Geestes-Sport en Herssn-Gpasfiei m m 9 M 'M m m W ém. EVENTJES DENKEN VOOR'ONZE DAMMERS 18 Hf H VOOR ONZE SCHAKERS 11 11 i li n i £1 m u 11 i JU u u B 11 11 Hf B i 3 ES IU Hl H ilJJ lil LANGENDIJK ^PLANTEN IN KAMER EN TUIN. Vraagstuk No. 645. Vraagstuk No. 646. Vraagstuk No. 647. m jf| Hf II JjjJ 11 «s Hf n Hf m ïf §i H m B iÜ Vraagstuk No. 648. richt, die zich nadien steeds uitbreide. Ook in Noord- Holland is men eenigszins beginnen te begrijpen dat or ganisatie noodig is en terrecht, wat voor overige pro vincies nuttig is, kan voor N.-H. niet slecht zijn. Do toe stand is hier ook ver van rooskleurig. De bond is een groote tegenstander van publieke verhuring en bestrijdt deze dan ook zooveel mogelijk. Voorbeelden uit Drente toonen dit ten sterkste, waar kort geleden 4 keer ach tereen publieke verhuringen niet zijn doorgegaan. Vele contracten zijn ons onder de oogen gekomen en haast ongelooflijke dingen komen daarin voor, als mede in vele gevallen afstanddoening van een viertal artikelen van 't wetboek, welke nog ten voordeele van de pachters kun nen zijn. Zijn er dan geen goede verhuurders, ja zeker, er zijn ons ook gevallen bekend waar men restauratie van huur geeft, doch daartegenover zijn er wel bij 100- tallen andere te noemen. Door de thans door de Tweede Kamer aanvaarde Pachtwet, worden de pachters twee voordeelen gegeven, n.1. het contlnuatierecht en de door den kantonrechter, gehoord de pachtcommissie prijsbe paling. Vraagt mien mij of wij tevreden zijn, dan moet ik antwoorden: Er is iets bereikt, doch het is een stap .in de goede richting. Door de praktijk zal deze wet even- ials vele andere wetten, wel ten goede worden gewijzigd i Daarom is het zoo noodig dat de pachters zich in grootc 'getale vereenigen. Organisatie maakt sterk. Zie slechts naar de vakbonden. Ook voor goede verhuurders biedt de pachtwet voordeelen en daarom kan een goede ver huurder ook donateur worden van onzen bond. Op een zeer duidelijke wijze worden de verschillende grieven des pachters alsmede de noodige verbeteringen naar voren gebracht, alsmede alle voordeelen in de wet vastgelegd, door spr. uitvoerig naar voren gebracht. Dat epr. de volle aandacht had bewees de stilte in de zaal. Van de gelegenheid om vragen te stellen werd dan ook een zeer groot gebruik gemaakt. K. Slagter, die vroeg of het ook zoo zou gegaan zijn, indien men een oploopende tijd had en of de Eerste Kamer de wet zou aannemen. Kok van Spanbroek bracht naar voren dat spreker de verhuurders steeds achterzette bij de pachters, terwijl er ook onder deze laatste minder goede zijn. Deze heer Igaf tevens een resume van een verhuring voor de diaco- (nie, waarin hij zei dat de pachters liever voor 4 jaar (huurden dan voor 2 jaar. En is verkoop tijdens een huur- periode mogelijk'. De heer P. de Boer zegt dat deze wet niet is geboren door deze crisis, want ook tijdens de vliegende jaren Ijverde men daarvoor. De heer D. Pijper vraagt of Indien de wet in werking treedt, deze ook van toepassing zal zijn op de zittende pachters. De heer K. Braak vraagt of verhuur voor 1 jaar buiten de wet valt Al deze sprekers worden uitvoerig beantwoord, waar door spreker een uitstekende gelegenheid krijgt, alle puntjes op de i te zetten, Door eenige personen worden daarna nog eenige vra gen naar voren gebracht en gaat men ten slotte tot een genoeglijk praatje over. Ook Notaris de Boer geeft zijn zienswijze over de pachtwet en over verpachten. Uit de besprekingen van dezen avond komen naar vo- ren dat verhuurder en pachter niet dezelfde wegen gaan I en nog lang niet in hetzelfde schuitje varen, mede om deze reden wekt spr. op zich toch vooral te organiseeren om daardoor sterk te staan voor de komende tijden. Het was een leerzame, nuttig en aangename vergadering. Velen gingen dan ook huiswaarts met de gedachte iets goeds gehoord te hebben. Met een opwekking om lid of donateur te worden van de afdeeling en een woord van dank aan spreker, pu bliek en de pers sloot Voorzitter deze vergadering. NOORDSCIIARWOUDE. Met ingang van 1 December is als Commies bij de belastingen benoemd, Jnplaats van den heer v. d. Gijn, de heer M. Kansen, assistent bij de belastingen te Delfzijl. Ten nadeele van de groentenhandelaren S. en Z. alhier, is in den nacht van Woensdag op Donderdag een partij zakken ontvreemd. De politie heeft de zaak in handen. Woensdagavond was de heer K. alhier bij een zijner (kennissen te Zuldscharwoude op een kaartavondje, toen hij plotseling in elkaar zakte. De dood trad onmiddellijk Ün. Woensdagavond had de zoon van den heer O. al hier het ongeluk met zijn rijwiel door een raam te vallen, met het gevolg, dat zijn polsslagader werd af gesneden. Directe overbrenging naar het ziekenhuis was noodzakelijk. Donderdag 4 December a.s„ 's avonds 7.30 uur, zal de geheel verbouwde Geref. kerk alhier officieel in ge bruik worden genomen. Ds. Dragt, predikant ter plaatse, zal in den dienst voorgaan. OUDKARSPEL,. Het Steun-Comité, natuurramp 12 Juni 1930, ontving idezer dagen, zooals reeds is meegedeeld, de mededee- üing van den Commissaris der Koningin in deze pro* vincie, dat het Nationaal Storm^Comité 1927 de door bovengenoemd Steun-Comité te vergoeden schade, ge heel zal ultkeeren. Het totaal uit te keeren bedrag is groot f 47958.37, verdeeld over de na te noemen gemeenten: Haren karspel f 14238.50, Koedijk f 9493.50, de Langendijk, om vattende de gemeenten Oudkarspel, Noord- en Zuid- Scharwoude en Broek op Langendijk f 7531, Sint Maar ten f 7015 en Schagen f 7015. toe. Ze was er zich vaag van bewust, dat meneer Drake zllverig-wit, krullend haar had en een vriende lijk gezicht, waarin een paar schrandere oogen glin sterden, die getuigden van een goed hart en gevoel voor humor tevens. Er was iets vaderlijks en vertrou- wen-w.ekkends in zijn verschijning. „U zult mij mijn onaangekondigde bezoek hopenlijk vergeven," begon hij, vóór zij nog gelegenheid had om iets te zeggen," maar ik ben maar regelrecht hierheen gekomen omdat ik zoo vreeselijk benieuwd ben of ik mij vergist heb of niet. Ik hoop maar van niet ik hoop van harte dat ik eindelijk mijn nicht gevonden heb U bent toch juffrouw Prudence Campbell, nietwaar?" „Zoo wordt ik tenminste genoemd," antwoordde zij met trillende stem. „Bent u gekomen hebt u Beide zinnen brak zij plotseling af en haar bezoeker die haar bevangenheid opmerkte, legde met een vriende lijk gebaar de hand op haar schouder. „Kom", zei hij kalmeerend. „Ga nu eens rustig zitten en laten we op ons gemak een praatje maken. Hoogst waarschijnlijk heb je nooit geweten, dat je in Australië nog zoo'n ouden oom had zitten." „Neen, dat heb ik zeker nooit geweten." dacht Eva. „Ik heb die paar duizend mijn afgelegd, enkel en al leen om jou te zoeken," ging hij opgewekt voort. „Hebt u dan ooit over mij hooren spreken?" vroeg zij aarzelend. „En hoe wist -u, dat ik hier was. Ik kan me niet voorstellen hoe u mij in zoo'n afgelegen dorpje als dit, hebt kunnen opsporen." „Ja, dat is ook niet zoo gemakkelijk geweest," ant woordde hy triomfantelijk. „Maar ik ben overtuigd, dat mijn nasporingen nu eindelijk succes hebben gehad. Overal heb ik gezocht, maar in het Noorden, waar jij en mijn arme zuster gewoond hebben, maar telkens als ik een spoor vond, liep het weer dood. Ik was al bijnu van plan om mijn onderzoek maar op te geven, toen ik heel toevallig in een hotel in Londen met een dame in gesprek raakte. Ze vroeg me te logeeren en toen ik bij haar was, vertelde ik haar hoe ik overal tevergeefs naar mjjn zuster en nichtje had gezocht. Ik noemde den naar.i van het meisje en toen zei die dame opeens dat zij een zekere juffrouw Prudence Campbell kende, die in Marohmere woonde." Voor den Langendijk zal de uitbetaling der vergoedin gen geschieden door den Burgemeester dezer gemeente, in hoedanigheid van lid van bovenvermeld Comité. Zij, die daarvoor in aanmerking komen, zullen zoo dra de uitkeering van het bedrag heeft plaats gehad, schriftelijk worden opgeroepen tot het in ontvangst nemen van de hun toegedachte vergoeding. Voorwaar een mooie Sinterklaas^urprise. XII. (Vragen en mededeelingen, deze rubriek betreffen de, in te zenden aan den heer K. van Keulen, Loots- straat 24 Ile étage, Amsterdam.-Hen, die mij brieven zonden, verzoek ik eenig geduld te willen oefenen, laar ik, in verband met mijn verhuizing, geen tijd heb kunnen vinden, er behoorlijk aandacht dan te besteden. VRAGENBUS. Mej. de Wed. K. K. te Oudkarspel bericht ik, dat ik jan de afgebroken stukjes der planten die zij mij zond niet heb kunnen vaststellen, tot welke soort de planten behooren. Het pakje had ook al onder de verhuizing geleden. PLANTEN MET SIERLIJKEN BLADERTOOI. Er is nog een Cypergrasje, dat als kamerplant wordt gekweekt, de Isolepis Pygmaea of Dwerg Iso- lepis, een echt cosmopolitisch plantje. Het is veel eenvoudiger van bouw dan de Cyperus Alternifolius. liet bestaat nl. uit dunne grasgroene halmpjes, die uitloopen in een langwerpig bloempakje. 't Is precies een bosje langbladig gras, maar de halmpjes vallen sierlijk naar alle kanten over. Ook dit plantje ver langd veel water en licht en als men daaraan vol doet, is het mede een der gemakkelijkste kamerplan ten. in den loop der jaren kan men het plantje zoo kweeken, dat het een wortelsiammetje vormt, pre cies zooals op onze lage veengronden wel bij Carex Paniculata in de vrije natuur gebeurt. En wil men er jonge plantjes van kweeken, dan kan men het polletje in meerdere deelen scheuren en elk afzonder lijk in een potje opkweeken. Dat slaagt altijd. Ophiogon Jaburan Variëteit Foliis Aureo Striatus is ook al weer een sierplant uit Japan. De plant vormt lange, lintvormige, goudbont gestreepte bla deren, die aan ondergrondsche wortelstokken ont springen en ze bloeit met blauwe of witte bloem- trosjes. In lichte, matig verwarmde kamers wil deze plant licht gedijen,met een mengsel van bosch- grond en verteerden stalmest, benevens een flinke dosis grof zand, is zij best tevreden. Ze laat zich even gemakkelijk scheuren als de Cyperus en Isolepis en andere wortelstok of pollenvormende planten. 't Is inderdaad prettig, dat we ook voor kamers, waar we 's winters weinig willen stoken, zooveel mooie planten hebben, die het juist daar zoo goed willen doen. Want naast de reeds genoemde planten bezitten we in het z.g. kamerdennetje, Araucaria Excelsa, uit Australië, ook nog een plant voor de koele kamer. Ja, ze blijft mooier in een koel vertrek dan in een regelmatig verwarmde kamer. De naam kamerdennejte is niet slecht gekozen, maar, in groeiwijze en takspreiding heeft de Arau caria Excelsa toch eigenlijk meer weg van een jong sparretje. De takken zijn regelmatig in kransen en étagegewijs, aan het stammetje bevestigd en elk zij- delingsch takje is breed veervormig, puntig toeloo pend vertakt, evenals bij sparren het geval is. Hoe steviger die takjes staan gestrekt, hoe mooier. Elke krans moet zoo veel mogelijk in een horizontaal vlak gespreid zijn en nu komt het, helaas, juist veel voor, dat die kransen, als de plant een poos in de kamer heeft gestaan, min of meer gaat hangen, wat dan aan de natuurlijke, karakteristieke houding van het kamerdennetje veel afbreuk doet. Amsterdam. K. VAN KEULEN. onder leiding van GEO VAN DAM. OPLOSSINGEN. Vraagstuk No. 641. „DE BUITENGEWONE BOEKHOUDER". Deze functionaris voldoet aan al de in de opgave ge stelde eischen, indien hij slechts het woordje ..noch" kan lezen en schrijven. Het was een aardige woordspeling,' die velen niet hebben vermoed, zoodat ook nu weer een dubbelzin nigheid als strikvraag goede diensten bewees. Men zij op z'n hoede voor de volgende! Vraagstuk No. 642. „NUL". Het oorspronkelijke getal is 118, hetgeen blijkt uit de volgende redeneering: Van den vierkantswortel 18 aftrekkende, krijgt men 0. Ergo is de vierkantswortel zelf ook gelijk aan 18. En: 182 324. Dit product was ontstaan door een vermenigvuldiging met 3, dus nu deelen we door 3 en krijgen tot uitkomst 324 3 108. Van het oorspron kelijke getal was toen reeds 10 afgetrokken, zoodat we nu tot slotbewerking krijgen 108 plus 10 118. NIEUWE OPGAVEN. „DE EDAMMER KAASJES", Karei is H^B.S.-er geworden. Hij moet voor zijn moeder een boodschap doen bij den kruidenier, die hen reeds jaren lang bedient en met de familie-omstan digheden dan ook wel eenigszins op de hoogte is. „Zoo Karei, ik heb gehoord, dat je nu op de H.B.S. bent. Hoe bevalt je de wiskunde?" „O, best meneer, ik vind het niet zoo moeilijk als ik dacht, dat het zijn zou." „Nou maar, het valt toch niets mee hoor, dat herinner ik me nog wel uit mijn schooljaren. De eerste som, die ik op kreeg, bij de meetkundeles, was: „Hoe groot is een driehoek, waarvan de zijden 30, 15 en 15 c.M. zijn?" Gelukkig wist ik de uitkomst en maakte zoodoende al direct een goeden indruk op mijn leeraar. Weet jij 't ook?" Karei weet het echter niet. „Nou", zegt die grapjas van een kruidenier, „dat Is „Wat zegt U?" viel Eva verwonderd uit," wist die dame, dat Prudence Campbell hier woonde?" „Ja, zooals ik zei, logeerde ik een paar dagen bij haar. Het is een zekere mevrouw Hewetson; ze woont in een dorpje in Cornwall waar haar man predikant is. Ze wist me te vertellen dat jij na dat spoorwegongeluk hier be land was, ze is een zuster van een schilder, die hier in het dorp woont. Je kunt begrijpen hoe dankbaar ik me vrouw Hewetson was voor haar mededeelingen. Nu weet je dus hoe ik hier gekomen ben." Eva staarde den ouden heer wezenloos aan en het ont ging hem niet dat het meisje heelemaal van streek was. „Ik heb jc heelemaal overstuur gemaakt, geloof ik", zei hij vriendelijk. „Je .wist waarschijnlijk absoluut niet, dat er op de wereld nog zoo iemand als Henry Drake bestond, hè? Je bent natuurlijk vreeselijk geschrokken dat er zoo opeens een oude oom 'uit de lucht komt val len!" „Neen, ik had nooit van U gehoord," stamelde Eva. „Dat dacht ik wel." De glimlach verdween van zijn gezicht, toen hij vervolgde: „Ik heb me eerlijk gezegd, nooit meer veel aan je moeder gelegen laten liggen, na haar vertrek naar Engeland dus ik kan niet verwachten dat zij nog veel aan mij gedacht of over mij gesproken heeft. Misschien dacht zij wei, dat ik dood was, toen zij nooit meer iets van mij hoorde," Eva voelde voor de zooveelste keer een hevig berouw in zich opkomen en zij zou den vermeenden oom graag alles bekend hebben, maar ook nu hield valsche schaamte haar van den cenig juisten weg af. „Toen ik Esther voor het laatst zag, was zij nog niet zoo oud als jij nu. Zij was nog zoo'n echt meisje. Je lijkt overigens niet veel op haar, zou ik zeggen", voegde hij erbij, terwijl hij haar crltisch bekeek. Eva mompelde iets, wat, wist zij zelf nlot precies. „Ze was een knap meisje, mijn zuster Esther," ging Henry Drake voort, „ze moet een vreeselijken tijd door gemaakt hebben nadat haar man gestorven was, heb ik gehoord." „Ja, een ellendigen tijd," herhaalde Eva werktuigelijk Zij moe3t denken aan het verhaal, dat het meisje in den trein haar gedaan had. „Ik vrees ik bedoel ja, zy heeft heel wat armoede geleden." geen driehoek, maar een rechte iyn". Karei krygt een kleur als vuur door het feit, dat hy in den vollen winkel zoo beetgenomen wordt. Hij neemt dan ook direct revanche met de vraag: „Gelijk hebt U, maar kunt U, als vakman, my nu ook zonder uitrekenen, maar alleen uit ervaring, onmid dellijk zeggen, hoeveel halve ponden men van een elf tal Edammer kaasjes (van den bekenden vorm), kan afsnijden Onze winkelier, geboren kaashandelaar, gaf een fou tief antwoord, dat we by de oplossing zullen mede- deelen, en liep er nog leelijker in dan onze Karei! Wat Is het goede antwoord? „HET GRAFSCHRIFT VAN EEN WISKUNDIGE". De geschiedkundigen zijn 't er nu zoo ongeveer over eens, dat Diophantos (uit Alexandrië) gedurende de eerste helft van de vierde eeuw na Christus geleefd moet hebben. Hij is beroemd geworden door zyn arithmetisch werk, waarin de vondsten op wiskundig gebied van meer dan 10 eeuwen vóór zyn tijd zyn neer gelegd. Het onderstaande, hoogst merkwaardige en in den iyn van zijn werk liggende grafschrift werd hem gewyd, dat wy hieronder uit het Grieksch vertaald weergeven en waarvan wij gaarne de ontraadseling van onze scherpzinnige lezers tegemoet zien. „Hier dekt de grafsteen Diophantos een wonder te aanschouwen; Door arithmlsche kunst leert ons de steen zijn leeftijd. Een zesde van het leven verleende God hem kind te blijven Gevend een twaalfde daarna, deed hij den baard ontkiemen; Stak voor hem in het zevend' den fakkel der bruiloft aan, En vijf nadien werd hem een zoon gegeven. Wee, ongelukkig kind, zoo geliefd! Ter helft had hy zijn leeftijd Zyns vaders bereikt, toen werd Hades, de duist're, zyn deel. Vier jaar nog zyn smart door de leer der getallen verzachtend, Kwam bij het eind van 't leven ook eindelijk hij-zelve aan". „Het was toch geen vergissing van my om jou te ko men opzoeken?" vroeg Drake plotseling toen hij zich bewust werd, dat hij zijn verwantschap zonder meer als bewezen had aangenomen, „fe zult my toch hoop ik niet vertellen, dat jij niet de Prudence Campbell bent, die ik bedoel? Ik zou het afschuwelijk vinden als ik myn on derzoek van voren af aan moest beginnen, dat verze ker ik je. Maar als het moet ik zal mijn nichtje vin den, al zou ik haar tot in de uiterste hoeken van dc aarde moeten zoeken." Eva's gedachten werden onweerstaanbaar getrokken naar het rustig hoekje op het kleine kerkhof van Trar.s- field met den eenvoudigen grafsteen, die den naam Eva Ilartwood droeg en waar de echte Prudence Campbell ter eeuwigen rust was gelegd. „Ik hoop toch maar, dat jij mijn nicht blijkt te zyn", hoorde zij haar bezoeker als uit de verte zeggen. „Ik zou echt teleurgesteld zijn, als het niet zoo was. Je hebt waarschynlijk wel een portret van je moeder, nietwaar? Als je dat hebt, zou ik je onmiddellijk kunnen vertellen of het mijn zuster Esther is of niet. Je moeder heette toch Esther nietwaar?" zyn toon klonk zoo angstig, dat het haar onmogeiyk was hem teleur te stellen. Zwygend opende zij een oude doos die op een tafeltje in den hoek van de kamer stond, en die afkomstig was uit den koffer van haar verongelukte reisgenoote. Ze haalde er een vergeeld por tret uit in een eenvoudig houten lijstje. Geruimen tijd keek Drake naar het portret, dat het meisje hem overreikte. „Natuuriyk is het Esther. Maar het is niet Esther zoo als ik mij haar herinner. Arm kind! Wat moet zy geleden hebben, om zóó te veranderen." „zy heeft vreeselijke jaren doorgemaakt," zei Eva zacht. „Natuuriyk... ch... toen zij niemand mee:- had. om voor haar te zorgen, hebben zij en haar kind er.n onbe- schrijfelyk hard leven gehad." „Arm kind, arm kind!" De oogen van den vriendeiy- ken grysaard waren vochtig geworden en zyn stem trilde „Hoe is het toch mogelijk dat ik my al dien tijd niet om haar bekommerd heb! Het was natuuriyk geen opzet, geen hardvochtigheid, maar het was toch schandelijk onnadenkend, om een eigen zuster zoo te verwaarioozen Opl-ssing Vraagstuk No 643. (A. Chaix). De diagramstand was: zw. 11 sch. op 8, 10—12, 15, 17, 18, 21, 27, 28 en 35. Wit 8 sch. op 19, 2C, 24, 29, 37, 38, 45, 48. Wit wint hier door meerslag- toepassing op bekende wyze door 3732, 4540, 19— 14, 4842!42:2, 2:47!! NIEUWE OPGAVEN. van W. Hoekstra, Den Haag. Zwart: 11. - '"•-V Wit: 11. De diagramstand in cyfers behoort te zyn: Zw. 11 ach. op 5, 8—10, 12, 14, 20, 25, 26, 27. 30. Wit 11 sch. op 23, 28, 29, 33, 34, 37, 42—44, 48, 50. Wit speelt en wint. Oplossing Vraagstuk No. 644. (W. A. Shlnkman), De diagramstand luidde: Zw. 5 st., Ka8, Te8, Ta5, Df3, pion h5. Wit Tb7, Lc7, pions b5, c5, a2, c2, g2, Kh2, Pgl. Door een fraaien dubbelen aanval, een jiu-jitsu-kneep van de witte dame, waardoor zij den stryd tegen twee zwarte torens opneemt, wordt hier de winst als volgt verkregen (Detreit Free Press 1882): 1. Khl. Op h4 volgt Dh5; op Ta6 De2; op Ta4 De4; op Ta2 Df7; op Tc8 Dtf5; op Tg8 Dd5; op Th8 Dc3. NIEUWE OPGAVEN. van S. L1 o y d. Zw. 10 stukken. ÉÜP abcdefgh Wit 9 stukken. De diagramstand behoort te zijn: Zw. 8 pions op a7, b6, b5, d3, f7, f6, g7, g3; Lc6; Kd4. Wit 5 pions op a6, b4, b2, d2, f3; Ld6; Pc3; Pe3; Kgl. Wit speelt en geeft mat in vier zetten! en te vergeten. Maar ik heb me eigeniyk nooit een oogenblik tijd gegund om aan iets anders te denken dan aan mijn werk, ik ben eenvoudig de slaaf van mijn werk geweest. En nu achteraf te moeten denken, dat zij ge brek leed en in moeilijkheden verkeerde, terwyl ik in staat was'om haar te helpen..." „Ik v/eet zeker, dat zij geen wrok tegen u heeft gekoes terd," verklaarde Eva zacht. Ze was diep bewogen door het oprechte berouw van den ouden man en ze dacht eraan hoe het meisje in den trein, haar overleden moeder geroemd had om haar goedhartigheid en vergevingsge zindheid jegens alle menschen. „Ze kon zich waarschyn- lyk heel goed voorstellen dat u, daar in het verre land, haar vergeten had. Maar zy heeft haar dochter nooit over u gesproken," eindigde zij, zich herinnerend, dat Prudence Campbell haar uitdrukkelijk meegedeeld had, dat zij, voor zoover zy wist, geen familie meer had. „Natuuriyk dacht zy, dat ik dood was, toen zy in zoo veel jaren niets meer van mij had gehoord. En door haar eigen druk leven en haar zorgen zal ze ook wel niet veel meer hebben gedacht aan haar jeugd en fa milie in Australië. Maar in elk geval, je hebt dus nooit van mij gehoord?" „Neen, nooit", antwoordde Eva naar waarheid. „Maar ik vind het heel vriendelijk van U, dat U my bent komen opzoeken." „Het bloed kruipt, waar het niet gaan kan, kind", ant woordde hij. „En nu dat ik je eenmaal gevonden heb, wil ik niet, dat je je hcele leven verder eenzaam siyt, in zoo'n nest als dit, We gaan samen naar Londen en daar zul je een leventje als een prinses hebben, dat be loof ik je! Daar kunnen wy op ons gemak plannen ma ken voor de toekomst. Bovendien zou ik het erg aardig vinden als je kennis maakte met het meisje, dat tydeiyk als myn secretaresse dienst doet. Zy werkt buitengewoon goed, het is een verbazend intelligent kind, heel flink en een aardig, gezellig meisje bovendien. Ik geloof vast, dat jullie uitstekend met elkander zullen kunnen op schieten. OUvg Davidson heet ze..." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 26