Schager Courant
DE MAN
IN DEN ROLSTOEL.
Vierde Blad.
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Ingezonden Stukken.
Gemengd Nieuws.
Een ongewoon incident
Door een „ontgiftigde" slang vergiftigd.
F0STER5 MAAGPILLEN
Brutale bankroof te Philadelphia.
In 't nieuwe licht.
Dinsdag 24 Maart 1931.
74ste Jaargang. No. 8837
LAND- EN TUINBOUW.
NEDERLANDSCHE GROENTE OP DE PRAGER
JAARBEURS.
Speciaal de Noord Hollandscbe kool is
vertegenwoordigd.
Gemeld wordt:
Het Centraal Bureau der Tuinbouwveilingen zal
met een belangrijke inzending groenten uitkomen op
de Jaarbeurs van de Tsjechische hoofdstad Praag,
welke van 2329 Maart zal worden gehouden.
In hoofdzaak bestaat deze inzending uit Noord-
Hollandsche producten. Speciaal zal de Noord-Hol-
landsche kool vertegenwoordigd zijn op deze tentoon
stelling, alsmede uien, peen, schorseneeren en wat er
verder nog van den oogst 1930 kan worden getoond.
Maar ook de eerste jonge groenten gaan mee, waar
onder de kaskomkommers n eerste plaats innemen.
Het is het Centraal Bureau gelukt de hand te leg
gen op een bij uitstek gunstige plaats in het groote
gebouw der Pragermesse
De tijd is voor een inzending van Noord-Holland
sche producten en de eerste vroege groenten zeer
gunstig.
Meerdere handelaren in groenten en fruit zul'.en
deze gelegenheid benutten om de oude connecties te
verruimen en nieuwe aan te knoopen.
De regeering verleende voor deze inzending een
Éubsidie en gaf daarmee blijk deze poging, om den
afzet van de Nederlandsche tuinbouwproducten te be
vorderen, te willen steunen.
AARDAPPELVERVOER OP DE SPOORWEGEN.
Verminderd tengevolge van ziekte.
In een nota naar aanleiding van het verslag der
Tweede Kamer over een suppletoire begrooting van
hoofdstuk V der Rïjksbegrooiing 1930, deelt de minis
ter mede, dat blijkens van de directie der Ned.
Spoorwegen verkregen inlichtingen met betrekking
tot de reductie, het vervoer van aardappelen in het
tijdvak van 1 Juli—15 Augustus 1930 niet meer, doch
aanzienlijk minder heeft bedragen dan gedurende
hetzelfde tijdvak in 1928 en 1929, nl.
1928 73.248 ton
1929 79.968 ton
1930 6-4.875 ton
Terwijl in de eerste weken van het tijdvak 1 Juli
15 Augustus 1930 het vervoer van aardappelen be
langrijk is geweest, is dat vervoer in de daarop vol
gende weken zeer sterk afgenomen in verband met
aardappelziekten als gevolg van buitengewonen re
genval.
UITVOERING TARWEWET.
Nadere bijzonderheden.
Omtrent de uitvoering van de Tarwewet, lezen we
nog in het „Hsbl.", dat het adres van de provinciale
tarwe-organisaties voor Noord- en Zuid-Holland tot
1 Augustus gezamenlijk gevestigd is op het bureau
der Holl. Mij. van Landbouw te Den Haag.
Dan werd gevraagd, of er ook een straf regeling
komt. Inderdaad en wel zóó: de boeren, die voor
tarwe-levering in den zin der wet in aanmerking wil
len komen, moeten lid zijn van de provinciale Tarwe-
organisatie, die op haar beurt officieel erkend zal
worden. Het individueele lidmaatschap kan alléén
intreden, na bepaalde schriftelijke verklaringen te
hebben geteekend, waarover wij reeds een en ander
Kort verhaal
Naar hel Engelsch van
Peier Blundell.
(Nadruk verboden).
Ihet kantoor zat een meisje. Ze was slank en
donker en haar oogen waren blauw, blauw en
wonderlijk diep als de zomerzee, die ze uit het
venster kon zien en die zioh uitstrekte tot aan
den wazigen horizon. Fido. de Iersche terrier van het
meisje, lag buiten op de deurmat en deed zijn middag
dutje.
Het meisje had juist een brief getypt. Ze nam hem
uit de schrijfmachine en teekende hem.
Joan Rendle zoo heette het meisje geeuwde en
leunde achterover in haar stoel.
Aan de overzijde lag de boulevard. Op dit oogenblik
was het er vol vroolyke wandelaars. Joan wierp een
vluchtigen blik naar buiten en zag hoe haar patroon,
meneer Minns, de eigenaar van het woningbureau
waarvan zij de belangen hielp behartigen in zijn hoogst
opzichtige tweed-jas met energieken pas den weg over
stak. Ze begon haastig een nieuwen brief en even later
hoorde ze hem de trap opkomen, zooals gewoolijk bij
twee treden tegelijk. Het lawaai dat toen volgde, was
evenwel óngewoon: een sohreeuw, een kwaadaardige
uitroep, een verward rumoer, gevolgd door een doffen
slag. Daarop gejank en een kreet die niet voor ver
melding vatbaar is.
Alweer Fidc, mompelde het meisje ontsteld.
Waarom laten ze hem toch niet rustig slapen?
De deur werd woest opengesmeten en meneer Minns,
de makelaar kwam binnenihinken, buiten zichzelf van
drift.
Die ellendige hond van u!, schreeuwde hij. Ik
heb u al eerder gevraagd om dat satansche beest hier
niet mee te brengen...
Joan kreeg een kleur.
Het is geen satansch beest", protesteerde ze.
Hij wou me daarnet bijten, dat dikke, vette ge
drocht. Dat is nu al den tweeden keer dat ik over hem
gestruikeld ben, die lamme vetzak van een hond. U
mag dat ondier hier niet meer meebrengen, ver
staat u?
Maar toen ik hier kwam, heeft u gezegd...", waag
de Joan aarzelend.
mededeelden. Eén der straffen zal zijn opheffing van
het lidmaatschap, waardoor de betrokken landbou
wer dus wordt uitgesloten van verdere levering van
„regeeringstarwe", zoodat hij dan, evenals zij, wier
tarwe is afgekeurd, op de voedermarkt zai zijn aan
gewezen.
Tenslotte kan nog worden medegedeeld, dat men
in kringen der „tarwe-organisatoren" verwacht, dat
met den nieuwen oogst reeds spoedig het maximum-
maalcijfer van 25 zal worden bereikt. Men be
treurt het in die kringen dan ook, dat minister Ruys
te elfder ure dat maximum nog in de wet heeft opge
nomen. Men verwacht dus een aanzienlijke uitbrei
ding van het tarwe-areaal, o.a. in de Veenkoloniën.
Anna Paulowna, 22 Maart 1931.
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van het in Uw blad van 14 Maart
j.1. voorkomende ingezonden stuk van het bestuur der
afd. A. P. van de Holl. Mij. van Landbouw, zouden
ondergeteekenden nog gaarne een enkel wederwoord
daartegen wenschen aan te voeren.
Ons wordt n.1, ten laste gelegd, dat het onderzoek,
waarover door ons op de Cursusvergadering van den
Modernen Landar'beiderabond is gesproken, welk onder
zoek zich over 9 bedrijven in den Oostpolder uitstrekte,
zeer slordig is geweest, de uitkomst foutief en de re
deneering er geheel naast.
Het bestuur der afdeeling doet het dus voorkomen,
alsof wij maar wat in het wilde zouden hebben ge
zwermd, zonder ons eerst van de juiste feiten op de
hoogte te stellen.
Wat is nu het geval geweest? Zooals in het verslag
der bedoelde cursusvergadering duidelijk uitkomt, zijn
ook de arbeiders wel degelijk van meening, dat in den
tegenwoordigen toestand van malaise in den landbouw
de Regeering dient te steunen.
Ook ondergeteekenden hebben zich voor steun aan
den landbouw uitgesproken. Het zal echter aan ieder
wel duidelijk zijn, dat de arbeiders zich het recht voor
behouden, een eigen meening te hebben omtrent de
wijze, waarop zoodanigen steun wordt toegepast en zich
dus ook niet alles, wat als nuttig wordt aangeprijsd,
zonder meer laten opdringen.
Toen de verschillende wijzen, waarop steun, aan den
landbouw tot uitdrukking zou kunnen worden gebracht,
dan ook in arbeiderskringen werden besproken, is van
enkele zijden in twijfel getrokken, of steun aan den
tarweverbouw (die eventueel vermeerdering van tarwe-
teelt ten gevolge kon hebben) uit arbeiders-oogpunt
wel aanbevelenswaardig kon worden geacht.
Mede als gevolg hiervan is toen een onderzoek inge
steld omtrent den tarweverbouw, welk onderzoek zich
over een negental bedrijven uitstrekte. Dat onderzoek
had tot resultaat, dat op bedoelde bedrijven de uitge
zaaide oppervlakte 55 grooter bleek te zijn, dan
vorig jaar.
Volgens de gegevens der afd. A. P. van de Holl. Mij.
v. Landb. zijn deze cijfers te hoog, vergeleken bij die
van de door bedoelde afdeeling verkregen opgaven.
Daaruit volgt echter nog niet, dat zij onjuist zijn. Want
het bestuur der afdeeling geeft toe, dat voor een enkel
bedrijf wel een vermeerdering van 100 zou zijn te
constateeren. Inderdaad hebben wij in de gegevens,
welke ons van de negen door ons bedoelde bedrijven
ten dienst staan, zelfs nog wel grootere uitbreiding
ontmoet, doch wij hebben slechts het gemiddelde hier
van genomen, wat het reeds genoemde resultaat gaf.
Voor deze negen bedrijven was de uitkomst dus
juist en ging de gevolgde redeneering dus volkomen op.
Wij hebben daarbij nooit beweerd, dat het op grond
van deze cijfers naar voren gebrachte voor de geheele
gemeente zou gelden, wèl, dat wanneer zulks zou mogen
worden aangenomen, dit zéér zeker een vermindering
van werkgelegenheid zou beteekenen.
Aan het slot van haar schrijven erkent het bestuur
der afdeeling A. P. van de H. M. v. L. dat „een enkele
wel wat meer tarwe dan gewoonlijk (heeft) uitge
zaaid. Maar wat zou dat dan nog?" vraagt zij. „Iedere
boer tracht de hoogste opbrengst te verkrijgen, natuur
lijk. En als hij zoodoende het hoofd boven water kan
houden, is dat niet alleen zijn récht, maar ook het be
lang der arbeiders, enz."
In dat slot ligt dus de erkenning opgesloten, van het
geen door ons is gezegd, n.1. dat er méér tarwe is uit
gezaaid. En het zal daarbij niet in ons hoofd opkomen,
het aan een boer kwalijk te nemen, dat hij tracht de
hoogst mogelijke opbrengst te verkrijgen, maar evenmin
zal een landbouwer het aan arbeiders kwalijk kunnen
nemen, dat zij in sommig opzicht een anderen kijk op
de zaken hebben dan hij. En dat zij dus de belangen
der arbeiders wel eens vanuit een anderen gezichtshoek
besohouwen, dan waaruit hij deze waarneemt.
U, M. de R., beleefdelijk dankend voor de verleende
plaatsruimte,
K. KEURIS Az.
Jb. RAVEN.
Het kan me niet schelen, wat ik gezegd heb,
snauwde de patroon. Ik verbied u om dien drom-
melschen hond ooit weer in mijn kantoor te brengen.
Joan's onderlip trilde.
Ik kan Fido niet thuishouden; er is niemand die
behoorlijk voor hem zorgen kan, nu mijn tante dood is
en ik op kamers woon.
Maar dit verweer kon den vertoornden makelaar
niet verteederen.
Dan moet u maar zien dat u hem kwijtraakt,
besliste hij onvriendelijk. anders zal ik genoodzaakt
zijn naar andere hulp uit te zien.
De woordenwisseling werd gestoord, doordat opnieuw
uit de gang gejank klonk, gevolgd door een doffen plof
en een voorloopig onverklaarbaar gekletter.
De makelaar sprong achteruit, zijn stoel omgooiend
in zijn woedende ontsteltenis.
Daar heb je 't al, bulderde hij, als ik dat
mormel te pakken krijg, verdrink ik het!
Hij draaide zich om in de richting van de deur, maar
Joan, bevreesd voor het welzijn van Fido, hield hem bij
den arm terug en snelde zelf naar buiten. Ze kwam
juist op tijd in de vestibule om de tweede kruk van
Fido's laatste en blijkbaar kreupel slachtoffer op te
rapen en hem zijn hoed terug te geven. Genoemd slacht
offer was zelf tegen den muur terechtgekomen en
leunde er zwaar tegen.
O, ik hoop dat u zich niet bezeerd heeft, riep het
meisje, vreeselijk geschokken. Fido, je bent een
stoute hond!
Het geelharig voorwerp, dat de afgeloopen vijf mi
nuten zooveel onheil had aangericht, had zich alweer
op de deurmat in elkaar gerold. Het hief even zijn
kop op en knipoogde vadsig naar zijn meesteres.
De eigenaar van de krukken draaide zich om en zei
vriendelijk, verontschuldigd bijna:
Ik geloof, dat 't mijn schuld is; lk trapte op zijn
staart en toen vloog hij onder mij overeind.
Joan hief plotseling haar gezicht naar den spreker
op en bloosde.
U?, vroeg ze verrast.
Hij glimlachte. Hij was knap en slank en had een
prettig gezicht; gladgeschoren. Hij moest 'n jaar of
dertig zijn. Vooral als hij glimlachte was zijn gezicht
buitengewoon innemend.
„Ik zag van de straat af Fido liggen, toen ik langs
kwam, vervolgde hij aarzelend. Ik liet mijn oppasser
stilhouden en kwam de trap op om even te Informeeren
of mijn rolstoel het arme dier gisteravond ook be
zeerd heeft
O heelemaal niet dank u, antwoordde Joan,
maar als ik u weer tegenkom, zal ik Fido vasthouden.
Hij loopt iedereen altijd in den weg." Ze wierp een
liefkoozenden blik op den hond. Ziet u, we hadden
hem al toen ik heel klein was; ik zou het verschrik
kelijk vinden om hem te moeten missen.
Bij een gerechtelijke lijkschouwing in
Engeland.
Bij een gerechtelijke lijkschouwing te Wembley is
het Donderdag tot een merkwaardig incident geko
men tusschen een rechtsgeleerden raadsman van de
familie van den doode en den leider van het onder
zoek, coroner Cohen.
Hiscocks, die de familie vertegenwoordigde, wilde
een vraag stellen waarin half en half te kennen werd
gegeven dat de bestuurder van een auto dronken was
geweest toen het ongeluk met die auto gebeurde,
waarbij de man was omgekomen, van wien de doods
oorzaak moest worden vastgesteld. Dat vond de co
roner niet in den haak. Heeft u bewijzen voor die be
wering? vroeg hij aan Hiscócks. En toen deze met een
ontkenning antwoordde, zei de coroner: Dan zal ik
niet toestaan dat u vandaag nog één vraag stelt!
Dit liet Hisrocks zich niet welgevallen. Hij wilde
zich het woord niet. laten ontnemen. Hierop gelastte
de coroner hem, de zaal uit te gaan, maar Hiscocks
wilde niet en hij werd met geweld verwijderd. Coro
ner Cohen voelde zich blijkbaar niet heel sterk en ver-
daagdo de behandeling der za-a.k.
Van zijn kant heeft Hiscocks aan de couranten ver
klaard, dat de coroner niet het recht had hem het
woord te ontnemen.
Een raadsel, dat spoedig werd opgelost
In de steden in het Zuiden va.n Indië zijn slangen
bezweerders geen ongewone verschijning. Zij hurken
met hun rieten korven ergens op het plaveisel neer en
prijzen den voorbijgangers hun „met besliste zeker
heid werkend middel tegen slangengif" aan.
Een dezer kunstemakers verzamelde onlangs te
Rajban een nieuwsgierige menigte om zich heen.
Toen hij een paar honderd toeschouwers voor zich
had, greep hij een sterke cobra uit een der manden
en liet zich voor aller oogen bijten.
Vervolgens legde hij zijn veelgeprezen middel op
den wond, lachte en voelde zich blijkbaar zoo lekker
als ooit.
Toen er zich ook na een half uur geen vergiftigings
verschijnselen voordeden, waren de omstanders van
de werkzaamheid van zijn middel overtuigd.
Daaraan kon ook het tusschenbcide komen van een
Europeeër niets veranderen, die verklaarde, dat de
slangenbezweerder een oplichter was en de cobra ze
ker de giftanten had uitgetrokken.
Een Indiër was daarentegen zoo enthousiast, dat hij
zelf gebeten wilde worden, om dan de uitwerking van
het tegengif aan eigen lijf te ondervinden.
Hij liet zich twee keer door de cobra bijten, om dan
het middel op den wond te leggen.
Helaas verliep het experiment voor beide betrokke
nen niet naar wensch. Want de Indiër stierf een
kwartier later onder groote pnnen en de toovenaar
werd door de politie ingerekend.
Een deskundige, om wiens oordeel door de politie
gevraagd was, kon het raadsel spoedig oplossen. De
cobra waren werkelijk de giftanden uitgetrokken en
haar eerste beet deed niemand eonige schade. Maar
iedere cobra heeft twee reservetandon, welke slech's
dan hun dienst vervullen, als de slang sterk geprik
keld wordt en daarbij den bek ongewoon ver open
spert. Dan springen de tanden uit den huidzak, waar
in ze verborgen liggen en hun beet is van krachtige
uitwerking.
In dit geval was de cobra -door het herhaaldelijk uit
de mand nemen geprikkeld, zoodat haar heet ondanks
de uitgetrokken giftanden, zijn uitwerking niet miste.
VALSCHE REMBRANDTS TE NEW YORK?
Van de 30 slechts één echt, zegt dr. Toch.
Uit New York: Een Amerikaansche scheikundige,
dr. Toch, heeft Vrijdagavond in een rede voor het
„Michoscopie-Genootschap" te New York verklaard,
dat van de dertig aan Rembrandt toegeschreven
schilderijen in de verzameling van het Metropolitan
Museum, er slechts één echt is, te weten het schilderij,
dat onlangs werd verworven uit de verzameling van
mevrouw Havemeyer. En zelfs do echtheid van dit
ééne schilderij is, altijd volgens dr. Toch, nog aan
eenigen twijfel onderhevig.
Even zweeg ze. alsof ze door herinneringen bestormd
werd, toen ging ze voort:
Hij is lief. vindt u niet? Ik schrok ontzettend toen
uw rolstoel gisterenavond bijna over hem heen ging.
Maar hij heeft zich gelukkig niet bezeerd, heelemaal
niet... Ze brak opeens af. Maar ik vergat heelemaal
te vragen of u zich daarnet bezeerd heeft... wat
onhebbelijk van me!
Absoluut niet. was het luchtige antwoord. Ik
heb in Vlaanderen een stukje van een granaat in mijn
body gekregen, ergens in de buurt van de ruggestreng.
Dat doet nogal pijn als ik me 'n beetje veel beweeg.
En uw hond heeft me, eerlijk gezegd, wel wat ongewone
beweging bezorgd, voegde hij er lachend aan toe.
Laat tk u de trap afhelpen, bood Joan aan.
Als u zoo vriendelijk zoudt willen zijn...
Joan omvatte met beide handen den arm, dien hij
haar aanbood.
Op dat oogenblik verscheen de heer Minns, die niet
begreep waar zijn typiste tooh bleef, in de vestibule.
Met een grimmige uitdrukking op zijn weinig innemend
gezicht keek hij naar het tweetal, dat hij in zulk 'n
merkwaardig-intieme houding bijeenvond.
Het moet een beneden-etage zijn, juffrouw
©h zei de jongeman met bewonderenswaardige
tegenwoordigheid van geest. Ik kan onmogelijk op
een bovenverdieping wonen... ik zou niet weten hoe ik
mij redden moest met de trappen.
Ja... ja. stamelde Joan. Onder de stekende
blikken van haar patroon, liet ze den arm van haar be
schermeling los.
Dit Is meneer Minns. legde ze beduusd uit.
De jongeman deed of hij den makelaar nu pas zag
en gaf hem een korten knik.
Toevallig, heb ik gezien, dat op 109 hier aan den
boulevard een kleine flat gelijkvloers vrij is. ging hij
voort op een toon. alsof hij werkelijk met geen ander
doel hier was blnnenigeloopen dan om naar een woning
te informeeren, en ik meen dat die bij u te bevragen
is.
Joan maakte onwillekeurig een beweging van sdhrik,
maar het norsche gelaat van den makelaar ontdooide.
Ik had het ongeluk bij mijn binnenkomen over uw
hond te struikelen, zette de jongeman honigzoet zijn me-
dedeelingen voort.
Het is mijn hond niet, verbeterde de heer Minns
verontwaardigd, maar de ander sloeg geen acht op zijn
opmerking.
Deze jongedame was zoo vriendelijk mijn loop
attributen op te rapen. U komt juist van pas. Mijn
naam is Anstruther, Kapitein Gerald Anstruther. Ik
ben zoo'n beetje invalide en daarom zoek ik een kleine
beneden-étage zonder trappen.
Meneer Minns was met één slag een en al zakelijke
gedienstigheid.
No. 109 is een uitstekende flat, verklaarde hij
Verstopping en slechte
spijsvertering maken U
ellendig en humeuriq.
Neem bijtijds de zeer
zacht werkende FSster's
Maagpillen. het bekende
en beste laxeermiddel.
Alom verkrijgbaar f 0-65 per flacon.
Politie, bewakers en personeel door de
bandieten opgesloten.
V.D. verneemt uit New York:
Elf gewapende bandieten, voorzien van automati
sche geweren, een machinegeweer en een revolver,
hebben kans gezien bij een overval op de City Na
tional Bank fin cl Trust Company te Philadelphia
twee politie-agenten en acht bewakers en employé'»
op te sluiten en de bank te bcrooven van een bedrag
van 40.000 dollar.
Met vijf auto's, blijkens het nummer afkomstig uit
den staat New-Jersey, arriveerden zij voor het bank
gebouw.
Vijf gewapende roovers hielden het publiek voor het
gebouw op een afstand, terwijl de zes anderen het ge
bouw binnendrongen, de bewakers en politieagenten
opsloten en het bedrag ontvreemden.
De roovers wisten met den buit te ontkomen.
In 't Verloren Hoeksken van Het Laatste Nieuws
schrijft Nele Klauwaerdinne:
Wel, zoover zijn we.
De ramen gaan vanzelf open. De deuren vergeet,
men te sluiten. Van de balkons spreken de buren met
de burinnen.
Van onder verdroogde modder, sneeuw, ijs en stor
men komen we naar voren gekropen en zien elkander
terug. We zien elkander weer, een beetje ouder, een
beetje wijzer misschien, en een beetje bestoven van
't poken in de kachel, gelijk de ruiten bestoven zijn
van de buitenwaartsche mizerie.
In dit nieuwe zonnelicht ziet ge dat allemaal zeer
duidelijk en merkt ge pas hoe versleten uw winter-
kleeren zijn.
En de radio speelt al verloren. Ge luistert liever
naar de eerste vogels en hei openplooien van het
gehlaarte, 't gebloemte, den grond en de klaarte.
Naast mij zit de herfst onder de gedaante van een
64-jarige madam. Gepoeierd en geverfd om er uit te
zien, gelijk de lente. Wat zal zc hebben zitten wrijven,
vijlen, kleuren, metselen, timmeren en bouwen aan
haar persoon, vanochtend, om tot dat valsche resul
taat te komen.
Als we, in 't nieuwe licht, bekijken, wat we bereikt
hpbben, hoe we voor die versleten meubels, versleten
kleeren en versleten naam, ons hebben afgesloofd,
dan zien we plots dat het niet de moeite waard was:
valsch resultaat.
Wat zou die vier-en-zestig-jarige schrikken als
zichzelf zag. gelijk ik haar zie; wat zou ik schrikken,
als ik mezelf zag, gelijk gij me ziet. Wat zou elk
schrikken als elk zichzelf zag. gelijk de anderen heni
zien, schreef ik weet niet meer welke poëet.
Maar, zouden we in 't nieuwe licht, de natuur eu
het leven, de stoffelijke en de geestelijke waarden
zien, zooals zij werkelijk zich voordoen aan wie wil
zien, wat zouden we blij worden en 't roepc^ naar
elkander, uit onze open ramen en onze deuren, die we
vergeten te sluiten.
DOOR KOOLZUUR BEDWELMD.
Uit Bochum: In de mijn Engelsburg van de Ver.
Stahlwerke is Zaterdag koolzuur ontsnapt. Door de
waakzaamheid van een controleur kon onmiddellijk
alarm worden gemaakt. Een reddingscolonne drong
de mijn binnen en slaagde er in 16 arbeiders, die
reeds bedwelmd waren, boven te brengen. Dokters
wisten spoedig de levensgeesten op te wekken. I)e
toestand der arbeiders is bevredigend.
gretig. Mijn assistente kan dat getuigen; ze heeft
er gewoond met haar tante.
Anstruther glimlachte. Een aandachtig toeschouwer
zou iets sluws hebben opgemerkt in dien glimlach.
Ik zou de woning graag eens samen met u gaan
bezichtigen, wendde hjj zich tot Minns. Hebt u
morgen gelegenheid?
De makelaar raadpleegde een gewichtig-uitziend noti
tieboek. dat hij uit zijn binnenzak te voorschijn bracht
Morgen ben ik den heelen dag tot uw beschikking,
behalve tusschen twee en drie.
Dat treft ongelukkig. Tusschen twee en drie is
juist de eenige tijd waarop ik zou kunnen, verklaarde
Anstruther onvervaard.
Joan keek verbaasd op. In aanmerking genomen, dat
ze den Kapitein op elk uur van den dag over den
boulevard had zien rijden, was haar verbazing over zijn
plotselinge drukke bezigheden alleszins verklaarbaar!
Anstruther fronste nadenkend het voorhoofd.
Misschien zou de jongedame mij kunnen rondlei
den. stelde hij voor. Zij heeft er gewoond, zooals
u zegt en kent het huis dus door en door. De flat staat
me werkelijk aan. voegde hij eraan toe, ik denk w<4
dat ik haar nemen zal.
Ja, juffrouw Rendle kan u de woning wel late®
zien, stemde de makelaar na eenige aarzeling toe.
Dat is dus afgesproken, zei Anstruther. Ik vind
uw assistente morgen om twee uur precies met de
sleutels bij no. 109. Hé. Baker!"
De gestalte van den oppasser beneden op straat,
kwam in beweging. De man liep de trap op; Kapitein
Anstrutheh glimlachte even tegen Joan, groette, strom
pelde. geholpen door den oppasser, naar beneden en
nam plaats in den rolstoel.
Het ziet er naar uit of hij zal toehappen, conclu
deerde de makelaar, terwijl hij Joan weer naar zijn
kantoor voorging. Maar denkt u erom, juffrouw
Rendle, laat hem in geen geval die kast in de keuken
zien. Het houtwerk is van binnen verrot, de steenen
zitten los en zijn uitgeslagen. Ik laat het aan u over
om de zaak tot een goed einde te brengen het huis
staat al meer dan een jaar leeg."
Maar veronderstel dat hij juist die kast wil zien?,
opperde Joan
Minns keek het meisje bijna-minachtend aan, toen hij
op laatdunkenden toon verklaarde:
Als u zooieta niet weet te voorkomen, leert u het
vak nooit!"
Zonder antwoord te geven, ging Joan naar de schrijf
machine terug en de heer Minns vond het geraden om
voorloopig maar niets meer over het hondebeest te
zeggen: daarvoor was hij morgen te zeer op den goeden
wil van de jongedame aangewezen...
Den volgenden dag wandelde Joan, gevolgd door Fido,
langs den zonnlgen boulevard naar de woning, die z%
den adspirant-huurder moest laten zien.