Een overvloed van diamanten.
Internationale beperking
der productie.
Boter voor leger en vloot
Vrouw door den trein gedood.
Auto van een dijk gevallen.
Mooi succes voor onzen Nederl.
Schaakkampioen.,
door
Dr. E. SCHAFER.
De Internationale Commissie voor den
diamanthandel heeft besloten vanaf het
begin van het jaar 1931 de diamantpro
ductie tot op de helft van de huidige te
bekrimpen.
Ver over de 100 millioen karaat of 20.000 kilogram
diamanten wordt op het oogcnblik per dag geprodu
ceerd een hoeveelheid voor wier transport verpak
kingen buiten beschouwing gelaten twee goede
renwagens noodig zouden zijn.
Hiermede schijnt'echter de behoefte naar dezen
schoonen licht- en kleuren sproeienden edelsteen ook
in zooverre bevredigd te zijn, dat de vraag naar dia
manten op de wereldmarkt tegen de thans nog gel
dende booge prijzen opvallend gering is geworden.
Daaraan kan althans voor een gedeelte de malaise
van den geheelen wereldhandel en eveneens de steeds
meer volmaakte imitatie van diamanten, de z.g.
Stras* (valsche diamant) ten grondslag liggen. Onder
invloed van het groote Zuid-Afrikaansche diamant
syndicaat moest de internationale commissie voor
den diamanthandel het besluit nemen vanaf 1931 de
geheele diamantwinning der wereld tot op de helft
van de huidige terug te brengen. Slechts hiermede
denkt men een belangrijk terugloopen van den dia-
mantprijs te verhinderen, evenals dit door jaren
lang terughouden van een groot gedeelte der gewon
nen diamanten van de edelsteenmarkt tot op thans
mogelijk was.
De primitieve ontginningswerktuigen der
diamantmijnen zijn korten tijd geleden
door moderne machines vervangen.
Langen tijd bleef de diamant voor de cultuurwe
reld van het Westen een zoo zeldzame en kostbare
edelsteen, dat hij volgens de woorden van een ouden
meester langen tijd slechts bij de koningen bekend
was. Ook gedurende de middeleeuwen bleven dia
manten nog buitengewoon hoog in prijs, des te meer,
omdat men in de 15e eeuw de klunst had geleerd ze
inplaats van eenvoudig splijten en te polijsten door
slijpen zóó te vervormen, dat ze het bekende heer
lijke licht- en kleurenspel vertoonen.
Een voorberecht sieraad.
Eerst daardoor werd de diamamt overwegend de
bevoorrechte siersteen der vrouwen, terwijl hij vroe
ger in hoofdzaak ter versiering van staatsgewaden
en staatsinsignes diende. Ook de ontdekking van
Amerika en daarmede gepaard gaande het optreden
van Brazilië als diamantproducent op de wereld
markt kon aan den hogen prijs niet veel veranderen.
Eerst de ontdekking van bijna sprookjesachtig rijke
vindplaatsen in Zuid-Afrika, in de jaren 1837 en 1839
had een belangrijke daling van d6n diamantprijs ten
gevolge. Toch bleef hij naar verhouding nog vrij
hoog, vooral wanneer men bedenkt, dat Zuid-Afrika
alleen in weinige jaren meer diamanten leverde als
tot dit tijdstip Indië en Brazilië tezamen gedurende
eenige eeuwen. Volgens een overzicht, samengesteld
door de juweliers op de Parijsche wereldtentoonstel
ling van 1878 kostte een briljant, dus een geslepen
diamant van het zuiverste water, van één kraat in
het jaar 1606 gemiddeld f262, in 1750 nog f97, in 1865
weer f217, in 1867 zelfs f254 en in 1878 na de ont
dekking der diamantvelden van Zuid-Afrika f 105.60.
Ruwe diamanten, die gedeeltelijk niet als sierstee-
nsn, maar wel voor industrieele doeleinden geschikt
zijn, waren in 1883 verkrijgbaar tegen een gemiddel
den prijs van f14, in 1885 voor slechts f12, en 190o
weer voor f23, om in 1920 zelfs tot f72 te stijgen.
Als verreweg de grootste leverancier voor de edel
steenmarkt leverde de Zuid-Afrikaansche Beers
Company alleen tot 1927.een aandeel van meer dan
80 millioen karaat of 16000 K.G. edelsteenen tot een
waarde van 15 k 13 mililoen gulden.
De rijke diamantopbrengst van Transvaal wordt
grootendeels geput uit de z.g. „Pipes", oftewel dia
mantkraters. Dit zijn tot in het dipst van de aarde
doorloopende kanalen of vulkaangangen van ronde,
uvale of ook wel niervurmige doorsnede. Aan de
aardoppervlakte zijn zij herkenbaar door slechts
weinige meters hooge heuveltjes, ook wel „kopjes'
genaamd.
De grootste van deze „pipes" omvat aan de aard
oppervlakte een ruimte van 12% hectaren en is on
der den naam van Dutoits-pan bekend De diamant
krater van de beroemde Kimberley groeve omspant
slechts een oppervlakte van 4 H.A. en is toch bij
verre nog niet de kleinste onder deze zeldzame vul
kanische uitwassen. Zij zijn gevuld met een vullca-
.nische rotssteen, „den blauwen grond" der diamant-
wasschers. Deze blauwachtig-groen gekleurde aarde'
nu is verbazend rijk aan diamanten, die volgens we
tenschappelijke onderzoekingen onder ongeloofelij
ken hoogen druk en bij buitengewoon hooge tempe
ratuur uit het kolenstof van den daaraan zeer rij
ken ijzerkern van onze planeet gevormd moeten
zijn.
Prijsopdrijving verijdeld.
Het groote Zuid-Afrikaansche Diamantsyndicaat,
dat de bewerking der „Pipes" daar te lande geheel in
handen had, zou, zooals ook de bedoeling was, de
prijzen sterk op hebben kunnen drijven wanneer niet
i.d. laatste 15 jaar in 't district Lichtenberg (Trans
vaal) en aan de beneden Oranjerivier zulke uitge
strekte nieuwe diamantvelden ontdekt waren, het
geen voor de regeering aanleiding werd om buiten
het syndicaat om het winnen van edelsteenen vrij te
geven, zij het ook met beperkt recht tot verkoop.
De pogingen tot monopoliseering va n het ge
noemde concern werden ook daardoor verijdeld, dat
eveneens in den Belgischen Congo-staat en in het
vroegere Duitsch-Afrika „Pipes" werden ontdekt.
Al schijnen deze vindplaatsen, voor zoover zij tot op
nu toe onderzocht zijn, niet zoo rijk aan diamanten
te zijn als die in Zuid-Afrika, toch staan zij door de
van jaar tot jaar toenemende opbrengsten de prijs
opdrijvingen van het Zuid-Afrikaansche syndicaat
in niet onaanzienlijke mate in den weg. Had het
syndicaat in 1910 in de op ongeveer 6 millioen karaat
berekende wereldopbrengst nog een deelname van
5300184 karaat, zoo liep dit aandeel in 1027 tot op
4708038 karaat terug. Uit het voormalige Duitsch-
Zuidwest Afrika kwam nl. in 1927 ongeveer 500.000
karaat op de markt, uit de Congostaat 975000 karaat,
uit de Portugeesche kolonie Angola 201000 karaat en
uit het gebied der goudkusten in Midden- en West-
Afrika 340.000 karaat.
Arbeiders bezig met het wasschen van de
diamanten.
Een kijkje op den bodem van een diamantmijn*
De vraag of het gelukken zal door inkrimping van
de diamantopbrengst den prijs kunstmatig hoog te
houden is niet te beantwoorden. In ieder geval is
de eerlang zoo levendige vraag naar diamanten
reeds sedert eenigen tijd zoo gering, dat de beroemde
groote diamantslijperijen van Amsterdam zich ge
noodzaakt zien hun bedrijf voor een gedeelte stop te
zetten.
(Nadruk verboden.)
Een verzoek van den Alg. Ned. Zuivel-
bond.
Dezer dagen meldden wij reeds in een kort bericht,
dat de Alg. Ned. Zuivelbond (F.N.Z.) aan den minis
ter van Defensie het verzoek gericht heeft te willen
bevorderen dat voortaan ten behoeve van leger en
vloot boter in plaats van margarine worde verstrekt.
De F.N.Z. laat daarbij de volgende overwegingen
gelden:
Het zal Uwe Excellentie niet ontgaan zijn, dat de
afzet van de zuivelproducten, speciaal boter, steeds
grooter moeilijkheden ondervindt. Vooral is dit het
geval met het gedeelte onzer productie, dat afzet in
het buitenland moet vinden. Hooge invoerrechten,
gepaard gaande met een scherpe concurrentie der
andere zuivelproduceerende landen, oefenen een zoo
danig drulcenden invloed op de prijzen uit, dat de
altijd nog hooge kosten van de productie niet meer
door de opbrengst van de producten gedekt worden,
zoodat de boer met verlies werkt.
Het spreekt vanzelf, dat onder deze omstandighe
den naar alle kanten wordt uitgezien om verbetering
in den toes'tand te brengen en verruiming van den af
zet mogelijk te maken. Hierbij richt zich uit den aard
der zaak in de eerste plaats bet oog naar bet gebruik
van meer boter in ons eigen land.
De laatste jaren hebben per hoofd der bevolking
een steeds toenemend gebruik van margarine en een
afnemend of gelijkblijvend verbruik van boter te zien
gegeven. Bij het groote prijsverschil tusschen beide
artikelen was dit misschien begrijpelijk, hoewel wij
van oordeel zijn dat er in een land als 't onze veel
meer boter gegeten kon worden dan tot nog toe het
geval is geweest. Het behoeft geen betoog, dat boter
het gezondste en smakelijkste vetvoedsel is, dat er
bestaat en dat het door zijn vitamine-rijkdom vooral
voor jeugdige personen en hen, van wie veel spier
arbeid verlangd wordt, een voedsel van booge waar
de is.
Voor de behoeften van leger en vloot worden jaar
lijks vrij groote kwantums margarine aangekocht,
en de aankoop van boter bepalat zich hierbij tot het
proviand der schepen, welke lange reizen maken,
waarvoor margarine niet voldoende houdbaar schijnt
te zijn.
Hoewel niet van overwegende beteekente, zou net
voor de Nederlandsche zuivelbereiding toch van groot
belang zijn, indien zij haar binnenlandsahe afzetgebied
kon verruimen met de boterleverlngen, aan leger en
vloot Bovendien zou met het gebruik van boter in
plaats van margarine het belang van de manschappen
gediend worden.
De grootere uitgave, welke de verstrekking van boter
!n plaats van margarine zou vorderen, zou naar onze
opvatting rechtvaardiging vinden in het feit, dat men
hermede de beschikking krijgt over een voedingsmiddel
van zooveel hoo-gere waarde, maar bovenal in de ge
zonde wijze .waarop onze regeering, daarmede den afzet
van een echt Nederlandsch product zou helpen bevor
deren, hetgeen in deze, voor de boeren zoo moeilijke tij
den van meer dan materieele beteekenis.
Wij verzoeken Uwe Excelentie derhalve beleefd doch
dringend, te willen besluiten, dat voortaan voor de
behoeften van leger en vloot uitsluitend boter in plaats
van margarine zal worden aangekocht
DE MOORD IN DE RUBROEKSTRAAT TE
ROTTERDAM.
Behandeling voor het Haagsche Gerechtshof.
Vijf jaar gevangenisstraf geeischt
De Procureur-Generaal bij het Haagsche Gerechtshof
vorderde gister vernietiging van het vonnis der Rotter-
d-amsohe rechtbank, waarbij de 40-jarige gewezen O.I.
militair P.S. Is veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf
door te brengen in een bijzondere strafgevangenis met
ter beschikbaarstelling van de regeering wegens moord
op zijn zoon en dochter in da Rubroekstraat te Rotter
dam en opnieuw rechtdoende veroordeeling van den
verdachte tot 5 jaar gevangenisstraf eveneens door te
brengen in een bijzondere strafgevangenis en met ter
beschikbaarstelling van de regeering.
Noodlottig ongeluk op den onbewaakten
overweg bü Vreeland.
Gistermorgen ia de echtgenoote van den groentenkoop-
man J. de Jong uit Abcoude op den onbewaaakten over
weg te Vreeland door een uit de richting Utrecht ko
mende locomotief gegrepen en gedood.
De ongelukkige was moeder van vier kinderen.
De chauffeur door de ruflen in een kamer
terecht gekomen.
Dinsdagmiddag is op den Waaldijk bij Yzendoorn een
ernstig auto-ongeluk gebeurd. Een familie uit Kesteren
had uit Tiel een auto ontboden, teneinde eenige fami
lieleden naar Tiel over te brengen ter bijwoning van 'n
familiefeest. Toen de ohauffeur op weg naar Kesteren
op den hoogen Waaldijk bij Yzendoorn reed, slipte de
auto en stortte van den dijk. De wagen kwam met een
zwaren slag tegen een woning aan en bleef daar ernstig
gehavend liggen. De chauffeur werd door de voorruit
van de auto en door het venster van de woning gewor
pen en kwam in de voorkamer terecht. Met een gebro
ken pols, verschillende andere kwetsuren en in hevig
overspannen toestand werd de man naar het ziekenhuis
te Tiel overgebracht
Door de gladheid van den weg.
Dinsdagmorgen is op den Kerkweg te Waddlngxveen
een 15-jarlge jongen door de gladheid van den weg met
zijn fiets geslipt. Door een achter hem rijdenden auto,
die niet tijdig kon stoppen, werd hij overreden. De jon
gen waa op slag dood.
Op den nieuwen rijksweg Hoornbrug-Delft zijn gister
morgen tengevolge van de gladheid van den weg vier
auto's met elkaar in botsing gekomen. Een boom werd
omver gereden, en een der auto's werd ernstig bescha
digd. Een andere auto, waarin vijf personen zaten, sloeg
over den kop De inzittenden kwamen met eenige ontvel
lingen en den schrik vrij.
Op het tonrnool te Hastings gewonnen.
De eerste prijs van het schaaktournooi te I-Iastings
is gewonnen door onzen Nederlandschen schaak
kampioen, die èn Capablanca èn Sultan Khan achter
zich laat. Hij heeft nu 7 punten uit 9 partijen. Capa
blanca kan, door van miss Mcnchik te winnen, hoog
stens 6% pt. verzamelen, evenals Sultan Khan, die in
deze laatste ronde tegen Tylor speelt.
Wel merkwaardig is, dat dr. Euwe's eenige volle
verliespunt in dit tournooi geleden is tegen de eeni
ge dame, die er aan deelneemt, de Russische miss
Menchik.
als men zich het klateren herinnert van de rivier
tjes, die buitelend door de diepe ravijnen de berg
helling kwamen afrollen, als men zich het druk be
weeg in dit deel van Java's Tuin kan voorstellen,
dan realiseert men zich welk een ramp, welk een
noocHot, zich in weinige uren tijds hier heeft voltrok
ken. Het vriendelijke landschap is een woestenij ge
worden, de sierlijke amphitheater-bruw van de sa-
wahs is geëgaliseerd door modderregen en flank van
laharstroom, het groen is schuil gegaan onder de
troostelooze grauwheid van asch en zand, de men
schep zijn verdwenen: velen liggen onder de gloeien
de laharstroomen, velen vonden een plokje in haas
tig gedolven gemeenschappelijk graf, velen ook
gelukkig! vonden redding in snelle vlucht.
Geweldig van omvang is deze ramp, geweldig ook
in de consequentie waarmee zij zich voltrok. Schrik-
kelijker beeld dan op dien helderen dag van de
groote eruptie kan men zich nauwelijks denken. De
laharstroomen, in aanraking komend met regen
water, sisten en kolkten, een lar.ge vuurtong kron
kelde uit den krater, grauwe boomgroepen bogen de
kruinen over doode desa's. Een klein stukje weg
naar beneden, naar de redding: dertig lichamen
van mannen, vrouwen en kinderen, neergesmakt met
handen voor het gelaat, inwendig verschroeid door
de heete lucht. Eon desa-woning: vijf kinderlijk
jes, omvaand door de onmachtige armen van een
moeder, wier laatste gedachte voor haar kinderen
was. Een beestenstal: met het vlijmscherpe gras
mes in de hand ligt cr het ontzielde lichaam van den
fani, die zijn beesten wilde komen lossnijden, doch
faalde en den dood vond vlak bij zijn karbouwen,
wier taaie leven zich niet uitblusschen laat door
verbrande pooien,, geschroeide huid en van dorst
schuimende bekken. Een openstaande deur geeft een
kijkje in een groote desawoning: twee oudjes,
een man in de kracht van zijn leven en drie kinderen
in krampachtige houding verstard en in den hoek
van de kamer het lijk van de moeder, gek geworden
door de marteling van eenigoverlevende te zijn en
daardoor onweerstaanbaar gedrongen tot zelfmoord.
Onbeschrijfelijk is de ellende, is de felle hevigheid,
van wat dien dag te zien was. In een korte spanne
tijds verstomde hier het leven, in weinige minuten
veranderde het landschap in een doodenvallei. Gru
welijk zijn de verhalen, die de gevluchten vertellen.
Want zij weten wel niet hoe die vel'e honderden stier
ven, doch zij hebben gezien hoe de enkelingen, ja de
tientallen neervielen tijdens de vlucht en niet meer
opstonden. E-n vader draagt een kind in de slen
dang, neem'. oe anderen aan de hand; de slendang
vat vlam d de hitte, de man maakt het in zijn
verbijstering los en het kind valt reddeloos verloren
in de heete asch. En radeloos is de vader, die twee
kinderen redden mocht, doch die zich de moorde
naar van zijn jongste kind voeltZoo zijn er tien
tallen gevallen, die de geredden meedragen in hun
herinnering als een bangen last en schuw zien zij
op, als een enkele krankzinnig geworden vrouw de
tot verdwazing geworden smart uitgilt. Zelf zwij
gen zij» want er is een leed dat zich niet uitzeggen
laat en dat langzaam, heel langzaam, sterven moet
als het heden lang reeds verleden zal zijn geworden.
Ontroerend ook waren de tafereeltjes, die men een
vijftal dagen na de groote uitbarsting kon meema
ken. In de vrijwel geheel verwoeste desa Gedjoekan
zijn de militairen bezig de laatste lijken te begraven
of, indien dat. niet meer mogelijk is, door vuur on
schadelijk te maken. Zij dragen een soort van ver
band, gedrenkt in desinfecteerende stof, voor neus
en mond, want de lucht is soms niet te harden en
kan gevaar opleveren voor hen, die dezen droevigen
arbeid moeten verrichten. Op het pad, een paar hon
derd meter van den desa-rand, verschijnen twee Ja-
vaansche figuren, hurken n eer.Zij hebben allebei een
grasmea in le hand en ach, het is hier alles zand en
asch en grauwheid die men zietMaar de macht
der gewoonte, de gedachte, aan hot verloren vee, dat
vroeger toch altijd om dezen tijd zijn voer moest
hebben, dat verklaart het meedragen van de arit.
Stil hurken zij. En antwoorden op de vraag, waar zij
thuis horen, met een gebaar en eon kort woorden:
ginds, in de desa Gedjoekan. Wat komen zij doen?
Niets. Zij komen maar eens kijken, want hier was
hun sawah. „Hier" ik loop twintig stappen heen
en twintig terug over den lahar, die er nu al vijf da
gen ligt, en door de dikke zolen van mijn bergschoe
nen dringt de hitte van dit eruptie-zand heen
„Hier is mijn sawah"
Door deze tafereeltjes en droeve voorbeelden laat
zich de natuurramp het best typeeren. Zij is zoo hui
veringwekkend volledig in haar vernielingswerk, en
tegelijkertijd zoo grillig in de keus van haar slacht
offers. Men loopt door de woestenij en vindt in een
onafzienbare vlakte van zand en modder vier, vijf
kweekbedden met bibit in die prachtige kleur van
jong groen, dio de kleine padi-plant kenmerkt. Wie
beschermde deze kweekbedden met materiaal voor
het uitplanten en wie vernielde cle sawahs waarop de
jonge padi plantje voor plantje zou moeten worden
uitgezet? De natuur is grillig en zij grijpt wreed
weg aan den eene kant, wat zij aan den anderen
kant ongerept laat staan. Is het niet grillig dat de
desa van kiahi Mcrapï, Balong, tezamen met Klam-
pean gespaard bleef? Dat de lavastroom vrijwel recht
op Balong aankwam, doch op een enkele kilometer
afstand zich omboog naar links en rechts, om in
Gedjoekan, Wates cn Podjok de slachtoffers te zoe
ken, die zen van Balong en Klampean niet wcnsch-
te?
Tot zoover de correspondentie in de N.R.Crt. Uit
een brief in het „Bat. Nwbl." van den 24sten Dec.,
is hieronder nog het volgende weergegeven:
Een bange tocht.
De lucht is dreigend en er valt al regen. Men ont
raadt ons den tocht naar boven, want een gewel
dige bui is op til, cn er valt met den regen zooveel
modder van de boomen, dat we ons pakean wel
kunnen afschrijven. Maar er is geen keus. Willen
wij don tocht maken, dan moeten we op weg, om
weer voor het donker terug te zijn. Het is zeven
kilometer voor we hot ravijn bereiken, en daarvan
kunnen wij, naar het getuigenis van een der officie
ren, er drie met de auto afleggen. De rest loopen.
Eén van de lieden die zich bij ons aansloot
het zijn er twee heeft zich voor het laatste als
vrijwilliger gemeld. Hij is enthousiast over de kans
op avontuur, welke den journalist geboden wordt en
wil ook bij de krant.
Geen mensch ontmoeten we, de mannen en vrou
wen die het rijke landschap zoo schilderachtig stof-
fceren, zijn weggetrokken, de aarde schijnt plotse
ling ontvolkt, als in Het Verstoorde Mierennest, Geen
karbouw, geen sapi op den weg of op het land.
De rijstvelden staan prachtig, maar er loopen geen
inlanders over de smalle paden die zo scheiden.
Zelfs de roep van oen vogel wordt niet gehoord. Tal
van van onbewoonde desa's passecren we, die met
deze droeve entourage en onder de loodgrijze lucht
een meer dan triesten indruk maken. De bui blijft
uit. De atmosfeer is drukkend, en wanneer af en
toe do wind over ons waait, brengt hij de verstik
kende zwaveldamp meo;
de adem van den dood.
Links van ons ligt het groote ravijn waaruit deze
dampen bij slierten opstijgen; witte wolken tegen den
donkeren hemel. Het loopen wordt moeilijk in deze
adembeklemmende atmosfeer en we besluiten om een
droge sawah over te steken, links van ons, teneinde
het ravijn vlugger tc bereiken.
Al spoedig blijkt dat het plan makkelijker opge
worpen dan uitgevoerd is, want diepe, met water
gevulde geulen moeten overgesprongen worden en
de kanten zijn verraderlijk glad. Tenslotte belanden
we op het kerkhof, dat ligt aan den rand van een
ravijn, een weelde van sawahs, nog feestelijk in het
groen. Vlak daarachter is de bedreiging van den vul
kaan, die het diepere ravijn van den Blonkeng al
voor een deel met de verzengende lahar heeft ge
vuld.
Daar is alles zwart en geschroeid, de verkoolde
stammen van enkele boomen steken klagelijk uit dit
veld van verschrikking omhoog. Eén van ons waagt
den tocht over de smalle sawahpaden met door den
regen gladgemaakte randen naar dit verlaten en ge
teisterde oord, maar de anderen gaan terug, om
langs veiliger pad te trachten het ravijn te berei
ken.
Zoo komen we op den weg naar Maron terug, en
klimmen naar boven. Er loopt een haan over den
weg en op een groen veldje staan drie sapi's die ons
met verwonderde oogen nastaren.
Uit een desa komt ons zelfs het nijdige geblaf van
een hond tegemoet, een beest dat daar vastgebonden
ligt misschien en tot den hongerdood veroordeeld
is, evenals al het vee dat in de stallen staat en al
dagen op voedsel wacht, langzaam verhongert. De
soldaten hebben er wat los gesneden, maar er was
geen beginnen aan. We gaan een desa binnen. Al
les wijst op een overhaaste vlucht. De deuren wij
ken open, we zien sarongs hangen en theegerei op
een tafel staan. De angst is de menschen waarschijn-
Iijk in het bloed geslagen, zij hebben het allernoodza
kelijkste genomen en zijn gevlucht.
Het is unheimsch, deze verlatenheid. Onze vriend
die zoo graag bij de krant wilde en ons het avontuur
benijdde is stil geworden. Op een gegeven oogenblik
zien we rechts en links van ons de damp van de
lahar opstijgen en het ademen wordt voortduren!
moeilijker.
Dan verklaart de op avontuur beluste, dat hij te
rug wil. Na kort beraad besluiten we met hem mee
te gaan. want er blijft toch altijd de kans dat we
op een oogenblik worden ingesloten zonder het te
weten. En terwijl yée nog delibereeren hooren we
plotseling eon waarschuwend geluid, het donderend
gebrul van laharstroomen, rechts van ons.
We trachten over het riet aan den kant van den
weg heen te kijken naar de toppen van de boomen
rechts van ons. Er brandt nog niets, het gevaar lijkt
niet zoo groot. De kleine rivieren in het dal zijn ook
niet gaan bandjirren, zooals onze vriend vreesde.
Slechts de donkere dreiging achter ons blijft. Maar
tenslotte bereiken we de auto veilig.
Toch is er in dien tusschentijd iets gebeurd waar
van we boven geen A'nnung hadden, want bij de wo
ning van den assistont-wedana komen we een troep
je soldaten tegen, gepakt en gezakt en één der offi
cieren snelt ons tegemoet met uitgestrekten arm,
roepend: Vlucht!, de lahar komt dwars
op ons aan. Wanneer U zich niet haast
wordt U ingesloten.
Men heeft zich ernstig ongerust over ons gemaakt
De kapitein heeft besloten het kwartier te ontrui-,
men om zijn compagnie niet aan het gevaar bloot
te stellen. De twee gewonden zijn opgeladen, de rust
is in de heftigste onrust verkeerd. Men wacht nog
op enkele manschappen die ter waarneming zijn uit-
I gezonden tegelijk om gewonden te halen en op een
officier die is weg gegaan om poolshoogte te nemen.
De tijd verstrijkt en niemand komt terug.