Een overvloed van diamanten. Internationale beperking der productie. Boter voor leger en vloot Vrouw door den trein gedood. Auto van een dijk gevallen. Mooi succes voor onzen Nederl. Schaakkampioen., door Dr. E. SCHAFER. De Internationale Commissie voor den diamanthandel heeft besloten vanaf het begin van het jaar 1931 de diamantpro ductie tot op de helft van de huidige te bekrimpen. Ver over de 100 millioen karaat of 20.000 kilogram diamanten wordt op het oogcnblik per dag geprodu ceerd een hoeveelheid voor wier transport verpak kingen buiten beschouwing gelaten twee goede renwagens noodig zouden zijn. Hiermede schijnt'echter de behoefte naar dezen schoonen licht- en kleuren sproeienden edelsteen ook in zooverre bevredigd te zijn, dat de vraag naar dia manten op de wereldmarkt tegen de thans nog gel dende booge prijzen opvallend gering is geworden. Daaraan kan althans voor een gedeelte de malaise van den geheelen wereldhandel en eveneens de steeds meer volmaakte imitatie van diamanten, de z.g. Stras* (valsche diamant) ten grondslag liggen. Onder invloed van het groote Zuid-Afrikaansche diamant syndicaat moest de internationale commissie voor den diamanthandel het besluit nemen vanaf 1931 de geheele diamantwinning der wereld tot op de helft van de huidige terug te brengen. Slechts hiermede denkt men een belangrijk terugloopen van den dia- mantprijs te verhinderen, evenals dit door jaren lang terughouden van een groot gedeelte der gewon nen diamanten van de edelsteenmarkt tot op thans mogelijk was. De primitieve ontginningswerktuigen der diamantmijnen zijn korten tijd geleden door moderne machines vervangen. Langen tijd bleef de diamant voor de cultuurwe reld van het Westen een zoo zeldzame en kostbare edelsteen, dat hij volgens de woorden van een ouden meester langen tijd slechts bij de koningen bekend was. Ook gedurende de middeleeuwen bleven dia manten nog buitengewoon hoog in prijs, des te meer, omdat men in de 15e eeuw de klunst had geleerd ze inplaats van eenvoudig splijten en te polijsten door slijpen zóó te vervormen, dat ze het bekende heer lijke licht- en kleurenspel vertoonen. Een voorberecht sieraad. Eerst daardoor werd de diamamt overwegend de bevoorrechte siersteen der vrouwen, terwijl hij vroe ger in hoofdzaak ter versiering van staatsgewaden en staatsinsignes diende. Ook de ontdekking van Amerika en daarmede gepaard gaande het optreden van Brazilië als diamantproducent op de wereld markt kon aan den hogen prijs niet veel veranderen. Eerst de ontdekking van bijna sprookjesachtig rijke vindplaatsen in Zuid-Afrika, in de jaren 1837 en 1839 had een belangrijke daling van d6n diamantprijs ten gevolge. Toch bleef hij naar verhouding nog vrij hoog, vooral wanneer men bedenkt, dat Zuid-Afrika alleen in weinige jaren meer diamanten leverde als tot dit tijdstip Indië en Brazilië tezamen gedurende eenige eeuwen. Volgens een overzicht, samengesteld door de juweliers op de Parijsche wereldtentoonstel ling van 1878 kostte een briljant, dus een geslepen diamant van het zuiverste water, van één kraat in het jaar 1606 gemiddeld f262, in 1750 nog f97, in 1865 weer f217, in 1867 zelfs f254 en in 1878 na de ont dekking der diamantvelden van Zuid-Afrika f 105.60. Ruwe diamanten, die gedeeltelijk niet als sierstee- nsn, maar wel voor industrieele doeleinden geschikt zijn, waren in 1883 verkrijgbaar tegen een gemiddel den prijs van f14, in 1885 voor slechts f12, en 190o weer voor f23, om in 1920 zelfs tot f72 te stijgen. Als verreweg de grootste leverancier voor de edel steenmarkt leverde de Zuid-Afrikaansche Beers Company alleen tot 1927.een aandeel van meer dan 80 millioen karaat of 16000 K.G. edelsteenen tot een waarde van 15 k 13 mililoen gulden. De rijke diamantopbrengst van Transvaal wordt grootendeels geput uit de z.g. „Pipes", oftewel dia mantkraters. Dit zijn tot in het dipst van de aarde doorloopende kanalen of vulkaangangen van ronde, uvale of ook wel niervurmige doorsnede. Aan de aardoppervlakte zijn zij herkenbaar door slechts weinige meters hooge heuveltjes, ook wel „kopjes' genaamd. De grootste van deze „pipes" omvat aan de aard oppervlakte een ruimte van 12% hectaren en is on der den naam van Dutoits-pan bekend De diamant krater van de beroemde Kimberley groeve omspant slechts een oppervlakte van 4 H.A. en is toch bij verre nog niet de kleinste onder deze zeldzame vul kanische uitwassen. Zij zijn gevuld met een vullca- .nische rotssteen, „den blauwen grond" der diamant- wasschers. Deze blauwachtig-groen gekleurde aarde' nu is verbazend rijk aan diamanten, die volgens we tenschappelijke onderzoekingen onder ongeloofelij ken hoogen druk en bij buitengewoon hooge tempe ratuur uit het kolenstof van den daaraan zeer rij ken ijzerkern van onze planeet gevormd moeten zijn. Prijsopdrijving verijdeld. Het groote Zuid-Afrikaansche Diamantsyndicaat, dat de bewerking der „Pipes" daar te lande geheel in handen had, zou, zooals ook de bedoeling was, de prijzen sterk op hebben kunnen drijven wanneer niet i.d. laatste 15 jaar in 't district Lichtenberg (Trans vaal) en aan de beneden Oranjerivier zulke uitge strekte nieuwe diamantvelden ontdekt waren, het geen voor de regeering aanleiding werd om buiten het syndicaat om het winnen van edelsteenen vrij te geven, zij het ook met beperkt recht tot verkoop. De pogingen tot monopoliseering va n het ge noemde concern werden ook daardoor verijdeld, dat eveneens in den Belgischen Congo-staat en in het vroegere Duitsch-Afrika „Pipes" werden ontdekt. Al schijnen deze vindplaatsen, voor zoover zij tot op nu toe onderzocht zijn, niet zoo rijk aan diamanten te zijn als die in Zuid-Afrika, toch staan zij door de van jaar tot jaar toenemende opbrengsten de prijs opdrijvingen van het Zuid-Afrikaansche syndicaat in niet onaanzienlijke mate in den weg. Had het syndicaat in 1910 in de op ongeveer 6 millioen karaat berekende wereldopbrengst nog een deelname van 5300184 karaat, zoo liep dit aandeel in 1027 tot op 4708038 karaat terug. Uit het voormalige Duitsch- Zuidwest Afrika kwam nl. in 1927 ongeveer 500.000 karaat op de markt, uit de Congostaat 975000 karaat, uit de Portugeesche kolonie Angola 201000 karaat en uit het gebied der goudkusten in Midden- en West- Afrika 340.000 karaat. Arbeiders bezig met het wasschen van de diamanten. Een kijkje op den bodem van een diamantmijn* De vraag of het gelukken zal door inkrimping van de diamantopbrengst den prijs kunstmatig hoog te houden is niet te beantwoorden. In ieder geval is de eerlang zoo levendige vraag naar diamanten reeds sedert eenigen tijd zoo gering, dat de beroemde groote diamantslijperijen van Amsterdam zich ge noodzaakt zien hun bedrijf voor een gedeelte stop te zetten. (Nadruk verboden.) Een verzoek van den Alg. Ned. Zuivel- bond. Dezer dagen meldden wij reeds in een kort bericht, dat de Alg. Ned. Zuivelbond (F.N.Z.) aan den minis ter van Defensie het verzoek gericht heeft te willen bevorderen dat voortaan ten behoeve van leger en vloot boter in plaats van margarine worde verstrekt. De F.N.Z. laat daarbij de volgende overwegingen gelden: Het zal Uwe Excellentie niet ontgaan zijn, dat de afzet van de zuivelproducten, speciaal boter, steeds grooter moeilijkheden ondervindt. Vooral is dit het geval met het gedeelte onzer productie, dat afzet in het buitenland moet vinden. Hooge invoerrechten, gepaard gaande met een scherpe concurrentie der andere zuivelproduceerende landen, oefenen een zoo danig drulcenden invloed op de prijzen uit, dat de altijd nog hooge kosten van de productie niet meer door de opbrengst van de producten gedekt worden, zoodat de boer met verlies werkt. Het spreekt vanzelf, dat onder deze omstandighe den naar alle kanten wordt uitgezien om verbetering in den toes'tand te brengen en verruiming van den af zet mogelijk te maken. Hierbij richt zich uit den aard der zaak in de eerste plaats bet oog naar bet gebruik van meer boter in ons eigen land. De laatste jaren hebben per hoofd der bevolking een steeds toenemend gebruik van margarine en een afnemend of gelijkblijvend verbruik van boter te zien gegeven. Bij het groote prijsverschil tusschen beide artikelen was dit misschien begrijpelijk, hoewel wij van oordeel zijn dat er in een land als 't onze veel meer boter gegeten kon worden dan tot nog toe het geval is geweest. Het behoeft geen betoog, dat boter het gezondste en smakelijkste vetvoedsel is, dat er bestaat en dat het door zijn vitamine-rijkdom vooral voor jeugdige personen en hen, van wie veel spier arbeid verlangd wordt, een voedsel van booge waar de is. Voor de behoeften van leger en vloot worden jaar lijks vrij groote kwantums margarine aangekocht, en de aankoop van boter bepalat zich hierbij tot het proviand der schepen, welke lange reizen maken, waarvoor margarine niet voldoende houdbaar schijnt te zijn. Hoewel niet van overwegende beteekente, zou net voor de Nederlandsche zuivelbereiding toch van groot belang zijn, indien zij haar binnenlandsahe afzetgebied kon verruimen met de boterleverlngen, aan leger en vloot Bovendien zou met het gebruik van boter in plaats van margarine het belang van de manschappen gediend worden. De grootere uitgave, welke de verstrekking van boter !n plaats van margarine zou vorderen, zou naar onze opvatting rechtvaardiging vinden in het feit, dat men hermede de beschikking krijgt over een voedingsmiddel van zooveel hoo-gere waarde, maar bovenal in de ge zonde wijze .waarop onze regeering, daarmede den afzet van een echt Nederlandsch product zou helpen bevor deren, hetgeen in deze, voor de boeren zoo moeilijke tij den van meer dan materieele beteekenis. Wij verzoeken Uwe Excelentie derhalve beleefd doch dringend, te willen besluiten, dat voortaan voor de behoeften van leger en vloot uitsluitend boter in plaats van margarine zal worden aangekocht DE MOORD IN DE RUBROEKSTRAAT TE ROTTERDAM. Behandeling voor het Haagsche Gerechtshof. Vijf jaar gevangenisstraf geeischt De Procureur-Generaal bij het Haagsche Gerechtshof vorderde gister vernietiging van het vonnis der Rotter- d-amsohe rechtbank, waarbij de 40-jarige gewezen O.I. militair P.S. Is veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf door te brengen in een bijzondere strafgevangenis met ter beschikbaarstelling van de regeering wegens moord op zijn zoon en dochter in da Rubroekstraat te Rotter dam en opnieuw rechtdoende veroordeeling van den verdachte tot 5 jaar gevangenisstraf eveneens door te brengen in een bijzondere strafgevangenis en met ter beschikbaarstelling van de regeering. Noodlottig ongeluk op den onbewaakten overweg bü Vreeland. Gistermorgen ia de echtgenoote van den groentenkoop- man J. de Jong uit Abcoude op den onbewaaakten over weg te Vreeland door een uit de richting Utrecht ko mende locomotief gegrepen en gedood. De ongelukkige was moeder van vier kinderen. De chauffeur door de ruflen in een kamer terecht gekomen. Dinsdagmiddag is op den Waaldijk bij Yzendoorn een ernstig auto-ongeluk gebeurd. Een familie uit Kesteren had uit Tiel een auto ontboden, teneinde eenige fami lieleden naar Tiel over te brengen ter bijwoning van 'n familiefeest. Toen de ohauffeur op weg naar Kesteren op den hoogen Waaldijk bij Yzendoorn reed, slipte de auto en stortte van den dijk. De wagen kwam met een zwaren slag tegen een woning aan en bleef daar ernstig gehavend liggen. De chauffeur werd door de voorruit van de auto en door het venster van de woning gewor pen en kwam in de voorkamer terecht. Met een gebro ken pols, verschillende andere kwetsuren en in hevig overspannen toestand werd de man naar het ziekenhuis te Tiel overgebracht Door de gladheid van den weg. Dinsdagmorgen is op den Kerkweg te Waddlngxveen een 15-jarlge jongen door de gladheid van den weg met zijn fiets geslipt. Door een achter hem rijdenden auto, die niet tijdig kon stoppen, werd hij overreden. De jon gen waa op slag dood. Op den nieuwen rijksweg Hoornbrug-Delft zijn gister morgen tengevolge van de gladheid van den weg vier auto's met elkaar in botsing gekomen. Een boom werd omver gereden, en een der auto's werd ernstig bescha digd. Een andere auto, waarin vijf personen zaten, sloeg over den kop De inzittenden kwamen met eenige ontvel lingen en den schrik vrij. Op het tonrnool te Hastings gewonnen. De eerste prijs van het schaaktournooi te I-Iastings is gewonnen door onzen Nederlandschen schaak kampioen, die èn Capablanca èn Sultan Khan achter zich laat. Hij heeft nu 7 punten uit 9 partijen. Capa blanca kan, door van miss Mcnchik te winnen, hoog stens 6% pt. verzamelen, evenals Sultan Khan, die in deze laatste ronde tegen Tylor speelt. Wel merkwaardig is, dat dr. Euwe's eenige volle verliespunt in dit tournooi geleden is tegen de eeni ge dame, die er aan deelneemt, de Russische miss Menchik. als men zich het klateren herinnert van de rivier tjes, die buitelend door de diepe ravijnen de berg helling kwamen afrollen, als men zich het druk be weeg in dit deel van Java's Tuin kan voorstellen, dan realiseert men zich welk een ramp, welk een noocHot, zich in weinige uren tijds hier heeft voltrok ken. Het vriendelijke landschap is een woestenij ge worden, de sierlijke amphitheater-bruw van de sa- wahs is geëgaliseerd door modderregen en flank van laharstroom, het groen is schuil gegaan onder de troostelooze grauwheid van asch en zand, de men schep zijn verdwenen: velen liggen onder de gloeien de laharstroomen, velen vonden een plokje in haas tig gedolven gemeenschappelijk graf, velen ook gelukkig! vonden redding in snelle vlucht. Geweldig van omvang is deze ramp, geweldig ook in de consequentie waarmee zij zich voltrok. Schrik- kelijker beeld dan op dien helderen dag van de groote eruptie kan men zich nauwelijks denken. De laharstroomen, in aanraking komend met regen water, sisten en kolkten, een lar.ge vuurtong kron kelde uit den krater, grauwe boomgroepen bogen de kruinen over doode desa's. Een klein stukje weg naar beneden, naar de redding: dertig lichamen van mannen, vrouwen en kinderen, neergesmakt met handen voor het gelaat, inwendig verschroeid door de heete lucht. Eon desa-woning: vijf kinderlijk jes, omvaand door de onmachtige armen van een moeder, wier laatste gedachte voor haar kinderen was. Een beestenstal: met het vlijmscherpe gras mes in de hand ligt cr het ontzielde lichaam van den fani, die zijn beesten wilde komen lossnijden, doch faalde en den dood vond vlak bij zijn karbouwen, wier taaie leven zich niet uitblusschen laat door verbrande pooien,, geschroeide huid en van dorst schuimende bekken. Een openstaande deur geeft een kijkje in een groote desawoning: twee oudjes, een man in de kracht van zijn leven en drie kinderen in krampachtige houding verstard en in den hoek van de kamer het lijk van de moeder, gek geworden door de marteling van eenigoverlevende te zijn en daardoor onweerstaanbaar gedrongen tot zelfmoord. Onbeschrijfelijk is de ellende, is de felle hevigheid, van wat dien dag te zien was. In een korte spanne tijds verstomde hier het leven, in weinige minuten veranderde het landschap in een doodenvallei. Gru welijk zijn de verhalen, die de gevluchten vertellen. Want zij weten wel niet hoe die vel'e honderden stier ven, doch zij hebben gezien hoe de enkelingen, ja de tientallen neervielen tijdens de vlucht en niet meer opstonden. E-n vader draagt een kind in de slen dang, neem'. oe anderen aan de hand; de slendang vat vlam d de hitte, de man maakt het in zijn verbijstering los en het kind valt reddeloos verloren in de heete asch. En radeloos is de vader, die twee kinderen redden mocht, doch die zich de moorde naar van zijn jongste kind voeltZoo zijn er tien tallen gevallen, die de geredden meedragen in hun herinnering als een bangen last en schuw zien zij op, als een enkele krankzinnig geworden vrouw de tot verdwazing geworden smart uitgilt. Zelf zwij gen zij» want er is een leed dat zich niet uitzeggen laat en dat langzaam, heel langzaam, sterven moet als het heden lang reeds verleden zal zijn geworden. Ontroerend ook waren de tafereeltjes, die men een vijftal dagen na de groote uitbarsting kon meema ken. In de vrijwel geheel verwoeste desa Gedjoekan zijn de militairen bezig de laatste lijken te begraven of, indien dat. niet meer mogelijk is, door vuur on schadelijk te maken. Zij dragen een soort van ver band, gedrenkt in desinfecteerende stof, voor neus en mond, want de lucht is soms niet te harden en kan gevaar opleveren voor hen, die dezen droevigen arbeid moeten verrichten. Op het pad, een paar hon derd meter van den desa-rand, verschijnen twee Ja- vaansche figuren, hurken n eer.Zij hebben allebei een grasmea in le hand en ach, het is hier alles zand en asch en grauwheid die men zietMaar de macht der gewoonte, de gedachte, aan hot verloren vee, dat vroeger toch altijd om dezen tijd zijn voer moest hebben, dat verklaart het meedragen van de arit. Stil hurken zij. En antwoorden op de vraag, waar zij thuis horen, met een gebaar en eon kort woorden: ginds, in de desa Gedjoekan. Wat komen zij doen? Niets. Zij komen maar eens kijken, want hier was hun sawah. „Hier" ik loop twintig stappen heen en twintig terug over den lahar, die er nu al vijf da gen ligt, en door de dikke zolen van mijn bergschoe nen dringt de hitte van dit eruptie-zand heen „Hier is mijn sawah" Door deze tafereeltjes en droeve voorbeelden laat zich de natuurramp het best typeeren. Zij is zoo hui veringwekkend volledig in haar vernielingswerk, en tegelijkertijd zoo grillig in de keus van haar slacht offers. Men loopt door de woestenij en vindt in een onafzienbare vlakte van zand en modder vier, vijf kweekbedden met bibit in die prachtige kleur van jong groen, dio de kleine padi-plant kenmerkt. Wie beschermde deze kweekbedden met materiaal voor het uitplanten en wie vernielde cle sawahs waarop de jonge padi plantje voor plantje zou moeten worden uitgezet? De natuur is grillig en zij grijpt wreed weg aan den eene kant, wat zij aan den anderen kant ongerept laat staan. Is het niet grillig dat de desa van kiahi Mcrapï, Balong, tezamen met Klam- pean gespaard bleef? Dat de lavastroom vrijwel recht op Balong aankwam, doch op een enkele kilometer afstand zich omboog naar links en rechts, om in Gedjoekan, Wates cn Podjok de slachtoffers te zoe ken, die zen van Balong en Klampean niet wcnsch- te? Tot zoover de correspondentie in de N.R.Crt. Uit een brief in het „Bat. Nwbl." van den 24sten Dec., is hieronder nog het volgende weergegeven: Een bange tocht. De lucht is dreigend en er valt al regen. Men ont raadt ons den tocht naar boven, want een gewel dige bui is op til, cn er valt met den regen zooveel modder van de boomen, dat we ons pakean wel kunnen afschrijven. Maar er is geen keus. Willen wij don tocht maken, dan moeten we op weg, om weer voor het donker terug te zijn. Het is zeven kilometer voor we hot ravijn bereiken, en daarvan kunnen wij, naar het getuigenis van een der officie ren, er drie met de auto afleggen. De rest loopen. Eén van de lieden die zich bij ons aansloot het zijn er twee heeft zich voor het laatste als vrijwilliger gemeld. Hij is enthousiast over de kans op avontuur, welke den journalist geboden wordt en wil ook bij de krant. Geen mensch ontmoeten we, de mannen en vrou wen die het rijke landschap zoo schilderachtig stof- fceren, zijn weggetrokken, de aarde schijnt plotse ling ontvolkt, als in Het Verstoorde Mierennest, Geen karbouw, geen sapi op den weg of op het land. De rijstvelden staan prachtig, maar er loopen geen inlanders over de smalle paden die zo scheiden. Zelfs de roep van oen vogel wordt niet gehoord. Tal van van onbewoonde desa's passecren we, die met deze droeve entourage en onder de loodgrijze lucht een meer dan triesten indruk maken. De bui blijft uit. De atmosfeer is drukkend, en wanneer af en toe do wind over ons waait, brengt hij de verstik kende zwaveldamp meo; de adem van den dood. Links van ons ligt het groote ravijn waaruit deze dampen bij slierten opstijgen; witte wolken tegen den donkeren hemel. Het loopen wordt moeilijk in deze adembeklemmende atmosfeer en we besluiten om een droge sawah over te steken, links van ons, teneinde het ravijn vlugger tc bereiken. Al spoedig blijkt dat het plan makkelijker opge worpen dan uitgevoerd is, want diepe, met water gevulde geulen moeten overgesprongen worden en de kanten zijn verraderlijk glad. Tenslotte belanden we op het kerkhof, dat ligt aan den rand van een ravijn, een weelde van sawahs, nog feestelijk in het groen. Vlak daarachter is de bedreiging van den vul kaan, die het diepere ravijn van den Blonkeng al voor een deel met de verzengende lahar heeft ge vuld. Daar is alles zwart en geschroeid, de verkoolde stammen van enkele boomen steken klagelijk uit dit veld van verschrikking omhoog. Eén van ons waagt den tocht over de smalle sawahpaden met door den regen gladgemaakte randen naar dit verlaten en ge teisterde oord, maar de anderen gaan terug, om langs veiliger pad te trachten het ravijn te berei ken. Zoo komen we op den weg naar Maron terug, en klimmen naar boven. Er loopt een haan over den weg en op een groen veldje staan drie sapi's die ons met verwonderde oogen nastaren. Uit een desa komt ons zelfs het nijdige geblaf van een hond tegemoet, een beest dat daar vastgebonden ligt misschien en tot den hongerdood veroordeeld is, evenals al het vee dat in de stallen staat en al dagen op voedsel wacht, langzaam verhongert. De soldaten hebben er wat los gesneden, maar er was geen beginnen aan. We gaan een desa binnen. Al les wijst op een overhaaste vlucht. De deuren wij ken open, we zien sarongs hangen en theegerei op een tafel staan. De angst is de menschen waarschijn- Iijk in het bloed geslagen, zij hebben het allernoodza kelijkste genomen en zijn gevlucht. Het is unheimsch, deze verlatenheid. Onze vriend die zoo graag bij de krant wilde en ons het avontuur benijdde is stil geworden. Op een gegeven oogenblik zien we rechts en links van ons de damp van de lahar opstijgen en het ademen wordt voortduren! moeilijker. Dan verklaart de op avontuur beluste, dat hij te rug wil. Na kort beraad besluiten we met hem mee te gaan. want er blijft toch altijd de kans dat we op een oogenblik worden ingesloten zonder het te weten. En terwijl yée nog delibereeren hooren we plotseling eon waarschuwend geluid, het donderend gebrul van laharstroomen, rechts van ons. We trachten over het riet aan den kant van den weg heen te kijken naar de toppen van de boomen rechts van ons. Er brandt nog niets, het gevaar lijkt niet zoo groot. De kleine rivieren in het dal zijn ook niet gaan bandjirren, zooals onze vriend vreesde. Slechts de donkere dreiging achter ons blijft. Maar tenslotte bereiken we de auto veilig. Toch is er in dien tusschentijd iets gebeurd waar van we boven geen A'nnung hadden, want bij de wo ning van den assistont-wedana komen we een troep je soldaten tegen, gepakt en gezakt en één der offi cieren snelt ons tegemoet met uitgestrekten arm, roepend: Vlucht!, de lahar komt dwars op ons aan. Wanneer U zich niet haast wordt U ingesloten. Men heeft zich ernstig ongerust over ons gemaakt De kapitein heeft besloten het kwartier te ontrui-, men om zijn compagnie niet aan het gevaar bloot te stellen. De twee gewonden zijn opgeladen, de rust is in de heftigste onrust verkeerd. Men wacht nog op enkele manschappen die ter waarneming zijn uit- I gezonden tegelijk om gewonden te halen en op een officier die is weg gegaan om poolshoogte te nemen. De tijd verstrijkt en niemand komt terug.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 7