SchagerCourant
Raad Wieringen.
ONTERFD...!
Derde Blad.
Dinsdag 20 Januari 1931.
74ste Jaargang. No. 8801
Vergadering van den Raad op Zaterdag 17 Jan.
1931, des middags 2 uur.
Afwezig is de heer Jb. Lont.
Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemeester, secre
taris de heer C. F. van Duin.
De Voorzitter opent deze eerste vergadering in 1931
en gevoelt zich gedrongen den heeren veel geluk en
voorspoed toe te wenschen. In het afgeloopen jaar
hebben zich vele moeilijkheden voorgedaan, ook vele
vooruitzichten en spr. noemt dan de nieuwe school te
Hippolytushoef, waarop we allen trotsch mogen zijn.
In dit nieuwe jaar zullen wederom vele vraagstuk
ken een oplossing erlangen en spr. hoopt dat de be
sprekingen zich wederom zullen kenmerken door
eensgezindheid en dat de vraagstukken in overleg in
het belang der gemeente zullen worden behandeld.
Tevens brengt spr. dank en ook een compliment aan
de pers en hoopt dat de verslagen weer even juist
en goed mogen worden weergegeven en dat de hier
aanwezige pers de voetsporen van vorig jaar weer
moge volgen. Met deze woorden verklaart spr. de ver
gadering voor geopend.
De notulen worden door den secretaris gelezen, ze
worden onder dankzegging goedgekeurd.
Naar aanleiding van de notulen zegt de heer P.
Kooij, dat hij bij de bespreking over verhooging van
huur voor de secretaris-woning gezegd heeft, dat hij
aan die verhooging niet wilde meewerken, waar ook
door de gemeente toeslag wordt verleend op de huur
van de woningen der politie-agenten. In de Wierin-
ger Courant stond, dat spr. gezegd had dat eerst de
huur der politiewoningen moest worden verhoogd.
Waar de redactie der Wieringer Courant weigerde om
deze rectificatie te plaatsen, gevoelt spr. zich ver
plicht hier op die onjuistheid te wijzen.
Ingekomen stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat de volgende stukken
zijn ingekomen:
schrijven van A. Veerdig, zijn dank betuigende
voor de verhooging van de vergoeding voor het ge
bruik van zijn rijwiel;
van Gedeputeerde Staten de goedgekeurde verorde
ning tot tijdelijke wijziging van de bestemming der
winst van de zeegras-exploitatie oogst 1930;
van dezelfden het goedgekeurd raadsbesluit tot on-
derhandsche verpachting van het grasgewas op het
aangekochte terrein te Den Oever aan S. Zomerdijk;
van dezelfden een afschrift van het Kon. besluit tot
goedkeuring der verordening tot heffing van ocen-
ten op de vermogensbelasting;
idem, meldende dat de beslissing over de begrooting
1931 is' verdaagd;
van Burgemeester en Wethouders proces-verbaal
van de icasopneming bij den ontvanger op 9 Decem
ber 1930 en van kas en boeken der Zeegras-exploita
tie op denzelfden datum;
van dezelfden de maandstaat der Zeegras-exploita
tie over November 1930, verkocht zijn in die maand
1820 pak;
alsvoren over de maand December, toen 1650 pak
werden verkocht.
De schulden van de gemeente.
Van B. en W. ter voldoening aan een verzoek, in
de vorige raadsvergadering door den heer Jb. Lont
gedaan, een staat van de schulden der gemeente op
1 Januari 1931.
Op 1 Januari 1931 bedroeg het totaal der schulden
f224.S0S.12, waaronder f140.000 voor buitengewone
kosten voor schoólbouw te Westerland, Den Oever
en Hippolytushoef.
De heer Jn. Lont merkt op dat blijkens den over-
gelegden staat er een paar leeningen zijn, waarvan
de rentevoet 5Vi is.
De Voorzitter deelt mede, dat het rentetype wordt
vastgesteld in den tijd waarop de leeningen worden
gesloten. Of wijziging van den rentevoet mogelijk is,
hangt af van de bepalingen waaronder de leening is
gesloten. Bij de Boerenleenbank loopen leeningen,
waarvan automatisch de rente wordt verhoogd of ver-
FEÜ1LLETON
Uit het EngeUch van
DOLF WYLLARDE
11.
Naarmate het later op den dag werd, maakte de
schroeiende zonnehitte plaats voor een klamme, vooh-
tig-warme damp. Harrel zat bijna den heelen middag
op de veranda; hij rookte sigaretten, dommelde, met het
gevoel alsof de hitte zijn hersens samensnoerde en met
een smachtend heimwee naar de frissche zeewind van
het Engelsche vaderland. Hij was lamgeslagen door de
benauwende hitte, zooals nog nooit te voren het geval
was geweest en toen de thee gebracht werd, dronk hij
het eene kopje na het andere, maar zijn eten roerde hij
niet aan.
Eindelijk, toen het begon te schemeren, dwong hij zich
om op te staan en wat te wandelen in den rozentuin.
Maar het was alsof alles voor zijn oogen schemerde,
de bloemen één rommeligen hoop vormden en zijn voe
ten van lood waren. Toen een hevige duizeligheid en
koude rillingen...
„Koorts", drong het vaag tot zijn bewustzijn door.
„en niemand in de nabijheid die het weet en die hier
voor de dingen zorgen kan."
Hij had niet veel verstand van deze tropische koorts;
hij had wel gehoord van menschen, die er drie weken
„mooi" mee waren geweest en van anderen, die in twee
of drie dagen weer op de been waren. In elk geval, als
hij morgen niet beter was, zou hij dokter Meillet een
boodschap sturen; nu, tegen den avond zou hij dien
goeden ouden man maar niet meer lastig vallen. Het
kostte hem inspanning om te denken, alles was vaag
en verward in zijn geest. Hij wilde een van de bedien
den roepen, maar hy had er de kracht niet toe, zijn stem
scheen hem in de steek te laten. Hij wist niet hoe hij,
strompelend en wankelend, de voorgalerij weer bereik
te en in huis kwam. Hij was beurtelings warm en koud
en had een gevoel in zijn hoofd alsof dat opeens driemaal
de natuurlijke grootte had!
Eindelijk scheen iemand hem dan toch gehoord te
hebben, want hij was zich vaag bewust dat hij een
van de huisjongens om heete wiskey en water vroeg
en meedeelde dat hij naar bed ging. Er was geen ki
nine in huis en Harrel wist niet wat hij beginnen
leagd. Over 't algemeen is de rentetype niet hoog,
twee van 5^4 drie van 4 en voorts van 4%
of 4y2
De heer Jn. Lont zegt dat de Boerenleenbank de
vrijheid neemt om de rente te verhoogen, dus moet ze
ook maar verlagen.
De heer Kaan vraagt of de leeningen van bVi
niet kunnen worden afgelost., want bij de Boerenleen
bank komt de gemeente wel voor 4 klaar.
De Voorzitter weet niet precies hoe de voorwaarden
zijn, een paar leeningen, die van k"A blijken ge
fixeerd te zijn.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aange
nomen.
Voorts kwam een verzoek in van de Groep Neder
land van het Alg. Ned. Verbond tot vaststelling van
een belastingverordening ter beteugeling van het ge
bruiken van opschriften in vreemde talen.
Dit verzoek doet B. en W. opmerken, dat opschrif
ten in vreemde talen (op buitenverblijven e.d.) hier
weinig of niet worden aangetroffen en er dus voor
de gemeente zeker geen reden aanwezig is, anders
dan uit fiscaal oogpunt, om een dergelijke belasting
in te voeren. Zij stellen dan ook voor hiertoe niet
over te gaan en hiervan aan adressante mededeeling
te doen.
Aldus wordt besloten.
Verzoek Afd. Wieringen van het Instituut
voor Arbeidersontwikkeling om subsidie.
Met betrekking tot het om praeadvies in handen
van B. en W. gesteld verzoek van het Bestuur der
hier gevestigde afdeeling van het Instituut voor Ar
beidersontwikkeling om toekenning van een subsidie,
deelen B. en W. mede,.dat door hen omtrent den fi-
nancieelen toestand der vereeniging nadere inlichtin
gen zijn gevraagd. Deze inlicthingen worden overge
legd. Zij geven B. en W. aanleiding op tc merken, dat
een contributie .van 15 ets. per maand, waarvan dan
nog de helft aan het hoofdbestuur wordt afgedragen,
wel heel laag te noemen is en dat het geen verwon
dering behoeft te wekken, dat met deze inkomsten de
vereeniging weinig kan doen. H.i, ligt het dan ook
op den weg van het bestuur in de eerste plaats te
zorgen voor meerdere inkomsten door de contributie,
welke nog geen 4 cents per week bedraagt, op een
hooger bedrag te stellen. Ter aanmoediging van de
taak, die de vereeniging verricht, achten B. en W.
intusschen steun door de gemeente wel wenschelijk,
zoodat zij voorstellen aan de afdeeling voor het jaar
1931 een subsidie te verleenen groot f25.
De heer Jn. Lont erkent, dat een subsidie van f25
niet hoog is, maar als wij op dien voet doorgaan,
kunnen andere vereenigingen ook wel om subsidie
komen. De contributie die geheven wordt is zoo ge
ring en als de heeren het in hun hoofd krijgen om
een cursus op te zetten, hebben ze er voor te zor
gen dat door verhooging van contributie de cursus
betaalt kan worden. Met deze lage contributie is het
niet moeilijk een cursus op te richten, er blijkt voor
een dergelijken cursus niet veel noodig te zijn.
De heer P. Kooij deelt mede, dat het Instituut door
S.D.A.P. en N.V.V. is gesticht en dat de daarin geor-
ganiseerden wekelijks aan contributie betalen 85
cent en 15 cent voor het instituut. Het instituut be
oogt om hen, die alleen de lagere school hebben be
zocht, en van welk onderwijs gewoonlijk niet veel
blijft hangen, verder te bekwamen. Het is een hulp
werktuig om meer kennis bij te brengen; feitelijk be
weegt het instituut zich op het terrein van de ge
meente, immers er wordt onderricht in taal, reke
nen, lezen en schrijven gegeven. Zij die wekelijks 85
en 15 cent contributie betalen, behooren niet tot de
slechtsten, de leeraren doen kosteloos het werk en
dan gaat het maar niet aan, om te zeggen, dat de
contributie zoo laag is.
De Voorzitter merkt den heer Jn. Lont op, dat het
geen bezwaar is als meerdere aanvragen om subsidie
komen, want elk geval wordt op zichzelf beschouwd.
Als we geen subsidie noodig achten, zullen we het
niet voorstellen.
De heer Lont wijst op het vervolgonderwijs, doch
de Voorzitter merkt op, dat door te weinig animo
geen vervolgonderwijs wordt gegeven.
De heer P. Kooij zegt, dat als vervolgonderwijs
werd gegeven, de gemeente heel wat duurder uit zou
zijn. Spr. wil niet zeggen dat de gemeente haar
plicht verzaakt, maar het Instituut beweegt zich op
het terrein van de gemeente. Ook het rijk geeft sub
sidie aan verschillende jeugdvereenigingen.
zijn inderdaad het meest
ideale middel ter bevorde
ring van een normalen
stoelgang. Gemakkelijk in
te nemen, aangename
smaak, verwekken geen
krampen.
0.65 per flacon.
moest. De neger scheen buiten zichzelf van schrik; hij
bracht het gevraagde maar liet zijn meester zelf den
drank mengen en verdween weer zoo snel als met goed
fatsoen mogelijk was.
„Waarom doet die kerel zoo angstig?" dacht Harrel
verward; ,zou die idioot bang zijn dat koorts besmet
telijk is?"
In zijn halve verdooving dacht hij heelemaal niet
meer aan de bamboepalen en de sodawater-fleschjes
in het weiland en aan het feit, dat er „Obeah" tegen
hem uitgeoefend werd. Maar zijn personeel dacht er
zooveel te meer aan en beschouwde de koorts als een
direct gevolg van de duistere krachten, die op hun
meester waren losgelaten!
Gedurende den nacht nam de koorts steeds toe; hij
lag in bed te woelen en te draaien, nu eens gloeiend
heet, dan weer rillend van kou. Langzamerhand begon
hij te ijlen en waande zich weer in Engeland bij zijne
vrienden.
De bedienden, te bevreesd om naar bed te gaan,
luisterden trillend van ontzetting, hoe hij telkens het
refrein van een schoolliedje herhaalde, hoe hij bul
derde van het lachen om vroeger beleefde studenten
grappen, hoe hij later op smeekende toon sprak tegen
iemand, die hij meende dat naast zijn bed zat en voor
wie hij alles uitstortte, dat hij twee jaar tevoren met
moeite ingehouden had. Daarop werd hij rustiger en
de zwartjes wat minder angstig, toen hij op kalrnen
toon verder praatte tegen een denkbeeldigen „Babs".
Hij scheen te meenen dat ze zijn hand vasthield en
vroeg haar haar koele vingers op zijn voorhoofd te
leggen. Hij wist zeker dat zijn voorhoofd minder
gloeiend en pijnlijk zou zijn, als ze dat deed!
Bij het krieken van den dag, sloop een troepje negers,
met hun bezittingen in een bundeltje bij zich, het huls
uit. Ze ontmoetten de daglooners die naar hun werk
op het land gingen. De beide groepen hielden een
conferentie.
„Het is niet verstandig om aan het werk te gaan,"
beweerde een van de huisbedienden. „Het is slecht
met Massa Harrel; hij gaat dood...
.Heusch Robert? Is net zeker?" vrog een van de
arbeiders in antwoord op deze mededeeling. „Wordt hij
door „Obeah" gedood?"
Het vreeselijke woord werd met kennelijken schroom
uitgesproken.
„Vast! Hij heeft vreeselijken koorts. Het heele huis
is onder „Obeah". Wij gaan heen; dat moesten jullie
ook maar doen!"
De daglooners aarzelden een oogenblik, maar ten-
De heer M. Kooij vraagt of er wat gebruik van het
Instituut wordt gemaakt.
De Voorzitter deelt mede, dat de vereeniging op 21
December 1929 is opgericht met 45 leden, welk aantal
nu is gestegen tot 62 leden.
De heer Bakker acht een kleine subsidie wel ge-
wenscht.
De heer Jn. Lont kan zich na de toelichting wel met
het voorstel van B. en W. vereenigen. Met het oog
op het vervolgonderwijs maakte spr. eerst bezwaar.
De Voorzitter zegt, dat niemand het den heer Lont
zal kwalijk nemen als deze inlichtingen vraagt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom
stig het voorstel van B. en W. besloten.
Wijziging en aanvulling der verordening
op den vleeschkeuringsdienst.
Als gevolg van de aansluiting van Wieringen bij
de verwerkingsinrichting te Schagen, is het noodig de
verordening op den keuringsdienst van vee en
vleesch in deze gemeente met, den nieuwen toestand
in overeenstemming te brengen. Mitsdien bieden B.
en W. ter vaststelling aan een ontwerp tot'wijziging
en aanvulling dier verordening, met den inhoud
waarvan de Gezondheidscommissie zich, blijkens
overgelegd schrijven, kan vereenigen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt tevens nog
enkele andere wijzigingen aan te brengen, waarvan
de wenschelijkheid of de noodzakelijkheid is geble
ken. Deze wijzigingen betreffen de artt. 3, 15, 18 en 26.
De intrekking van art. 26 is een gevolg van de om
standigheid, dat bij nadere overweging niet de naam
van de gemeente Den Helder, docli die van de ge
meente Wieringen op de stcmpelmerken behoort voor
te komen. In verband hiermede moeten die stempel-
merken alsnog door nieuwe vervangen worden.
De overige wijzigingen behoeven, naar het B. en W.
voorkomt, geen nadere toelichting.
De heer J. Kooij vraagt, of in deze verordening ook
de ophaaldienst is begrepen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer J. Kooij: Dus als er bericht van wordt ge
zonden, dan moet het opgehaald worden.
De Voorzitter zegt, dat we daarover aanstonds
kunnen spreken.
Met algemeene stemmen wordt de wijziging en
aanvulling goedgevonden.
De Voorzitter deelt dan mede, dat cadavers van be
neden één jaar op een bepaalde plaats moeten wor
den gebracht en dan worden afgehaald.
Bestrating en rioleering van de Smids
in verband met de wenschelijk gebleken verbete
ring van de Smidssteeg te Hippolytushoef, hebben B.
en W. ter zake een onderzoek doen instellen. Ver
betering is noodig, omdat deze steeg bij natte weers
gesteldheid schier onbegaanbaar is. Volgens B. en W.
is bestrating met beschikbaar komende oude klinkers
voldoènde. Naar raming van den opzichter zal dit
circa f310.kosten. Zouden nieuwe steenen gebruikt
worden, dan zal zulks een uitgaaf van f910.vorde
ren. Voor dit werk kunnen echter gevoegelijk oude
steenen aangewend worden. Aanleg van rioleering is
mede noodig, bestaande uit bctonbuizen van 20 c.M.
diameter en 3 stuks betonstraatkolken van genorma
liseerd model, alsmede 1 betonstraatkolk met stank-
scherm van speciaal model. De kosten van deze
rioleering worden op f250.begroot. De opzichter be
veelt tevens aan, ter verbetering van de afwatering
der Hoofdstraat, nog een gedeelte rioleering te leggen
voor de perceelen van de N.V. Albert Heijn en den
heer S. de Vries in deze straat, welk gedeelte dan in
verbinding zal worden gebracht met het aan te leg
gen riool in de Smidssteeg. De kosten hiervan zullen
ongeveer f 150.beloopen.
B. en W. stellen voor, ter uitvoering van deze wer
ken, credieten tot bovengenoemde bedragen te ver
leenen.
Naar aanleiding van de in de Raadsvergadering ter
sprake gebrachte wenschelijkheid tot aankoop van
het woonhuis Smidssteeg no. 3, spreken B. en W. hier
als hun oordeel uit, dat bij amoveering van dat per
ceel weliswaar ecnige verbetering (verruiming) wordt
bereikt, doch dat deze niet van voldoende gewicht is
om een dergelijke uitgaaf te rechtvaardigen. Boven
dien is deze steeg voor het verkeer van zeer bijkom
stige beteekenis en zelfs voor motorrijtuigen verbo
den. Een ingrijpende maatregel als deze komt zeker
niet in de eerste plaats voor deze steeg in aanmer
king.
De heer Kaan vraagt, of de bestrating met oude
steenen dus alleen de Smidssteeg betreft.
De Voorzitter antwoordt bevestigend, gebruik van
nieuwe steenen zou f 600 meer kosten.
De heer Lub vraagt of de straat even breed wordt.
In de Smidssteeg mag geen verkeer wezen een ook
spr. vindt, dat mei oude steenen kan worden vol
staan.
De heer Kaan heeft, wat den aankoop van het woon
huis betreft, officieus gehoord, dat S. Wageraaker er
ook wel wat aan wilde bijdragen.
De Voorzitter deelt mede, dat het perceel zonder
spr.'s voorkennis al afgebroken wordt.
De heer P. Kooij: Tenminste van binnen.
Conform het voorstel van B. en W. wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten.
slotte gingen ze met de huisbedienden mee en slopen
de hekken van L'Opale uit. Het was doodstil op de
verlaten plantage; alleen het klagelijk gejank van den
hond verbrak de stilte...
Harrel's ziekte werd niet zoo heel spoedig bekend,
tengevolge van het feit, dat de zwarten die toeschreven
aan ,Obeah"! Negers praten niet over deze gevreesde
macht, als ze het eenigszins vermijden kunnen zeker
niet tegen blanken.
Maar aan het eind van den tweeden bedacht een van
Harrei's huisbedienden, dat hij verstandig zou doen om
een nieuw baantje te zoeken, eer al zijn geld op was en
hij dwaalde rond in de buurt van Rêve d'Or. Hij durfde
zijn diensten niet aan den opzichter daar aanbieden,
omdat die hem niet bepaald vriendschappelijk gezina
was en hij wachte of misschien iemand van de familie
zich zou vertoonen. Toen dat eindelijk gebeurde, was
dat echter niet Salmon zelf, zooals de neger gehoopt
had, maar de jonge ,;Missis".
Eulalie de Floissac had haar ponnie gezadeld om bij
het koeler worden van den dag een rit te maken. Ze
hield den teugel in, toen de man haar „goedenmiddag"
wenschte en vroeg wat hij wilde.
„Ik zoek een baantje, juffrouw," antwoordde hij be
dremmeld.
„In de stallen?"
„Ja... of wat anders."
,,Ik geloof niet dat meneer Salmon werkvolk ge
bruiken kan. Waar heb je het laatst gewerkt?"
„Op L'Opale."
„Op L'Opale? En heeft meneer Harrel je ontslagen?"
„Neen juffrouw. Meneer Harrel is ziek. We zijn van
ochtend allemaal weggegaan. Hij heeft zware koorts."
„Zware koorts! En jullie zijn allemaal weggegaan."
Een moment keek het meisje hem met bliksemende
oogen en trillend van verontwaardiging aan. Toen zette
ze haar rijdier aan tot galop en was weldra in een
stofwolk aan zijn oog onttrokken.
De neger stond haar verwezen, met open mond, na
te kfjken...
HOOFDSTUK XIII.
De middag was al bijna ten einde, toen een dam
pende ponny het erf van 1'Opale opdraafde. Eula
lie sprong snel uit den zadel en leidde het dier naar
den stal. Daarop liep zij haastig hjet erf over en
ging het huis binnen. Bij de deur van Harrel's ka-
De openbare vergadering wordt vervolgens ge
schorst, teneinde een fotograaf in de gelegenheid te
stellen voor het Gemeenteblad een foto van het
raadscollege te nemen.
Vervolgens wordt aan de orde gesteld:
Aankoop van grond ter verbreeding van
de Koningstraat.
Op grond van de omstandigheid, dat de nog imropr
in grootte toenemende autobussen moeilijkheden on
dervinden bij het gaan door de bocht Koningstraat
Elftstraat te Hippolytushoef, hebben B. en W. on
derzocht of door terugzetting der hekken aan de
Zuidzijde van de Koningstraat verbetering van de
situatie mogelijk was.
Na onderhandeling bleken de eigenaren bereid
hunne hekken 0.5 a 0.6 Meter achteruit te zetten. In
verband hiermede stellen B. en W. voor aan te koo-
pen een strook grond ter grootte van VA M2. van mw.
A. C. Lossie en een strook ter grootte van VA M2. van
den heer S. Bakker Cz., welke grondstrooken deel uit
maken van de kadastrale perceelen Sectie C, onder
scheidenlijk genummerd 3657 en 3656. De aankoop zal
geschieden tegen een prijs van f5.— per M2. en onder
beding, dat de kosten van overdracht, zoomede die
van het verplaatsen en zoo noodig herstellen der hek
ken en die tot verplaatsing van eonige heesters voor
gemeenterekening komen.
De heer Jn. Lont acht de verbreeding van 50 c.M.
van weinig beteekenis en spr. is er niet voor om voor
die geringe verbetering f5 per M2. te geven.
De heer Bosker wijst op de noodzakelijkheid dat
verbreeding plaats vindt, bij Tienis Oden is de muur
reeds half doorgeschaafd.
De heer P. Kooij merkt op, dat de groote bus van
Prins er niet eens door kan. Een prijs van f5 voor de
gemeente is niet hoog.
De Voorzitter deelt mede. dat van de dames Los
sie een breedere strook niet was te krijgen en de heer
Bakker deelt mode, dat zijn vader beslist niet meer
dan een breedte van 50 c.M. wil afstaan.
De heer Oden vindt dat 60 c.M. breedte al aardig
wat beteekent en bovendien iedere verbreeding die
daar kan plaats vinden, dient te worden aanvaard.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen, de
heer Bakker nam niet aan de stemming deel.
Uitbreiding laagspanningsnet te Den
Oever.
Naar aanleiidng van de aanvraag van B. en W.
om, vóór met het maken der straat op het schoolter
rein te Den Oever wordt begonnen, de electriciteits-
kabel op dat terrein te leggen, is van de Directie
van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf het antwoord
ontvangen, dat zij daartoe bereid is op voorwaarde,
dat de gemeente in de kosten van deze netsuitbrei-
ding en van de daarvoor noodzakelijke verzwaring
van het bestaande laagspanningsnet aan den Gast-
huisweg, eene bijdrage verleent van f2820, zulks op
grond, dat de te-maken werken vooralsnog niet ren
dabel zijn. De Directie verklaart zich daartegenover
bereid om voor elk perceel, dat binnen 10 jaar na het
gereedkomen der werken op het betreffende kabel
gedeelte aan den geprojecteerden weg wordt aange
sloten, een restitutie te verleenen naar het volgend©
schema:
De restitutie bedraagt, indien de stroomlevering
aanvangt in het
le jaar na gereedkomen der werken f 150 p. perceel,
2e jaar na gereedkomen der werken f 138 p. perceel,
3e jaar na gereeedkomen der werken f 126 p. perceel,
4e jaar na gereedkomen der werken f112 p. perceel,
5e jaar na gereedkomen der werken f 99 p. perceel,
6e jaar na gereedkomen der werken f 84 p. perceel,
7e jaar na gereedkomen der werken f 69 p. perceel,
8e jaar na gereedkomen der werken f 52 p. perceel,
9e jaar na gereedkomen der werken f 36 p. perceel,
10e jaar na gereedkomen der werken f 18 p. perceel.
De restituties zullen gezamenlijk het bedrag van
f2820.nimmer overschrijden.
Aangezien bij het niet-verleenen der gevraagde bij
drage de mogelijkheid van stroomvoorziening van de
te bouwen woningen zoowel als van de te stichten
school in gevaar zou komen, stellen B. en W. voor
de bijdrage op bovengenoemden voet toe te staan.
De heer Kaan vindt het veel geld.
De heer J. Kooij oordeelt, dat het bedrijf erg kren
terig voor den dag komt, en maar steeds aan 't pluk
ken is.
De Voorzitter zegt, dat het de gedachtengang van
B. en W. is, om een gedeelte der kosten op de koo-
pers van de terreinen te verhalen. De kos
ten bedragen een kleine 30 cent per M2., maar B. en
W. willen niet verder gaan dan den koopprijs van
den grond met 25 cent per M2. te verhoogen Hoe
meer huizen er komen, hoe meer restitutie krijgen
we van het P.E.N.
De voordracht van B. en W. wordt met algemeen©
stemmen aangenomen.
Verkoop van bouwgrond.
Bij B. en W. is ingekomen een verzoek van de hee
ren J. Verfaille en C. Kaan om van de gemeente te
mogen koopen de beide bouwterreintjes, gelegen in
den Zuidoosthoek van het nieuwe schoolterrein te
mer bleef ze staan en luisterde.
Een oogenblik was het doodstil in de kamer. Toen
werd de stilte verbroken door een zacht gekreun. Ge-
jaagd opende Eulalie de deur en ging binnen.
Harrel lag in half-bewusteloozen toestand te bed.
Onrustig trok hij aan zijn kussen om een koel plek
je voor zijn hoofd te vinden. Toen Eulalie de kamer
binnenkwam en op hem toe kwam loopen, schrok
hij op. Met van koorts-gloeiende oogen staarde hij
haar een oogenblik aan en poogde toen op te staan.
„Water", klonk het heesch.
Eulalie stond onbeweeglijk voor het bed. Zij wist
niet, wat ze beginnen moest; ze voelde zich ver
legen, bij de gedachte aan haar aanwezigheid op
1'Opale onder deze omstandigheden. Het beste was
ongetwijfeld, om door te rijden naar Trinity en Dok
ter Meillet te halen. Maar Harrel begon opeens te
ijlen, stamelde verwarde woorden en halve zinnen en
ze dorst hem in dezen toestand niet alleen te laten.
„Ik zal je water geven", zei ze zacht.
Zij durfde de kamer niet verlaten uit vrees, dat hij
in zijn koortsachtig woelen uit bed zou komen. Daar
om gaf zij hem maar wat van het lauwe water ta
drinken, dat den heelen dag op het tafeltje naast het
bed had gestaan. Hij bracht gretig het glas aan zijn
lippen, terwijl zij hem met één arm ondersteunde.
Ze bleef een poosje naast het bed zitten en zag,
dat hij langzamerhand kalmer werd. De koorts
scheen af te nemen, maar met haar weinige erva
ring op dit gebied, begreep zij niet, dat zijn uitput
ting voortdurend toenam. Zij wist nog steeds niet
wat te doen, den patiënt alleen laten drufde ze niet
en toen begreep ze, dat er medische hulp en medi
cijnen noodig waren. Ze had meermalen gehoord, dat
als een Europeaan, die niet aan het West-Indischo
klimaat gewoon was, overvallen werd door een he-
vigen aanval van koorts, deze menigmaal fataal
bleek. Herstelde de patiënt, dan herhaalden deze aan
vallen zich weliswaar, maar toch minder hevig en
konden ze meestal met succes door kleine bestreden
worden.
Langzamerhand was het donker geworden. Harrel
lag nu vrijwel onbeweeglijk in het bed. Ze liep de
hall in, vanwaaar ze een oog op den zieke kon hou
den en stak de lamp in de hall op, een staande lamp
van Engelsch maaksel, die Harrel uit Londen had
meegebracht en waarvoor zij zelf een rood-zijden kap
had gemaakt. Toen het zachte lichtschijnsel zich
door de kamer verspreidde, kreeg ze een oogenblik
het warme gevoel alsof ze in haar eigen huis was....
Wordt vervolgd.