In het land der Koerden. "■"Abdijsiroop litaaksmuwinc^ i i heeren-bam Binnenlandsch Nieuws. Steunt de Nederlandsche industrie. 2%e TLut- POSTER*® J[ RugpijnNierenPillen Jeugdige dieven. De man die bankbiljetten verdubbalen kon, Bestrijdt tock die Bronchitis! Wethouder te Leiden door een werklooze mishandeld. De ramp op Midden-Java. Gevallen van doodende mist in vroeger dagen. Minister Ruys wendt zich tot de gemeente besturen. Werkverschaffing en werkver ruiming. De Minister van Binnenlandsche /aken en Land bouw heeft aan de gemeentebesturen een circulaire gezonden, waarin voor bet volgende de bijzondere aandacht van die besturen wordt gevraagd. Tengevolge van de buitengewone omstandigheden wat het. economisc he leven betreft, doet zich meer en meer de noodzakelijkheid gevoelen, dat nog moer dan tot dusverre, gelet op andere er bij betrokken be langen, wordt besloten zooveel mogelijk opdrachten, welke <le overheid heeft te verstrekken, aan dc Ne derlandsche nijverheid ten deel te doen vallen. De Minister acht het in dit verband wcnschclïjk, naast het vorenstaande, met nadruk dc aandacht der gemeentebesturen te vestigen op bet groote belang, dat zal worden gediend, indien in deze moeilijke tij den niet alleen zoo weinig mogelijk tot ontslag van personeel wordt overgegaan, doch daarnaast beproefd wordt, zooveel mogelijk arbeidsgelegenheid te vindon, opdat meer werknemers te werk gesteld kunnen wor den. Tevens verdient bet ten zeerste aanbeveling, dal, alvorens tot bet plaatsen van orders in bet buitenland wordt overgegaan, de Rijkscommissie voor Werkver ruiming in de gelegenheid wordt gesteld haar gevoe len ter zake te doen kennen. De Minister stelt het op hoogen prijs indien de ge meentebesturen, met het bovenstaande, waarvoor reeds in bei algemeen bij meer dan een gelegenheid de belangstelling van die besturen door den Minister werd gevraagd, zooveel mogelijk rekening zouden wil len houden. SPRING NIET UIT EEN RIJDENDE TRAM. Doodelijk ongeluk op den Wolfaertsbocht te Rotterdam. I Iloe gevaarlijk liet is, uit een rijdende tram te springen, is dezer dagen weer eens gebleken. Ondanks de waarschuwing van den conducteur, sprong de (U-jarige .1. v. d. W. te Rotterdam, op de Wolfaertsbocht uit de tram. Hij werd tegen den grond geslingerd en bekwam een ernstige schedelbreuk. Per iiuto van den G. G. 1). werd hij naar het ziekenhuis aan den Coolsingel gebracht en daar opgenomen. Hij is echter kort na aankomst aan de bekomen verwon dingen overleden. Als uw rug, leden en spieren pijn doen: als gij u prikkelbaar, vermoeid en zenuwachtig voelt; als de urine bewolkt is of pijnlijk, kunnen uw nieren ver zwakt zijn. Misschien door een gevatte koude, over matig werk of zorgen, doch wat ook de oorzaak zijn moge, de verzwakte nieren moeten versterkt worden. Beproef Foster's Rugpijn Nieren Pillen, het sedert jaren bekende middel. Als de nieren traag worden en het bloed niet meer geregeld filtreeren, blijven urinezuur en andere on zuiverheden in het bloed achter. En deze schadelijke stoffen kunnen ischias, spit, rheumatiek, waterzucht, Maagaandoeningen en niergruis veroorzaken. Vraag het aan uw eigen kennissen en hoör hoe zij Poster s Pillen prijzen. Bij alle drogisten enz. 1.75 p. flacon. Die twee beruchte marktdiefjes bleken te zijn. De vorige week Dinsdag is ten nadeele van den kaasboer B. op de markt aan den Goudschcn Singel te Rotterdam een bedrag van f30 van zijn kraam ge stolen. B. meende, dat dc politic deze zaak wel niet tot klaarheid zou kunnen brengen en deed daarom maar geen aangifte. Eenige uren na don diefstal viel liet een politie agent in Den Haag op, dat twee jongens van een jaar of 14 buitengewoon royaal deden en hij vroeg bun, hoe zij daartoe in staat waren. De jongens hadden geld bij zich, ruim f25, maar hoe zij daar precies aan kwamen, konden zij niet vertellen. Dc agent nam de jongens mee naar een bureau, waar een verder onder zoek werd ingesteld. Maar aangezien nergens een aangifte van diefstal was te vinden, die op deze aan houding zou kunnen passen, moest men dc jongens wel laten gaan. Het geval kwam echter in een plaat selijk blad, werd gelezen door een marktkoopman, die zijn stalletje heeft naast de kraam van den Maas- boor, en j.1. Dinsdag feliciteerde de lezer zijn buurman dat het geld terecht was gekomen. Deze gelukwensch was voorbarig, maar B. deed nu toch aangifte van den diefstal. De Rotterdarnschc politie waarschuwde de Jlaagsche, en de beide jongens, twee beruchte marktdiefjes, zijn opnieuw opgepakt. FEESTGASTEN. EEN VROUW AAN HET WERK. HET KERSTFEEST IN DE HUT. (Van onzen reizenden correspondent.) FEVZIPASJA, 27 December. EEN morgen vóór Kerstmis verschenen onze nieuwe medebewoners, de Hongaar, klein, stevig, gezond, ongeveer zestig jaar, en zijn vrouw, veertigjarig, blozend, opgewekt. Ze kwamen met twee ezels, waarop ze zaten, en een ka ïncel met de bagage, onder geleide van een Turk. De zon scheen en bet was warm, zóó warm, dat men geen jus noodig had en gerust in de buitenlucht kon zitten, en niets deed aan Kerstmis denken. De Hongaar en zijn vrouw, hij goed bewapend, kwamen van veertig kilometer ver, ergens van den spoorweg in aanlog. Ze hadden wel met een werk- trein kunnen komen, doch dan hadden ze eerst hun bagage moeten opladen om baar naar den spoorweg te brengen, dan moeten overladen, dan te Fevzipasja weder moeten overladen op de ruggen van paardjes, ezels of kaïncelen, en daarom waren ze liever direct met lastdieren gekomen. En veel bagage brachten ze mede: een lied, matras sen, dekens, een tafel, een paar stoelen, korven met kippen en oen haan en dan een grooten, sterken hond, die liegroep wat er gebeurde en de hut en ons aan dachtig begon te besnuffelen, om de lucht in zijn ge heugen te prenten. De Hongaar en zijn vrouw gingen aan den arbeid. Het oeno bokje werd keuken. Er werden mangalen (houtskooleomforen) neergezet, keurig in een rij. Een klein tafeltje kwam er. Dan kreeg liet andere hokje een beurt. Het bed werd er geplaatst en men zag spoe dig de wonderen van een vrouwenhand. Met een paar sjaals, een groote papieren waaier, een paar platen en portretten, werd er huiselijkheid gebracht. Toen de deur een oogenblik openstond, zag ik het en mijn Tsjechische kameraad kwam even later bij me en vroeg: „Heb je het gezien? Het hokje is oen kamertje gi worden. En ze hebben een sprei op bed. Man, een sprei!" Verwondering, verbazing, verrukking waren .er in zijn ópen, eerlijke oogen. „Feest is hot, feest en menscluMi zijn er, mcnschcn", ging hij verder en men moet heel lang eenzaam hebben geleefd om deze woorden zóó uit te kunnen spreken. „lhi weet je, kippensoep krijgen we vanavond. We behoeven niet zelf wat te koken of niet te eten»in het Perzische restaurant bij het station." Toen kwam een Koerd en bracht een kleinen den nenboom en daarna verscheen de andere Hongaar, een jonge man, die ook het feest mede zou vieren. Hij woonde in oen tent, een paar kilometer ver. „Haal je bed bier", zeide Rudolf de Tsjech. „Er is bij ons nog plaats voor. Dan blijf je de feestdagen hier sla pen'De Hongaar ging weg en kwam na een uur terug met een ezel, waarop al zijn hebben en houden was geladen. Daarna zaagde en hamerde hij een voet stuk voor den Kerstboom, dien wij met zilverpapier versierden. Die avond werd een vreemd, ontroerend feest. Wc aten kippensoep, dan kippebout met rijst en tenslotte heerlijke gebakjes, door de vrouw naar Hongaarsch recept bereid. We dronken wijn en de Hongaar had zelf gebrouwen likeur medegebracht. In den hoek, in schemer, stond de Kerstboom, maar zonder lichtjes, want die hadden we te Fevzipasja niet kunnen koo- pen. „Mijn gramophone is kapot", zeide de Tsjech. „Wij moeten zelf zingen." En we zongen. Eerst de Hongaar, dan de Tsjech, Slavische liederen, tenslotte ik uit „Valerius". Wc dronken koffie met likeur en daarna weder wijn en we vertelden. Allen hadden wc veel gereisd, veel mede gemaakt en zwervers, eenmaal bij elkan der, hebben weinig te verbergen, zijn als oude beken den. Verhalen gingen er rond van brand in de step pen, van gevechten in de Karpathcn, van schipbreuk, ergens ver weg. We vertelden van leed en vreugde, van honger en koude, van uitgelaten pret en van een zaamheid. Dan kwam het gesprok op onze jeugd, op het vader land. Do Hongaren verhaalden van de poesta's, van half wilde paarden; de vrouw, een Slovcnc, sprak over de wijnoogsten in haar vriendelijk land; Rudolf, de Tsjech, vertelde van de stad, waar hij was opge groeid, Praag. „Kon schooner stad beslaat er niet op de wereld", zeide hij. Eensklaps stelde men mij de vraag: „Maar waarom heet Holland eigenlijk Nederland". En ik vertelde van de lage landen, van duinen, van sterke dijken; van de zee, die aanstormt tegen het werk van men- schenhandcn: ik verhaalde van de verre horizonten over vriendelijke weiden en van dc bloemen in dc lente. En misschien was er ook iets van een vaag heimwee in mijn woorden. De anderen luisterden als naar een sprookje, want vreemder dan voor ons de verhalen van de Hongaar- sche poesta's waren voor de anderen m'n verhalen over de lage landen aan dc Noordzee. Tezamen had den we Duitsch gesproken, maar dan verdeelde zich bet gesprek. De Hongaren praatten onder elkander hun eigen taal, die ook de vrouw kende; de Tsjech en ik hielden ons aan het Duitsch, daar we elkanders moedertaal niet machtig waren. En Rudolf, de Tsjech, vertelde van zijn vorige Kerstmis: „Toen lag ik in een tent alleen, aan het uiterste punt van den nieu wen spoorweg, en ik had malaria. Ik ben ze nog niet geheel kwijt. Ze komt telkens terug. Er was niemand en ik lag met koorts, hooge koorts, en ik had geen kinine, zelfs geen sigaretten, als licht alleen een kaars. Ja." Het was weder dat laatste woord, dat later kwam, als het resultaat van een overpeinzing, als een con trole 'van eigen gedachten. „Maar ik had een viool en op de uren, dat ik iets beter was, speelde ik vooral Schumann. Je kent dat, niet waar? Toen is er iemand gekomen, een Euro peaan, geloof ik, maar ik weet dat niet zeker. Ik was te ziek. En die heeft de viool medegenomen. De viool." In die twee laatste woorden concentreerde zich al de weemoed van wat hij vertelde. Zacht had hij gesproken, als voor zichzelf, maar dan keek hij rond naar dc anderen, naar de feeste lijke tafel, naar het keukenlampje met spiegeltje, dat voor hem een feestverlichting moest zijn, en hij hief zijn glas op en zeide plotseliing tevreden en uitgelaten; „Laten we toch drinken, er is wijn ge noeg. En laten we zingen." Buiten blafte eensklaps woedend Karabsj, dc hond (kara beteekent in het Turksch zwart, hasj beteckent hoofd, kop) en we hoorden het huilen van vroeg ge komen jakhalzen, maar nu wij zoo tezamen zaten bij licht, behagelijk gezellig, klonk dat zoo beang stigend niet. 4 Later knalden op korten afstand van de hut eenige revolverschoten. Allen grepen we naar de brownings en luisterden, buiten bromde de groote sterke hond zacht, maar verder hoorden we niets en den volgenden dag vernamen we, dat een Turk was neergeschoten door een Koerd. Dan, het was reeds bijna elf uur, begon het te re genen, eerst zachtjes, spoedig daarop als hagelsla gen op het zinken dak en in onze hut druppelde het op verschillende plaatsen, maar elk van ons voi oen droog plekje en door zulk een kleinigheid lieten we onze feestvreugde niet bederven. Een oogenblik ging ik naar buiten, keek van onder het kleine af dak voor de deur in den regennacht. De hergen ston den om ons, dreigend, ingeslapen, voorwereldlijke monsters, die elk oogenblik konden ontwaken en ons dan allen zouden verpletteren. Doch in de duisternis schemerden verderop een paar lichtjes: dat moest het station zijn. Tegen mijn beenen drong zich iets warms en zachts. Het was Karabnsj, dc hond, die me kwam vertellen, dat hij daar was en de hut trouw bewaakte. Tegen twaalf uur ging de oude Hongaar met zijn vrouw naar zijn eigen hokje en ook wij legden ons neder. Buiten stroomde nog steeds de regen en het druppelde ook op onze bedden. Dat was eenigszins onaangenaam, maar niet zoo heel erg. Toen de Tjsech reeds bijna was ingeslapen, viel hem een druppel water van het dak in het gezicht. Hij lachte erom en voordat hij zijn hoofd onder de dekens stak om het tegen verdere nattigheid te beschermen, ci teerde hij in het Duitsch een rijm van een Duitschen ingenieur, die hier jarenlang heeft gewerkt en hier ook is gestorven: Wie niet pilaf (rijst) met inslicht (schapenvet) at, Wie niet rillend bij de mangaal zat, Wie niet in zijn bed een parapluie opstak, Die kent u niet, o heerlijk Levant. Kort daarop sliepen we allen. Buiten waakte I\a« rabasj, de groote,sterke hond. J. K. BREDERODE. Goedgeloovlg gezelschap da dupe van een ongelooflijke fantasie. Er voor f 10.000 ingevlogen. In Den Haag is gearresteerd en overgebracht naar het hoofdbureau van' politie te Amsterdam, een 31- jarige koopman, wiens opsporing en aanhouding was verzocht als verdacht van oplichting van f 10.000. De man is een internationaal misdadiger en blijft in bewaring. Omtrent deze zaak verneemt de „Msb." nader, dat de man in Duitschland, Den Haag, Ouderkerk en Amster dam zijn origineelc 'truc heeft toegepast. In de hoofdstad had hij succes. Zijn manier van werken was menschen op te zoeken en deze voor te spiegelen, dat hij, met behulp van een copicboek, re torten en andere voorwerpen, in staat was om b.v. van een bankbiljet van tien gulden er twee te maken. Velen gingen op zijn voorstel niet in Een goedgeloo- vig gezelschap te Amsterdam echter maakte met hem de afspraak, dat men hem tien biljetten van duizend gulden ter hand zou stellen, op voorwaarde, dat hij er 20.000 gulden van zou maken. Ten huize van cén der leden van het gezelschap toog de man met zijn geheimzinnig instrumentarium aan het werk. Hij paste op de biljetten een zeer ingewik kelde bewerking toe, waarvan het slot was, dat zij onder druk in een pers werden gelegd en daar 24 uur moesten blijven liggen. Na verloop van dezen tijd zou hij terugkomen en het gezelschap het resultaat van zijn proefnemingen ter hand stellen. Niemand wantrouwde hem, aangezien men vast ge loofde, dat de tien biljetten onder de pers lagen. Toen de man echter niet terugkeerde, ging men zelf op onderzoek uit waarbij bleek, dat in de pers, in plaats van tien bankbiljetten van 1000 gulden waar deloos papier lag. De bedrogenen dienden toen een klacht in bij de politie, doch de vogel was inmiddels gevlogen. Later is gebleken, dat hij naar Polen was gegaan, doch toen er in dat land voor hem niets te verdienen viel, was hij naar Nederland teruggekeerd, om hier opnieuw zyn slag te slaan. Zooals gemeld, is hij te Den Haag gearresteerd. Hij is naar het hoofdbureau van politie te Amsterdam overgebracht en zal ter beschikking van de Justitie worden gesteld. Als elk jaar opnieuw een bronchitis U komt waarschuwen dat het koude jaar getij is ingetreden, waarom dan geen Abdijsiroop genomen? Menschen met sedert jaren telkens terugkcerende bronchitis vonden daarbij baat. Abdijsiroop is weten schappelijk samengesteld, verwijdert de taaie met ziektekiemen bezoedelde slijm en helpt Uw ademhalingsorganen. Sedert mcnschen-heugenis geprezen bij pijnlijk en veelvuldig hoesten. Bronchitis, vastzitten de kou. Kinkhoest, Influenza, Asthma. „Voor de Borst" Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50. Fl. 2.75. Fl.4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 ct.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. AEDIJS1R00P-B0NB0NS (Gestolde Abdijsiroop) VACANTIEOORD VOOR JONGE DUITSCHE LANDBOUWERS OP AMELAND. Bcshiileering van den landbouw en de zuivelbereiding in Friesland. Op Ameland zal in het aanstaande voorjaar een groot vacantieoord worden gesticht voor jonge Duit- schc landbouwers. Dit jaar wordt begonnen met onge veer 600 personen, die in tenten zullen worden on dergebracht en om de twee weken wisselen. Het plan bestaat deze stichting het volgende jaar uit te brei den en dan een groot vacantic-gebouw te stichten. De vacantiegangcrs komen uit Westfalcn. Het is de be doeling, dat zij tijdens hun vacantic in de provincie Friesland excursies zullen houden, ter bcstudcering van den landbouw en dc zuivelbereiding. Een geregelde autobusdienst Holwcrd—Kleef zal in Mei worden ingelegd. Met zware eikenhouten stoelen gegooid. De wethouder zeer pijnlijk getroffen. Op 23 December j.1. werd de werklooze I. v. d. Post te Leiden aan werk geholpen aan de gemeentelijke gas fabriek te Leiden, v. d. Post weigerde echter dit werk te aanvaarden, reden waarom hij voor het verkrijgen van steun werd uitgesloten. Sedert dien heeft hij eenige malen getracht weer steun te verkrijgen, hetgeen hem werd geweigerd. De wethouder voor sociale zaken, dc heer T. S„ Goslinga, heeft echter pogingen in het werk gesteld, toch werk voor den man te vinden, hetgeen hem tenslotte by de firma Splinter te Oegstgeest gelukt is. Eenige dagen daarna zoo lezen we in de N.R.Ct.. ver voegde de man zich opnieuw bij den wethouder en deelde hem mee, dat hij bij deze firma aan het werk was ge gaan, dat hij aan het einde der week zijn loon zou ont vangen. doch dat hy tot dien tijd geheel zonder geld was De wethouder gaf hem toen wat geld. Ten hoogste ver wonderd was de heer Goslinga, toen de man gistermid dag op zijn spreekuur in zijn werkkamer ten stadhuize verscheen. De man eischte weer geld. Toen de wethou der hem onder het oog bracht dat dit niet meer noodig was, daar hij toch nu werk had, zeide de man, dat hij den wethouder had voorgelogen, dat de genoemde firma hem nog niet gebruiken kon en dat hij weer geld wilde hebben. De man Vond zich hierbij hoe langer hoe meer op, uitte allerleij dreigementen aan het adres van den wethouder, gooide zijn jas uit en nam een paar zware eikenhouten stoelen uit het vertrek van den wethouder op en slingerde die ln de richting van den heer Goslinga. Deze, die achter zijn lessenaar zat en alleen in de kamer echte friesche j v ft* Wil „„„miiMMUIIllMUmiO 20-50ct. per ons was, kon zich niet uit de voeten maken en kreeg een stoel tegen den arm en een anderen tegen de knie, waardoor deze lichaamsdeelen zeer pijnlijk werden ge troffen. Op het lawaai kwamen eenige ambtenaren uit een an dere kamer toegesneld om den wethouder te hulp te ko men. Op dit oogenblik kreeg Van der Post een flauwte of deed hij. alsof hij die kreeg. Hij werd naar het poli tiebureau overgebracht en is opgesloten. Dc wethouder heeft verder zijn spreekuur gehouden. Maar het been, ter hoogte van de knie, deed hem nog zeer veel pijn. De bedreigde desa's Balang en Klampean zender incidenten ontruimd. De gods dienst van den Kiaji. Grondaankoop voor de vluchtelingen. Anela seint uit Magelang dd. 14 Januari: De ontruiming van de desas Balong en Klampean is zonder incidenten geschied. De kiaji is gisteren hij den assistent-wedana van Sroemboeng gekomen, waarna hij zich per auto naar Magelang begaf, alwaar hij een onderhoud had met den resident, den regent en den psychiater dr. van Andel. De kiaji weigert pesitief I-loog-Javaansch te spreken, ofschoon zijn houding noch onbeleefd noch onbeschaafd genoemd kan worden. Toen hem gevraagd werd, welken godsdienst hij beleed, antwoordde hij, dat zijn godsdienst was: goed eten, waarop hem werd medegedeeld, dat het gou vernement zorgt voor eten, gronden etc., waarmede de kiaji zich ten volle tevreden verklaarde. Hierop werd hem medegedeeld, dat hij, wanneer hij zich rustig hield, zich hij zijn volgelingen mocht voe gen. Intusschen waren de volgelingen door overre ding door den assistent-wedana, naar Sroemboeng gevoerd, waar zij direct naar den kiaji vroegen. Toen hun werd medegedéeld, dat de kiaji zich te Magelang bevond, gingen de menschen zonder verdere bezwaren verder naar beneden, waarna zij met wagons van de N.I.S. naar Magelang werden vervoerd, waar zij thans, met den kiaji, zijn ondergebracht in een goe- dang, naast de woning van den assistent-wedana, die nauwlettend toezicht op hen houdt. Getracht zal wor den hen met andere vluchtelingen samen te brengen teneinde hen uit het isolement van geestdrijverij te krijgen. De resident zond heden een rapport aan den Gou verneur van Midden-Java over de maatregelen van het B.B. neerkomende op de vestiging van alle dak- looze gezinnen, circa 1050, hetzij in het regentschap Temanggocng, hetzij in het regentschap Magelang. De regenten zijn reeds bezig gronden op te koopen va de bevolking, hetgeen tot dusverre een vlot ver loop heeft in het Temanggoensche, dat niet dicht be volkt is. In het Magelangsche is de streek wel dicht bevolkt, doch de randdesas bieden nog de mogelijk heid om circa 250 gezinnen onder te brengen, terwijl ook de streek Goenoeng Gembol gelegenheid biedt voor de vestiging van 250«ezinnen. Er ziin geen gron den beschikbaar voor gratis afstand door het gou vernement. Hjj komt ook in Rooky Mountains voor. De doodende mist in het Maasdal is niet de eerste, die er haar slachtoffers eischte. Reeds in Januari 1897 wer den de omstreken van Huy bezocht door een mist, die drie dagen aanhield en onder -menschen en dieren veel ziekte veroorzaakte. De doodende mist blijft echter niet beperkt tot België. De ysmist in Amerika. In bepaalde dalen van de Rocky Mountains in da Amerikaansche staat Nevada heerscht op sommige win terdagen de „pogonip". Dit is de Indiaansche benaming voor een eigenaardige zware mist, waarin fijne sneeuw vlokjes schijnen te zweven. Het zonlicht wordt verduis terd; de mist houdt gewoonlijk den geheelen dag en soms dagen achtereen aan en hoewel de temperatuur niet altijd laag is, voelt men toch een hevige koude tengevolge van de buitengewone vochtigheid. De mist bevat een menigte fijne ijsnaald jes; wanneer men die inademt, worden de longblaasjes verwoest en men sterft onvermij delijk. De Indianen vreezen deze mist evenzeer als de blanken en wanneer de pogonip komt, haasten de men schen zich binnenshuis. Soms komt ,deze mist ook op zetten bij helder, zonnig weer; in Januari 1900 reisden een aantal mannen en vrouwen in een huifkar door de Amerikaansche stad Colorado, toen plotseling de lucht vervuld werd van een bevroren mist. Er was overigens een helderen zonneschijn. Toen zij een blokhut passeer den rende een man naar buiten, die zijn hoofd met doe ken omwonden had en den koetsier een geschreven waarschuwing overhandigde, om binnenshuis te komen en buiten niet te spreken. Men volgde den raad op, doch intusschen was er al te veel tijd verloopen en alle rei zigers werden spoedig ziek; zij leden aan koorts en he vige hoestaanvallen en een der vrouwen stierf eraan. Dit komt, doordat de ijsnaaldjes zeer stijf bevroren zijn en niet kunnen ontdooien voordat zij in de longen ko men. Op een zekeren winter moet ook eens een geheele stam Indianen in den staat Wyoming zijn omgekomen. Gevaarlooze Poolmist. Op zichzelf behoeft het feit, dat de lucht met ijsdeel- tjes gevuld is, geen doodelijke uitwerking te hebben. In de poolstreken is de lucht dikwijls met stofijs ver vuld en vele poolreizigers hebben dat ook ingeademd, zonder dat er ooit schadelijke gevolgen gerapporteerd zijn. Gewoonlijk bevat de mist echter water en geen ysdeeltjes, zelfs in de poolstreken. Een van de voornaam ste wetenschappelijke resultaten van Scott's Zuidpool expeditie is de ontdekking door den meteoroloog Dr. G. C. Simpson van mist met waterdeeltjes, die tot 30 gra den Celcius onder nul waren afgekoeld en toch niet vast werden, zoolang de mist niet tegen het eene of andere voorwerp aandreef. Dan werd dat voorwerp aan de zijde, waar de wind vandaan kwam, spoedig bedekt met een dikke laag rijp. In België heerschte in het geheel geen bijzonder lage temperatuur en het is dan ook on waarschijnlijk, dat de mist daar ijsdeeltjes bevatte. Toch kan ook watermist van lage temperatuur zeer schadelijk ztjn voor gevoelige personen, omdat zij af koelend werkt. Het aantal menschen, dat aan ziekten der longen en ademhalingswegen sterft, neemt weinig of niet toe bij warme mist, doch de cijfers springen om hoog bij koude mist. De ongunstige invloed van mist met veel verontreinigingen, zooals de Londensche mist, is nog grooter dan die van koude, doch zuivere mist

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 2