Alumni Bitlis-
Het Oude Huis.
De Groote Donderaar der Wateren.
Uitgevers* N.V. v.h. TRAPMAN Co„ Schagen.
Eerste Blad.
De gestoorde feestmaaltijd.
Rond de machtige
Niagara-watervallen.
Zaterdag 7 Maart 1931.
SCHAGE
74ste Jaargang No. 8828
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag on Zaterdag Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
teritiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitluimend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No 20.
Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN»
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grontere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN.
KANTONGERECHT
TE SCHAGEN.
Uitspraken.
VERDACHTEN VEROORDEELD.
Bij bet op Donderdag 5 Maart gewezen vonnis heeft
de Kantonrechter te Schagen den verdachte
W. F. J. v. E. van het hem ten laste gelegde: het
hebben van bezoekers in zijn café na sluitingstijd,
schuldig bevonden en veroordeeld conform den eisoh
tot f 5 boete of 5 dagen hechtenis.
De Kantonrechter motiveert deze veroordeeling o.m.
op de overweging, dat hot bewijs geleverd is door de
ter terechtzitting gehoorde getuigen, dat verdachte n
zijn lokaliteit, waarvoor na voorgeschreven sluitingstijd
vergunning noodig was, bezoekers aanwezig had, zon
der de desbetreffende vergunning te hebben.
Veroordeellng der bezoekers.
Op grond van dezelfde overweging worden de be
zoekers (het zich bevinden in een café na het vast
gestelde sluitingsuur) Jb. v. d. O., W. F. G.. Corn. v
d. geboren D. en C. BI., even-eens conform den eisch
van het Openbaar Ministerie tot f 3 boete subsidiair
S dagen hechtenis veroordeeld.
HET NOODLOTTIGE AUTO-ONGELUK BIJ T ZAND
De verdacht© tol f 60 boete veroordeeld,
zonder intrekking van het rijbewijs.
Verder heeft de Kantonrechter uitspraak gedaan 'n
de zaak-William Boerlage te Alkmaar, die terechtge
staan heeft wegens het in gevaar brengen van het
verkeer in den naoht van 12 op 13 Augustus van het
vorige jaar, waarbij verdachte met zijn door hem be
stuurde Citroën-auto op den Rijksweg AlkmaarDen
Helder, nabij 't Zand tegen de brugleuning is gereden,
tengevolge waarvan een naast hem zittende passagier,
de vliegenier Posfchuma, uit den wagen werd geslingerd
en kort daarop aan zijn bekomen verwondingen over
leed. Verdachte wordt veroordeeld tot f 60 boete of
30 dagen hechtenis.
Zooals de lezer zich zal herinneren, was door het
Openhaar Ministerie geëischt f 100 boete of 100 dagen
hechtenis met intrekking van het rijbewijs voor den
tijd van 1 jaar.
In zijn vonnis wijst de Kantonrechter er op, dat het
hem onbegrijpelijk voorkomt, hoe verdachte onder
normale omstandigheden tegen de brugleuning heeft
kunnen rijden. Het is alleen mogelijk door verkeerd
sturen of slippen en in dar geval is er geen opzet In
het spel. Dat verdachte niet de noodige aehtzaamheld
heeft betracht blijkt ook wel uit het feit dat het
slachtoffer Posthuma nog heeft geroeoen: „Willy.
Willy, pas toch op!" Er is hier dus sprake van lichte
schuld en wat betreft: het in gevaar brengen van het
verkeer (de gemachtigde van verdachte had in zijn
verdediging opgemerkt dat er op het moment van de
botsing geen ander verkeer op den weg was) wijst de
Kantonrechter er op, dat volgens vaste juresprudentie
wèl hiervan gesproken kar worden, ook al staat op
hetzelfde moment het verkeer ook vrijwel stil, omdat
elk oogenblik uit zijwegen of op andere wijze het ver
keer kan opdagen. Resumeerende komt de kanton
rechter tot de conclusie, dat het ten laste gelegde
wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht,
doch wat betreft de geëischte straf, deze vindt Z.E.A.
te hoog, daarbij in aanmerking nemende, dat de nood
lottige afloop van het ongeluk niet van invloed mag
zijn cp de strafmaat.
FEriu.FTnfi
Naar hel Bonqaarsch van
CECILE TO RU AY
door
J. W. JORISSEN
14
Het meisje zag hem verwonderd aan. De oogen van
Adam Walter waren net zoo bruin en onrustig, als die
van zijn schoone moeder. Zijn voorhoofd was laag er.
breed, zijn jukbeenderen staken iets uit. Sedert haai-
kinderjaren kende Anna hem. maar tot nu toe had zij
hem nooit gesproken. Zij wist s'.echts zooveel, dat hij
vroeger met Christoffel in dezelfde klas zat, slecht leer
de en goed viool speelde.
Gelooft u, dat men aan vrienden zegt, wat men
denkt?
Als men moedig is. ja, zei de jonge Walter. Ik
wil alles zeggen, wat mij in den zin komt Ook dat al
die menschen. hier om ons heen, onuitstaanbaar verve
lend zijn. Is het u niet opgevallen? Niemand durft iets
zeggen, wat nog niet gezegd is. Niemand doet iets, wat
zijn vader en zijn moeder niet gedaan hebben.
Adam Walter bemerkte, dat hij de aandacht van het
meisje trok en werd vrijpostiger.
Deze menschen hebben van niets verstand. Die
wat grooter is dan de anderen, moet zich gebukt houden
anders worden de anderen het te gauw gewaar en hak
ken zij hem nog, terwille van de regelmaat, zijn hoofd
of zijn beenen af. Zij verkondigen altijd waarheden als
koeien. Aanstellerige lui. Als 't u blieft, lach u niet Het
is zoo. Onlangs beweerde de oude Münster tegen Szta-
viarsky, dat de Vampier en Robert le Diabie de mooiste
muziek op de wereld was. En Marschner en Mayerbeer
En Rossini de grootste. En de arme Schubert. Het is
gemakkelijk. Mep verwondert zich over zoo iets. Zy heb
ben afgedaan, 't Is allemaal jammerlijke kermismuziek.
En Schubert, hij is een voorjaarsregen. Veel kleine drop
Schuimend en ziedend steigeren de water
massa's over do rotsen heen; een gasteun
en gcilreun, een eindeloos gevech'. van el
kander over den kop springende golven, om
ruimte en doorgang, een strijd van een
kokende branding met de cohijnbaar onge
naakbare, glimmende hardheid van groen
zwarte rotsen.
Voor eenige weken terug hebben wij in de couranten
kunnen lezen, hoe van de machtige Niagara-water
vallen op de grens van Canada en Noord-Amcrika
een ontzaglijk stuk rotsstc-en met een gewicht van on
geveer 75000 ton is neergestort Het daardoor ontstane
gat, hetgeen bovenstaande foto laat zien, is de grootste
verandering aan den waterval, welke de onderzoekers
zich kunnen herinneren.
Bij de watervallen ligt ook een stadje, een typisch
Amerikaansch stadje, dat Niagara Falls City heet. De
H-correspondent van de „Maasbode" geeft van dit
stadje en zijn omgeving de volgende interessante be
schrijving. Lage, barakachtige huizen tusschen bak-
steenen van panden. Schelle lichtreclames en een
trein, die dwars over de straat rijdt. En dan auto's,
auto's, auto's.
Het is in twee helften verdeeld, in een Amerikaan
sche en een Canadeeschc. Beide helften hebben den
naam en de electriciteit gemeen. Niagara Falls City
we zijn in Amerika is het grootste krachtstation
ter wereld en langs de watervallen staan eenige elec-
trische centrales, die tezamen een 550.000 paarden
kracht ontwikkelen en daarbij over een reserve van
nog een flinke honderd duizend paardenkracht be
peltjes. Lauwe, weeke droppeltjes. Niet waar? Waarom
schudt u uw hoofd? Houdt u van Schubert? Dat is jam
mer. erg jammer. Ik heb het alleen maar gezegd om te
bewijzen...
Hij hield op en keek naar boven.
Overdreven, dacht Anna en had moeite om niet
iets boos te zeggen. Zij dacht aan haar grootvader, die
zooveel gebouwd had. En dit jonge mensch... Zijn woor
den wierpen om, wat zij aanraakten.
Overdreven, zei zij luid, men heeft mij geleerd, dat
men den ouderdom moet eeren en diegenen, die geweest
zijn.
Niet juist! antwoordde Adam Walter zonder na te
denken. Ik haat iederen vroegeren tijd. omdat hij
mijn tijd in den weg staat Wat geweest ls, is last. Wat
wordt, heeft vleugels. Ik wil vliegen.
Anna volgde met angst zijn woerden. Wat zij hoorde,
trok haar aan en stootte haar af. Sedert haar kinder
jaren had zij steeds alles, wat haar in den zin kwam en
in tegenspraak was met de achting voor menschen en
zaken, als onbehoorlijk, van haar afgestooten. En deze
vreemde sprak zoo op eens over aT.es, wat ook zij in
haar eenzaamheid vaag, angstig had gevoeld.
Adam Walter sprak van zijn plannen. Hij ging naar
het buitenland, naar Weimar. Concerten-successen. Hij
zou sonaten schrijven, een groote opera. Wat men ge
maakt heeft is slecht, omdat men gemaakt heeft. Men
moet scheppen. Zoo als God. Geheel en-al zoo. Zelfs leem
moet men opnieuw scheppen!... Niet waar? De kunste
naar moet God worden, anders... komen wij terecht bij
de linnenkoopers.
Zijn onrustige oogen glinsterden eigenaardig. Eens
klaps kwamen Anna twee koortsaohtige oogen voor den
geest en een woord, dat klonk alsof men zeide: blijheid.
Op eens voelde zij zich vrijer. Zij wendde zich tot Adam
Walter. Maar het jonge mensch scheen reeds aan iets
anders te denken, want hij trok woest zijn laag voorhoofd
op.
Weet u, dat mijn vader zich schaamt over de kunst
van mijn moeder? Zij zingt alleen maar. als wij met z'n
beiden zijn, zij en ik. Als iemand het hoort. Mijn vader
verbergt eenvoudig die schoone stem tusschen het lin
nen. En dat is nu onze burgerlijke mar.'-schappij. Alleen
dat heeft waarde, wat zij met een el of een passer kun
nen meten. Zoo iets doet pUn.
Met bedrukt gelaat zag hy op.
schikken. Er zouden vijftig milliocn ton kolen noodig
zijn, om de electriciteit te ontwikkelen, die than§ hon
derden kilometers ver het land in wordt gedistri
bueerd.
Het zijn grijze, vlakke gebouwen, die nauwelijks op
vallen naast het geweld van de watervallen, die van
onder af gezien, als het ware uit cie grauwe luchten
;.car omlaag storten en niet doen vermoeden, dat
mcnschenhanden ze gebonden hebben en met nog
sterker banden zouden kunnen binden, indien de
aesthetici zich daartegen niet verzetten. De Niagara-
watervallen zijn in dienst van het mcnschdom ge
steld, dat naarstig aan hun voeten wriemelt en van
alle kanten komt aangcloopen, om het desondanks
nog zoo machtige geweld hunner wateren te aan
schouwen.
Het is er een bruisen en een gorgelen, een gesteun
en gedreun, een warreling van elkander over den kop
springende golven, een eindeloos gevecht om ruimte
en doorgang, een strijd van een kokende branding
met de schijnbaar ongenaakbare, glimmende hard
heid van groenzwarte rotsen.
Een schijnbare ongenaakbaarheid. Want schui
mend en ziedend steigeren "e watermassa's over de
rotsen heen, tot die zich begeven, plotseling tiental
len meters zakken en steeds dieper zakken onder den
last van milliocnen kubieke meter.*. Een schijnbare
ongenaakbaarheid. Sinds onheugelijke tijden schuurt
en vreet het water aan het machtige gesteente, dat,
gescheurd en gebarsten in tijden van voet en dooi,
telkens met tonnenmaat. wordt meegesleurd, naar den
helcsenmolon van de natuur, waar graniet wordt ver
malen tot uiterst fijn zand.
De Niagara-watervallen op den koudsfen
dag van het jaar.
Ik heb de Niagara-watervallen aanschouwd op den
koudrten dag van het Maar, toen de aan koude ge
wende Canadeczen stonden te stampvoeten en han
Zei u iets? Neen? Ik bid u. stel u eens voor: hij
houdt gewoonweg haar stem verborgen. Of misschien
weet u het niet, dat mijn moeder zangeres was?
Anna werd verlegen. Tot nu toe had ook zy dit voor
een schande gehouden.
Plotseling vroeg Walter haar:
U zingt ook. niet waar? Sztaviarsky heeft het mij
verteld. Werkelijk. Ik herinner het mij. U was van alle
leerlingen het meest artistiek aangelegd. Wordt u zan
geres
Het meisje voelde zich bijna beleedigd door deze vraag
Maar waarom toch niet? De stem van Adam Wal
ter klonk ontmoedigd.
Anna wist niet wat zij zou antwoorden, toen zij me
vrouw Walter zag, die nog steeds, als een uitgestootene,
tusschen de anderen zat.
Ik begrijp het, zei de jonge man spottend, uwe
welwillendheid is slechts breed voor anderen, tegenover
uw eigen leven is zij eng.
Anna wist, dat hij de waarheid sprak. Alleen haar
denken werd heden vrij. Er was iets. dat haar in haar
bewegingen hinderde. Misschien de onzichtbare werking
van vroegere dingen en van vroegere menschen.
Op eens werd het stil in de kamer. Aan de lange ta
fel stond iemand op. Het was dokter Gaardos. de rim
pelige, oude geneesheer, die zijn patiënten alleen maar
arnikabast ennux vomica voorschreef. Hij wilde spre
ken. Ferdinand Muller sloot zijn oogen, als verwachtte
hij een liefkoozing.
Anna lette niet op wat de dokter vertelde van de hon
derdjarige geschiedenis van de Drievuldigheidsapotheek
en van de familie Müller. Zij speelde met haar eigen
gedachten, als een kind, dat het in de glazen kast opge
borgen speelgoed in handen heeft gekregen.
Na dokter GaArdos spraken anderen. De top van de
nougattaart hing scheef. Het souper was afgeloopen.
In de naburige kamer stelden twee apothekersbedien
den een overdekt blad op. Sztaviarszky begon op de
piano een marsch te spelen. De gasten schaarden zich
in een halven cirkel. Ferdinand Müller onthulde het
mysterleuse blad. Verbaasde uitroepen van de aanwezi
gen.
Wat een aardige attentie...
De tranen kwamen den apotheker in de oogen. Vereer
ders van zijn familie en het personeel van de apotheek
verrasten hem met een nieuw uithangbord. Daarop
denwrijvend door de straten gingen, gekleed op een
manier, zooals men die slechts bij poolreizigers ver
wacht.
De lucht was grijs, van een treurige somberte en
drukte als lood op het verblindende wit van de vallen,
waarboven een blanke mist van dichte waterdampen
zweefde. Aarde en hemel waren één. Er was geen
horizon. Alleen de kammen van de watervallen vorm
den tastbare lijnen. Tastbare en grillige lijnen tevens.
Een lijnenspel, door de natuurkrachten in het land
schap gekerfd en nog kort geleden gemarkeerd door
het uiteensplijten van vijf en zeventig duizend ton
gesteente, dat met een geluid als de donder naar be
neden I;wam en in het Amerikaansche gedeelte van
de watervallen een deuk achterliet, zooals tot dusver
slechts de Canadeesche Hoefijzcrvallon vertoonden.
Vijf cn zeventig duizend ton rotsblokken Ze
werden spoedig door sneeuw en ijs bedekt, als door
een lijkwade en pas in den zomer zal men zich eonigs-
zins een denkbeeld kunnen vormen van de wonde, die
Moeder Aarde zichzelf heeft toegebracht.
Deze ineenstorting is de eerste groote, die men zich
van de Amerikaansche vallen herinnert. Van de Ca
nadeesche heeft men heugenis aan instortingen sinds
1764, ongeveer honderd jaar, nadat de Franciscaner
pater Hennepin de wereld de eerste beschrijving van
de Niagarawatervallen bracht, die tot dan door de
in hun omgeving wonende Indianen als „Niagara",
den Grooten Donderaar der Wateren was vereerd.
Men weet, dat de watervallen aan hun eigen onder
gang werken, zich zelf opvreten, al schavend en
schurend en elke eeuw terugwijken en in hoogte ver
minderen, elke eeuw en elk jaar. Menschen, die rond
de watervallen wonen, zien ze veranderen cn zich in
den loop van een menschenleeftijd belangrijk wij
zigen.
De wilde romantiek der roode broeders.
Een maagd aan de golven prijsgegeven,
die haar onherroepelijk naar een wissen
dood voerden.
De Irokeezen-Indianen, die honderden jaren getui
gen waren van dezen bijna levenden „.Niagara", den
Grooten Donderaar der Wateren, zagen hem als een
almachtig wezen, dat ze moesten vereeren en door
offers zachter stemmen. Elk jaar brachten ze het
mooiste meisje van hun stam ten offer. In een mooie
witte kano werd een maagd aan de golven prijsgege
ven, aan de golven, die haar meesleurden naar de
vallen, waarin ze een wissen dood moest vinden. Dit
offer was een voorrecht en het meisje, dat er voor
werd uitgekozen, voelde er zich ten hoogste door ver
eerd. Het beantwoordde juichend de vreugdkreten
van de omstanders op de oevers, tot de kanoe in de
schuimende golven verdween.
Ja, de Indianen brachten offers aan den „Niaga
ra." De blanken daarentegen eischen schatting van
hem, een schatting in den vorm van licht en kracht.
Er bestaat een groot verschil tusschen de wilde ro
mantiek der roode broeders en de zakelijke nuchter
heid van den witten man, die gansch niet geïmpo
neerd den Grooten Donderaar der Wateren, zich op
zijn schouders clowneske grappen veroorlooft.
De Indianen begroeven hun opperhoofden op het
Geiteneiland, dat de vallen in tweeén deelt en hestel
den er de lichamen van de geofferde maagden ter
aarde, wanneer ze die vonden, ergens in een stillen
hoek van de rivier. De witte man spant koorddan-
sertouwen over den val
De Niagara als variëté-bal voor waag
halzen en op sensatie beluste toeschou
wers.
In 1859 en 1860 was de Niagara een variétéhal voor
den koorddanser Blondin, die er allelei kunsten bo
ven maakte, en zelfs met een man op zijn rug equili-
breerde, tot groot vermaak van de op sensatie beluste
toeschouwers, onder wie zich de toenmalige prins
van Wales bevond. Andere kunstenmakers lieten
zich in een vat of in een bal over de watervallen of
door de stroomversnellingen voeren. Sommigen over-
glinsterden dc belde vergulde jaartallen. Daartusschen
°ag een eeuw. Onder de jaartallen was een groote Aes-
culaapkop, die de gelaatstrekken vertoonde van Ferdi
nand Müller zelf. Hij had zelfs bakkebaarden en een
wrat op de linkerwang. Alleen de bril ontbrak.
Anna en Adam Walter zagen elkaar aan. Beiden kre
gen een onweerstaanbare neiging tot lachen en over de
hoofden der menschen heen werden zij vrienden.
Sztaviarszky begon op eens sneller te spelen. De cri
nolines begonnen te draalen. Zwevende, kringelende hoe
pels, rosé, gele, blauwe. Men danste rondom de piano.
Sophie werd op een oogenblik tegen den muur ge
duwd, naast Jan Hubert. Zij zag hein met haar groote,
donkere oogen aan, alsof zij hem iets wilde vragen.
Maar in den blik van Jan Hubert lag Iets kouds en
stijfs. Het meisje keerde zich om. Haar oog viel op
ChristoffeL
Den netten, In de lengte opgeschoten jongen leek het,
alsof Sophie door de kamer heen, zijn gezicht streelde.
Hij kon zijn oogen niet van haar afhouden. Maar het
meisje zag er lusteloos en onverschillig uit. Moedeloos
liep Christoffel naar de deur. Rondom een groene tafel
zaten dames, met mutsjes op, en oude heeren hombre
te spelen. Hij ging door de werkkamer van apotheker
Müller en kwam toen in een k'.ein, rustig kamertje. Hier
was niemand. Het melkwitte glas van de moderateur-
lamp weerkaatste in den spiegel.
Hij wierp zich in een leuningstoel en bracht beide han
den aan zijn gelaat. De klank der piano sloeg in scherpe
akkoorden tegen zijn voorhoofd. In het begin deed het
hem pijn. Toen viel het hem in, dat deze wals Sophie
aanraakte. Haar haren, haar mond, haar borst. De wals
kwam van haar, zwevende, in drievoudigen rhythmus,
waarin op geheimzinnige wijze de rhythmus der liefde
zat. Zij kwam van haar en bracht iets van haar mee.
Christoffel boog zijn hoofd voorover, alsof hij zijn mond
op de muziek wilde drukken, om haar te kussen. Ja, zoo
een walsmuziek voelde hij in zijn onmetelijk verlangen.
Zulk een schoone muziek hoorde hij inwendig, als hij
zich 's nachts voorstelde, dat Sophie bij hem kwam om
hem te zeggen, dat zij hem liefhad. Haar boezem hijgde
en als hij zich welfde, raakte hij zijn gelaat.
Hij dorst zich niet bewegen. Hij was bang, dat alles
uit elkaar zou vallen, alö hij zijn oogen opende.