Mager Courant
ACCdWSBliiOV I. en H. J. ENNIK
Memeijer's
De Zuiderzee-
egging.
TWEEDE KAMER.
Derde Blad.
Binnenlandsch Nieuws.
H. ERIKS, oud-Burgemeester van PETTEN.
Volgorde der inpolderingen.
Geen stopzetting der
werkzaamheden.
Zijn patroon doodgeslagen.
Twee menschenlevens gered.
De Zuiderzeedijk.
Zaterdag 6 December 1930
73ste Jaargang. No. 8778
Donderdag ié de Kamer doorgegaan met de behan
deling der landbouwbegrooting.
De heer Braat wil de benoeming van een Direc
teur-Generaal van Landbouw en klaagt over het wei
nige dat de regeering voor den landbouw in deze
crisisdagen doet.
Aan ambtenaren, pensioenen en vioolbouw worden
millioencn uitgegeven. Spr. ziet niet in, dat onthef
fing van den landbouw van de premie voor de sociale
verzekering tot moeilijkheden zou leiden. De Land-
bouw-uitvoerwet geeft geen baat, er zullen andere
maatregelen moeten worden genomen, om onze land
bouwproducten over de tariefmuren heen te helpen.
Overal in het buitenland steunt men den landbouw
met reusachtige bedragen. Hier is men nog steeds
aan het „overwegen".
De heer Bakker (c.h.) zegt, dat wij niet moeten spre
ken van een crisis in den landbouw, maar in het
akkerbouwbedrijf. Men hoede zich voor overdrijving.
Maar in het akkerbouwbedrijf is de nood van zoo-
danigen aard, dat een beroep op steun van de regee-
ring mag worden gedaan.
De regeering verleene vooral steun aan de suiker
bietenteelt, een bedrijf, dat duizenden werk verschaft
en verleene een renteloos voorschot aan de aardappel
meelfabrikanten en een crediet aan de veenkoloniale
boerenbevolking. De regeering heeft materieel nog
geen enkel offer gebracht tot leniging van den nood.
Verlaging van de vrachttarieven voor land- en tuin
bouwproducten voor export is urgent Men moet ze
niet verlagen ook voor binnenlandsch vervoer, want
dan wordt de binnenschipperij geschaad. De export
zou ook kunnen worden bevorderd, zelfs naar Indië,
door beter controle op de aardappelen bij verzending
door inderdaad deskundigen.
De heer Van der Sluis (s.d.) zegt, dat de deskun
digen het over de oorzaken van de crisis niet eens
zijn. Op dit moeilijke terrein is eenige voorzichtigheid
en bescheidenheid wel aan te bevelen. Maar de toe
stand is even ernstig als bij de groote landbouw
crisis van 18S0. Thans, vijftig jaren later, doet zich
hetielfde voor: er is overvloed van graan, aardappe
len, suiker, rubber enz. En wat is de oorzaak van dien
overvloed? Spr. meent, dat binnen het raam der ka
pitalistische maatschappij de boer niet is te helpen.
Slechts in het socialisme kan hier afdoende geholpen
worden. Liet men de menschen aan hun lot over, dan
zou er revolutie komen.
De heer Wijnkoop acht dat juist goed.
De heer Van der Sluis vraagt de regeering naar
haar program in deze crisis, wil een aanstelling van
een Directeur-Generaal van Landbouw en dient daar
voor een motie in.
De heer J. Vos (r.k.) stelt vast, dat voor den land
bouw zonder hulp der regeering verbetering niet mo
gelijk is. Daarbij is de vrees niet denkbeeldig, dat het
buitenland ook den uitvoer van onze zuivel- en vee-
teeltproducten gaat belemmeren. Spr. wijst op de
daartoe in Duitschland reeds gedane pogingen. Het
compenseerend invoerrecht op suiker vult de groote
prijsdaling in de suiker niet voldoende aan.
Ook is de steun noodig voor de veenkoloniale aard
appelteelt. De akkerbouw dient in zijn tegenwoordi-
gen omvang behouden te blijven. Aan tarwe hebben
wij in ons land nog een groot tekort. Spr. hoopt daar
om, dat het ontwerp meng- en maalgebod spoedig zal
worden behandeld. Maar verder moet de minister met
een complex van organische in elkaar grijpende
maatregelen komen.
De regeering brenge voorts het pootgoed aardappe
len onder de Landbouwuitvoerwet ter voorkoming,
dat minderwaardige aardappelen als Nederlandsch
pootgoed worden uitgevoerd.
De heer Weitkamp (c.h.) betoogt, dat de economi
sche crisis een wereldvraagstuk is. Alleen het geloof
in Gods almacht zal dit vraagstuk oplossen. Niet het
socialisme, doch het weer aanvaarden van den grond
slag, waaruit voortkomt het christelijke leven in
staat en maatschappij, zal redding kunnen brengen.
Spr. zegt dat men in Nederland steeds een plato
nische liefde voor den boerenstand hoort Spr. dringt
aan op steun der Veenkoloniale boerenbevolking,
wier aardappel- en roggeteelt niet meer rendabel is,
en op aanstelling van een directeur-generaal van
den landbouw.
De heer Ebels (v.d.) wenscht her-taxatie van de In
tijden van hoogconjuctuur uitgegeven boerenplaatsjes
krachtens de Landarbeiderswet. De menschen kunnen
deze plaatsjes anders niet afbetalen.
Spr. steunt de motie-Van der Sluis. De crisis in den
akkerbouw is een crisis van overproductie. Spr. wil
verlaging der Spoorwegtarieven.
Ook wijst spr. op de hooge keurloonen bij den uit
voer van vee en van aardappelen. Spr. stelt de vraag
©f de akkerbouw in ons land op den duur wel loonend
kan zijn, daar de productiekosten zoozeer gestegen zijn.
Men breide geleidelijk de veeteelt en den tuinbouw uit
•De crisismaatregelen moeten een streng tijdelijk karak
ter hebben. Het voorschot aan de aardappelmeelindu-
strie moet renteloos zijn en op behoorlijk langen termijn
worden gegeven.
De heer Tilanus (c.-h.) meent, dat op het gebied van
het lager land- en tuinbouwonderwijs met de beschik
bare middelen meer zou kunnen worden bereikt.
Spr. wil de Leerplichtwet zóó wijzigen, dat het platte
landskind het zevende leerjaar op een land- of tuin
bouwschool mag doormaken.
De heer Bierema (lib.) wil eveneens een directeur-
generaal van Landbouw.
Blijft overheidssteun achterwege, dan zal het groot-
ete deel van het akkerland braak blijven liggen of om
gezet worden in grasland. Het forceeren daarvan zou
zeer bedenkelijke gevolgen hebben.
Een der redenen van den crisis noemt spr. de dum
ping die in het butenland wordt toegepast door uit
voerrechten. Wordt onzerzijds geen steun verleend aan
de suikerbietenteelt dan zal deze verdwijnen, ofschoon
i juist hier de natuurkundige omstandigheden zoo bij
uitstek geschikt zijn. Men handhave onze handelspoli
tiek, doch men neme tijdelijk de excessen weg.
Spr. is zeer teleurgesteld door de afwijzing der ver
laging van de Spoorwegtarieven. De vracht is 60
van de waarde. Het buitenlandsche fruit wordt nota-
bene goedkooper vervoerd dan het inlandsche. Rotter
dam en Amsterdam hebben speciaal lage tarieven. Er
moet in deze een ander spoorweg-beleid komen. Ge
beurt dat niet. dan zal spr. tegen de Waterstaats-
begrooting moeten stemmen.
De heer Van den Heuvel (a.-r.) wil den directeur-
generaal niet aan de regeering opdringen. Spr. prefe
reert een afzonderlijk departement van Landbouw,
waaronder ook de drooggemaakte Zuiderzee zou res
sorteeren. De regeering heeft volgens spr. niet bewezen,
de agrarische politiek voldoende te beheerschen.
Een agrarische crisis is veel erger dan elke andere,
omdat men hier niet heeft te doen met naamlooze ven
nootschappen, waarvan de aandeelen wijd en zijd ver
spreid zijn, maar met boerderij aan boerderij.
De crisis wordt op onnatuurlijke wijze verscherpt
door maatregelen door het buitenland. Dit brengt den
plicht voor de Regeering mede om in te grijpen.
Spr. vraagt verlaging der spoorwegvrachten, steun
aan de tarwe-cultuur, steun aan de suikerbietencultuur
en steun aan de veenkoloniale aardappelen. Door sub
sidie zal aan het vervoer van land- en tuinbouwproduc
ten reductie moeten worden verleend, daar Duitschland
en Italië dit ook doen. Spr. hoopt, dat de Tarwewet
spoedig zal worden aangenomen. Voor de rogge zou
spr. een verkapt invoerverbod wenschen.
De heer Hiemstra (s. d.) wraakt de tegenstelling
tusschen socialisme en christendom. Spr. betoogt, dat
men ten plattelande ten onrechte op verlaging der
ambtenaren-salarissen aandringt. Wij hebben steun
maatregelen noodig van tijdelijken aard. Voorts be
pleit spr. credietverleening aan de tuinders.
De Regeering moet de tekorten van de tuinders bij
den export als gevolg van de te hooge spoorwegvrachten
dekken, indien zij geen verandering wil brengen in de
spoorwegpolitiek.
Spr. ziet niet in waartoe de aanstelling van een land-
bouwconsulent in algemeenen dienst noodig is.
De heer Zadelhoff (s. d.) en Mevr. BakkerNort
(v. d vragen vogelbescherming en de heer Lockeveer
(r.k.) betoogt dat de depressie als een lawine op het
Zeeuwsche volk neergekomen is en de Zeeuwsche wel
vaart dreigt te verpletteren. Er moeten maatregelen
worden genomen om opvoering van hypotheken te
voorkomen. De hypotheekrente is te hoog. De tegen
stelling tusschen stad en land wordt verscherpt wan
neer tegenover goedkoope levensbehoeften armoede voor
den landbouwer staat. Met spanning wacht de geheele
Zeeuwsche bevolking op steun.
Men kan de gelden vinden b.v. door een verhoogde
belasting op de sigaretten.
De heer Lovink (c. h.) sluit zich aan bij de ver
schillende geuite wenschen en vraagt de stichting van
een wetenschappelijk instituut ter veredeling van de
cultures der kweekers.
De heer Zijlstra (a. r.) gelooft dat er geen streek
in ons land is die zoo zwaar door de crisis wordt ge
troffen als de Groningschc en Drentsohe veenkolonies.
Met een crediet zou de aardappelmeelindustrie en dus
ook de veenkoloniale landbouw kunnen worden geholpen
Dan kan het bedrijf in stand blijven en doorwerken.
Mocht het waar zijn dat de Duitsche dumping binnen
kort een einde zal nemen, dan zou dit reeds een licht
punt zijn.
Mejuffrouw Westerman (lib.) ziet bezwaar in het
denkbeeld van den heer Tilanus, waardoor de kinderen
om het zevende leerjaar te ontlcopen naar de land
bouwschool zouden gaan. Spr. dringt verder aan op een
uitvoerverbod van zangvogels.
De heer Floris Vos (m. p.) vraagt den Minister alle
aandacht te blijven wijden aan een scheiding van de
departementen van Binncnlandsche Zaken en Land
bouw. Spr. acht het v/ensohelyk. dat de adviezen van de
centrale en de provinciale landbouwcommissies zullen
worden verwerkt naast die van de commissie-Lovink.
Spr. waarschuwt tegen algemecne verlaging der spoor-
v.-egvrachten daar zulks kan leiden tot benadeeling van
de binnenschipperij. Spr. is voorstander van steun aan
den landbouw in baar geld en geeft daaraan de voor
keur boven een maal- en meng^ebod. Spr. dringt aan
op een streng verbod van den uitvoer van zangvogels
2n op afschaffing der tollen.
Daarna wordt de vergadering geschorst.
VERSCH BROOD IN HOTELS.
Zelf bakken door hotels in strijd met de
Arbeidswet.
Naar aanleiding van het feit, dat enkele hotels in
Amsterdam en Botterdam zelf brood willen gaan
bakken met de bedoeling, dat 's morgens bij liet ont
bijt versch te. verstrekken, heeft de secretaris der
Centrale Bcdrijfscommissie. bedoeld in de collectieve
arbeidsovereenkomst voor het bakkersbedrijf, zich ge
wend tot den directeur-generaal van den arbeid met
de vraag, of deze een en ander in overeenstemming
acht met de Arbeidswet.
De directeur-generaal van den arbeid antwoordde,
dat volgens do Arbeidswet iedere ruimte waar broo l
gebakken wordt, valt onder alle bepalingen betref
fende broodbakkerijen en dus vóór 10 uur s morgens
geen versch of opgewarmd brood mag worden afge
leverd, dus ook niet aan logeergasten.
ADMINISTRATIËN
BELASTINGZAKEN.
Hoofdkantoor: HAARLEM, Wilhelminastraat. Tel. 11601. Na 6 uur Tel. 14621
Bijkantoor; 's GRAVENHAGE. i.keleistraat 56.
Speciale afdeelingen voor BLOEMBOLLENCULTUUR,
LAND- EN TUINBOUW en VEETEELT.
INLICHTINGEN bi) onzen CORRESPONDENT, den heei
Ongegronde vrees, dat het IJ se lm eer geen
zoet water zou bevatten.
Aan de M. v. A. op het V. V. (O.B. 4 Nov.) over de
begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1931 is het vol
gende ontleend:
Het was den Minister aangenaam te vernemen, dat
hulde werd gebracht aan de directie der Zuiderzeewer
ken voor haar voortvarendheid. Ook de Minister be
treurt djt de uitvoering van verschillende werken kost
baarder blijkt te zijn dan eertijds werd verwacht
Dat volgens een uitspraak van ir. Bijl het IJselmeer
geen zoetwater zal bevatten moet op een misverstand
berusten; ook bij zeer ongunstige onderstellingen behoeft
niet gevreesd te worden voor verzouting van de afge
sloten Zuiderzee.
De minister overweegt, of bij het voortzetten van de
drooglegging aan den Noordoostelijken polder de voor
rang zal moeten worden gegeven. Met alle erkenning
van de waarde van de opgesomde argumenten voor het
spoedig ter hand nemen van dezen polder in het bijzon
der met het oog op de daaruit voortvloeiende mogelijk
heid van werkverruiming in de aangrenzende streek on
der de min gunstige tijdsomstandigheden, moet toch
ook rekening worden gehouden met de eischen van goe
de financiering van deze zeer kostbare werken. Vast zal
moeten staan, dat naast de zware geldelijke offers, welke
in de komende jaren van den staat voor de uivoering
van andere groote waterstaatswerken zullen worden ge
vraagd, ook de groote kosten voor de verdere inpolde
ringen kunnen worden gedragen. Daarbij zal zeker be-
hooren te worden overwogen in hoeverre het economisch
is van de ervaringen van de bestaande organisatie aan
personeel en materieel, ook voor de volgende inpolde-
ringsrwerkzaamheden, gebruik te maken en in welken
vorm dit dan zal moeten gescheiden, alsmede of het alge
meen belang medebrengt die organisatie intact te hou
den, door de gelegenheid te scheppen, dat zij onmiddel
lijk na afloop van het thans in uitvoering zijnde werk
eep nieuw arbeidsveld in de afgesloten Zuiderzee vindt.
Evenwel zijn deze overwegingen naar de meening van
den minister niet beslissend ten aanzien van de vraag, of
en waar het inpolderingswerk zal worden voortgezet
Afsluiting van het IJ-meer.
Het nemen van een beslissing inzake de te maken LJ-
meer afsluitingen, teneinde de zuidelijke inpoldering te
bespoedigen moet worden optraden, wanneer volgens
den gedachtengang die in het Voorloopig Verslag tot
uitdrukking kwam, besloten zou worden reeds dadelijk
de noordoostelijke inpoldering ter hand te nemen. De te
maken LJ-meer-afsluiting toch vormt tevens een onder
deel van de bedijking van de zuidelijke polder, zoodat
uit economische overwegingen de uitvoering van de daar
toe noodige werken by voorkeur zal dienen te geschieden
op een tijdstip, waarop verwacht mag worden, dat de
geheele daarmede samenhangende zuidelijke inpoldering
spoedig kan volgen.
Laatstbedoelde Inpoldering gelijktijdig met de noord
oostelijk te ondernemen, schijnt economisch niet goed
te verantwoorden.
In welke volgorde en op welke tijdstippen de volgende
inpolderingen achtereenvolgens dienen te worden ter
hand genomen, is nog in studie, zoodat hieromtrent thans
nog geen mededeeling kan worden gedaan.
Wat de opmerking betre'ft, of het niet beter zoude zijn
a'IIe werkzaamheden aan de Zuiderzee stop te zetten
vanwege de heerschende malaise in den landbouw, moge
de minister wel de aandacht er op vestigen, dat 'n werk
als het onderhavige, dat van zeer langen duur is. niet
aanstonds afhankelijk gesteld mag worden van de econo
mische conjunctuur van.het oogenblik.
Het ligt in de bedoeling de schutsluis op Kornwerder-
zand zoo spoedig mogelijk in bedrijf te stellen.
Het rioolwater van Amsterdam.
Daar de commissie Inzake de wijziging der afsluiting
van het IJ geen bezwaar zag in de loozing van het riool
water van Amsterdam op het slechts 7000 H.A. grooto
LJ-meer, is 't niet te verwachten, dat de afsluiting der
Zuiderzee een gevaar zal opleveren voor de volksgezond
heid in verband met den vuilafvoer van Amsterdam. De
afsluiting van de Zuiderzee zal in vele gevallen verbe
teringen voor de afwatering met zich brengen, zoodat
niet gevreesd behoeft te worden, dat de afwatering van
den Wsel in gevaar zal komen.
Het bedrag van f 12 millioen voor de uitvoering van
militaire werken heeft uitsluitend betrekking op voor
zieningen voortvloeiende uit Artikel 1 van de eerste mi
litaire Zuiderzeewet van den 29en Juli 1925 n.1. op den
bouw van duurzame versterkingen op of nabij den afsluit
dijk, alsmede voor de daarvoor uit te trekken bewape
ning.
Naar de minister meent, wordt thans in de verzorging
van de cultureele en geestelijke belangen alsmede in do
ontspanning van de arbeiders bij de Zuiderzeewerken be
hoorlijk voorzien. Mocht blijken, dat hieraan nog iets
ontbreekt, dan zal hij niet nalaten te overwegen, of als
nog voorziening noodig is.
Het is den minister niet duidelijk, op grond van welke
feiten een aantal leden van meening is, dat de verwach
ting wordt gewerkt, dat het IJselmeer nog een belang
rijke broodwinning zou kunnen verschaffen. De meening
van deze leden, dat zulks zeer onwaarschijnlijk is te
achten, kan de minister niet deelen. Hij is van oordeel,
dat, mits de noodige geschikte maatregelen getroffen
worden, de vlsscherij op do afgesloten Zuiderzee, zij het
dan ook niet terstond na de afsluiting dan toch na enkele
jaren, aan een vrij belangrijke aantal vlsschers een vol
ledig bestaan zal kunnen opleveren.
Van het bedrag van f 365.000, uitgetrokken voor het
verleenen van geldelijke tegemoetkomingen, is f 188.000
geraamd voor ouden van dagen.
Ten slotte kan de minister den leden, die aandrongen
op vergoeding voor eigeftaren van gebouwen, staande
op het haventerrein te Oudeschild op Texel, wegens de
schade, die zij vreezen van de afsluiting van de Zuider
zee te zullen lyden door de te verwachten hoogere wa
terstanden, daar deze panden niet door den omringdijk
van de haven worden beschermd,, mededeelen, dat. hoe
wel een rechtsgrond voor eene verplichting van den
Staat tot schadevergoeding ten deze niet kan worden
erkend, hij bereid is te overwegen of. en zoo ja. in hoe
verre aanleiding bestaat om belanghebbenden tegemoet
te komen.
By het in cultuur brengen van de lVieringer-
mrer zoo weinig mogelijk personeel in 's
ryks dienst.
Gelijktijdig met deze Memorie van Antwoord is ver
schenen die over het wetsontwerp tot wijziging van de
begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1930. Daarin
deelt de minister van Waterstaat mede, dat het de bedoe
ling is voor het in cultuur brengen van dê Wieringer-
meer, zoo weinig mogelijk personeel In 's rijsk dienst te
nemen. Voor de leiding van de werkzaamheden in den
polder, dient de directie echter de beschikking te heb
ben over een kleine staf van personeel, bestaande uit een
inspecteur en twee of drie'jongere adjunct-inspecteurs
(landbouw-ingenleurs).
Het drama op de ijzergieterij te Bftrgen
op Zoom. Tegen den dader 8 Jaar ge-
eischt.
Donderdag stond voor de Bredasche rechtbank te
recht con 32-jarige fabrieksarbeider uit Bergen op
Zoom. thans gedetineerd. Yord. had 18 October bij een,
twist met den chef, den beer B. F. de Bie óp de
werkplaats der N.V. Ijzergieterij v.h. A. F. de Bie en;
Zn., te Bergen op Zoom, een ijzeren staaf gegrepen
en daarmede zijn patroon zoodanig op het hoofd ge-,
slagen, dat deze ineenzakte en levensgevaarlijk pc-1
wond naar een ziekenhuis moest worden gebracht,
waar hij den volgenden dag overleed. De dader gaf
zich zelf bij de politie aan. j
Er werden zeven getuigen gehoord, waarbij bleek,
dat verd. bekend stond als opvliegend.
De verdachte zeide, kwaad tc zijn geworden over,
een naar zijn meening niet gerechtvaardigde opmer
king van den heer De Bie over zijn werk. Ook vorige
dagen waren er door den patroon opmerkingen ge
maakt, maar nu nam hij zich voor cr een einde aan
tc maken.
De Officier van Justitie, mr. L. graaf van Limburg
Stirum, achtte in zijn requisitoir moord niet bewe-''
zen, wel echter den doodslag. Naar zijn mecning is
een strenge straf gerechtvaardigd cn hij eischte dan
ook een gevangenisstraf van acht jaar.
De verdediger, mr. J. v. d. Goes van Naters legt
er allereerst den nadruk op dat verdachte zenuwach
tig was, onevenwichtig en onbeheerscht. Hij heeft
niemand anders dan zijn moeder wier kostwinner hij
is. Verdachte heeft een"-reeks prikkelingen ondergaan,
die een wrok bij hem hebben doen ontstaan, waar
aan hij onberedeneerd en onbeheerscht gevolg heeft
gegeven. Thans heeft hij verdriet over zijn daad.
Pleiter vrofg daarom clementie.
Uitspraak 18 December a.s.
Een heldhaftig optreden.
Dinsdag, zoo lezen we in de „Msb.", geraakte het
i-jorig dochtertje van de familie B. bij het spelen op
den Linker Bottekade te Hillegersberg, bij Rotterdam,
in de Botte.
De moeder van het kind, zag het ongeval én sprong
radeloos van angst, het reeds zinkende kind na. De
dappere vrouw, die evenmin kon zwemmen, pakte het
kind en trachtte zich, en haar kii\d nog boven wa
ter te houden, doch haar krachten raakten uitgeput
en moeder en kind zakten steeds dieper weg.
Op den oever stonden wel eenige menschen, doch
ook deze konden niet zwemmen en sloegen in ont-
zettenden angst het drama gade, zonder iets te kun
nen doen. Gelukkig kwam juist op tijd nog de melk-
slijter J. Moorman, wonende Linker Rottekade te Hil
legersberg voorbij.
Onmiddellijk sprong hij gekleed tc waten en na
tweemaal duiken in het ijskoude water, mocht deze
het genoegen smaken moeder cn kind in bewusteloo
zen toestand ean wal te brengen. Dr. van Dijk, die
inmiddels was geroepen verscheen ter plaatse en
wist al spoedig de levensgeesten van de drenkelin
gen op te wekken.
Dank het heldhaftig optreden van den koenen red
der, waren twee menschenlevens gered.
Friesland in 1934 per trein over Wlezingen
te bereiken.
Naar het „Hdbld." verneemt, zijn thans bij de Ned.
Spoorwegen plannen in voorbereiding, om Friesland
een vaste verbinding te bezorgen met Noordholland
over den nog te maken afsluitdijk, cn Wicringen
heen.
Daartoe zal hot noodig zijn, het traject Heerhugo-
waardAnna Paulowna van dubbel spoor te voor
zien, (wij berichtten reeds een dezer dagen, dat hier
voor de plannen al gereed waren Bed. Sch. Ct.),
hetgeen tot dusver voor het reizigersvervoer naar Den
Helder gemist kon worden. Tevens ligt het in de be
doeling op het eiland Wicringen een paar station
netjes te bouwen en wel tc Hippolytushoef en Den
Oever. De dijk, die de afsluiting der Zuidrezee zal
vormen, komt in Friesland uit bij het dorp Zurich,
iets ten Zuiden vnn Ilarlingcn.
Wanneer deze plannen zullen worden uitgevoerd,
staat nog niet vast, vermoedelijk zal het wel 1034 of
193.r> worden, voordat de reizigers van deze nieuwe
verbinding kunnen profiteoren.
DOODELLJKE VAL.
Van het dak gevallen.
Donderdagmorgen pm kwart over negen is te Den
Haag de Gó-jarige loodgieter G., bij werkzaamheden
in het Hof van Willem Klein, van het dak gevallen.
De man is bijna onmiddellijk aan de gevolgen van
dezen val overleden.
Het lijk is door den Geneeskundigen Dienst naar
het doodenhuis aan den Zuidwal gebracht.
INBRAAK IN EEN GOUDSMIDSWINKEL.
Aantal gouden ringen gestolen.
Donderdagmorgen tusschen 9 en 10 uur is in den
Toudsmidswinkel van den heer R. te Zwijndrecht in
gebroken. Er zijn een aantal gouden ringen tot een
bedrag van f300 a f600 gestolen. De heer B. kan zich
niet herinneren, dat hij dien morgen uit den winkel
is geweest. Vermoedelijk heeft hij echter enkele mi
nuten den winkel verlaten, om in den aangrenzen-
den winkel te zien en heeft de dief in dit korte oogen-
blik zijn slag geslagen. Donderdagmiddag is op den
Bojterdamsclien weg het kussen teruggevonden, waar
op de ringen lagen. Het vermoeden bestaat, dat de
dief in de richting Rotterdam is ontkomen. Verzeke
ring dekt de schade.