ONZE FLUWEELEN JAPONNEN. i r t i V er 7. Een zeer gekleed doch hoogst een voudig ensemble voor een jong meisje. De rok var zwart zijden fluweel is van onde ren in vorm gesneden. De hemdblouse is van roomkleurige kant met een cein tuur van zwart fluweel. Onder deze cein tuur vormt de blouse een kleine „basque", de korte mouwen zijn in vorm gesneden. Zwart fluweel 2 M. van 1 M. breedte. Roomkleurige kant1.50 M. van 60 c.M. 8. Een origineele jurk voor een klein meisje, uitgevoerd in rood mousseline flu weel. De groote kraag is van Venetiaan- sche kant. Het bovenlijf is- plat, met bal lonmouwtjes, de rok is in vorm gesneden. Benoodigd 1.75 M. van 1 M. breedte. (8 jaren). 9. Een jongemeisjesmanteltje van ma rineblauw fluweel. Van onder is de man tel eenigszins in vorm gesneden. Een breede ceintuur met grooten gesp zorgt S ERAPfJ voor de sluiting. Een daskraag van konij nenbont ter garneering. Benoodigd 1.75 M. van 1 M. breedte. ((8 jaren). 10. Mantel van tabakskleurig fluweel, aan een der zijkanten gekruist en met een zeer mooi „in vorm" snit van onderen. De kraag is gemaakt van twee gekruiste bun- sings. Benoodigd 4.50 M. van 1 M. breedte. HOE MOET MEN ZELF EEN PATROON KNIPPEN? M /z /jt 1 HET KLOKSTUK. Knip de klokstukken uit het patroon dat we de vorige week geteekend hebben. Leg de 2 klokstukken met de zijnaden tegen elkaai en verdeel dan het geheele klokstuk gelijk U op de teekening kunt zien. Zet als U de klokken uit gaat leggen eerst een middellijn en omdat we op het midden een klok willen hebben leggen we aan weerszijden van het midden de halve klok uit. Verder kunt u het klokstuk vol gens teekening teekenen. NUTTIGE WENKEN. Kreuken en vouwen in rekbare weefsels. Een practische manier om rekbare klee- dingstukken (van gebreide wol, zijden tri cot e.d.) weg te bergen zonder dat ze kreuken, is, deze artikelen op te vouwen en neer te leggen. Een andere methode is om speciale hangers te gebruiken voor het wegbergen van zijden tricot en gebreid wollen kleedingstukken. Men neemt daarvoor een stok of latje, ongeveer 50 cll. lang en overtrekt die ruim met een strook dunne stof, die met een hoofdje wordt ingehaald. Dan maakt men een dubbel Ingehaald strookje, onge veer 1 y, maal zoo lang, bevestigt dit aan beide uiteinden van den stok en naait in het midden een ring omhem op te han gen. De kleedingstukken vouwt men glad qp en hangt ze zoo over den stok. Op deze manier worden niet alleen kreukels, vou wen en uitgerekte plekken vermeden, maar veelal verdwijnen zelfs de kreuken, die door het dragen waren ontstaan. Gummi-Artikelen. Over de moeilijke quaestie, op welke manier men gummi-artikelen moet bewa ren, vertelt het Tijdschrift voor Ziekenver pleging „Vroeger gebruikte men voor de bewa ring van gummi-artikelen, trommels of kasten met doorboorde onderlagen en een schotel water, petroleum of benzine. Maar desondanks vond men dikwijls de gummi- artikelen bedorven, hard geworden, gebar sten of verweekt door de benzoldampen Dit kwam daardoor, omdat deze methode wel goed kan zijn voor sommige gum mi-artikelen, maar niet voor alle Niet alle gummi-artikelen worden van eenzelfde soort gummi-deeg gehaakt en voor som mige is deze bewaringsmethode hoogst verderfelijk. Daar men de inwendige samenstelling niet kent en van buiten niet kan zien, of deze méthode goed of juist verkeerd zal werken, dient men ze dus te verlaten en te zoeken naar een, die te al len tijde goed is. Een altijd goede methode is de volgende: Berg de goederen op in een luchtige kast, die van binnen donker is en waarin een constante, min of meer vochtige tem peratuur heerscht van pl.m. 4 graden Cel- cius boven nul. De kast moet geventileerd worden. Is zij dus verdeeld in afdeelingen, dan moeten de tusschenschotten ventilatie-reten of gaten hebben. De voordeuren of de zij wanden rechts en links moeten eveneens zoodanige ventilatie-ruimten hebben, dat daardoor wel de lucht, maar geen licht ct ongedierte (muizen, torren, enz.) kun nen passeeren. Men brenge dus van onde ren en van boven schuine ventilatiereten aaii door muskietengaas afgesloten. Deze kasten worden, met het oog op de vereischte temperatuur en den vochtig heidsgraad. het gemakkelijkst aangebracht in goede, betrekkelijkerwijze droge en vooral niet muffe kelders. De goederen moeten los en ruim liggen, niet te veel boven elkaar. Slangen bij voorkeur over sectoren-slangdragers. Men mag de goederen niet dubbel vouwen. Alle drie maanden ziet men de kasten na, legge alles er uit en er weer in. Het is.daarbij aan te bevelen, de handen in te wrijven met een paai druppels glycerine en met de aldus geprepareerde handen de goederen af te wrijven. Hospitaaldoek moet om stokken gerold bewaard worden. Alle drie maanden rolt mer ze af, maakt den stok schoon en rolt 't doek er weer voorzichtig en stijf om, zoodat er geen plooien in ontstaan. Het is het gemakkelijkst een dubbel stel stokken te hebben en de stokken driemaandelijks af te boenen en op zolder te drogen. Men heeft dan dadelijk droge stokken bij de hand bij de eerstvolgende wisseling. Hos pitaaldoek dat vlekkerig blijkt te zijn, werdt aan beide zijde-» met lauw zeepsop afgewasschen en gedroogd. Dit drogen ge schiede niet in de zon en niet bij een kachel of ander verwarmingstoestel, maar in een droge schuur of ondei een bescha duwd afdak. Eerst al 't doek droog is, mag 't weer opgerold worden." HAAR NECROLOGIE. (Naar het Duitsch, van Victor Hahn.) Reeds negen maanden was ze ziek. Het eerst had het groote publiek van haar ziekte gehoord door een plotselinge voorstellings verandering. Daarna deelden de couranten in een kort bericht mee, dat de kleine Karin, waarschijnlijk tengevolge van een verkoud heid, sinds eenige dagen het bed hield. Het was te voorzien, dat zij spoedig herstellen zou. Maar het werd niet beter. Het ging met Karin zooals het met veel zieken gaat. In den bee was haar ziekte het gesprek van den dör n hoorde eiken dag aan haar deur, maa. oen men steeds hetzelfde hoorde, begon het den bewonde raars ie vervelen en werd de belangstelling steeds minder, en spoedig was Karin ver geten. Maar niet door allen; door den ouden Martin zeker nietDe oude Martin was een mannetje, nauwelijks vier voet hoog, dat gewoonlijk naar slechte tabak rook, maar met een goed, vroom hart. Ook in zijn verhouding tot Karin had zijn goed hart gesproken. Martin was de souffleur van het tooneel, waarop Karin de eerste lau weren geoogst had en toen zij eens van een op het tooneel geworpen ruiker een bloem nam en deze in het souffleurshokje liet vallen, drukte de oude Martin de witte anjer aan de lippen en weende die oude, ver geten, in het kastje verstopte Martin Maar intusschen werd het jonge zange resje bestookt door een vijand. En welk een! Met welk een wreedheid doorwoelde hij Karin's borst, eiken dag heviger En de oude man, die, toen Karin nog in volle glorie stond niet den moed had, zich bij haar te voegen, zat nu urenlang in de ziekenkamer en ver richtte alle kleine liefdediensten, die een vader zijn kind kan geven. Vroeger had Martin nooit geweten, dat hij zoo'n praattalent had Maar nu vertelde hij haar honderd uit van het tooneel, waar zij zoo lang niet geweest was, en waar haar hart steeds naar uitging, dat hartje, dat hoe lan ger hoe zwakker ging kloppen. Maar van één moest Martin altijd vertel len: van Alfred. De eerste maal had zij hem op een benefice-avond achter de coulissen gesproken. Hij was redacteur aan een cou rant en een der knapste, maar ook meest gevreesde critici der stad. Alfred had zich in de pauze aan de jonge kunstenares doen voorstellen en haar op vleiende wijze zijn hulde gebracht. De jongelui bevielen elkaar en Karin offerde den jongen man al de liefde die haar rijk, jong hart kon geven. In den zomer, aan het eind van een bij zonder druk speelseizoen, was Karin gaan sukkelen. Alfred had van jongsaf een on- overwinnelijken afkeer van zieke en bleeke menschen, en zijn bezoeken werden steeds minder. Nu was hij bijna drie maanden weggebleven. Eerst had zij er om geweend? hartstochtelijk om geschreid, nu was ze kalm en gelaten - stervend geëindigd, zonder klank was nu voor haar het hooge lied der Liefde. En weer vroeg ze naar Alfred. Wanneer had Martin hem het laatst gezien Gisteren? Waar? In het koffiehuis.... En zag hij er nog altijd zoo knap uit? (Martin had hem nooit knap gevonden.) Met wien had hij gepraat? En.... „of hij ook nog wel eens aan de kleine Karin dacht?" „Ja, hij sprak van je." „Ach, dat wist ik wel Zal hij weer hier kómen?" „Daarvan zei hij niets." „Waarvan dan?" „Vraag het me niet, Karin." „Waarom niet hij sprak toch geen kwaad van me? Toe, vertel het me, wat heeft hij gezegd?" „Plaag me niet, kind." „Plaag jij me liever niet. Kom, maak me niet ellendiger, wat zei hij?" „Nu, als je het dan toch weten wilt, hij vertelde eigenlijk niets, maar...." „Maar?" „Hij las iets voor „Wat las hij voor, wat?" „Hij las...." „Nu?" „Je necrologie De oude had de laatste woorden gefluis terd, maar Karin, wier oogen onafgewend op hem rustten, had hem begrepen. In de ziekenkamer was het stil geworden. Slechts de stofjes dansten maar voort en sprongen op en neer het rose zijden overdek, dat de borst der kranke bedekte. Martin had de oogen neergeslagen. Hij waagde het nauwelijks op te zien. Daar voelde hij een zachte hand op zijn arm. Hij keek op en zag, hoe Karin glimlachte. „Wiit ge me een genoegen doen, Martin!" „O, Karin!" „Ga naar Alfred en zeg, dat hij dadelijk komen moet." ..Ja „En dat hij dadelijk moet komen als hij mij nog wil spreken „Kindje...." „En dat hij moet meebrengen...." ",Wat? „Nu ja, waarover je het juist had, Martin, mijn necrologie." „Wat?'" „Ja Martin, in mijn laatste uren ben ik nog ij del Ga hem vragen, of hij mij haar voor wil lezen Zeg, dat ik dit van hem vraag als laatsten dienst." Een uur later zat Alfred voor Karin's bed, ln het. kleine kamertje, dat hij sinds maan den niet betreden had. En opeens werd het hem klaar dat zijn hart. dat méénde Karin, te kunnen vergeten, zóó luid en storma» klopte als hij niet gedacht had. En» hartebloed had hij willen geven om weer gezond te zien. Als een witte roos lag zij op het ku even zscht kleurend toen ze vroeg: „Bei zóó druk geweest met je werk? Mijn ne logie heb je al beëindigd?.Ik ben niei gierig, Alfred - Je las me vroeger altij werk voor - doe het nu ook...." „Maar Karin „Vervul mijn wensch en lees mij vi wat je van mij schreef En Alfred las Hij had niet den haar aan te zien en hij, meester kunst der taalwending, haperdeteil telkens weerMaar, terwijl zijn op het schrift gevestigd bleven, Karin's wangen bleeker en bleeker gewoi en lag ze nu stil roerloos in een boi aardsche rust Hij liet het manuscript zinken en met betraande oogen naar Karin „God!" De laatste stralen der zon verlichtten vertrek en het bed, waar zij lag uitgestn met een lach op het kinderlijk gezicht, waar een man begreep, dat hij iets 1 liefs verloren had RECEPTEN KAASGERECHTEN. Zoowel voor de lunch (in den vorm een warm extraatje) als voor het midd maal (in groentesausen, in vóórgerech in tusschenschotsls) kunnen we met verschillende kaas-variaties succes 1 ben; en daar kaas eigenlijk toch beh( tot onze meest Hollandsche produc bestaat er geen enkele reden, waarom niet een poging zouden doen, om er m plezier van te beleven dan alleen in vorm van „een plakje op den boterha Lunchschoteltje van eieren met kaas (4 personen). Benoodigd 4 eieren, 1 middelmatige; 40 Gr. geraspte kaas, 30 Gr. (1 y2 af streken eetlepel) boter, eenige druppels Maggi's Aroma. Laat in een plat vuurvast schoteltje) boter smelten, voeg er de zeer fijngehi ui bij en laat die in de boter lichtbruin worden. Strooi er dan van de geraspte kaas over en laat d; de eieren vallen (vooral zóó, dat de do< onbeschadigd blijven). Strooi de ovei houden kaas op de eieren en zet schoteltje lil den oven tot het wit vaaj eieren gestold is. Druppel vóór bet opi nen een ietsje Maggi's Aroma over eieren. 10 telt je j iijngehai zachj de h| Warme kaassandwiches. (4 personen). Benoodigd 8 dunne sneedjes oud brt (bij voorkeur z.g. casino-brood), c. 75 Gr. kaas (n.1. 4 niet te dunne plakjes, elk ter grootte van een sneedje casino-brood), c.a. 50 Gr. y2 ons) boter. Beleg 4 sneedjes brood met een prei erop passend plakje kaas, druppel da over een ietsje Maggi's Aroma, bedek sneedje met een onbelegd, snijd rond de korstjes van eiken sandwich weg verdeel dan de 4 groote sandwiches 8 kleinere. Bak in de koekenpan met de heete boi de sandwiches aan weerskanten goi bruin; let er vooral op, dat bij 't eerste o keeren de sneedjes niet van elkaar sch ven; daarna is voor verschuiven geen vaar, omdat de gesmolten kaas het bri stevig aan elkaar plakt. Stapel de boterhammetjes netjes op schaaltje, dat eerst met een vingerdoe is bedekt; presenteer ze als voorgere (na de soep) of als lunchgerecht. Sinaasappelschoteltjc. Benoodigd 4 Sinaasappelen, rt 100 suiker, y3 L. melk, 25 Gr. maizena, 3 eieren, lepel suiker. BereidingDe sinaasapelen schil) aan schijven snijden de pitten er nemen, bestrooien met 100 Gr. suiker hierin laten staan tot de suiker opgei is. De dooiers kloppen met een lepel sui en iets zout, de met een beetje koude m aangemengde maizena toevoegen en roerende gieten bij de kokende mf even laten doorkoken. De saus over vruchten gieten, het eiwit stijf kloppen een weinig poedersuiker er door roei over de vla strijken en in den oven lic bruin laten worden. Het schoteltje wordt zoowel koud warm gegeten, en smaakt ook zeer g( met schijfjes ananas, abrikozen of ziken onder in. ONZE PATRONEN. Patronen van de modellen van man en kinderjurken zijn verkrijgbaar bij mode-redactrice Mejuffr L Berendes, 1 Vlaetsuyckerstraat 96. Den Haag. De patronen voor dames kosten f 1| die voor kinderen f ü.80 Het duurt on veer 10 dagen alvorens ze in het f komen van degenen die patronen aanvrat Aan de lezeressen die een patroon bes en wordt beleefd verzocht bij de aantf bet verschuldigde bedrag in te sluiten, voorkoming van administratiekosten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 20