Schagsr Courani Wat kost een gebroken hart? Tweede Blad. Orer de Engelsche taal. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Scheiding is in Amerika een winstgevend beroep. Donderdag 29 Januari 1931. 74ste Jaargang. No. 8807 En haar uitspraak. (Van onzen Engelschen Brief-schrijver.) 24 Januari 1931. HET is toch zoo'n makkelijke taal, dat En gelsch!" Hoe vaak heb ik het al niet ge hoord! De laatste maal is nog slechts een paar uren geleden: een nieuwe Fransche collega, die zijn werk in het lokaal naast mij zal gaan (beginnen. Van hem is het een verzuchting. „Wij, met onze eindelooze grammaire". wil hij zeggen, „met al onze onregelmatige werkwoorden, met passé défini en subjonctif, hebben het toch maar heel wat zwaar der dan jullie. Engelsch kan iedereen wel leeren, voor Fransch heb je hersens noodig". Er is een grond van waarheid in. Natuurlijk, in de meeste dingen, zoo niet in alle, die de menschen beweren, is een grond van waarheid. Zelfs in de be wering van den jongen, die zijn les niet kent, en die verklaart ze toch zoo goed geleerd te hebben. Maar, het blijft per slot van rekening toch ook maar een grond. Een taal is niet alleen gram imatïca. Weet U, wat Nolst Trenité, de bekende Chari- varius, eens heeft gezegd? En u moet daarbij wel in overweging nemen, dat Nolst Trenité leeraar E n- g e 1 s c h was. Welnu, hij verklaarde dan, dat hij ten allen tijde bereid was om onvoorbereid voor een ver gadering van volwassen personen, menschen met ver stand van zaken, een stuk Fransch of Duitsch voor te lezen, maar hij zou er niet aan denken, datzelfde met een stuk Engelsch te doen. En dan is het Engelsch zoo'n makkelijke taal! Of was misschien Nolst Trenité zoo slecht thuis in zijn eigen vak? We weten wel beter. Er bestaat geen enkele En gelschman, die kan aannemen, een stuk in zijn eigen taal onvoorbereid voor te lezen, en daarbij geen fouten te maken. Het is de kwestie van de uitspraak. We kunnen een stuk Nederlandsch voor lezen met een mooie, be schaafde uitspraak, en met een minder mooie, min der beschaafde uitspraak. Met Fransch en Duitsch is (het precies hetzelfde. We zeggen misschien vingt-et- un met een uitspraak, dat een Franschman er een kouwe rilling bij over zijn rug voelt gaan. Maar we zeggen in elk geval vingt-et-un. Dat is het struikelblok van het Engelsch. We ko men een woord tegen, dat we niet kennen, of dat ons op het oogenbük niet helder voor den geest staat. We moeten het uitspreken, slaan er een slag naar, en raden mis. Ziet u, daar zit hem de kneep. We raden altijd mis. Er bestaan vele boeken over Engelsche uitspraak. Ik bezit er verscheidene. Maar in geen enkel er van heb ik den regel aangetroffen, die ik U thans wil toevertrouwen, en waarmee u het een heel eind heer. •kunt brengen: Spreek een woord, waarvan u d& uit spraak niet kent, anders uit, dan u denkt, dat het zijn moet. Ziezoo, dan heeft u tenminste een redelijke kans, dat het goed is. Kent U het Engelsche woord voor bewonderen? T o a d m i r ee klemtoon op de laatste lettergreep, dus ongeveer: edmair. Wat is nu „bewonderenswaar dig, of „admirable"? Edmairebel? Wel neen, natuur lijk niet. Het is edmerebel, met den vollen klemtoon op de eerste lettergreep. Wat is het tegengestelde van pious, vroom, dat uitgesproken wordt pales? Impious, niet waar, dus impaies? Natuurlijk alweer niet; het is impjes. Zie zoo, nu gaan we raden. Vroomheid is picty, spreek üit: paieti. Hoe spreekt u nu impiety uit? Impjeti? Ja, nu heeft u mijn regel van zoo even weer niet toegepast. Het moet a ri der s zijn, dan u denkt, dus: impaieti. Zoo zouden we uren kunnen doorgaan. O, dat En gelsch is zoo'n genoegelijke taal. En nu hebben we nog alleen maar over gewone woorden gesproken, niet eens over eigennamen. Wie daarmee te maken krijgt, kan gerust alle hoop opgeven. Er zijn twee mogelijkheden. Jo kent den eigen naam, of je kent hem niet. In het eerste geval kun je hem misschien uitspreken. O ja, misschien, vol strekt niet altijd. U moet niet denken, dat verschil lende groepen van een familie denzelfden naam al tijd" op op dezelfde manier uitspreken. Zoo saai is de Engelsche taal niet. Er blijft altijd een element van verrassing en onzekerheid over. En in het tweede geval? Welnu, dan kun je hem niet uitspreken. Dan kun je er alleen naar raden. Mijn uitspraakregel, waarop ik binnenkort patent ga nemen, kan daarbij uitstekend te pas komen. Korten tijd geleden vraagt een collega me naar de uitspraak- van een Engelschen eigennaam. Hij moet dien avond een lezing houden. De naam Tombaugh zal er in voorkomen. Wat moet hij daarmee doen? Hoe spreekt U het Engelsche woord laugh uit9 Laaf, niet waar? E^ daughter? Dotter, maar dan met. een langgerekte o en een t. Wie ter wereld zal nu zeggen, hoe je Tombaugh uitspreekt? Ik heb hem aangeraden Tombo te zeggen. Een voordeel is, dat niemand op de vergadering waar schijnlijk geweten zal hebben, hoe het werkelijk zijn moest? Een Engelschman ook niet? Wel nee, even min. Tenzij hij het toevallig wist, doordat hij mijn heer Tombaugh kende. De uitspraak van familienamen en plaatsnamen is de laatste paar jaren in een heel moeilijk stadium gekomen. De radio heeft daar schuld aan. Vóór we die zegenrijke en rustaan brengen de uitvinding in onze huizen hadden geïnstalleerd, hoefden we het met de uitspraak van eigennamen zoo heel nauw niet te nemen. We lazen den naam alleen maar, en fluisterden onszelf iets in, ieder naar eigen, be lieven. Maah lezen is ouderwetsch geworden. Bovendien zoo vermoeiend. We draaien nu aan een knopje, of aan twee knopjes, stellen onze huisgenooten gerust met de mededeeling, dat de kat niet is uitgegaan en dus onmogelijk met een vriendje in den tuin kan zijn, en hooren daarna een forsche mannenstem ver zekeren, dat „Mr. TombaafHa, zeggen we, en knoopen het in ons oor. Den volgenden dag is er een andere spreker aan het woord. Hij is ook al vervuld van de daden van den heer Tombaugh, maarbeweert, dat hij het over een mijnheer Tombo heeft: Weg is onze zeker heid. Gebeurt dit? Ja, waarom niet? Maar het zal gauw tot het verleden hehooren. De B.B.C., de British Broadcasting Corporation, heeft het zeer verstandige besluit genomen, dat het ontoelaatbaar is, verschil lende sprekers dezelfde namen op verschillende ma nieren uit te laten spreken. En oogcnblikkelijk heeft de B.B.C. de koe bij de horens genomen en een paar boekjes het licht doen zien, die hun sprekers tot leidraad moeten dienen. Ik kan ieder, die wel eens iets met de uitspraak van Engelsche woorden en eigennamen te maken heeft, aanraden zich deze kleine boekjes aan te schaffen. De prijs is onbeduidend: de twee thans verschenen deeltjes kosten te zamen 75 cent. Het eerste van de twee: Broadcast English I, geeft de uitspraak van een driehonderdtal gewone woor den, geen eigennnamen. Woorden als pharmaceuti- cal, laboratory, idy 11, enz. Allemaal woorden, die moeilijkheden kunnen opleveren. Nummer twee: Broadcast English II, is aanmerke lijk dikker dan zijn voorganger en geeft de uit spraak van een groote hoeveelheid Engelsche plaats namen. Hierin kan ieder, die er belang in stelt, le zen, hoe Kingston Bagpuize behoort te worden uit gesproken, of Sampford Spiney, Tywardreath, Pau- lerspury, Heanton Punchardon of Asliby-de-la-Zouch Ja zelfs, wat de uitspraak is van Daventry. En nu komt binnenkort Broadcast English III: de uitspraak van Engelsche familienamen. Ik zie zijn komst met verlangen tegemoet, heb mijn boekhande laar in Londen al opdracht gegeven, het direct na verschijning te zenden. Dan zal ik weten, hoe Mr. Tombaugh werkelijk heet. Als nu de B.B.C. hem maar niet overslaat! MEERVOUDIGE STRAFKAMER Zitting van Dinsdag 27 Januari 1931. HOOGER BEROEP VONNIS WET OP DE OPEN BARE MIDDELEN VAN VERVOER, ARTIKEL 15 2e LID. In eerste instantie werd door den Kantonrechter ontslagen van rechtsvervolging, de heer Petrus Pr. te Avenhorn, aan wien was ten laste gelegd, dat hij in Mei 1930 zou hebben gereden op den openbaren weg te Alkmaar met een motorrijtuig, in casu een vrachtauto waarin hadden plaatsgenomen meei dan 8 personen, alhoewel dit voertuig daarvoor niet was goedgekeurd. De gemeente-veldwachter van Avenhorn werd in deze hooger-beroep-zaak gehoord als getuige. De Ambtenaar van het O.M., was in hoogcr beroep gekomen, vooral omdat het hier een principieele zaak gold De Officier vorderde vrijspraak, dus geen ontslag van rechtsvervolging. Hoewel tot op zekere hoogte in deze aangelegenheid het standpunt dcelende van den ambtenaar, verklaarde de heer Officier echter niet zóó ver te willen gaan. Het betref hier niet het gebruiken van een openbaar ver voermiddel, doch een motorriituig dat een enkele maal werd gebezigd speciaal voor het vervoer van familie leden, die een uitstapje voor genoegen maakten. De Officier was de meening toegedaan, dat bedoeld wets artikel op dergelijke gevallen niet van toepassing was, maar dat als dan vrijspraak moes* volgen. HOOGER BEROEP VONNIS OVERTREDING WINKELSLUITING TE BERGEN. De ambtenaar van het O. M. bij het Kantongerecht te Alkmaar, was in hooger beroep gekomen Tegen de uit spraak van den kantonrechter die den heer C. F K, sigarenwinkelier te Bergen, had vrijgesproken van de hem ten laste gelegde overtreding betreffende de win kelsluiting. Dt heer K betoogde, dat in Berger, door vele winke liers clandestien wordt verkocht, wat natuurlijk hoogst schadelijk is voor bone fide verkoopers, die wèl de ver ordening in acht* nemen De Officier achtte het gegeven ontslag van rechts vervolging niet juist en vorderde f 6 boete of 6 dagen hechtenis. Zoo bekend is, grondt de heer Kantonrechter zijn uitspraak op de onvorbindbaarheid der verordening, een standpunt dat door ambtenaar en officier niet wordt gedeeld, terwijl ook de meervoudige strafkamer blijkens haar u'tspmken, de meening van den heer Kantonrechter ten dien aanzien niet deelt. STROOPERIJ V.&N TE VELD STAANDE BLOEMKOLEN. De 23-jarige .koopman" Anthonie O., wonende te Noordscbarwoude, stond terecht als verdacht, dat hij in den nacht van 10 op 11 November aldaar zich weder rechtelijk had toegeëigend een 75-tal bloemkolen, staande op het bouwland in gebruik bij den heer J. Pranger, landbouwer te Noordscharwoude. Verdachte zou zich hierbij hebben bediend van een «schuitje. Een v/eek na de vermissing der bloemkolen, vond Pranger op het land een pijp en daarna een notitiehoekje, dat vermoedelijk het eigendom was van verdachte. De wo ning van Anthonie O. is in de onmiddellijke nabijheid van Pranger's land gelegen. Dit land is van alle zijden door water omgeven. Verdachte, die zich mag beroemen op een krullebol. die^een Somali inboorling tot sieraad zou hebben ge strekt, verklaarde dat hij gewoon is, bloemkool bij groote hoeveelheden op te koopen. Hij was niet in 't bezit van een schuitje. Als hij het noodig heeft, leent hij zoo'n vaartuig. Wat betrof de gevonden pijp en het notitieboekje, deelde verdachte mede. dat de bewuste nijp niet zijn eigendom was. Hij erkende wel een derge lijke pijp gekocht te hebben, doch hij moest in gebreke blijven, dit rook-instrument te toonen; wèl toonde hij een andere pijp, door hem gebruikt Ondanks echter alle omstandigheden, ontkende de heer Anth. O. pertinent iets met deze strooperij van bloemkool te maken te hebben gehad. De 'neer Pran ger was er echter positief overtuigd, dat hij de ont vreemde partij in het bezit van verdachte had gezien. De heer Langedijk. winkelier te Oudkarspel, ver klaarde aan verdachte een soortgelijke pijp als op de terechtzitting aanwezig, te hebben verkocht, wat ver dachte dan ook grif toegaf. Laatstgemeld e was van meening, dat hij 29 November de pijp moet hebben verloren, dus onderscheidene dagen na het feit. De heer S'mon Petrus Rood, rijksveldwachter te Oud karspel. had gehoord zekere J. P. Leering, die hem had medegedeeld, dat hij ook een dergelijke pijp, als op Pranger's land gevonden, bij Langedijk had gekocht. De hoor Leering kon echter zijn pijp toonen. De heer Langedijk had twee of drie van dergelijke pijpen ver- wocht en aan niemand meer. De president, mr. Ledeboer. noemde het een ernstige aanwijzing. Verdachte is al eenmaal wegens *en vermo gensdelict veroordeeld. Dc heer Rood kon niets ten nadeele van verdachte aanvoegen. Volgens verdachte, zou de vader van O. aan één der politie-beambten. in casu den gemeenteveldwachter Leuring, gezegd hebben, dat hij over het land van Pranger had geloopen met een jas aan, waarin zich het notitieboekje van verdachte bevond. De heer Officier ging in zijn requisitoir de onder scheidene verzwarende omstandigheden na. O.m. de aanwezigheid van pijp en notitieboekje, een en ander in verband met het feit, dat verdachte venter met bloem kool is. Vermoedelijk zal verdachte, toen hij in bukken de houding de bloemkool sneed, pijp en boekje hebben verloren. De heer Officier achtte deze veronderstelling zeer plausibel. Uit een en ander concludeerde de Offi cier. dat het ten laste gelegde wel onomstootelijk vast stond. Ten slotte vorderde spreker ter zake strooperij met behulp van een vaartuig, 10 maanden gev. MISDRIJF ART. 251 BIS WETB. V. STRAFRECHT. Als verdacht van bovengenoemd feit stonden met gesloten deuren terecht J. J. te Alkmaar en J. S. uit Z. en N.-Schermer. In deze zedezaak opponeerde voor J. mr. Jozephus Jitta en ten behoeve van S. mr. de Groot. Als getuige a charge werd gehoord Maria M., voorheen bij S. in betrekking. Hierna sluiting der zitting tot 2 uur n.m. HET ALLER ZIELEN-RELLETJE TE BERKHOUT VOOR DEN STRAFRECHTER. In de middagzitting waren uitgenoodigd in qualiteit van verdachten, niet minder dan 8 ingezetenen van Berkhout cum annexis, zoodat het zondaarsbankje Men trouwt om te kunnen scheid-n. Een vrouw zesmaal zooveel waard als een man. DE Engelsche filosoof en wiskundige Bertrand Russell heeft onlangs de mecning geuit, dat Amerika tegenwoordig de meest feministische natie der wereld is en een dergelijke toestand slechts is terug te vinden in het oude Egypte. Dat deze stelling niet al te overdreven is, daarvan kan een ieder zich overtuigen, die met eenige nauwkeurigheid het Amerikaansche leven gadeslaat. Bij eiken stap kan do Europeaan ervaringen opdoen, die een kijk geven op de alles beïnvloedende voorrang, welke aan de schoone sekse wordt verleend. De Amerikaan, welke een kinder wagen voor zich uit rijdt, terwijl mevrouw, de moeder zich in een dancing ophoudt, is een verschijnsel van dezen tijd. Het is een uitvloeisel van die vrouwenver- eering, die tot een religie is verworden en van het meer verkondigde dogma, dat elke vrouw zesmaal zooveel waard is als een man. Welke factor als grondslag voor deze berekening heeft gediend is moeilijk meer na te gaa.n. Alles regelt zich naar de vrouw. Het is bijna onmogelijk een goede verklaring te geven van den voorrang der vrouw in Amerika. Uit de wijd vertakte oorzaken zullen wij er slechts enkele behande len. De romantische overleveringen uit den kolonisatie tijd komen de vrouwen zeer zeker ten goede. Ofschoon tegenwoordig in verschillende staten van Noord-Amerika de vrouwen in de meerderheid zijn, zijn verschillende, ook thans nog gehuldigde opvattingen, terug te brengen tot den kolonisatietijd, toen de vrouwen opvallend in de minderheid waren en daarom aanspraak mochten ma ken op veel eerbetoon. De over het algemeen uitstekende economische verhoudingen in het land hebben in vereeni- ging met arbeidsfanatïsme meegewerkt tot de tegen woordige machtspositie van de vrouw. De zegen van den Amorikaanschen rijkdom valt den heeren der schepping slechts in zeer geringe mate ten deel. Want „business" zit den Amerikaan in het bloed en hij maakt er een sport van, ook dan nog, wanneer hij zijn koetjes op het droge heeft. Hij heeft in den regel weinig tijd de vruch ten van zijn eigen arbeid te genieten. De rol van ge bruiker valt daarom vanzelf de Amerikaansche vrouw ten deel en komt tot uitdrukking in de statistische ge gevens, die vermelden, dat zeven achtste der gezamen lijke inkoopen door vrouwen worden gedaan. Vandaar ook. dat de winkels geheel op vrouwelijke cliëntèle zijn ingesteld en wie zijn oog slaat op de Amerikaansche tijd schriften zal zien, dat ook de reclame zich steeds tot het vrouwelijke publiek wendt. Vrouwentranen, die goud waard zyn. Hoe gevestigd de voorrang van de vrouw is, komt o.a. aan het licht bij het Amerikaansche gerecht. Zij beheer- schcn het forum, waarop de conflicten met hun manne lijke tegenstanders definitief worden beslecht. De gelijk heid van ieder mensch voor de wet, dient men in Ame rika aldus op te vatten, dat de vrouwen steeds een streepje vóór hebben. Want elke vrouw, onverschillig of zij ais aanklaagster of beklaagde verschijnt, heeft, en wel in het bijzonder als zij mooi, elegant en in het bezit van dramatische talenten is. steeds beters vooruitzichten (Jan pen -vertegenwoordiger van 't zoogenaamde sterke geslacht fn dezelfde "positie. De galanterie der-rechters en ^èzwcrenen is voor de Amerikaansche vrouwen een fac tor, waarop zij met zekerheid kunnen bouwen. Ponden zwaar valt elke vrouwentraan op de weegschaal der Amerikaansche gerechtigheid. Hoe echter de vrouwen het verstaan deze in echt goud te laten veranderen, be wijst wel de in Amerika zoo bloeiende „love-racket", de kapitalisatie van gebroken harten door een uitgebreid gebruikmaken vaft het recht op schadevergoeding voor lfet niet houden van een- huwelijksbelofte (breach of promise). De man steeds het kind van de rekening. Hoe schooner de aanklaagster .is, des te hooger wordt gewoonlijk de te betalen schadevergoeding, ofschoon dit natuurlijk in lijnrechte tegenspraak is met de logica. Het kan toch niet worden geloochend, dat. hoe aantrek keiijker een meisje is, hoe makkelijker het haar zal val len spoedig weer een nieuwe verloving te kunnen slui ten. Tallooze strijdpunten wegens vermengde breuk van een huwelijksbelofte worden buitengerechtelijk afgedaan want de Amerikaan geeft de voorkeur aan een verge lijk boven een gerechtelijke uitspraak. Hij weet het maar al te goed, hoe gering zijn kansen voor de Amerikaan sche rechters zijn. Toen eens een aangeklaagde in het midden bracht, dat zijn ex-verloofde zich inmiddels weer met een aner verloofd had, werd hem duidelijk gemaakt, dat dit feit niet in. aanmerking kon komen om de scha devergoeding te verminderen. De aangeklaagde moge er op wijzen, dat de aanklaagster hem. zooals ze zelf zei hem nooit bemind heeft, maar hem slechts terwille van zijn geld wilde trouwen, het helpt hem niets; 't eenige, wat hij ermede bereikt is een meewarig glimlachje op den bank der gezworenen cn de opmerking, dat de jon ge dame in haar financiccle verwachtingen teleurgesteld werd. Mocht de aangeklaagde ook het bewijs leveren, dat zijn tegenpartij ondertusschen een klacht op „breaoh of promise" tegen een anderen man heeft ingediend, dan zal haar advocaat hem duidelijk makpn, dat de smart van een toegebrachte harte-wonde door een tweede niét kan verminderd worden, welke opvatting door de recht bank zeker zou gedeeld worden. De aangeklaagde mag zich echter het minste laten verleiden te beweren, dat de aanklaagster zich zijner niet waardig had getoond. Dit zou terstond een aan klacht wegens beleedlging tengevolge kunnen hebben en zou dezen ketter van het geloof aan het schoone geslacht den strop nog nauwer om den hals kunnen halen. moest worden verlengd, ten einde dit. dubbel kwartet een behoorlijke zitplaats te kunnen verschaffen. De expositie had veel weg van een ,.schoonhelds"-concours. Terecht stonden dan de heeren 1. Laurentius St., 30 jaar. landbouwer, Berkhout.; 2. Cornelis Anthonius B., 32 jaar, landbouwer, Berkhout; 3 Johannes St., 25 jaar, landbouwer. Berkhout; 4 Cornelis Nicolaas O., 30 jaar, landbouwer, Berkhout: 5. Herre N„ 29 jaar, arbeider, Berkhout: 6. Wijbke N., 24 jaar. chauffeur, thans te Diemen; 7. Johannes Jozephus B., 25 jaar. landbouwer. Berkhout en 8. Theodorus Jacobus El.. 24 jaar, arbeider te Avenhorn. aan w-lke heeren bij dag vaarding was ten laste gelegd, dat zij te Berkhout op 8 Dec. 1929 wederrechtelijk warén binnengedrongen in het café „De Roode Leeuw", alwaar een arbeiders- tooneelvereeniging een opvoering gaf van het bekende tooneelstuk van Herman Heijerrnans- „Allerzielen". Voorts dat zij zonder entree te voldoen door de con trole waren geloopen. Verdachte Laurerjs St. beweerde dat niemand aan de controle stond toeft' hij het locaal binnenkwam Er is hem niet om toegangsgeld gevraagd. De voorstelling was reeds aangevangen, toen voor noemde 8 heeren binnenkwamen. De voorstelling was om 7 uur aangeschreven, doch bij de binnenkomst der 8 verdachten was het ongeveer 8 uur. Behalve deze verdachten, kwamen nog 5 andere geestverwanten bin nen, die thans waren opgegeven als getuigen a decharge Aan de overige heeren werden dezelfde vragen gesteld: in de eerste plaats, waarom zij niet op tijd waren geko- Een 87-jarige moet betalen. Hoe de heerschende opvattingen bij de beslissingen der Amerikaansche gerechtshoven in de praktijk zijn zullen wij thans met eenige voorbeelden uit de werke lijkheid illustrecren. Een gezworen-rechtbank in een van de voorsteden van New York heeft eenige weken geleden de beslissing genomen, waarbij de 87-jar:ge Mr. J. B. Manning voor een niet gehouden huwelijksbelofte, de 29- jarige, volgens verslagen, beeldschoone Miss M. Mc Nil- lan. wier huwelijksvooruitzichten voor immer verduis terd zouden zijn, een bedrag moest uitbetalen van 225.000 dollar. In hooger beroep werd dit bedrag tot 100.000 dollar teruggebracht. Deze som was voldoende voor de beklaagster oni een huwelijk met haar vroegeren jeugdvriend te kunnen financieren, dat zij enkele weken na de overhandiging van de schadeloosstelling aanging. De jonge echtgenoot is er zeker trotsch op het Samari tanen-werk der weekhartige rechters van zijn land te hebben mogen voortzetten. De gepinkte kip Van de westkust tot de oostkust der V. S. overal zijn ridderlijke rechters en galante gezworenen te vinden, die elkaar trachten te overtroeven met de heling van werkelijke of vermeende harte-wonden en het voorschrij ven van dure zalfjes. W. P. Kaufmann, een rijke weduwnaar, ging op be zoek bij zijn zoon, die een zonnige ranch in Califonië bezat De gezellige, ronde flink van den tongriem ge sneden Birdie Eundy, die na 'n achtiarig huwelijk van haar man was gescheiden deed de keuken. Evenzoo als het ruwe leven op den ranch den verfijnden wereld-ste deling uitermate goed beviel, deed Kaufmann zich ook te goed aan den stevigen pot, welke door de ook met humor begaafde Birdie werd klaargemaakt. Hij maakte graag grapjes met haar en vond 't leuk haar bij het aardappelen schillen te helpen. Misschien hielp hij haar ook eens een kip te plukken en dat bracht haar op een idee. Toen de oude heer de ranch van zijn zoon verliet, was hij uitermate voldaan over haar kwaliteiten als kokkin en gaf van zijn erkentelijkheid blijk door haar een fooi van 175 dollar te geven. Later heeft Birdie er waarschijnlijk lucht van gekregen, da't haar aardappel schiller 100.000 waard was. Zij en haar advocaat onder namen toen de noodige stappen en zij kenden de ge zworenen ervan overtuigen, dat de oude heer een huwe- lijksaanzien had gedaan. Dezen kwam daardoor zijn op onthoud in het zinnige Californië en zijn bereidwilligheid om aardappelen te schillen op 12.000 dollar te staan. Scheiding als beroep. De aangehaalde gevallen zijn echter steeds prestaties van flinke amateurs. Er zijn ook van die professional „Golddiggers", welke de echtscheidingsvergoedingen een wetenschap hebben gemaakt Men schat, dat circa een millioen vrouwen zich op deze wijze een inkomen zonder arbeid verworven, zoo niet afgeperst hebben. De „golddigger" beschouwen een huwelijk met haar offer als de zekerste weg tot verwe zenlijking van haar doeleinden. Doel van de huwelijks manoeuvre is natuurlijk de scheiding en de veroordee- iing van den echtgenoot tot een zoo goed mogelijke be taling van alimenten. Volgens den letter van de wet zijn de scheidingen in Amerika zeer moeilijk en slechts on der zeer bijzondere omstandigheden mogelijk. Vele Sta ten kennen als echtscheidingsgrond slechts brutale wreedheid (extreme cruelty) en weigering tot levenson derhoud (nonsupport). De hooge muren, waarmede de Amerikaansche wetten de gehuwden omringen, worden wanneer het om een vlucht-bereide vrouw gaat, door galante rechters wel verlaagd. Bij niet betalen de gevangenis in. Naturulijk verheugen zich de vertegenwoordigers van het -schoorfe geslacht bij de vaststelling der alimenten in de bescherming der rechters. Deze betalingen wofden meestal op een exhorbitante hoog bedrag bepaald. Met een zelfstandig inkomen der vrouw wordt nauwelijks rekening gehouden. Ben voor de vrouwen zeer gunstig- luldende wet bepaalt verder, dat ophouden of zelfs ver traging in het uitbetalen der alimenten een minachting van het recht beteekent en derhalve met gevangenis wordt gestraft. Een vermindering van alimenten wegens verminderde inkomsten is slechts na een langdurige en ingewikkelde procedure mogelijk. En de gewezen echt genoot hoeft zich ook niet met de hoop te vleien, dat zijn vroegere vrouw weer spoedig zou kunnen gaan trou wen, waarbij dan zijn verplichting tot betalen ophoudt! Ook in dit geval meet weer de gerechtelijke beslissing afgewacht worde.n. Een vereeniging van gescheiden mannen. Men moet zich daarom niet verwonderen als de slachtoffers van gcwetenlooze vrouwen dikwijls tot te genmaatregelen-hun toevlucht nemen en de betaling van alimenten op allo mcgelijke wijzen trachten te ontduiken In New York hebben de met alimenten-betalingen be laste echtgenooten zich tot een „Alimony Payer Associa- tion" aan eengesloten, een vereeniging, die een levendige propaganda tegen de huidige rechtspleging in scheidings processen voert. Vele leden van deze vereeniging hebben er don voorkeur aan gegeven zich liever herhaalde ma len door hun vrouwen te laten arresteeren en in de ge vangenis te laten brengen, dan hun, als onrechtmatig gevoelde verplichtingen na te komen. Een ander lid de zer vereeniging is de bezitter van een uitgestrekt, op meerdere millioenen geschat stuk bouwgrond, dat als een eiland tussohen het, huizenmeer van Long Island ligt en iederen voorbijganger opvalt. Hij is er ondanks schitte rende aanbiedingen niet toe te bewegen dezen bouwgrond te verkoopen, daar de daarmede gepaard gaande ver hooging van zijn inkomen voor het grootste gedeelte aan zijn vrouw zou ten goede komen. Verhuizing naar een andere staat bemoeilijkt heel dikwijls de invordering van de alimenten en is daarom den vaak toegepasten tegen maatregel. Doch dit zijn slechts uitzonderingsgevallen, welke niets veranderen aan het feit. dat in Amerika te genwoordig meer dan een millioen mannen onder de uit buiting door hun gescheiden vrouwen zuchten. (Nadruk verboden). men om de voorstelling bij te wonen? Bij de controle hadden zij niemand gezien, dus ook niet de getuige P. Heuvel, de kastelein, J. Visser en A Sieperda, de kaartjescontroleur3. De heeren hadden geen toestemming, noch een vrijkaart. Het binnengaan ging volgens verdachten, niet met rumoer gepaard. Volgens de heeren waren zij in de ab solute onmogelijkheid om tijdig aanwezig te zijn. (Hier werd op de publieke tribune gelachen). Ontkend werd dat het opzet was een relletje te maken, zooals de president. Mr. Ledeboer zoo vrij was te veron derstellen. Het stuitte u als katholiek tegen dé borst, dat „Allerzielen" werd gegeven, zeide de president te gen verdachte nummer 6, Wybe N. Na het verhoor der verdachten werden de getuigen gehoord. In de eerste plaats de heer P. Heuvel, de 34- jarige caféhouder, die zich civiele partij stelde voor een bedrag wegens vernielde caféinventaris, onder meer ge broken stoelen, keuen cn ingeworpen ruiten. Rekeningen had Heuvel niet bij zich en kon die dus niet overleggen. Het was gespecificeerd f 28 aan glasruiten, f 25 aan keuen en de rest was voor gebroken stoelen, glazen en koppen en schotels. Verdachte no. 1 beweerde dat de kastelein en de an dere heeren zelf den boel hadden stukgeslagen. De heer Heuvel bleef bij zijn verklaring dat niet hij de vernieler was. Volgens verdachte nummer twee Cornelis B., sprak Heuvel niet de waarheid. Het publiek in de zaal had de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5