SchagerCourant Het Oude Huis. Het Wieaekind Radioprogramma Tweede Blad. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. FOSTER'SMAAGPIUEN Ingezonden Stukken. Uit onze Omgeving. Dinsdag 17 Februari 1931. 74ste Jaargang. No 8817 Zittrng van Vrijdag 13 Februari 1931. DE KANS VERKEKEN EN "N GULDEN VERSMETEN De bij verstek veroordeelden heer Andries D. was te gen het gewezen vonnis in verzet gekomen, doch ook ditmaal bleek de opposant niet aanwezig te zijn. Het rechtelijk geduld was nu uitgeput en werd het verstek vervallen verklaard en het vonnis bevestigd. De opge roepen agent van politie Stor, kon onverrichter zake ■weer vertrekken. DE LAATSTE LOODJES WEGEN HET ZWAARST. In de voortgezette zaak tegen den heer J. V. Koopman te Alkmaar, die op 6 Februari terecht stond ter zake aanrijding van een wielrijder, den heer M. Out op den Kennemerstraatweg bij de 4 staten te Alkmaar op 30 Nov. werden thans nog gehoord drie nieuwe getuigen. De heer Van Rossum, vertegenwoordiger te Heiloo, de heer Corn. Sap, tuinder te Heemstede en de heer Fh. v. d. Idsert, metselaar te Alkmaar. De heer Van Rossum, zelf automobilist, was zeer per tinent in zijn verklaring en had zelfs zijn echtgenoote vlug ter zijde moeten trekken, zoo snel, geluidloos en Bterk rechts langs het fiets en wandelpad had de heer V. gereden. De heer Sap, die zich op het rijwiel bevond, had gezien, dat de rechtsche fietser werd aangereden en dezen tegen zijn naast hem rijdenden metgezel was getui meld. De heer v. d. Idsert, die een achter het rijtuig des heeren V., rijdende auto bestuurde, had niet anders kun nen waarnemen, dat niet overmatig snel was gereden en de wielrijder was aangereden met het achterspatbord. Het tenlaste gelegde werd alsnu bewezen verklaard en de heer V. veroordeeld tot f 30 boete of 30 dagen, be nevens toewijzing der civiele vorderingen en wel aan den heert Oud f 30 en aan den heer Gijzen f 20. DE OLIFANT DIE DEN TIJGER VERMORSELT. Bij het bekende kruispunt, alwaar de Schager tram 'de Kanaalbrug bij Schoorldam oprijdt, kwam op 30 De cember de heer R. H., 'n handelsreiziger uit Wormerveer op 't moment dat de tram achter de brugwachterswo ning van L. Schotvanger in aantocht was, in zijn Essex tamelijk snel aantuffen. Hoewel de brugwachter nog waarschuwend de hand op stak, scheen het den bestuur der niet mogelijk tijdig te stoppen en werd de auto door de tram aangereden en tegen de brugleuning gedrukt. Gelukkig was de vaart van de tram zeer gering en kon de tram onmiddellijk tot stilstand worden gebracht, zoo dat het ongeval met een sisser afliep. De heer H. stond heden echter terecht wegens overtreding van het spoor wegreglement, beriep zich vergeefs op het slib op den weg, werd als onattent gedisqualificeerd en veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen. SNELLE RITJES ZIJN DURE RITJES. Een personenauto, zooals later bleek, bestuurd door zekeren heer J. H. v. d. B. uit Anna Paulowna, bewoog zich 29 November zoo snel en roekeloos door de fjewoon- T lij-k zeer druk bereden en bewandelde Langestraat te Alkmaar met zijn vele zijstraten, - dat een uit de Boter- straat komend wielrijder, de heer P. v. d. Waal, ter nau- wernood een aanrijding ontkwam. De wilde rijder, heden ter verantwoording geroepen, bleek niet te zijn versche nen en werd als nu bij verstek veroordeeld tot niet min der dan f 30 boete of 30 dagen. HET NIET VOLDOEN AAN ZOO'N INVITATIE WORDT EEN BELEEDIGING GEACHT. De 47-jarige aannemer Pieter V., directeur der Zuider zeewerken wonende te Den Oever op Wieringen had niet voldaan aan de verplichting om op 15 December te ver schijnen op de strafzitting van den politierechte^ 'te Alk maar in een strafzaak tegen een verdachte, genaamd B. Sohröder en stond dientengevolge heden ter zake over treding art 444 W. v. Strafrecht De heer V. erkende het feit en zeide niet in de gelegen heid te zijn geweest daar zijn tegenwoordigheid in den Haag was vereischt Aangezien hij evenwel beslist geen moeite had gedaan om den officier met deze omstandigheid in kennis te stellen, legde deze toelichting geen gewicht in de schaal en werd hij veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen, nog f 5 meer dan door den ambtenaar gevorderd. FEUILLETON Naar het Hongaarsch van CECILE TORMAY 3. J. W. JORISSEN Anna bedacht zich, dat grootvader nooit van dwergen en feeën vertelde... Ja, grootvader heeft het gezegd, verzekerde nu de kleine jongen zelf. In Anna's hoofdje raakte alles in de war. En van dat oogenblik af geloofden beiden vast, dat grootvader het gezegd had en dat het een echte dwerg was, die door de kamer hinkte, met kleine pasjes zonder ophouden. Tik tik... Hoor je hem? In de klare, rustige stilte van de gesloten gang weer klonk het getik van de klok. Het weerklonk zelfs nog in het trappenhuis.dat liep van de gang tot beneden aan de poort. Op eens verdween de dwerg uit de hoofden der kin deren. De hof was wit en het dak van het huis zag eruit als eene met sneeuw bedekte berghelling. De- binnenste vleugel van het huis strekte zich ver uit in den hof. Daar woonde de heer August Füger, met zijn vrouw en zijn zoon Otto. Mevrouw Henriëtte Füger zat altijd aan het venster te naaien. Ook nu zag men haar groote muts, als een witte kat op een vensterbank. Gelukkig, keek zij niet naar buiten. De tuin was geheel van de kinderen. De pomp was ook van hen en de ronde bank, om den stam van den appelboom ook. Dat was hun rijk... In den winter leek de tuin klein, maar zomers, als de boomen in het blad stonden en de vlierstruiken de schuilplaatsjes bedekten, werd hij reusachtig. Een deur in een grooten muur gaf toegang naar het eindje van de wereld, een deur met spijlen, die alleen groote menschen mochten openmaken. Uren lang konden Anna en Christoffel. met smach tend verlangen, door de spijlen kijken. Daar konden zij het dak van het magazijn zien, ook de teerbranderij en allerlei stukken hout; balken, planken, palen. Men zou EEN DEFTIGE RELATIE. DIE GEWOONLIJK NIET AANGENAAM, NOCH VOORDEELIG IS. Een 19-jarig botergrossier te Heiloo, de heer A. P. G. viel het overigens weinig benijdenswaardige voorrecht ten deel binnen korten tijd eenige malen in connectie te komen met den heer kantonrechter en diens genera- len staf. De eerste maal, nadat hij te Heiloo op een on- bewaakten overweg met zijn tweezittertje door een snel trein werd gegrepen en ter nauwernood het veege lijf er ongedeerd afbracht, terwijl zijn wagen werd vernield en een hoeveelheid keurig verpakte boter totaal verlo ren ging. Tot overmaat van ramp moest hij ook nog te recht staan en werd hij door de ongevoelige justitieele autoriteiten veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen. Thans compareerde hij evenwel opnieuw twee achter eenvolgende malen wegens 2 overtredingen. In de eerste plaats was hij in den avond van 11 Januari te Alkmaar verbaliseerd omdat zijn auto onvoldoende geillumineerd was eri vervolgens te Dimmen in den avond van 3 Fe bruari, toen zijn rijwiel aan een dergelijk lichtgebrek souffeerde. Een en ander met het nadeelige gevolg, dat hij heden werd veroordeeld respectievelijk tot f 8 boete of 8 dagen en f 4 boete of 4 dagen hechtenis. SCHEPT VREUGDE IN T LEVEN, ZOOLANG HET LAMPJE SCHIJNT. Een te Heerhugowaard woonachtige 21-jarige monteur, de heer Benedictus Sicco de V. was in den avond van 10 Januari aldaar in moeilijkheden geraakt met de rijks veldwachters Talsma en Visser, welke heeren hadden geconstateerd, dat het achter'.aftipje van de door hem bereden motor onvoldoende licht verspreidde en letter en nummer vrijwel in 't duister liet. De heer de V. liet zich niet direct overvleugelen, de monstreerde de voortreffelijkheid van zijn achterverlich ting en was ook heden de meening toegedaan, dat hem geen schuld trof, doch de kantonrechter dacht er anders over en legde hem f 3 boete of 3 dagen op. AANLEIDING GEVONDEN VOOR VOORTZETTING VAN DE CONFERENTIE IN TEGENWOORDIGHEID VAN DEN VERBALISANT. Een tweetal ondernemende jongelieden uit Egmond Binnen, de heeren A. H. en C. T. B. hadden op 26 De cember geenerlei pogingen gedaan een zich in hun ge zelschap bevindenden hond, die ijverig in de duinen on der de gem. Egm. Binnen snuffelde, terug en tot de orde te roepen. De jachtopziener Immink maakt daar van proces verbaal op, maar de heer C. T. B. die heden terecht stond en ook vertegenwoordigde zijn niet ver schenen vriend H. had ernstige bedenkingen tegen de dagvaarding en beweerde dat bedoelden hond hem niet toebehoorde en absoluut onverschillig liet, terwijl boven dien het feit niet was gepleegd onder de gemeente Eg- mond Binnen. Om dit verweer nader te belichten door den verbali sant werd besloten de behandeling over 14 dagen met frisschen moed voort te zetten. GEEN ARBEIDSWETSSABOTTAGE, DOCH COLLE GIAAL SOLIDARITEITSGEVOEL. De heer W. J. B. bestuurder en bedrijfsleider der N.V. Gebr. B. te Alkmaar, stond terecht ter zake overtreding der arbeidswet op grond van het feit, dat hij in den avond van 11 Dec. j.L omstreeks 11.20 een viertal arbei ders bedrijfswerkzaamheden had doen verrichten. De heer B. ontkende evenwel, dat het in casu bedrijfsbezig- heden gold. Er werd geëtaleerd ter voorbereiding van een aangekondigden uitverkoop, die evenwel vervroegd was, zoodat die tijd van voorbereiding belangrijk was in gekrompen en dus moest worden ingehaald. Eenige em ployé's van de firma hadden toen, om hun collega's te helpen, geheel vrijwillig en zonder belooning assistentie verleend. Door deze toelichting kreeg de kantonrechter een milderen kijk op de zaak en veroordeelde den heer B. tot het minimum straf, zijnde 4 keer f 0.50 boete of 1 dag op de overstreding gesteld. VEEHOUDER VEROORDEELD TOT 2 KEER f 400 BOETE, SUBSIDIAIR 2 KEER 100 DAGEN HECHTENIS. De kantonrechter veroordeelde heden den veehouder Pieter de J. te Akersloot terzake het ter aflevering voor handen hebben van een op melkgelijkende vloeistof, waarvan de bruikbaarheid door toevoeging van water was verminderd tot 2 geldboeten, elk van 400 gulden, sub sidiair 2 keer 100 dagen heohtenis. Door den ambtenaar was gevorderd 2 keer f 1000 boete subs. 2 keer 200 dagen hechtenis. en alle spijsverterings stoornissen verdwijnen onmiddellijk bi) het ge bruik van Foster's Maag- pillen, het aangenaamste en zekerste laxeermiddel. Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon. er van af kunnen glijden, als men zich maar liet gaan. Deze heerlijke, rommelige plaats, waar groote, zware mannen, met een schootsvel voor, het hout bewerkten, noemden de oude menschen de timmerwerf. Maar dit be viel den kinderen niet. Voor hen was het hier het eindje van de wereld. Zij hielden veel van het eindje van de wereld, vooral in den zomer, als des Zondags alles stil was en de geur van de vele, door de zon beschenen bal ken, zich verspreidde door den hof en zelfs tot in huis. Dan kon men gelooven aan het geheim, dat Christoffel wist. Het was geen timmerwerf. Maar dat wisten de groote menschen niet. Het was duidelijk, dat de reuzen kinderen daar hun bouwdoozen hadden leeg gegooid. En als ik slaap, dan spelen zij er mee, fluisterde de knaap. Nu kan men er niet aan gelooven, antwoordde Anna ernstig, nu kan men alles zoo duidelijk zien... Terneergeslagen slenterde Christoffel haar door de sneeuw achterna. Eerst op den weg naar de poort bleven zij voor eene deur staan, waaraan een plaatje hing met het opschrift: Kanzelei... Dit woord klonk juist alsof men nieste. Het prikkelde den mond der kinderen. Zij moesten er om lachen. Anna en Christoffel leunden tegen elkaar. Kanzelei... Kanzelei De deur ging open. De klerk stond op den drempel. Het was een hongerig uitziend, mager mannetje, met een lang, lustre jasje aan; als hij liep, schoven zijn knieën tegen elkaar. Anna wist iets van hem. Grootvader had gezegd, toen hij boos was: mijnheer Feuerlein is dom! Hij was de eenige onder de groote menschen, van wie zij zoo ietó zeker wist De kinderen zagen elkaar aan, hun kleine gezichtjes zwollen op van ingehouden lachen; toen slopen zij, ais hagedissen, door de geopende deur, het kantoor binnen Hij is dom, maar groot, fluisterde Anna den jongen in het oor. Ik heb toch in zijn glas gespuwd! En toen barst ten zij in lachen uit. Maar op eens verstomde het gelach. Mijnheer Gemming, de teekenaar, smeet zijn driehoe kig lineagl neer en begon te brommen. August Füger trok aan zijn rechter arm de morsmouw, die hij gedu rende de kantooruren droeg, hooger op. Niet brommen Gemming. Hij wordt misschien nog eens onze chef... Niet waar, Christoffeltje? En ga je dan altijd daarbinnen aan de schrijftafel zitten? Christoffel zag verschrikt naar de deur, die toegang gaf naar het kantoor van zijn grootvader. Daar binnen Altijd? Stil, rustig? En ook, als hij met zijn zinken sol daatjes wilde spelen?... Huiverend holde hij de kamer door. Neen, hij kwam liever nooit meer hier. Zoo'n ake WIJ BREIEN en repareeren alle soorten Wollen Kleeding, Konsen en Sokken, ook de allerfijnste. JAAP SNOR. Zuid- straat 15, DEN 1ELDER. Let op den gelen winkel. Depot Schagan: C. de Moei, Noord. Onze agent HARM HUISMAN komt. U bezoeken. WOENSDAG 18 FEBRUARL Hilversum 1875 M.) V.A.R.A. 8.009.00 Gramofoonmuziek. V.P.R.O. 10.0010.15 Morgenwijding. V.A.RA 10.15 Orgelspel door Johan Jong op het Vara-orgel; 10.30 „Onze Keuken" door P. J. Kers; 11.00 Gramofoon muziek; 11.05 Radio-Volksuniversiteit; 11.35 Gramofoon muziek; 12.00 Politieberichten; 12.15 Middagconcert door het Vara-Septet; 1.45 Onderbreking voor verzorging van den zender; 2.15 Vrouwenuurtje; 3.05 Gramofoonmuziek; 3.10 Cooperatie-kwartiertje: Hoe werken Coöperatieve Vereenigingen; 3.25 Gramofoonmuziek; 3.30 Maak het zelf,, door Celine Schaake-Verkozen; 4.20 Gramofoonmu ziek; 4.30 Piano-recital door Joh. Ligtelijn, afgewisseld met gramofoonmuziek; 5.05 Voor de kinderen, 6.15 Gra mofoonmuziek; 6.30 Mandoline-cursus; 7.00 Radio Volks universiteit; 7.30 Politieberichten; 7.45 Joodsch uurtje met medewerking van Alexander Schmuller, viool; 8.55 Gramofoonmuziek; 9.00 Uitzending uit Vlissingen; 9.30 Jan Klaasz of Gewaande Dienstmaagt, blijspel door Tho mas Asselijn; 10.30 Uitzending uit Vlissingen; 11.00 Nieuwsberichten Vaz Dias; 11.10 Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting. Huizen (298 M.) N.C.R.V. 8.00 Tijdsein, 8.0O—8.15 Schriftlezing; 8.15—9.30 Mor genconcert; 10.3011.00 Korte Ziekendienst; 11.0012.00 Harmonumbespeling door M. F. Jurjaanz; 12.0012.30 Gramofoonplaten; 12.302.00 Middagconcert; 2.002.30 Gramofoonmuziek; 2.303.00 Lezen van Chr. lectuur door Mej. M. Wen tink; 3.004.30 Concert; 4.304.45 Gramo foonmuziek; 4.45—5.00 Verzorging van den zender; 5.00 6.00 Kinderuurtje; 6.007.00 Uurtje voor de landbou wers; 7.007.30 Vroolijk programma; 7.308.00 Lezing door Dr. G. Esselink, arts; 8.0010.20 Evangelisatie-sa menkomst; 10.2010.30 Persberichten Vaz Dias; 10.30 11.30 Gramofoonplaten. Moeders, geneest de gesmette i deelen met Purol en houdt het huidje altijd droog 1 met Purol poeder j Jv "*'8 Beide artikelen I ËaSg# O"*-1 Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ik een plaatsje in Uw blad naar aanleiding (van het ingi-zondene van „Een Strookbe- woner". Schrijver vindt in den werkelijken zin des woords doel en publicatie van ingezonden stukken niet doeltreffend. Zeker „Strookbewoner" zal het alle doel missen, wanneer U op deze manier de zaak tracht recht te zetten. U schrijft, ei is hier in Nederland altijd hard gestreden, omoat wij Nederlanders 100 jaar op achter komen. Tevens geeft U de schuld aan de arbeiders zelf, dat die toch dipnen te weten om verbetering in deze „Maatschappij te verkrijgen, dat hiervoor gestreden moet worden. Deze opvattingen zijn toch met elkander in strijd. Dan, wat betreft de arbeiders bedoeld in de barakken Dat deze men schen onder leiding vervoerd worden op de „goed koopst" mogelijke manier is heel gewoon. Dit gebeurt op z.g.n. gezelschapsbiljetten, waarvoor 1 aanvrager (de leider) is. Maar dit doen toch ook voetbalclubs, vereenigingen, reisgezelschappen enz. Verder heb ben deze reizigers dezelfde rechten als ieder andere 3e klasse reiziger. Alleen is door de Nederl. Spoor wegen reductie op de prijzen gegeven. Dus van toe passing voor „Moordenaars"-vervoer is dit niet. Dat de gemeenten hun werkloozen voor productief werk aanwijzen in den Wieringermeerpolder is toch ook logisch en beter dan zonder werk te laten loopen, m.i. behoeft hier niet van slaven te worden gesproken. Wat de arbeidsvoorwaarden zijn in de Wieringer- meer, wil ik buiten beschouwing laten (dat die goed zijn betwijfel ik), maar dan is het de plicht van de arbeiders zich op een goede manier te organiseeren, dit is de weg voor verbetering. U. M. de R„ dankend voor de plaatsruimte, teelten ik, Een Beambte der Nederl. Spoorwegen. Schagen, 10 Febr. 1931. lige plaats, waar het naar inkt rook. De deur, waarvan hij wegvluchtte, werd geopend. Bouwmeester Ulwing geleidde een vreemden heer door de kamer. De kleine boekhouder begon dadelijk te schrijven. Gemming doopte zijn potlood in den inktpot. In de na burige kamer krasten de pennen en de beide kinderen drukten zich tegen den muur. De vreemde heer bleef staan. Anna zag duidelijk zijn gelaat, het was dik, en bleek. Zijn boord hing geheel slap onder z\jn groote, dubbele kin. Ik dank u, zei de vreemde heer en alsof hij zich voor iets schaamde, keek hij naar den grond. Hij reikte Christoffel Ulwing zijn behaarde witte hand, Zijn hand beefde. Zijn mond beefde ook. Geen dank, mijnheer Munster, 't zijn maar zaken... De bouwmeester zei dit reeds buiten op den poortweg, maar toch had men het in het kantoor gehoord. Gemming begon op do punt van zijn in den inkt ge doopt potlood te kauwen. Füger knipperde snel met de oogen. Beiden voelden, dat Georg Martin Munster, van nu af, niet hooger stond dan zij. Ook hij was een ondergeschikte van Ulwing... Toen de bouwmeester terugkwam, drukte hij tevreden zijn scheeve kin in de opening van zijn openstaanden boord. Op eens zag hij de beide kinderen. Maar wat voeren jelui hier uit? Hij had zich zoo graag naast hen neergezet op de, op een hoop, opgesta pelde kantoorboeken. Een oogenblikje maar, alleen maar dat hun kleine handjes even over zijn gezicht zouden strijken. Hij haalde zjjn horloge voor den dag. Het kan niet Hij moest nog met zooveel menschen afwerken. On dernemers, houthandelaars, bouwopzichters, voerlieden, alles stond daar te wachten voor de houten balustrade, in de groote op den hof uitziende kamer. En Jan Hu- bert had reeds twee keer zijn hoofd door de deur ge stoken, alsof hy hem wilde roepen. Hij ging, maar van den drempel af keek hij nog eens om. Vanmiddag gaan wij naar oom Sebastiaan. Wij gaan afscheid van hem nemen voor den winter, voor ze de schipbrug wegnemen. De gezichtjes der kinderen werden rood van opwin ding. Gaan we met den wagen? vroeg de knaap. Te voet, antwoordde Ulwing droog, de paarden moeten hout rijden! En toen sloeg hij haastig de deur achter zich dicht. Tevoet... herhaalde Christoffel teleurgesteld, neen dat is niet aardig. En ik ga ook niet. Ik heb pijn aan mijn been. A N N A P AU LO lVr N A Ruiteravond. In de vroolijk versierde zaal van den heer Slikker waarin aan de wanden allerlei toepasselijke spreu ken en opwekkingen hingen 011 voor het tooneel een aardig transparant was aangebracht, vierden Zater dagavond de Ruitervereenigingen „R.A.P." en „Wes-t Friesland" gezamenlijk hun jaarfeest. De voorzitter van onze plaatselijke vereeniging, de heer V. Kaan, opende den avond met te vertellen, dat de noodzakelijkheid van bezuiniging er toe leidde, dat de „R.A.P." en „West-Friesland gecombineerd feest vierden. Zn welkom gold natuurlijk allen, zoo ook. zijn dank voor de ontvangen medewerking. Toch wilde hij enkelen in het bijzonder noemen en wel den heer Slob uit Haarlemmermeer, afgevaardigde van het hoofdbestuur der Landelijke Federatie van Rij- vereenigingen en de afgevaardigden y#" de zusterver- eenigingen „Bucephalus" van Barsingerhorn, „Beij- aart" van Purmerend, „Amstelruiters" van Amstel veen, en van de vereenigingen van Texel en Wierin gen. „Bucephalus", de oudste zustervereeniging, werd het eerst genoemd, maar niet minder blij was men met de vertegenwoordigers van Wieringen, omdat daar toch de rijvereeniging ontstaan was na een de- monslratia van de .R.A.P." Voorzitter moest tot zijn spijt meedeelen, dat da eere-voorzitter, burgemeester Lovink, verhinderd was de nieuwe leden te beëedigen, doch men had den heer Slot bereid gevonden deze plechtigheid te ver richten. De heer Slob zeide met genoegen deze taak op zich te hebben genomen en gaarne gast te zijn bij twee korpsen, die hij tot de beste van de landelijke fede ratie rekende, niet alleen om hun prestaties, maar vooral om de geestdrift voor het gemeenschappelijk doel en om de kameraadschap, die onder de leden heerscht. Het is die geest, welke herinnert aan de voorvaderen uit de zeventiende eeuw, ging spreker voort, die gemaakt heeft dat de federatie, in 1926 nog maar bestaande uit. 15 vereenigingen, welke niet eens goed wisten wat ze wilden, thans gegroeid is tot een organisatie van 58 vereenigingen met 1000 ruiters. Ook op het gebie^ van de paardensport, wil men toonen dat rekening gehouden moet worden met het platteland. De nieuwe leden, staande op het tooneel tusschen de standaards der beide vereenigingen, antwoordden, toen de heer Slob hen de belofte had voorgelezen, en vroeg of ze die zouden houden, luidop: „Ja!" waarop hen het standaardlied werd toegezongen. De heer Kaan feliciteerde de pas beëedigden en richtte daarna zich in het bijzonder tot een van hen, de Amazone mej. T. Saai en tot den heer Slob. Hij greep deze gelegenheid aan om hen te feliciteeren met hun verloving en bood met een aardig toespraak je een bloemenmand aan. Hiermede was het officieele gedeelte achter den rug en begon het vroolijke deel van het programma. Het eerste nummer daarvan was: „Dressuurproef no. 3. Pt. 186". Nadat de voorzitter had verteld dat hij bij de vereeniging „Beijaart" gezien had hoe deze proef op buitengewoon mooie schimmels was gereden, en hij die dieren voor dezen avond ter leen gevraagd had, ging het gordijn open en reden de ruiters tot groote hilariteit van de toeschouwers de bedoelde oefening opstokpaardjes. Nu volgde een tooneelstukje, gespeeld door leden van „West-Friesland", „Een knap Stel waarvan we evenmin Iets zullen zeggen, als van de vele zang nummers en voordrachten, die ten beste werden ge geven. Er was veel aardigs en ook wel wat minder goed. Maar op zoo'n avond dat men onder elkaar is en samen een genoeglijken avond in elkaar zet, gaat men niet critiseeren en daarom noemen we dus niets afzonderlijk. I-Iet. middernachtelijk uur had al een poosje gesla gen toen een soupeetje werd aangeboden, dat ons al len Ijest smaakte. De voorzitter greep deze gelegen heid aan om zijn dank te uiten aan allen die tot het welslagen van den avond hadden bijgedragen; in de eerste plaats den instructeur Vethman, dan hun die voor de versiering hadden gezorgd, de ijverige secre taresse mej. Vader en niet het minst de Fam. Slik ker, die altijd de vereeniging even prettig ontving en behulpzaam was. Er ging een extra hoeratje op voor mej. Slikker. Na dit toespraakje ging de verslaggever er maar van dodr, al was het feest niet afgeloopen: Er moest nog een verloting volgen en er zullen nog wel heel wat voordrachten gedaan en dansjes gemaakt zijn, voor eindelijk allen naar huis gingen. BREEZAND. Uitvoering Muziekvereeniging „Concordia". De niet talrijke aanwezigen werden Zaterdagavond door den heer B. de Vries, voorzitter van .Concordia' welkom geheeten. Het speet spreker, dat zooveel oude getrouwen op 't appèl ontbraken. „We zijn zoo ge wend", zeide hij, .altijd dezelfde gezichten te zien, waardoor onze donateursavonden een echt huiselijk karakter hebben. Zeker is de slechte opkomst toe te schrijven aan de heerschende griep. We wenschen Hij begon te hinken, wreef met zijn schouders lang3 den muur en klaagde erg. Maar Anna wist, dat hij jokte HL De oude man en het kleine meisje wandelden lang zaam naar beneden, naar den over van de rivier. Nog lang zagen de geruite vensters van het huis en ook de twee steenen beelden naast de poort hen na. Van over de bergen kwam een frissche wind. Op den Donau dreven baggermolens. Aan den voet van den slotberg trokken voor elkaar gespannen paarden eên schip en overal roeiden bootjes op den stroom, alsof Buda en Pest bezig waren, voor den winter, op de rivier afscheid van elkaar te nemen. Aan den oever werkten scheepstimmerlieden. Toen zij Christoffel Ulwing gewaar werden, lieten zij een oogen blik hun werk rusten en groetten beleefd. Een heer kwam hen tegen; ook hij groette. Op het schouwburg plein wandelden heeren en dames. Iedereen groette bouwmeester Ulwing. Anna 'was er trotsch op. Haar gezicht werd heelemaal rood. Groet iedereen ons?... Wonen hier veel menschen,- Veel, zei de grootvader en dacht aan andere dingen. Hoeveel? Dat weet men niet, de adellijke menschen willen niet geteld worden. En zijn hier ook veel kinderen? De bouwmeester antwoordde niet Niet waar, grootvader is nooit een kind geweest? Ik ben ook een kind geweest, maar niet hier. Was grootvader dan niet altijd in ons huis? vroeg Anna onvermoeid. Ulwing lachte. Van ver weg kwamen wij hierheen, oom Sebasti aan en ik. Toen waren de zomers warmer dan tegen woordig. Wij liepen 's nachts, bij maanlicht... Hij zweeg. Zijn geest zag een anderen kant uit, als zijn oogen. Hij zag ver in het verleden terug. Pestburg! Toen stonden nog de bastions en de wallen van Pest. En hij was door een oude poort hier binnen gekomen. Het was morgen en men luidde de klok, zei hij, in gedachten verzonken. Op eens leek het hem of hij de toenmalige stal zag, niet in werkelijkheid, maar op een zeer oude prent. In de straten liepen burgers met driekante steken en witto pruiken. Wagens op riemen. Soldaten met hooge schakos. En de Donau was toen jonger en vrijer. Zijn water was hlderder, aan de oevers was het vol visschersvolk. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5