H.B.S.
bent. Hoe bevalt je de wiskunde?" „O, best meneer,
ik vind het niet zoo moeilijk als ik dacht, dat het zijn
zou." „Nou maar, het valt toch niets mee hoor, dat
herinner ik me nog wel uit mijn schooljaren. De
eerste som, die ik op kreeg, bij de meetkundeles, was:
„Hoe groot is een driehoek, waarvan de zijden 30, 15
en 15 c.M. zijn?" Gelukkig wist ik de uitkomst en
maakte zoodoende al direct een goeden indruk op mijn
leeraar. Weet jij 't ook?"
Karei weet het echter niet.
„Nou", zegt die grapjas van een kruidenier, „dat Is
„Wat zegt U?" viel Eva verwonderd uit," wist die
dame, dat Prudence Campbell hier woonde?"
„Ja, zooals ik zei, logeerde ik een paar dagen bij haar.
Het is een zekere mevrouw Hewetson; ze woont in een
dorpje in Cornwall waar haar man predikant is. Ze wist
me te vertellen dat jij na dat spoorwegongeluk hier be
land was, ze is een zuster van een schilder, die hier in
het dorp woont. Je kunt begrijpen hoe dankbaar ik me
vrouw Hewetson was voor haar mededeelingen. Nu weet
je dus hoe ik hier gekomen ben."
Eva staarde den ouden heer wezenloos aan en het ont
ging hem niet dat het meisje heelemaal van streek was.
„Ik heb jc heelemaal overstuur gemaakt, geloof ik",
zei hij vriendelijk. „Je .wist waarschijnlijk absoluut niet,
dat er op de wereld nog zoo iemand als Henry Drake
bestond, hè? Je bent natuurlijk vreeselijk geschrokken
dat er zoo opeens een oude oom 'uit de lucht komt val
len!"
„Neen, ik had nooit van U gehoord," stamelde Eva.
„Dat dacht ik wel." De glimlach verdween van zijn
gezicht, toen hij vervolgde: „Ik heb me eerlijk gezegd,
nooit meer veel aan je moeder gelegen laten liggen, na
haar vertrek naar Engeland dus ik kan niet verwachten
dat zij nog veel aan mij gedacht of over mij gesproken
heeft. Misschien dacht zij wei, dat ik dood was, toen
zij nooit meer iets van mij hoorde,"
Eva voelde voor de zooveelste keer een hevig berouw
in zich opkomen en zij zou den vermeenden oom graag
alles bekend hebben, maar ook nu hield valsche schaamte
haar van den cenig juisten weg af.
„Toen ik Esther voor het laatst zag, was zij nog niet
zoo oud als jij nu. Zij was nog zoo'n echt meisje. Je lijkt
overigens niet veel op haar, zou ik zeggen", voegde hij
erbij, terwijl hij haar crltisch bekeek.
Eva mompelde iets, wat, wist zij zelf nlot precies.
„Ze was een knap meisje, mijn zuster Esther," ging
Henry Drake voort, „ze moet een vreeselijken tijd door
gemaakt hebben nadat haar man gestorven was, heb
ik gehoord."
„Ja, een ellendigen tijd," herhaalde Eva werktuigelijk
Zij moe3t denken aan het verhaal, dat het meisje in den
trein haar gedaan had. „Ik vrees ik bedoel ja, zy
heeft heel wat armoede geleden."
geen driehoek, maar een rechte iyn". Karei krygt
een kleur als vuur door het feit, dat hy in den vollen
winkel zoo beetgenomen wordt. Hij neemt dan ook
direct revanche met de vraag:
„Gelijk hebt U, maar kunt U, als vakman, my nu ook
zonder uitrekenen, maar alleen uit ervaring, onmid
dellijk zeggen, hoeveel halve ponden men van een elf
tal Edammer kaasjes (van den bekenden vorm), kan
afsnijden
Onze winkelier, geboren kaashandelaar, gaf een fou
tief antwoord, dat we by de oplossing zullen mede-
deelen, en liep er nog leelijker in dan onze Karei!
Wat Is het goede antwoord?
„HET GRAFSCHRIFT VAN EEN WISKUNDIGE".
De geschiedkundigen zijn 't er nu zoo ongeveer over
eens, dat Diophantos (uit Alexandrië) gedurende de
eerste helft van de vierde eeuw na Christus geleefd
moet hebben. Hij is beroemd geworden door zyn
arithmetisch werk, waarin de vondsten op wiskundig
gebied van meer dan 10 eeuwen vóór zyn tijd zyn neer
gelegd.
Het onderstaande, hoogst merkwaardige en in den iyn
van zijn werk liggende grafschrift werd hem gewyd,
dat wy hieronder uit het Grieksch vertaald weergeven
en waarvan wij gaarne de ontraadseling van onze
scherpzinnige lezers tegemoet zien.
„Hier dekt de grafsteen Diophantos een wonder te
aanschouwen;
Door arithmlsche kunst leert ons de steen zijn leeftijd.
Een zesde van het leven verleende God hem kind te
blijven
Gevend een twaalfde daarna, deed hij den baard
ontkiemen;
Stak voor hem in het zevend' den fakkel der bruiloft
aan,
En vijf nadien werd hem een zoon gegeven.
Wee, ongelukkig kind, zoo geliefd! Ter helft had hy
zijn leeftijd
Zyns vaders bereikt, toen werd Hades, de duist're,
zyn deel.
Vier jaar nog zyn smart door de leer der getallen
verzachtend,
Kwam bij het eind van 't leven ook eindelijk hij-zelve
aan".
„Het was toch geen vergissing van my om jou te ko
men opzoeken?" vroeg Drake plotseling toen hij zich
bewust werd, dat hij zijn verwantschap zonder meer als
bewezen had aangenomen, „fe zult my toch hoop ik niet
vertellen, dat jij niet de Prudence Campbell bent, die ik
bedoel? Ik zou het afschuwelijk vinden als ik myn on
derzoek van voren af aan moest beginnen, dat verze
ker ik je. Maar als het moet ik zal mijn nichtje vin
den, al zou ik haar tot in de uiterste hoeken van dc
aarde moeten zoeken."
Eva's gedachten werden onweerstaanbaar getrokken
naar het rustig hoekje op het kleine kerkhof van Trar.s-
field met den eenvoudigen grafsteen, die den naam Eva
Ilartwood droeg en waar de echte Prudence Campbell ter
eeuwigen rust was gelegd.
„Ik hoop toch maar, dat jij mijn nicht blijkt te zyn",
hoorde zij haar bezoeker als uit de verte zeggen. „Ik
zou echt teleurgesteld zijn, als het niet zoo was. Je hebt
waarschynlijk wel een portret van je moeder, nietwaar?
Als je dat hebt, zou ik je onmiddellijk kunnen vertellen
of het mijn zuster Esther is of niet. Je moeder heette
toch Esther nietwaar?"
zyn toon klonk zoo angstig, dat het haar onmogeiyk
was hem teleur te stellen. Zwygend opende zij een oude
doos die op een tafeltje in den hoek van de kamer
stond, en die afkomstig was uit den koffer van haar
verongelukte reisgenoote. Ze haalde er een vergeeld por
tret uit in een eenvoudig houten lijstje.
Geruimen tijd keek Drake naar het portret, dat het
meisje hem overreikte.
„Natuuriyk is het Esther. Maar het is niet Esther zoo
als ik mij haar herinner. Arm kind! Wat moet zy geleden
hebben, om zóó te veranderen."
„zy heeft vreeselijke jaren doorgemaakt," zei Eva
zacht. „Natuuriyk... ch... toen zij niemand mee:- had. om
voor haar te zorgen, hebben zij en haar kind er.n onbe-
schrijfelyk hard leven gehad."
„Arm kind, arm kind!" De oogen van den vriendeiy-
ken grysaard waren vochtig geworden en zyn stem trilde
„Hoe is het toch mogelijk dat ik my al dien tijd niet om
haar bekommerd heb! Het was natuuriyk geen opzet,
geen hardvochtigheid, maar het was toch schandelijk
onnadenkend, om een eigen zuster zoo te verwaarioozen
Opl-ssing Vraagstuk No 643.
(A. Chaix). De diagramstand was: zw. 11 sch. op
8, 10—12, 15, 17, 18, 21, 27, 28 en 35. Wit 8 sch. op 19,
2C, 24, 29, 37, 38, 45, 48. Wit wint hier door meerslag-
toepassing op bekende wyze door 3732, 4540, 19—
14, 4842!42:2, 2:47!!
NIEUWE OPGAVEN.
van W. Hoekstra, Den Haag.
Zwart: 11.
-
'"•-V
Wit: 11.
De diagramstand in cyfers behoort te zyn: Zw. 11
ach. op 5, 8—10, 12, 14, 20, 25, 26, 27. 30. Wit 11 sch.
op 23, 28, 29, 33, 34, 37, 42—44, 48, 50. Wit speelt en
wint.
Oplossing Vraagstuk No. 644.
(W. A. Shlnkman), De diagramstand luidde: Zw.
5 st., Ka8, Te8, Ta5, Df3, pion h5. Wit Tb7, Lc7,
pions b5, c5, a2, c2, g2, Kh2, Pgl. Door een fraaien
dubbelen aanval, een jiu-jitsu-kneep van de witte
dame, waardoor zij den stryd tegen twee zwarte torens
opneemt, wordt hier de winst als volgt verkregen
(Detreit Free Press 1882): 1. Khl. Op h4 volgt Dh5;
op Ta6 De2; op Ta4 De4; op Ta2 Df7; op Tc8 Dtf5;
op Tg8 Dd5; op Th8 Dc3.
NIEUWE OPGAVEN.
van S. L1 o y d.
Zw. 10 stukken.
ÉÜP
abcdefgh
Wit 9 stukken.
De diagramstand behoort te zijn: Zw. 8 pions op a7,
b6, b5, d3, f7, f6, g7, g3; Lc6; Kd4. Wit 5 pions op a6,
b4, b2, d2, f3; Ld6; Pc3; Pe3; Kgl. Wit speelt en geeft
mat in vier zetten!
en te vergeten. Maar ik heb me eigeniyk nooit een
oogenblik tijd gegund om aan iets anders te denken dan
aan mijn werk, ik ben eenvoudig de slaaf van mijn werk
geweest. En nu achteraf te moeten denken, dat zij ge
brek leed en in moeilijkheden verkeerde, terwyl ik in
staat was'om haar te helpen..."
„Ik v/eet zeker, dat zij geen wrok tegen u heeft gekoes
terd," verklaarde Eva zacht. Ze was diep bewogen door
het oprechte berouw van den ouden man en ze dacht
eraan hoe het meisje in den trein, haar overleden moeder
geroemd had om haar goedhartigheid en vergevingsge
zindheid jegens alle menschen. „Ze kon zich waarschyn-
lyk heel goed voorstellen dat u, daar in het verre land,
haar vergeten had. Maar zy heeft haar dochter nooit
over u gesproken," eindigde zij, zich herinnerend, dat
Prudence Campbell haar uitdrukkelijk meegedeeld had,
dat zij, voor zoover zy wist, geen familie meer had.
„Natuuriyk dacht zy, dat ik dood was, toen zy in zoo
veel jaren niets meer van mij had gehoord. En door
haar eigen druk leven en haar zorgen zal ze ook wel
niet veel meer hebben gedacht aan haar jeugd en fa
milie in Australië. Maar in elk geval, je hebt dus nooit
van mij gehoord?"
„Neen, nooit", antwoordde Eva naar waarheid. „Maar
ik vind het heel vriendelijk van U, dat U my bent komen
opzoeken."
„Het bloed kruipt, waar het niet gaan kan, kind", ant
woordde hij. „En nu dat ik je eenmaal gevonden heb,
wil ik niet, dat je je hcele leven verder eenzaam siyt,
in zoo'n nest als dit, We gaan samen naar Londen en
daar zul je een leventje als een prinses hebben, dat be
loof ik je! Daar kunnen wy op ons gemak plannen ma
ken voor de toekomst. Bovendien zou ik het erg aardig
vinden als je kennis maakte met het meisje, dat tydeiyk
als myn secretaresse dienst doet. Zy werkt buitengewoon
goed, het is een verbazend intelligent kind, heel flink en
een aardig, gezellig meisje bovendien. Ik geloof vast,
dat jullie uitstekend met elkander zullen kunnen op
schieten. OUvg Davidson heet ze..."
Wordt vervolgd.