Sctiager Courant Het ontstaan der Continenten Derde Blad. DE MAN DIE TERUG KWAM Staatsloten7, Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Donderdag 11 December 1930 73ste Jaargang. No. 8781 Drijvende vastelanden. EEN INTERESSANTE THEORIE. Prof. A. J. Luyten geeft in het volgende artikel een belangwekkend overzicht van Wegener's theorie be treffende het ontstaan der Continenten: ER bestaan reeds een groot aantal theorieën over het ontstaan van de aarde; zoo is een vrij veel voorkomende opvatting, dat door het passeeren van een vreemd hemellichaam langs de zon groote stukken daarvan worden afge trokken, die als planeten om de zon bleven draaien. Onze aarde zou dan eerst een gloeiende gasbol zijn geweest, die gaandeweg vloeibaar en tenslotte vast werd, althans aan de oppervlakte. De groote hoeveel heden stoom condenseerden nu ook en vormden een reusachtige wereldzee. Men heeft zich echter nog meer vraagstukken gesteld; men zocht niet alleen naar een verklaring voor het ontstaan der aarde, doch ook voor het ontstaan der afzonderlijke vaste landen en groote bergketens. De geleerden zijn het daarover nog minder eens dan over het ontstaan van het heele zonnestelsel. Men weet alleen zeker, hoe de aarde er nu uitziet en als men bijzonderheden over het inwendige der aarde te weten wil komen, vervalt men alweer in gis singen. Slechts de bovenste aardlagen zijn tot een diepte van enkele honderden meters onderzocht kun nen worden. Daarbij is één ding gebleken: de groote bergketens zijn ontstaan door verschuiving, dat blijkt uit hun constructie. Alfred Wegener is het eerst voor den dag gekomen met de theorie der drijvende vastelanden en wel op grond van de groote overeenkomst tusschen de Oostkust van Zuid-Ame- rika en de Westkust van Afrika. Zij passen bijna pre cies aan elkaar. Be Pangeadie om den Zuidpool (de zwarte stip), lag. Be eerste barsten in de vaste korst la ten reeds duidelijk Afrika zien, het eerste wereld deel, dat zijn tegenwoordigen vorm kreeg. Deze theorie is in den loop der laatste twintig ja ren door steeds meer geologen onderzocht en aan nemelijk bevonden. Hoewel deze theorie nog lang niet volmaakt is, willen wij er toch een overzicht van geven. Tot goed begrip zij medegedeeld, dat de bui tenste aardlaag voornamelijk bestaat uit kiezel, wan neer wij op eenigszins grootere diepten komen, stui ten wij op een onwrikbare granietlaag, die dus ook nog tot de allerbuitenste aardkost behoort. Deze laag is naar schatting omgeveer 40 K.M. dik, met een gemiddeld soortelijk gewicht van 2,7. Dan volgt de 2700 K.M. dikke laag van kiezel met een groote hoe veelheid metalen vermengd, die in dik vloeibaren toe stand verkeert, ongeveer zooals de laag uit onze vul kanen. Het binnenste der aarde zou bijna uitslui tend uit nikkel en ijzer bestaan; het moet een soor telijk gewicht van 8 hebben en door den druk, die er van alle kanten op uitgeoefend wordt, absoluut hard en onbeweeglijk zijn. De lavalaag is echter door langdurigen druk in de zelfde richting wel beweeglijk te krijgen en de bui tenste kiezellaag ligt op die massa betrekkelijk vast, maar men zou zich toch kunnen voorstellen, dat door ingrijpende werkingen van buitenaf de drijven de buitenkorst in een bepaalde richting opgestuwd wordt en aan een tegenovcrgestelden kant rimpels vormt. De Isostatica is de naam van de tak der we tenschap, die zich hiermee bezighoudt. De theorie van Wegener behelst nu het volgende: FEUILLETON van JOHN FLEMING WILSON. HE EN W E G. 1. BE 2. Van Fairfield Iowa, naar Oakland Pier is negen-en- dertig honderd een en zestig kilometer. Harry Potter legde dien afstand af in vier dagen, ge- •terkt door een behoorlijk kwantum geestrijk vooht. Op zekeren dag zat hij in een weelderig Ingericht mu- ziekvertrek in een voorname woning in Jaokson street, bezig de juiste kleur van de oogen te ontraadselen van een mooie, slanke vrouw tegenover hem. Maar zij weigerde naar hem op te zien. „Ik had er altijd wel een eed op durven doen, dat je oogen blauw waren," lachte hij. „En toen ik ze het laatst zag, waren ze grijs staalgrijs". Plotseling sloeg zij haar oogen op. Hij ontstelde. „Schrei je, Edith?" Zij kinkte zwijgend. „Om 's hemels wil, wat scheelt eraan? Lieveling! Laat me..." Edith schudde beslist het hoofd. „Neen! Doe dat niet! Begrijp je 't niet?" sprak ze op zachten toon. „Ik kan niet met je trouwen, Harry." „Maar je hebt toch gezged, dat je van me hield je beloofde..." „Ik weet het! Maar ik kan niet!" Hij nam haar beide handen in de zijne. „Vertel mij nu, wat er Is." Teeder boog hij zich over haar heen. „Stort je hart nu uit, lieveling!" Zij hield haar blik vast in den zijne gericht, totdat hij zijn oogen neersloeg. Zachtjes maakte zij haar handen los. „Je hebt zoo veel vreeselijke en verderflijke gewoonten, Harry! Ik ik heb een zuiver leven geleid... en ik zou niet anders kunnen! Je zoudt mij doodongelukkig maken!" „Jij had mijn redding kunnen zijn!" fluisterde hij. Zy schudde zwijgend het hoofd. Een later stadium. Zuid-Amerika is reeds van Afrika afgedreven, tusschen Noord-Amerika en Europa ziet men het begin van den Atlantischen Oceaan, terwijl het tegenwoordige Engeland hen nog aan elkaar verbindt. De lichte buitenlaag van kiezel kwam boven drijven, stolde daar gaandeweg en vormde één groot vaste land op de Zuidpool der aarde. Door de rotatie der aarde ontstond er echter een kracht, die van de pool naar den equator werkte en de verschillende stuk ken van het groote vasteland hadden dus de neiging om uit elkaar te gaan en zich steeds Noorderlijker te verschuiven. Op fig. I zien wij het nog aaneenge sloten vasteland, waarin echter reeds scheuren en zelfs enkele zeearmen zijn ontstaan. De zwarte stip op Z.O. Afrika is de Zuidpool, waardoor de middel punt-vliedende kracht het land vandaan wordt ge trokken. Fig. 2 vertoont al een later stadium; de Atlantische Oceaan begint zich te vormen en in het Noorden de Noordzee. Europa en Amerika zijn nog aan elkaar verbonden door Noorwegen, Groot-Brit- tannië en Ierland aan de eene en Groenland aan de andere zijde. Tusschen Noord- en Zuid-Amerika zien wij al de twee binnenzeeën, die later de Caraïbische Zee en de Golf van Mexico zullen worden. Zuid-Ame rika is nog verbonden met het Zuidpoolvasteland, Australië en een derde vasteland, dat later uiteenge- drukt is in de groote groep eilanden, waartoe ook Nederlandsch-Indiö behoort. De Indische Oceaan is nog in staat van wording, want Voor-Indiö is slechts door een zeearm van Afrika gescheiden. Be vastelanden dreven alle naar den Stillen Oceaan toe en kregen aan hun vooruitgeschoven randen rimpelsde groote bergketens om den Stillen Oceaan, die nu gedeeltelijk onder den zee spiegel liggen. Beze bergketens zijn met zwart aangegeven. Het spreekt vanzelf, dat de deeien der aarde, die volgens deze theorie eenmaal naast elkaar gelegen hebben, ook geologische overeenkomsten moeten ver- toonen. Deze overeenkomsten zijn inderdaad in groo- ten getale aan te wijzen en daarom wordt de theorie van Wegener door een steeds grooter aantal geleer den aanvaard. De afstand tusschen eenmaal aan el kaar grenzende vastelanden is het grootst tusschen Amerika en Zuid-Amerika; toch zijn zelfs hier tref fende overeenkomsten te zien. Zoo zijn de Draken- bergen in Zuid-Afrika geheel opgebouwd en samen gesteld als de Serra Geral in Brazilië. In Brazilië vindt men in de Minas Gerae diamanten, die op de zelfde wijze verdeeld zijn in „Kimberlite", de bekende blauwe aarde van de diamantmijnen te Kimberley in Zuid-Afrika. Een ander bewijs voor de theorieën van Wegener wordt gevormd door de verschillende klimaten. Door dat de vastelanden van de Zuidpool naar den Equator verschoven, kregen zij een steeds warmer klimaat, en voor zoover zij nog verder Noordwaarts werden ge drukt door de achter hen aan schuivende continen'.en, werd het klimaat daarna weer kouder. Uit fossielen van dieren, die alleen in een bepaald klimaat leven, heeft men eveneens overvloedige bewijzen voor de juistheid dezer theorie gevonden. Tenslotte is de theorie waarschijnlijk juist geble ken, omdat het boven geschetste verschuivingspro ces nog niet afgeloopen is. Groenland drijft nog steeds naar het Westen met een snelheid van 20 M. per jaar; deze beweging is reeds vanaf 1863 waarge nomen en wetenschappelijk vastgesteld. Bekijken wij tenslotte fig. 3, dan zien wij, dat aan de kust van den Atlantischen Oceaan geen hooge ge bergten voorkomen, omdat alle vastelanden daar uit elkaar gingen. De Groote Oceaan heeft daarentegen hooge bergketens langs haar kusten, omdat de voort- geschoven vastelanden aan hun rand „rimpelden." (Nadruk verboden.) Trekking van Dinsdag 9 Decemher. 2e klasse 2e lijst No. 483 f 1500. Nos. 3463 en 5097 ieder f 1000. No. 912 f 400. No. 9412 f 200. Nos. 4613 6135 6502 8067 ieder f 100. Prijzen van f 30. 56 174 209 214 293 307 337 338 364 443 507 563 564 601 611 668 809 834 917 1005 1019 1034 1037 1045 1159 1274 1299 1316 1354 1394 1399 1530 1581 1606 1661 1696 1742 1755 1766 1793 1806 1814 1975 2002 2045 2047 2112 2169 2196 2242 2283 2303 2317 2320 2321 2324 2358 2495 2498 2542 2556 2677 2699 2734 2860 28f0 2881 2882 2959 2967 2973 2991 3017 3068 3093 3101 3119 3144 3150 3212 3315 3335 3379 3394 3406 3434 3439 3539 3625 3646 3704 3716 3781 3790 3866 3927 4030 4103 4131 4145 4214 4223 4259 4271 4290 4366 4374 4378 4418 4561 4567 4604 4612 4649 4664 4768 4797 4807 4809 4811 4813 4830 4922 4934 4999 5029 5068 5105 5112 5165 5186 5208 5219 5314 5366 5598 6628 5646 5682 5732 5797 5808 5852 5S59 5892 5912 5925 5938 5950 5973 6004 6066 6080 6082 6088 6109 6214 6223 6248 6346 6434 6446 6463 6656 6659 6732 6760 6823 6847 6866 6886 6893 6919 6996 7030 7103 7131 7155 7231 7250 7298 7299 7335 7357 7396 7404 7410 7415 7416 7465 7471 7519 7529 7544 7550 7553 7557 7559 7575 7611 7654 7805 7825 7827 7860 7870 7908 7910 7820 7848 7870 8123 8185 8201 8202 8223 8227 8317 8402 8419 8642 8658 8737 8821 8855 8860 8885 8892 8897 8924 8974 9003 9013 9053 9076 9147 9163 9233 9288 9301 9355 9362 9425 9559 9642 9734 9777 9821 9845 9862 9865 9906 10007 10010 10051 10127 10209 10232 10268 10301 10357 10378 10385 10102 10404 10419 10441 10630 10662 10667 10694 10709 10717 10795 10803 10842 10867 10967 11072 11079 11089 11100 11131 11190 11200 11224 11231 11252 11262 11371 11418 11469 11476 11492 11547 11552 11695 11790 11805 11874 11924 11958 11984 12038 12111 12199 12261 12264 12302 12398 12404 12437 12453 12454 12484 12512 125331 12541 12628 12684 12784 12799 12829 12841 12910 12923 12932 12941 12956 13001 13073 13097 13183 13282 13323 13354 13357 13380 13443 13456 13630 13757 13800 13811 13848 13872 13890 13954 13977 13997 14036 14045 14057 14062 14121 14233 14553 14574 14586 14593 14655 14844 14855 14877 14905 14906 15002 15169 15192 15249 15259 15280 15398 15400 15427 15454 15458 15511 15538 15560 15566 15667 15715 15716 15821 15848 15920 16003 16050 16094 16100 16148 16283 16366 16502 16534 16535 16544 16549 16602 16630 16664 16782 17003 17030 17121 17206 17231 17250 17256 17305 17313 17339 17429 17446 17451 17591 17612 17690 17697 17726 17813 17842 17889 17964 17976 18015 18021 18104 18122 18151 18191 18255 18382 18409 18455 18530 18585 18687 18803 18861 18869 18880 18895 18955 19017 19067 19103 19131 19151 19231 19232 19243 19268 19297 19338 19444 19468 19476 19546 19574 19579 19592 19602 19613 19644 19687 19736 19738 19751 19818 19846 19859 19866 19909 19945 20011 20013 20033 20082 20088 20093 20352 20403 20416 20460 20575 20611 20637 20727 20740 2e klasse le lijst 18524 m.z. 18525. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 9 December. DE VOORWAARDELIJKE STRAF VAN KWIKIE WORDT TEN UITVOER GELEGD. De wel- maar minder goed bekende Gerardus T., uit Castrlcum, bijgenaamd Kwikie, dezer dagen veroor deeld tot 2 jaar gev. wegens modeplichtigheid aan een diefstal met braak, verscheen heden nog voor de meervoudige strafkamer als totaal mislukt reclassant en vernam aldaar de minder prettige boodschap, dat de voorwaardelijke straf, 8 maanden gev., op hem zal worden ten uitvoer gelegd, op grond dat hij zich ge durende zijn proeftijd opnieuw aan een ernstig straf baar feit had schuldig gemaakt. Een waarschuwing voor eventueele lotgenooten, die hun verplichtingen verwaarloozen. VERDUISTERING VAN EEN OVERJAS IN DE HARMONIE. Deze veelbewogen zaak, reeds meerdere malen ter tafel gebracht, werd thans door andere samenstelling van het college, weer geheel opnieuw behandeld. Het betrof hier verduistering van een overjas uit de gar derobe van de schouwburg „Harmonie" te Alkmaar, in den nacht van 22 December 1929 en waarvan werd verdacht de heer Hendrik H.. reiziger wonende te Velzen. die deze jas wederrechtelijk had meegenomen in zijn auto na het verlaten der dancing. Bedoeld kleedlngstuk was het eigendom van den heer Joh. Haakman te Alkmaar, eveneens een bezoeker van bovengenoemde amusementsgelegenheid. Deze heer werd inmiddels door den heer C. de Lange, eigenaar en ondernemer van de „Harmonie" door uitbetaling van een som van f 40 schadeloos gesteld. De heer Haakman moest toegeven, dat zijn jas veel overeenkomst had met die van den heer H. Wat hem betreft, hij erkende wel de jas te hebben medegenomen, doch bij vergis sing en niet met het doel zich de jas toe te eigenen. Zijn grootste fout was natuurlijk, dat hij verzuimd had de jas terug te zenden of moeite te doen ter op sporing van den rechtmatigen eigenaar. Vervolgens leverde dit tamelijk afgezaagde proces niet veel nieuws op en kunnen wij ons bepalen met de slotmededeeliag, dat de heer Officier het een lange lijdensgeschiedenis noemde en requireerde f 50 boete of 50 dagen, omdat de heer H. zich niet had kunnen rehabiliteeren. EEN ZUIDERZEEWERKER ALS BEKKESNIJDER. De 24-jarige grondwerker Hendrik W. uit Zwaag- westeinde sierde heden de verdachtenbank naar aan leiding van het niet gering te achten feit, dat hij op 21 Septembre een anderen bezoeker van het café. waarin ook verdachte zijn toevlucht had gezocht bij het ver laten van dit café, in de deuropening met een mes in zijn rechterschouder had gestoken. Deze bezoeker, ge naamd Terschuur, was zeker nogal taai van construc tie en voelde wèl een slag op zijn schouder, doch souoruk daaraan aanvankelijk niet veel aandacht, maar toen hij eemgen tijd was doorgeloopen. voelde hij iets nats langs zijn lichaam druipen, en bleek het dat in zijn schouder een mes stak, dat door verdachte W. daarin was geplant. De heer Terschuur was verplicht zich onder geneeskundige behandeling te stellen en was gedurende 8 dagen niet tot werken in staat. Ook waren zijn kleederen beschadigd. Hij wenschte nu voor een en ander een schadevergoeding van 64 gulden en diende daartoe een vordering in. De verdachte polderwerker Toen schoot opeens z'n heesche lach hoog uit. „Dat is het dus! Ik vermoed, dat een van de kwezels, die voortdurend je gezelschap zoeken, gebabbeld heeft! Jij weet niet, wat liefde is! En in jou stelde ik m'n vertrouwen!" „Precies als..." De afstand tussohen Edith's muzieksalon en de kroeg van Gibson was heel gering. Korten tijd later was Harry een bekende bezoeker van Gibsons nachtcafé, waar hij z'n naohten drinkende en spelende doorbracht Het was een sombere avond en Harry kwam in op stand. Met de handen onder 't hoofd gesteund, zat hij aan een ledige, morsige tafel in Gibsons kroeg, met het geledigde Jeneverglas voor zich. Gewoon - hij was aan een goed verzorgd uiterlijk, schoon limit-n en het allerbeste voedsel, kwam hij ln opstand tegen z n eigen halfversleten kleeren, en z'n lichaam had een onstilbaar verlangen naar een verfijnd maal. Hij kende te goed de onmogelijkheid om zich hier <>en of andere delicatesse te verschaffen, en even zeker was hij ervan overtuigd, dat z'n bevlekte kleeren moesten blijven zooals ze waren. In wrok gleden z'n gedachten terug naar z'n weel derige, moederlooze jeugd,,. Naar zijn vader, die hem door z'n al te groote toegevendheid dezen weg had op gedreven, naar tante Isabella, die hem niets weigeren kon... En naar Carry Graigson, het rijke meisje waar mede vader hem als laatste redmiddel had willen laten trouwen... Nog verder ging zijn herinnering terug en hij glim lachte... Het was z'n vierde verjaardag... En vader had den kleinen Harry al vast de beroeps keuze voorgelegd. In z'n kamer vond hij den Bijbel, een appel, een mes, en een goudstuk. En, greep hij 't eerst naar den Bijbel, dan zou hij geestelijke worden, had vader uitgemaakt greep hij den appel," dan werd hij landman; het mes zou uitwijzen, dat Harry chirurg moest worden en -et goudstuk duidde den bankier aan. Met z'n kleine onhandige handen greep hij 't eerst den Bijbel, die op den-stoel gelegd werd om bij den appel te kunnen klimmen, waarin hij gretig hapte. Met het mes jaapte hij er groote stukken uit Toen sprong opeens door het geopende raam het aapje van een rondtrekkenden kermisklant naar binnen. Aan het aapje gaf hij het goudstuk „Jenever," riep hij schor. „Breng me jenever." „Dat is de keuze, die ik gedaan heb," mompelde hij. „De jenever". Hij had juist z'n tweeden tumbler voor zich staan, toen iemand met vasten veerkrachtigen stap de deur binnentrad. Hij wendde zijn oogen naar de deuropening en zag een opzichtig gekleed meisje, een groote tuin hoed bengelde aan zijden linten aan haar arm. Hij herkende in haar het meisje, dat sedert eenige dagen in Gibsons kroeg de nachten opvroolijkte door haar liedjes en dansen. Harry pas biy, dat zy kwam, want het was hem of zij z'n verschrlkkelyke verlatenheid minder onhoud baar maakte een duidelyke aanwyzing, tot welke diepte de eens zoo veeleischende Harry Potter gezon ken was.' Het meisje besteedde geen aandacht aan de overige aanwezigen in het vertrek, zy trad recht op hem toe en kwant by Harry*s tafel staan. „Nu wèet ik, wie je bent," zeide zy op haar gewonen, zachten toon. „Ik wist, dat je een fyne mijnheer bent, maar dat je was, die je bént, had ik toch niet ver wacht!" ..Wat bedoel je?" vroeg hy. Zy boog haar hoofd ietwat voorover en streek met de hand over haar voorhoofd. „Ik ben een van de meisjes, die by Smith zongen. Jy bent daat vaak geweest met je vrienden.,. En je smeet er met geld!" Hij knjeep de oogen een weinig dicht en hield het opzy om beter te zien. „Ik geloof, dat ik je nu herken als een van de meisjes, die daar zongen." sprak hy langzaam. „Ik heb jou daar nooit gesproken." Zy schudde het hoofd. „Van dat soort ben ik niet," zeide zy kortaf. „Ik schuif soms opium, om te vergeten, dat ik eens idealen had, maar ik ben sterk, m'n vriend." „En in Gibsons kroeg!" mompelde hy traag, ter- wyi hy de warmte van den alcohol door zyn pynlyke ledematen voelde vloeien. Een toornig rood gleed vluchtig over haar wangen. „Ja! Waarom niet? Ik geef niet om geld! Ik jaag naar geen enkel bezit Ik verdien genoeg om lichaam en ziel by elkander te houden en me nu en dan wat opium te verschaffen, om te droomen van vroeger vroeger, toen moeder leefde en Jim en de wereld vol zon was. Ik weet niet hoe lang dit leven nog zal duren misschien lang, misschien kort maar ééns komt het einde..." „De dood? De hel? Hè?" „Beide zyn hier," zeide zy sorrfber. „Neen. De Hemel!" „Wat een rooskleurig vooruitzicht! Het spyt my, dat ik geen gunstiger vooruitzichten heb wat myn toe komst aangaat. Maar zoo is 's werelds loop!" Het was een paar avonden later. Harry was weer te vinden op z'n gewone plaats in 't café van Gdbson. Aan een naburig tafeltje zat Kapi tein Trevalan, een avonturier en cynicus, die sinds eenigen tyd Marcelle op een opdringerige wyze het hof maakte. Steeds trachtte hij haar van Harry verwijderd te houden. Ook nu verloor hij het tweetal geen oogen- blik uit het oog. „Ik heb gebakken rijst gemaakt en thee voor ons beidjes. Ik moet eens met je praten." begon Marcelle, terwijl ze zich naast Harry zotte „Allright! Maar waarom ben je zoo vriendelijk voor me?" vroeg Harry verbaasd. „Ik ben een verloopen, aan lager wal geraakt sujet. Niets kan ik het mijne noemen en het beetje credlet, dat ik hier nog heb, is het eenige, dat my in het leven houdt." Zy glimlachte mat. „Ik zal je zeggen, waarom ik me tot je aangetrokken voel van het eerste oogenblik af. Je herinnert me aan Jimmy. dat is het. denk ik. Veel heb ik over je nagedacht en er is iets, dat je voor me doen kunt." Hy dronk zijn thee en proefde van de rijst, maar on danks de heftige pogingen, die hy aanwendde om zyn opstandige maag tot rede te brengen, kon hy geen twee den hap door zyn keel worstelen. Toen greep hy weer naar het glas jenever, stak daarna een cigaret op en keek Marcelle aandachtig aan. In haar nu droeve oogen. waarin nog de flarden droomden va® haar verstoorde illusies van ééns, las hy haar waarach tige goedheid en de puurheid, die zij bewaard had, on danks het bestaan vol gevaren, dat zy leidde. Haar oogen herinnerden hem even aan z'n moeders oogen op het groote portret, dat ginder hing. in zyn va ders kamer. Onweerstaanbaar voelde hij zich tot haar aangetrokken. „Je moet my eens vertellen, hoe je hier beland bent", begon zy ernstig. .Maar eerst hoe oud ben je eigenlijk?" „Zes en twintig". „En hoe lang ben je op de giybaan?" Hy schudde het hoofd. „Dat weet ik niet precies." „Ik bedoel, sinds je hier een vaate klant bent gewor den?" „Een paar weken geleden of een paar maanden, ik ben den tel kwyt. Maar wat doet het er toe eigeniyk?" „Goed! denk nu maar niet aan alles, wat achter je ligt" zeide zy gejaagd. „Een van de meisjes by Smith ver telde my, dat je zoo goed voor haar geweest bent en haar geld gegeven hebt om haar zuster in het ziekenhuis te kunnen laten opnemen. Nu, ik zeide haar, dat je hier was." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 9