ASPÏKSM Bont Allerlei. '«'"Abdijsiroop PUROL Stopvkig dien GRIEP-aamal De positie der part ij en bij de Staten rkiezing op 22 April a.s. ASPIRINE" Uitstel van den dood? III Do V.D. Men zegt het. wel eens zoo: de Vrijzinnig-Democra tische Bond is de aangewezen organisatie voor alle burgerlijke, d.w.z. niet-socialistisch gezinde demo- '^n. Hij is geen kerkelijke partij, zooals blijkt uit 1 oord v r ij z i n n i g, doch gcloovigen van elke .ling zijn hem welkom, mits zij democraten zijn en anders-geloovigen of niet-geloovigen in den poli- tieken strijd als makkers willen aanvaarden. Hij is evenmin anti-godsdienstig als godsdienstig Evenals de S.D.A.P. laat hij de kerk in het midden en beweegt zich slechts op politiek gebied Den klas senstrijd erkent hij, doch hij tracht hen te temperen door binnen het raam der kapitalistische maatschap pij zooveel mogelijk recht te doon aan allen, die dooi- het kapitalisme onrecht lijden. Dit is het, wat hem principieel onderscheidt van de S.D.A.P.. Dat niettemin deze beide partijen in de practische politiek meermalen naast elkaar opmar- «•heeren, vindt zijn oorzaak hierin, dat beide demo- «•ratisch zijn, zoodat hun wegen gedeeltelijk samen kunnen vallen. Talrijke maatregelen, die het kapi talisme niet aantasten in den wortel, vermnideren wol de slechte gevolgen, die het met zich brengt. Dit stemt dus overeen met het doel van den V.D terwijl de S.D.A.P. zulke maatregelen kan aanvaar den op afbetaling, omdat zij de positie der onderlig gende klasse versterken. Het terrein, waarop de V.D propaganda kan ma ken, is feitelijk onbeperkt, doch dat, waarop zij kans heeft winst te maken, beperkt zich in hoofdzaak tot het vrijzinnige volksdeel. Onder de burgerlijke, dat wil zeggen niet-socialis- tische bevolking, is een breede laag, die nu eens voor den V.D. stemt en dan weer voor den Vrijheidsbond of zelfs verdwaalt onder de aanhangers van de Christ.-Historische Unie, Men heeft hiervoor uitge vonden den naam van kleurlooze middenstof moei- lijk in eenig partij-verband te betrekken en nog moeilijker daarin te houden. Veel groei valt. er dan ook in den V.D. in Noord- Holland niet te bi».- euren, een verschijnsel, dat zij met de andere burgerlijke partijen gemeen heeft. Wie het wel meent met de democratie, zal het na tuurlijk toejuichen als de V.D. er 22 April in slaagt, een flinke bies te schieten in het conservatisme, dat rechts van hem nog al te welig tiert. Men noemt, den V.D. wel de partij van generaals zonder troepen. Er zit iets waars in: een massa partij zal de V.D. nooit worden, ondanks het feit dat het hem aan bekwame leiders niet ontbreekt. Voor de democratie kan het niet anders dan goed zijn, indien hij zorgt, voor sterke vertegenwoordigers. Het étiket, naam, is niet altijd waarborg voor prima inhoud, i komt ook op den man en de vrouw aan op de bekwaamheid om goede beginselen in toepassing te brengen. Wat natuurlijk geldt voor elke partij. Ruwe Huid Ruwe Handen Ruwe Lippen Doos 30 cent. ZOEK MEE, (Per Gazelle door ons land.) liet jaarlijksche propaganda boekje van de N.V. Ga- zell&.Rijwielfabriek te Dieren, dat zich een nog steeds aanzwellende vriendenschaar heeft verworven, zal dit jau^,.,ongetwijfeld met nog grooter vreugde worden ontvangen dan tot dusves. Niét alleen houdt het ons door woord en beeld eenige oogenblikken allerprettigst bezig, maar de le zer heeft dezen keer, doordat aan het boekje een prijsvraag is verhonden, ook kans op een Gazelle- fiets, en wie zou die niet gaarne in zijn bezit wil len hebben? Het werkje behandelt een tocht door Nederland; dokter Jansen doorkruist met vrouw en kroost op vijf Gazelle's ons mooie land en de typische dialec ten, waarmede zij in de diverse provinciën kennis maken, worden ons in geestige rijmen verteld, ter wijl door kostelijke teekeningen men geniet van het natuur- en stedenschoon dat de familie krijgt te aan schouwen. In de illustraties der elf provinciën liggen één of meer plaatsen verbórgen, die de lezer moet trachten le vinden, wil hij kans hebben op één der 10 Gazelle- fietsen, die worden uitgeloofd, In totaal zijn 10 plaatsen in ons land in de plaat jes verwerkt. Van de wijze waarop, vindt men een voorbeeld op de laatste bladzijde van het boekje, waar men tevens alle verdere bijzonderheden aangaande deze leerza me prijsvraag kan aantreffen. Zeiden wij te veel, toen wij er van gewaagden, dat dit jaar het Gazelle-boekje dubbel welkom zal zijn? Wij voegen hieraan toe, dat als vertegenwoordiger voor deze plaats optreedt N. Snaas, Molenstraat. Zoekt dus mee. Waarom Dat behoeven kinderen niet te weten. De juffrouw geeft dat ook altijd voor antwoord en zegt, dat de goede God mij later wel zal influisteren, wat ik mag weten. Maar God fluistert mij niets in. Juist, zoo sprak je moeder ook, Zij wilde ook alles weten. Als de dienstmeisjes kaarsen goten, luisterde zij altijd naar hare gesprekken. Dan kreeg zij een kleur en lachte en zong en speelde daarbij op de plano. En dan lieten, op de timmerwerf, de werklieden hun werk in den steek. Anna trok haar knieën tot aan haar kin op. Kon zij dan zingen?' Mevrouw Füger knikte vol bewondering. Dat was haar leven. Gelijk zij hier kwam, als een lied, zoo ook is zij heengegaan. Het weerklonk in huis, voor wij nog begrepen, dat het hier was, was het reeds uit. Het kleine meisje luisterde niet langer naar de woor den van de oude vrouw. Zij ging de deur uit. Op eens stond zij in de kamer van haar moeder. Zij knielde bo ven op den kleinen divan. Daar hing aan den muur het portret, dat zij altijd had gezien en dat zij nu pas voor het eerst aandachtig beschouwde. Het was een zachte, kleine aquarel en die het voorstelde leek nog een kind. Haar gelaatsuitdrukking was lief en angstvallig. Haar kastanjebruin haar glinsterde bij de schelding en alsof het een zijden blad was. hield een groote kam het in een vlecht op haar hoofd samen, terwijl kleine lokjes langs dc slapen, aan belde kanten haar gelaat bescha duwden. Haar schouders bogen zich, in een nog niet ont wikkelde lijn, naar haar uitgesneden japon. Met vermoei de. loomen. beweging hield zij een roos in haar hand. Anna voelde, dat, als zij terugkwam, zij veel met haar zou kunnen spreken over alles, waarvan de juffrouw •niets wist en waarvan ook de anderen niets wisten. En zij dacht aan de meisjes van apotheker Müller, de Jörgs, de Langs, den kleinen, krommen Gaal, den jongen van den linnenhandelaar Walter, de kinderen van Munster. Allen hadden een moeder. Allen... Alleen zij had er geen. En toen kwam als een roep om hulp een woord op haar lippen, maar zoo zacht, dat zij het niet hoorde, maar alleen maar den vorm tusschen haar lippen voelde Toen boog zij zich tot vlak bij het beeld en nu hoorde zij haar eigen, wazig stemmetje, dat woord uitspreken, waarbij de mensch twee keer zijn lippen kust als hij het uitspreekt: Mama... In eens keerde zij zich om. Zij schaamde zich haast, TA B L ETTEN 'n Paar Aspirientjes van Bayer op zak, Dat verhelpt heel wat kwalen en ongemak. B A (BAYERf AS LET OP ORANJE BAND Weiger namaak en let er op dat op elke tablet het woord „BAYER" staat. Prijs 75 ets. WETENSCHAP Opzienbarende proeven van een Poolsch Bioloog. Dooi PROF. H. W. SCHAPER. In het laboratorium van een Poolsch natuuronder zoeker, die stil en teruggetrokken leeft te midden van het gewoel eener groote stad, is het vraagstuk van de daadwerkelijke verlenging van het leven in principe opgelost. De Tekende professor M. Chejfec, een stille man met een lang schraal hoofd, heeft hier een we reld ontsloten, die ons bijna onwerkelijk lijkt. Na proeven, die tientallen van jaren geduurd hebben, is het hem gelukt, den levensduur van levende wezens tot het honderdvoudige en meer te verlengen. Welis waar heeft hij dit nog slechts bereikt bij een der een voudigste diersoorten, nl. bij de pantoffeldiertjes, een cellige wezentjes, die bij duizenden in één water druppel rondzwermen, doch het is hem clan toch ge lukt. Professor Chejfec heeft zich het grootste gedeelte van zijn leven bezig gehouden met het bestudeeren van deze pantoffeldiertjes En de biologen, die de on sterfelijkheid nastreefden, zoowel als hun meer le- scheiden collega's, die ermee tevreden waren, wan neer zij het leven aanmerkelijk zouden kunnen ver lengen, hadden van het begin af begrepen, dat zij rnet hun proeven in zekeren zin het eerst zouden kunnen slagen bij de oerdiertjes. Reeds voor den oorlog had de Duitsche bioloog Max Hartmann op deze eencel lige diertjes, die microscopisch klein zijn, interes sante proeven genomen. Zooals bekend, deelen deze protozoën zich voortdurend; het ontstaan van twee jonge diertjes beteelcent dus niet alleen den dood, doch het algeheel verdwijnen van hef moederdier Sommigen beschouwden dit voortdurend deolen als een levensverschijnsel en verklaarden de eencellige diertjes op grond daarvan voor „onsterfelijk". Deze meening is echter wetenschappelijk gesproken on houdbaar, want de twee jonge diertjes zijn andere' individuën dan het moederclier. Hartmann heeft nu met succes de deeling )m.a.w. den dood) van het moederdier weten uit te stellen door operaties. Als men nl. van een oerdiertje, dat zich juist zal beginnen te deelen, een 6tuk amputeert, blijft de deeling aanvankelijk uit en het diertje groeit eerst weer aan tot de oorspronkelijke grootte. Daarna gaat het zich pas weer opnieuw deelen. Door telkens weer een stuk ervan af te snijden, wist Hart mann het individueele leven van de oerdiertjes be langrijk te verlengen; op het laatst verkommerden zij echter en stierven. Het was dus een interessante proef, maar geen oplossing voor het probleem. Toch werd Professor Chejfec erdoor op een idéé gebracht. Hij amputeerde geen stukken van de diertjes, doch hij stelde ze op rantsoen, waardoor de deeling even eens wordt uitgesteld. In zijn laboratorium staat en klein vierkant glazen bakje met water, Daarin spelen zich de opzienbarende verschijnselen af. Er zitten millioenen pantoffel- diertjes in, die door Professor Chejfec gevoerderd worden. De vraatzuchtige diertjes eten, wanneer men hen daartoe de kans geeft, gemiddeld 100.000 bacte riën per uur op. Door buitengewoon ingewikkelde processen heeft de Poolsche geleerde nu kans gcezien, de pantoffeldiertjes slechts half zooveel te laten eten, nl. 1 a VA millioen bacteriën inplaats van 2'A mil- iioen. Die proeven waren natuurlijk niet zoo maar uit te voeren, want het water moet op een zeer bij zondere wijze behandeld worden om het aantal proefdiertjes en het voor hen aanwezige voedsel in de juiste verhouding tot elkaar te brengen. dat zij luid gesproken had, terwijl niemand in de kamer was, alleen de zonnestraal daar op de piano. Anna liet zich van den divan glijden en maakte de piano open. Zij was stoffig. Met haar kleine vingertjes streek zij over een der toetsen. Een onverwaohte klank kwam uit de piano. Een warme, heldere klank. Alsof een ollelicht opvlamde. In eens doofde het uit. Zij raak te een anderen toets aan; weer een lichtje. Veel toetsen raakte haar hand aan, veel lichtjes. Een heele rij. Zij liet haar hoofd achterover hangen en zag naar bo ven, als zocht zij de opflikkerende en uitdoovende kleine vlammetjes der klanken. Iemand streek haar over het gelaat. Het was haar vader. Wil je graag pianospelen?- Zij antwoordde niet. Zonder leeren zou zij graag piano spelen en daarbij zoo mooi zingen, dat de werklieden op de timmerwerf hun werk in den steek zouden laten. Jan Hubert dacht na. De Jörgs houden allen van muziek. Ook voor je moeder was muziek het leven. Anna's blauwe oogen werden groot en ernstig. Ja, zeide zij vastberaden, ik wil leeren. Den volgenden dag kwam een deftig gekleed heer naar het huls: hij heette Casimir Sztaviarszky en was, toen ter tijd, in de slad de meest geziene dans- cn muziek meester. Hij droeg een koolzwarte pruik, liep op de pun ten van zijn schoenen,bewoog zijn heupen en vroeg der tig klinkende kreuters per les. Dikwijls bracht hij in her innering, dat hij een afstammeling was van poolsche ko ningen. Als hij boos was, sprak hij poolsch. Na afloop van de les vernam Anna heel veel van hem. Hij vertelde haar van Chopin en van de Pester burger- zangvereeniging, van Mozart en van haar grootvader Jörg, die mooi violoncel speelde en iederen Zondag in de Franclscanerkerk orgel speelde. Het kleine meisje begon in eens belang te stellen in grootvaderl Jörg, om wien zij zich tot nu toe niet veel had bekommerd. Hij was anders dan de Ulwings. De kin deren vopden hem grappig en trokken dikwijls gezichten achter zijn rug, als hij in zijn boekwinkel, handenwrij vend, met kleine bewegingen stond te buigen voor zijn klanten. Anna werd bij zulk een gelegenheid rood. Zij had een hekel aan dat voortdurend buigen en zag dadelijk naar haar grootvader Ulwing. Die boog voor niemand. De boekhandel van Ulrich Jörg was op den hoek van de Slangstraat. Naast den ingang stond een bank tegen Professor Chejfec heeft niet altijd met zulke gnoto aantallc- proefdiertjes gewerkt. Eerst nam hij 7ijii proevi apart gehouden pantoffeldiertjes, docii uit de ijk bleek, dat de proeven op groote schaal ..oudiger en betrouwbaarder waren. Na zeer lang rige studie, slaagde hij erin, de voedsel voorziening der proefdiertjes naar wensch te regelen en toen bleek, dat onder bepaalde verhoudingen de levensduur der afzonderlijke diertjes aanmerkelijk kon worden verlengd. De gunstigste resultaten wer den bereikt, wanneer men elk pantoffeldiertje 1.000.000 bacteriën te eten gaf. Terwijl een pantoffel- diertje zich onder normale omstandigheden reeds na 'li uur deelt, kon men de gerantsoeneerde diertjes meer dan 120 dagen ongedeeld in het leven houden en enkele diertjes, waarbii de proef bijzonder goer! slaagde, leven al meer dan een jaar en maken even min aanstalten om zich te gaan deelen als'om te ster ven. Die zullen dus nog wel ouder worden. De waarde van deze' proeven moeten wij niet on derschatten. Het betreft weliswaar slechts pantoffM- diertjes, doch in principe is het leven van zoo'n dier tje aan dezelfde wetten gebonden als het leven van een mensch. En zoowel theoretisch als praktisch is de methode van Professor Chejfec om het leven van de pantoffeldiertjes te verlengen, juist gebleken. Aan den anderen kant overschatte men de waarde v.vi deze proeven niet te licht, want. hun praktische waar de voor de verlenging van het menschelijk leven is al zeer gering. Niet alleen is het menschelijk lichaam ingewikkelder en moeilijker te behandelen dan een pantoffeldiertje, doch men dient ook niet uit het oog te verliezen, dat de verlenging van het leven dezer diertjes hier is bereikt door middelen, die hun na tuurlijke ontvAeling in den weg stonden. Bij de pantoffeldiertjes ging dat nu nog, omdat hun dood eigenlijk geen dood is, doch zelfs bij iets meer ont wikkelde diertjes zal men al op groote bezwaren stuiten, omdat hun afsterven een geheel ander ka rakter draagt. Een stroom van uitvindingen. Er gaat bijna geen dag voorbij, waarop men niet een bericht leest over de een of andere nieuwe uitvinding. Dan spreekt men een paar dagen over de meer of min der groote sensatie en alles is weer stil. Als wij nagaan, wat zooal uitgevonden en waarop pa tent genomen wordt, staan we versteld, waarmede de veelzijdige geest zich al niet bezig houdt en vaak de grenzen van het normaal, doelmatige ver overschrijdt. Wat wordt zooal uitgevonden? In de laatste jaren werd patent verleend voor storm-zekeringen in para- pluies, ruitjes, druppelvangers en verlichtingsinrichtin gen in parapluies, wandelstokken met rookgerij en an tenne. Verder een patent voor de handschriftschrüfma- chine, een patent voor het gebruik van haar als mest en een camera met ingebouwd laboratorium, verder be staan er twee uitvindingen, waar we al lang naar ver langd hebben, een broekuittrelcker en een electrisch ver warmde kleedingstoffer. Een horloge met schrede-teller, waterdichte electrische schellen, een machine, om boter op het brood te strijken, een automatische glas- en schoenpoetsmachine, apparaten om lijken te conservee- ren, electrische bedluchters, staan in bizarre volgorde door elkaar. Verdere uitvindingen stoelen, die eerst na inwerping van een muntstuk te gebruiken zijn. Er bestaan 80 tot 90 patenten voor spuwbakjes en poederkwasten, elec trisch verlichte poederdoozen voor het gebruik in de bios coop, poederdoozen aan het stuurrad bevestigd, 300 pa tenten voor boordeknoopjes, kinderwiegen, die mecha nisch schommelen, waschmachines voor éénarmigen. De rookers zyn -Wjzondertroed bedacht. Er bestaat een patent voor een pijp, die van beneden naar boven brandt sigaren en sigarettenpijpjes met* peukjesüifcwerpers, et telijke aanstekers. Dan zijn er nog tuimelende barbier- stoelen, monocles, die niet vallen, papierrollen, die zich in een veelvuldig gebruik mogen verheugen en die bij het afrukken van een blad een melodietje spelen. Vulpen houders, die bellen, wanneer men er te hard op drukt, eindelijk nog piano's zonder klankbord, met geluidsvoort- brenging door electrische trillingen. Voor aü deze dingen heeft men tegenwoordig nog tijd en het moet zelfs worden gezegd, dat de meeste van de duizenden patenten, die gedeponeerd worden alle van een fantastische onbruikbaarheid zijn. Hoe zou het er wel uitzien met de tienduizenden uitvindingen, waarop men weigert patent te verleenen. En 't zou interessant zijn te weten, hoe 't er in Amerika met zijn 46000 patent- aanvragen per jaar uitziet, waarmee de menschheid ge lukkig moet worden gemaakt. Millionnairskinderen die werken. De jonge generatie van New-Yorlcs hoogste kringen heeft iets nieuws bedacht: het is hier niet de zaak uit te maken of het snobisme, verveling of een hooger ethisch gevoel van zelfverantwoordelijkheid is, dat hiervoor aanleiding gegeven heeft. In elk geval zijn er talijke millionnairskinderen, die niet meer van liet geld vun hun rijken vader willen leven. Catherine Mac Comb. b.v., de dochter van den pre sident van den Amerikaanschen staaltrust, was eeni- den gevel. Iri het midden van de straat stond een oude appelboom. Anna stak haar hoofd door de deur. Bouwmeester Ul wing nam zijn breedgeranden, grijzen cylinderhoed af. De geheele winkel was vol appelbloesemgeur en groot vader Jörg kwam met kleine bewegingen, lachende te voorschijn van achter het, tot aan bet plafond reikende, boekenrek, dat de winkel over de breedte in tweeën ver deelde. Voor het rek koohten de klanten. Achter het rek, niet zichtbaar van de straat af, zaten bij een vetkaars, meerdere Hongaarsch gekleede heeren op den divan, op fluisterende toon met elkaar te praten. Dien dag waren er meer dan anders. In het midden zat, op den rand van de schrijftafel, een magere, jonge man met een dolman aan. Zijn naakte hals kwam uit zijn zacht overhemd te voorschijna Zijn haren waren ongekamd, zijn oogen wonderbaar groot en vurig. Voor het eerst in haar leven viel het Anna op, hoe schoon de oogen van een mensch kunnen zijn. Maar toen zij bemerkte, dat de jonge man onder het spreken, met zijn soheefgeloopen laarzen, tegen het koperen be slag van grootvader Jörgs schrijftafel schopte en, met onhandige bewegingen, alles om zich heen omverwierp, vond zij hem onbeschaamd. Zij ging daarom terug tot voor het rek en ging lezen in het boek, dat haar groot vader voor haar had uitgezocht. Het verhaalde van een schotschen jongen, die Robinson Crüsoe heette. Anderen kwamen in den winkel. Niemand kocht boe ken. En de oude mensohen zagen er uit, alsof zij jong waren geworden. Achter het rek sprak de opgewonden, onhandige jon geman nog steeds door en telkens kon men hooren, dat hij met zijn hakken tegen "het koperen beslag schopte. Anna lette niet op zijn woorden. Het boek interesseerde haar. Een woord echter bereikte van daarbinnen meer malen haar oor. Maar het drong niet tot haar bewustzijn door. Het bleef een zich herhalende klank. Een heer bleef midden in den winkel staan. Zijn figuur was hoekig en alleen onder zijn kin doer ghij een baard Uit den zak van zijn nauwe pantalon hing de franje van een tabakszakje. Zijn buurman stootto hem aan. Je kunt spreken. Wij zijn onder ons. De hoekige figuur haalde een geschrift voor den dag. Tevergeefs loop ik al van vanmorgen af. De men sohen zijn bang voor hun huid. Geen enkele drukkerij is er In Pest, die deze proklamatie durft zetten. Toen Ulrich Jörg zich over het geschrift boog, scheen V i Griep is een ziektetoestand, die door Abdijsiroop op een bijzondere wijze wordt bestreden. Abdijsiroop houdt de ontwikke ling en het verder razen van een gricp-aanval tegen, door de taaie slijm - bezwangerd met ziektekiemen - uit te drijven. Abdijsiroop kalmeert het hoesten, verzacht d plekken, die ruw en rauw zijn in Uw el, en Uw gestel ondervindt den gunsteen invloed. Onovertroffen bij Hoest - Griep - Bronchitis - Asthma. ..Voor de Borst" Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50. Fi 2.75, Fl.4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 ct.Dan bespoedigt Ge Uw genezing. ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop) gen tijd geleden werkzaam in de fatuM,. van een an deren staalmagnaat. Zij wilde absoluut met het loon van een gewoon arbeidster toekomen. In het begin woonde zij met verschillende andere fabrieksmeisjes op één kamer, maar na eenige weken werd zij reeds in een hoogere loonklasse bevorderd. Door flink te werken wist zij steeds goede vorderingen le maken en na verloop van een half jaar was Miss Mac Cn nb de best betaalde arbeidster van de fabriek. In t ae- gin was ze daar blij om, maar op zekeren dag hoor de zij dat zij haar snelle bevordering aan de tus- schcnkomst van haar vader te danken had. Na een stormachtige uiteenzetting verliet de jonge dame de fabriek. Thans is zij onder een valschen naam in een andere fabriek aangenomen. De vraag is of zij ook daar zoo gauw vooruit zal komen. John Scott, de zoon van een der rijkste bankiers, aam drie jaar geleden een betrekking aan als win kelbediende in een delicatessezaak. Ilij woonde in een goedkoop gedeelte van New-York en spaarde zoo .;GOO dollar. Met deze som stichtte hij een eigen zaak en hoopt nu, op deze manier rijk te worden. Het is bekend, dat de zoon van Van der Bilt, jour nalist en schrijver is. Zijn honoraria zijn echter zóó hoog, dat van een „bescheiden" werkzaamheid geen sprake kan zijn. Patrick Buttler, een zoon van den invloedrijken text.ielkoning, is politie-agent in NewY'ork en staat urenlang in weer en wind op zijn post. Buttler verklaarde aan een correspondent van een der voornaamste bladen van New-York, dat hij het heelemaal niet deed om aan een voorbijgaande gril te voldoen. Hij is tot dit besluit gekomen, om door dit werk zijn geestelijk evenwicht te behouden. In ieder geval zocht hij na het. einde van zijn dienst geen be scheiden kwartier op, maar begeeft zicf\vfta£r het luxueus paleis van Buttler Sr. aan dg fifyi..Avenue. Ook de jonge en aardige dochter van den petro- leummagnaat Smith heeft een beroep gekozen. Miss Bertha Smith heeft zich in het hoofd gezet, alleen kleeren te dragen die zij kan koopen van het geld dat zij met eigen handen verdiend heeft. Zij vervaar- dige prachtige handwerken, die in de voornaamste kringen van NewY'ork goeden aftrek vinden. Waar begint het geluk, waar houdt het op? Een man, John Mackay genaamd voer naar Canada naar familieleden. De zee stond hoog, het schip schom» melde, Mackay stond aan de reeling, een kist sloeg over het dek, dóór de reeling en nam Mackay met zich mee. „Man over boord". De machine-telegraaf werkt! De schroef slaat terug. Een boot wordt neergelaten. Dat al les duurt echter een goede vijf minuten en er is weinig hoop, den man bij zulk een zee te redden. Mackay wordt toch gered. Want Mackay is in den oorlog geweest, heeft een been verloren en draagt een prothex, een goede pro- thex uit hout met kurk bekleed. De kurk heeft hem bo ven water gehouden. Dat is geluk, schrijft een enthousiast reporter, Dat is geluk bij een ongeluk, zooals het in een sprookje staat. De man zou niet gered zijn, als hij zijn been niet had verloren, en geen ongelukkige invalide was geweest. Doch een bescheiden vraag. Zou de man wel in het water zijn gevallen, als hij geen kunstbeen had gehad? het licht op zijn kalen schedel en de geelgrauwe, grijze haarkrans bewoog zich lustig om zijn ooren. Dit is geen proklamatie, fluisterde iemand dit is revolutie. Ulrich Jörg stak zijn hand uit. Mfjn drukkerij neemt de uitvoering op zich hij zei dit zoo bedaard, dat Anna niet begreep, waarom de heeren op eens allen zich om hem heen verdrongen. Maar toen zij hem aankeek vond zij hem niet meer be- "achelijk. Zijn kleine oogen glinsterden onder de grijze wenkbrauwen en zijn gezicht leek op dat van Sint Pe ter, uit haar bijbeltje. Twee jonge mannen liepen de deur voorbij. Vrijheid!... schreeuwden zij luid. Anna herinnerde zich, dat dat het woord was, dat zij '.chter het boekenrek had gehoord. Dezen wilden dat ook. Hoe eenvoudig, iedereen wil hetzelfde. Vrijheid! Dat klonk juist, alsof zij schreeuwden: Blijheid. En het '•.wam haar voor, dat het woord ook op iets anders leek. Iets anders... Op eens dacht zij aan den onhandigen jon gen man met de koortsige oogen. Van den kant van het stadhuis kwamen mcnschen de straat af: arbeiders, vrouwen, studenten, dienstboden. De tooneelspelers van het Duitsche theater waren er ook bij. Anna herkende den roofridder en de koningin. De rok van de koningin was gescheurd. Leve de vrijheid der pers! Weg met de censoren! Bouwmeester Ulwing, die tot nu toe onverschillig da zaak had 'aangezien, knikte goedkeurend. Hij dacht aan den censor in Buda, daarna moest hij in zich zelf lachen uit welk een klein hoekje bezien de menschen de wereld, die toch zoo groot is. Het plaveisel van de straat dreunde weer van de vele stappen. Anderen kwamen. Ook die liepen hard, met uit gestoken handen elkaar voortduwend. Op eens klonk ergens buiten een geluid, dat ontzettend aanzwol in de lucht, als het uitbarsten van de lente. Iemand sprak... In den boekwinkel werd het stil. De menschen ston den op. De klank van de stem drong tot hen door. Aan den overkant werden de vensters der huizen geopend. De stem drong in de Duitsche burgerwoningen. Zij vulde de bedompte kamers, de ouderwetsche zaken, de straten en waar zij kwam, zette zij alles in vlam. Deze stem was dc muziek der vlammen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 2