SchagerCourant De Zuiderzeewerken. Vierde Blad. 1805 - 1930 125-Jarig bestaan van den Houthandel J. EECEN Gzn. te Oudkarspel. Gevatte koude Gemengd Nieuws. Woensdag 24 December 1930 73ste Jaargang. No. 8788 Dinsdagmiddag vond in Hotel „De Brederode" te Oudkarspel de huldiging, door klanten en personeel plaats van den heer M. Eecen, den tegenwoordigen eigenaar der zaak. Te ongeveer half drie treden de heer Eecen en familie binnen, onder luid handgeklap der aanwezi gen. Na de felicitaties worden namens de familie, personeel en klanten aan de dames Eecen eenige bloemstukken aangeboden. Namens de schippersver- eeniging „Beurtbevrachting" werd een bloemstuk aangeboden in den vorm van een molen. Verder door fa. J. Sijdzes en Co., fa. Wed. H. de Looper en fa. C. v. Zijl. Hierna wordt het woord gevoerd door den heer Ringers van Alkmaar, aan wien de leiding van deze bijeenkomst was gegeven. Dames en Heeren, Mijnheer Eecen. U zult wel verwonderd zijn geweest, toen U van middag, inplaats van het Zuiden in te rijden, naar het Noorden werd gebracht, naar de plaats, waar U zoo'n groot gedeelte van Uw leven hebt, gewerkt. Toen er dezen zomer eenige autobussen met de fa milie Eecen en het personeel door het dorp reden, werd er door de menschen, die dit zagen gedacht: Er is zeker iets gebeurd. En er was ook iets gebeurd. Zoo is dan door de klanten van Langendijk het ini tiatief genomen, U te huldigen. Het is wel een uni cum, dat een leverancier door zijn klanten wordt ge huldigd. Maar 125 jaren is dan ook een zeer langen tijd. Een eeuw is lang, 50 jaar is ook al een heelen tijd, doch in den tegenwoordigen tijd wordt een 10- jarig jubileum reeds gevierd, al is het dan alleen maar uit reclame-oogpunt. U zult dan ook wel ver wonderd hebben gekeken toen U de zaal binnen kwam, zooveel personen als er aanwezig waren. In de laatste jaren is de verhouding tusschen klant en leverancier wel ecnigszins zakelijker geworden. Bij Uw zaak is dit niet het geval. Hier zijn bij elkander menschen, die U altijd hebt bediend en welke een commissie hebben benoemd, n.1. de heeren K. Bruin, Sint Pancras, de initiatiefnemer, voorzitter, Jb. Kroon, üudkarspel, secretaris, P. van Exter, penning meester, W. Rampen, Bergen, J. Kamp, Heerhugo- waard, C. Dam, Dirkshorn en W. Giltjes, Broek op Langendijk. Toen in 1805 de eerste zaagmolen werd gebouwd maakte Uw betovergrootvader de volgende rijmpjes, welke op twee schilden in de zagerij werden opge hangen. Mijn fundament, 't geen mij moet dragenk En mij in mijnen arbeid schragen, Werd door vier zoonen neergelegd. Tot heil en steun van 't menschelijk leven, Mijn ligcbaam, wel in ééngehecht. Jn Eecen Cz. Pieter Eecen Cz. Klaas Eecen Cz. Gerbr. Eecen Cz. Om dit gebouw in één te hegten, En al zijn deelen sa&m te vleghten, ï-Ieb ik den stigter ten genoegen, Den eersten spijker willen voegen, En ingeslagen met mijn eigen hand, Opdat het blijve in zijn stand. De Lange. Deze schilden zijn bij den molenbrand door het vuur vernietigd, doch „De Vier Gebroeders" is blij ven bestaan, 'ioen was de molen reeds een luxe, U had toen al een stoomzagerij. U hebt ingezien, dat het noodig is, de bakens op tijd te verzetten. Dit moge ons tot voorbeeld strekken. Vroeger, daar weten wij niet van, kwam er een driemaster met hout uit Noorwegen in Alkmaar en werd dan met oude schuiten en wagens gelost en op de werf gebracht. Dat is nu ook heel anders. Nu ko men groote zeebooten en wordt het hout per motor boot aangebracht. Het is niet daarom, dat wij U wil len huldigen, neen, er is nog één ding Dat is de sympathieke, loyale en royale houding van U in het zaken doen. Mijnheer Eecen, wij feliciteeren U har telijk met het 125-jarig bestaan van de zaak, maar er is ook nog een persoonlijke felicitatie noodig. U heeft eens tegen iemand gezegd, dat U nu 50 jaar in de zaak is. Zooiets hoort men zelden. Maar bij een felicitatie behoort ook een cadeau. Er is een op roep aan de klanten gedaan, om mee te werken, de zen dag voor U tot 'n onvergetelijke te maken en aan dezen oproep, werd door allen spontaan gehoor ge geven. Wij bieden U hier aan een gedenkboek, waar in boven de opdracht een motto is geplaatst uit een spreuk van Salomo, nl. „De hand der ijverigen zal heerschen." U heeft veel doorgemaakt en er is veel gebeurd in den tijd dat U aan het hoofd van de zaak stond. Uw voorgangers hebben den oorlog van 1870 meegemaakt, U hebt de moeilijkheden van 1914 mee gemaakt en door wijs beleid overwonnen. Behalve het gedenkboek hebben we nog een geschenk, hetwelk naar wij hopen, een waardige plaats in Uw huishou den zal innemen. Dit geschenk bestaat Uit een paar door „De porseleyne Fles" te Delft, vervaardigde bor den, voorstellende het oude en het nieuwe bedrijf en de vervoermiddelen voorheen en thans. De voorzitter spreekt de wensch uit, dat het den heer Eecen gege ven mag zijn nog lang aan het hoofd der zaak te staan en dat tot in lengte van dagen een Eecen de zaak mag drijven. Daverend applaus. Vervolgens spreekt de heer J. van Hout, namens het personeel, ongeveer als volgt: Geachte Patroon, Als oudste in dienstjaren is mij verzocht onze hul de aan U over te brengen. Ik ben wel geen geschikt persoon om in het publick te spreken, maar ik heb het niet af willen wijzen, wij hebben samen te veel meegemaakt. Toon U, nog zeer jong. de zaak moest leiden, was het een moeilijke tijd. We werkten toen met zes man, en nu mag de zaak er toch wezen. Wat was 't een mooie tijd, met U samen te werken om de zaak op te werken. Als eon blijvende herinnering bieden wij U de door kunstenaarshand vastgelegde oude molen en de nieuwe fabriek aan. De oude bor den, welke zijn verbrand hebben wij zoo goed mo gelijk nagemaakt. Daar zal U wel prijs op stellen. Bij gevatte Koude in hoofd en ledematen, Rheumatische pijnen Griep en Influenza, Hoofdpijn, Kiespijn, Aangezichtspijn en vast zittende Hoest, gebruike men Mijnhardt's Poeders. Deze werken genezend en nemen de pijnen weg. Prijs per poeder 8 cent en in doozen van 6 stuks 45 et. Alleen echt wanneer doos en poeders voorzien zijn van den naam Mijnhardt. Let hierop! Vraag ze Uw Drogist. en ze weer in de zagerij laten ophangen. Wij hopen, dat onder leiding van U en Uwen zoon en in lengte van dagen onder een Eecen de zaak mag groeien en bloeien en dat Uw zoon het 150-jarig bestaan onder nog grooter belangstelling viert. De heer Van Hout zegt tevens den heer Ringers dank voor de woorden over de zaak gesproken. Voorzitter hoopt allen over 25 jaar weer terug te zien om de heeren Eecen en Van Hout te huldigen Burgemeester Wijnveldt zegt ongeveer het vol gende: Mijnheer Eecen, Het is ongeveer 4V* jaar geleden, dat ik hier be noemd werd. Zooals U weet was ik voor dien tijd werkzaam in Zaandam, de houtstad. Toen dan ook op een morgen iemand mij complimenteerde en zei dat hier ook een houl.zaak was. heb ik zeker heel ongeloovig gekeken, want hij voegde er nog aan toe: „En een groote ook". Later ben ik in de gelegenheid geweest het bedrijf eens te bekijken en ik heb wel gezien dat het een zeer groote zaak is Toen ik hier kwam in een gemeente van 1800 zielen had ik niet gedacht zoo'n groote zaak in mijn gemeente te zul len hebben. Namens het Gemeentebestuur compli menteer ik U dan ook hartelijk en hoop, dat U nog vele jaren, door Uw zoon Jan en de. staf van mede werkers geholpen, de zaak moogt leiden en dat de heele familie er nog lang getuige van mag zijn. Hierna wordt door den heer H. Kamp, voorzitter der vereeniging „Beurtbevrachting", het woord ge voerd. Gachte Heer Eecen en Familie, Namens de vereeniging „Beurtbevrachting" felici teer ik U hartelijk met het 125-jarig bestaan van Uw zaak. Er is door ons reeds 11 jaar zaken met U ge daan. Wij hebben zeer veel hout voor U vervoerd, hét laatste jaar zelfs 4000 standaards, dat beteekent wat. Er is wel eens iets geweest, doch wij hebben het samen altijd goed gemaakt. Wij bieden U dan ook als herinnering dezen molen aan. Ik hoop, dat wij het allemaal mogen beleven, dat. het 150-jarig bestaan wordt gevierd. Als wij samen onderhandelden zei U altijd: „Schippers, ik wil dat jullie brood aan ons verdient." Daarvoor zijn wij U dankbaar. Hierna wordt een gedichtje van den heer E. Duijf Jr. voorgedragen door den heer P. Kist. Hierin werd op aardige wijze het leven van den heer Eecen be rijmd. Nu betreedt de jubilaris het tooneel en spreekt, staande tusschen de bloemen, diep bewogen, de vol gende woorden: Vrienden en Vriendinnen, Waarom ik op het tooneel ga staan? Dat zal ik U vertellen. Ten eerste wil ik tusschen de mij geschon- bloemen staan. Ten tweede heb ik hier zoo dikwijls gestaan en gezwamd. Ik was voorzitter der tooneel- vereeniging en heb verschillende personen toege sproken. Ook heb ik vele kinderfeestjes geleid. Daar om ben ik nergens ernstiger dan op het tooneel en is 't mij een genot U allen toe te spreken. Dat is niet zoo erg, maar nu begint het gevoel te spreken. Ik zou U allen wel persoonlijk willen bedanken, doch ik ben bang, iemand te vergeten en hoop ik, dat U het goed zult vinden, dat ik U allen tegelijk bedank. Ik weet niet wat me overkomt. Mijn schoonzoon is jarig en moest ik naar Haarlem op visite. Ik wist nergens van, dus ik stap in de auto. Maar in plaats van in de richting Haarlem, gaan we de stad in. Ik dacht, zeker een cadeautje koopen. Maar mijn schoonzoon rijdt door, de Friesche brug over, in de richting Langendijk. Toen dacht ik, dat mijn zoon of zijn vrouw misschien ziek zouden zijn. Doch dit was het ook niet. Nu heeft"mijn zoon Jan gisteren ge vraagd, of ik niet naar Amsterdam ging, maar ach teraf blijkt mij, dat ze er in Amsterdam van af wis ten en Jan bang was. dat het zou uitlekken. Aan het eind van het dorp merkte ik nog niets, maar toen ik de versierde brug van de werf en de vele auto's en de wagen „Voorheen en Thans" zag. kreeg ik argwaan en dacht ik: „Opgepast, je wordt genomen" en toen ik de zaal binnenkwam ging me een licht op. Ik kan niet zeggen hoe goed het me doet, deze zaal te zien. Ik hoop nog lang in zakelijk contact met U te blijven. Er is wel eens iets, dat men niet altijd direct kan uitvoeren, zoodnt er wat van moet worden gemaakt, maar ik hoop dat „er wat van maken" niet veel voorkomen zal. Ik dank U allen uit den grond van mijn hart. De heer J. Eecen zegt, dat als Vader en Van Hou ten over vroeger praten, ze nog vaak het grappige vergeten. Er is een tijd geweest, dat Vader Van Hout voor de grap met z'n hoofd in een emmer met water heeft gehouden en het had niet veel gescheeld of hij had het hier niet kunnen navertellen, want toen hij er uitgehaald werd, zag hij al een beetje blauw. Toen zat Vader er rnee, maar nu is het een grapje. Ook had Vader een goede manier om iemand op z'n fouten te wijzen. De een werkt graag en de ander niet. Wij hadden toen iemand voor het land werk. Hij was bezig, 't was mooi weer en zooals 't wel eens meer gebeurt, ging hij aan den slootkant zitten. Vader, uie dit zag, dacht, ik zal je wel krij gen. Den volgenden morgen roept hij den man bij zicht en zegt: „Haal het schuitje en ga er in zitten tot ik kom". En zoo heeft hij hem den heelen dag laten wachten. Na dien tijd heeft de man nooit meer aan den kant gezeten. Ik dank U, evenals Van Hout voor de aan mijn Vader gebrachte hulde. Ik voel dat j de grondslag van dit feest is. net als de grondslag van mijn Vaders zaak. til. „vriendschap". Hij zegt al tijd: „Uw belang is mijn belang", daarom heeft dif feest plaats gehad. De heer Peereboom, schoonzoon van den jubilaris, zegt iets goed te moeten maken. U weet het allemaal wel, als je iets goed hebt te maken, doe het dan on der getuigen, dat gaat altijd beter. Ik vraag dan ook vergiffenis aan mijn schoonvader, omdat ik hem een heelen tijd heb voorgejokt. Eenige jaren geleden kwam tk op het kantoor. Toen zag ik een circulaire liggen san de klanten. Er stond boven „Vrienden!" Ik zit zelf ook in zaken, maar zooiets heb ik nog nooit meegemaakt. Ik maak mijn compliment aan den heer Van Hout, die zoo trouw heeft meegeholpen aan den opbloei der zaak. Toen hij 17 jaar geleden 25 jaar aan de zaak verbonden was. zou Vader hem toespre ken. Hij heeft eenige woorden gestameld, viel hem om den hals en barstten ze heiden in tranen uit. Ik dank U allen voor den mooien schitterenden dag, mijn schoonvader en zwager bereid. Hierna werd nog een tijdje gezellig feestgevierd. De commissie en alle medewerkenden kunnen op een goedgeslaagden middag terugzien, welke den heer Eecen nog lang in aangename herinnering zal blijven. Een reeks van ongelukken. Nog meer slachtoffers. In aansluiting op hetgeen we reeds in ons nummer van gisteren meedeelden over de ongelukken, die te Londen plaats hadden, door den dichten mist, die daar heerschte, wordt nog gemeld, dat Maandag, laat op den avond nog nieuwe ongelukken en botsingen tengevolge van den mist gebeurden waarbij eenige menschen wer den gedood of gewond. Van de ongelukken met doodelijken afloop waren vol gens V. D. de meeste aanrijdingen door motorfietsen of autobotsingen. Te Londen kwam een dlchtbezette autobus in botsing met twee vracht-auto's waarbij 12 personen gewond werden, van wie eenigen zwaar. In de buurt van Croydon was het verkeer geruimen tijd gestremd, doordat een vrachtauto op eenige andere auto's inreed. In het geheel kwamen daarbij negen wa gens in het gedrang. Verkeersstremming, overal te laat. Brandweer komt Nog later wordt gemeld dat op sommige plaatsen een vettige gele nevel hing, waardoor men nauwelijks één meter voor zich uit kon kijken, terwijl op andere plaat sen een zwarte mist het nauwelijks mogelijk maakte een hand voor oogon te zien. Auto's bleven aan de trottoirs staan en in de drukke straten zag men kilo meters lange files van „gestrande" voertuigen staan. Op andere plaatsen bewogen de voertuigen zich zeer langzaam vooruit, voorafgegaan door een politieagent met een fakkel in de hand. Duizenden personen, die 's avonds laat uit de schouwburgen kwamen, moesten den weg naar huis te voet afleggen. Hierbij kwam het even eens tot botsingen, aangezien de menschenmenigte hoe langer hoe dichter werd en zich nauwelijks kon bewegen Voorts raakten in den mist eenige electrische tram wagens 3n brand. Door het voortdurende remmen waren de wagens warm geloopen en hadden de onderstellen vlam gevat. Eén tramwagen brandde geheel uit, aange zien de brandweer tengevolge van den mist en de ver keersstremming niet tijdig ter plaatse kon zijn. In het algemeen kwam de brandweer bij de brandmeldingen van gisteravond steeds te laat omdat haar wagens even eens nljet harder konden rijden dan in het tempo van een vluggen voetganger. Het spoorwegverkeer functionneerde nog, doch slechts met zeer groote vertraging. Vaak moesten d.e treinen buiten de stations blijven en moesten de passagiers uren lang blijven wachten omdat hun verboden werd uit te stappen aangezien men gevaar liep te worden overreden door treinen, die van den anderen kant naderden en passagiers van de electrische treinen bovendien kans zouden loopen met de stroom in aanraking te komen. DE STRIJD OM DE REMARQUE-FILM. Herrie in den gemeenteraad te Dresden. Blijkens een telegram van het W. B. uit Dresden is het in den gemeenteraad aldaar tot heftige tooneelen gekomen bij de bespreking van een voorstel om hot „Berl. Tag." verder officieel te boycotten wegens de houing van dit blad in den strijd om de Remarquefilm. Een der communistische raadsleden (van welke zijde de herrie werd gemaakt) werd gelast de zaal te verla ten. Daar hij weigerde, moest hij met geweld verwij derd worden. Tc Salzburg verboden. Een bioscoop te Salzburg in Oostenrijk kondigde de vertooning van de film „lm Westen nichts Neues" aan. De politie heeft de opvoering verboden. AMERIKAANSCHE GEVANGENEN OP EERE WOORD VRIJGELATEN. Om Kcstmis te vieren. Het N.T.A. meldt uit Montgomery (Alabama) dat Maandag de poorten van de staatsgevangenis van Alabama geopend zijn voor 300 veroordeelden, die met Kerstmis naar huis gaan Uit elke staatsgevangenis zijn een aantal veroordeel den op hun eerewoord voor veertien dagen vrijgelaten. Er zijn er onder, die meer dan 25 jaar in de gevangenis zitten, doch wier gedrag bijzonder gunstig is geweest. Havengezicht te Den Oever. De nieuwe Schutsluis te Den Oever, welke de verbinding tot stand brengt tnsschen hef IJsselmeer en het buitenwater. Op den achtergrond complexen uitwateringssluizen. Bruggenbouw nabtf i Oever. Deze brug is voor doorgaand verkeer ^ar Friesland, ook voor het Spoor.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 13