Sciaier Courant Als water en aarde samenzweren. Raad Hoogwoud. Tweede Blad. Ingezonden Stukken. De aardbeving op Nieu w-Zeeland I pepermunt Staatsloter' V/oensdag 11 Februari 1931. 74sle Jaargang. No. Ö814 Anna Paulowna. Mijnheer de Redacteur, U dankend voor de mij geboden gelegenheid om op het schrijven van mevr. M. Cf GunthertBreet en den heer F. As-ma te Den Helder van antwoord te dienen, wil ik beginnen met te vertellen, dat het mijn gewoonte niet is op. ingezonden stukken naar aan leiding van een verslag in te gaan, omdat ik daar imeestal geen heil in zie. Mensehen, die dadelijk op Ihun achterste beenen gaan staan als zij een goed bedoelde op- of aanmerking te slikken krijgen, zijn naar mijn meening toch niet met een wederwoord op een ingezonden stuk te overtuigen. Maar, mis schien is het in dit geval mogelijk een jong-mensc'h er toe te brengen, voortaan eerst eens goed te lezen en zijn woorden te wikken en te wegen voor hij zich gaat uiten. Dat kan hem in zijn later leven nog te pas komen en dan acht ik mijn tijd, hieraan be steed, niet. verloren. (Het stuk is wel door twee per sonen onderteekend, doch het ligt er duimendik op, dat het den heer F. Asma tot geestelijk vader heeft. Vandaar dat we ons tot hem wenden.) Het gaat in het ingezonden stuk in hoofdzaak over twee dingen: het sterk vibreeren van een sopraan en het minder goed begeleiden op een orgel. Nu is (het aardige van hot geval, dat beide zaken in het schrijven niet ontkend, zelfs toegegeven worden, waar door me niet moeilijk schijnt, te bewijzen dat mijn kritiek, die over de gevolgen handelde juist was. Ik zal nu het ingezonden stuk maar op den voet volgen: 1. Niet het dubbel gemengd kwartet werd ongeniet baar verklaard, doch zooals verderop wel juist geci teerd wordt: het gebodene werd door het sterk vi- (breeren van een sopraan ongenietbaar voor mij. De (heer Asina leest hier iets uit, wat ik heelemaal niet beweer, anders zou ik op bovenstaand verschil, dat eigenlijk miniem is, niet eens wijzen. 2. Hij gaat n.l. verder met te vertellen, dat bij ge noemd kwartet personen zijn, die hun sporen reeds verdiend hebben met den zang en die in kwartetwed strijden met prijzen bekroond zijn geworden, w.o. «en eersten prijs te Alkmaar, terwijl dit alles met de zaak niets te maken heeft. Ik val „de" leden van het kwartet, niet aan. IntegendeeK ik heb zelfs gezegd, dat ze elk een goede stem hebben. De heer Asma schrijft: „bij genoemd kwartet zijn personen" en niet: bet kwartet bestaat enkel en alleen uit personen. Dat ós een groot verschil en daarin kan juist de kneep zit ten! Heeft, het dubbel kwartet in deza samenstelling en zingend op ie manier als bij Sursum Corda, in Alkmaar een eersten prijs behaald? Waarom haalt de heer Asma die zangers, die hun sporen verdiend hebben en die behaalde prijzen er bij? Moet daarmee misschien indruk op het plattelands- vcrslaggevertje gemaaktwoiT.cn? Dan wil ik den lieer Asma wel verklappen (ais hij daar waarde aan hecht, ik zelf doe het niet) dat dat mannetje gebo ren en getogen is in een stad en daar waarschijnlijk langer gewoond heeft, dan deze heer thans jaren telt en nog wel in een stad, waarvan de bewoners Den Helder op hun beurt maar een „gat" zullen vinden. Dan mag hij daarbij nog weten, dat die verslaggever daar jaren achtereen geregeld bezoeker was van twee maal in de week gegeven orgelconcerten, waarbij ook zangers en zangeressen zongen van „misschien" nog grooter vermaardheid dan die uit Den Helder, terwijl de organisten in vergelijking zelfs met den heer F. Asma, laten wc zeggen geen kwajongens in de kunst waren. 3. „Alle graden van dynamiek werden in acht ge nomen en naar voren gebracht", zegt de heer Asma verder. „Verslaggever moet maar eens aantoonen, dat dit. niet zoo is." Ik heb in dit verband het tegengestelde niet be weerd. Als ik het wel gedaan had, zou de eisch dit aan te toonen, tot de onmogelijkheden behoorrn evenals het voor den heer Asma onmogelijk is te be wijzen, dat alle graden van dynamiek in acht ge no-men werden. Zooiets zou alleen te bewijzen zijn door een gramofoon-opname of als men, met een partituur in de hand, het recht kreeg, om tijdens een uitvoering b.v. te roepen: „stop eens even, dit pianissi mo vergeten jullie." Wel vond ik het noodig de sopranen bij forto te temperen. Kijk, men kan z'n aandacht schenken aan pianissimo en fortissimo en alles wat daar tus- schen ligt. maar wanneer door allen luid gezongen moet worden, doch één der partijen zing luider dan de anderen, te luid dus en overheerscht daar door, dan is de zaak niet in orde. 4. De heer Asma haalt he>t spreekwoord aan: „De beste stuurlui staan aan wal". Spreekwoorden wor den vaak verkeerd gebruikt. Hier is het een ver kapte uiting van zelfingenomenheid. Ik weet, uit ervaring, te goed voor welke moeilijkheden men op dit gebied komt te staan, dat ik me er wel voor wacht zóó'n houding aan te nemen, dat dit spreek woord op mij toegepast moet worden. 5. „De door U bedoelde sopraan heeft een zuivere glasheldere stem", gaat de heer Asma verder, en „hoe het mogelijk is, dat zij door eenigszins sterk?! vibreeren het gebodene totaal ongenietbaar maakte, is ons duister." Er wordt dus in dit gedeelte niet ontkend, dat be doelde sopraan vibreert, zelfs sterk vibreert. Ik ken de de sopraan niet. bij name en terwijl er in 'n dubbel- kwartet twee zijn, heb ik haar dus niet precies aan geduid. Terstond echter weet men in eigen kamp, wie ik bedoel!! Als dat vibreeren niet erg was ge weest, had men dit niet geweten! Het was uitgespro ken, zonder twijfel, cok voor de betrokkenen, dat die en die sopraan bedoeld werd! Me dunkt, dan zal hei wel v/aar en goed merkbaar geweest zijn! Ik vind lat overdreven vibreeren, ronduit gezegd, leelijk, en als de heer Asma me nu niet begrijpt, kan ik het niet helpen, maar iedereen zal me toe moeten ge ven, dat de glasheldere, zuivere stem niets af of toe doet aari dit vibreeren en ook dat een hinderlijke fout bij een deel zoo storend kan werken, dat men van het geheel niet meer genieten kan, al is voor de rest alles nog zoo goed. 6. Dan maakt de heer Asma de opmerking: „De verslaggever schrijft hier, dat de organist (tegen woordig heet. zoo iemand op z'n oud-Hollandsch: „orgelist"!!) den zanger in piano en forto te weinig f p C; - --y, door Dr. AUTEUR BERGER. DE telegrammen melden ons, dat op Nieuw Zeeland den tweeden Februari een vreeselijke aardbe ving heeft plaats gevonden, waardoor de haven stad Nhpier aan de Oostkust van het Noordelij ke eiland werd verwoest en een groot aantal menschen ihet leven verloor. Uitvoerige berichten hebben ons thans bereikt; toch weten wij nog niet met zekerheid of de aardbeving in derdaad afgeloopen is. Het is merkwaardig, dat tegelij kertijd in Beieren aardschokken zijn waargenomen. De aarde schijnt ons te willen toonen. welk een kracht in haar schuilt; zij behoeft slechts haar wenkbrauwen. te; fronsen om steden en landstreken te verwoesten. Nu is Nieuw-Zèeland wel bij uitstek een land voor aardbevingen en geyseruitbarstingen. Overal ziet men vulkanen, kenbaar door hun typischen vorm. telkens komt men bij warme bronnen, warme vijvers of zelfs een kokend meer. 45 jaar geleden vond hier een van de ernstigste aardbevingen van de vorige eeuw plaats. In den Tarawera, die sinds lang als een uitgedoofde vul kaan had gegolden, begon het plotseling te rommelen; het aan zijn voet gelegen Rotomahana-meer verkreeg een merkwaardig dreigend aanzien. Het dampende wa ter. dat zoo schoon placht te stroomen over de rose en wit glinsterende steenen der natuurlijke terrassen, be gon plotseling te koken. Al de warme vijvers, die de Maori's zooveel gemak.gaven bij het koken van hun eten, begonnen te razen en buiten hun oevers te treden. Hier en daar steeg stoom uit den grond op en 'n angstwek kend onderaardsch gerommel ging gepaard met eenigo aardschokken. Hoewel de Maori's eraan gewend waren, dat hun geysers van tijd tot tijd een verhoogde werking vertoonden, voelden zij nu toch. dat er een niet alle- daagsch gevaar dreigde. Zij pakten dus hun weinige huisraad bij elkaar en vluchtten aoo snel mogelijk uit hun vertrouwde, met mooi houtsnijwerk versierde huis jes, want de lucht werd steeds dreigender, geen vogel liet zijn stem meer hooren, het scheen, alsof de dood zijn knokige hand dreigend ophief. Als de aarde splijt Plotseling brak de hel los. In het binnenste der aarde gromde het, de gehee'.e Tarawera, die nog even tevoren zwart en dreigend tegen den hemel had gestaan, hulde zich in stoomwolken, regens stroomden neer met onge kend geweld en over de hoogvlakte blies de storm. Don derslagen en bliksemstralen volgden elkaar onophoude lijk op. En toen scheurde de bergwand... Reusachtige vlammen, verstikkende gele zwaveldampen schoten hon derden meter hoog uitd e gapende spleet en de gloeiends lava begon er uit te stroomen. De eene helft van den anders zoo zwijgenden reus boog zich voorover en ver dween met geweldig geraas en gedreun in de geopende aarde. Overal kwam heete stoom uit den grond op, vlam mentongen stegen er uit te voorschijn en zetten de hui zen en boomen in brand. Door het zware schokken en scheuren van den grond kwamen de vluchtelingen niet verder meer, zij vielen neer en bleven verstijfd van schrik liggen. Het scheen wel, alsof de geheele aardkorst hier in puin zou vallen. Een spuitende vuurfontein gelijk. Het donderde en dreunde nu onafgebroken. Onophou delijk spoten vuur, steenen, onmetelijke hoeveelheden asch, gloeiende lava en kokend slijk uit den geopenden berg. Waar enkele uren geleden nog de gladde spiegel van het Rotomahanameer geglinsterd had, zag men nog slechts een reusachtig gat; het meer zelf was door de aarde verslonden. Over dat alles viel gestadig de heete alles verstikkende aschregen, even dicht als een zware Sneeuwbui. Een steeds dikkere laag bedekte het land met een grijze lijkwade. De menschen bleven in den asch steken en stierven een ellendigen dood. En ook op andere plaatsen opende de aarde zich om gloeiend slijk uit te stooten, dat al meer en meer het dal opvulde. In het taaie slijk borrelden groote luchtbellen op en spat ten zwarte fonteinen op, steenen werden omhoog ge slingerd. Steeds meer gassen uit het binnenste der aarde schenen zich hier te verzamelen en plotseling werd het geheele 'slijkmeer van ongeveer 200 vierkante meter op pervlakte honderden meters in de lucht geslingerd. Dit vulkanologisch wonder, den Weimangoe-geyser, heb ik destijds met mijn eigen oogen gezien. Het was een onbeschrijfelijk overweldigend gezicht. Hij bleef nog ja ren werken en wierp om de 32 uur slijk en asch tot 800 M. hoog in de lucht Uit zijn trechter werden rotsblokken van honderden tonnen geslingerd. En het eigenaardige van dat alles was, dat deze geyser geluidloos werkte. Zonder geraas of gerommel stegen na het voorspel der zwarte springfonteinen de geweldige slijkmassa's naar den hemel op en vielen weer in hun bedding terug. De aarde was rondom bedekt met uitgestooten rotsblokken en nog langen tijd na de uitbarsting verbond een mach tige stoomwolk, die uit de slijkmassa opsteeg, de aarde met de wolken. De gevaarlijke vloedgolf. Sedert is Nieuw Zeeland voor groote rampen in het algemeen gespaard gebleven. De nu gemelde aardbeving schijnt echter ook in haar nevenverschijnselen zeer ern stig te zijn. Uit de berichten zou men n.l. kunnen op maken, dat zij evenals destijds de uitbarsting van d<3 Krakatau in verband heeft gestaan met een vloedgolf. Wij kunnen ons nauwelijks een voorstelling maken van de afmetingen en het gevaar van zoo'n vloedgolf. In het midden der achttiende eeuw is Lissabon bezocht door een vloedgolf, die vermoedelijk ontstaan is in verband met een onderzeesche aardbeving. Het water wordt in zoo'n geval van de kusl weggezogen, zoodat de schepen op het droge komen te liggen. Dat duurt echter slechts kort, want dan komt het water terug als een machtige muur, die met groote kracht komt aanrollen, de kusten overstroomt en dikwijls ver het land indringt. Ook de snelheid van zoo'n met een aard- of zeebeving in verband staanden vloedgalf is reusachtig. Bij de uit barsting van de Krakatau werden op 150 K.M. afstand in Batavia de gaslantaarns uitgeblazen en de vloedgolf zette zich over de geheele wereldzee voort. In 13 uur had zij reeds de 9000 K.M. verder liggende Zuidpunt van Afrika bereikt en na 17 uur kwam zij bij Kaap Hoorn. Ik heb eens een vloedgolf meegemaakt op den Stillen Oceaan. Wij zaten in den namiddag gezellig bij elkaar en dronken een kopje thee. De zee was spiegelglad. Plotseling scheen het, alsof de zee in het Westen een merkwaardige plooi kreeg. Met angstwekkende snelheid kwam de golf steeds dichter bij; wij hadden haar'nau welijks met schrik kunnen zien aankomen, of zij had ons reeds bereikt. De vloedgolf, want die was het, trok het schip eerst naar zich toe, greep het, hief het hoog op en wierp vervolgens de groote Oceaanstoomer op haar zijde, zoodat zij bijna omsloeg, en daarna rolde de vloed golf weer even snel als zij gekomen was, verder. Wij waren allen door elkaar geworpen en werkten ons nu weer op de been, half lachend, half verschrikt. Pas late- beseften wij, in welk gevaar het schip geweest was. Daar de ramp op Nieuw Zeeland bij de kust van den Stillen Oceaan plaats vond, is de vrees voor verdere on heilen niet ongegrond. En het zou niet onmogelijk zijn dat er nog berichten binnenkomen over schepen, die zich tijdens de aardbeving op zee bevonden en 't slachtoffer geworden zijn van de vloedgolf. (Nadruk verboden). volgde. Misschien dat de orgelist mettertijd nog eens wat meer roütine zal verkrijg m in begeleiden!!!" Dat is een nederigheid waar een luchtje aan zit En toch nederigheid siert dei1 mensch, ook een jong mensch, zelfs al is hij „orgelist". Dacht F. Asma misschien, dat we dat woord niet kenden. We gebruiken liet ook we! eens, we meenen zelfs, dat het in ons verslag over 'n vorige uitvoering van „Sursum Corda", waarbij hij ook medewerkin; verleende, voorkomt. We dachten dan ook direct aan een oud-leeraar van ons. die altijd, als we (zet ter plaats hier vooral niet het woordje „ook") eens eigenwijs waren, zei: „Zeg jongetje, wil jij nou je grootvader pleeron." 7. Als de heer Asma zich afvraagt: „Was het wel mogelijk op zoo'n orgel te begeleiden naar behooren", houdt dit de erkenning in, dat het begeleiden niet behoorlijk was, wat ik in mijn verslag niet eens be weerd heb. Hij geeft het orgel de schuld. Het is niet best dat konden we ook constateeren. Was het echter onmogelijk bij gedeelten, die piano gezongen werden, zachter te begeleiden? Daar gaat het over! Had men niet bij het in heter conditie zijnde kerk orgel kunnen zingen, nu een concertorgel niet voor handen was? Hierbij willen we het laten. Nogmaals dank aan de Redactie voor de geboden plaatsruimte. UW VERSLAGGEVER. De scheikundige analyseert, ~het publiek proeft de aparte kwaliteit van Trekking van Maandag 9 Februari. 5e klasse 13e lijst. Nos. 198 10280 12608 19105 19267 en 20850 elk f 1000. Nos. 5293 5376 7244 en 18599 elk f 400. Nos. 6160 8635 11356 en 14949 elk f 200. Nos. 2504 3702 4594 7004 7824 8844 9119 10423 16760 17119 17521 17915 en 18331 ieder f 100. Prijzen van f 70. 178 277 386 410 497 576 588 642 723 725 778 783 793 798 839 930 991 1020 1150 1283 1431 1506 1552 1559 1665 1718 1728 1808 1899 1926 2078 2087 2131 2159 2162 2187 2240 2345 2393 2146 2467 2549 2612 2652 2654 2790 2829 2873 2936 2984 3000 3154 3204 3397 4388 3503 3507 3658 3785 3809 3896 3968 4107 4292 4360 4437 4446 4530 4603 4615 4702 4798 4815 4874 4907 4925 4954 5224 5292 5309 5333 5346 5348 5413 543S 5618 5696 5775 5791 5823 5853 5986 6099 6207 6308 6422 r 6586 6902 6961 7126 7234 74S3 7534 7558 T'f. 7718 8059 8307 8367 8375 8432 9562 8577 8590 8597 8616 S<>13 89951 9019 9083 9134 9184 9245 9260 9649 9800 9306 9919 9930 10076 10162 10198 10207 10231 10312 10488 10527 10571 10809 10973 11094 11580 11598 11607 11772 12295 12378 12477 12508 12699 12759 12947 12950 12973 13063 13104 13J56 13191 13290 13298 13331 13516 13513 13594 13635 136S6 13824 13925 13962 140S5 14184 14333 14462 14479 14502 14520 14563 14706 14716 14843 14857 15005 15077 15178 15225 15362 15387 15411 15468 15627 15697 15767 15790 15895 159-12 15948 15951 15982 16012 T6055 16061 16087 16140 16233 16250 16269 16369 16412 16517 16816 16948 16989 17233 17322 47362 17485V17485 17498 1762! 17031 17643 17653"'17711 17S43"1?852 17907 18105 18113 18269 18295 18310 18439 18494 18520 18593 18639 18677 18761 18856 19044 19109 19192 .19228 19338 19381 19456 19464 195Ó7 19524 19589 19701 19706 19933 19949 19967 20187 10249 20274 20316 20337 20392 20553 20609 20711 20719 Vergadering van den Raad op Dinsdag. 10 Februari 1931, des morgens 10 uur. Alle leden zijn aanwezig. Voorzitter de heer D. Hoogenboom, burgemeester. De Voorzitter he«t de hoeren hartelijk welkom, opent de vergadering en spreekt den wen se h uit, dat nog lang en veel in liet belang der gemeente zal kunnen worden gehandeld. De notulen worden door Mc j. Van der Veen gelezen, ze worden onder dankzegging goedgekeurd. Ingekomen stukken. Dooi- den- Voorzitter wordt mededeeling gedaan van de volgende ingekomen stukken: Een circulaire van "het Prov. Bestuur over de be strijding van de rupsenplaag. Het is B. en W. niet bekend dat die in deze ge meente bestaat en spr. vraagt of den leden hierom trent iets bekend is. De heer Klaver zegt dat de mogelijkheid in een ge deelte der gemeente bestaat, maar spr. zal er op verzoek van den Voorzitter zijn aandacht eens aan wijden. De begrooting van den keuringsdienst van waren wordt voor kennisgeving aangenomen, evenals het verslag der Radio-commissie. Door den Voorzitter wordt gelezen een gedeelte van het verslag van dm Vleeschkeuringsdienst, .en wel het gedeelte dat betrekking heef: op het aantal slach tingen. Wat de ziekteverschijnselen betreft, geeft de heer Vijn in overweging,.dat gedeelte maar niet te lezen, het zijn allemaal stadhuis-woorden en alleen goed voor de pers.. De afdeeling „Vacantickolonies" en Gezinsverple ging zonden dankbetuiging voor de toegestane sub sidie voor 1931. Van hot P.E.N. kwam bericht in dat ten aanzien van de straatverlichting vont de uitbreiidngen geen afzonderlijke contracten gesloten behoeven te wor den. Door B. en W. was aan het P.E.N. in overweging ge geven om mefcde uitbreiding voor Gouw en Langereis nog wat te wachten, omjat de verlichting toch niet voor a.s. winter in gebruik zou worden genomen. Ged. Staten hebben goedgekeurd «le verordening op de klassificatie der gemeente t.a.v. de gemeentefonds- belasting. De beslissing over de begrooting 1931 der gemeente is verdaagd. Ged. Staten hebben machtiging verleend tot het aangaan van een overeenkomst nut Midwoud, inzake de destructie van cadavers. De in de vorige vergadering benoemde onderwijs kracht voor Aartswoud, de heer Lugtendorf, zond be richt dat hij zijn benoeming niet aanneemt. Ged. Staien hebben* beslot«>n tot wijziging van het raadsbesluit, genomen t.a.v. het verzoek van Jb. Kieft, om bijdrage in de vervoerkosten van zijn kinderen en wel door te bepalen dat ook voor het tweede kind, vanaf den leerplichtigen leeftijd, vergoeding dient te worden verleend. B. en W. stellen voor niet in hooger beroep te gaan, maar willen zich met den autobusondernemer den heer Mooij in verbinding stellen, om te trachten een overeenkomst te sluiten en op deze manier het ver voer goedkooper gedaan te krijgen. De heer Groen kan zich daar zeer gord mee ver- eenigc-n, misschien wordt het iets voordeeliger. De Voorzitter zegt, dat als het meer moet kosten dan doen we het niet. De heer Vijn is wel vóór die poging, als het maar per stuk berekend wordt, nipt bij de hoop. Do Voorzitter zegt dat dit de bedoeling is. Den heer Groen is het bekend dat er dit jaar weer 3 kinderen meer voor vervoer in aanmerking zullen komen. De heer Glas herinnert aan de ernstige klachten vorig jaar, dat het kleine auto'tje van Mooij zóó vol was en Burgemeester Breebaart toen ingegrepen heeft. De Voorzitter zegt, dat in de overeenkomst zal wor den bepaald dat gezorgd moet worden voor vol doende ruimte. De heer Groen zegt, dat dit met de tegenwoordige auto ook het geval is. De heer Bossen vraagt nog, hoe de regeling werd, toen vorig jaar is ingegrepen, waarop de heer Kla ver antwoordt, dat toen is gelooptn. De Voorzitter zegt, dat li. en W. het eerst eens met 'den. autobusondernemer zullen bespreken. Wat de ingekomen sollicitaties betreft voor onder wijzer of onderwijzeres te Aarlswoiid deelt de Voor zitter mede. dat de Inspecteur van het L. O. zich iu verbinding heeft gesteld met nel hoofd der school In den loop van deze week zulk-n de sollicitanten opgeroepen worden om ter kennismaking hier le komen en daarna zal- spoedig de voordracht worden opgemaakt. De benoeming tot secretaris. Aan de orde wordt gesteld de benoeming tot secre taris. Door B. en W. worden aanbevolen: No. 1. D. Hoogenboom, burgemeester, No. 2. H, van Ginkel te Bilthoven. De Voorzitter zegt, zich desgewenscht wel een oogenhlik te willen verwijderen, noch de Raad acht dit niet noodig en wil onmiddellijk tot stemming overgaan. Met. algemeene stemmen wordt de heer Hoogenboom benoemd. De heer Hoggenhoom dankt, den Raad hartelijk. Spr. is uit den vreemde gekomen en blijkt reeds het algemeen vertrouwen te genieten. Hij hoopt zich dit vertrouwen waardig te toonen en hoopt, dat de Raad nooit van deze benoeming berouw zal mogen hebben. Nadat het voorzitterschap tijdelijk aan wethouder Vijn is overgedragen en de raadsleden aan het ver zoek om op te staan hebben voidaan, legt de nieuw benoemde secretaris de vereischte eeden af, waarna de heer Vijn den heer Hoogenboom feliciteert en hoopt en vertrouwt dat de secretaris zijn plichten zoo goed mogelijk zal vervullën. De heer Hoogenboom belooft dat. Algemeene felicitatie volgt, waarna de burge meester het voorzitterschap weer aanvaardt. Benoemingen. Eveneens met algemeene stemmen wordt de heer Hoogenboom benoemd tot Ambtenaar van den Bur gerlijken Stand. Wegens vertrek van den heer J. Schagcn moet een tAof&v lid van de Commissie tot wering van School verzuim worden benoemd. De uitslag dei- stemming is als volgt: A. Schagen 4 stemmen, I). Nieuwpoort •V stem en Joh. Veerman 2 stemmen, zoodat de heer ,5u Scha gen is benoemd. Het voorschot aan akkerbouwers. Ten'aanzien van de provinciale regeling omtrent net verleenen van voorschot aan akkerbouwers enz., stellen B. en V'. voor de circulaire voor kennisge ving aan te nemen, omdat zij van oordeel zijn, dat de regeling algemeen bekend is. doch voor deze ge meente niet van toepassing is De heer Glas kan met dit voorstel wel meegaan, mits het '-denkbeeld wordt gewijzigd indien een aan vrage ,om voorschot mocht inkomen. De Voorzittei zegt toe. dat mochten er aanvragen inkomen, die op zichzelf zullen worden beoordeeld. De heer Bossen stelt zich toch voor. «la! er in de tóekohist èf HJtTivraL'rn ziilfeh' Irrkoróoi). «Dat moet vóór 1 Maart a.s., merkt de heer Vijn op.) Het ziet er. vervolgt de heer Bossen, voor -veel menschen slecht uil, de ontvangsten bedragen nihil en spr. be grijpt niet hoe de menschen van de weinige inkom sten nog kunnen leven. Spr. loopt met quitantics van bet P.E.N. en op 't oogenblik heeft hij ifog geen kla gen, maar in gezinnen met 7 a 8 kinderen is het sieeht gesteld. liet komt spr. dan ook voor dat er wel aanvragen zullen inkomen voor kunstmest, voor bet ploegen enz. Er zijn er die te werk zijn gesteld in de Wieringermeer en die het land maar hebben laten liggen. De Voorzitter zegt, dat men gerust kan zijn. zoodra er 'één aanvrage binnenkomt zullen B. en W. een voorstel doen. De heer Vijn deelt mede, dat er één geweest is om naar de voorwaarden te informeeren. maar die is op epp draf weer weggegaan, zoo ingewikkeld als hij «le zaak vond. De Voorzitter denkt, dat het hoofdbezwaar wel is, kit men niet. de boeken open moet komen. De heer Vijn wijst op de vragen die beantwoord moeten worden. De Voorzitter erkent, dat die niet zoo erg kiesch rijp. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt besloten. Evenals '^orig jaar Wórdt ook nu weer gunstig he- a schikt op een verzoek om toeslag te verleenen op het pensioen van Wed. J. Koeman. Ingekomen is het verzoek om voorschot van het R.IC. Par. Kerkbestuur, te Hoogwoud, overeenkomstig art. 101 der L. O.-wet 1920. De Voorzitter deelt mede, dat de rekening 1928 nog in behandeling bij Ged. Staten is en aanmerking is gemaakt op hei bedrag voor het onderwijs. Niet al tijd is de berekening Juist geweest. In de volgende vergadering zullen B. en W. met definitieve voorstel len komen. Doch' om geen stagnatie te veroorzaken, stellen R. en W. voor het verlangde voorschot te ver leenen, de afrekening heeft de raad toch in zijn hand. Wordt goedgevonden. Voor de verpachting van het land in de Bennemeer was «le hoogste inschrijver Jn. Keppel voor f625. Goedgevonden. Het aanvullend wegenplan. Van de Verecnigïng van Nederiandsche Gemeen ten is ingekomen een circulaire over de subsidieering van wegen die niet op het provinciaal wegenplan voorkomen. Op dit aanvullend wegenplan zullen worden geplaatst wegen voor doorgaand verkeer en die aansluiten aan rijks- en provinciale wegen. De Voorzitter merkt op, dat deze regeling niet van toepassing is op deze gemeente,, omdat de gemeente geen wegen heeft. Door den heer Glas wordt medegedeeld dat de ge meente wel eigenares is. maar «lat, de wegen in be heer zijn bij Vier Xoorder Koggen. De Voorzitter zegt. dat B. en W. wel willen pro- beeren het. in een richting te krijgen, waardoor het ontvangen van een bijdrage mogelijk zal blijken en B. en W. zullen «leze zaak dan ook nog eens onder de oogen zien. De heer Glas zegt, dat de waterschappen er ook wel op aandringen. Het is ook een schril contrast, wij krijgen een bijdrage'van f 20 per K.M., terwijl «Ie ijivsweg RotterdamDen Ilaag een millioen gulden per K.M. kost. De Voorzitter zet de tegenwoordige regeling nader uiteen. De toestand hier is thans zoo, dat de gemeen te wel wegen heeft, maar ze niet beheert, terwijl het waterschap geen wegen heeft, maar ze wel beheert. Met een kleinen administratieven opzei is dot wel anders te krijgen. De heer Glas merkt op, dat men in Haarlem wel weet wat de kosten aan onze wegen zijn en spr.' noemt het een beetje kleinzielig zooals thans de re- el ing is. De Voorzitter wijst er op, dat eerst een veronh- ning wordt vastgesteld, maar bij de toepassing «Ie leemten tot uiting komen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5