Sctiager Courant
Het ontstaan der Continenten
Derde Blad.
DE MAN DIE TERUG
KWAM
Staatsloten7,
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Donderdag 11 December 1930
73ste Jaargang. No. 8781
Drijvende vastelanden.
EEN INTERESSANTE THEORIE.
Prof. A. J. Luyten geeft in het volgende artikel een
belangwekkend overzicht van Wegener's theorie be
treffende het ontstaan der Continenten:
ER bestaan reeds een groot aantal theorieën
over het ontstaan van de aarde; zoo is een
vrij veel voorkomende opvatting, dat door
het passeeren van een vreemd hemellichaam
langs de zon groote stukken daarvan worden afge
trokken, die als planeten om de zon bleven draaien.
Onze aarde zou dan eerst een gloeiende gasbol zijn
geweest, die gaandeweg vloeibaar en tenslotte vast
werd, althans aan de oppervlakte. De groote hoeveel
heden stoom condenseerden nu ook en vormden een
reusachtige wereldzee. Men heeft zich echter nog
meer vraagstukken gesteld; men zocht niet alleen
naar een verklaring voor het ontstaan der aarde,
doch ook voor het ontstaan der afzonderlijke vaste
landen en groote bergketens. De geleerden zijn het
daarover nog minder eens dan over het ontstaan van
het heele zonnestelsel.
Men weet alleen zeker, hoe de aarde er nu uitziet
en als men bijzonderheden over het inwendige der
aarde te weten wil komen, vervalt men alweer in gis
singen. Slechts de bovenste aardlagen zijn tot een
diepte van enkele honderden meters onderzocht kun
nen worden. Daarbij is één ding gebleken: de groote
bergketens zijn ontstaan door verschuiving, dat blijkt
uit hun constructie. Alfred Wegener is het eerst voor
den dag gekomen met de theorie der drijvende
vastelanden en wel op grond van de groote
overeenkomst tusschen de Oostkust van Zuid-Ame-
rika en de Westkust van Afrika. Zij passen bijna pre
cies aan elkaar.
Be Pangeadie om den Zuidpool (de zwarte
stip), lag. Be eerste barsten in de vaste korst la
ten reeds duidelijk Afrika zien, het eerste wereld
deel, dat zijn tegenwoordigen vorm kreeg.
Deze theorie is in den loop der laatste twintig ja
ren door steeds meer geologen onderzocht en aan
nemelijk bevonden. Hoewel deze theorie nog lang
niet volmaakt is, willen wij er toch een overzicht van
geven. Tot goed begrip zij medegedeeld, dat de bui
tenste aardlaag voornamelijk bestaat uit kiezel, wan
neer wij op eenigszins grootere diepten komen, stui
ten wij op een onwrikbare granietlaag, die dus ook
nog tot de allerbuitenste aardkost behoort. Deze laag
is naar schatting omgeveer 40 K.M. dik, met een
gemiddeld soortelijk gewicht van 2,7. Dan volgt de
2700 K.M. dikke laag van kiezel met een groote hoe
veelheid metalen vermengd, die in dik vloeibaren toe
stand verkeert, ongeveer zooals de laag uit onze vul
kanen. Het binnenste der aarde zou bijna uitslui
tend uit nikkel en ijzer bestaan; het moet een soor
telijk gewicht van 8 hebben en door den druk, die er
van alle kanten op uitgeoefend wordt, absoluut hard
en onbeweeglijk zijn.
De lavalaag is echter door langdurigen druk in de
zelfde richting wel beweeglijk te krijgen en de bui
tenste kiezellaag ligt op die massa betrekkelijk vast,
maar men zou zich toch kunnen voorstellen, dat
door ingrijpende werkingen van buitenaf de drijven
de buitenkorst in een bepaalde richting opgestuwd
wordt en aan een tegenovcrgestelden kant rimpels
vormt. De Isostatica is de naam van de tak der we
tenschap, die zich hiermee bezighoudt.
De theorie van Wegener behelst nu het volgende:
FEUILLETON
van
JOHN FLEMING WILSON.
HE EN W E G.
1. BE
2.
Van Fairfield Iowa, naar Oakland Pier is negen-en-
dertig honderd een en zestig kilometer.
Harry Potter legde dien afstand af in vier dagen, ge-
•terkt door een behoorlijk kwantum geestrijk vooht.
Op zekeren dag zat hij in een weelderig Ingericht mu-
ziekvertrek in een voorname woning in Jaokson street,
bezig de juiste kleur van de oogen te ontraadselen van
een mooie, slanke vrouw tegenover hem. Maar zij
weigerde naar hem op te zien.
„Ik had er altijd wel een eed op durven doen, dat
je oogen blauw waren," lachte hij. „En toen ik ze het
laatst zag, waren ze grijs staalgrijs".
Plotseling sloeg zij haar oogen op. Hij ontstelde.
„Schrei je, Edith?"
Zij kinkte zwijgend.
„Om 's hemels wil, wat scheelt eraan? Lieveling!
Laat me..."
Edith schudde beslist het hoofd. „Neen! Doe dat
niet! Begrijp je 't niet?" sprak ze op zachten toon. „Ik
kan niet met je trouwen, Harry."
„Maar je hebt toch gezged, dat je van me hield
je beloofde..."
„Ik weet het! Maar ik kan niet!"
Hij nam haar beide handen in de zijne. „Vertel mij
nu, wat er Is."
Teeder boog hij zich over haar heen. „Stort je hart
nu uit, lieveling!"
Zij hield haar blik vast in den zijne gericht, totdat
hij zijn oogen neersloeg.
Zachtjes maakte zij haar handen los. „Je hebt zoo
veel vreeselijke en verderflijke gewoonten, Harry!
Ik ik heb een zuiver leven geleid... en ik zou niet
anders kunnen! Je zoudt mij doodongelukkig maken!"
„Jij had mijn redding kunnen zijn!" fluisterde hij.
Zy schudde zwijgend het hoofd.
Een later stadium. Zuid-Amerika is reeds van
Afrika afgedreven, tusschen Noord-Amerika en
Europa ziet men het begin van den Atlantischen
Oceaan, terwijl het tegenwoordige Engeland hen
nog aan elkaar verbindt.
De lichte buitenlaag van kiezel kwam boven drijven,
stolde daar gaandeweg en vormde één groot vaste
land op de Zuidpool der aarde. Door de rotatie der
aarde ontstond er echter een kracht, die van de pool
naar den equator werkte en de verschillende stuk
ken van het groote vasteland hadden dus de neiging
om uit elkaar te gaan en zich steeds Noorderlijker
te verschuiven. Op fig. I zien wij het nog aaneenge
sloten vasteland, waarin echter reeds scheuren en
zelfs enkele zeearmen zijn ontstaan. De zwarte stip
op Z.O. Afrika is de Zuidpool, waardoor de middel
punt-vliedende kracht het land vandaan wordt ge
trokken. Fig. 2 vertoont al een later stadium; de
Atlantische Oceaan begint zich te vormen en in het
Noorden de Noordzee. Europa en Amerika zijn nog
aan elkaar verbonden door Noorwegen, Groot-Brit-
tannië en Ierland aan de eene en Groenland aan de
andere zijde. Tusschen Noord- en Zuid-Amerika zien
wij al de twee binnenzeeën, die later de Caraïbische
Zee en de Golf van Mexico zullen worden. Zuid-Ame
rika is nog verbonden met het Zuidpoolvasteland,
Australië en een derde vasteland, dat later uiteenge-
drukt is in de groote groep eilanden, waartoe ook
Nederlandsch-Indiö behoort. De Indische Oceaan is
nog in staat van wording, want Voor-Indiö is slechts
door een zeearm van Afrika gescheiden.
Be vastelanden dreven alle naar den Stillen
Oceaan toe en kregen aan hun vooruitgeschoven
randen rimpelsde groote bergketens om den
Stillen Oceaan, die nu gedeeltelijk onder den zee
spiegel liggen. Beze bergketens zijn met zwart
aangegeven.
Het spreekt vanzelf, dat de deeien der aarde, die
volgens deze theorie eenmaal naast elkaar gelegen
hebben, ook geologische overeenkomsten moeten ver-
toonen. Deze overeenkomsten zijn inderdaad in groo-
ten getale aan te wijzen en daarom wordt de theorie
van Wegener door een steeds grooter aantal geleer
den aanvaard. De afstand tusschen eenmaal aan el
kaar grenzende vastelanden is het grootst tusschen
Amerika en Zuid-Amerika; toch zijn zelfs hier tref
fende overeenkomsten te zien. Zoo zijn de Draken-
bergen in Zuid-Afrika geheel opgebouwd en samen
gesteld als de Serra Geral in Brazilië. In Brazilië
vindt men in de Minas Gerae diamanten, die op de
zelfde wijze verdeeld zijn in „Kimberlite", de bekende
blauwe aarde van de diamantmijnen te Kimberley in
Zuid-Afrika.
Een ander bewijs voor de theorieën van Wegener
wordt gevormd door de verschillende klimaten. Door
dat de vastelanden van de Zuidpool naar den Equator
verschoven, kregen zij een steeds warmer klimaat, en
voor zoover zij nog verder Noordwaarts werden ge
drukt door de achter hen aan schuivende continen'.en,
werd het klimaat daarna weer kouder. Uit fossielen
van dieren, die alleen in een bepaald klimaat leven,
heeft men eveneens overvloedige bewijzen voor de
juistheid dezer theorie gevonden.
Tenslotte is de theorie waarschijnlijk juist geble
ken, omdat het boven geschetste verschuivingspro
ces nog niet afgeloopen is. Groenland drijft nog
steeds naar het Westen met een snelheid van 20 M.
per jaar; deze beweging is reeds vanaf 1863 waarge
nomen en wetenschappelijk vastgesteld.
Bekijken wij tenslotte fig. 3, dan zien wij, dat aan
de kust van den Atlantischen Oceaan geen hooge ge
bergten voorkomen, omdat alle vastelanden daar uit
elkaar gingen. De Groote Oceaan heeft daarentegen
hooge bergketens langs haar kusten, omdat de voort-
geschoven vastelanden aan hun rand „rimpelden."
(Nadruk verboden.)
Trekking van Dinsdag 9 Decemher.
2e klasse 2e lijst
No. 483 f 1500.
Nos. 3463 en 5097 ieder f 1000.
No. 912 f 400.
No. 9412 f 200.
Nos. 4613 6135 6502 8067 ieder f 100.
Prijzen van f 30.
56 174 209 214 293 307 337 338
364 443 507 563 564 601 611 668
809 834 917 1005 1019 1034 1037 1045
1159 1274 1299 1316 1354 1394 1399 1530
1581 1606 1661 1696 1742 1755 1766 1793
1806 1814 1975 2002 2045 2047 2112 2169
2196 2242 2283 2303 2317 2320 2321 2324
2358 2495 2498 2542 2556 2677 2699 2734
2860 28f0 2881 2882 2959 2967 2973 2991
3017 3068 3093 3101 3119 3144 3150 3212
3315 3335 3379 3394 3406 3434 3439 3539
3625 3646 3704 3716 3781 3790 3866 3927
4030 4103 4131 4145 4214 4223 4259 4271
4290 4366 4374 4378 4418 4561 4567 4604
4612 4649 4664 4768 4797 4807 4809 4811
4813 4830 4922 4934 4999 5029 5068 5105
5112 5165 5186 5208 5219 5314 5366 5598
6628 5646 5682 5732 5797 5808 5852 5S59
5892 5912 5925 5938 5950 5973 6004 6066
6080 6082 6088 6109 6214 6223 6248 6346
6434 6446 6463 6656 6659 6732 6760 6823
6847 6866 6886 6893 6919 6996 7030 7103
7131 7155 7231 7250 7298 7299 7335 7357
7396 7404 7410 7415 7416 7465 7471 7519
7529 7544 7550 7553 7557 7559 7575 7611
7654 7805 7825 7827 7860 7870 7908 7910
7820 7848 7870 8123 8185 8201 8202 8223
8227 8317 8402 8419 8642 8658 8737 8821
8855 8860 8885 8892 8897 8924 8974 9003
9013 9053 9076 9147 9163 9233 9288 9301
9355 9362 9425 9559 9642 9734 9777 9821
9845 9862 9865 9906 10007 10010 10051 10127
10209 10232 10268 10301 10357 10378 10385 10102
10404 10419 10441 10630 10662 10667 10694 10709
10717 10795 10803 10842 10867 10967 11072 11079
11089 11100 11131 11190 11200 11224 11231 11252
11262 11371 11418 11469 11476 11492 11547 11552
11695 11790 11805 11874 11924 11958 11984 12038
12111 12199 12261 12264 12302 12398 12404 12437
12453 12454 12484 12512 125331 12541 12628 12684
12784 12799 12829 12841 12910 12923 12932 12941
12956 13001 13073 13097 13183 13282 13323 13354
13357 13380 13443 13456 13630 13757 13800 13811
13848 13872 13890 13954 13977 13997 14036 14045
14057 14062 14121 14233 14553 14574 14586 14593
14655 14844 14855 14877 14905 14906 15002 15169
15192 15249 15259 15280 15398 15400 15427 15454
15458 15511 15538 15560 15566 15667 15715 15716
15821 15848 15920 16003 16050 16094 16100 16148
16283 16366 16502 16534 16535 16544 16549 16602
16630 16664 16782 17003 17030 17121 17206 17231
17250 17256 17305 17313 17339 17429 17446 17451
17591 17612 17690 17697 17726 17813 17842 17889
17964 17976 18015 18021 18104 18122 18151 18191
18255 18382 18409 18455 18530 18585 18687 18803
18861 18869 18880 18895 18955 19017 19067 19103
19131 19151 19231 19232 19243 19268 19297 19338
19444 19468 19476 19546 19574 19579 19592 19602
19613 19644 19687 19736 19738 19751 19818 19846
19859 19866 19909 19945 20011 20013 20033 20082
20088 20093 20352 20403 20416 20460 20575 20611
20637 20727 20740
2e klasse le lijst 18524 m.z. 18525.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 9 December.
DE VOORWAARDELIJKE STRAF VAN KWIKIE
WORDT TEN UITVOER GELEGD.
De wel- maar minder goed bekende Gerardus T.,
uit Castrlcum, bijgenaamd Kwikie, dezer dagen veroor
deeld tot 2 jaar gev. wegens modeplichtigheid aan een
diefstal met braak, verscheen heden nog voor de
meervoudige strafkamer als totaal mislukt reclassant
en vernam aldaar de minder prettige boodschap, dat
de voorwaardelijke straf, 8 maanden gev., op hem zal
worden ten uitvoer gelegd, op grond dat hij zich ge
durende zijn proeftijd opnieuw aan een ernstig straf
baar feit had schuldig gemaakt.
Een waarschuwing voor eventueele lotgenooten, die
hun verplichtingen verwaarloozen.
VERDUISTERING VAN EEN OVERJAS IN DE
HARMONIE.
Deze veelbewogen zaak, reeds meerdere malen ter
tafel gebracht, werd thans door andere samenstelling
van het college, weer geheel opnieuw behandeld. Het
betrof hier verduistering van een overjas uit de gar
derobe van de schouwburg „Harmonie" te Alkmaar,
in den nacht van 22 December 1929 en waarvan werd
verdacht de heer Hendrik H.. reiziger wonende te
Velzen. die deze jas wederrechtelijk had meegenomen
in zijn auto na het verlaten der dancing. Bedoeld
kleedlngstuk was het eigendom van den heer Joh.
Haakman te Alkmaar, eveneens een bezoeker van
bovengenoemde amusementsgelegenheid. Deze heer
werd inmiddels door den heer C. de Lange, eigenaar
en ondernemer van de „Harmonie" door uitbetaling van
een som van f 40 schadeloos gesteld. De heer Haakman
moest toegeven, dat zijn jas veel overeenkomst had
met die van den heer H. Wat hem betreft, hij erkende
wel de jas te hebben medegenomen, doch bij vergis
sing en niet met het doel zich de jas toe te eigenen.
Zijn grootste fout was natuurlijk, dat hij verzuimd
had de jas terug te zenden of moeite te doen ter op
sporing van den rechtmatigen eigenaar. Vervolgens
leverde dit tamelijk afgezaagde proces niet veel nieuws
op en kunnen wij ons bepalen met de slotmededeeliag,
dat de heer Officier het een lange lijdensgeschiedenis
noemde en requireerde f 50 boete of 50 dagen, omdat
de heer H. zich niet had kunnen rehabiliteeren.
EEN ZUIDERZEEWERKER ALS BEKKESNIJDER.
De 24-jarige grondwerker Hendrik W. uit Zwaag-
westeinde sierde heden de verdachtenbank naar aan
leiding van het niet gering te achten feit, dat hij op 21
Septembre een anderen bezoeker van het café. waarin
ook verdachte zijn toevlucht had gezocht bij het ver
laten van dit café, in de deuropening met een mes in
zijn rechterschouder had gestoken. Deze bezoeker, ge
naamd Terschuur, was zeker nogal taai van construc
tie en voelde wèl een slag op zijn schouder, doch
souoruk daaraan aanvankelijk niet veel aandacht, maar
toen hij eemgen tijd was doorgeloopen. voelde hij iets
nats langs zijn lichaam druipen, en bleek het dat in zijn
schouder een mes stak, dat door verdachte W. daarin
was geplant. De heer Terschuur was verplicht zich
onder geneeskundige behandeling te stellen en was
gedurende 8 dagen niet tot werken in staat. Ook waren
zijn kleederen beschadigd. Hij wenschte nu voor een en
ander een schadevergoeding van 64 gulden en diende
daartoe een vordering in. De verdachte polderwerker
Toen schoot opeens z'n heesche lach hoog uit.
„Dat is het dus! Ik vermoed, dat een van de kwezels,
die voortdurend je gezelschap zoeken, gebabbeld heeft!
Jij weet niet, wat liefde is! En in jou stelde ik m'n
vertrouwen!"
„Precies als..."
De afstand tussohen Edith's muzieksalon en de kroeg
van Gibson was heel gering.
Korten tijd later was Harry een bekende bezoeker
van Gibsons nachtcafé, waar hij z'n naohten drinkende
en spelende doorbracht
Het was een sombere avond en Harry kwam in op
stand.
Met de handen onder 't hoofd gesteund, zat hij aan
een ledige, morsige tafel in Gibsons kroeg, met het
geledigde Jeneverglas voor zich.
Gewoon - hij was aan een goed verzorgd uiterlijk,
schoon limit-n en het allerbeste voedsel, kwam hij ln
opstand tegen z n eigen halfversleten kleeren, en z'n
lichaam had een onstilbaar verlangen naar een verfijnd
maal. Hij kende te goed de onmogelijkheid om zich hier
<>en of andere delicatesse te verschaffen, en even zeker
was hij ervan overtuigd, dat z'n bevlekte kleeren
moesten blijven zooals ze waren.
In wrok gleden z'n gedachten terug naar z'n weel
derige, moederlooze jeugd,,. Naar zijn vader, die hem
door z'n al te groote toegevendheid dezen weg had op
gedreven, naar tante Isabella, die hem niets weigeren
kon... En naar Carry Graigson, het rijke meisje waar
mede vader hem als laatste redmiddel had willen laten
trouwen...
Nog verder ging zijn herinnering terug en hij glim
lachte...
Het was z'n vierde verjaardag...
En vader had den kleinen Harry al vast de beroeps
keuze voorgelegd.
In z'n kamer vond hij den Bijbel, een appel, een mes,
en een goudstuk. En, greep hij 't eerst naar den Bijbel,
dan zou hij geestelijke worden, had vader uitgemaakt
greep hij den appel," dan werd hij landman; het
mes zou uitwijzen, dat Harry chirurg moest worden en
-et goudstuk duidde den bankier aan.
Met z'n kleine onhandige handen greep hij 't eerst den
Bijbel, die op den-stoel gelegd werd om bij den appel
te kunnen klimmen, waarin hij gretig hapte. Met het
mes jaapte hij er groote stukken uit
Toen sprong opeens door het geopende raam het
aapje van een rondtrekkenden kermisklant naar
binnen.
Aan het aapje gaf hij het goudstuk
„Jenever," riep hij schor. „Breng me jenever."
„Dat is de keuze, die ik gedaan heb," mompelde hij.
„De jenever".
Hij had juist z'n tweeden tumbler voor zich staan,
toen iemand met vasten veerkrachtigen stap de deur
binnentrad. Hij wendde zijn oogen naar de deuropening
en zag een opzichtig gekleed meisje, een groote tuin
hoed bengelde aan zijden linten aan haar arm. Hij
herkende in haar het meisje, dat sedert eenige dagen
in Gibsons kroeg de nachten opvroolijkte door haar
liedjes en dansen.
Harry pas biy, dat zy kwam, want het was hem of
zij z'n verschrlkkelyke verlatenheid minder onhoud
baar maakte een duidelyke aanwyzing, tot welke
diepte de eens zoo veeleischende Harry Potter gezon
ken was.'
Het meisje besteedde geen aandacht aan de overige
aanwezigen in het vertrek, zy trad recht op hem toe
en kwant by Harry*s tafel staan.
„Nu wèet ik, wie je bent," zeide zy op haar gewonen,
zachten toon. „Ik wist, dat je een fyne mijnheer bent,
maar dat je was, die je bént, had ik toch niet ver
wacht!"
..Wat bedoel je?" vroeg hy.
Zy boog haar hoofd ietwat voorover en streek met
de hand over haar voorhoofd.
„Ik ben een van de meisjes, die by Smith zongen. Jy
bent daat vaak geweest met je vrienden.,. En je smeet
er met geld!"
Hij knjeep de oogen een weinig dicht en hield het
opzy om beter te zien.
„Ik geloof, dat ik je nu herken als een van de
meisjes, die daar zongen." sprak hy langzaam. „Ik heb
jou daar nooit gesproken."
Zy schudde het hoofd. „Van dat soort ben ik niet,"
zeide zy kortaf. „Ik schuif soms opium, om te vergeten,
dat ik eens idealen had, maar ik ben sterk, m'n vriend."
„En in Gibsons kroeg!" mompelde hy traag, ter-
wyi hy de warmte van den alcohol door zyn pynlyke
ledematen voelde vloeien.
Een toornig rood gleed vluchtig over haar wangen.
„Ja! Waarom niet? Ik geef niet om geld! Ik jaag naar
geen enkel bezit Ik verdien genoeg om lichaam en
ziel by elkander te houden en me nu en dan wat opium
te verschaffen, om te droomen van vroeger vroeger,
toen moeder leefde en Jim en de wereld vol zon
was. Ik weet niet hoe lang dit leven nog zal duren
misschien lang, misschien kort maar ééns
komt het einde..."
„De dood? De hel? Hè?"
„Beide zyn hier," zeide zy sorrfber. „Neen. De Hemel!"
„Wat een rooskleurig vooruitzicht! Het spyt my, dat
ik geen gunstiger vooruitzichten heb wat myn toe
komst aangaat. Maar zoo is 's werelds loop!"
Het was een paar avonden later.
Harry was weer te vinden op z'n gewone plaats in 't
café van Gdbson. Aan een naburig tafeltje zat Kapi
tein Trevalan, een avonturier en cynicus, die sinds
eenigen tyd Marcelle op een opdringerige wyze het hof
maakte. Steeds trachtte hij haar van Harry verwijderd
te houden. Ook nu verloor hij het tweetal geen oogen-
blik uit het oog.
„Ik heb gebakken rijst gemaakt en thee voor ons
beidjes. Ik moet eens met je praten." begon Marcelle,
terwijl ze zich naast Harry zotte
„Allright! Maar waarom ben je zoo vriendelijk voor
me?" vroeg Harry verbaasd. „Ik ben een verloopen, aan
lager wal geraakt sujet. Niets kan ik het mijne noemen
en het beetje credlet, dat ik hier nog heb, is het eenige,
dat my in het leven houdt."
Zy glimlachte mat. „Ik zal je zeggen, waarom ik me
tot je aangetrokken voel van het eerste oogenblik af.
Je herinnert me aan Jimmy. dat is het. denk ik.
Veel heb ik over je nagedacht en er is iets, dat je
voor me doen kunt."
Hy dronk zijn thee en proefde van de rijst, maar on
danks de heftige pogingen, die hy aanwendde om zyn
opstandige maag tot rede te brengen, kon hy geen twee
den hap door zyn keel worstelen.
Toen greep hy weer naar het glas jenever, stak daarna
een cigaret op en keek Marcelle aandachtig aan. In haar
nu droeve oogen. waarin nog de flarden droomden va®
haar verstoorde illusies van ééns, las hy haar waarach
tige goedheid en de puurheid, die zij bewaard had, on
danks het bestaan vol gevaren, dat zy leidde.
Haar oogen herinnerden hem even aan z'n moeders
oogen op het groote portret, dat ginder hing. in zyn va
ders kamer. Onweerstaanbaar voelde hij zich tot haar
aangetrokken.
„Je moet my eens vertellen, hoe je hier beland bent",
begon zy ernstig. .Maar eerst hoe oud ben je eigenlijk?"
„Zes en twintig".
„En hoe lang ben je op de giybaan?"
Hy schudde het hoofd. „Dat weet ik niet precies."
„Ik bedoel, sinds je hier een vaate klant bent gewor
den?"
„Een paar weken geleden of een paar maanden, ik ben
den tel kwyt. Maar wat doet het er toe eigeniyk?"
„Goed! denk nu maar niet aan alles, wat achter je ligt"
zeide zy gejaagd. „Een van de meisjes by Smith ver
telde my, dat je zoo goed voor haar geweest bent en
haar geld gegeven hebt om haar zuster in het ziekenhuis
te kunnen laten opnemen. Nu, ik zeide haar, dat je hier
was."
Wordt vervolgd.