EEN LADING KAMFER,
BEERRVGOWAARP
Bond voor Siaatspensionnecring, afd.
Hee.Iiugowaard.
Zaterdagavond werd in het iokaal van den heer
- -Us de jaarlijksche propaganda-avond gehouden,
..elke werd bezocht door ongeveer 200 personen.
In zijn openingswoord verklaarde de heer Brug
man met groot genoegen namens het bestuur het
welkom toe te roepen aan zoo velen; toch hoopt
spr. dat men zich niet alleen naar deze zaal heeft
laten trekken door den man achter liet doek, den
heer Üaan Pool, dien hij intusschen namens be
stuur en aanwezigen een hartelijk welkom toeroept,
doch dat ook de zaak waar het om gaat een beweeg
reden daartoe is geweest. We weten loch, dat dooi
den Bond nog maar pas een ietsje is bereikt van
hetgeen hij zich ten doel stelt, in korte trekken wordt
dit door den spr. geschetst. Daarom, zoo gaat hij
voort, is nog steeds en nu vooral krachtige .propa
ganda noodig, waarom spr. dan ook op zich geno
men heelt een kort propaganda woord ie spreken,
ilij wees er met nadruk op, noe het aantal oudjes,
dat het premievrij pensioen geniet, met den dag
slinkt, terwijl het aantal van hen, die in geen gun
stiger conditie verkeeren dan de oudjes van li»lü,
zoodanig toeneemt, dat dit aantal reeds op n 5000(J
geschat wordt. Dat ter voorziening in dezen nood
moet worden voorzien, is ook meer en meer doorge
drongen tot regeering en volksvertegenwoordiging,
doch er schijnen nog maar altijd allerlei zaken,
welke als van meer belang worden geacht, afgedaan
te moeten worden en zoo wachten die oudjes; ze
wachten en wachten, weken en maanden en jaren.
Hierna schetst spr. den toestand van het gros der
plattelandbewoners, om daarbij te komen tot de
conclusie, dat voor hen premievrij Staatspensioen
dringend noodig is geworden. Hetgeen de plattelan
ders, in het algemeen gesproken, presterren voor de
samenleving, gce.t hi.n recht op een meer onbezorg-
den ouden dag. Wij immschen van het platteland
hebben daarom ook de propaganda krachtig ter hand
te nemen. Spr. acht het dan ook vooral den plicht dei-
jongeren zich hij den Bond voor Staalspcnsionnee-
ring aan te sluiten en daarmee te helpen bevorde
ren de belangen der ouden'Van dagen. Onze propa
ganda-avond dient tot resultaat te hebben, dat onze
gelederen worden versterkt, versterkt ook door U,
jongeren, want bij toetreding tot den Bond strijdt ge
mee voor de belangen uwer ouders, ook voor uw
eigen belang in de toekomst, Tenslotte werd door
spr. voorgelezen een lied gedicht door mej. F. Wit en
ter beschikking der afdeeiing gesteld. Spr. brengt
haai daarvoor den dank van het bestuur. .Met den
wensch, dat het tweeledig doel van dezen avond be
reikt zal mogen worden, nl.: versterking van het le
dental en waar hij trouwens geen oogenblik aan
twijfelt het doorleven van enkele hoogst genoeg
lijke uren onder het gehoor van den heer Daan
Pool, verklaarde hij de bijeenkomst voor geopend.
(Applaus.)
Hierna werd meegedeeld, dat in de Woensdag jl
gehouden ledenvergadering was voorzien in een
tweetal vacatures, ontstaan door het overlijden van
den heer P. Hittema, wiens verdiensten voor de af
deeiing in het kort werden gereleveerd en het a.s.
vertrek van den voorzitter. Gekozen werden mej. Wit
en den heer G. Dirkmaat, die heiden hebben ver
klaard de benoeming aan te nemen
Voorzitter feliciteert de benoemden, doch tevens
de afd. overtuigd zijnde dat beiden met liefde en
warmte de belangen der afd. zullen behartigen. Spr.
^venschte het nu volledige bestuur aangename sa
menwerking toe. Nog even brengt spr. in herinnering
welk een hoogst aangename» aag aan een groot aan
tal oudjes is bereid door het houden van een rij
toer met hen, Spr. achtte hiei op zijn plaats nog
een hartelijk woord van dank nan allen, die tot het
heerlijk welslagen hebben bijgedragen.
Voorts werd meegedeeld, dat door eenige jonge da
mes tijdens een der pauzen het voorgelezen lied zal
worden aangeboden, teneinde het op een geschikt
moment gemeenschappelijk te zingen.
Hierna gaf de voorzitter het woord aan Daan
Pool, die al aanstonds bij zijn eerste verschijnen op
het inderdaad keurig aangekleede en belichte tooneel
met warm applaus werd ontvangen. liet programma
bevatte een dertiental nummers, welke door den
heer Pool, daarbij begeleid door mej. W. Boekestein,
op hoogst verdienstelijke wijze w rden voorgedra
gen en gezongen, zoo noodig na voorafgaande toe
lichting. De heer Pool is voor het Noordelijk deel
onzer provincie geen onbekende, weshalve wel ge
voeld wordt, dat er is genoten, hetgeen trouwens
ook ten duidelijkste bleek uit het warm applaus, uit
de herhaaldelijk opklinkende onbadaarlijken lach,
welke de komische nummers ve:wekten, maar ook
uit de ademlooze stilte bij de dramatische nummers.
Inderdaad, de lachspieren zijn op zwaren proef ge
steld, maar ook, diepen indruk werd gemaakt door
de wijze, waarop werden voorgedragen: „Moeders
Brief", „Geef mij uw zegen", „De Muur", „Haar lee-
ge stoel". De pauzen werden benut door het zingen
van 't aangeboden lied (waarvan de opbrengst be
droeg f 1-4 ruim), het werven van nieuwe leden, wat
een aanwist gaf van 13, het plaatsen van lootjes voor
een paar taarten. De jongedames, die zich met den
verkoop hadden heiast. bleken geroutineerd te zijn;
ze wisten toch 400 lootjes te plcatsen, waarvoor een
bedrag van f34.50 kon worden gosiort.
Óver het financieel gedeelte verklaarde de voorzit
ter zich ten volle tevreden, wat lu rn aanleiding gaf,
hiervoor een woord van dank tot de aanwezigen te
richten. Met het oog op den aanwinst van leden hoop
te hij ten zeerste, dat deze in den loop van het jaar
aanzienlijk grooter zou mogen werden. Spr. hoopte,
dat. ieder daartoe het zijne zou bijdragen.
Bij de gchoudén trekking werden de taarten toe
gewezen aan mw. Dirkmaat en den hr. A. C. Dekkers.
De voorzitter stelde namens het bestuur voor van
wege de afdeeiing aan het Huis voor Ouden van Da
gen een taart te doen bezorgen als Zondagstractatie.
Dit voorstel verwierf algemeen applaus.
In de groote pauze werd door het bestuur de ver
kiezing gehouden voor een nieuwen voorzitter. Mee
gedeeld werd, dat was gekozen de heer A. Kooij,
die de benoeming had aanvaard. Voorzitter felici
teerde den heer Kooij, doch tevens de afdeeiing, ho
pende. dat de nieuwe voorzitter met bestuur en le
den aangenaam zou mogen samenwerken, even ge
noeglijk als dit met spr het ge va» was geweest.
Na hot laatste nummer, door den heer Pooi gege
ven, nl. „Jaap naar de Alkmaarsche Kermis", waar
bij de lachspieren weer duchtig in functie traden,
dankte de heer Pool voor de hoogst aangename ont
vangst in Heerhugowaard, voor de begeleiding door
mej. Boekestein en voor verdere welwillende mede
werking.
Toen het doek was gedaald, werd nog eens ge
meenschappelijk gezongen hel aangeboden lied,
waarna het liep al wat naar twaalven de voor
zitter tot sluiting overging. Spr. oordeelde te mogen
zeggen, dat een mooie avond was doorleefd, voor
een goed deel zeker te danken aan den heer Pool;
hij hield zich dan ook overtuigd namens allen te
spreken, wanneer hij den heer Pool hartelijk dank
zegde voor hetgeen hij teil beste had gegeven en
vooral voor de wijze, waarop dit was geschied. (In
stemming door algemeen appiaus). Voorts dankte
spr. zijn medebestuurders voor de wijze, waarop de
ze propaganda-avond door hen was voorbereid, aan
den heer Boekestein en dochter voor de opwekkende
muziek, aan de jongedames, die zich zoo verdienste
lijk hadden gemaakt ten bate der kas, aan de leden
voor de welwillendheid en medewerking tijdens de
jaren vi» zijn voorzitterschap ondervonden, terwijl
hij meenue in den geest der jongeren vooral te han
delen, indien hij ook een woord van dank sprak tot
den Burgemeester, van wien hij zoo juist toestem
ming had verkregen, dat er nog een enkel dansje
na mocht zijn. Spr. eindigde met de beste wenschen
voor de afdeeiing en reikte daarna de voorzitters
hamer over aan zijn opvolger. Deze nam daarna
nog even het woord, om zich te kwijten van een
taak, hem door zijn medebestuurders opgedragen,
nl. een woord van warmen dank te spreken tot den
heer Brugman voor hetgeen hij gedurende vele ja
ren voor de afdeeiing had gedaan en was geweest,
aan mevr. Brugman voor de vele avonden van al
leen zijn dia zij zich had getroost.
Namens het bestuur stelde spreker voor
den heer Brugman te benoemen tot eere
voorzitter der afdeeiing, wat aan de aanwezigen al
gemeen applaus ontlokte. Op de vraag of de heer
Brugman het eere-voorzilterscnap wilde aanvaarden,
antwoordde deze, dat hij daartoe volgaarne bereicl
was; hij dankte den heer Kooij voor zijn vriendelij
ke woorden en de aanwezigen voor de daarmee be
tuigde instemming.
SINT MAARTEN
EENIGENBURG ST. MAARTEN.
Zondagavond gaf de zang- en tooneelvereeniging
„Zang en Vriendschap" onder leiding van den heer Grin,
directeur, een openbare uitvoering in lokaal „De Burcht"
alhier.
Een achttal zangnummers, waarvan wij de laatsten
4 hebben gehoord, werden ten gehoore gebracht en vol
deden den aanwezigen ten volle en werden dan ook op
lofwaardige wijze en zuiver voorgedragen.
Voorts werd de avond gevuld met een 9-tal voordrach
ten van diverse personen, welke, de een meer en do
ander minder, allen met aandacht en soms met luiden
lach werden gevolgd.
Ook een heel aardige klucht in één bedrijf, „Bekroonde
koetje", door een 8-tal dames opgevoerd werd met aan
dacht gevolgd en verwierf als dank hiervoor een dave
rend applaus.
Een aparte vermelding verdient nr. 11, en wel „Op*
treden van Professor Exspiratus met het Panopticum",
daar deze vei tooning van verschillende z.g.n. mechani
sche poppen, door uitvoering zoowel als aankleeding al
ler lachlust opwekte en een reuze slot der opgevoerde
voordrachten Heek te zijn. Een gezellig bal tot slot.
NOG EENIGE FRAUDULEUZE PEREN-
MINNAARS.
Daarop stond terecht de slager P. K., eveneens wo
nende te Alkmaar, die eveneens in het abattoir eenige
peren uit een koelcel had weggenomen. Ook deze heer
erkende het hem ten laste gelegde feit. Hij had wel
f 10 schadevergoeding willen geven, doch deze trans
actie was destijds niet doorgegaan.
Eisch f 25 boete of 25 dagen en een voorw. straf met
proeftijd en bijz. voorwaarden als aan vorigen veroor
deelde opgelegd. Vonnis overeenkomstig requisitoir.
Vervolgens had zich te verantwoorden de heer B. B.,
oud 20 jaar en geboren te Hamburg, ook alweer een
beoefenaar van het edele slagersvak. welke Hamburger
knackwürst eveneens had genoten van de door den
heer P. K. ontvreemde peren. Verdachte had geen
schade vergoed, doch was wel genegen geweest dit te
doen, wat natuurlijk in zijn voordeel pleitte.
Eisch en vonnis als in vorige zaak. Hiermede was
de aangelegenheid der clandestiene perenconsumenten
van de baan geschoven.
DOOR DE KLEMMEN IN DE KLEM GERAAKT.
De 18-jarige heer Jan K„ 'n bewoner van onze
„overzeesche bezitting" Texel moest zich verantwoorden
wegens ambtsbelemmering en bedreiging van een amb
tenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bedie
ning. met een stok en een mes.
De verdachte, hierboven aangeduid werd door den
jachtopziener Helsloot in de duinen aangehouden,
terwijl hij volgens de meening van den jachtopziener
in een zak vervoerde eenige wild- of vogelklemmen.
De onbezoldigde rijksveldwachter wenschte deze zak te
fouilleeren, doch de kans werd hem daartoe onthouden,
aangezien gemelde Jan K. zulks op allerlei manieren
trachtte te verhinderen en den jachtopziener dreigde,
niet alleen met een stok, doch ook nog met een mes,
onder de niet zeer vriendelijke toezegging: ik zal je
door je donder steken! De heer Jan K. gaf geen sterke
blijken, onder den indruk der plechtigheid te zijn en
noemde hetgeen hem bij dagvaarding ten laste was
gelegd: flauwe kul! Ten einde nog eenige mysteriën
in deze zaak tot klaarheid te brengen, werd na veel
gepraat het proces in handen van den rechter-commis-
saris gesteld.
EEN DUINOPZICHTER MET EEN STUK HOUT
BEKOGELD.
Op 12 Januari j.1. stond terecht de 27-jarige arbeider
H. H., te Wieringen, welke heer werkzaam was ge
weest bij de Heide-Maatschappij en het werk had ge
staakt, waarop hij ontslagen was. Als gevolg van deze
troebelen was een balsturige stemming ontstaan en
had bovengenoemde H. met een stuk hout gegooid naar
den duinopzichter Bottrik, zoodat hij zich had schuldig
gemaakt aan mishandeling De verdachte had destijds
het feit pertinent ontkend en werd de zaak aangehou
den. ten einde nog eenige getuigen te hooren.
De verdachte werd thans in rechten bijgestaan door
mr. Buiskool van Schagen, die zich in het belang van
zijn cliënt niet onbetuigd liet. In strijd met de ont
kenning van verdachte, verklaarden de getuigen Bott
rik en Hahnschoten, dat verdachte inderdaad met een
stuk hout tegen den rug van den heer Bottrik had ge
worpen. De heer Officier achtte het ten laste gelegde
voldoende bewezen en requireerde tegen het driftige
mannetje, reeds eenige malen veroordeeld, f 25 boete of
25 dagen. Mr. Buiskool drong aan op het opleggen
eener geringe geldboete in verband met de toestanden
die volgens beschouwingen in groote bladen, bij de
Heide-maatschappij schijnen te heerschen.
Vonnis f 15 boete of 15 dagen.
EEN LOSHANDIGE VADER.
De aangehouden zaak tegen den 61-jarigen land
bouwer Jan F. te Enkhuizen, die op 24 Nov. zijn doch
ter Antje, de wed. A. Flietstra, met een klomp had ge
slagen, werd voortgezet met het hooren van den heer
"Wiggers, reclasseeringsambtenaar, die een gunstig rap
port omtrent verdachte had ingeleverd. Eisch thans
f 30 boete of 30 dagen. Vonnis f 15 boete of 15 dagen.
STRAATROOVERIJ TE WERVERSHOOF.
De heeren Jan O. en R. W. K., beiden gedomicili
eerd te Wervershoof, hadden geen van beiden van
«enige belangstelling blijk gegeven, toen zij heden ter
verantwoording waren geroepen, wegens het ernstige
feit, dat zij zich op 9 Dec. hadden schuldig gemaakt
aan straatroof. De tweede verdachte namelijk, had uit
een actetasch, bevestigd aan een door den sigarenhan
delaar Krijgsman te Hoorn tegen een boom geplaatst
rijwiel, weggenomen een kistje sigaren, terwijl Jan O.
medeplichtig was, door op den uitkijk te staan, ten
einde voor eventueel onraad te waarschuwen. Derge
lijke feiten hebben herhaaldelijk- plaats, zeide de ge
meenteveldwachter Schellevisch.
Eisch tegen eiken deugniet f 40 boete of 40 dagen.
Vonnis overeenkomstig die requisitoir.
Kort verhaal
Door
PARKER SINCLAIR.
TSIM SEK en AH ('MIN zaten tegenover el
kaar aan een tafeltje in het restaurant „De
Welgedane Philosoof" te Canton. Zij keken
elkaar niet aan, want elk van hen had zijn
stoelomgedraaid om te kijken naar het cabarotzange-
rosjc Lo Fa. De wind voerde een lichten wierookgeur
mee uit den „tempel der vijfnonderd", welke juist
beneden hen lag, terwijl de electrischc centrale bij
«Ie rivier het stampen van machines en het huilen
van sirenes klonk, aan do werkelijkheid deed herin
neren.
„Heel aardig", merkte Ah Chin op, terwijl hij naar
het meisje keek. „Bekoorlijk! Haar kleur doet mij
donken aan een vuurroode bloem, haar fijne wenk
brauwen aan de vleugels van een vliegende zwaluw
en haar glimlach aan mijn vrouw en aan een andere
dame, die mij niet geheel onverschillig is."
„Ik ben zoo vrij, het.niet met u eens te zijn", zei
Tsim Sek beslist. „Ilaar kleur doet mij denken aan
een roestige pan, baar wenkbrauwen danken veel van
hun gratie aan een stift en haar glimlach is het re
sultaat, van veel studie. Bovendien zijn vrouwen niets
anders dan een belooning voor succes in zaken. Ik
kan het weten, want. ik ben zelf getrouwd! Een man
klimt toch niet in een boom om visschen te zoeken?
Hij trouwt toch niet om geluk te zoeken?." En Sek
trok eens aan zijn sigaret. Ah Chin antwoordde: „Ik
dank u zeer. Ik ben er niet zeker ven, of ik uw goede
vrouw Lo Sie niet op de hoogte van uw inzichten
moet brengen. Zij heeft toch haar ouderlijk huis ver
wisseld voor het uwe en dat wijst er op dat zij ze
kere illusies heeft gekoesterd".
Tsim Sok blies een kringetje. „U zult mijn inzich
ten niet aan mijn vrouw vertellen en evenmin aan
iemand anders, want ik weet toevallig Zijn woor
den werden wat zachter en hij spras nog wat langza
nier dan gewoonlijk, maar toch maakte hij zkn zin
niet af.
Dit was voor Ah Chin ook niet noodig. Hij \Vist,
«lat die zin op heel wat manieren afgemaakt zou kun
nen worden. Hij zei dus bescheiden„Het kan mij
tenslotte niet. schelen, hoe etui rijk koopman als u
zijn geld verteert Voor mijzelf blijven immers slechts
«Ie eenvoudige genietingen der armen over." En ter
wijl hij keek naar Ix> Fa, die met haar cavalier flirt-
1. voegde hij er zuchtend aan too: „Ik wenschte,
dal il; kansen had."
HARDE KLAPPEN EN DIKKE WOORDEN.
Mej. Ellsabeth H„ gehuwd met der heer J. A. S., 'i\
Hoornsche huismoeder sierde het verdachtenbankje op
grond van de haar nadeeüge omstandigheid dat zij op
8 Januari j.1. heur stadgenoote Mej. N. Dekker, huls
vrouw mijnheer Hendrikus S. in haar nek geslagen had
en haar vervolgens eenige leelijke woorden had toege
voegd. Mej. S. had tegen deze beschuldigingen heel wat
In te brengen en keuvelde gedurende eenige momenten
over het gebeurde zeer gezellig met den Politierechter.
Hoewel zoowel verdachte als de mishandelde getuige deze
veronderstelling verre verworpen, scheen het wel toe.
dat ruzie en strafoefening het gevolg waren van een
meeningsverschil over de respectieve kinderkens. In deze
zaak werd nog gehoord Mej, N. Doets, 'n gehuwde dame
wonende Italiaansche zeedijk, die de verklaringen van
Mej. N. Dekker bevestigde en versterkte.
De officier was van meening dat Mej. Dekker de mis
handeling door haar optreden zelf had uitgelokt en vor
derde tegen Mej. S. f 20 boete' of 20 dagen. Uitspraak
f 10 boete of 10 dagen.
DE MAN IS VERPLICHT DE VROUW TE VOLGEN.
De heer Anth. S., visscher te Hoorn is de echtgenoot
van vorige verdachte, verscheen daarop ten tooneele,
ten einde terecht te staan wegens mishandeling van de
eerste getuige uit de voorgaande zaak, Mej. Sieverlng,
die hij ter zelfder gelegenheid, op 8 Januari een schop
tegen het dijbeen zou hebben toegebracht. De heer S.
wees echter die eer onvoorwaardelijk van de hand en
beweerde niet anders te hebben gedaan dan zijn echtge-
noote weg te voeren, teneinde verdere directe actie on
der de dames te voorkomen. x
Niettemin verklaarden de getuigen uit de vorige zaak
ook hier eensluitend, dat verdachte getrapt had. De of
ficier, voldaan over het gehoorde, vorderde in dit meer
ernstige geval f 25 boete of 25 dagen. Opgelegd werd
in casu f 10 boete sub. 10 dagen hechtenis.
EEN STRIJDVAARDIGE DAME.
De 43-jarlge vertegenwoordigster van het zwakke ge
slacht te Hoorn, mevrouw Anna Maria de Gr,, gehuwd,
met den heer Marinus 0„ caféhouder, verscheen, solied
in bont gepakt, op het traditioneele bankje, als verdacht
den jeugdigen schippersknecht Joh. Nuchter uit Oud-
karspei, in den nacht van 14 op 15 December een slag
op het hoofd te hebben gegeven.
Volgens de opvatting van verdachte had zij den heer
Nuchter alleen in den nek genomen, wat den politierech
ter de verbaasde vraag ontlokte: Maar het is toch geen
konijn?
De caféhouder van Riel, die mede tegenwoordig was
bij het nachtelijk standje verklaarde evenwel, dat me
vrouw O. wel degelijk geslagen had, waarop verdachte
hem van meineed beschuldigde.
De heer Schuitemaker, hoewel ook gedagvaard, was
niet verschenen en zal zich vermoedelijk met betrekking
tot die nalatigheid, wel voor den kantonrechter hebben
te verantwoorden. Eisch f 15 boete of 15 dagen hechte
nis. Vonnis conform eisch.
ONHOFFELIJKE SCHIPPERSKNECHT.
De heer Joh. N„ schippersknecht uit Oudkarspel, werd
uitgenoodigd daarop op de door mevr. Anna Maria de
Greeuw, huisvrouw van den oaféhouder Martinus Oer-
lemans verlaten zetel plaats te nemen op grond van het
feit, dat hij In den nacht van 30 Nov. op 1 December
bovengenoemde dame eenige zeer beleedigende woorden
naar het hoofd had geslingerd. Door den heer Joh. N.
werd deze tenlastelegging zonder meer een groote leu
gen genoemd.
Een tweede getuige, de heer Enge! beweerde de ge
ïncrimineerde woorden eveneens te hebben waargenomen
waarop verdachte opnieuw decreteerde, dat het een
groote leugen was. Eisch f 15 boete of 15 dagen. Vonnis
f 10 boete of 10 dagen.
EEN BUURSCHAPPELIJK KLOPPARTIJTJE
ZUM ABSCHIED.
Den 43-jarigen heer Frans E„ brandstoffenhandeiaar
te Alkmaar, was bij dagvaarding tenlaste gelegd dat hij
op Zondag 4 Januari zijn buurman Cornelis Anthonius
Heijblom tegen zijn dijbeen had getrapt. Te voren was
de harmonie tusschen de huurlieden reeds méérmalen
heftig verstoord. Het feit werd echter door verdachte
beslist ontkend. Wel hadden zij gekibbeld en gescholden
en was verdachte, door Heijblom uitgenoodigd 'n rob
bertje te vechten, doch er was niks gebeurd en de heer
E. had zijn vechtlustigen buurman zelfs niet aangeraakt
De mishandelde werd echter ter zijde gestaan door zijn
eohtgenoote en verklaarde deze juffrouw, dat haar man
door buurman E. tot vechten werd uitgenoodigd en dezo
hem hevig tegen het dijbeen had getrapt, zooals zij uit
de door haar gekozen observatiepost, het raam, had
waargenomen.
Ook de heer Burgering had geobserveerd dat Heijblom
die niets deed, door verdachte tegen het onderlichaam
werd getrapt
Gevorderd werd f 99 boete of 25 dagen, wat verdachte
verschrikkelijk vond, waarna hij den Politierechter een
brief ter lezing bood, bevattende bedreigingen tegen
verdachte door een schoonbroer van Heijblom.
Vonnis ten slotte conform eisch.
„Kansen, Ah Cliin, moet je zelf maken, zooals de
man zei tot de gestolen kip onder zijn arm. Elke
domkop kan geld verdienen. Zoo is er in deze stad
aan den mond van de rivier een groote behoefte aan
opium. Hier in Canton kan men het gemakkelijk
krijgen bij de handelaars, die het langs de rivieren
aanbrengen uit de meer verlichte deelen van het
land. Men behoeft liet slechts verder te brengen naar
Hongkong en die bemoeizieke douaneambtenaren te'
passceren om rijk te worden."
Ijo Fa ging met haar cavelier weg, op haar gebrui
kelijke manier met de heupen wiegend. De twee
mannen konden nu spreken, zonder door nieuwsgie
rige ooren beluisterd te worden. Ah Chin nam het
woord.
„Ik zal uw raad ter harte namen Tsim Sek. Doch
u weet meer van die dingen af, dan ik, die slechts
een arme verzamelaar van klean geld ben. Zeg mij,
wat ik doen moet."
Tsim Sek leunde over de tafel en zei: „Morgen komt
er hier een jonk aan, die de rivier afvaart met dui
zend koftie opium. Ik had deze zaak zelf willen rege
len, doch ik heb hier in Canton ook nog wat anders
te doen. Doch wanneer u toezicht zoudt willen hou
den op het transport, zouden wij een overeenkomst
kunnen aangaan."
„Een reisje langs de rivier zou ik heerlijk vinden",
antwoordde Ah Chin.
Lo Fa at onafgebroken door aan haar gebraden
eend. Ah Chin ergerde zich daarover. „Wat is dat nu
mijn geliefde van dezen dag? Moet je dan steeds eten,
wanneer ik wil babbelen? Weet jij dan niet, dat spre
ken de onderkaak even goed ontwikkelt?"
Ah Chin, spraakzame heer, eten en leven zijn broe
ders. Neem mij met u mee langs de rivier naar
Hongkong."
„Ik heb werk te doen op reis, Lo Fa. Ik kan je
niet meenemen."
„Werk, spraakzame heer, doch dit belet ons niet
om ons te vermaken. Wat voor werk hebt gij te
doen?"
„Ik heb opdracht om een lading kamfer naar de
stad te brengen."
„Kamfer? Beste Ah Chin, ik heb nog nooit gehoord,
dat kamfer onder bijzonder toezicht wordt vervoerd.
En hebt u mij hier naar den „Welgcdanen Philisoof"
gebracht om over kamfer te spreken? Zij gaapte."
„Goed Lo Fa, ik zal je meenemen. Doch zeg nie
mand iets over den kamfer."
De groote motorboot „Wai Fat" trok aan haar
trossen. Zwoegende koelies brachten blikken kamfer
in «le onderste kajuit en legden ze op een aantal
buizen, die tot de lading behoorden. Want Tsim Sek
zou zijn nieuwe huis van een waterleiding voorzien
Op het lantste oogenblik kwam er nog een klein mo
torbootje aanzetten niet een twaalftal blikken. De
machinist zei alsof het een van buiten geleerd lesje
was: „Deze blikken waren nog achtergebleven. Mijn
heer verlangt, dat u er bijzondere zorg aan zult be
steden."
„Ik besteed altijd bijzondere zorg aan alles", zei
Ah Chin. De reis langs de rivier bleek bij nacht too-
verachtig schoon te zijn. 's Morgens vroeg zoodra zij
de haven binnenkwamen, ging Ah Chin aan dek en
nam eenige verstandige voorzorgsmaatregelen met
het oog op de douanebeambten. Lo Fa zag hem wer
ken
Nu werd er op bevel van Ah Chin recht op de ha
ven aangestuurd; zij zouden dien dwars oversteken
om een bepaald punt. aan de overzijde te bereiken,
waar Ah Cliin zijn lading hoopte te kunnen lossen
bij een pakhuis, dat het eigendom van Rsin Sek was.
Wanneer de motorboot recht op haar doel afsteven
de, zouden de douanebeambten haar misschien niet
eens aanhouden
Ah Chin's geluk liet hem echter in den steek,
want een havenpoliticbootje schoot tusschen de kris
kras door elkaar liggende schepen van den haven
door en kwam met een grooten zwaai langszij te
liggen. Een Iersch poltieagcnt kwam aan boord en
vroeg hem op bevelenden toon: „Waarom stopte je
niet?"
Ah Chin antwoordde schijnbaar onaangedaan: „Ik
wist niet, dat dit noodzakelijk was. Is u van de po
litie? Kan ik daarginds aan de kade gaan?"
Als eenig antwoord kwamen er twee Chineezen in
de uniform der havenpolitie aan boord. De Ier zei:
„Kijk zijn lading na".
Ah Chin ging aan het tafeltje in de kajuit'zitten
en deed als de beleedigde onschuld. Lo Fa ging ech
ter aan dek, schijnbaar om het werk
der politie gade te slaan. Ah Chin bleef on
afgebroken aan zijn sigaret trekken, Het duurde wel
vijf minuten, voordat hij ook aan dek ging om een
kijkje te nemen.
Zijn kamferblikken stond in rijen op het dek en
de Chineesche politicagenten namen er monsters
van met een scherp instrumentje in den vorm van
een halve buis. Dit werd in hei blik gestoken, om
gedraaid, en er weer ui (getrokken, waardoor in de
holte een monster van den inhoud kwam te liggen.
Het eene blik na het andere bleek kamfer te bevat
ten en niets anders.
Toen zag Ah Cliin het meisje fluisteren met den
Europeaan. „Ja vijftig dollars", antwoordde deze.
Met zijn ondergeschikten begaf hij zich naar den ach
tersteven en daar haalden zij zorgvuldig het touw
op. dat Lo Fa door Ah Chin overhoord had zien wer
pen. voordat zij den haven binnen kwamen.
„Waarom heb je die blikken juin een touw in het
water hangen?" vroeg de politieagent triomfante
lijk. Dat'was een mooie aanhaling en hij zou er een
flinke premie voor krijgen. Kil die vijftig dollars
voor het meisje konden er gemakkelijk af.
Doch Ah Chin gaf ook nu nog geen kamp. „Ik heb
ze in het water gelegd voor de koelte. Warmte is
niet goed vooi kamfer."
De ander antwoordde niet eens. Met een hoonend
gesnuif greep hij het instrumentje, stak het in het
eerste blik en haalde erkamfer uit. Hij vloekte.
De twaalf blikken bevatten alle kamfer. Hij
schreeuwde den Chinees woedend toe: „Maar waarom
heb je die blikken dan m het water gelegd?" De
aderen op zijn voorhoofd zwollen, hij had al een ver-
moeienden ochtend zonder 't minste resultaat achter
den rug en nu ontging hem ook deze aanhaling.
Ah Chin was nog altijd even onverstoorbaar. „Dat
heb ik u toch al gezegd? De warmte is niet. goed
voor kamfer. Die blijft het beste in water."
Op zijn gezicht was iets te zien, dat even op een
glimlach leek. Dat maakte den politieagent nog
woedende; Hij wendde zich tot Lo Fa: „Jij gaat mee
naar het bureau. De politie zal je naar Canton te
rugsturen. Je mag deze stad niet binnenkomen."
Al haar protesten hielpen niet en tenv'ijl haar
schrille stem nog boven den motor van het politie-
bootje uitklonk, voeren zij al weg. Haar stem ver
stierf op den wind. Ah Chin glimlachte, stak een
nieuwe sigaret op en richtte het woord tot de be
manning.
„Zij zal wel niet de belooning krijgen, die zij ver
wachtte. En nu naar het pakhuis".
Ah Chin ging weer zitten met het tevreden gevoel,
dat hij alleen door zijn eigen voorzichtigheid en han
digheid aan het wakend oog van de douane was ont
snapt.
Eenige dagen later werd hem een brief van Tsim
Sek overhandigd. Hij luidde:
„Aan Ah Chin, den eerzamen kamfertransporteur.
Moge uwe familie een goede gezondheid genieten.
Op mijn kantoor lag nog ecnig geld; ik vrees, dat
gij het daar vergeten hebt bij uw laatste bezoek aan
Canton. Het doet mij genoegen, het u thans terug
te kunnen zenden.
Mijn kamfer is blijkbaar beschadigd door de rat
ten, die zoo wild van den honger waren, dat zij de
blikken doorknaagden! Ik heb daarom de kostprijs
der beschadigde blikken van uw geld afgehouden.
De pijpen van mijn waterleiding zijn ook hegl goed
aangekomen. liet was vreemd, dal zij verstopt wa
ren door een stof, die op pek geleek, liet heeft lang
geduurd, voordat zij schoon waren, doch ons werk
werd niet goede resultaten beloond.
Het meisje Lo Fa, dat gij meegenomen hebt, is
gisteren door de ^ilitie teruggebracht. Ik ontmoette
haar in „Den Wl*? 'cianen Philosoof" en zij vertelde
mij. dat zij eenige dagen op het politiebureau had
gelogeerd en dat de Europeanen haar zeer goed be
vielen."
Ah Chin lachte. Wat zou de Iersche politie agent
geglunderd hebben, wanneer hij de opium in de wa
terleidingbuizen gevonden had!
(Nadruk verboden.)