V
v
V
v
Kerst-
Varia.
N.*
z>
gj Poot
JOSÉ RAMONDES.'
De K e r s t m i s r o o s.
Kerkgangers in den Kerstnacht.
LOTTY, ik krijg dat boek van jul
lie, hè?" vroeg de vijftienjarige
Irma vleiend, terwijl zij haar
gezicht drukte tegen den arm
van haar jonggetrouwde zuster. Deze
keek met haar heldere bruine oogen haar
man vragend aan. Maar het was mis!
Het anders zoo goedige gezicht nam een
afwijzende uitdrukking aan en zijn
blauwe oogen ontweken Lotty's blik. Hij
schraapte zijn keel, alsof het spreken
hem moeilijk viel en zei toen: „Zet je dat
maar uit het hoofd, Irma. Wij kunnen
onmogelijk jullie allen cadeautjes geven.
Wij hebben al moeite genoeg, om zelf
rond te komen en ik heb nog nooit zoo
weinig verdiend als juist deze maand."
De gezichten der zusters betrokken,
evenals dat van hun broer Dolf, die ook
in de kamer was. Hun moeder deed ech
ter, alsof zij er niets van gehoord had en
'ging schijnbaar onverstoord door met
haar werk. Ernst had een gevoel, alsof
hij hier niet langer kon blijven, hoewel
hij zich in de vertrouwde omgeving en
kele minuten geleden nog geheel thuis
had gevoeld. Ilij stelde Lotty dan ook
plotseling voor, naar huis te gaan.
Zijn schoonmoeder ging even met hen
mee naar de deur. Zij moest er toch
eens wat over vragen, want zij maakte
zich ongerust over haar oudste dochter.
„Hoe komt het, dat het zoo slecht gaat
met de zaken?"
„Dat spreekt toch wel vanzelf", ant
woordde Ernst afwerend. „In deze feest
maand koopt niemand landbouwwerktui
gen, hoe noodig hij ze ook heeft."
„Ik vind het natuurlijk uitstekend, dat
jullie onder die omstandigheden geen
geld uitgeeft voor dure cadeaus. Als jul
lie dat toch deden, zou het Kerstfeest een
bron van zorg voor je worden en je heele
plezier .vergallen". Zij keek haar doch
ter weemoedig aan en liet de twee jonge
menschen toen uit. Zij gingen niet als an
ders, lachend en druk pratend; zij gin
gen zwijgend de straat op.
Ernst gaf zijn vrouw wel naar gewoon
te een arm, doch het ging niet van harte.
Hij wachtte, tot zij iets zeggen zou, maar
er kwam niets. Eindelijk verbrak hijzelf
het stilzwijgen en zei een beetje geprik
keld: „Ja, Lotty, het kan nu eenmaal niet
anders. Je bent neerslachtig, omdat ik bij
jou thuis ronduit gezegd heb, dat wij
niets kunnen geven, maar is het niet be
ter, het nu ronduit te zeggen, dan straks
op het feest allemaal teleurgestelde ge
zichten te zien?"
„Natuurlijk moet je het ronduit zeg
gen, maar ik zou toch denken, dat wij wel
een paar kleinigheden kunnen gevem Dat
hoeft heusch niet zooveel te kosten."
„Dat denk je maar. Al die kleine be
dragen loopen nog leelijk op. En als wij
jouw familie cadeaux geven, hebben
mijn ouders er ook recht op. ^Neen, wij
kunnen er niet aan beginnen."
De sneeuw kraakte onder hun voeten,
terwijl zij zwijgend voortliepen. Lotty kon
niet genieten van den helderen sterren
hemel en de zuivere lucht, die zij in
ademde; het scheen hqar alsof een zwaar
gewicht op haar borst drukte.
Ernst begon er weer over te spreken.
„Ik hoop, dat je het niet als gierigheid
van mij zult beschouwen. Jijzelf krijgt
een behoor]ijk cadeau van me, al is het
"dan ook iets practisch."
„Ach, Ernst, voor mij komt het er juist
niet zoo hard op aan. Ik zou evengoed
tevreden zijn, als ik niets kreeg. Maar ik
had me voorgesteld, jouw en mijn fami
lie uit te noodigen. Ik heb van kinds af
altijd een feestelijke Kerstmis gehad."
Aan haar stem was te hooren, dat zij
haar tranen nauwelijks kon bedwingen.
Doch Ernst dacht aan de woorden, die
haar eigen moeder bij het afscheid ge
sproken had en verhardde zich: „Zet je
dat maar uit het hoofd. Wij laten ons
uitnoodigen, één dag bij mijn familie en
één dag bij de jouwe. Dat is goedkooper".
Lotty gaf geen antwoord. Zij had zich
zoo op het feest verheugd en had reeds
van alles bedacht, om voor het eerst hun
heele familie in haar nette, kleine huisje
te onthalen. Maar als Ernst zoo was,
kreeg zij toch niets van hem gedaan.
Thuis gekomen, begon Ernst er alweer
over.
„Je eigen moeder gaf mij toch gelijk
«ei hij, omdat zijn vrouwtje nog altijd
zweeg.
Zij antwoordde snel: „Ja, maar Je kent
haar nog niet genoeg Zij brak plot
seling af. Want haar ouders waren wel
eens te los van geld geweest, dat behoef
de haar man niet te weten. Toch had zij
zich juist tot hem aangetrokken gevoeld,
omdat hij ook in den eersten tijd van
hun verloving nooit uitgaven voor haar
gedaan had, die hem te hoog leken. Maar
was hij misschien krenterig? Zou zij zich
op den duur niet daarin kunnen schik
ken, waar zij opgevoed was door royale
ouders? Voor het inslapen en den volgen
den morgen onder haar werk bleven deze
vragen Lotty kwellen.
Was Ernst krenterig? Neen, want an
ders had hij wel haar aanbod aangeno
men, om voorloopig haar betrekking niet
op te geven. En waarom zou zij niet als
nog teruggaan? Het was wel zwaar, een
betrekking en een huishouden bij el
kaar Maar dan was ze tenminste fi
nancieel onafhankelijk. Zij zou er maar
dadelijk op uitgaan.
Helaas, in de groote zaak, waar zij
kwam, waren alle betrekkingen vervuld.
Haar voormalige chef zei haar ook rond
uit, dat hij altijd tevreden was geweest
over. haar werk, maar dat er vooreerst
wel geen vacatures zouden komen en
dat hij liever geen getrouwde vrouwen in
dienst nam: „Vandaag zijn zij er en mor
gen nemen zij hun ontslag."
Toch bleef het idee van zelf geld ver
dienen in haar hoofd rondspoken. Maar
hoe zou zij het klaarspelen? Zij wist niets
te bedenken, dat praktisch uitvoerbaar
was. Doch toon kwam het toeval haar te
hulp. Er werd gebeld. Lotty ging open
doen en stond tegenover het jonge vrouw
tje uit het benedenhuis. Zij kwam een
eierklopper leenen.
Vanzelf bleven zij wat met elkaar pra
ten en de ander bewonderde Lotty's ja
ponnetje, dat wel eenvoudig, doch keurig
van snit was. Toen zij hoorde, dat Lotty
al haar klecren zelf maakte, polste zij
eens, of zij ook voor anderen kleeren wil
de maken. Er ging Lotty een licht op.
Dat was ook nog een kans, waaraan zij
nooit uit zichzelf gedacht zou hebben. Zij
ging er dan ook dadelijk op in: berekende
de prijs van de stof en kwam tot de con
clusie, dat zij ongeveer een derde goed
kooper kon leveren dan een confectie
magazijn.
„Maar krijgt u dan wel genoeg voor uw
moeite? Het is toch maatkleeding!" meen
de haar buurvrouw nog.
Doch Lotty was al meer dan blij. Zij
behoefde niet het onderste uit de kan te
hebben. En zij werd beloond, want nu
bleek haar buurvrouw meer dan één ja
pon noodig te hebben. En na ecnige da
gen kwamen haar moeder en haar jong
ste zuster, die nog thuis was, om een
paar japonnen te laten maken. Door hun
recommandatie kwamen er al spoedig
ook anderen. Lotty kon het werk al
haast niet meer af.
Het was maar goed, dat haar man
lange kantooruren had en in de stad
bleef lunchen. Het was ook goed, dat hij
zoo vervuld was van zijn zaken en zijn
eigen gedachten, dat hij niet op z'ri om
geving lette. Anders zou hij hebben op
gemerkt, dat bij het middageten opval
lend dikwijls gerechten op tafel kwamen,
die weinig tijd kostten voor de bereiding.
Hij zou dan ook opgemerkt hebben, dat
in de anders zoo angstvallig schoongc-
houden huiskamer wel eens draden op
het karpet of aan het tafelkleed kleefden.
En hij had dan wel gezien, d.at zijn
vrouwtje er 's avonds dikwijls bleek en
moe uitzag en dat haar aardige gezichtje
veranderd scheen. Doch haar stemming
was beter dan ooit tevoren en tegen
Kerstmis scheen zij soms bijna uitgela
ten.
Zij noodigde stilletjes de wederzijdsche
families uit, om het feest bij haar thuis
te vieren en gaf ontwijkende antwoor
den, als Ernst haar vroeg, hoe zij de
Kerstdagen zouden doorbrengen. Hij
maakte daaruit op, dat zij zich nog altijd
gekrenkt voelde over zijn houding, doch
hij was al blij, dat zij er niet te veel van
liet merken. Het was immers toch niet
te veranderen: de zaken gingen meer dan
slecht. Hij moest op zijn stuk blijven
staan.
Tusschen de twee jonge menschen was
niets van de vreugde, die de gezamenlijke
voorbereiding voor een feest kan geven.
En hoe dichter hij bij Kerstmis kwam,
hoe neerslachtiger Ernst werd, want zijns
ondanks moest hij er toch telkens aan
denken, welk een vroolijk Kerstfeest hij
het vorige jaar had meegevierd bij de
familie van zijn meisje. Hij moest zijn
schoonmoeder tot haar eer nageven, dat
zij vroolijke gezichten om zich heen wist
te maken, hoewel zij toch ook niet zoo
bijzonder veel geld er aan had uitgege
ven. Als hij menschen met jakjes over
straat zag loopen, werd het hem werke
lijk onaangenaam te moede. Maar hij
bleef op zijn stuk staan
Den dag voor Kerstmis kwam hij al bij
zonder melancholiek thuis. Het rook er
verdacht naar gebak, maar Lotty zei
niets, dus hij vroeg ook niets. Als zij
daar kans toe zag en toch met haar
schrale huishoudgeld rondkwam, ging
het hem ook niet aan. En nu hij er goed
over dacht, kon er toch wel een Kerst
boompje af. Zoo'n klein dennetje, niet te
duur. Vandaag waren ze ook al veel goed
kooper. Versiering had Lotty nog wel.
Hij stelde het voor, doch voegde er
aan toe, dat hij er zelf niets aan kon
doen. Hij moest na het eten weer dade
lijk weg, want er was kans op, dat een
boer in de buurt zichzelf als Kerstge
schenk een stoomploeg zou geven.
„O, maar dat is niets erg! Dolf zal mij
wel helpen. Ik ben al heel blij met het
boompje. Als je nu maar tijdig terug
bent."
„Waar gaan wij vanavond eigenlijk
heen?" vroeg hij nog.
„Vanavond blijven wij nog thuis; mor
gen gaan wij naar mijn familie en over
morgen naar de jouwe." Lotty lachtte
vroolijk en Ernst had een voldaan gevoel
over zich. Zij schikte zich toch uitste
kend in de teleurstelling.
Onderweg zag Ernst in menige villa
open gordijnen, waarachter een verlichte
Kerstboom met geschenken op de tafel.
Maar nu moest hij niet sentimenteel zijn,
want een boompje hadden zij ook en
cadeautjes wel, hij had een electrisch
strijkijzer voor Lotty gekocht, al weken
geleden, en meer kon er niet af.
Bij zijn thuiskomst waren de gordijnen
dicht. Ja, hun Kerstboompje was ook niet
zooveel bijzonders, om het te kijk te zot
ten. Toen hij de deur opende, overviel
hem een aangename geur van f:jne ge
rechten. Lotty keek om de keukendeur
met een hoogrood, stralend gezichtje. Hij
voelde zich ineens opgelucht: ze was ten
minste vroolijk.
Hij maakte de deur naar de huiskamer
open. Wat zag hij daar? Geen eenvou
dig Kerstboompje, maar een grooten,
prachtig versierden boom met een tafel*
vol geschenken; dn heele familie zat in
de kamer en op het buffet stonden ge
rechten en dranken, dic alles behalve
goedkoop waren. Ineens werd hij driftig.
Lotty maakte schulden!
Doch voordat hij met booze woorden
de stemming van den avond kon versto
ren, hing zij al om zijn hals en fluisterde
hem in: „Het is alles in orde, ik heb het
geld eerlijk verdiend met het maken van
japonnen. Ik heb alles contant betaald
en het is toch ons eerste Kerstfeest."
Hij was zoo overbluft, dat hij niets zeg
gen kon; hij drukte alleen Lotty tegen
zich aan. Zij was een bovenste beste, dat
zij niet gepruild en geboudeerd had, maar
haar uiterste best gedaan had en door
haar ijver van het feest toch nog iets
gemaakt had. Hij hield haar hand vast
en keek in het flikkerende kaarslicht.
Toen haalde hij diep adem: Dit was toch
nog een echt Kerstfeest geworden. En sa
men gingen zij de kamer binnen.
Door
FELIX TIMMERMANS.
DAAR ligt ze gereed in een riga-
renkast, do Kerstmisroos, de roos
van Jericho, de wondere bloem,
de schoone bloem. Ze ligt er ge
reed tegen Kerstmis, zij ligt er droog en
ineengefrommeld, opgerold, met een be-
deesden reuk van kruidenierswaren.
En met Kerstmis als het donker gewor
den is, komen de kinderen al rap vra
gen: „Laat ons nu de roos van Jericho
eens zien opengaan". Ik neem een die
pe telloor, doe cr warm water in, en zet
het ros-groen bolleken, een knoop hard
gras, in het warme water, en pas heeft
de roos de deugd van het water aange
voeld, of, na een jaar droog en dor op
gerold in een der sigarenkasten te heb
bed gelegen, gaat ze beginnen te leven,
door den aanraak en den smaak van het
warme water. Ze leeft, ze beeft, ja ge ziet
het, ze gaat open; al die. lange stelen ko
men uit hun ineengekrulden krol, en één
voor één staan ze op en maken een boog
naar achter, en leggen zich op het wa
tervlak, zoo is de roos, de Kerstmisroos,
de schoone bloem, dé roos van Jericho,
opengebloeid in den Kerstavond die bui
ten glinstert van sneeuw, en sterren en
maneschijn. Een zware kaneelreuk ver
spreidt zich in de kamer, de reuk van de
wondere bloem van Jericho. Het. wonder
heeft zich weer eens voltrokken. De
Kerstbloem is opengebloeid.
Nadien gaat ze weer terug in het siga
renkasten één jaar lang.
Jaren vóór den oorlog heb ik ze gekocht
van een leurder, die (leur voor deur met
die bloemen leurde. En die man vertel
de, en riep en zong door de stille stra
ten: „Koop, koop de roos van Jericho,
die met Kerstmis opengaat en bloeit en
riekt. Vijf centen voor de schoone bloem,
12 voor een franc. De miraculeuze bloem,
de bloem der woestijn, die nooit een drup
pel water krijgt, en geboren wordt en
sterft zonder water geproefd te hebben.
Die maar ecnen keer is opengegaan, toen
onze Maagd Maria op de vlucht naar
Egypte de uitgewasschen kinderdoeken
te droogen lag, juist op deze groene bloe
men. Toen zijn ze opengegaan, en ter
herinnering en ter viering daarvan gaan
ze met elke Kerstnacht open als men ze
in warm water legt. Zie hoe het gaat!"
En hij lei één der droge rozen in een
blikken potteken warm water, en voor de
nieuwsgierige burgers voltrok zich het
wonder der Kerstmisroze op een zomer
dag. Men kocht, men kocht.
Toen ik- klein was, ging ik bij Bette
ken Snaps met Kerstmis voor 1 cent,
naar het mirakel der bloem zien, 't schoof
eraan van menschen, er was ontroering
onder de menschen, en bizonder, als Bet
teken Snaps de legende der doeken ver
telde. Er was er één, die vraagde: maar
gnat die bloem op een anderen dag ook
niet open?
Op een andere dag dan op Kerstmis
probeert men dat niet, zei Betteken
Snaps, want het is de Kerstmisbloem.
Men kan iemand eiken dag geluk wen-
schcn, maar els die iemand jarig wordt,
is dat veel voller en van veel deugdelij-
keren aard.
Zoo is fiet dat ook met de roos van
Jericho, de Kerstmisbloem, die moet
Kerstmis mooi bloeien.
Scandivische Kerstgebruiken.
Ieder land heeft zijn eigen Kerstge
bruiken. Zoo wordt in Zweden en Noor
wegen de Kerstboom reeds op den eer
sten Adventszondag opgesteld. Eiken dag
komt er één lichtje bij, totdat op Kerst
mis den geheelen boom verlicht is. Ge
durende deze dagen staan alle huizen
open voor de zwervers, die hartelijk ont
vangen worden aan den steeds gedekten
tafel. Ook de dieren, vooral de vogels,
worden met liefde verzorgd, terwijl allen
er naar streven, vrede te verspreiden en
te behouden, wat een zeer prijzenswaar
dige trek van het feest is. Oude twisten
worden vóór Kerstmis bijgelegd en lang
gekoesterde wrok uit de harten verdreven
Kerstboomversiering en waar ze
vandaan komt.
Velen vragen zich niet af, waar de ver
sierselen van hun Kerstboom vandaan
komen. Elk jaar opnieuw wordt er een
groot hoeveelheid van verbruikt in alle
landen, waar de Kerstboom tot.de Kerst
gebruiken behoort. Oorspronkelijk werden
deze versierselen gemaakt in Duitsch-
land, in de dorpen van Thuringen en
Franken, waar geheele gezinnen zich be
zighielden met het vervaardigen der tee
rs voorwerpen. Vooral de omgeving van
Sonneberg en Neurenberg was een mid
delpunt van deze bewerkelijke en weinig
loonende huisvlijt; deze streken zijn ook
in de geheele wereld hekend om bun
speelgoedindustrie. Oude voorbeelden
worden nagemaakt, nieuwe uitgedacht,
en elk jaar worden zij op de beide grooto
jaarmarkten te I.eipzig tentoongesteld,
om van daaruit door de groothandelanis
en exporteurs naar geheel Europa te
worden verkocht.
De wijzo van versiering van een Kerst
boom is zeer verschillend. Oudere men
schen geven dikwijls de voorkeur aan het
aesthetisch effect van kaarslicht op een
overvloed van zilverdraad, doch waar er
kinderen in huis zijn, vindt men gewoon
lijk* een meer kleurige versiering, waarbij
ook snoepgoed niet ontbreekt. Bollen en
kettingen van gekleurd glas werden af
gewisseld door voorwerpen, die de kinde
ren zelf wekenlang uitgeknipt, geplakt,
verzilverd en verguld hebben. Velen ge
ven er ook den voorkeur aan, niet elk
jaar een geheel nieuwe Kerstboomver
siering te koopen, doch zooveel mogelijk
de versierselen uit vroegere jaren op
nieuw te gebruiken, met het oog op da
daaraan verbonden herinneringen. Ande
ren versieren den Kerstboom zoo min
mogelijk of maken zelfs uitsluitend ge
bruik van kaarsen. Het is ook wel aan te
raden, den Kerstboom niet te overladen,
zelfs niet voor kinderen, omdat dan de
schoonheid van den donkergroenen boom
op zichzelf niet meer uitkomt. Even on
eigenlijk is het gebruik van electrisohe
gloeilampjes op een Kerstboom: deze mag
slechts verlicht worden door het zachte
licht der kaarsjes, terwijl ook de kamer
niet te licht mag zijn.
De eerste Kerstboom.
De eerste betrouwbare mededeeling
over het opstellen van een Kerstboom
wordt ons gedaan door een onbekenden
man uit Straatsburg, die in de zestiende
eeuw geschreven heeft: „Op Kerstavond
wordt te Straatsburg in de Kamer een
denneboom opgezet, waaraan men rozet
ten van veelkleurig papier, appels, kla
tergoud en suikerwerk hangt." Hieruit
volgt echter niet. dat dit gebruik niet
van veel ouderen datum kan zijn. Mm
neemt zelfs aan, dat het een oud gebruik
der Alemannen in den Elzos was en weer
opleefde omstreeks 1500. Tevoren was het
een tijd lang bijna vergeten geweest, o.a.
omdat de in 1042 gestorven bisschop Bur-
chard van Wormes ijverde tegen het ge
bruik, boomen te versieren met kaarsen
en andere voorwerpen, omdat daardoor
de gedachte werd opgewekt aan wonder-
boomen en de vereering van heilige boo
men in den heidcnschon voorrijd. Het is
dan ook niet buitengesloten, dat er tus
schen den altijd groenen, verlichten
Kerstboom en oude heidensche gebruiken
verband bestaat
Het Noorsche Joelfeest is folkloristisch
gesproken de voorlooper van het Kerst
feest en daarin speelde de lijsterbes een
rol. 'n Oude IJsIandsche sage vertelt van
een heilige lijsterbes, die in den nacht
der zonnewende straalt in een geheim-
zinnigen glans vnn duizenden lichtjes,
zoodat de kale klippen aan de eenzame
kusten der zee in het licht flikkerden. In
de 17 en 18e eeuw trof men als voorlooper
van den Kerstboom een groengeverf le,
houten, pyramidevormige stellage aan,
waarvan de hoeken versierd waren door
verscheidene rijen kaarsen. Deze Kerst-
pyramides hebben zich het langst ge
handhaafd te Berlijn, waar zij nog in het
midden der vorige eeuw verkocht werden
op de van ouds beroemde Kerstmarkt,
die op het slotplein gehouden werd. Te
genwoordig treft men echter overal in
Duitschland den verlichten dennebcmm
aan.
De Oplossing van de Kerstrebus
elders in dit nnmmer:
Kerstmis, het feest van den heiligen
vrede,
Moeten wij vieren zooals 't behoort.
Vrede op aard' dus, geen strijd of
gevechten,
Dat is, wat ons in het Kerstfeest bekoort.