- De Wereldreis van -
Dicky en Dirrekie Durf
1
DE GEHEIMZINNIGE
GRAFSTEEN.
WARE WOORDEN.
ZATF.RDAOAXOSnSCTlETS
Een vreemd verhaal, naar het Amerikaansch
bewerkt, door S I R O L F.
(Nadruk verboden alle rechten voorbehouden)
Hl/I was een heerlijke zomer, die M'ldred Jef-
ferson en Harry Howard hadden (löorge-
brncht met picnicken en uitstapjes door het
prach.tge, wot*,ie, heuvelachtige land rondom
Churchtown. Mildred, een lief, min of meer ernstig
meisje, met prachtig donkerblond haar en een wat
mot ovaal gezichtje, was de dochter van Dr. Jeffer-
son, oen oude heer met ouderwctsche principes van
familie-eer en traditie en die er nooit in toegestemd
zou hebben, dat zijn dochter zou trouwen met een
man, op wiens ouders of naain ook maar het minste
geringste te zeggen zou zijn geweest. Harry Howard,
jonge man van even in de twintig, impulsief en met
een sterk gevoel van vereering voor zijn vader, die
kort na zijn geboorte gestorven was, bracht den zo
mer met zijn moeder en stiefvader, voor wien hij
eveneens een groote liefde koesterde, op een villa te
Churchtown door. Kn op een goeden middag waren
de jongelui, Mildred en Ilarry tot de wonderlijke ont
dekking gekomen, dat zij van elkaar hielden. /Tot
vreugde der beide families. Kn daar er absoluut niets
aan verdere plannen in den weg stond, zou het hu
welijk in het najaar plaats vinden.
Maar toen gebeurde er iets vreemds.
Harry's ouders, dat wil zeggen, zijn moeder en
stiefvader, moesten voor zaken een paar-weken op
reis. Den volgenden dag ging Harry op een jachtpar-
tijtje, met Dick Hroams, een jong zakenman van
Churchtown, een heel goed vriend van Mildred, en
die gaarne nog iets anders van Mildred geworden
zou zijn, als ze gewild had.
Het was een snikheete dag, toen ze in Harry's
snelle open twee-zitter langs vrij goede, doch kron
kelige, dichtbegroeide wegen het heuvelland introk
ken. Dick had een andere richting voorgesteld, maar
Harry wilde aan zijn avontuurlijke zin den vrijen
loop. laten en urenlang snorde de auto voort, langs
stille, woeste paden, waar het zelfs tot de grootste
moeilijkheden aanleiding gegeven zou hebben, als er
een auto van den anderen kant gekomen zou zijn.
Maar er kwam natuurlijk geen auto uit de wildernis
vandaan.. Eensklaps hield Ilarry met een ruk den
wagen in. Hij .een tweesprong stond een vermolmd
houten paaltje met het halfuitgewischte opschrift:
Howard's Farm.
„Zullen we hierop gaan, Dick?", vroeg Ilarrj^met
iels peinzends in zijn blik. „Ik geloof, dat ik daar
geboren benMijn moeder heeft me dat vroeger
wel eens verteld. Vreemd, dat ze mij er nooit mee
naar toe genomen heeftMijn eigen vader en zij
moeten erg veel van elkaar gehouden hebben
„Waarom zouden we dat doen?" antwoordde Dick.
Zijn stem klonk wat vreemd, iets geagiteerd. Maar
Harry merkie het niet. „Je kunt toch wel nagaan,
dat na al die jaren die houten boerderij in puin is
gevallen. Kr zal niets meer te zien zijn, dan een
troostelooze woestenij. Kom, laten we nu wat gaan
jagen, er moet daar, verderop, aardig wat wild zit
ten."
Maar Harry was niet van zijn plan af te brengen,
Dick zou vast op zoek gaan naar het wild en straks
bij den auto terugkeeren, en Harry sloeg alleen het
nauwe boschpad in, dat naar Howard's Farm moest
leiden. Een gevoel van groote eenzaamheid overviel
hem, toen hij al verder en verder in het bosch door
drong. Kn opeens werd liet struikgewas dunner, een
open plek werd zichtbaar, omgeven door een ver
molmd hek van ruwe paaltjes, dat op vele plekken
was ingestort door ouderdom. En daar, te midden
van hooge, ruig onkruid en een woestenij van wild
dooreeen groeiende planten, stond de ruine van zijn
geboortehuis, Howard's FarmDoodsche stilte
zag er opgezet uit, z'n oogen stonden waterig met ge
zwollen randen en z'n stem klonk heesch.
Er werd luidkeels gesproken over de toebereidselen
voor den avond. ..Er gaat niets boven een goed leventje,
ouwp jongen." zeidc een hunner. ..en Yokohama is de
aangewezen plaats om van het leven te genieten! Zeg
leen me..."
Maar Harry staarde op een kaartje, dat de portier
hem toegereikt had. Het droeg den naam van. Thomas
Potter. Hij wendde zich haastig om naar zijn metgezel
len.
In wanorde verdwenen zij. Harry sprak zachtjes met
den portier. De man knikte. ..Ja. hij kwam tegelijk met
de passagiers van de Mongolia. Hij heeft gezegd, dat hij
voor het diner terug zou zijn."
Harry vloog naar zijn kamer en staarde in den spie
gel. ..Niets aan te veranderen," zeide hij met dikken
tong tegen zijn spiegelbeeld. „Je moet het onder de
oogen zien. Harry!" Hij griste haastig naar een courant,
welke tussehen een hoop papieren rekeningen en tijd
schriften lag. „Stoomschip Bremen, naar Shanghai. 8
uur", las hij hardop. Hij telde het geld, dat hij in zijn
zakken had *en zuchtte: „Neet veel om mee op reis te
gaan. Maar Shanghai is juist een plaats voor mij."
Het ls twee honderd twee en zeventig kilometer van
Yokohama naar Shanghai Harry Potter kwam daar aan
met een haastig gepakten koffer, een paar handtasschcn
en acht honderd dollars aan contanten.
Twee weken na zijn zoon stapte Thomas Potter even
eens aan wal te Shanghai, imposant en grimmig. Hij
begaf zich van het eene hotel naar het andere, totdat
hij eindelijk datgene vond. wat hij zocht, in een klein
onaanzienlijk hotel in de voorstad.
Hier liet hij zich inschrijven onder den naam P.
Thomas en hij bracht een week door met het gade
slaan van de gaande cn komende gasten.
Om vier uur. op den achtsten dag. trad een jonge
man binnen in een bevlekt grof linnen pak. met een
verfomfaaiden strooleh hoed op en stoffige schoenen.
Hij begaf zich naar den portier en vroeg z'n sleutel.
Thomas Potter stond op en volgde hem. Maar de bin-
nengekomene zag hem niet.nam zijn sleutel in ontvangst
mot een bevende hand en waggelde naar zijn kamer,
onder gelelde van een hoteljongen. Thomas hield hem
bij de deur tegen.
„Ahum! Humm! A-hèm!" raspte hij.
Harry keerde zich bliksemsnel om en c«n kramp
achtige grijnslach verscheen op zijn gezicht.
„Ik liep je in Yokohama mis." sprak Thomas, ver
achtelijk snuivend. „Ik heb hier een week op je moeten
wachten om je eindelijk te pakken te krijgen."
„Ik moest weg voor zaken een klein uitstapje,1'
heerschte er. Slechts het gezoem van vliegen en an
dere insecten was waarneembaar. Langzaam, als be
trad hij heilige grond, liep Harry Howard langs de
ruine Het dak was gedeeltelijk ingestort, de lui
ken hingen uit de hengsels gezakt, scheef en roer
loos voor de vensterlooze ramenDan opeen stond
hij voor een afgeschoten deel van het erf, omgeven
door een roestig hekjehet familiegraf. Kn daar
lag de steen op zijn's vaders graf„Henry Ho
ward, Geboren 3 Februari 1889;;"
Plotseling was het alsof zijn keel dichtgeschroefd
werdwant in den steen op het graf vnn zijn va
der, op de plek waar het worod „overleden" ge
staan moest hebben, vóór liet jaartal 28 Mei 1905, was
een brcede, diepe kras, ccn groef in de met een groene
laag mos overdekte steen En die groef was
vcrsch
De tranen schoten den fijngcvocligen Harry Ho
ward in de oogen toen hij de moedwillige schennis
van het graf van zijn vereerden vader zag. Iemand
had hier kortgeleden die vandalendaad verricht
Maar wie? En waarom?
Bleek cn zwijgzaam keerde hij bij den auto terug.
Dick Hroams keek hem onderzoekend aan, cn scheen
onwillekeurig tc schrikken toen Harry op somberen
toon sprak: „Je hebt gelijk, Dick, er was niets bijzon
ders te zien. liet was net zooals je zei: een ruïne.
Alleen is er iets met dc grafsteen van mijn vader
Het viel zelfs Ilarry op, dat Dick's stem een beetje
heesch was, toen hij vroeg: „Wat is er dan mee,
Harry?"
De jonge Howard keek hem een oogenblik scherp
aan en hij meende dat Dick's oogen vrees uitdrukten,
toen hij langzaam antwoordde: „Iemand heeft dc
grafsteen van mijn vader geschonden. Ik vraag mij
af, welke schoft dat gedaan heeft En waarom?"
Zwijgend reden ze naar Churchtown terug.
Harry was dien heelcn avond erg stil cn afgetrok
ken geweest, toen hij bij Mildred op l>ezoek was en
als vanouds, buiten op de verandah met haar van de
zoele zomeravondlucht zat tc genieten. De scheme
ring viel. „Is er iets, jongen?", vroeg Mildred zacht.
„Ik bon vandaag naar Howard's Farm geweest
mijn geboortehuis", zei Harry schor. Hij hield
Mlldrod's zachte hand vast en plotseling meende hij,
dat haar hand begon tc beven.
„En?", vroeg ze, ietwat gejaagd. Harry keek haar
onderzoekend «an.
„Dc steen op het graf van mijn vader is geschon
den", vervolgde hij.
Mildred trok haar hand uit de zijne. In dc sche
mering zag hij, dat zij een beweging van schrik
maakte. Een waanzinnige gedachte schoot hem door
het hoofd. Mildred wist iets Dick Broams
wist iets ja, ja, hij herinnerde zich nu heel goed,
dat Dick vanmiddag erg vreemd en verschrikt had
gedaan, toen hij hem zijn ontdekking vex'tclde
Ilad Dick hem er niet van af willen houden, naar
Howard's Farm te gaan? Had Dick niet precies ge
weten, dat het een ruïne was? Dick en
Mildred zij wisten iets natuurlijk, dat was
het, dat moest het zijn zij bedrogen hem, ze
ontmoetten elkaar, mankten tochten met elkaar, Die»
cn Mildred, en natuurlijk, waren zo op Howard's
Farm geweest, een avontuurlijk uitstapje voor twen,
die niet gezien willen worden en daar hadden
ze natuurlijk dc kroon op hun duister werk gezet,
door moedwillig de steen op het graf van zijn vader
te vernielen Een redelooze woede nvaakte zich
van den jongen Howard meester. Hij schudde het
meisje plotseling ruw door elkaar en schreeuwde
schor: „Wat is er tussehen jou en die Dick
Broams, spreek op Mildred!"
Het meisje slaakte een kreet, die uit het diepst van
haar gewond gemoed opwelde: „O, Harry, hoe heb
jc zóóiets kunnen denken
Een oogenblik heerschte er volmaakte stilte. Dan,
heel zacht, met trillende stem, begon ze te fluiste
ren: „Het is alles gebeurd, Harry, omdat we om
dat ik je iets heel ergs wilde besparen. Ik wist
hoe groot de vereering voor de nagedachtenis van je
vader was. En nu je zoo dicht in de buurt van
gaf Harry ten antwoord, met een armzalige poging om
luchthartig te doen.
„Ik ken dat soort zaken, mijn zoon," antwoordde
Thomas streng.
„Nu, kom in ieder geval binnen!"
Zij traden de kale kamer binnen en Harry's eerste
werk was zijn barstend hoofd in koud water onder te
dompelen. Toen dit hem eenigszins opgefrlscht had.
open de een tasch en haalde schoone kleeren te voor
schijn. HU kleedde zich zonder zich te scheren, terwijl
zijn vader zwijgend neerzat.
..En lieg me nu niets voor," zeide Thomas na de
gebruikelijke luidruchtige inleiding.
„Waar zou het toe dienen?" vroeg zijn zoon.
„Nergens toe! Ongeveer vijf jaar ben je je eigen weg
gegaan. Je hebt me twee honderd duizend dollar ge
kost en m'n trots."
„U beweent uw trots meer dan uw dollars, niet
waar?" klonk het op harden toon gegeven antwoord.
Thomas slikte de pil en rees overeind.
„Ik vind, dat woorden nergens toe lelden. Nu zal ik
handelen. Je zult geen geld meer van mij krijgen,
mijn zoon
„Dan moet ik. de gevangenis in voor mijn hotel
rekening."
Thomas steunde. „Ik ik zal dat nog voor je in
orde maken," sprak hij moeilijk. „Maar liet is het
laatste, wat Ik voor je doe. Van vandaag af ben je op
je eigen bronnen aangewezen."
„Ik wou, dat u me meteen erbij wilde vertellen, welke
dat zijn," antwoordde Harry peinzend.
„Werken! Eerlijk werken!"
„Welk werk kan ik nog doen? Wie wil mij werk
geven?"
Thomas glimlachte bij deze overwinning.
„Bedoel je daarmee, dat jc weer aan het werk zoudt
willen gaan?"
„Het schijnt dat ik daartoe gedwongen ben, niet
waar?"
Zijn vader was verteederd. „Ik wist wel, dat er nog
een beetje gezond verstand In je zat." sprak hij met
voorgewende strengheid. „Je hebt ook je goede eigen
schappen, mijn jongen. Ik ben verduiveld blij, dat je je
toekomst niet voorgoed vergooid hebt door een of agder
stom huwelijk. Dat ls een voordeel. Maar nu niet
meer van die losbandige aanvallen! Man, lk heb je
spoor" kunnen volgen van S. Francisco naar hier. alleen
door de praatjes de schandelijke praatjes! 't Is niet
te geloovcn."
Harry lachte. „Zie eens, nu we het er toch over
hebben: waarom hebt u me niet in New-York gehou
den?"
„Ahumm! Humm! A-hèm!" zei Thomas Potter. „Ik
je geboortehuis was, bestond de mogelijkheid, dat
er misschien eens heen zou gaan. En dan had je ont
dekt wat ik onlangs door een toeval hoorde van
een heel oude vriendin van mijn overleden moeder...
Kijk, Harry, dat was het juist dat we jc hadden wil
len besparen jc vader is niet gewoon overleden,
jongen, hij werd gedood. Door ccn man, met
wiens vrouw hij iets scheen tc hebben gehad Je
moeder was toen nog heel jong, Harry, cn in haar
diepe verontwaardiging over het gedrag van je va
der, besloot zij zijn onwaardig einde aan de wereld
prijs te geven, op een wijze, die niets te raden over
zou laten. Daarom stond er op den steen, die het
graf van je vader dekte „Gedood 28 Mei 1905".
Toen ik het hoorde, nam ik Dick in vertrouwen, en
samen besloten we in het geheim, dat onzalige woord
van den steen te verwijderen, voordat jij het zou ont
dekken wellicht Begrijp je nu, Harry, wat er
was tussehen Dick en mij?"
Er kwam geen antwoord. Maar de hecte traan, die
op de zachte hand van Mildred drupte, sprak boek
doelen.
179. Gerrit, Dicky en Dirrekie hebben intusschen de
kostbare koopwaren in beslag genomen. Ze zijn er
bovenop geklommen en trotsch als pauwen wachten ze
do komst van de kooplieden af. Die laten niet lang op
zich wachten. Weldra drukt Enver ben Salomo de drie
wereldreizigers vol aandoening de hand. Mijn zoon,
zegt hij, en ook gij kindertjes van het avondland,
Enver ben Salomo en zijn relsgenooten zullen nooit
vergeten welken dienst gij hun heden hebt bewezen.
Zegt ons, wat we voor u kunnen doen en wij zullen
180. Gerrit verlangt geen belooning voor zijn over
winning op de roovers van Hakkie Pakkie Pasja. Maar
wel vertelt hij aan Enver ben Salomo het ongeluk in
Benghasi en de vervolging der ruiters van Ibrahim el
Ongemak. Wie weet of ze niet het volgend oogenblik
zullen verschijnen? En dan ziet het er slecht uit voor
de drie wereldreizigers. Koopman Enver ben Salomo
heeft het heele verhaal zwijgend aangehoord. In het
Oosten zijn de menschen zoo beleefd, dat ze elkaar
nooit in de rede vallen. Daarom wonen er ook zoo-
oordeelde het beter, dat je je eigen weg zoudt gaan
met overvloed van geld en mij in de achterhoede
natuurlijk. Een jongmensch brengt het in New-York
tot niets, als hij niet de reputatie heeft, dat hij ergens
anders iets gepresteerd heeft."
Harry kwam overeind, eenigszins waggelend ten ge
volge van hetgeen hij gedurende de laatste vier en
twintig uur gedronken had. „Wel, ik ging mijn eigen
weg, ls 't n!et? Geheel alleen! Stel nu, dat ik omkeer
de, dat ik den terugweg nam naar New-York en' de
vaderlijke millloenen?"
„Niet op mijn kosten!" was het afwijzend antwoord.
„Je zoudt een prachtigen indruk maken! Iedere vader
zou trotsch op je zijn! Ahum! Humm! A-hèm! Dien
weg kun jc niet tweemaal op dezelfde manier afleggen,
mijn zoon. Ik zal je een positie bezorgen een heel
goede, en wel dadelijk, hier in Shanghai. Ik ver
onderstel. dat Thomas Potter voor sommigen hier geen
onbekende is. Als je hier je best doet, dan zullen we
eens over terugkomen beginnen te denken."
„All right. Geef me nu wat om mee te beginnen in
leder geval," zei Harry. „Ik moet nog een paar klei
nigheden betalen."
„Natuurlijk," beaamde z'n vader. „Ik begrijp, dat je
niet van den wind kunt leven.. Ik zal het zóó regelen,
dat je nog een extra som boven je salaris krijgt. Ik
zal eens infermeeren. wat hier een geschikte toelage
geoordeeld wordt voor een jongmensch met een positie
Den volgenden morgen had Tfiomas het buitenge
woon druk. 's Middags tref hij Harry in bed en deelde
hem zijn bevindingen mede.
„Een goed baantje bij een exportfirma, tegen een
salaris van twaalf honderd dollar per jaar met voor
uitzicht op verhooging na verloop van het eerste jaar!
Het is bij Slmpsons Expcrting Company. Ik heb het
zóó geregeld, dat je iedere maand vijftig dollar extra
ultbeftald zullen worden bij de Hongkong- en Shang-
hai-bank. Ik wil vanavond de boot naar San Francisco
nemen. Over twee jaar verwacht ik je terug, jongen."
Harry lachte en noodlgde zijn vader uit om met hem
te soupecrcn. „Na gedanen arbeid is het goed rusten,"
merkte hij op.
„Wel, ik hoop, dat de wilde haren er nu uit zijn en
dat je je eindelijk als een fatsoenlijk mensch zult gaan
gedragen, Harry."
Toen hij zijn vader weggebracht had, keerde Harry
naar zijn hotel terug, drenk drie cocktails, riep een rig
aan en
Het is een kwart kilometer van het kantoor van
Slmpsons Ex.eorting Companv naar de opiumkit van
Sam-show-sing.
Verdiep uw levensinzicht en ontwikkel uw zelft»
heersching.
o
Zaai een daad en gij oogst een gewoonte;
Zaai een gewoonte en gij oogst een karakter;
Zaai een karakter en gij oogst een bestemming.
o
't Leven is een boek, dat de dwaas doorbladert, de
wijze aandachtig leest.
o
Niets is gevaarlijker dan de onverschilligheid voor het
kleine kwaad.
o
Wanneer men zich toelegt op strenge plichtsbetrach
ting, volgt het geluk van zelf.
o
Het is een groote wijsheid in zaken, niet overijld te
zijn in hetgeen men moet doen, en niet hardnekkig vast
te houden aan eigen gevoelen.
't niet nalaten, al moesten we er voor naar 't einde
der aarde reizen. Uwes praot wel gezellig, Aupa,
mompelt Gerrit, maor ik verstao d'n gain sikkepitje
van. Doch gelukkig spreekt een der kooplieden een
half mondjevol Volvettendamsch en dus vertaalt hij, wat
Enver ben Salomo in het Arabisch heeft gezegd.
We hebben niks naudig, antwoordt Gerrit, als hij alles
gehoord heeft. Die rauvers wegjaogen was maor
'n klaanigheid. Hebben we al dikwijls ba de hand
gehad...
veel w ij z e lieden. Enver ben Salomo is er één van.
Hij denkt zeer diep na en rolt intusschen zijn punt
baard om zijn wijsvinger. In zijn hoog voorhoofd groe
ven zich diepe rimpels. Hij zoekt naar een middel om
de drie wereldreizigers, die zijn kostbare koopwaren
redden, te helpen. Maar goede raad is duur. In de
woestijn is het niet gemakkelijk om iemand te ver
stoppen. Er zal een list gebruikt moeten worden om
de ruiters op een dwaalspoor te lelden.
Harry Potter legde den afstand af in een jaar, een
maand en vier dagen. Hij betrad het heete, morsige
hol, smeet zijn verfomfaaiden hoed in het gezicht van
den clapenden Chinees en liet voor diens verdwaasde
cogen een flonkerenden ring heen en weer schitteren.
Sam-shew-sing stond op, slipte zijn bloote voeten in
strqolen sandalen en griste het kostbaar juweel uit
Harry's hand.
„Je kunt hem houden," sprak Harry, z'n verdroogde
lippen bij voorbaat likkende. „Ik moet er jenever voor
hebben en een pijp. Geef mij crediet ervoor. En nu vlug!
De ring verdween in een of andere bergplaats tus
sehen de onooglijke plunje van Sam-shew-sing en een
zwarte vierkante flesch verscheen. Harry ontkurkte
de flesch met z'n tanden en wierp een blik om zich
heen door het half duistere vertrek.
„Is er niemand, die me gezelschap houdt?"
Er ontstond een geschuifel op een der zwart door
rookte rustbanken en een vrouw sloeg met een zwaai
haar beenen over den rand en sprong op den met zand
bedekten vloer.
Harry was verbaasd. Een blanke vrouw! „Dank je,
blanke zuster, heb dank in naam van het geheele
blanke ras..."
„Een blanke vrouw, een, die dorstig ls," gaf zij op
zachten toon ten antwoord.
Zij zette zich naast hem, zóó, dat zij bijna rug aan
rug kwamen te zitten.
Zij dronken...
Toen hief hij het glas op om zijn gezellin toe te
drinken... Ook zij sloeg haar benevelde oogen tot hem
op...
Plotseling weck de versuffing terug, het bedwelmend
vergift staakte een oogenblik z'n vaak zoo barmhartig
werk en een ondeelbaar oogenblik werden ze ziende en
herkenden elkander vol ontzetting en afschuw van
zichzelve.
„Je zei Immers, dat Je naar den kelder ging... Wel
nu. ik was er al eerder, om op Je te wachten..." sta
melde Marcelle moeilijk.
Harry klemde zich aan haar vast. „Alles, alles heb
ik verloren... maar jou..."
„Nu ls het Immers voor goed te laat..."
De verbittering van twee verwoeste mcnschenlevens
lag In dit trcostelooze antwoord.
En censkiars overviel Harry een ontembare razernij.
,.Jcu zal ik tenminste redden. Marcelle."
"Zijn hanclci omklemden haar keel in vasten greep—
ar het Lot had hem niet tot moorden voorbe
schikt...
(Wordt vervolgd).