Mager Courant ACCdWSBliiOV I. en H. J. ENNIK Memeijer's De Zuiderzee- egging. TWEEDE KAMER. Derde Blad. Binnenlandsch Nieuws. H. ERIKS, oud-Burgemeester van PETTEN. Volgorde der inpolderingen. Geen stopzetting der werkzaamheden. Zijn patroon doodgeslagen. Twee menschenlevens gered. De Zuiderzeedijk. Zaterdag 6 December 1930 73ste Jaargang. No. 8778 Donderdag ié de Kamer doorgegaan met de behan deling der landbouwbegrooting. De heer Braat wil de benoeming van een Direc teur-Generaal van Landbouw en klaagt over het wei nige dat de regeering voor den landbouw in deze crisisdagen doet. Aan ambtenaren, pensioenen en vioolbouw worden millioencn uitgegeven. Spr. ziet niet in, dat onthef fing van den landbouw van de premie voor de sociale verzekering tot moeilijkheden zou leiden. De Land- bouw-uitvoerwet geeft geen baat, er zullen andere maatregelen moeten worden genomen, om onze land bouwproducten over de tariefmuren heen te helpen. Overal in het buitenland steunt men den landbouw met reusachtige bedragen. Hier is men nog steeds aan het „overwegen". De heer Bakker (c.h.) zegt, dat wij niet moeten spre ken van een crisis in den landbouw, maar in het akkerbouwbedrijf. Men hoede zich voor overdrijving. Maar in het akkerbouwbedrijf is de nood van zoo- danigen aard, dat een beroep op steun van de regee- ring mag worden gedaan. De regeering verleene vooral steun aan de suiker bietenteelt, een bedrijf, dat duizenden werk verschaft en verleene een renteloos voorschot aan de aardappel meelfabrikanten en een crediet aan de veenkoloniale boerenbevolking. De regeering heeft materieel nog geen enkel offer gebracht tot leniging van den nood. Verlaging van de vrachttarieven voor land- en tuin bouwproducten voor export is urgent Men moet ze niet verlagen ook voor binnenlandsch vervoer, want dan wordt de binnenschipperij geschaad. De export zou ook kunnen worden bevorderd, zelfs naar Indië, door beter controle op de aardappelen bij verzending door inderdaad deskundigen. De heer Van der Sluis (s.d.) zegt, dat de deskun digen het over de oorzaken van de crisis niet eens zijn. Op dit moeilijke terrein is eenige voorzichtigheid en bescheidenheid wel aan te bevelen. Maar de toe stand is even ernstig als bij de groote landbouw crisis van 18S0. Thans, vijftig jaren later, doet zich hetielfde voor: er is overvloed van graan, aardappe len, suiker, rubber enz. En wat is de oorzaak van dien overvloed? Spr. meent, dat binnen het raam der ka pitalistische maatschappij de boer niet is te helpen. Slechts in het socialisme kan hier afdoende geholpen worden. Liet men de menschen aan hun lot over, dan zou er revolutie komen. De heer Wijnkoop acht dat juist goed. De heer Van der Sluis vraagt de regeering naar haar program in deze crisis, wil een aanstelling van een Directeur-Generaal van Landbouw en dient daar voor een motie in. De heer J. Vos (r.k.) stelt vast, dat voor den land bouw zonder hulp der regeering verbetering niet mo gelijk is. Daarbij is de vrees niet denkbeeldig, dat het buitenland ook den uitvoer van onze zuivel- en vee- teeltproducten gaat belemmeren. Spr. wijst op de daartoe in Duitschland reeds gedane pogingen. Het compenseerend invoerrecht op suiker vult de groote prijsdaling in de suiker niet voldoende aan. Ook is de steun noodig voor de veenkoloniale aard appelteelt. De akkerbouw dient in zijn tegenwoordi- gen omvang behouden te blijven. Aan tarwe hebben wij in ons land nog een groot tekort. Spr. hoopt daar om, dat het ontwerp meng- en maalgebod spoedig zal worden behandeld. Maar verder moet de minister met een complex van organische in elkaar grijpende maatregelen komen. De regeering brenge voorts het pootgoed aardappe len onder de Landbouwuitvoerwet ter voorkoming, dat minderwaardige aardappelen als Nederlandsch pootgoed worden uitgevoerd. De heer Weitkamp (c.h.) betoogt, dat de economi sche crisis een wereldvraagstuk is. Alleen het geloof in Gods almacht zal dit vraagstuk oplossen. Niet het socialisme, doch het weer aanvaarden van den grond slag, waaruit voortkomt het christelijke leven in staat en maatschappij, zal redding kunnen brengen. Spr. zegt dat men in Nederland steeds een plato nische liefde voor den boerenstand hoort Spr. dringt aan op steun der Veenkoloniale boerenbevolking, wier aardappel- en roggeteelt niet meer rendabel is, en op aanstelling van een directeur-generaal van den landbouw. De heer Ebels (v.d.) wenscht her-taxatie van de In tijden van hoogconjuctuur uitgegeven boerenplaatsjes krachtens de Landarbeiderswet. De menschen kunnen deze plaatsjes anders niet afbetalen. Spr. steunt de motie-Van der Sluis. De crisis in den akkerbouw is een crisis van overproductie. Spr. wil verlaging der Spoorwegtarieven. Ook wijst spr. op de hooge keurloonen bij den uit voer van vee en van aardappelen. Spr. stelt de vraag ©f de akkerbouw in ons land op den duur wel loonend kan zijn, daar de productiekosten zoozeer gestegen zijn. Men breide geleidelijk de veeteelt en den tuinbouw uit •De crisismaatregelen moeten een streng tijdelijk karak ter hebben. Het voorschot aan de aardappelmeelindu- strie moet renteloos zijn en op behoorlijk langen termijn worden gegeven. De heer Tilanus (c.-h.) meent, dat op het gebied van het lager land- en tuinbouwonderwijs met de beschik bare middelen meer zou kunnen worden bereikt. Spr. wil de Leerplichtwet zóó wijzigen, dat het platte landskind het zevende leerjaar op een land- of tuin bouwschool mag doormaken. De heer Bierema (lib.) wil eveneens een directeur- generaal van Landbouw. Blijft overheidssteun achterwege, dan zal het groot- ete deel van het akkerland braak blijven liggen of om gezet worden in grasland. Het forceeren daarvan zou zeer bedenkelijke gevolgen hebben. Een der redenen van den crisis noemt spr. de dum ping die in het butenland wordt toegepast door uit voerrechten. Wordt onzerzijds geen steun verleend aan de suikerbietenteelt dan zal deze verdwijnen, ofschoon i juist hier de natuurkundige omstandigheden zoo bij uitstek geschikt zijn. Men handhave onze handelspoli tiek, doch men neme tijdelijk de excessen weg. Spr. is zeer teleurgesteld door de afwijzing der ver laging van de Spoorwegtarieven. De vracht is 60 van de waarde. Het buitenlandsche fruit wordt nota- bene goedkooper vervoerd dan het inlandsche. Rotter dam en Amsterdam hebben speciaal lage tarieven. Er moet in deze een ander spoorweg-beleid komen. Ge beurt dat niet. dan zal spr. tegen de Waterstaats- begrooting moeten stemmen. De heer Van den Heuvel (a.-r.) wil den directeur- generaal niet aan de regeering opdringen. Spr. prefe reert een afzonderlijk departement van Landbouw, waaronder ook de drooggemaakte Zuiderzee zou res sorteeren. De regeering heeft volgens spr. niet bewezen, de agrarische politiek voldoende te beheerschen. Een agrarische crisis is veel erger dan elke andere, omdat men hier niet heeft te doen met naamlooze ven nootschappen, waarvan de aandeelen wijd en zijd ver spreid zijn, maar met boerderij aan boerderij. De crisis wordt op onnatuurlijke wijze verscherpt door maatregelen door het buitenland. Dit brengt den plicht voor de Regeering mede om in te grijpen. Spr. vraagt verlaging der spoorwegvrachten, steun aan de tarwe-cultuur, steun aan de suikerbietencultuur en steun aan de veenkoloniale aardappelen. Door sub sidie zal aan het vervoer van land- en tuinbouwproduc ten reductie moeten worden verleend, daar Duitschland en Italië dit ook doen. Spr. hoopt, dat de Tarwewet spoedig zal worden aangenomen. Voor de rogge zou spr. een verkapt invoerverbod wenschen. De heer Hiemstra (s. d.) wraakt de tegenstelling tusschen socialisme en christendom. Spr. betoogt, dat men ten plattelande ten onrechte op verlaging der ambtenaren-salarissen aandringt. Wij hebben steun maatregelen noodig van tijdelijken aard. Voorts be pleit spr. credietverleening aan de tuinders. De Regeering moet de tekorten van de tuinders bij den export als gevolg van de te hooge spoorwegvrachten dekken, indien zij geen verandering wil brengen in de spoorwegpolitiek. Spr. ziet niet in waartoe de aanstelling van een land- bouwconsulent in algemeenen dienst noodig is. De heer Zadelhoff (s. d.) en Mevr. BakkerNort (v. d vragen vogelbescherming en de heer Lockeveer (r.k.) betoogt dat de depressie als een lawine op het Zeeuwsche volk neergekomen is en de Zeeuwsche wel vaart dreigt te verpletteren. Er moeten maatregelen worden genomen om opvoering van hypotheken te voorkomen. De hypotheekrente is te hoog. De tegen stelling tusschen stad en land wordt verscherpt wan neer tegenover goedkoope levensbehoeften armoede voor den landbouwer staat. Met spanning wacht de geheele Zeeuwsche bevolking op steun. Men kan de gelden vinden b.v. door een verhoogde belasting op de sigaretten. De heer Lovink (c. h.) sluit zich aan bij de ver schillende geuite wenschen en vraagt de stichting van een wetenschappelijk instituut ter veredeling van de cultures der kweekers. De heer Zijlstra (a. r.) gelooft dat er geen streek in ons land is die zoo zwaar door de crisis wordt ge troffen als de Groningschc en Drentsohe veenkolonies. Met een crediet zou de aardappelmeelindustrie en dus ook de veenkoloniale landbouw kunnen worden geholpen Dan kan het bedrijf in stand blijven en doorwerken. Mocht het waar zijn dat de Duitsche dumping binnen kort een einde zal nemen, dan zou dit reeds een licht punt zijn. Mejuffrouw Westerman (lib.) ziet bezwaar in het denkbeeld van den heer Tilanus, waardoor de kinderen om het zevende leerjaar te ontlcopen naar de land bouwschool zouden gaan. Spr. dringt verder aan op een uitvoerverbod van zangvogels. De heer Floris Vos (m. p.) vraagt den Minister alle aandacht te blijven wijden aan een scheiding van de departementen van Binncnlandsche Zaken en Land bouw. Spr. acht het v/ensohelyk. dat de adviezen van de centrale en de provinciale landbouwcommissies zullen worden verwerkt naast die van de commissie-Lovink. Spr. waarschuwt tegen algemecne verlaging der spoor- v.-egvrachten daar zulks kan leiden tot benadeeling van de binnenschipperij. Spr. is voorstander van steun aan den landbouw in baar geld en geeft daaraan de voor keur boven een maal- en meng^ebod. Spr. dringt aan op een streng verbod van den uitvoer van zangvogels 2n op afschaffing der tollen. Daarna wordt de vergadering geschorst. VERSCH BROOD IN HOTELS. Zelf bakken door hotels in strijd met de Arbeidswet. Naar aanleiding van het feit, dat enkele hotels in Amsterdam en Botterdam zelf brood willen gaan bakken met de bedoeling, dat 's morgens bij liet ont bijt versch te. verstrekken, heeft de secretaris der Centrale Bcdrijfscommissie. bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst voor het bakkersbedrijf, zich ge wend tot den directeur-generaal van den arbeid met de vraag, of deze een en ander in overeenstemming acht met de Arbeidswet. De directeur-generaal van den arbeid antwoordde, dat volgens do Arbeidswet iedere ruimte waar broo l gebakken wordt, valt onder alle bepalingen betref fende broodbakkerijen en dus vóór 10 uur s morgens geen versch of opgewarmd brood mag worden afge leverd, dus ook niet aan logeergasten. ADMINISTRATIËN BELASTINGZAKEN. Hoofdkantoor: HAARLEM, Wilhelminastraat. Tel. 11601. Na 6 uur Tel. 14621 Bijkantoor; 's GRAVENHAGE. i.keleistraat 56. Speciale afdeelingen voor BLOEMBOLLENCULTUUR, LAND- EN TUINBOUW en VEETEELT. INLICHTINGEN bi) onzen CORRESPONDENT, den heei Ongegronde vrees, dat het IJ se lm eer geen zoet water zou bevatten. Aan de M. v. A. op het V. V. (O.B. 4 Nov.) over de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1931 is het vol gende ontleend: Het was den Minister aangenaam te vernemen, dat hulde werd gebracht aan de directie der Zuiderzeewer ken voor haar voortvarendheid. Ook de Minister be treurt djt de uitvoering van verschillende werken kost baarder blijkt te zijn dan eertijds werd verwacht Dat volgens een uitspraak van ir. Bijl het IJselmeer geen zoetwater zal bevatten moet op een misverstand berusten; ook bij zeer ongunstige onderstellingen behoeft niet gevreesd te worden voor verzouting van de afge sloten Zuiderzee. De minister overweegt, of bij het voortzetten van de drooglegging aan den Noordoostelijken polder de voor rang zal moeten worden gegeven. Met alle erkenning van de waarde van de opgesomde argumenten voor het spoedig ter hand nemen van dezen polder in het bijzon der met het oog op de daaruit voortvloeiende mogelijk heid van werkverruiming in de aangrenzende streek on der de min gunstige tijdsomstandigheden, moet toch ook rekening worden gehouden met de eischen van goe de financiering van deze zeer kostbare werken. Vast zal moeten staan, dat naast de zware geldelijke offers, welke in de komende jaren van den staat voor de uivoering van andere groote waterstaatswerken zullen worden ge vraagd, ook de groote kosten voor de verdere inpolde ringen kunnen worden gedragen. Daarbij zal zeker be- hooren te worden overwogen in hoeverre het economisch is van de ervaringen van de bestaande organisatie aan personeel en materieel, ook voor de volgende inpolde- ringsrwerkzaamheden, gebruik te maken en in welken vorm dit dan zal moeten gescheiden, alsmede of het alge meen belang medebrengt die organisatie intact te hou den, door de gelegenheid te scheppen, dat zij onmiddel lijk na afloop van het thans in uitvoering zijnde werk eep nieuw arbeidsveld in de afgesloten Zuiderzee vindt. Evenwel zijn deze overwegingen naar de meening van den minister niet beslissend ten aanzien van de vraag, of en waar het inpolderingswerk zal worden voortgezet Afsluiting van het IJ-meer. Het nemen van een beslissing inzake de te maken LJ- meer afsluitingen, teneinde de zuidelijke inpoldering te bespoedigen moet worden optraden, wanneer volgens den gedachtengang die in het Voorloopig Verslag tot uitdrukking kwam, besloten zou worden reeds dadelijk de noordoostelijke inpoldering ter hand te nemen. De te maken LJ-meer-afsluiting toch vormt tevens een onder deel van de bedijking van de zuidelijke polder, zoodat uit economische overwegingen de uitvoering van de daar toe noodige werken by voorkeur zal dienen te geschieden op een tijdstip, waarop verwacht mag worden, dat de geheele daarmede samenhangende zuidelijke inpoldering spoedig kan volgen. Laatstbedoelde Inpoldering gelijktijdig met de noord oostelijk te ondernemen, schijnt economisch niet goed te verantwoorden. In welke volgorde en op welke tijdstippen de volgende inpolderingen achtereenvolgens dienen te worden ter hand genomen, is nog in studie, zoodat hieromtrent thans nog geen mededeeling kan worden gedaan. Wat de opmerking betre'ft, of het niet beter zoude zijn a'IIe werkzaamheden aan de Zuiderzee stop te zetten vanwege de heerschende malaise in den landbouw, moge de minister wel de aandacht er op vestigen, dat 'n werk als het onderhavige, dat van zeer langen duur is. niet aanstonds afhankelijk gesteld mag worden van de econo mische conjunctuur van.het oogenblik. Het ligt in de bedoeling de schutsluis op Kornwerder- zand zoo spoedig mogelijk in bedrijf te stellen. Het rioolwater van Amsterdam. Daar de commissie Inzake de wijziging der afsluiting van het IJ geen bezwaar zag in de loozing van het riool water van Amsterdam op het slechts 7000 H.A. grooto LJ-meer, is 't niet te verwachten, dat de afsluiting der Zuiderzee een gevaar zal opleveren voor de volksgezond heid in verband met den vuilafvoer van Amsterdam. De afsluiting van de Zuiderzee zal in vele gevallen verbe teringen voor de afwatering met zich brengen, zoodat niet gevreesd behoeft te worden, dat de afwatering van den Wsel in gevaar zal komen. Het bedrag van f 12 millioen voor de uitvoering van militaire werken heeft uitsluitend betrekking op voor zieningen voortvloeiende uit Artikel 1 van de eerste mi litaire Zuiderzeewet van den 29en Juli 1925 n.1. op den bouw van duurzame versterkingen op of nabij den afsluit dijk, alsmede voor de daarvoor uit te trekken bewape ning. Naar de minister meent, wordt thans in de verzorging van de cultureele en geestelijke belangen alsmede in do ontspanning van de arbeiders bij de Zuiderzeewerken be hoorlijk voorzien. Mocht blijken, dat hieraan nog iets ontbreekt, dan zal hij niet nalaten te overwegen, of als nog voorziening noodig is. Het is den minister niet duidelijk, op grond van welke feiten een aantal leden van meening is, dat de verwach ting wordt gewerkt, dat het IJselmeer nog een belang rijke broodwinning zou kunnen verschaffen. De meening van deze leden, dat zulks zeer onwaarschijnlijk is te achten, kan de minister niet deelen. Hij is van oordeel, dat, mits de noodige geschikte maatregelen getroffen worden, de vlsscherij op do afgesloten Zuiderzee, zij het dan ook niet terstond na de afsluiting dan toch na enkele jaren, aan een vrij belangrijke aantal vlsschers een vol ledig bestaan zal kunnen opleveren. Van het bedrag van f 365.000, uitgetrokken voor het verleenen van geldelijke tegemoetkomingen, is f 188.000 geraamd voor ouden van dagen. Ten slotte kan de minister den leden, die aandrongen op vergoeding voor eigeftaren van gebouwen, staande op het haventerrein te Oudeschild op Texel, wegens de schade, die zij vreezen van de afsluiting van de Zuider zee te zullen lyden door de te verwachten hoogere wa terstanden, daar deze panden niet door den omringdijk van de haven worden beschermd,, mededeelen, dat. hoe wel een rechtsgrond voor eene verplichting van den Staat tot schadevergoeding ten deze niet kan worden erkend, hij bereid is te overwegen of. en zoo ja. in hoe verre aanleiding bestaat om belanghebbenden tegemoet te komen. By het in cultuur brengen van de lVieringer- mrer zoo weinig mogelijk personeel in 's ryks dienst. Gelijktijdig met deze Memorie van Antwoord is ver schenen die over het wetsontwerp tot wijziging van de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1930. Daarin deelt de minister van Waterstaat mede, dat het de bedoe ling is voor het in cultuur brengen van dê Wieringer- meer, zoo weinig mogelijk personeel In 's rijsk dienst te nemen. Voor de leiding van de werkzaamheden in den polder, dient de directie echter de beschikking te heb ben over een kleine staf van personeel, bestaande uit een inspecteur en twee of drie'jongere adjunct-inspecteurs (landbouw-ingenleurs). Het drama op de ijzergieterij te Bftrgen op Zoom. Tegen den dader 8 Jaar ge- eischt. Donderdag stond voor de Bredasche rechtbank te recht con 32-jarige fabrieksarbeider uit Bergen op Zoom. thans gedetineerd. Yord. had 18 October bij een, twist met den chef, den beer B. F. de Bie óp de werkplaats der N.V. Ijzergieterij v.h. A. F. de Bie en; Zn., te Bergen op Zoom, een ijzeren staaf gegrepen en daarmede zijn patroon zoodanig op het hoofd ge-, slagen, dat deze ineenzakte en levensgevaarlijk pc-1 wond naar een ziekenhuis moest worden gebracht, waar hij den volgenden dag overleed. De dader gaf zich zelf bij de politie aan. j Er werden zeven getuigen gehoord, waarbij bleek, dat verd. bekend stond als opvliegend. De verdachte zeide, kwaad tc zijn geworden over, een naar zijn meening niet gerechtvaardigde opmer king van den heer De Bie over zijn werk. Ook vorige dagen waren er door den patroon opmerkingen ge maakt, maar nu nam hij zich voor cr een einde aan tc maken. De Officier van Justitie, mr. L. graaf van Limburg Stirum, achtte in zijn requisitoir moord niet bewe-'' zen, wel echter den doodslag. Naar zijn mecning is een strenge straf gerechtvaardigd cn hij eischte dan ook een gevangenisstraf van acht jaar. De verdediger, mr. J. v. d. Goes van Naters legt er allereerst den nadruk op dat verdachte zenuwach tig was, onevenwichtig en onbeheerscht. Hij heeft niemand anders dan zijn moeder wier kostwinner hij is. Verdachte heeft een"-reeks prikkelingen ondergaan, die een wrok bij hem hebben doen ontstaan, waar aan hij onberedeneerd en onbeheerscht gevolg heeft gegeven. Thans heeft hij verdriet over zijn daad. Pleiter vrofg daarom clementie. Uitspraak 18 December a.s. Een heldhaftig optreden. Dinsdag, zoo lezen we in de „Msb.", geraakte het i-jorig dochtertje van de familie B. bij het spelen op den Linker Bottekade te Hillegersberg, bij Rotterdam, in de Botte. De moeder van het kind, zag het ongeval én sprong radeloos van angst, het reeds zinkende kind na. De dappere vrouw, die evenmin kon zwemmen, pakte het kind en trachtte zich, en haar kii\d nog boven wa ter te houden, doch haar krachten raakten uitgeput en moeder en kind zakten steeds dieper weg. Op den oever stonden wel eenige menschen, doch ook deze konden niet zwemmen en sloegen in ont- zettenden angst het drama gade, zonder iets te kun nen doen. Gelukkig kwam juist op tijd nog de melk- slijter J. Moorman, wonende Linker Rottekade te Hil legersberg voorbij. Onmiddellijk sprong hij gekleed tc waten en na tweemaal duiken in het ijskoude water, mocht deze het genoegen smaken moeder cn kind in bewusteloo zen toestand ean wal te brengen. Dr. van Dijk, die inmiddels was geroepen verscheen ter plaatse en wist al spoedig de levensgeesten van de drenkelin gen op te wekken. Dank het heldhaftig optreden van den koenen red der, waren twee menschenlevens gered. Friesland in 1934 per trein over Wlezingen te bereiken. Naar het „Hdbld." verneemt, zijn thans bij de Ned. Spoorwegen plannen in voorbereiding, om Friesland een vaste verbinding te bezorgen met Noordholland over den nog te maken afsluitdijk, cn Wicringen heen. Daartoe zal hot noodig zijn, het traject Heerhugo- waardAnna Paulowna van dubbel spoor te voor zien, (wij berichtten reeds een dezer dagen, dat hier voor de plannen al gereed waren Bed. Sch. Ct.), hetgeen tot dusver voor het reizigersvervoer naar Den Helder gemist kon worden. Tevens ligt het in de be doeling op het eiland Wicringen een paar station netjes te bouwen en wel tc Hippolytushoef en Den Oever. De dijk, die de afsluiting der Zuidrezee zal vormen, komt in Friesland uit bij het dorp Zurich, iets ten Zuiden vnn Ilarlingcn. Wanneer deze plannen zullen worden uitgevoerd, staat nog niet vast, vermoedelijk zal het wel 1034 of 193.r> worden, voordat de reizigers van deze nieuwe verbinding kunnen profiteoren. DOODELLJKE VAL. Van het dak gevallen. Donderdagmorgen pm kwart over negen is te Den Haag de Gó-jarige loodgieter G., bij werkzaamheden in het Hof van Willem Klein, van het dak gevallen. De man is bijna onmiddellijk aan de gevolgen van dezen val overleden. Het lijk is door den Geneeskundigen Dienst naar het doodenhuis aan den Zuidwal gebracht. INBRAAK IN EEN GOUDSMIDSWINKEL. Aantal gouden ringen gestolen. Donderdagmorgen tusschen 9 en 10 uur is in den Toudsmidswinkel van den heer R. te Zwijndrecht in gebroken. Er zijn een aantal gouden ringen tot een bedrag van f300 a f600 gestolen. De heer B. kan zich niet herinneren, dat hij dien morgen uit den winkel is geweest. Vermoedelijk heeft hij echter enkele mi nuten den winkel verlaten, om in den aangrenzen- den winkel te zien en heeft de dief in dit korte oogen- blik zijn slag geslagen. Donderdagmiddag is op den Bojterdamsclien weg het kussen teruggevonden, waar op de ringen lagen. Het vermoeden bestaat, dat de dief in de richting Rotterdam is ontkomen. Verzeke ring dekt de schade.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 9