Radioprogramma ONTERFD...! Sterven wij jong? Vrijdag 6 Februari. Hilversum (1875 M.) V.A.R.A. 8.00 Gramofoonmuziek. V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding. VARA 10.15 Voordracht door Willem van Cappellen; 10.30 Zie- kenuurtje; 11.30 Voormiddagconcert door het VARA- Septet. A.V.R.O. 12.302.30 Concert door het Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep. Saxophoon-soli door J. Sevenstern; 2.303.00 Uitzending voor Scholen: Casper Höweler bespreekt „Het beroep van musicus"; 3.00—4.00 Middagmuziek door het AVRO-Kwintet V.A.R.A. 4.00 Orgelspel door Johan Jong; 4.30 Knutselwerk voor kinderen; 5.15 Voora.vondconcert dotor het VARA- Orkest o.l.v. Hugo de Groot; 6.50 Actueele allerlei uit de Arbeidersbeweging; 7.05 Gramofoonmuziek; 7.10 Cursus door W. H. Vliegen: Oorsprong, geschiedenis en hedendaagsohe stand der Socialistische beweging; 7.30 Politieberichten; 7.45 Gramofoonmuziek. V.P.R.O. 8.00 Tijdsein; 8.01 Catechisatie dor Ds. F. W. J. van den Kieboom; 8.30 Concert; 9.00 Spreker: Dr. Herman Wolf. Onderwerp: Franz Werfel als Romanschrijver; 9.30 Concert; 10.00 Persberichten van het Vrijzinnig Gods dienstig Persbureau; 10.05 Vaz Dias; 10.15 Lezing door Herman Rutters; 10.45 Concert. V.A.R.A. 11.00 Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting. Huizen (298 M.) N.C.R.V. 8.008.15 Schriftlezing; 8.159.30 Gramofoonmuziek; 10.3011.00 Korte Ziekendienst; 11.0012.30 Gramofoon- platen; 12.302.00 Middagconcert; 2.003.15 Gramofoon- platenconcert; 3.154.45 Concert door Mej. Jo Immink (alt), Siegfried Bahler (viool), Joh. O. Kramer (piano); 4.455.00 Verzorging van den zender; 5.005.30 Cursus Handenarbeid voor Ouderen; 5.306.30 Orgelconcert uit de Nieuwe Kerk te Amsterdam, door Anth. W. Rijp; 6.307.30 Bezoek van den Radio-dokter; 7.007 30 Cur sus Engelsch voor Beginners; 7.308.00 Causerie over: „Het snoeien van vruchtboomen" door A. J. Herwig; 8.009.00 Concert door de Arnhemsohe Orkestvereni ging o.l.v. Martin Spanjaard. Soliste: Marie de Wendt (zang); 9.00—9.30 Spreker: Mr. Dr. H. F. J. Wester- veld. Onderwerp: „Het werkloosheidsvraagstuk"; 9.30— 10.20 Vervolg Concert; 10.20—10.30 Persberichten Vaz Dias; 10.3011.30 Gramofoonplaten. Zaterdag 7 Februari. Hilversum (1875 M.) V.A.R.A. 8.00 Gramofoonmuziek. V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding. VARA 10.15 Uitzending voor arbeiders in de Continu-bedrijven. Medewerking van: Johan Jong (orgel) en Het Groot Volkstooneel; 12.00 Politieberichten; 12.15 Middagcon cert door het VARA-Septet; 1.45 Onderbreking voor verzorging van den zender; 2.15 Gramofoonmuziek; 2.30 Kwartiertje voor het Inst. v. Arbeiders-Ontwikkeling; 2.45 Paedagogisch Concert; 4.15 Cursus Duitsch; 4.45 Concert door Ferdinand Pels (hobo) en Joh. Jong (pia no); 5.00 Radio-Volks-Universiteit. Populaire Kunst beschouwingen door Otto van Tussenbroek; 5 30 Ver volg Concert voor hobo en piano; 5.45 Gramofoon muziek; 6.15 S.D.A.P.-Kwartlertje; 6.30 Literair half uurtje door A. M. de Jong; 7.15 Gramofoonmuziek; 7.30 Politieberichten 7.45 Populair avondprogramma. Met medewerking van het VARA-Orkest, het Duo Ponty, Teun de Klepperman en Stella Fontaine; 10.45 VARA-Varia en Voetbalmededeelinger.; 10.55 Persbe richten van Vaz Dias; 11.05 Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting. Huizen (298 M.) K.R.O. 8.009.15 Gramofoonmuziek; 11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.011.30 Lunchmuziek door het K.R.O.-Sextet; 1.302.30 Gramofoonmuziek; 2.30 3.00 Vragenhalfuurtje voor jeugdige personen; 3.00— 4.30 Kinderuurtje; 4.304.45 Technisch kwartiertje; 4.455.00 Verzorging van den zender; 5.00—6.00 Gramo foonmuziek; 6.016.15 Sportpraatje door S. P. J. Borsten; 6.156.35 Journalistiek Weekoverzicht door Paul de Waart; 6.356.45 Gramofoonmuziek; 6.457.15 Esperanto-oursus; 7.157.45 Spreker: F. M. Gescher. Onderwerp: Sociale problemen op Java; 7.4510.15 Concert door het KR.O.-Salon-orkest o.l.v. Marinus van 't Woud. Solist: Guus Markman (zang); pl.m. 9.00 Nieuwsberichten van Vaz Dias; 10.1512.00 Gramofoon muziek. FEUILLETON Uit het Engelsch van DOLF WYLLARDE 21. „Kiddie!", riep Barbara met een snik, terwijl zij naast het kleine meisje neerknielde en haar mantel om haar heen sloeg. „Wat is er gebeurd?" „Oom Ted", fluisterde Kiddie met moeite. „De paarden zijn op hol geslagen en wij werden uit het, rijtuig geslingerd. Oom Ted heeft zijn heen bezeerd. O, tante Babs, ik geloof dat hij dood gaat. Nu zij zich veilig voelde in dc bescherming van haar tante, was het met Kiddie's uithoudingsvermo gen gedaan en barstte zij in een wilde huilbui uit. „Kijk jij naar Ted", vroeg Barbara aan Harrel; „la ten de mannen je helpen hem in de auto te tillen." Terwijl Digby, de chauffeur en de stalknecht poog den Edward voorzichtig op te beuren, droeg Barbara Kiddie in de auto en sloeg den warmen doek, dien zij had meegebracht cn haar mantel om het kind heen. Ze liet haar uit dc veldflesch, die Digbv uit, wijze voorzorg in de auto had gelegd, een paar druppels brandewijn drinken, nam daarop Kiddie's ijskoude handen in de hare, terwijl het kleine meisje, half-sla- pend cn uitgeput door koude en vermoeienis en angst, haar hoofdje tegen den schouder van tante Babs liet. rusten. Af en toe ging er een hevige rilling door het kleine lichaam. „Oom Tod's been is zoo erg, zoo vreesclijk erg", fluisterde Kiddie opeens. „Ik had mijn jurk er over heen gelegd, ik was bang, dat er kou hij zou komen" „Je bent een schat, Kiddie, een kleine, dappere meid hoor. Wat is er, Digby", wendde zij zich opeens tot. Harrel, die weer bij den wagen was gekomen. „We kunnen Tod onmogelijk in de auto krijgen zonder draagbaar of zoo iets van. dien aard zei hij ernstig. „Williams hebben wij een eind verder op den weg gevonden. Ik vrees dat hij er slecht aan toe is. Rijd jij nu naar huis met Kiddie en stuur dan de aiito onmiddellijk terug met een baar en hulpmid delen." „Goed", antwoordde Barbara rustig. „Laat de stal knecht dan bij jou blijven. Hier is de veldflesch, die kan misschien nog dienst doen." „Dank je. Hier heb je Kiddie's jurk." „Laat die maar over Ted's been liggen; ze is warm toegedekt, dus ze kan hom wel missen. Zij vindt het prettig als haar jurk daar blijft liggen." Harrel voelde een brok in zijn keel, toen hij het ALLERLEI Waar Frankrijk's milliardcn bewaard worden. De nieuwe kluis in de Bank van Frankrijk op tientallen meters diepte. Reeds gedurende den grooten wereldoorlog besloten de directeuren van de Bank van Frankrijk een groote onderaardsche kluis te laten ontwerpen, welke niet alleen ontoegankelijk zou zijn voor de meest geraf fineerde inbrekers, maar eveneens bestand zou zijn tegen het hevigste bombardement, dat militaire ex perts zich konden voorstellen. Ofschoon militaire in genieurs, dio geraadpleegd werden, verklaarden dat het bijna onmogelijk was dc bedekking voor een der gelijke kluis te vervaardigen, is het plan toch door gegaan en aan de beschrijvingen, die er over in de bladen verschijnen, moet men inderdaad toegeven, dat de bankdirecteuren het beoogde doel hebben be reikt. Men oordeele zelf aan de hand van het volgen de: De architecten en ingenieurs der Bank herinnerden zich, dat zich diep onder de fundamenten én in het hijzonder onder de nieuwe bijgebouwen een rotslaag bevindt. Men boorde vier schachten om de bodem gesteldheid te onderzoeken en op 17 M. diepte werd deze laag aangetroffen. De schachten werden verder uitgediept cn op 25 M. naar alle kanten mijngangen aangelegd. Men besloot nu tot de constructie over te gaan. Gedurende drie jaren hebben werklieden dag en nacht den rotsbodem bewerkt en zoo werd het be staan van deze schatkamer verwezenlijkt, welke dc grootste ter wereld is en een vloeroppervlakte heeft van 10.000 M2. De toegang lot deze schatkamer, om ons daartoe te bepalen, is buitengewoon kunstig uitgedacht. Een gang, omgeven door een bctonlaag van 6 M. dikte, met aan den binnenkant twee voet dikke staal platen, leidt ten langen leste voor de eerste deur. Niets verraadt dc aanwezigheid van een deur; men ziet een blankgeschuurde stalen wand voor zich met, twee gaten er in. Hierin worden de sleutels ge stoken, welke dienen om de deur te ontsluiten en te vens twee handvatten naar voren doen springen. De sleutels lijken belachelijk klein in verhouding tot het stalen gevaarte, dat nu door drie mannen openge trokken wordt. Deze deur is vijftig c.M. dik en ge heel van staal, dat bestand is tegen allo tot nu toe be kende inbrekerswerktuigen. Safe-experts hebben bere kend, d-at men op zijn minst twee maanden, dag en nacht, zonder eenig oponthoud, zou moeten arbeiden, om zich toegang te verschaffen lot de kluis, indien de sleutels waren zoekgeraakt. Achter de deur is een kleine kamer met een tweede onzichtbare deur. Er zijn niet eens sleutelgaten. Toch is er een manier om door dezen ccnigszins geronden muur heen te komen, wanneer men tenminste het wachtwoord kent, dat heel wat meer ingewikkeld is dan Aladin's Sesam open u! Deze ronde stalen muur maakt deel uit van een cir kelvormig horizontaal geplaatst lichaam, dat twee meter hoog en tien meter in doorsnee is en uit staal en beton is vervaardigd. In een der zijmuren van dit vertrekje bemerken we een kleine stalen deur. Deze geeft toegang tot een andere kamer, waarin zich een electromotor bevindt., welke, indien tenminste de juiste sleutels gebruikt worden en alles normaal is, de cylindcr doet ronddraaien. Wij zien de muur langzaam voorbij schuiven en een groote ronde plaat wordt zichtbaar. Dit is de bovenkant van wat men hier in de wandeling gewoonlijk de „kurk" noemt. Deze kurk is van massief staal en vult de gang, wel ke door den cylinder heen loopt, over haar geheele lengte. Men ontsluit de bouten, waarmededit tien meier diepe en bijna twee meter hooge gevaarte wordt vastgehouden. Een druk op een knop is vol doende om het naar binnen te doen glijden cn de in gang tot de kluis is geopend. Vier ton staal de eerste deur en veertien ton, de kurk, zijn opzijgeschoven om ons binnen te laten. We loopen de gang door en komen bij de lift, waar mede men naar de eigenlijke kluis afdaalt. Na onge veer 30 meter gedaald tc zijn, bevinden wij ons voor den ingang der kluis. De deuren worden geopend en wij treden binnen. De.ze deuren zijn twee meter dik en worden alleen maar in tijden van oorlog en revolutie gebruikt. Zij kunnen niet van buiten geopend wor den, doch alleen van binnen uit, door het garnizoen, dat zich dan met alle kostbaarheden in de kluis op sluit. Deze schatkamer lijkt in het geheel niet op een kluis. Dc lange rijen zuilen en de vele gloeilampen doen ©erder aan 'n moderne onderaardsche kapel denken. De elcctrische verlichting is on zichzelf al een kunststuk. Onder normale omstandigheden wordt de stroom doar twee Parijsche centralen geleverd. In witte iurkje weer over de beenen van den gewonde spreidde. Daarop ging hij naast Ted zitten, die nog steeds buiten bewustzijn was, terwijl de stalknecht Willianw vergeefs probeerde bij te. brengen. Hat leek Harrel of het uren duurde voor dc auto terugkwam, maar ein delijk konden de gewonden met behulp van een ge ïmproviseerde draagbaar, die dn bedienden clie met de auto terugkwamen, bij zich hadden, in den wagen worden getild en naar Guthrie worden gevoerd. Toen Iarrel geholpen had Edward en Williams naar hun kamers te brengen, waar zo direct werden overge geven aan de zorg van een inmiddels ontboden dok ter. hoorde hij een klok in het huis tien uur slaan. Hij liep door de hall, en dacht juist of het niet beter zou zijn, om zijn zuster en mevrouw Morrence naar huis te brengen, toen de huisknecht op hem toekwam en hem zei dat er in de bibliotheek voor hem gedekt was. Nu pas drong het tot Harrel door dat hij nog niet gegeten had. Barbara dacht ook aan alles! „Heeft Lady Barbara gege:en, Martin?", vroeg hij. „Ik heb haar iets bovengebracht. Zij is", Martin had moeite zijn ontroering te verbergen achter zijn onbewogen bedienden-masker, „zij is in de kinderka mer. Ik geloof dat het met Lady Catherine hec.'emaal niet goed is meneer", voegde hij er met beleefde-ver trouwelijkheid bij. „Die indruk heb ik straks ook gekregen", verklaar de Harrel ,Wcet je ook wat de dokter gezegd heeft, Martin?" „.Ta, meneer, hij acht een consult met een specialist noodig. Lady Catherinc's toestand is veel ernstiger dan die van Lord Edward. Lady Bryant. heeft mij op gedragen u te vragen of u zoo vriendelijk zoudt wil len zijn, een paar telegrammen te verzenden, als u iets gebruikt heeft." „Natuurlijk, laat ik dat maar eerst doen." „Lady Barbara heeft Miles gezegd over tien mi nuten voor te komenhet is de bedoeling van mylady dat u eerst iets eet. Meneer Kenyon zal me vrouw Gartwright en mevrouw Morrence thuis bren gen, als u het goedvindt." „Digby moest drie telegrammen wegsturen; een naar een bekende kinderarts in Londen, een ander naar een tehuis voor verpleegsters en een derde naar Lord Bryant, die zich in Londen bevond. Toen hij dit gedaan had, reed hij met dc auto n-aar Guthrie terug, met het plan daar zijn groeten achter te laten aan lady Barbara en dan naar huis tc gaan, als ten minste zijn hulp niet verder noodig bleek. Hij had Martin naar Barbara gestuurd om te vra gen of er nog iets voor hem te doen viel en wachtte in de bibliotheek op haar antwoord. Na een paar mi nuten ging de deur open en verscheen Barbara in eigen persoon. Ze had haar avondtoilet verwisseld voor een eenvoudige, witte huisjapon, waarin ze er geval van storingen, kan een in de kluis aanweziy installatie, den licht- en drijfstroom leveren. Dar.'.- enboven is elke lamp op een sterke accumalator inge schakeld, zoodat men de schatten nooit in het duister zal behoeven te zoeken. Er ligt hier voor 27 milliard franken aan goud. Het heldere licht der tallooze gloeilampen gaf aan de in lange rijen op elkaar gestapelde goudblokken een doffen glans. Zij gelijken op de steenhoopen, zoo als men die aan den kant van een in herstel zijnden weg ziet, waarbij men er zich rekenschap van dient te geven, dat elk dezer „steenen" een waarde van ongeveer 19.000 gulden vertegenwoordigt. Na de particuliere kluizen bezichtigd te hebben, kunnen wij de keuken in oogenschouw nemen. In de keuken treft men de nieuwste snufjes aan, welke gedurende de laatste jaren op dit gebied ver vaardigd zijn om arbeid te besparen, b.v. enorme door stoom verwarmde stoofpannen, elcctrische en rnet olie gestookte fornuizen,, waarop een modern ho telpaleis met trots zou kunnen neerzien. Men kan hier zoo noodig voedsel voor tweeduizend personen bereiden. Een voorraad blikken groenten, vruchten en wat dies meer zij, staat voor het gebruik gereed en in de koelkamer hangen koeien en varkens broe derlijk naast elkander, terwijl in een andere koel ruimte versche groenten en vruchten worden be waard. Deze voorraad wordt iedere maand ver- verscht. Dank zij een zeer ingenieus ventilatie-systecm is de lucht in de kluis, hoewel men zich ongeveer hon derd meter ondex' den grond bevindt, zeer aangenaam en niet vochtig. Tengevolge der condensatie moet er per dag 45.000 liter water naar boven' worden ge pompt. Geheime luchtkokers, welke bom- en gasvrij gemaakt zijn, voorzien de kluis van 90.000 M3. ver sche lucht per uur, terwijl de verbruikte lucht naar buiten gepompt wordt. 1 De watervoorziening is ten allen tijde gegaran deerd, door een wel, welke diep onder de fundamen ten verborgen ligt Xmaaanselie nomadenstammen. Volken dia volkomen ontaard on ten ondergang zijn opgeschreven. Volgens de laatste tellingen is het aantal India nen in Amerika weer eenigszins aan het toenemen, maar dit schijnt toch alleen voor de stammen met vaste woonplaatsen te gelden, want professor dr. Strong, die als vertegenwoordiger van het Kield-Mu- seum te Chicago de expeditie van Mc Millan naar Labrador heeft meegemaakt, vertelt nu dat de Ras- kapi's aldaar aan het uitsterven zijn. Vijf maanden heeft de geleerde met dit jagervolk meegeleefd. Hij woonde met tien roodhuiden in een tent, en vele mij len heeft ook hij de sleden mee helpen trekken, wan neer de fortuin weer eens gunstig geweest was en een paar rendieren geschoten waren, wier vleesch de Raskapj's boven alles schatten. Ook hun siroop achtig bier. waaraan zijn gastheeren zich soms we ken lang te goed deden, heeft de professor met hen gedronken. Toen ze nog aan de Davis-baai woonden, zoo ver telden ze hem, waren er nog veel rendieren geweest en ze hadden er op sommige dagen wel 2C0 gescho ten, maar plotseling waren de groote kudden ver dwenen, waarschijnlijk omdat de lucht van het af val van hun geslachte kameraden hen verontrust had en de stam had den God der Rendieren gebe den om hen te bewaren voor den honger, maar de God had hen in een ver bergland geleid en ofschoon ze hem nog ijverig offers brachten, kwam nu nog maar zelden een rendier onder schot en zij moesten van de vischvangst leven of bij de Eskimo's bede len Mitchell Iledges, die Nicaragua en Honduras af zocht naar sporen van de Mac-cultuur, meldt dat hij een stam Mosquito-Indianen heeft aangetroffen, die zich hoofdzakelijk van een gefloten taal bedienen. Deze taal is nog zoo ontwikkeld dat de Indianen el kaar op groote afstanden van een boot naar den oever of over een vrij breedc rivier al fluitend uit stekend verstaan en begrijpen. Maar dit is dan ook het, ©enige wat dien stam nog onderscheidt en de onderzoeker had moeite om in hen de afstammelin gen te herkennen van een volk dat eens den Spaan- schen veroveraars moeite genoeg gekost had om te overwinnen. Zij zijn thans volkomen ontaard en ten ondergang opgeschreven. Op hun tochten want er zijn eveneens Nomaden door het aan koortsen rijke moerasland slaan ze erbarmelijke huiten op en voeden zich en hun kinderen, die zonder kracht op den grond Kruipen, hoofdzakelijk van onrijpe of half rijpe bananen,, uit welke ze ook nog een kwalijk smakende soep koken, en ze lijden bijna allemaal aan koorts en ontsteking van de oogen. bijna ontroerend jong uitzag. Ze liep op Harrel toe en legde vertrouwelijk haar hand in de zijne. „Ik ben blij, Digby, dat je hier nog bent", zei ze zacht. „Ik wilde je bedanken voor alles wat je voor ons hebt gedaan." „Ik zou niet weten waarvoor ik dank verdien?", antwoordde hij min of meer verward door haar warme vriendelijkheid. „Als ik je soms een plezier kan doen door vannacht hier te blijven „Neen, dat is niet noodig. De dokier blijft den hoe- len nacht. Maar we zouden het wel erg prettig vin den, els je morgenochtend vroeg kon komen om Noël van het station te halen cn hom voorzichtig op dc hoogte te brengen „Natuurlijk wil ik dat met het grootste genoegen doen, hoor! Wat zegt de dokter overigens?" „Ted en Kiddie en William zijn er alle drie slecht aan toe, maar met Kiddie is 't het slimste." De toon, waarop ze sprak, greep hem zoo aan, dat hij in een opwelling zich niet kon bedwingen, den arm om ha-ar schouders sloeg. Zonder verzet liet ze hem begaan „De dokter is bang dat Ted altijd kreupel zal blij ven. Zijn been is op twee plaatsen gebroken en het heeft veel tc lang geduurd voor het gezet, kon worden. En Kiddie Zo liet haar hoofd tegen Digby's schouder rusten en vocht met haar tranen, maar ze kon ze niet tegen houden. Zacht streelde hij ha-ar haren en hij voelde diepe vreugde, dat zij hem toestond haar te troosten in haar angst en smart. „Babs, lieveling", fluisterde hij met trillende stem, „huil niet; ik kan het niet verdragen. Kunnen wij niets doen?" „Zij is al wat ik had om van te houden", klonk het wanhopig. „Ik had zoo graag voor naar willen zorgen en haar beschermen tegen alles, wat ik zelf heb moeten doormakenoen nu wordt zij weggenomen. De dokter is heel bang dat we haar niet zullen kunnen behouden." Hij bukte zich en drukte zijn lippen zacht op haar voorhoofd. Voor het eerst in zijn leven besefte hij, hoe eenzaam en ellendig Barbara, die hij voor een gevierde, aan luxe gewend meisje uit de aanzienlijke kringen had gehouden, zich eigenlijk voelde. „Lieveling", fluisterde hij. „Kiddie is niet dc ecnige van wie je houden kunt. We zullen hopen en bidden dat ze gespaard mag blijven, maar sta mij toe, je zorg en vrdriet te doelen, Barbara. En als Kiddie beter wordt, laten wij haar dan samen beschermen en verzorgen". HOOFDSTUK XVIII. De auto, die Lady Bryant zond om Lord Bryant af te halen, bracht Laster Kenyon, die in de gegeven om- DB DOKTER AAN TIET WOORD WAT IS EET STERFTE-CIJFER IN VORIGE EEUWEN? De mensch is nooit tevreden door Dr. NORBERT REDELBERGER. AT is wel iets om over na te denken, want da D „kostbaarste machine, genaamd de mensch", be reikt in onzen tijd gemiddeld een leeftijd van 57 tot 59 jaar. Dat is al niet veel en in vroeger tijden was het er nog veel slechter mee gesteld. In de 15e eeuw was de gemiddelde levensduur nauwelijks 30 jaar en zelfs in de jaren tusschen 1870 en 1890 bedroeg hij nog maar 35.6 jaar. Pas in het eerste decennium van de twintigste eeuw steeg hij tot 44.8 jaar. EEN BELANGRIJKE VOORUITGANG. De techniek en de moderne hygiëne hebben de le vensvoorwaarden veel gunstiger gemaakt en hoeveel tot dusver onopgeloste problemen er ook door ont staan zijn, er is toch reeds een belangrijke verbetering waar te nemen. Een eeuw geleden stierf nog 40 der kinderen in het eerste levensjaar en dan stierf er nog 30 a 40 tusschen het eerste en het tiende levensjaar. De reden hiervan was, dat men niet op de hoogte was van de middelen, waardoor men de kinderen voor be smettingskansen kon vrijwaren. Hoe de vooruitgang van de medische wetenschap en de publieke en parti culiere zorg voor de hygiëne de levenskansen verbe- tertl heeft, blijkt wel het duidelijkste uit het verloop der sterfte-eijfers in de laatste vier eeuwen. In de zestiende eeuw bedroeg het sterftecijfers nog 51 (per duizend zielen). In de achttiende eeuw bedroeg het nog 34 a 36, en omstreeks 1900 nog ongeveer 17. Thans is de algemeene gezondheidstoestand reeds zoo verbeterd, dat dit getal nog geen 12 bedraagt. Onge twijfeld hebben de internationale maatregelen tegen, epidemieën, de lichaamsverzorging en de inentingen tegen meerdere ziekten deze laatste belangrijke daling veroorzaakt, terwijl door een juistere voedingshygiëne die daling zich nog verder kan voortzetten. WE WILLEN LANGER LEVEN. Toch zijn de menschen nog niet tevreden met deze onbetwistbare verlenging van hun levensduur en ieder mensch afzonderlijk verwacht voor zichzelf meer dan 57 of 59 jaar in deze eeuw der verjongingskuren. Is dat aanmatiging? Is het levenshonger? Misschien ia men met het langere leven ook .nog onbevredigd ge bleven, omdat het de maatschappij als geheel raakt, doch het individu geen dag langer zijn leven of zijn. jeugd waarborgt. En wat ieder mensch afzonderlijk denkt, is uit den aard der zaak ook de droom der wetenschap. Deze ziet dan ook uit naar den dag, waarop de pogingen om het leven te verlengen op een nauwkeuriger en meeromvattende grondslag kun nen worden gesteld. NIEUWE METHODEN. Onder deze pogingen van den laatsten tijd moet het werk van den geleerde Friedenthal genoemd worden. Hij is op grend van de bereikte resultaten gekomen tot de overtuiging, dat de levensduur sterk beïnvloed' wordt door de gewichtsverhouding, die er tie&caac tus schen do hersens en het geheele lichaam. Verder schat hij den gemiddelden levensduur, dien de mensch zou kunnen bereiken, op 90 a 100 jaar, terwijl onder be paalde omstandigheden het leven nog belangrijk ver lengd kan worden. Dit wordt ons op overtuigende wijze ■geleerd door de statistiek, die zelfs den leek zal ver rassen, als hij er kennis van neemt. Zoo wordt onge veer der menschheid ontijdig uit het leven wegge rukt door een ziekte. In de laatste tien jaren is dit vooral bij hét mannelijk deel der bevolking gebleken. Slecht3 9.2 a 9.4 stierf een werkelijk natuurlijken dood, d.1. door ouderdomszwakte. VERJONGINGSKUREN WORDEN NIET ALGEMEEN. Ondanks de verschillende operatieve verjongings kuren, die na den oorlog de aandacht getrokken heb ben en ondanks de groote verwachtingen, die zij hebben opgewekt, zal een nuchter denkend mensch rekening houden met de waarschijnlijkheid, dat ze geen van alle in de naaste toekomst algemeen in gebruik stahdigheden moeilijk op Guthrie kon blijven logeeren, naar het station. Hij voelde zich teleurgesteld, maar al lerminst ontmoedigd, hij was overtuigd, dat het onge- 'uk van gisteren slechts uitstel voor hem beteekende. Het scheelde weinig of hij had Digby, die met hem'mee reed, over het doel van zijn bezoek aan het landgoed, ge sproken, zoo vol wa.s hij van Lady Barbara's aantrekke lijkheden. Lord Bryant en Digby hadden elkaar in geen jaren gesproken en Digby herkende hem dan ook niet on middellijk. Lord Bryant had ziin baard laten staan, zoo-, dat hij ouder leek dan hij in werkelijkheid was. „Harrel?" vroeg hij een beetje onzeker, toen hij den jongeman bij de auto van Guthrie zag staan. t „Het is Immers Digby Harrel?" „Ja. Ik had jou ook bijna niet herkend, Noël," ant woordde Digby. „Stap in. Onderweg zal ik je alles wel vertellen. „Wat is er toch gebeurd, Digby?" vroeg Lord Bryant bezorgd, toen de auto zich in beweging had gezet. Je hebt mij alleen getelegrafeerd, dat er een ongeluk ge beurd is, maar met wien? Met Barbara? Met moeder? Met het kind?" „Met Kiddie en Ted. De paarden zijn op hol geslagen en Ted en het kind werden uit het rijtuig geworpen. Ted's been is op twee plaatsen gebroken, 's Avonds laat hebben wij hem pas gevonden en dat heeft zijn toestand natuurlijk niet beter gemaakt. Wonder boven wonder had Kiddie zich niet bezeerd, maar nu is zij ernstig ziek, de dokter denkt dat het longontsteking is. Ze was al verkouden en heeft urenlang onbeweeglijk op de plaats van het ongeluk gezeten. Bovendien had die schat haar jurkje nog uitgetrokken om Ted's been mee te bedekken en dat heeft er natuurlijk ook geen goed aan gedaan." „Is er levensgevaar?" vroeg Lord Bryant op den man af. „Levensgevaar?" herhaalde Digby aarzelend. „De dokter maakt zich ernstig pngerust, maar hij wil voor alle zekerheid eerst een consult hebben met een Londen- schen specialist. Dien heb ik gisteravond getelegrafeerd, dus zal hij straks wel komen." „Ted heeft haar zeker meegenomen in het rijtuig", veronderstelde Lord Bryant. „Ja, maar hoe het precies gebeurd is weten wij niet. Barbara had hem dringend gevraagd om Kiddie niet mee te nemen, omdat de paarden onrustig waren. Maar het schijnt dat het kind hem bepraat heeft en dat bij het toch heeft gedaan. Ze is dol op hem, dat merk je wel uit dat verhaal van haar jurk, dat ik daarnet deed. Maar bijzonderheden weten wij nog niet. Kiddie heeft hooge koorts en kan niets vertellen. Ze ijlt voortdurend en Ted was vanmorgen een poosje bij bewustwijn, maar mag absoluut niet praten. Hij moet zoo rustig mogelijk worden gehouden." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 6