SchagerCourant Raad Wieringen. ONTERFD...! Derde Blad. Dinsdag 20 Januari 1931. 74ste Jaargang. No. 8801 Vergadering van den Raad op Zaterdag 17 Jan. 1931, des middags 2 uur. Afwezig is de heer Jb. Lont. Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemeester, secre taris de heer C. F. van Duin. De Voorzitter opent deze eerste vergadering in 1931 en gevoelt zich gedrongen den heeren veel geluk en voorspoed toe te wenschen. In het afgeloopen jaar hebben zich vele moeilijkheden voorgedaan, ook vele vooruitzichten en spr. noemt dan de nieuwe school te Hippolytushoef, waarop we allen trotsch mogen zijn. In dit nieuwe jaar zullen wederom vele vraagstuk ken een oplossing erlangen en spr. hoopt dat de be sprekingen zich wederom zullen kenmerken door eensgezindheid en dat de vraagstukken in overleg in het belang der gemeente zullen worden behandeld. Tevens brengt spr. dank en ook een compliment aan de pers en hoopt dat de verslagen weer even juist en goed mogen worden weergegeven en dat de hier aanwezige pers de voetsporen van vorig jaar weer moge volgen. Met deze woorden verklaart spr. de ver gadering voor geopend. De notulen worden door den secretaris gelezen, ze worden onder dankzegging goedgekeurd. Naar aanleiding van de notulen zegt de heer P. Kooij, dat hij bij de bespreking over verhooging van huur voor de secretaris-woning gezegd heeft, dat hij aan die verhooging niet wilde meewerken, waar ook door de gemeente toeslag wordt verleend op de huur van de woningen der politie-agenten. In de Wierin- ger Courant stond, dat spr. gezegd had dat eerst de huur der politiewoningen moest worden verhoogd. Waar de redactie der Wieringer Courant weigerde om deze rectificatie te plaatsen, gevoelt spr. zich ver plicht hier op die onjuistheid te wijzen. Ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat de volgende stukken zijn ingekomen: schrijven van A. Veerdig, zijn dank betuigende voor de verhooging van de vergoeding voor het ge bruik van zijn rijwiel; van Gedeputeerde Staten de goedgekeurde verorde ning tot tijdelijke wijziging van de bestemming der winst van de zeegras-exploitatie oogst 1930; van dezelfden het goedgekeurd raadsbesluit tot on- derhandsche verpachting van het grasgewas op het aangekochte terrein te Den Oever aan S. Zomerdijk; van dezelfden een afschrift van het Kon. besluit tot goedkeuring der verordening tot heffing van ocen- ten op de vermogensbelasting; idem, meldende dat de beslissing over de begrooting 1931 is' verdaagd; van Burgemeester en Wethouders proces-verbaal van de icasopneming bij den ontvanger op 9 Decem ber 1930 en van kas en boeken der Zeegras-exploita tie op denzelfden datum; van dezelfden de maandstaat der Zeegras-exploita tie over November 1930, verkocht zijn in die maand 1820 pak; alsvoren over de maand December, toen 1650 pak werden verkocht. De schulden van de gemeente. Van B. en W. ter voldoening aan een verzoek, in de vorige raadsvergadering door den heer Jb. Lont gedaan, een staat van de schulden der gemeente op 1 Januari 1931. Op 1 Januari 1931 bedroeg het totaal der schulden f224.S0S.12, waaronder f140.000 voor buitengewone kosten voor schoólbouw te Westerland, Den Oever en Hippolytushoef. De heer Jn. Lont merkt op dat blijkens den over- gelegden staat er een paar leeningen zijn, waarvan de rentevoet 5Vi is. De Voorzitter deelt mede, dat het rentetype wordt vastgesteld in den tijd waarop de leeningen worden gesloten. Of wijziging van den rentevoet mogelijk is, hangt af van de bepalingen waaronder de leening is gesloten. Bij de Boerenleenbank loopen leeningen, waarvan automatisch de rente wordt verhoogd of ver- FEÜ1LLETON Uit het EngeUch van DOLF WYLLARDE 11. Naarmate het later op den dag werd, maakte de schroeiende zonnehitte plaats voor een klamme, vooh- tig-warme damp. Harrel zat bijna den heelen middag op de veranda; hij rookte sigaretten, dommelde, met het gevoel alsof de hitte zijn hersens samensnoerde en met een smachtend heimwee naar de frissche zeewind van het Engelsche vaderland. Hij was lamgeslagen door de benauwende hitte, zooals nog nooit te voren het geval was geweest en toen de thee gebracht werd, dronk hij het eene kopje na het andere, maar zijn eten roerde hij niet aan. Eindelijk, toen het begon te schemeren, dwong hij zich om op te staan en wat te wandelen in den rozentuin. Maar het was alsof alles voor zijn oogen schemerde, de bloemen één rommeligen hoop vormden en zijn voe ten van lood waren. Toen een hevige duizeligheid en koude rillingen... „Koorts", drong het vaag tot zijn bewustzijn door. „en niemand in de nabijheid die het weet en die hier voor de dingen zorgen kan." Hij had niet veel verstand van deze tropische koorts; hij had wel gehoord van menschen, die er drie weken „mooi" mee waren geweest en van anderen, die in twee of drie dagen weer op de been waren. In elk geval, als hij morgen niet beter was, zou hij dokter Meillet een boodschap sturen; nu, tegen den avond zou hij dien goeden ouden man maar niet meer lastig vallen. Het kostte hem inspanning om te denken, alles was vaag en verward in zijn geest. Hij wilde een van de bedien den roepen, maar hy had er de kracht niet toe, zijn stem scheen hem in de steek te laten. Hij wist niet hoe hij, strompelend en wankelend, de voorgalerij weer bereik te en in huis kwam. Hij was beurtelings warm en koud en had een gevoel in zijn hoofd alsof dat opeens driemaal de natuurlijke grootte had! Eindelijk scheen iemand hem dan toch gehoord te hebben, want hij was zich vaag bewust dat hij een van de huisjongens om heete wiskey en water vroeg en meedeelde dat hij naar bed ging. Er was geen ki nine in huis en Harrel wist niet wat hij beginnen leagd. Over 't algemeen is de rentetype niet hoog, twee van 5^4 drie van 4 en voorts van 4% of 4y2 De heer Jn. Lont zegt dat de Boerenleenbank de vrijheid neemt om de rente te verhoogen, dus moet ze ook maar verlagen. De heer Kaan vraagt of de leeningen van bVi niet kunnen worden afgelost., want bij de Boerenleen bank komt de gemeente wel voor 4 klaar. De Voorzitter weet niet precies hoe de voorwaarden zijn, een paar leeningen, die van k"A blijken ge fixeerd te zijn. Al deze stukken worden voor kennisgeving aange nomen. Voorts kwam een verzoek in van de Groep Neder land van het Alg. Ned. Verbond tot vaststelling van een belastingverordening ter beteugeling van het ge bruiken van opschriften in vreemde talen. Dit verzoek doet B. en W. opmerken, dat opschrif ten in vreemde talen (op buitenverblijven e.d.) hier weinig of niet worden aangetroffen en er dus voor de gemeente zeker geen reden aanwezig is, anders dan uit fiscaal oogpunt, om een dergelijke belasting in te voeren. Zij stellen dan ook voor hiertoe niet over te gaan en hiervan aan adressante mededeeling te doen. Aldus wordt besloten. Verzoek Afd. Wieringen van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling om subsidie. Met betrekking tot het om praeadvies in handen van B. en W. gesteld verzoek van het Bestuur der hier gevestigde afdeeling van het Instituut voor Ar beidersontwikkeling om toekenning van een subsidie, deelen B. en W. mede,.dat door hen omtrent den fi- nancieelen toestand der vereeniging nadere inlichtin gen zijn gevraagd. Deze inlicthingen worden overge legd. Zij geven B. en W. aanleiding op tc merken, dat een contributie .van 15 ets. per maand, waarvan dan nog de helft aan het hoofdbestuur wordt afgedragen, wel heel laag te noemen is en dat het geen verwon dering behoeft te wekken, dat met deze inkomsten de vereeniging weinig kan doen. H.i, ligt het dan ook op den weg van het bestuur in de eerste plaats te zorgen voor meerdere inkomsten door de contributie, welke nog geen 4 cents per week bedraagt, op een hooger bedrag te stellen. Ter aanmoediging van de taak, die de vereeniging verricht, achten B. en W. intusschen steun door de gemeente wel wenschelijk, zoodat zij voorstellen aan de afdeeling voor het jaar 1931 een subsidie te verleenen groot f25. De heer Jn. Lont erkent, dat een subsidie van f25 niet hoog is, maar als wij op dien voet doorgaan, kunnen andere vereenigingen ook wel om subsidie komen. De contributie die geheven wordt is zoo ge ring en als de heeren het in hun hoofd krijgen om een cursus op te zetten, hebben ze er voor te zor gen dat door verhooging van contributie de cursus betaalt kan worden. Met deze lage contributie is het niet moeilijk een cursus op te richten, er blijkt voor een dergelijken cursus niet veel noodig te zijn. De heer P. Kooij deelt mede, dat het Instituut door S.D.A.P. en N.V.V. is gesticht en dat de daarin geor- ganiseerden wekelijks aan contributie betalen 85 cent en 15 cent voor het instituut. Het instituut be oogt om hen, die alleen de lagere school hebben be zocht, en van welk onderwijs gewoonlijk niet veel blijft hangen, verder te bekwamen. Het is een hulp werktuig om meer kennis bij te brengen; feitelijk be weegt het instituut zich op het terrein van de ge meente, immers er wordt onderricht in taal, reke nen, lezen en schrijven gegeven. Zij die wekelijks 85 en 15 cent contributie betalen, behooren niet tot de slechtsten, de leeraren doen kosteloos het werk en dan gaat het maar niet aan, om te zeggen, dat de contributie zoo laag is. De Voorzitter merkt den heer Jn. Lont op, dat het geen bezwaar is als meerdere aanvragen om subsidie komen, want elk geval wordt op zichzelf beschouwd. Als we geen subsidie noodig achten, zullen we het niet voorstellen. De heer Lont wijst op het vervolgonderwijs, doch de Voorzitter merkt op, dat door te weinig animo geen vervolgonderwijs wordt gegeven. De heer P. Kooij zegt, dat als vervolgonderwijs werd gegeven, de gemeente heel wat duurder uit zou zijn. Spr. wil niet zeggen dat de gemeente haar plicht verzaakt, maar het Instituut beweegt zich op het terrein van de gemeente. Ook het rijk geeft sub sidie aan verschillende jeugdvereenigingen. zijn inderdaad het meest ideale middel ter bevorde ring van een normalen stoelgang. Gemakkelijk in te nemen, aangename smaak, verwekken geen krampen. 0.65 per flacon. moest. De neger scheen buiten zichzelf van schrik; hij bracht het gevraagde maar liet zijn meester zelf den drank mengen en verdween weer zoo snel als met goed fatsoen mogelijk was. „Waarom doet die kerel zoo angstig?" dacht Harrel verward; ,zou die idioot bang zijn dat koorts besmet telijk is?" In zijn halve verdooving dacht hij heelemaal niet meer aan de bamboepalen en de sodawater-fleschjes in het weiland en aan het feit, dat er „Obeah" tegen hem uitgeoefend werd. Maar zijn personeel dacht er zooveel te meer aan en beschouwde de koorts als een direct gevolg van de duistere krachten, die op hun meester waren losgelaten! Gedurende den nacht nam de koorts steeds toe; hij lag in bed te woelen en te draaien, nu eens gloeiend heet, dan weer rillend van kou. Langzamerhand begon hij te ijlen en waande zich weer in Engeland bij zijne vrienden. De bedienden, te bevreesd om naar bed te gaan, luisterden trillend van ontzetting, hoe hij telkens het refrein van een schoolliedje herhaalde, hoe hij bul derde van het lachen om vroeger beleefde studenten grappen, hoe hij later op smeekende toon sprak tegen iemand, die hij meende dat naast zijn bed zat en voor wie hij alles uitstortte, dat hij twee jaar tevoren met moeite ingehouden had. Daarop werd hij rustiger en de zwartjes wat minder angstig, toen hij op kalrnen toon verder praatte tegen een denkbeeldigen „Babs". Hij scheen te meenen dat ze zijn hand vasthield en vroeg haar haar koele vingers op zijn voorhoofd te leggen. Hij wist zeker dat zijn voorhoofd minder gloeiend en pijnlijk zou zijn, als ze dat deed! Bij het krieken van den dag, sloop een troepje negers, met hun bezittingen in een bundeltje bij zich, het huls uit. Ze ontmoetten de daglooners die naar hun werk op het land gingen. De beide groepen hielden een conferentie. „Het is niet verstandig om aan het werk te gaan," beweerde een van de huisbedienden. „Het is slecht met Massa Harrel; hij gaat dood... .Heusch Robert? Is net zeker?" vrog een van de arbeiders in antwoord op deze mededeeling. „Wordt hij door „Obeah" gedood?" Het vreeselijke woord werd met kennelijken schroom uitgesproken. „Vast! Hij heeft vreeselijken koorts. Het heele huis is onder „Obeah". Wij gaan heen; dat moesten jullie ook maar doen!" De daglooners aarzelden een oogenblik, maar ten- De heer M. Kooij vraagt of er wat gebruik van het Instituut wordt gemaakt. De Voorzitter deelt mede, dat de vereeniging op 21 December 1929 is opgericht met 45 leden, welk aantal nu is gestegen tot 62 leden. De heer Bakker acht een kleine subsidie wel ge- wenscht. De heer Jn. Lont kan zich na de toelichting wel met het voorstel van B. en W. vereenigen. Met het oog op het vervolgonderwijs maakte spr. eerst bezwaar. De Voorzitter zegt, dat niemand het den heer Lont zal kwalijk nemen als deze inlichtingen vraagt. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom stig het voorstel van B. en W. besloten. Wijziging en aanvulling der verordening op den vleeschkeuringsdienst. Als gevolg van de aansluiting van Wieringen bij de verwerkingsinrichting te Schagen, is het noodig de verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch in deze gemeente met, den nieuwen toestand in overeenstemming te brengen. Mitsdien bieden B. en W. ter vaststelling aan een ontwerp tot'wijziging en aanvulling dier verordening, met den inhoud waarvan de Gezondheidscommissie zich, blijkens overgelegd schrijven, kan vereenigen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt tevens nog enkele andere wijzigingen aan te brengen, waarvan de wenschelijkheid of de noodzakelijkheid is geble ken. Deze wijzigingen betreffen de artt. 3, 15, 18 en 26. De intrekking van art. 26 is een gevolg van de om standigheid, dat bij nadere overweging niet de naam van de gemeente Den Helder, docli die van de ge meente Wieringen op de stcmpelmerken behoort voor te komen. In verband hiermede moeten die stempel- merken alsnog door nieuwe vervangen worden. De overige wijzigingen behoeven, naar het B. en W. voorkomt, geen nadere toelichting. De heer J. Kooij vraagt, of in deze verordening ook de ophaaldienst is begrepen. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer J. Kooij: Dus als er bericht van wordt ge zonden, dan moet het opgehaald worden. De Voorzitter zegt, dat we daarover aanstonds kunnen spreken. Met algemeene stemmen wordt de wijziging en aanvulling goedgevonden. De Voorzitter deelt dan mede, dat cadavers van be neden één jaar op een bepaalde plaats moeten wor den gebracht en dan worden afgehaald. Bestrating en rioleering van de Smids in verband met de wenschelijk gebleken verbete ring van de Smidssteeg te Hippolytushoef, hebben B. en W. ter zake een onderzoek doen instellen. Ver betering is noodig, omdat deze steeg bij natte weers gesteldheid schier onbegaanbaar is. Volgens B. en W. is bestrating met beschikbaar komende oude klinkers voldoènde. Naar raming van den opzichter zal dit circa f310.kosten. Zouden nieuwe steenen gebruikt worden, dan zal zulks een uitgaaf van f910.vorde ren. Voor dit werk kunnen echter gevoegelijk oude steenen aangewend worden. Aanleg van rioleering is mede noodig, bestaande uit bctonbuizen van 20 c.M. diameter en 3 stuks betonstraatkolken van genorma liseerd model, alsmede 1 betonstraatkolk met stank- scherm van speciaal model. De kosten van deze rioleering worden op f250.begroot. De opzichter be veelt tevens aan, ter verbetering van de afwatering der Hoofdstraat, nog een gedeelte rioleering te leggen voor de perceelen van de N.V. Albert Heijn en den heer S. de Vries in deze straat, welk gedeelte dan in verbinding zal worden gebracht met het aan te leg gen riool in de Smidssteeg. De kosten hiervan zullen ongeveer f 150.beloopen. B. en W. stellen voor, ter uitvoering van deze wer ken, credieten tot bovengenoemde bedragen te ver leenen. Naar aanleiding van de in de Raadsvergadering ter sprake gebrachte wenschelijkheid tot aankoop van het woonhuis Smidssteeg no. 3, spreken B. en W. hier als hun oordeel uit, dat bij amoveering van dat per ceel weliswaar ecnige verbetering (verruiming) wordt bereikt, doch dat deze niet van voldoende gewicht is om een dergelijke uitgaaf te rechtvaardigen. Boven dien is deze steeg voor het verkeer van zeer bijkom stige beteekenis en zelfs voor motorrijtuigen verbo den. Een ingrijpende maatregel als deze komt zeker niet in de eerste plaats voor deze steeg in aanmer king. De heer Kaan vraagt, of de bestrating met oude steenen dus alleen de Smidssteeg betreft. De Voorzitter antwoordt bevestigend, gebruik van nieuwe steenen zou f 600 meer kosten. De heer Lub vraagt of de straat even breed wordt. In de Smidssteeg mag geen verkeer wezen een ook spr. vindt, dat mei oude steenen kan worden vol staan. De heer Kaan heeft, wat den aankoop van het woon huis betreft, officieus gehoord, dat S. Wageraaker er ook wel wat aan wilde bijdragen. De Voorzitter deelt mede, dat het perceel zonder spr.'s voorkennis al afgebroken wordt. De heer P. Kooij: Tenminste van binnen. Conform het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. slotte gingen ze met de huisbedienden mee en slopen de hekken van L'Opale uit. Het was doodstil op de verlaten plantage; alleen het klagelijk gejank van den hond verbrak de stilte... Harrel's ziekte werd niet zoo heel spoedig bekend, tengevolge van het feit, dat de zwarten die toeschreven aan ,Obeah"! Negers praten niet over deze gevreesde macht, als ze het eenigszins vermijden kunnen zeker niet tegen blanken. Maar aan het eind van den tweeden bedacht een van Harrei's huisbedienden, dat hij verstandig zou doen om een nieuw baantje te zoeken, eer al zijn geld op was en hij dwaalde rond in de buurt van Rêve d'Or. Hij durfde zijn diensten niet aan den opzichter daar aanbieden, omdat die hem niet bepaald vriendschappelijk gezina was en hij wachte of misschien iemand van de familie zich zou vertoonen. Toen dat eindelijk gebeurde, was dat echter niet Salmon zelf, zooals de neger gehoopt had, maar de jonge ,;Missis". Eulalie de Floissac had haar ponnie gezadeld om bij het koeler worden van den dag een rit te maken. Ze hield den teugel in, toen de man haar „goedenmiddag" wenschte en vroeg wat hij wilde. „Ik zoek een baantje, juffrouw," antwoordde hij be dremmeld. „In de stallen?" „Ja... of wat anders." ,,Ik geloof niet dat meneer Salmon werkvolk ge bruiken kan. Waar heb je het laatst gewerkt?" „Op L'Opale." „Op L'Opale? En heeft meneer Harrel je ontslagen?" „Neen juffrouw. Meneer Harrel is ziek. We zijn van ochtend allemaal weggegaan. Hij heeft zware koorts." „Zware koorts! En jullie zijn allemaal weggegaan." Een moment keek het meisje hem met bliksemende oogen en trillend van verontwaardiging aan. Toen zette ze haar rijdier aan tot galop en was weldra in een stofwolk aan zijn oog onttrokken. De neger stond haar verwezen, met open mond, na te kfjken... HOOFDSTUK XIII. De middag was al bijna ten einde, toen een dam pende ponny het erf van 1'Opale opdraafde. Eula lie sprong snel uit den zadel en leidde het dier naar den stal. Daarop liep zij haastig hjet erf over en ging het huis binnen. Bij de deur van Harrel's ka- De openbare vergadering wordt vervolgens ge schorst, teneinde een fotograaf in de gelegenheid te stellen voor het Gemeenteblad een foto van het raadscollege te nemen. Vervolgens wordt aan de orde gesteld: Aankoop van grond ter verbreeding van de Koningstraat. Op grond van de omstandigheid, dat de nog imropr in grootte toenemende autobussen moeilijkheden on dervinden bij het gaan door de bocht Koningstraat Elftstraat te Hippolytushoef, hebben B. en W. on derzocht of door terugzetting der hekken aan de Zuidzijde van de Koningstraat verbetering van de situatie mogelijk was. Na onderhandeling bleken de eigenaren bereid hunne hekken 0.5 a 0.6 Meter achteruit te zetten. In verband hiermede stellen B. en W. voor aan te koo- pen een strook grond ter grootte van VA M2. van mw. A. C. Lossie en een strook ter grootte van VA M2. van den heer S. Bakker Cz., welke grondstrooken deel uit maken van de kadastrale perceelen Sectie C, onder scheidenlijk genummerd 3657 en 3656. De aankoop zal geschieden tegen een prijs van f5.— per M2. en onder beding, dat de kosten van overdracht, zoomede die van het verplaatsen en zoo noodig herstellen der hek ken en die tot verplaatsing van eonige heesters voor gemeenterekening komen. De heer Jn. Lont acht de verbreeding van 50 c.M. van weinig beteekenis en spr. is er niet voor om voor die geringe verbetering f5 per M2. te geven. De heer Bosker wijst op de noodzakelijkheid dat verbreeding plaats vindt, bij Tienis Oden is de muur reeds half doorgeschaafd. De heer P. Kooij merkt op, dat de groote bus van Prins er niet eens door kan. Een prijs van f5 voor de gemeente is niet hoog. De Voorzitter deelt mede. dat van de dames Los sie een breedere strook niet was te krijgen en de heer Bakker deelt mode, dat zijn vader beslist niet meer dan een breedte van 50 c.M. wil afstaan. De heer Oden vindt dat 60 c.M. breedte al aardig wat beteekent en bovendien iedere verbreeding die daar kan plaats vinden, dient te worden aanvaard. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen, de heer Bakker nam niet aan de stemming deel. Uitbreiding laagspanningsnet te Den Oever. Naar aanleiidng van de aanvraag van B. en W. om, vóór met het maken der straat op het schoolter rein te Den Oever wordt begonnen, de electriciteits- kabel op dat terrein te leggen, is van de Directie van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf het antwoord ontvangen, dat zij daartoe bereid is op voorwaarde, dat de gemeente in de kosten van deze netsuitbrei- ding en van de daarvoor noodzakelijke verzwaring van het bestaande laagspanningsnet aan den Gast- huisweg, eene bijdrage verleent van f2820, zulks op grond, dat de te-maken werken vooralsnog niet ren dabel zijn. De Directie verklaart zich daartegenover bereid om voor elk perceel, dat binnen 10 jaar na het gereedkomen der werken op het betreffende kabel gedeelte aan den geprojecteerden weg wordt aange sloten, een restitutie te verleenen naar het volgend© schema: De restitutie bedraagt, indien de stroomlevering aanvangt in het le jaar na gereedkomen der werken f 150 p. perceel, 2e jaar na gereedkomen der werken f 138 p. perceel, 3e jaar na gereeedkomen der werken f 126 p. perceel, 4e jaar na gereedkomen der werken f112 p. perceel, 5e jaar na gereedkomen der werken f 99 p. perceel, 6e jaar na gereedkomen der werken f 84 p. perceel, 7e jaar na gereedkomen der werken f 69 p. perceel, 8e jaar na gereedkomen der werken f 52 p. perceel, 9e jaar na gereedkomen der werken f 36 p. perceel, 10e jaar na gereedkomen der werken f 18 p. perceel. De restituties zullen gezamenlijk het bedrag van f2820.nimmer overschrijden. Aangezien bij het niet-verleenen der gevraagde bij drage de mogelijkheid van stroomvoorziening van de te bouwen woningen zoowel als van de te stichten school in gevaar zou komen, stellen B. en W. voor de bijdrage op bovengenoemden voet toe te staan. De heer Kaan vindt het veel geld. De heer J. Kooij oordeelt, dat het bedrijf erg kren terig voor den dag komt, en maar steeds aan 't pluk ken is. De Voorzitter zegt, dat het de gedachtengang van B. en W. is, om een gedeelte der kosten op de koo- pers van de terreinen te verhalen. De kos ten bedragen een kleine 30 cent per M2., maar B. en W. willen niet verder gaan dan den koopprijs van den grond met 25 cent per M2. te verhoogen Hoe meer huizen er komen, hoe meer restitutie krijgen we van het P.E.N. De voordracht van B. en W. wordt met algemeen© stemmen aangenomen. Verkoop van bouwgrond. Bij B. en W. is ingekomen een verzoek van de hee ren J. Verfaille en C. Kaan om van de gemeente te mogen koopen de beide bouwterreintjes, gelegen in den Zuidoosthoek van het nieuwe schoolterrein te mer bleef ze staan en luisterde. Een oogenblik was het doodstil in de kamer. Toen werd de stilte verbroken door een zacht gekreun. Ge- jaagd opende Eulalie de deur en ging binnen. Harrel lag in half-bewusteloozen toestand te bed. Onrustig trok hij aan zijn kussen om een koel plek je voor zijn hoofd te vinden. Toen Eulalie de kamer binnenkwam en op hem toe kwam loopen, schrok hij op. Met van koorts-gloeiende oogen staarde hij haar een oogenblik aan en poogde toen op te staan. „Water", klonk het heesch. Eulalie stond onbeweeglijk voor het bed. Zij wist niet, wat ze beginnen moest; ze voelde zich ver legen, bij de gedachte aan haar aanwezigheid op 1'Opale onder deze omstandigheden. Het beste was ongetwijfeld, om door te rijden naar Trinity en Dok ter Meillet te halen. Maar Harrel begon opeens te ijlen, stamelde verwarde woorden en halve zinnen en ze dorst hem in dezen toestand niet alleen te laten. „Ik zal je water geven", zei ze zacht. Zij durfde de kamer niet verlaten uit vrees, dat hij in zijn koortsachtig woelen uit bed zou komen. Daar om gaf zij hem maar wat van het lauwe water ta drinken, dat den heelen dag op het tafeltje naast het bed had gestaan. Hij bracht gretig het glas aan zijn lippen, terwijl zij hem met één arm ondersteunde. Ze bleef een poosje naast het bed zitten en zag, dat hij langzamerhand kalmer werd. De koorts scheen af te nemen, maar met haar weinige erva ring op dit gebied, begreep zij niet, dat zijn uitput ting voortdurend toenam. Zij wist nog steeds niet wat te doen, den patiënt alleen laten drufde ze niet en toen begreep ze, dat er medische hulp en medi cijnen noodig waren. Ze had meermalen gehoord, dat als een Europeaan, die niet aan het West-Indischo klimaat gewoon was, overvallen werd door een he- vigen aanval van koorts, deze menigmaal fataal bleek. Herstelde de patiënt, dan herhaalden deze aan vallen zich weliswaar, maar toch minder hevig en konden ze meestal met succes door kleine bestreden worden. Langzamerhand was het donker geworden. Harrel lag nu vrijwel onbeweeglijk in het bed. Ze liep de hall in, vanwaaar ze een oog op den zieke kon hou den en stak de lamp in de hall op, een staande lamp van Engelsch maaksel, die Harrel uit Londen had meegebracht en waarvoor zij zelf een rood-zijden kap had gemaakt. Toen het zachte lichtschijnsel zich door de kamer verspreidde, kreeg ze een oogenblik het warme gevoel alsof ze in haar eigen huis was.... Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 11