Alitlttl MitifS- Mrattitit- Liillnillii Maatregelen in het belang van land en tuinbouw. HANS DRIFT. Radioprogramma Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Maarschalk Joffre.f Plaatselijk Nieuws. Onze Eierveiling. Dinsdag 6 Januari 1931. SCHAGËR 74ste Jaargang No. 8793 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tenticn nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend/ DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Door D. KOOIMAN, Lid van Gedeputeerde Staten der Provincie Noordholland. Thans is de door Gedeputeerde Staten vastgestelde re geling in zake het verleenen van credieten aan tuin ders aan de gemeentebesturen toegezonden en de re geling voor de aan akkerbouwers te verleenen credie ten zal binnen enkele dagen volgen. Het blijkt mij van vele zijden, dat voor deze rege lingen buitengewone belangstelling bestaat. Dit laatste is niet te verwonderen, want de nood is inderdaad hoog gestegen. Het heeft geen zin daar over op het oogenblik beschouwingen te voeren. Van meer belang is de vraag wat er tot leniging van den nood wordt gedaan. De maatregelen moeten grootendeels komen van het rijksbestuur, van de zijde der regeering. In verge lijking met datgene wat van de regeering mag wor den verwacht al kan zij natuurlijk de crisis niet opheffen, doch slechts verzachtende maatregelen ne men is datgene wat de Provincie kan doen slechts gering. Of de provincie alles doet wat zij kan? De goede wil is er zeer zeker. Maar misschien blijkt in een meer of minder ver verwijderd verschiet wel, dat er meer mogelijk is ook van haar zijde. Ik zou den wensch willen uitspreken, dat belanghebbenden zelf hierover oolc vooral hun gedachten laten gaan en aan het provinciaal bestuur hun meening kenbaar maken met betrekking tot datgene wat er kan worden ge daan. Want wij weten in onze vergaderingen daar in Haarlem lang niet' alles. Er zijn maatregelen in hét belang van l^nd- en tuinbouw, die onmiddellijk en slechts voor korten tijd hun uitwerking doen gevoelen, en andere, waarvan eerst na eenigen tijd, maar dan over een lange reeks .van jaren, heil kan worden verwacht. De jongste Statenzitting gaf beide soorten van maat regelen te zien in zoo ruime mate als gerust gezegd mag worden, dat nog nimmer is voorgekomen. Mij denkt aan doortastendheid mangelt het bij het Pro vinciaal bestuur toch waarlijk niet. Van de eerste soort waren er de besluiten om de Provincie voor een deel borg te stellen voor gelden, door tuinders en akkerbouwers op te nemen bij Boe renleenbanken. Tot de tweede groep van maatregelen behooren'de hesluiten inzake aanleg van wegen en kanalen en fi- nancieelen steun voor onderhoud van tertiaire wegen. Daarover schrijf ik een volgenden keer. Onmiddellijk zullen tuinders en akkerbouwers thans het een en ander wenschen te vernemen omtrent de tuinders- en akkerbouwerscredieten. Nu wil ik één ding onmiddellijk onder de aan dacht brengen van belanghebbenden. Dat is dit, dat van de zijde der Provincie aan de tuinders en akker bouwers niets wordt cadeau gedaan. De eenige strek king van de hierbedoelde Provinciale maatregelen is deze, dat juist als in 1923 aan tuinders en akker bouwers vergemakkelijkt wordt het leenen van geld hij de Boerenleenbank ten behoeve van den aankoop van meststoffen en andere bedrijfsbenoodigdheden en voor de betaling van in het bedrijf onontbeerlijke ar beidskrachten. In plaats dat men bij de Boerenleenbank geld op neemt met borgstelling van twee particuliere borgen, krijgt men nu de Provincie en de gemeente als borg. Althans, als de gemeenteraad het besluit neemt hier aan zijn medewerking te verleenen. De Provincie stelt zich dan borg voor 70 de Gemeente neemt 30 borgtocht op zich. Het Provinciaal Bestuur wil hiermede te hulp ko men die tuinders en akkerbouwers, welke tengevolge van de hecrscliende crisisomstandigheden in moeilijk heden verkeeren en van wie verwacht mag worden dat zij zich staande zullen kunnen houden, indien zij door de medewerking van Rijk en Provincie in staat worden gesteld zich de voor het bedrijf noodige voorschotten te verschaffen, welke zij zonder die me dewerking niet kunnen verkrijgen. Zooals ik zeide: een schenking van de zijde van de Provincie is hierin niet begrepen. Alleen nemen Provincie en Gemeente borgtochtrisico op zich. Maar groot is vermoedelijk dat risico niet, althans we let ten op hetgeen met de tuinderscredieten van 1923 is geschied. De tuinders, die toen onder borgstelling van de Provincie crediet genoten, hebben lofwaardig er naar gestreefd om op tijd rente te betalen en spoedig af te lossen, zoodat de Provincie slechts enkele dui zenden guldens per jaar heeft behoeven bij te passen. Hulde daarvoor aan de credietnemers van 1923! Het ls ook nu weer ggebleken, dat onze tuindersstand be staat uit menschen, die er een eer in stellen aan alle verplichtingen, welke zij op zich namen, getrouwe lijk te voldoen, zoodat zij niemand naar de oogen behoeven tc zien. Ik ben ervan overtuigd, dat het op dezelfde wijze zal gaan met de thans door Provincie en Gemeenten te verleenen borgstellingen en dat dus Provincie en Gemeenten hiermede geen bijzonder groot risico op zich nemen. Geen Gemeenteraad be hoeft om deze reden dat is mijn stellige overtui ging van medewerking aan de regeling zich afzij dig te houden. De voorschotten worden verleend voor den tijd van ten hoogste een jaar. Maar zij kunnen ieder jaar wor den verlengd. Bij die verlenging zal uiteraard worden overwo gen of de voorschotnemer naar de mate van zijn krachten heeft afgelost. Een bepaald bedrag of per centage van aflossing wordt niet vooraf bedongen. Voor rente moet worden betaald het percentage dat de boerenleenbank, aan ieder ander in rekening brengt Het bedrag van het voorschot is ten hoogste een zesde deel van den veilingsomzet over de jaren 1928 en 1929 bijeengenomen. In geen geval gaat het echter f 4000 te boven. Hij, die een voorschot verlangt, ga daarvoor naar de gemeente-secretarie. Daar ontvangt hij een uit voerige vragenlijst, die moet worden ingevuld. Op de aanvrage wordt wat de gemeente betreft beslist door burgemeester en wethouders. De ge meenteraad verleent aan burgemeester en wethou ders een algemeene machtiging. Voor welke perso nen de gemeente zich zal borgstellen beslist niet de raad. Dat wordt uitgemaakt door burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders vergade ren daartoe met een vertegenwoordiger van de boe renleenbank en met een vertegenworodiger van de plaatselijke veilings- of tuinbouwvereeniging,waar bij de tuinder of akkerbouwer is aangesloten. Daarna verzenden burgemeester en wethouders de stukken naar de provincie ter beoordeeling of ook de provincie de borgstelling zal verleenen. Alles moet natuurlijk streng vertrouwelijk worden behandeld. De zaak vereischt nu grooten spoed, want de aan vragen moeten vóór 1 Maart a.s. bij burgemeester en wethouders worden ingediend. Trouwens dien spoed zullen belanghebbenden zelf wel betrachten, want het bleek me herhaaldelijk dat alleen spoedige hulp kan baten. Nu nog een puntk waaromtrent me van verschil lende zijden misverstand bleek te bestaan. Is er voor belanghebbenden reden om eenige te rughoudendheid te betrachten bij de overweging, of zij al of niet het crediet onder borgstelling van pro vincie en gemeente zullen aanvragen? Ik zou willen antwoorden: eenerzijds niet, anderzijds wel. Geen terughoudendheid in dezen zin, dat men het minder aangenaam zou vinden, zich om hulp tot de overheid te wenden. Er is in het vragen van deze hulp geen greintje minderwaardigs. Men leent be drijfskapitaal, dat terugbetaald zal worden en waar voor men rente betaalt. Zooals anders familie of be kenden als borg hulp verleenen doen dit thans pro vincie en gemeente. Het bleek me, dat sommigen zich niet tot de gemeente-secretarie wilden wenden en dat die door anderen werden aangespoord met de op merking: je moet het wel doen, het geld is er voor beschikbaar, iedereen doét het aanstonds en waarom zou jij je dan geneeren. Neen, zeg ik, zoo staat de zaak niet. Hierin ligt een gedachte opgesloten alsof men uit de overheidskas geldelijken steun ontvangt, doch daarvan staan deze maatregelen verre. Wat dit aangaat late dus niemand zich weerhouden. En de provincie heeft aan het totaal, waarvoor zij zich zal borgstellen, geen grens gesteld. In 1923 beliep het ruim 3 ton, Gedeputeerde Staten stellen zich wel voor dat het daarbij voor de tuinders ditmaal lang niet zal blijven, en bovendien komen nog de akker bouwers. Maar anderzijds spoor ik weer wel tot terughou dendheid aan. Tot terughoudendheid namelijk ieder in zijn eigen belang. Men moet nimmer onder den indruk van het oogenblik uit het oog verliezen, dat als men deze gelegenheid gebruikt, men schuld maakt. Schuld, die afgelost moet worden en waarover rente moet wor den betaald. Als het in het bedrijfsbedrag noodig is, dan moet men voor het maken van schuld niet terug deinzen. Daarvoor moet men niet terugdeinzen als men geld opneemt in gewone tijden, daartegen moet men ook nu -geen bezwaar hebben. Natuurlijk alles binnen redelijke grenzen, die ieder voor zichzelf zeer ernstig moet overwegen. Welnu, die ernstige overweging zij er nu ook. Men neme niet op, wat in het bedrijfsbedrag niet beslist noodig is'of beslist gewenscht. Anders handelde men al zeer on economisch en zou men groot, gevaar loopen van den wal te geraken in de sloot. Met het vorenstaande deed ik slechts hier en daar een greep. Ik ben gaarne bereid op bepaalde punten nader in te gaan. MoCht men verdere inlichting ver langen, dan schrijve men mij vrijelijk. Men weet wel dat men dat gerust kan doen. Honderden brieven beantwoorden ^ou natuurlijk niet gaan. Maar wel zou ik in de vragen aanleiding kunnen vinden om zonder namen van vragers te noemen in een nieu we beschouwing in dit blad op sommige punten na dere uiteenzetting te geven. Woensdag 7 Januari. Hilversum (1875 M.) V.A.R.A, 8.00 Gramofoonmuziek; 9.15 Orgelspel door Joh. Jong. V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding. V.A.R.A. 10.15 Orgelspel door Joh. Jong; 10.30 „Onze Keuken" door P. J. Kers; 11.00 Radio-Volks-Universiteit: Voe ding en Voedingsstoornissen bij het kleine kind (II); 11.30 Concert door het VARA-Septet; 11.55 Gramofoon muziek; 12.00 Politieberichten; 12.20 Middagconcert door het VARA-Septet; 1.45 Gramofoonmuziek; 2.00 Onderbreking voor verzorging van den zender; 2.30 Vrouwenuurtje; 3.30 „Maak het zelf" door Mevr. Céline SchaakeVerkozen; 4.30 Kindervertellingen; 5.30 Vraaghalfuurtje voor kinderen; 6.15 Concert door het VARA-Mandoline-ensemble; 6.50 Mandoline-Cursus door Joh. B. Kok; 7.20 Radio-Volks-Universiteit; 7.45 Politie berichten; 8.00 Gramofoonmuziek; 8.05 Uitzending uit Arnhem. Medewerking van het VARA-Orkest o.l.v. Hugo de Groot. Spreker: A. de Vries; 9.15 „Tine Kipra's Echtscheiding, door Herman Bouber en Francois Pau wels, tooneelspel in 5 bedrijven, op te voeren door Het Groot Volkstooneel; 10.30 Vervolg uitzending uit Arn hem; 11.00 Persberichten van Vaz Dias; 11.15 Gramo foonmuziek; 12.00 Sluiting. Huizen (298 M.) N.C.R.V. 8.008.15 Schriftlezing; 8.158.30 Morgenconcert; 10.30 11.00 Korte Ziekendiens't; 11.0012.00 Harmonium bespeling door M. F. Jurjaanz; 12.0012.30 Gramofoon muziek; 12.302.00 Middagconcert (viool, fluit, piano en harmonium); 2.002.30 Gramofoonmuziek; 2.303.00 Gramofoonmuziek; 2.303.00 Lezen van Chr. Lectuur; 4.30—4.45 Gramofoonmuziek: 4.455.00 Verzorging van den zender; 5.006.00 Kinderuurtje; 6.006.30 Uurtje voor de landbouwers door H. Pilon. Onderwerp: „De kalimeststoffen"; 6.306.40 Vaz Dias: Koersen; 6.40 7.05 Halfuurtje voor het Onderwijsfonds voor de Bin- vaart; 7.057.30 Spreker: A. de Jong Fz., namens het Kristlik Frysk Selskip. Onderwerp: „Forlenne Skatten"; 7.308.00 Lezing door Dr. G. Esselink over: „Ons be staan een wodsteling om het leven"; 8.0010.20 Concert door de Slafmuzielt van het 6e Regiment Infanterie te Breda, o.l.v. Kapelmeester Louis de Morée. Spreker: P. J. Colijn. Onderwerp: „Als 't water dreigt..."; 10.20 10.30 Persberichten Vaz Dias; 10.3011.30 Orgel concert uit de Evang. Luth. Kerk te Amsterdam, door George Stam. De overwinnaar van den slag aan de Marne na een langdurigen doodsstrijd overleden. Te Iaat om het nog in het nummer van dien dag op te nemen, ontvingen wy Zaterdag het bericht, dat maar schalk Jofre van Frankrijk dien morgen om 8 uur 23 na een langdurigen doodstrijd in de kliniek van de Broe ders. van Joarthes de Deo te Parijs was overleden. Lang zaam en kalm Is de dood tenslotte ingetreden. Profes sor Leriche hield den pols van den stervende. Hy voelde hoe het hart zyn slagen nog versnelde en toen plotse ling stil hield. De maarschalk had opgehouden te leven. Al veertien dagen lang werd de dood elk oogenblik verwacht. Het hart van den 79-jarige heeft een onge looflijke levenskracht getoond. De geneesheeren ston den er verstomd van. Telkens begon de doodsstrijd en telkens kwam de maarschalk er weer bovenop. Hij herkende degenen, die om zijn ziekbed stonden, zijn vrouw, zijn dochter en schoonzoon hebben hem tot het eind opgepast, evenals de officieren van zijn staf. Het sterfbed werd door een zeldzame warmte om ringd. Het katholieke ziekenhuis, waar Joffre het lin kerbeen was afgezet, en waar hij verpleegd werd, was deze dagen het middelpunt van de belangstelling. Den geheelen dag stond het trottoir tegenover het huls zwart van de menschen. Bij het aanbreken van den dag verzamelden zich daar al de arbeiders en winkel meisjes, die naar hun werk gingen. Des middags groei de de massa tot een paar duizend aan. Het was een stille wacht, die op deze manier met den maarschalk medeleefde. Alle burgerlijke en militaire autoriteiten kwamen informeeren. De heer Loudon, Nederland's ge zant te Parijs, hield zich geregeld door persoonlijke bezoeken op de hoogte. Kort vóór zijn dood liet Joffre zich nog scheren en tot het laatst toe bleef hij chef. De voeding was allengs tot een paar druppels melk herleid. De laatste uren is hij niet meer bij kennis gekomen. De geneesheeren konden niet anders doen dan de pijn verzachten en de fatale ontknooping uitstellen. Te vo ren had hy nog af en toe zich bewogen en enkele woorden gesproken. Zoo is dan maarschalk Joseph Joffre, de overwin naar van den Marnesiag in September 1914 heenge gaan. Ook hier heeft de dood, zii het na eindelooze, zware worsteling, overwonnen en het leven genomen van een strijder, die in den vreeselijksten oorlog, wel ken de menschheid heeft gekend, heeft bewezen te kunnen strijden met een koele onverzettelijkheid, welke geen inzinking kende. Het Fransche volk, dat hem vereerde om zijn groote bekwaamheden, als een redder van zijn land, voelt dat een groote figuur is heengegaan. Joffre was den 12den Januari 1852 geboren te Rive- saltes, gelegen bij de Middellandsche Zeekust en aan den voet van de Pyreneeën. Als jong officier maakte hij reeds den oorlog van '70 mee. En toen de groote wereldoorlog uitbrak, stond aan het hoofd van het Fransche leger een generaal, wiens bekwaamheden op militair gebied door niemand werden betwist. Een generaal, die het vertrouwen had van regeering, volk en leger en die bovendien in de volle kracht van zijn leven was. Joffre was toen 62 jaar, Zijn grootste deug den waren zijn ongehoorde werkkracht, zijn prompt- heid en vastberadenheid in de beslissingen en haar uit voering. Het spreekt wel vanzelf, dat door zijn hooge positie zijn beleid aan scherpe kritiek is onderworpen, een kritiek, die de onverstoorbaar-koelbloedige generaal stilzwijgend met de uiterste vervulling van wat hij zijn plicht achtte, heeft beantwoord. Aan zijn ijzeren wil is het ook te danken, dat hefc gunstige moment, om het offensief te nemen, werd afgewacht en het Fransche leger in den slag aan de Marne ter overwinning voerde ...totdat ook hij in den strijd is gebleven en met hem één van de grootste mannen, die van beslissenden in vloed zijn geweest op den gang van het omvangrijkste conflict, dat de wereldgeschiedenis heeft gekend, is, heengegaan. |j Be regeling van de uitvaart, Woensdag zal de nationale begrafenis plaats hebben/ Zij zal hetzelfde karakter dragen als die van Foch, Mevrouw Joffre heeft echter gevraagd de kist niets onder den Are de Triomphe te prijk te stellen. Zij wil de bevolking en de troepen niet aan de gevaren vait de winterkou blootstellen. Wel zal de stoet op weg van de militaire school naar de Notre Dame den Ara de Triomphe aandoen. De kist zal dan een oogenblik bij het graf van den onbekenden soldaat geplaatst worden* Na den dienst in de Notre Dame wordt zij met grooten: luister naar het Maison des Invalides vervoerd. Da troepen en de oud-strijders zullen daar defileeren. Da maarschalk had den wensch geuit op zijn buitengoed te Louvenciennes ter aarde te worden besteld. Dat buitenhuis telt maar één verdieping en stemt volkomen: met zijn eenvoudige leefwijze .overeen. Kaarten verkrijgbaar voor de tweede Voorstelling aan het Noordhollandsch Koffiehuis en Boekhandel Boonacker. Steeds stygende aanvoer. Hieronder volgt een vergelijkend staatje van de om zetten aan onze Eierveiling gedurende de zes jaren van haar bestaan. Aangevoerd Geveild Bedrijfsjaar aantal eieren bedrag. 1925 1.387.448 f 94.155.38 1926 1.724.215 f 102.429.71 1927 2.103.011 f 127.086.23 1928 2.755.624 f 166.876.78 1929 4.574.980 f 294.353.90 1930 5.152.100 f 271.859.17 1925: J-as vanaf Mei. „HANS DRIFT". Zóó heet de operette waarvoor de heer E. Prins ie Alkmaar het libretto heeft geschreven, terwijl de heer Jb. Prins, eveneens te Alkmaar, de componist ervan is. En Zaterdagavond is deze kinderoperette in het Noordhollandsch Koffiehuis opgevoerd voor een goed bezette zaal. En de opvoering had groot succes, er is herhaaldelijk en met warmte geapplaudiseerd, zoo zeer, dat een paar gedeelten, als de pyama-dans en het Molenaarslied zijn herhaald moeten worden. Het sloeg dus blijkbaar wel in. En nietwaar, voor velen is een kinderoperette steeds aantrekkelijk. Die kleine en wat grootere kleu ters op het tooneel, in aardige pakjes gestoken, die. hun geleerd lesje zoo knap weergeven en soms met! hun naieve maniertjes dit of dat tooneeltje nog wat leuker maken, dat alles blijft iets waarnaar allen, graag kijken en vooral de respectieve moeders en vaders der kleine tooneelisten. En het kan gezegd worden: van deze operette ia werk gemaakt en er is dan ook veel aardigs en- vriendelijks in. De muziek klinkt vloeiend, de ver-! schillende wijsjes liggen zoowel voor de kleintjes al3 voor de grooten gemakkelijk, een eigenschap die men moet waardeeren in een kinderoperette, die o.i. eenvoudig moet zijn. De handeling is vlot, en is van dien aard, dat het voor klein en groot voldoende in teressant is. Vlot liep op enkele onderdeelen na ook de uitvoe ring van Zaterdagavond. De heer Jb. Prins had alles behoorlijk in handen en wist als het eens haperde de wagen weer in het rechte spoor te brengen. De kinderen zongen frisch en zuiver, dansten leuk, ter wijl de groote solisten over 't algemeen hun taak riet onverdienstelijk vervulden. Hans Drift werd zeer toegejuicht. Mej. A. Wester ons compliment voor de wijzo waarop zij met eji zonder het strijkorkest de bege leiding verzorgde. Men adverteere echter niet meer: aan den vleugel: A. Wester, als er op zulk een piano gesloofd moet worden. Aan het slot van het tweede bedrijf werden de hee- ren Prins gelauwerd. Twee bloemstukken en een paar lauwerkransen formaat: wagenwielen, werden ten tooneele gebracht en onder de toejuichingen van de zaal werden ze den componist en librettist ver eerd. Hans Drift kreeg een boek. En onder het steeds opklaterend applaus bij deze# huldiging in groot formaat, zijn we naar huis gegaan, onwillekeurig moetende denken aan het bekende bijbelwoord, waarin zoo kenschetsend gesproken wordt van ijdelheid der iidelhedenl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1