Radioprogramma Tuinbouwvereeniging „De Groentecultuur" te Broek op Langendijk. Staatsloterij. perceel een gemiddelde aangeven. Er zouden dan op •datzelfde perceel hoogere en lagere toestanden wor den aangetroffen. Het spreekt vanzelf, dat de waarde van de uitvoe ring in de practijk daarmee niet grooter wordt. Des alniettemin geloof ik toch, dat het onderzoek ons een heter richtsnoer geeft dan de voorheen geldende over wegingen. De aanbevolen nul-toestand hij grasland is een punt iaat overal bestreden wordt en m.i. terecht, omdat hieromtrent nog onvoldoende onderzoekingen hebben plaats gevonden. Wel zijn door Prof. Hudig pot- en vakkenproeven genomen met enkele soorten grassen. Daarbij bleek, dat een toestand om en bij nul de beste resultaten gaf. Hierbij werd echter gebruik ge maakt van bepaalde stammen, welke misschien an dere eischen stellen dan de algemeen voorkomende stammen. Proeven in Ovorijsel met Eng. Raygras ge nomen gaven dan ook oen ander resultaat; daar bleek volgens 't verslag der Landbouwweek in 1928, dat. aan min 10 de voorkeur moest worden gegeven Bekalkingsproevcn op gewoon grasland hebben tot dusverre onvoldoend resultaat gegeven. Nadere on derzoekingen hebben geleerd, dat dit niet mogelijk was ook, daar de toegevoegde kalk uiterst langzaam zich naar beneden verplaatst. Verder wordt aange nomen, dat het grasbestand zich eerst moet wijzigen. Bevestiging van de waarnemingen van den heer Hudig heeft dus nog onvoldoende plaats gevonden. Wel is bekend, dat grasland te Rothamstead, na ge durig gebruik van zwavelzure ammoniak, hetwelk den kalktoestand verlaagt, langzamerhand minder opbrengt. Ook is waargenomen, dat in te zaaien bouwland het best aanslaat als de kalktoestand in de richting van nul is gebracht. De Zijpe-proefveldcn van 1928 hebben ook geen vol- dende aanwijzingen gegeven; al bleek daar wel dat. de zwavelzure ammoniak vooral op de zuurdere per- ceelen iets slechter werkte dan de basische chilisal- peter. De resultaten in 1929 gaven geen aanleiding om een basische bemesting to verkiezen boven een zure. Waar de meeste proefvelden een kalktoestand had den van nut tot min 10, waren groole verschillen hier ook niet. te verwachten. Aanwijzingen dat 't niet ver mis is do nul-richting te prefereeren zijn er dus; bevestiging evenwel, dat de nul-toestand de meest gewenschte is, werd nog uiet voldoende verkregen. Als vaststaan/e mag worden aangenomen dat zwavelzure ammoniak en ook super den kalktoestand verlaagt en meer naar mate het humusgehalte lager is. Uit theoretische overwegingen worden ook de kalizouten tot die groep gerekend, evenals leunasal- peter. Er zijn evenwel ook Duitsche proeven gepubliceerd, waarbij kalizouten een stijging der alealiteit ver oorzaakten. Ook stalmest heeft in den aanvang een kalktoe- standsverhoogenende werking. Merkwaardig is, dat geregelde stalmestaanwending de schadelijke wer king van een lagen kalktoestand in zekere mate op heft; ontkend kan echter niet worden 't resultaat van enkele proeven, dat bij een goeden kalktoestand de stalmest beter werkt dan bij een lage. Toepassing van de voorschriften der kalktoestands- theorie zou dus het meeste effect hebben op zand gronden waar hoofdzakelijk zonder stalmest wordt gewerkt. Als alles wat in 't. voorgaande is meegedeeld wordt samengevat, dan blijkt daaruit het volgende: le. Het kalktoestandsonderzoek, zooals dat uitge voerd wordt door het Bedrijfslaboratorium, is tot dusverre de meest betrouwbare methode, om vast te stellen hoeveel kalk moet worden toegevoegd om de neutrale reactie te bereiken. 2e. De thans aanbevolen optimum kalktoestanden zijn voor de bouwgewassèn op zandgronden in de goede richting vastgesteld en nadere onder zoekingen zullen moeten leeren in hoeverre ze op alle typen zandgronden absoluut juist zijn. 3e. Een verkregen analyse van een perceel moet worden beschouwd als een gemiddelde van op kleine afstanden vrij uiteenloopende kalktoe standen. 4e. De opvolging der gegeven adviezen bij bouw land zal grooter resultaat geven naarmate den gevonden kalktoestand meer afwijkt van het gebied nul tot min 10. 5e. Het is voor zeer zuur en basisch reageerende zandbouwgronden wenschelijk ze te laten on derzoeken op kalktoestand. 6e. liet beoogde resultaat wordt alleen verkregen bij een doelmatige vermenging van de kalk met de bouwvoor. 7e. Het is nog niet voldoende vastgesteld, dat de meest, gewenschte toestand voor zandgrasland dc nultoestand zou zijn. 8e. Een kalkbemesting op grasland dringt zeer lang zaam in den bodem, zoodat de eventueele re sultaten eerst na verloop van tijd te voorschijn treden. 9e. Zwavelzure ammoniak en superfosfaat werken ontkalkcnd en moeten daarom op zandgrond, welke naar de plusrichting moet worden opge voerd, niet worden gebruikt. 10e. Thomasslakkenmeel, chilisalpeter en kalksal- peter voeren den kalktoestand omhoog en kunnen dus als een gewenschte bemesting wor den beschouwd op gronden met een te lagen kalktoestand. Het practisch nut van de bepaling van den kalk toestand van zandgronden blijkt voldoende uit de bovenstaande tien punten. Vooral kalkarme zand bouwgronden kunnen .zeer gebaat zijn bij dit on derzoek, terwijl voor minder kalkarme perceelen ge wenschte aanwijzingen kunnen worden gegeven om trent de aan te wenden stikstof- en fosforzuurmest- stoffen. Ook de productiviteit van zandgraslanden zal on der bepaalde omstandigheden gunstig kunnen wor den beinvloed, als de bemesting in overeenstemming wordt gebracht met de uit het kalkonderzoek afge leide adviezen. Kortom: het kalktoestandsonderzoek van zand gronden kan in vele gevallen waardevolle aanwij- ringen geven inzake de bemesting. Hierna werden eenige lantaarnplaatjes vertoond, welke den indruk van het gesprokene konden be vestigen. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen wordt allereerst gebruik gemaakt door den heer Ir. S. Sme ding. De lieer Smeding heeft o.m. bij de lantaarn plaatjes foto's van proefvelden gezien, waarbij de uit werking van stalmest gunstig afstak bij diverse kalk toestanden. Welke verklaring moet hieraan worden gegeven en wat is in het algemeen den invloed van alcalische en zure gronden op een groeiend gewas, waardoor een duidelijker inzicht wordt verkregen in den basistoestand der bemesting. De heer Ir. Vccnstra is van meening dat de werking van stalmest, op een lagen kalktoestand zoo tot uiting komt, omdat de stalmest o.a. ontleed wordt in kool zure ammoniak, welk zout basisch reageert, waardoor de kalktoestand tijdelijk kan worden verhoogd. Bo vendien verkrijgt grond met stalmest bemest een grooter bufferend vermogen. Welken invloed een ge was heeft op den kalktoestand van den grond, daar over bestaan nog geen gegevens, zoodat spreker daar op het «ntwoord moet schuldig blijven. De heer E. v. d. Laan zegt dat door deskundigen in de bemestingsleer tegenstrijdige antwoorden gege ven worden als men hun de vraag voorlegt, welke reactie stalmest heeft. Ook over de reactie van diverse kunstmeststoffen bestaan verschillende inzichten, het geen spreker met voorbeelden nader toelichtte. Dat stalmest basisch reageert wordt betwijfcltd, omdat stalmest in den grond ook veel koolzuur verwekt, hetgeen weer op een zure reactie wijst. Verder wijst spreker op bloembollengronden, die weinig behoefte aan kalk zouden hebben het betrof hier gronden die eenige steken diep naar boven worden gebracht, doch welke gronden zich door zwavelwaterstof in een zoodanigen toestand bevonden, dat van oen voldoenden oogst kwalijk kon worden gesproken. Het is jammer dat de voorstanders van den kalk toestand hun definitie hebben moeten wijzigen, het geen wantrouwen heeft gewekt in hun theorie, waar door de zaak op losse schroeven is gezet. Aan den kalktoestand zitten ook goede kanten, die van veel hoteekenis zijn en in zooverre juicht spreker het toe, dat door deze inleiding de aandacht op deze kwestie is gevestigd. Door den heer J. H. Velders worden de volgende opmerkingen gemaakt. De inleiding van den heer Ir. Veenstra. is een mooi stuk werk en hij wil gaarne be tuigen dat aan het houden van zoo'n inleiding heel wat is moeten worden in studie genomen; spreker had evenwel niet zoo naar voren moeten brengen de conclusies van den heer Witteveen. Deze persoon toch staat in deze kwestie op een veel te eenzijdig standpunt. Hij heeft nl. nooit de proefvelden bezocht waarop de kalktoestanden worden gedemonstreerd en verder verbiedt hij in zijn consulentschap aan de landbouwonderwijzers om over den kalktoestand'op de cursussen te spreken. Personen die zoo tegenover iets nieuws staan, en aan kritiek doen zender daar bij over genoegzame praktische ervaringf-n te be schikken, moeten niet aangehaald worden. De aan wezigen moesten eens meenen dat de heer Witteveen in deze een autoriteit was en waar in het algemeen in vergaderingen de denkbeelden van hen, die nega tief werk doen, meer aanhang vinden, dan de gedach ten van hen die opbouwend werk verrichten, hebben de aanhalingen van den heer Witteveen naar spre kers meening de inleiding wel wat ontsiert, hoewel toegegeven moet worden, dat de inleider geenszins de inzichten van den heer Witteveen deelt, hetgeen blijkt uit de in de inleiding neergelegde conclusies. Het moge waar zijn dat een kalkgift niet direct de re sultaten geeft, die men er zich van voorstelt, op den duur komt het met zoo'n kalkgift in orde, hetgeen spreker afgeloopen zomer nog heel duidelijk kon waarnemen in de Zijpe. Verder wil spreker even naar voren brengen, dat hoewel de Zijper proef velden niet allen even duidelijk demonstreerden, wat de theorie als waar verkondigt, toch gewezen kan worden op resultaten, al moge deze dan ook geen wetenschappelijke waarde hebben. Het aoel waar mede zij zijn aangelegd is toch grootendeels bereikt. De bemesting der Zijpergronden is uit ue sleur ge rukt en in betere banen geleid, die tot verhoogde productiviteit dezer gronden kunnen leiaen. Hierna wordt gepauzeerd. Maandag 26 Januari 1931, hield de Tuinbouwver- eeniging „De Groente-Cultuur haar jaarvergadering in het lokaal van den heer Vijzclaar. Voorzitter de heer H. Glas opent met een welkom en memoreert dat. het afgeloopen jaar er een was van veel teleurstellingen, niet alleen wat betreft de lage prijzen, maar ook door misgewas en vele regens was de oogst klein. De revue van alle hier ter plaatse geteelde gewas sen werd gepasseerd, welke allen onderhevig waren aan prijzen, die zoor laag waren, waarop alleen de bloembollen een uitzondering maakten. Daar het vorige jaar voor de meeste bouwers ook alreeds slecht was, werd gememoreerd de moeilijke toestand, waarin velen komen te verkeeren. Door Provincie en Gemeente wordt crediet beschikbaar ge steld, voor diegene welke moeilijk dezen tijd door kunnen komen om het bedrijf gaande te houden. In dien er zijn die zich beschroomd gevoelen om het aan te vragen, merkt spr. op, laat uw bedrijf er niet door ten onder gaan, want het wordt beschikbaar gesteld om dit staande te houden. Anderzijds, wanneer men zich op een andere manier kan redden, die doe hei, want ook hier zijn vele moeilijkheden. Terwijl ook dit geld weer teruggegeven moet worden. Vérder merkt spr. op het gedwongen worden der kinderen te laten volgen het 7e en 8c leerjaar, ter wijl hun hulp in het gezin zoo bitter noodig is, daar men zich zoo gaarne zelf redden wil. Ook voor de kinderen is practisch werken zoo noodig, daar het anders allicht menschen worden, welke veel te hooge eischen aan het leven stellen, wanneer zij zoo lang naar de school gaan. Voor hen is het veel beter om op 12- a 13-jarigen leeftijd met de moeilijkheden die het leven biedt, eenigszins bekend te raken, tevens zou daardoor het bedrag wat minder uitgegeven moet worden, of meer inkomt, velen thans beter dezen tijd doen doorkomen. De regeering heeft hier een taak, die veel geld bespaard, de volkskracht verhoogd en het gezinsleven zou bevorderen. Voor hen, die meenen dat hun kinderen meer moe ten leeren, staat toch altijd de weg open; waarom nu niet voor hen die meenen dat hun kinderen naast schoolkennis ook in de praktijk moeten bekwaamd worden. Hulde werd nog gebracht aan wijlen de heeren J. Dirlcmaat en D. Slot voor al hetgeen door hen voor de vereeniging is gedaan. Ten slotte wekte spr. op om weer gemoedigd voor waarts te gaan, ook in donkere en moeilijke tijden, waarna de notulen werden gelezen en onveranderd vastgesteld. Door den secretaris werd hierna verslag uitgebracht van het afgeloopen jaar, waarbij bleek dat het leden tal 191 bedraagt. 8 Bestuursvergaderingen zijn gehouden en 3 leden vergaderingen. De teelt van koolzaad reuzenbloemkool is toegeno men, daar hiervan 20 pond zaad was besteld en van tusschensoort 21 pond. In verband met de moeilijkheden der teelt van de gewassen welke tot nogtoe werden verbouwd, is met den heer Van Egmond, hoofdcontroleur der vereen. „De Narcis" te Hillegom, de vraag besproken, of mis schien ook naast; de tulp de grond zich hier leende voor de teelt van de Narcis. Met den heer Van Egmond zijn nagenoeg alle grondsoorten ter plaatse bekeken, en bleek, dat be houdens de lage akkers, de grond voor die cultuur wel geschikt was. Veel is in het afgeloopen jaar wederom gedaan tot bestrijding der ratten, maar tot nogtoe is gebleken, dat allo aangewende bestrijdingsmiddelen nog geen absolute waarborg bieden. Het verslag spreekt verder nog van de moeilijkhe den waarmede in den tuinbouw geworsteld wordt, om ten slotte te eindigen, dat wil men staahde blijven, men zich aan de sterk verlaagde prijzen aan te pas sen, hetwelk niet anders zal kunnen, door eenerzijds hard werken en sober leven en anderzijds door sterk verlaagde prijzen van de middelen voor levensonder houd, en wanneer men de zaken zoo ziet en er naar handelt, men niet zal hebben te wanhopen. En zoo moet men weer vooruit, al weet men de uitkomst van het komende jaar niet. Maar wat men \yel weet is dit, dat men heeft te werken, met al de kracht te wer ken met hoofd en hand in het bedrijf en ook naar buiten, zoodat de regeering ook met de nooden re kent, en dan mag ook den zegen op al den arbeid worden venvacht van Hem, welke dien zegen de hand des vlijtigen beloofd heeft. Uit de rekening van den penningmeester bleek, dat de ontvangsten hebben bedragen f906.95 en de uitga ven f 816.82, saldo f 90.13, hetwelk met bestaande kas geld, groot f 1324.21 een bezit maakt op 1 Januari 1931 van f 1414.34. Bij monde van den heer H. de Graaf werd rapport uitgebracht, dat de boeken en bescheiden in orde zijn bevonden en adviseert derhalve tot goedkeuring. Medegedeeld werd dat nog 2 pond koolzaad en 2 pond tusschensoort bloemkoolzaad aanwezig is. Vervolgens werd de lijst gecirculeerd tot den aan koop van de hoeveelheid manden. In de plaats van den heer Jb. Kostelijk Jz., welke niet herkisbaar was. werd gekozen de heer H. de Graaf. Door den heer C. Slot Kz. werd rapport uitgebracht van de bevindingen der wortel zaad-commissie, welke meteen werd opgeheven, vanwege de mindere teelt van wortelen. Hulde werd nog gebracht aan wijlen den heer J. Dirkmaat voor hetgeen hij gedaan heeft als lid der wortelzaad-commissie. Punt 10 der agenda bevatte indiening voorstellen jaarvergadering L.G.C. In verband daarmede werd door den heer C. Slot Kz. het woord gevraagd. Spr. memoreert eerétens de regcerings-bemoeiingen in het bedrijf op 1 Augustus 1916. En gaf daarna als tegen prestatie productiekosten plus matige winst. Langza merhand kwam het gewone leven weer terug, alzoo geraakte ook de druk der regeering weg. Maar nu plotseling hebben we die regeeringsdruk weer ge kregen en noemt in dat verband het punt uien. De bemoeiing der regeering hierin is zoodanig, dat wan neer zulks zoo doorgaat, dc teelt uien den grond in gaat. Wanneer er handel komt in uien, moeten er tien tallen controleurs worden benoemd, daar men het anders volgens voorschrift onmogelijk goed kan uit voeren, want 1 man kan het niet doen. Zop het nu staat jvordt, wanneer er 6 velloozen, 4 even te klein en 2 met 'n pakje, gezegd, niet deugd zaam, overzoeken. Spr. vindt het onzin wanneer voor velloozen moet worden overgezocht, want die heeft men na het over- storten weer.. Zit er een klein plekje aan, wordt er gezegd, voor de consumptie ongeschikt. Vroeger in 1916 had men zulks ook wel, maar het is maar de vraag, hoe men het opvat. Spr. heeft den indruk dat de menschen welke van het U.C.B. de leiding geven, van de praktijk geen verstand hebben. Volgens het verslag van Koedijk is het twijfelach tig \yaar het besluit vandaan komt. Spr. was van meening dat het van de organisatie kwam, maar het blijkt van niet. Hoe is dit ontstaan? Gaat het van het Centraal Bureau uit, laat men het dan herzien. Blijkt het van niet, dat dan de organisatie alles doet óm het weg te werken. De heer P. Gias merkt naar aanleiding van het ge sprokene door den heer Slot op, dat het gebeurd is, dat de keurmeester uien goedkeurde, welke door den oontroleur werden afgekeurd. Tevens werd hem door een controleur meegedeeld dat de eigen voormannen het bij de regeering klaargemaakt hebben. Spr. is van meening wanneer de toestand zoo blijft voortbe staan, de gcheele uienteelt wordt vermoord. Voorzitter zegt dat het vraagstuk uien een lastige geschiedenis is. Het bestuur is ook de meening toe gedaan, dat het niet goed gaat. Onze invloed is maar zoo klein, daar wij 10 ver bouwen en de landbouw 90 Toch wensclit het be stuur voor te stellen dat het zoo onuitvoerbaar is. We vragen opheffing van het uitvoerverbod van uien langs den organisatorischen weg van L.G.C. en Prov. Commissie. De heer P. Glas is van meening dat wanneer het voorstel bij de L.G.C. komt, het in de doofpot wordt gestopt. Eveneens bij de Prov. Commissie en U.C.B. Spr. wenschl een gelijk schrijven naar den minister. Voorzitter zegt, dat we in deze den organisatori schen weg hebben te bewandelen. De heer A. Slot waarschuwt tegen een verbod van uitvoer zonder controle. We maken moeilijke tijden door, zegt spr., En wat betreft de behandeling dei- controleurs is wel eens niet mooi, maar toch moeten we de zaak nuchter bezien en de vraag stellen, is er controle noodig. En wanneer de controle niet goed toegepast wordt, moeten we probeeren .Lt in andere banen te leiden, maar wanneer we de boel onderste boven gooien, bereiken we niets, maar juist het te genovergestelde. Daarom moeten we gezamenlijk op trekken, om zoodoende een beteren toestand te scheppen. Voorzitter zegt, clat men niet tegen controle is, maar we komen er tegen op, dat het zoo onuitvoer baar is. Wanneer de keurmeester de uien keurt, dan moet het goed wezen, maar niet zooals bet nu ge beurt, dat de controleur ze daarna weer af kan keu ren. Spr. is van meening, dat door de regeering de stap te groot of te vroeg is genomen, het had heter van onder af door moeten werken. De heer A. Slot is van meening, dat het met de controle veel erger gemaakt wordt, dan het in wer kelijkheid is. Spr. moest zelf ook een keer overzoeken en was daar ook lang niet over tevreden tegenover den controleur, toch moest hij later erkennen, dat hij onbillijk was geweest. De controle is niet zoo, clat ze onuitvoerbaar is. De heer C. Slot zegt, dat het schijnt of hij de mee ning gewekt heeft, dat hij alles weg hebben wil. Dat is niet de bedoeling. Spr. is tegen de regeeringsbe- moeiing, die hebben we niet noodig. De heer Jb. Wagenaar zegt, dat hij destijds een felle tegenstander was van het U.C.B. Da burgemees ter vroeg toen nog aan hem, waarom hij er zoo te gen was, want het zou soepel toegep-isi worden. Spr. is voor controle, die moet er wezen, maar de soepele toepassing is er niet. Het wordt tijd dat de zaak anders aangepakt wordt. De heer Ooijevaar wijst er op, dat het niet op de wetten vastzit, maar op de uitvoering der controle, die staat, ons niet aan. Spr, neemt als voorbeeld de soepele toepassing van het U.C.B. betreffende de kool, hetwelk goed is gegaan, maar met uien is zulks anders. Wanneer men overtuigd is dat de uien goed is uitgezocht, dan moet de controle ook op een fatsoenlijke manier toegepast worden. De heer W. Balder zegt, dat we bij den uienhandel niets anders zien dan het eene woord; vrees. Het begin met het veilen, daarna het lossen, vervolgens de aanpakker en tot slot de keurmeester. De heer Van Die (keurmeester) zegt, dat hij van geen vrees wqet. Hij keurt de zaak naar zijn beste weten, en daarmee is het voor hem af, en daar komt geen vrees bij te pas. De heer W. Balder zegt verder, dat hij uien gezien heeft welke door den keurmeester goedgekeurd wer den, maar door den controleur niet. Verder stelt men den eisch niet alleen dat ze goed zijn bij één steekproef, neen bij iedere steekproef welke gehou den wordt bij een partij, mot^t voldaan worden aan de eischen en dat is onredelijk, en nu is de vraag: hoe komen we daarv&n af. De heer K. Huibers zegt, dat wanneer hier de uien goed wordt gecontroleerd, hoe gaat het dan in Rot terdam. Er is geen handelaar die zulks weet, terwijl het toch voor kan vallen dat ze daar ook weer afge keurd kunnen worden. De heer C. Spaans is van meening dat wanneer de nu bestaande regeeringsmaatregel weggenomen wordt, men van den wal in de sloot geraakt. We staan met onze uien op een hoog peil, ook tegenover Zeeland, ze moeten daar ook aan de hooge eischen voldoen en dat komt den handel ten goede. We moe ten trachten aangaande de uitvoering een adres te richten aan het U.C.B. De heer P., Glas zegt, dat wat door den vorigen spr. naar voren Wordt gebracht, wel heel mooi is, maar daarmee krijgen we geen opheffing. We zijn gebon den aan de wet en die kan niet soepel toegepast worden. We moeten ons hier uitspreken om een ver zoek te doen van opheffing gebod der regeering. De heer Jb. Slot zegt, dat wat naar voren ge bracht is betreffende herkeuring in Rotterdam, één maal is geschied. Zulks moet wel in verband met fraude welke gepleegd kan worden onderweg. Toch behoeft men ten opzichte daarvan niet bezwaard te wezen, want'zulks is maar miniem. De heer K. Visser zegt, dat wanneer hij het goed begrepen heeft, dan vallen we le. over de uiencon- trole en ten 2e wenscht het b.estuur aanneming dat de controle onderst boven gaat. Wanneer we dat doen komen we dan niet in gevaar met Zeeland? Spr. zou het voorstel bestuur zoo gewijzigd willen zien voor deze streek, dat de controle bij eigen organisatie bleef. De Voorziter, van meening zijnde, dat de kwestie nu genoeg van alle kanten is bekeken, doet hierna voorlezing van het voorstel van het bestuur, hetwelk aldus luidt: „De tuinbouwvereeniging „De Groentecultuur" acht de tegenwoordige regeling der uien-controle on uitvoerbaar en vraagt daarom opheffing van het uitvoerverbod van uien." Voorzitter zegt, dat de vereeniging erkent, dat ze niet alle controle van zich afschuift, maar acht dat deze op heden niet goed uitgevoerd wordt. De heer P. Glas zegt, dat we tusschen 2 vuren zit ten en zou gaarne een vingerwijzing willen doen en het voorstel aanvullen met het navolgende: „De tuin bouwvereeniging „De Groentecultuur" verzoekt de re geringsmaatregelen zoodanig te wijzigen dat ze ge lijk wordt aan de aardappelen-controle in den zo mer". Voorzitter zegt, dat dit ook in het bestuur naar vo ren is gebracht, maar we zijn er daar niet mee. Want de aardappelen kunnen evengoed over de grens zonder het U.C.B.-merk, maar met de uien kan dat niet, daarom is het van zoo'n ingrijpenden aard. De heer A. Slot waarschuwt nogmaals tegen ophef fing der controle en brengt in verband daarmede de uienteelt in Zeeland en de hooge eischen welke dar nu ook gesteld worden, en vreest dat door op heffing men zichzelve hier om hals brengt. Spr. zou willen voorstellen bij de L.G.C. dat de keuring U.C.B., welke er nu is, zoo blijft bij de plaatselijke contro leurs, en dat er 1 maai gekeurd wordt. Het voorstel van het bestuur, hierna in stemming gebracht zijnde, werd alzoo aangenomen met' 89 voor, 7 tegen en 2 blanco. Bij de rondvraag merkt de heer P. Glas op, dat wanneer de tijden veranderen, men de bakens moet verzetten. Spr. wil nu niet komen met salarisvermin dering voor de L.G.C. Maar hij zou toch gaarne zien dat daar de plaatselijke bestuurders vrij entrée heb ben in de veiling, de entrée voor de leden eens ver laagd werd inplaats van f4 op f2, zulks ook in ver band met de tijdsomstandigheden. Zal nader onder de oogen worden gezien. De heer K. Kaas vraagt, of de Plantenziektenkun- digen dienst nog vergoeding krijgt in verband met het vele werk dat gedaan wordt voor de vereeniging. Voorzitter zegt, dat het een dienst op zichzelf is, welke van iedere tuinbouwvereeniging vergoeding krijgt. - Door den heer P. Glas werd nog de opmerking ge maakt, dat niet op de agenda staat het punt verslag P.Z.B. Door den Secretaris werd mededeeling gedaan, na dat de correspondentie der P.Z.B. een zelfstandige organisatie geworden is, zulks niet meer geschiedde. De heer A. Slot vraagt, of er nog een lezing ge houden wordt over bloembollenteelt. Voorzitter zegt toe, dat het door het bestuur on der de oogen zal worden gezien. De heer P. Glas raadt de vereeniging aan, in deze cfen heer Schouten te vragen, welke kosteloos eeri lezing houdt over ziekte in bloembollengewassen. Eveneens bestaat er gelegenheid tot het verkrijgen van een film op dit gebied. Niets meer aan de orde zijnde, sluit voorzitter met woorden van dank de -vergadering. Trekking van Maandag 26 Januari 1931. 5e klasse 5e lijst. No. 10946 f 100.000. No. 7582 f 2000. No. 13343 f 1500. No. 7663 17791 f 1000. Nos. 2642 3645 5456 16701 17747 20790 f 400. Nos. 4234 5217 10700 15328 16355 f 200. Nos. 1013 3190 4017 7201 9289 9725 10345 12381 12922 13521 13982 14576 15287 f 100. Prijzen van f 70. 135 276 294 348 382 440 631 691 750 796 841 948 961 1095 1256 1328 1731 1745 1809 1855 1918 1921 2081 2149 2198 2327 2344 2373 2497 2665 2826 2887 2920 2922 3030 3063 3116 3234 3236 3316 3432 3436 3441 3612 3697 3714 3765 3779 4552 4601 4682 4947 4948 5195 5196 5222 5508 5558 5606 5685 5836 5849 6008 6113 6484 6589 6653 6723 6740 6762 6782 6790 6795 6845 6941 6953 7097 7323 7589 7670 7726 7767 7838 7884 7926 7996 8049 8057 8079 8122 8150 8206 8234 8710 8849 8867 9006 9097 9259 9315 9560 9633 9703 9710 9720 988 4 9888 10069 10150 10153 10226 10424 10471 10732 10735 10767 10784 10822 10857 10878 10931 10944 10949 10983 11127 11138 11274 11364 11410 11482 11503 11588 11590 11665 11689 11885 11892 11896 12057 12093 12182 12191 12232 12304 12341 12364 12420 12446 12490 12496 12553 12663 12773 12939 13003 13030 13166 13180 13544 13559 13793 13874 13875 13916 13981 14074 14286 14317 14323 14374 14415 14437 14541 14591 14784 14890 14959 15164 15295 15496 15505 15660 15677 15718 15744 15753 1581<f 16011 16032 16124 16204 16270 16321 16631 16737 16916 17024 17133 17359 17378 17389 17424 17468 17860 17905 17914 17928 17967 18190 18377 18379 18498 18518 18748 18963 19101 19141 19265 19397 19509 19520 19942 19951 19992 20287 20495 20679 20724 20762 20825 20947 20957 20970 Donderdag 29 Januari. Hilversum (1875 M.) A.V.R.O. 8.00 Tijdsein; 8.01—9.50 Gramofoonmuziek; 10.00 Tijd sein; 10.0110.15 Morgenwijding; 10.3012.00 Ochtend- concert door het AVRO-Kwintet; 12.00 Tijdsein; 12.30— 2.00 Concert door het Orkest van het Luxor Palast te Rotterdam; 2.002.30 Halfuur voor de Vrouw; 2.30 3.00 Rustpoos voor het verzorgen van den zender; 3.00 4.00 Naaicursus door Mevr. Ida de Leeuw-van Rees; 4.005.00 Ziekenuur; 5.005.20 Piano-voordracht door Karei de Jong; 5.206.30 Gramofoonmuziek; 6.307.00 Radio-Volks-Universiteit. Cursus. Inleiding tot de Para psychologie; 7.007.30 Engelscshe les voor Gevorderden; 8.008.30 Uitzending door den Bond van Jonge Libe ralen; 8.308.45 Sportpraatje door H. Hollander; 8.40 9.40 Populair Concert doorh et Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep; 9.40 Aansluiting van het Concertgebouw te Amsterdam. Uitzending van het tweede gedeelte van het Abonnemtensconcert; 10.0510.30 Lezing door A. Veraart, over: De doodelijke mist in de Maasvallei; 10.3010,45 Persberichten Vaz Dias; 10.4512.00 Gra- mofoonplaten; 12.00 Sluiting. Huizen (298 M.) K.R.O. 8.009.15 Gramofoonmuziek. N.C.R.V. 10.0010 30 Zang door het NCRV.-Dameskoor; 10.30 11.00 Korte Ziekendienst door Ds. J. J. v. Petegem. K.R.O. 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.011.30 Lunchmuziek door het K.R.O.-trio. N.C.R.V. 22.15 Gramofoonmuziek; 2.153.15 Cursus fraaie handwerken; 3.153.45 Vrouwenhalfuurtje; 3.454 Ver zorging van den zender, 4.00—5.00 Ziekenuurtje; 5.006.30 Concert; 6.306.45 Gramofoonmuziek; 6.457.00 Cursus Knippen en Stofversierieren7.007.30 Vroolijk allerlei. K.R.O. 8.011.00 Aansluiting van de Groote Concertzaal „Con- cordia" te Breda. Concert door het K.R.O.-Orkest; 8.00 Openingswoord; 8.108.35 Orkest; 8.358,50 Optreden van Maartje Offers; 8509.15 Orkest, 9.1510.00 Gra mofoonmuziek; 10.00—10.15 Maartje Offers; 101510.25 Orkest. 10.4511.00 Toespraak door den voorzitter van den K.R.O. 11.0012.00 Gramofoonmuziek

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 10