Schagsr Courani
Wat kost een gebroken hart?
Tweede Blad.
Orer de Engelsche taal.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Scheiding is in Amerika
een winstgevend beroep.
Donderdag 29 Januari 1931.
74ste Jaargang. No. 8807
En haar uitspraak.
(Van onzen Engelschen Brief-schrijver.)
24 Januari 1931.
HET is toch zoo'n makkelijke taal, dat En
gelsch!" Hoe vaak heb ik het al niet ge
hoord! De laatste maal is nog slechts een
paar uren geleden: een nieuwe Fransche
collega, die zijn werk in het lokaal naast mij zal gaan
(beginnen. Van hem is het een verzuchting. „Wij, met
onze eindelooze grammaire". wil hij zeggen, „met al
onze onregelmatige werkwoorden, met passé défini
en subjonctif, hebben het toch maar heel wat zwaar
der dan jullie. Engelsch kan iedereen wel leeren,
voor Fransch heb je hersens noodig".
Er is een grond van waarheid in. Natuurlijk, in
de meeste dingen, zoo niet in alle, die de menschen
beweren, is een grond van waarheid. Zelfs in de be
wering van den jongen, die zijn les niet kent, en die
verklaart ze toch zoo goed geleerd te hebben.
Maar, het blijft per slot van rekening toch ook
maar een grond. Een taal is niet alleen gram
imatïca. Weet U, wat Nolst Trenité, de bekende Chari-
varius, eens heeft gezegd? En u moet daarbij wel in
overweging nemen, dat Nolst Trenité leeraar E n-
g e 1 s c h was. Welnu, hij verklaarde dan, dat hij ten
allen tijde bereid was om onvoorbereid voor een ver
gadering van volwassen personen, menschen met ver
stand van zaken, een stuk Fransch of Duitsch voor
te lezen, maar hij zou er niet aan denken, datzelfde
met een stuk Engelsch te doen.
En dan is het Engelsch zoo'n makkelijke taal! Of
was misschien Nolst Trenité zoo slecht thuis in zijn
eigen vak?
We weten wel beter. Er bestaat geen enkele En
gelschman, die kan aannemen, een stuk in zijn
eigen taal onvoorbereid voor te lezen, en daarbij geen
fouten te maken.
Het is de kwestie van de uitspraak. We kunnen een
stuk Nederlandsch voor lezen met een mooie, be
schaafde uitspraak, en met een minder mooie, min
der beschaafde uitspraak. Met Fransch en Duitsch is
(het precies hetzelfde. We zeggen misschien vingt-et-
un met een uitspraak, dat een Franschman er een
kouwe rilling bij over zijn rug voelt gaan. Maar we
zeggen in elk geval vingt-et-un.
Dat is het struikelblok van het Engelsch. We ko
men een woord tegen, dat we niet kennen, of dat ons
op het oogenbük niet helder voor den geest staat. We
moeten het uitspreken, slaan er een slag naar, en
raden mis. Ziet u, daar zit hem de kneep. We
raden altijd mis.
Er bestaan vele boeken over Engelsche uitspraak.
Ik bezit er verscheidene. Maar in geen enkel er van
heb ik den regel aangetroffen, die ik U thans wil
toevertrouwen, en waarmee u het een heel eind heer.
•kunt brengen: Spreek een woord, waarvan u d& uit
spraak niet kent, anders uit, dan u denkt, dat het
zijn moet. Ziezoo, dan heeft u tenminste een redelijke
kans, dat het goed is.
Kent U het Engelsche woord voor bewonderen?
T o a d m i r ee klemtoon op de laatste lettergreep,
dus ongeveer: edmair. Wat is nu „bewonderenswaar
dig, of „admirable"? Edmairebel? Wel neen, natuur
lijk niet. Het is edmerebel, met den vollen klemtoon
op de eerste lettergreep. Wat is het tegengestelde
van pious, vroom, dat uitgesproken wordt pales?
Impious, niet waar, dus impaies? Natuurlijk alweer
niet; het is impjes. Zie zoo, nu gaan we raden.
Vroomheid is picty, spreek üit: paieti. Hoe spreekt u
nu impiety uit? Impjeti? Ja, nu heeft u mijn regel
van zoo even weer niet toegepast. Het moet a ri
der s zijn, dan u denkt, dus: impaieti.
Zoo zouden we uren kunnen doorgaan. O, dat En
gelsch is zoo'n genoegelijke taal. En nu hebben we
nog alleen maar over gewone woorden gesproken,
niet eens over eigennamen. Wie daarmee te maken
krijgt, kan gerust alle hoop opgeven.
Er zijn twee mogelijkheden. Jo kent den eigen
naam, of je kent hem niet. In het eerste geval kun
je hem misschien uitspreken. O ja, misschien, vol
strekt niet altijd. U moet niet denken, dat verschil
lende groepen van een familie denzelfden naam al
tijd" op op dezelfde manier uitspreken. Zoo saai is de
Engelsche taal niet. Er blijft altijd een element van
verrassing en onzekerheid over.
En in het tweede geval? Welnu, dan kun je hem
niet uitspreken. Dan kun je er alleen naar raden.
Mijn uitspraakregel, waarop ik binnenkort patent
ga nemen, kan daarbij uitstekend te pas komen.
Korten tijd geleden vraagt een collega me naar de
uitspraak- van een Engelschen eigennaam. Hij moet
dien avond een lezing houden. De naam Tombaugh
zal er in voorkomen. Wat moet hij daarmee doen?
Hoe spreekt U het Engelsche woord laugh uit9
Laaf, niet waar? E^ daughter? Dotter, maar dan met.
een langgerekte o en een t. Wie ter wereld zal nu
zeggen, hoe je Tombaugh uitspreekt?
Ik heb hem aangeraden Tombo te zeggen. Een
voordeel is, dat niemand op de vergadering waar
schijnlijk geweten zal hebben, hoe het werkelijk zijn
moest? Een Engelschman ook niet? Wel nee, even
min. Tenzij hij het toevallig wist, doordat hij mijn
heer Tombaugh kende.
De uitspraak van familienamen en plaatsnamen
is de laatste paar jaren in een heel moeilijk stadium
gekomen. De radio heeft daar schuld aan. Vóór we
die zegenrijke en rustaan brengen de uitvinding in
onze huizen hadden geïnstalleerd, hoefden we het
met de uitspraak van eigennamen zoo heel nauw
niet te nemen. We lazen den naam alleen maar,
en fluisterden onszelf iets in, ieder naar eigen, be
lieven.
Maah lezen is ouderwetsch geworden. Bovendien
zoo vermoeiend. We draaien nu aan een knopje, of
aan twee knopjes, stellen onze huisgenooten gerust
met de mededeeling, dat de kat niet is uitgegaan
en dus onmogelijk met een vriendje in den tuin kan
zijn, en hooren daarna een forsche mannenstem ver
zekeren, dat „Mr. TombaafHa, zeggen we, en
knoopen het in ons oor.
Den volgenden dag is er een andere spreker aan
het woord. Hij is ook al vervuld van de daden van
den heer Tombaugh, maarbeweert, dat hij het
over een mijnheer Tombo heeft: Weg is onze zeker
heid.
Gebeurt dit? Ja, waarom niet? Maar het zal gauw
tot het verleden hehooren. De B.B.C., de British
Broadcasting Corporation, heeft het zeer verstandige
besluit genomen, dat het ontoelaatbaar is, verschil
lende sprekers dezelfde namen op verschillende ma
nieren uit te laten spreken. En oogcnblikkelijk heeft
de B.B.C. de koe bij de horens genomen en een paar
boekjes het licht doen zien, die hun sprekers tot
leidraad moeten dienen.
Ik kan ieder, die wel eens iets met de uitspraak
van Engelsche woorden en eigennamen te maken
heeft, aanraden zich deze kleine boekjes aan te
schaffen. De prijs is onbeduidend: de twee thans
verschenen deeltjes kosten te zamen 75 cent.
Het eerste van de twee: Broadcast English I, geeft
de uitspraak van een driehonderdtal gewone woor
den, geen eigennnamen. Woorden als pharmaceuti-
cal, laboratory, idy 11, enz. Allemaal woorden, die
moeilijkheden kunnen opleveren.
Nummer twee: Broadcast English II, is aanmerke
lijk dikker dan zijn voorganger en geeft de uit
spraak van een groote hoeveelheid Engelsche plaats
namen. Hierin kan ieder, die er belang in stelt, le
zen, hoe Kingston Bagpuize behoort te worden uit
gesproken, of Sampford Spiney, Tywardreath, Pau-
lerspury, Heanton Punchardon of Asliby-de-la-Zouch
Ja zelfs, wat de uitspraak is van Daventry.
En nu komt binnenkort Broadcast English III: de
uitspraak van Engelsche familienamen. Ik zie zijn
komst met verlangen tegemoet, heb mijn boekhande
laar in Londen al opdracht gegeven, het direct na
verschijning te zenden. Dan zal ik weten, hoe Mr.
Tombaugh werkelijk heet. Als nu de B.B.C. hem
maar niet overslaat!
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Zitting van Dinsdag 27 Januari 1931.
HOOGER BEROEP VONNIS WET OP DE OPEN
BARE MIDDELEN VAN VERVOER,
ARTIKEL 15 2e LID.
In eerste instantie werd door den Kantonrechter
ontslagen van rechtsvervolging, de heer Petrus Pr. te
Avenhorn, aan wien was ten laste gelegd, dat hij in
Mei 1930 zou hebben gereden op den openbaren weg te
Alkmaar met een motorrijtuig, in casu een vrachtauto
waarin hadden plaatsgenomen meei dan 8 personen,
alhoewel dit voertuig daarvoor niet was goedgekeurd.
De gemeente-veldwachter van Avenhorn werd in deze
hooger-beroep-zaak gehoord als getuige. De Ambtenaar
van het O.M., was in hoogcr beroep gekomen, vooral
omdat het hier een principieele zaak gold
De Officier vorderde vrijspraak, dus geen ontslag
van rechtsvervolging.
Hoewel tot op zekere hoogte in deze aangelegenheid
het standpunt dcelende van den ambtenaar, verklaarde
de heer Officier echter niet zóó ver te willen gaan. Het
betref hier niet het gebruiken van een openbaar ver
voermiddel, doch een motorriituig dat een enkele maal
werd gebezigd speciaal voor het vervoer van familie
leden, die een uitstapje voor genoegen maakten. De
Officier was de meening toegedaan, dat bedoeld wets
artikel op dergelijke gevallen niet van toepassing was,
maar dat als dan vrijspraak moes* volgen.
HOOGER BEROEP VONNIS OVERTREDING
WINKELSLUITING TE BERGEN.
De ambtenaar van het O. M. bij het Kantongerecht te
Alkmaar, was in hooger beroep gekomen Tegen de uit
spraak van den kantonrechter die den heer C. F K,
sigarenwinkelier te Bergen, had vrijgesproken van de
hem ten laste gelegde overtreding betreffende de win
kelsluiting.
Dt heer K betoogde, dat in Berger, door vele winke
liers clandestien wordt verkocht, wat natuurlijk hoogst
schadelijk is voor bone fide verkoopers, die wèl de ver
ordening in acht* nemen
De Officier achtte het gegeven ontslag van rechts
vervolging niet juist en vorderde f 6 boete of 6 dagen
hechtenis.
Zoo bekend is, grondt de heer Kantonrechter zijn
uitspraak op de onvorbindbaarheid der verordening,
een standpunt dat door ambtenaar en officier niet
wordt gedeeld, terwijl ook de meervoudige strafkamer
blijkens haar u'tspmken, de meening van den heer
Kantonrechter ten dien aanzien niet deelt.
STROOPERIJ V.&N TE VELD STAANDE
BLOEMKOLEN.
De 23-jarige .koopman" Anthonie O., wonende te
Noordscbarwoude, stond terecht als verdacht, dat hij in
den nacht van 10 op 11 November aldaar zich weder
rechtelijk had toegeëigend een 75-tal bloemkolen,
staande op het bouwland in gebruik bij den heer J.
Pranger, landbouwer te Noordscharwoude. Verdachte
zou zich hierbij hebben bediend van een «schuitje. Een
v/eek na de vermissing der bloemkolen, vond Pranger
op het land een pijp en daarna een notitiehoekje, dat
vermoedelijk het eigendom was van verdachte. De wo
ning van Anthonie O. is in de onmiddellijke nabijheid
van Pranger's land gelegen. Dit land is van alle zijden
door water omgeven.
Verdachte, die zich mag beroemen op een krullebol.
die^een Somali inboorling tot sieraad zou hebben ge
strekt, verklaarde dat hij gewoon is, bloemkool bij
groote hoeveelheden op te koopen. Hij was niet in 't
bezit van een schuitje. Als hij het noodig heeft, leent
hij zoo'n vaartuig. Wat betrof de gevonden pijp en het
notitieboekje, deelde verdachte mede. dat de bewuste
nijp niet zijn eigendom was. Hij erkende wel een derge
lijke pijp gekocht te hebben, doch hij moest in gebreke
blijven, dit rook-instrument te toonen; wèl toonde hij
een andere pijp, door hem gebruikt
Ondanks echter alle omstandigheden, ontkende de
heer Anth. O. pertinent iets met deze strooperij van
bloemkool te maken te hebben gehad. De 'neer Pran
ger was er echter positief overtuigd, dat hij de ont
vreemde partij in het bezit van verdachte had gezien.
De heer Langedijk. winkelier te Oudkarspel, ver
klaarde aan verdachte een soortgelijke pijp als op de
terechtzitting aanwezig, te hebben verkocht, wat ver
dachte dan ook grif toegaf. Laatstgemeld e was van
meening, dat hij 29 November de pijp moet hebben
verloren, dus onderscheidene dagen na het feit.
De heer S'mon Petrus Rood, rijksveldwachter te Oud
karspel. had gehoord zekere J. P. Leering, die hem
had medegedeeld, dat hij ook een dergelijke pijp, als
op Pranger's land gevonden, bij Langedijk had gekocht.
De hoor Leering kon echter zijn pijp toonen. De heer
Langedijk had twee of drie van dergelijke pijpen ver-
wocht en aan niemand meer.
De president, mr. Ledeboer. noemde het een ernstige
aanwijzing. Verdachte is al eenmaal wegens *en vermo
gensdelict veroordeeld. Dc heer Rood kon niets ten
nadeele van verdachte aanvoegen. Volgens verdachte,
zou de vader van O. aan één der politie-beambten. in
casu den gemeenteveldwachter Leuring, gezegd hebben,
dat hij over het land van Pranger had geloopen met
een jas aan, waarin zich het notitieboekje van verdachte
bevond.
De heer Officier ging in zijn requisitoir de onder
scheidene verzwarende omstandigheden na. O.m. de
aanwezigheid van pijp en notitieboekje, een en ander in
verband met het feit, dat verdachte venter met bloem
kool is. Vermoedelijk zal verdachte, toen hij in bukken
de houding de bloemkool sneed, pijp en boekje hebben
verloren. De heer Officier achtte deze veronderstelling
zeer plausibel. Uit een en ander concludeerde de Offi
cier. dat het ten laste gelegde wel onomstootelijk vast
stond. Ten slotte vorderde spreker ter zake strooperij
met behulp van een vaartuig, 10 maanden gev.
MISDRIJF ART. 251 BIS WETB. V. STRAFRECHT.
Als verdacht van bovengenoemd feit stonden met
gesloten deuren terecht J. J. te Alkmaar en J. S. uit
Z. en N.-Schermer. In deze zedezaak opponeerde voor
J. mr. Jozephus Jitta en ten behoeve van S. mr. de
Groot. Als getuige a charge werd gehoord Maria M.,
voorheen bij S. in betrekking.
Hierna sluiting der zitting tot 2 uur n.m.
HET ALLER ZIELEN-RELLETJE TE BERKHOUT
VOOR DEN STRAFRECHTER.
In de middagzitting waren uitgenoodigd in qualiteit
van verdachten, niet minder dan 8 ingezetenen van
Berkhout cum annexis, zoodat het zondaarsbankje
Men trouwt om te kunnen scheid-n.
Een vrouw zesmaal zooveel waard als een
man.
DE Engelsche filosoof en wiskundige Bertrand
Russell heeft onlangs de mecning geuit, dat
Amerika tegenwoordig de meest feministische
natie der wereld is en een dergelijke toestand
slechts is terug te vinden in het oude Egypte. Dat deze
stelling niet al te overdreven is, daarvan kan een ieder
zich overtuigen, die met eenige nauwkeurigheid het
Amerikaansche leven gadeslaat. Bij eiken stap kan do
Europeaan ervaringen opdoen, die een kijk geven op de
alles beïnvloedende voorrang, welke aan de schoone
sekse wordt verleend. De Amerikaan, welke een kinder
wagen voor zich uit rijdt, terwijl mevrouw, de moeder
zich in een dancing ophoudt, is een verschijnsel van
dezen tijd. Het is een uitvloeisel van die vrouwenver-
eering, die tot een religie is verworden en van het meer
verkondigde dogma, dat elke vrouw zesmaal zooveel
waard is als een man. Welke factor als grondslag voor
deze berekening heeft gediend is moeilijk meer na te
gaa.n.
Alles regelt zich naar de vrouw.
Het is bijna onmogelijk een goede verklaring te geven
van den voorrang der vrouw in Amerika. Uit de wijd
vertakte oorzaken zullen wij er slechts enkele behande
len. De romantische overleveringen uit den kolonisatie
tijd komen de vrouwen zeer zeker ten goede. Ofschoon
tegenwoordig in verschillende staten van Noord-Amerika
de vrouwen in de meerderheid zijn, zijn verschillende,
ook thans nog gehuldigde opvattingen, terug te brengen
tot den kolonisatietijd, toen de vrouwen opvallend in de
minderheid waren en daarom aanspraak mochten ma
ken op veel eerbetoon. De over het algemeen uitstekende
economische verhoudingen in het land hebben in vereeni-
ging met arbeidsfanatïsme meegewerkt tot de tegen
woordige machtspositie van de vrouw. De zegen van den
Amorikaanschen rijkdom valt den heeren der schepping
slechts in zeer geringe mate ten deel. Want „business"
zit den Amerikaan in het bloed en hij maakt er een
sport van, ook dan nog, wanneer hij zijn koetjes op het
droge heeft. Hij heeft in den regel weinig tijd de vruch
ten van zijn eigen arbeid te genieten. De rol van ge
bruiker valt daarom vanzelf de Amerikaansche vrouw
ten deel en komt tot uitdrukking in de statistische ge
gevens, die vermelden, dat zeven achtste der gezamen
lijke inkoopen door vrouwen worden gedaan. Vandaar
ook. dat de winkels geheel op vrouwelijke cliëntèle zijn
ingesteld en wie zijn oog slaat op de Amerikaansche tijd
schriften zal zien, dat ook de reclame zich steeds tot
het vrouwelijke publiek wendt.
Vrouwentranen, die goud waard zyn.
Hoe gevestigd de voorrang van de vrouw is, komt o.a.
aan het licht bij het Amerikaansche gerecht. Zij beheer-
schcn het forum, waarop de conflicten met hun manne
lijke tegenstanders definitief worden beslecht. De gelijk
heid van ieder mensch voor de wet, dient men in Ame
rika aldus op te vatten, dat de vrouwen steeds een
streepje vóór hebben. Want elke vrouw, onverschillig
of zij ais aanklaagster of beklaagde verschijnt, heeft, en
wel in het bijzonder als zij mooi, elegant en in het bezit
van dramatische talenten is. steeds beters vooruitzichten
(Jan pen -vertegenwoordiger van 't zoogenaamde sterke
geslacht fn dezelfde "positie. De galanterie der-rechters en
^èzwcrenen is voor de Amerikaansche vrouwen een fac
tor, waarop zij met zekerheid kunnen bouwen. Ponden
zwaar valt elke vrouwentraan op de weegschaal der
Amerikaansche gerechtigheid. Hoe echter de vrouwen
het verstaan deze in echt goud te laten veranderen, be
wijst wel de in Amerika zoo bloeiende „love-racket", de
kapitalisatie van gebroken harten door een uitgebreid
gebruikmaken vaft het recht op schadevergoeding voor
lfet niet houden van een- huwelijksbelofte (breach of
promise).
De man steeds het kind van de rekening.
Hoe schooner de aanklaagster .is, des te hooger wordt
gewoonlijk de te betalen schadevergoeding, ofschoon dit
natuurlijk in lijnrechte tegenspraak is met de logica.
Het kan toch niet worden geloochend, dat. hoe aantrek
keiijker een meisje is, hoe makkelijker het haar zal val
len spoedig weer een nieuwe verloving te kunnen slui
ten. Tallooze strijdpunten wegens vermengde breuk van
een huwelijksbelofte worden buitengerechtelijk afgedaan
want de Amerikaan geeft de voorkeur aan een verge
lijk boven een gerechtelijke uitspraak. Hij weet het maar
al te goed, hoe gering zijn kansen voor de Amerikaan
sche rechters zijn. Toen eens een aangeklaagde in het
midden bracht, dat zijn ex-verloofde zich inmiddels weer
met een aner verloofd had, werd hem duidelijk gemaakt,
dat dit feit niet in. aanmerking kon komen om de scha
devergoeding te verminderen. De aangeklaagde moge er
op wijzen, dat de aanklaagster hem. zooals ze zelf zei
hem nooit bemind heeft, maar hem slechts terwille van
zijn geld wilde trouwen, het helpt hem niets; 't eenige,
wat hij ermede bereikt is een meewarig glimlachje op
den bank der gezworenen cn de opmerking, dat de jon
ge dame in haar financiccle verwachtingen teleurgesteld
werd. Mocht de aangeklaagde ook het bewijs leveren, dat
zijn tegenpartij ondertusschen een klacht op „breaoh
of promise" tegen een anderen man heeft ingediend, dan
zal haar advocaat hem duidelijk makpn, dat de smart
van een toegebrachte harte-wonde door een tweede niét
kan verminderd worden, welke opvatting door de recht
bank zeker zou gedeeld worden.
De aangeklaagde mag zich echter het minste laten
verleiden te beweren, dat de aanklaagster zich zijner
niet waardig had getoond. Dit zou terstond een aan
klacht wegens beleedlging tengevolge kunnen hebben en
zou dezen ketter van het geloof aan het schoone geslacht
den strop nog nauwer om den hals kunnen halen.
moest worden verlengd, ten einde dit. dubbel kwartet
een behoorlijke zitplaats te kunnen verschaffen. De
expositie had veel weg van een ,.schoonhelds"-concours.
Terecht stonden dan de heeren 1. Laurentius St., 30
jaar. landbouwer, Berkhout.; 2. Cornelis Anthonius B.,
32 jaar, landbouwer, Berkhout; 3 Johannes St., 25
jaar, landbouwer. Berkhout; 4 Cornelis Nicolaas O.,
30 jaar, landbouwer, Berkhout: 5. Herre N„ 29 jaar,
arbeider, Berkhout: 6. Wijbke N., 24 jaar. chauffeur,
thans te Diemen; 7. Johannes Jozephus B., 25 jaar.
landbouwer. Berkhout en 8. Theodorus Jacobus El.. 24
jaar, arbeider te Avenhorn. aan w-lke heeren bij dag
vaarding was ten laste gelegd, dat zij te Berkhout op
8 Dec. 1929 wederrechtelijk warén binnengedrongen in
het café „De Roode Leeuw", alwaar een arbeiders-
tooneelvereeniging een opvoering gaf van het bekende
tooneelstuk van Herman Heijerrnans- „Allerzielen".
Voorts dat zij zonder entree te voldoen door de con
trole waren geloopen.
Verdachte Laurerjs St. beweerde dat niemand aan de
controle stond toeft' hij het locaal binnenkwam Er is
hem niet om toegangsgeld gevraagd.
De voorstelling was reeds aangevangen, toen voor
noemde 8 heeren binnenkwamen. De voorstelling was
om 7 uur aangeschreven, doch bij de binnenkomst der
8 verdachten was het ongeveer 8 uur. Behalve deze
verdachten, kwamen nog 5 andere geestverwanten bin
nen, die thans waren opgegeven als getuigen a decharge
Aan de overige heeren werden dezelfde vragen gesteld:
in de eerste plaats, waarom zij niet op tijd waren geko-
Een 87-jarige moet betalen.
Hoe de heerschende opvattingen bij de beslissingen
der Amerikaansche gerechtshoven in de praktijk zijn
zullen wij thans met eenige voorbeelden uit de werke
lijkheid illustrecren. Een gezworen-rechtbank in een van
de voorsteden van New York heeft eenige weken geleden
de beslissing genomen, waarbij de 87-jar:ge Mr. J. B.
Manning voor een niet gehouden huwelijksbelofte, de 29-
jarige, volgens verslagen, beeldschoone Miss M. Mc Nil-
lan. wier huwelijksvooruitzichten voor immer verduis
terd zouden zijn, een bedrag moest uitbetalen van
225.000 dollar. In hooger beroep werd dit bedrag tot
100.000 dollar teruggebracht. Deze som was voldoende
voor de beklaagster oni een huwelijk met haar vroegeren
jeugdvriend te kunnen financieren, dat zij enkele weken
na de overhandiging van de schadeloosstelling aanging.
De jonge echtgenoot is er zeker trotsch op het Samari
tanen-werk der weekhartige rechters van zijn land te
hebben mogen voortzetten.
De gepinkte kip
Van de westkust tot de oostkust der V. S. overal zijn
ridderlijke rechters en galante gezworenen te vinden,
die elkaar trachten te overtroeven met de heling van
werkelijke of vermeende harte-wonden en het voorschrij
ven van dure zalfjes.
W. P. Kaufmann, een rijke weduwnaar, ging op be
zoek bij zijn zoon, die een zonnige ranch in Califonië
bezat De gezellige, ronde flink van den tongriem ge
sneden Birdie Eundy, die na 'n achtiarig huwelijk van
haar man was gescheiden deed de keuken. Evenzoo als
het ruwe leven op den ranch den verfijnden wereld-ste
deling uitermate goed beviel, deed Kaufmann zich ook
te goed aan den stevigen pot, welke door de ook met
humor begaafde Birdie werd klaargemaakt. Hij maakte
graag grapjes met haar en vond 't leuk haar bij het
aardappelen schillen te helpen. Misschien hielp hij haar
ook eens een kip te plukken en dat bracht haar op een
idee. Toen de oude heer de ranch van zijn zoon verliet,
was hij uitermate voldaan over haar kwaliteiten als
kokkin en gaf van zijn erkentelijkheid blijk door haar
een fooi van 175 dollar te geven. Later heeft Birdie er
waarschijnlijk lucht van gekregen, da't haar aardappel
schiller 100.000 waard was. Zij en haar advocaat onder
namen toen de noodige stappen en zij kenden de ge
zworenen ervan overtuigen, dat de oude heer een huwe-
lijksaanzien had gedaan. Dezen kwam daardoor zijn op
onthoud in het zinnige Californië en zijn bereidwilligheid
om aardappelen te schillen op 12.000 dollar te staan.
Scheiding als beroep.
De aangehaalde gevallen zijn echter steeds prestaties
van flinke amateurs. Er zijn ook van die professional
„Golddiggers", welke de echtscheidingsvergoedingen een
wetenschap hebben gemaakt
Men schat, dat circa een millioen vrouwen zich op
deze wijze een inkomen zonder arbeid verworven, zoo
niet afgeperst hebben. De „golddigger" beschouwen een
huwelijk met haar offer als de zekerste weg tot verwe
zenlijking van haar doeleinden. Doel van de huwelijks
manoeuvre is natuurlijk de scheiding en de veroordee-
iing van den echtgenoot tot een zoo goed mogelijke be
taling van alimenten. Volgens den letter van de wet zijn
de scheidingen in Amerika zeer moeilijk en slechts on
der zeer bijzondere omstandigheden mogelijk. Vele Sta
ten kennen als echtscheidingsgrond slechts brutale
wreedheid (extreme cruelty) en weigering tot levenson
derhoud (nonsupport). De hooge muren, waarmede de
Amerikaansche wetten de gehuwden omringen, worden
wanneer het om een vlucht-bereide vrouw gaat, door
galante rechters wel verlaagd.
Bij niet betalen de gevangenis in.
Naturulijk verheugen zich de vertegenwoordigers van
het -schoorfe geslacht bij de vaststelling der alimenten
in de bescherming der rechters. Deze betalingen wofden
meestal op een exhorbitante hoog bedrag bepaald. Met
een zelfstandig inkomen der vrouw wordt nauwelijks
rekening gehouden. Ben voor de vrouwen zeer gunstig-
luldende wet bepaalt verder, dat ophouden of zelfs ver
traging in het uitbetalen der alimenten een minachting
van het recht beteekent en derhalve met gevangenis
wordt gestraft. Een vermindering van alimenten wegens
verminderde inkomsten is slechts na een langdurige en
ingewikkelde procedure mogelijk. En de gewezen echt
genoot hoeft zich ook niet met de hoop te vleien, dat
zijn vroegere vrouw weer spoedig zou kunnen gaan trou
wen, waarbij dan zijn verplichting tot betalen ophoudt!
Ook in dit geval meet weer de gerechtelijke beslissing
afgewacht worde.n.
Een vereeniging van gescheiden mannen.
Men moet zich daarom niet verwonderen als de
slachtoffers van gcwetenlooze vrouwen dikwijls tot te
genmaatregelen-hun toevlucht nemen en de betaling van
alimenten op allo mcgelijke wijzen trachten te ontduiken
In New York hebben de met alimenten-betalingen be
laste echtgenooten zich tot een „Alimony Payer Associa-
tion" aan eengesloten, een vereeniging, die een levendige
propaganda tegen de huidige rechtspleging in scheidings
processen voert. Vele leden van deze vereeniging hebben
er don voorkeur aan gegeven zich liever herhaalde ma
len door hun vrouwen te laten arresteeren en in de ge
vangenis te laten brengen, dan hun, als onrechtmatig
gevoelde verplichtingen na te komen. Een ander lid de
zer vereeniging is de bezitter van een uitgestrekt, op
meerdere millioenen geschat stuk bouwgrond, dat als een
eiland tussohen het, huizenmeer van Long Island ligt en
iederen voorbijganger opvalt. Hij is er ondanks schitte
rende aanbiedingen niet toe te bewegen dezen bouwgrond
te verkoopen, daar de daarmede gepaard gaande ver
hooging van zijn inkomen voor het grootste gedeelte aan
zijn vrouw zou ten goede komen. Verhuizing naar een
andere staat bemoeilijkt heel dikwijls de invordering van
de alimenten en is daarom den vaak toegepasten tegen
maatregel. Doch dit zijn slechts uitzonderingsgevallen,
welke niets veranderen aan het feit. dat in Amerika te
genwoordig meer dan een millioen mannen onder de uit
buiting door hun gescheiden vrouwen zuchten.
(Nadruk verboden).
men om de voorstelling bij te wonen?
Bij de controle hadden zij niemand gezien, dus ook
niet de getuige P. Heuvel, de kastelein, J. Visser en A
Sieperda, de kaartjescontroleur3. De heeren hadden geen
toestemming, noch een vrijkaart.
Het binnengaan ging volgens verdachten, niet met
rumoer gepaard. Volgens de heeren waren zij in de ab
solute onmogelijkheid om tijdig aanwezig te zijn. (Hier
werd op de publieke tribune gelachen).
Ontkend werd dat het opzet was een relletje te maken,
zooals de president. Mr. Ledeboer zoo vrij was te veron
derstellen. Het stuitte u als katholiek tegen dé borst,
dat „Allerzielen" werd gegeven, zeide de president te
gen verdachte nummer 6, Wybe N.
Na het verhoor der verdachten werden de getuigen
gehoord. In de eerste plaats de heer P. Heuvel, de 34-
jarige caféhouder, die zich civiele partij stelde voor een
bedrag wegens vernielde caféinventaris, onder meer ge
broken stoelen, keuen cn ingeworpen ruiten. Rekeningen
had Heuvel niet bij zich en kon die dus niet overleggen.
Het was gespecificeerd f 28 aan glasruiten, f 25 aan
keuen en de rest was voor gebroken stoelen, glazen en
koppen en schotels.
Verdachte no. 1 beweerde dat de kastelein en de an
dere heeren zelf den boel hadden stukgeslagen.
De heer Heuvel bleef bij zijn verklaring dat niet hij
de vernieler was.
Volgens verdachte nummer twee Cornelis B., sprak
Heuvel niet de waarheid. Het publiek in de zaal had de