Schager Courant DE MAN IN DEN ROLSTOEL. Vierde Blad. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. Ingezonden Stukken. Gemengd Nieuws. Een ongewoon incident Door een „ontgiftigde" slang vergiftigd. F0STER5 MAAGPILLEN Brutale bankroof te Philadelphia. In 't nieuwe licht. Dinsdag 24 Maart 1931. 74ste Jaargang. No. 8837 LAND- EN TUINBOUW. NEDERLANDSCHE GROENTE OP DE PRAGER JAARBEURS. Speciaal de Noord Hollandscbe kool is vertegenwoordigd. Gemeld wordt: Het Centraal Bureau der Tuinbouwveilingen zal met een belangrijke inzending groenten uitkomen op de Jaarbeurs van de Tsjechische hoofdstad Praag, welke van 2329 Maart zal worden gehouden. In hoofdzaak bestaat deze inzending uit Noord- Hollandsche producten. Speciaal zal de Noord-Hol- landsche kool vertegenwoordigd zijn op deze tentoon stelling, alsmede uien, peen, schorseneeren en wat er verder nog van den oogst 1930 kan worden getoond. Maar ook de eerste jonge groenten gaan mee, waar onder de kaskomkommers n eerste plaats innemen. Het is het Centraal Bureau gelukt de hand te leg gen op een bij uitstek gunstige plaats in het groote gebouw der Pragermesse De tijd is voor een inzending van Noord-Holland sche producten en de eerste vroege groenten zeer gunstig. Meerdere handelaren in groenten en fruit zul'.en deze gelegenheid benutten om de oude connecties te verruimen en nieuwe aan te knoopen. De regeering verleende voor deze inzending een Éubsidie en gaf daarmee blijk deze poging, om den afzet van de Nederlandsche tuinbouwproducten te be vorderen, te willen steunen. AARDAPPELVERVOER OP DE SPOORWEGEN. Verminderd tengevolge van ziekte. In een nota naar aanleiding van het verslag der Tweede Kamer over een suppletoire begrooting van hoofdstuk V der Rïjksbegrooiing 1930, deelt de minis ter mede, dat blijkens van de directie der Ned. Spoorwegen verkregen inlichtingen met betrekking tot de reductie, het vervoer van aardappelen in het tijdvak van 1 Juli—15 Augustus 1930 niet meer, doch aanzienlijk minder heeft bedragen dan gedurende hetzelfde tijdvak in 1928 en 1929, nl. 1928 73.248 ton 1929 79.968 ton 1930 6-4.875 ton Terwijl in de eerste weken van het tijdvak 1 Juli 15 Augustus 1930 het vervoer van aardappelen be langrijk is geweest, is dat vervoer in de daarop vol gende weken zeer sterk afgenomen in verband met aardappelziekten als gevolg van buitengewonen re genval. UITVOERING TARWEWET. Nadere bijzonderheden. Omtrent de uitvoering van de Tarwewet, lezen we nog in het „Hsbl.", dat het adres van de provinciale tarwe-organisaties voor Noord- en Zuid-Holland tot 1 Augustus gezamenlijk gevestigd is op het bureau der Holl. Mij. van Landbouw te Den Haag. Dan werd gevraagd, of er ook een straf regeling komt. Inderdaad en wel zóó: de boeren, die voor tarwe-levering in den zin der wet in aanmerking wil len komen, moeten lid zijn van de provinciale Tarwe- organisatie, die op haar beurt officieel erkend zal worden. Het individueele lidmaatschap kan alléén intreden, na bepaalde schriftelijke verklaringen te hebben geteekend, waarover wij reeds een en ander Kort verhaal Naar hel Engelsch van Peier Blundell. (Nadruk verboden). Ihet kantoor zat een meisje. Ze was slank en donker en haar oogen waren blauw, blauw en wonderlijk diep als de zomerzee, die ze uit het venster kon zien en die zioh uitstrekte tot aan den wazigen horizon. Fido. de Iersche terrier van het meisje, lag buiten op de deurmat en deed zijn middag dutje. Het meisje had juist een brief getypt. Ze nam hem uit de schrijfmachine en teekende hem. Joan Rendle zoo heette het meisje geeuwde en leunde achterover in haar stoel. Aan de overzijde lag de boulevard. Op dit oogenblik was het er vol vroolyke wandelaars. Joan wierp een vluchtigen blik naar buiten en zag hoe haar patroon, meneer Minns, de eigenaar van het woningbureau waarvan zij de belangen hielp behartigen in zijn hoogst opzichtige tweed-jas met energieken pas den weg over stak. Ze begon haastig een nieuwen brief en even later hoorde ze hem de trap opkomen, zooals gewoolijk bij twee treden tegelijk. Het lawaai dat toen volgde, was evenwel óngewoon: een sohreeuw, een kwaadaardige uitroep, een verward rumoer, gevolgd door een doffen slag. Daarop gejank en een kreet die niet voor ver melding vatbaar is. Alweer Fidc, mompelde het meisje ontsteld. Waarom laten ze hem toch niet rustig slapen? De deur werd woest opengesmeten en meneer Minns, de makelaar kwam binnenihinken, buiten zichzelf van drift. Die ellendige hond van u!, schreeuwde hij. Ik heb u al eerder gevraagd om dat satansche beest hier niet mee te brengen... Joan kreeg een kleur. Het is geen satansch beest", protesteerde ze. Hij wou me daarnet bijten, dat dikke, vette ge drocht. Dat is nu al den tweeden keer dat ik over hem gestruikeld ben, die lamme vetzak van een hond. U mag dat ondier hier niet meer meebrengen, ver staat u? Maar toen ik hier kwam, heeft u gezegd...", waag de Joan aarzelend. mededeelden. Eén der straffen zal zijn opheffing van het lidmaatschap, waardoor de betrokken landbou wer dus wordt uitgesloten van verdere levering van „regeeringstarwe", zoodat hij dan, evenals zij, wier tarwe is afgekeurd, op de voedermarkt zai zijn aan gewezen. Tenslotte kan nog worden medegedeeld, dat men in kringen der „tarwe-organisatoren" verwacht, dat met den nieuwen oogst reeds spoedig het maximum- maalcijfer van 25 zal worden bereikt. Men be treurt het in die kringen dan ook, dat minister Ruys te elfder ure dat maximum nog in de wet heeft opge nomen. Men verwacht dus een aanzienlijke uitbrei ding van het tarwe-areaal, o.a. in de Veenkoloniën. Anna Paulowna, 22 Maart 1931. Mijnheer de Redacteur, Naar aanleiding van het in Uw blad van 14 Maart j.1. voorkomende ingezonden stuk van het bestuur der afd. A. P. van de Holl. Mij. van Landbouw, zouden ondergeteekenden nog gaarne een enkel wederwoord daartegen wenschen aan te voeren. Ons wordt n.1, ten laste gelegd, dat het onderzoek, waarover door ons op de Cursusvergadering van den Modernen Landar'beiderabond is gesproken, welk onder zoek zich over 9 bedrijven in den Oostpolder uitstrekte, zeer slordig is geweest, de uitkomst foutief en de re deneering er geheel naast. Het bestuur der afdeeling doet het dus voorkomen, alsof wij maar wat in het wilde zouden hebben ge zwermd, zonder ons eerst van de juiste feiten op de hoogte te stellen. Wat is nu het geval geweest? Zooals in het verslag der bedoelde cursusvergadering duidelijk uitkomt, zijn ook de arbeiders wel degelijk van meening, dat in den tegenwoordigen toestand van malaise in den landbouw de Regeering dient te steunen. Ook ondergeteekenden hebben zich voor steun aan den landbouw uitgesproken. Het zal echter aan ieder wel duidelijk zijn, dat de arbeiders zich het recht voor behouden, een eigen meening te hebben omtrent de wijze, waarop zoodanigen steun wordt toegepast en zich dus ook niet alles, wat als nuttig wordt aangeprijsd, zonder meer laten opdringen. Toen de verschillende wijzen, waarop steun, aan den landbouw tot uitdrukking zou kunnen worden gebracht, dan ook in arbeiderskringen werden besproken, is van enkele zijden in twijfel getrokken, of steun aan den tarweverbouw (die eventueel vermeerdering van tarwe- teelt ten gevolge kon hebben) uit arbeiders-oogpunt wel aanbevelenswaardig kon worden geacht. Mede als gevolg hiervan is toen een onderzoek inge steld omtrent den tarweverbouw, welk onderzoek zich over een negental bedrijven uitstrekte. Dat onderzoek had tot resultaat, dat op bedoelde bedrijven de uitge zaaide oppervlakte 55 grooter bleek te zijn, dan vorig jaar. Volgens de gegevens der afd. A. P. van de Holl. Mij. v. Landb. zijn deze cijfers te hoog, vergeleken bij die van de door bedoelde afdeeling verkregen opgaven. Daaruit volgt echter nog niet, dat zij onjuist zijn. Want het bestuur der afdeeling geeft toe, dat voor een enkel bedrijf wel een vermeerdering van 100 zou zijn te constateeren. Inderdaad hebben wij in de gegevens, welke ons van de negen door ons bedoelde bedrijven ten dienst staan, zelfs nog wel grootere uitbreiding ontmoet, doch wij hebben slechts het gemiddelde hier van genomen, wat het reeds genoemde resultaat gaf. Voor deze negen bedrijven was de uitkomst dus juist en ging de gevolgde redeneering dus volkomen op. Wij hebben daarbij nooit beweerd, dat het op grond van deze cijfers naar voren gebrachte voor de geheele gemeente zou gelden, wèl, dat wanneer zulks zou mogen worden aangenomen, dit zéér zeker een vermindering van werkgelegenheid zou beteekenen. Aan het slot van haar schrijven erkent het bestuur der afdeeling A. P. van de H. M. v. L. dat „een enkele wel wat meer tarwe dan gewoonlijk (heeft) uitge zaaid. Maar wat zou dat dan nog?" vraagt zij. „Iedere boer tracht de hoogste opbrengst te verkrijgen, natuur lijk. En als hij zoodoende het hoofd boven water kan houden, is dat niet alleen zijn récht, maar ook het be lang der arbeiders, enz." In dat slot ligt dus de erkenning opgesloten, van het geen door ons is gezegd, n.1. dat er méér tarwe is uit gezaaid. En het zal daarbij niet in ons hoofd opkomen, het aan een boer kwalijk te nemen, dat hij tracht de hoogst mogelijke opbrengst te verkrijgen, maar evenmin zal een landbouwer het aan arbeiders kwalijk kunnen nemen, dat zij in sommig opzicht een anderen kijk op de zaken hebben dan hij. En dat zij dus de belangen der arbeiders wel eens vanuit een anderen gezichtshoek besohouwen, dan waaruit hij deze waarneemt. U, M. de R., beleefdelijk dankend voor de verleende plaatsruimte, K. KEURIS Az. Jb. RAVEN. Het kan me niet schelen, wat ik gezegd heb, snauwde de patroon. Ik verbied u om dien drom- melschen hond ooit weer in mijn kantoor te brengen. Joan's onderlip trilde. Ik kan Fido niet thuishouden; er is niemand die behoorlijk voor hem zorgen kan, nu mijn tante dood is en ik op kamers woon. Maar dit verweer kon den vertoornden makelaar niet verteederen. Dan moet u maar zien dat u hem kwijtraakt, besliste hij onvriendelijk. anders zal ik genoodzaakt zijn naar andere hulp uit te zien. De woordenwisseling werd gestoord, doordat opnieuw uit de gang gejank klonk, gevolgd door een doffen plof en een voorloopig onverklaarbaar gekletter. De makelaar sprong achteruit, zijn stoel omgooiend in zijn woedende ontsteltenis. Daar heb je 't al, bulderde hij, als ik dat mormel te pakken krijg, verdrink ik het! Hij draaide zich om in de richting van de deur, maar Joan, bevreesd voor het welzijn van Fido, hield hem bij den arm terug en snelde zelf naar buiten. Ze kwam juist op tijd in de vestibule om de tweede kruk van Fido's laatste en blijkbaar kreupel slachtoffer op te rapen en hem zijn hoed terug te geven. Genoemd slacht offer was zelf tegen den muur terechtgekomen en leunde er zwaar tegen. O, ik hoop dat u zich niet bezeerd heeft, riep het meisje, vreeselijk geschokken. Fido, je bent een stoute hond! Het geelharig voorwerp, dat de afgeloopen vijf mi nuten zooveel onheil had aangericht, had zich alweer op de deurmat in elkaar gerold. Het hief even zijn kop op en knipoogde vadsig naar zijn meesteres. De eigenaar van de krukken draaide zich om en zei vriendelijk, verontschuldigd bijna: Ik geloof, dat 't mijn schuld is; lk trapte op zijn staart en toen vloog hij onder mij overeind. Joan hief plotseling haar gezicht naar den spreker op en bloosde. U?, vroeg ze verrast. Hij glimlachte. Hij was knap en slank en had een prettig gezicht; gladgeschoren. Hij moest 'n jaar of dertig zijn. Vooral als hij glimlachte was zijn gezicht buitengewoon innemend. „Ik zag van de straat af Fido liggen, toen ik langs kwam, vervolgde hij aarzelend. Ik liet mijn oppasser stilhouden en kwam de trap op om even te Informeeren of mijn rolstoel het arme dier gisteravond ook be zeerd heeft O heelemaal niet dank u, antwoordde Joan, maar als ik u weer tegenkom, zal ik Fido vasthouden. Hij loopt iedereen altijd in den weg." Ze wierp een liefkoozenden blik op den hond. Ziet u, we hadden hem al toen ik heel klein was; ik zou het verschrik kelijk vinden om hem te moeten missen. Bij een gerechtelijke lijkschouwing in Engeland. Bij een gerechtelijke lijkschouwing te Wembley is het Donderdag tot een merkwaardig incident geko men tusschen een rechtsgeleerden raadsman van de familie van den doode en den leider van het onder zoek, coroner Cohen. Hiscocks, die de familie vertegenwoordigde, wilde een vraag stellen waarin half en half te kennen werd gegeven dat de bestuurder van een auto dronken was geweest toen het ongeluk met die auto gebeurde, waarbij de man was omgekomen, van wien de doods oorzaak moest worden vastgesteld. Dat vond de co roner niet in den haak. Heeft u bewijzen voor die be wering? vroeg hij aan Hiscócks. En toen deze met een ontkenning antwoordde, zei de coroner: Dan zal ik niet toestaan dat u vandaag nog één vraag stelt! Dit liet Hisrocks zich niet welgevallen. Hij wilde zich het woord niet. laten ontnemen. Hierop gelastte de coroner hem, de zaal uit te gaan, maar Hiscocks wilde niet en hij werd met geweld verwijderd. Coro ner Cohen voelde zich blijkbaar niet heel sterk en ver- daagdo de behandeling der za-a.k. Van zijn kant heeft Hiscocks aan de couranten ver klaard, dat de coroner niet het recht had hem het woord te ontnemen. Een raadsel, dat spoedig werd opgelost In de steden in het Zuiden va.n Indië zijn slangen bezweerders geen ongewone verschijning. Zij hurken met hun rieten korven ergens op het plaveisel neer en prijzen den voorbijgangers hun „met besliste zeker heid werkend middel tegen slangengif" aan. Een dezer kunstemakers verzamelde onlangs te Rajban een nieuwsgierige menigte om zich heen. Toen hij een paar honderd toeschouwers voor zich had, greep hij een sterke cobra uit een der manden en liet zich voor aller oogen bijten. Vervolgens legde hij zijn veelgeprezen middel op den wond, lachte en voelde zich blijkbaar zoo lekker als ooit. Toen er zich ook na een half uur geen vergiftigings verschijnselen voordeden, waren de omstanders van de werkzaamheid van zijn middel overtuigd. Daaraan kon ook het tusschenbcide komen van een Europeeër niets veranderen, die verklaarde, dat de slangenbezweerder een oplichter was en de cobra ze ker de giftanten had uitgetrokken. Een Indiër was daarentegen zoo enthousiast, dat hij zelf gebeten wilde worden, om dan de uitwerking van het tegengif aan eigen lijf te ondervinden. Hij liet zich twee keer door de cobra bijten, om dan het middel op den wond te leggen. Helaas verliep het experiment voor beide betrokke nen niet naar wensch. Want de Indiër stierf een kwartier later onder groote pnnen en de toovenaar werd door de politie ingerekend. Een deskundige, om wiens oordeel door de politie gevraagd was, kon het raadsel spoedig oplossen. De cobra waren werkelijk de giftanden uitgetrokken en haar eerste beet deed niemand eonige schade. Maar iedere cobra heeft twee reservetandon, welke slech's dan hun dienst vervullen, als de slang sterk geprik keld wordt en daarbij den bek ongewoon ver open spert. Dan springen de tanden uit den huidzak, waar in ze verborgen liggen en hun beet is van krachtige uitwerking. In dit geval was de cobra -door het herhaaldelijk uit de mand nemen geprikkeld, zoodat haar heet ondanks de uitgetrokken giftanden, zijn uitwerking niet miste. VALSCHE REMBRANDTS TE NEW YORK? Van de 30 slechts één echt, zegt dr. Toch. Uit New York: Een Amerikaansche scheikundige, dr. Toch, heeft Vrijdagavond in een rede voor het „Michoscopie-Genootschap" te New York verklaard, dat van de dertig aan Rembrandt toegeschreven schilderijen in de verzameling van het Metropolitan Museum, er slechts één echt is, te weten het schilderij, dat onlangs werd verworven uit de verzameling van mevrouw Havemeyer. En zelfs do echtheid van dit ééne schilderij is, altijd volgens dr. Toch, nog aan eenigen twijfel onderhevig. Even zweeg ze. alsof ze door herinneringen bestormd werd, toen ging ze voort: Hij is lief. vindt u niet? Ik schrok ontzettend toen uw rolstoel gisterenavond bijna over hem heen ging. Maar hij heeft zich gelukkig niet bezeerd, heelemaal niet... Ze brak opeens af. Maar ik vergat heelemaal te vragen of u zich daarnet bezeerd heeft... wat onhebbelijk van me! Absoluut niet. was het luchtige antwoord. Ik heb in Vlaanderen een stukje van een granaat in mijn body gekregen, ergens in de buurt van de ruggestreng. Dat doet nogal pijn als ik me 'n beetje veel beweeg. En uw hond heeft me, eerlijk gezegd, wel wat ongewone beweging bezorgd, voegde hij er lachend aan toe. Laat tk u de trap afhelpen, bood Joan aan. Als u zoo vriendelijk zoudt willen zijn... Joan omvatte met beide handen den arm, dien hij haar aanbood. Op dat oogenblik verscheen de heer Minns, die niet begreep waar zijn typiste tooh bleef, in de vestibule. Met een grimmige uitdrukking op zijn weinig innemend gezicht keek hij naar het tweetal, dat hij in zulk 'n merkwaardig-intieme houding bijeenvond. Het moet een beneden-etage zijn, juffrouw ©h zei de jongeman met bewonderenswaardige tegenwoordigheid van geest. Ik kan onmogelijk op een bovenverdieping wonen... ik zou niet weten hoe ik mij redden moest met de trappen. Ja... ja. stamelde Joan. Onder de stekende blikken van haar patroon, liet ze den arm van haar be schermeling los. Dit Is meneer Minns. legde ze beduusd uit. De jongeman deed of hij den makelaar nu pas zag en gaf hem een korten knik. Toevallig, heb ik gezien, dat op 109 hier aan den boulevard een kleine flat gelijkvloers vrij is. ging hij voort op een toon. alsof hij werkelijk met geen ander doel hier was blnnenigeloopen dan om naar een woning te informeeren, en ik meen dat die bij u te bevragen is. Joan maakte onwillekeurig een beweging van sdhrik, maar het norsche gelaat van den makelaar ontdooide. Ik had het ongeluk bij mijn binnenkomen over uw hond te struikelen, zette de jongeman honigzoet zijn me- dedeelingen voort. Het is mijn hond niet, verbeterde de heer Minns verontwaardigd, maar de ander sloeg geen acht op zijn opmerking. Deze jongedame was zoo vriendelijk mijn loop attributen op te rapen. U komt juist van pas. Mijn naam is Anstruther, Kapitein Gerald Anstruther. Ik ben zoo'n beetje invalide en daarom zoek ik een kleine beneden-étage zonder trappen. Meneer Minns was met één slag een en al zakelijke gedienstigheid. No. 109 is een uitstekende flat, verklaarde hij Verstopping en slechte spijsvertering maken U ellendig en humeuriq. Neem bijtijds de zeer zacht werkende FSster's Maagpillen. het bekende en beste laxeermiddel. Alom verkrijgbaar f 0-65 per flacon. Politie, bewakers en personeel door de bandieten opgesloten. V.D. verneemt uit New York: Elf gewapende bandieten, voorzien van automati sche geweren, een machinegeweer en een revolver, hebben kans gezien bij een overval op de City Na tional Bank fin cl Trust Company te Philadelphia twee politie-agenten en acht bewakers en employé'» op te sluiten en de bank te bcrooven van een bedrag van 40.000 dollar. Met vijf auto's, blijkens het nummer afkomstig uit den staat New-Jersey, arriveerden zij voor het bank gebouw. Vijf gewapende roovers hielden het publiek voor het gebouw op een afstand, terwijl de zes anderen het ge bouw binnendrongen, de bewakers en politieagenten opsloten en het bedrag ontvreemden. De roovers wisten met den buit te ontkomen. In 't Verloren Hoeksken van Het Laatste Nieuws schrijft Nele Klauwaerdinne: Wel, zoover zijn we. De ramen gaan vanzelf open. De deuren vergeet, men te sluiten. Van de balkons spreken de buren met de burinnen. Van onder verdroogde modder, sneeuw, ijs en stor men komen we naar voren gekropen en zien elkander terug. We zien elkander weer, een beetje ouder, een beetje wijzer misschien, en een beetje bestoven van 't poken in de kachel, gelijk de ruiten bestoven zijn van de buitenwaartsche mizerie. In dit nieuwe zonnelicht ziet ge dat allemaal zeer duidelijk en merkt ge pas hoe versleten uw winter- kleeren zijn. En de radio speelt al verloren. Ge luistert liever naar de eerste vogels en hei openplooien van het gehlaarte, 't gebloemte, den grond en de klaarte. Naast mij zit de herfst onder de gedaante van een 64-jarige madam. Gepoeierd en geverfd om er uit te zien, gelijk de lente. Wat zal zc hebben zitten wrijven, vijlen, kleuren, metselen, timmeren en bouwen aan haar persoon, vanochtend, om tot dat valsche resul taat te komen. Als we, in 't nieuwe licht, bekijken, wat we bereikt hpbben, hoe we voor die versleten meubels, versleten kleeren en versleten naam, ons hebben afgesloofd, dan zien we plots dat het niet de moeite waard was: valsch resultaat. Wat zou die vier-en-zestig-jarige schrikken als zichzelf zag. gelijk ik haar zie; wat zou ik schrikken, als ik mezelf zag, gelijk gij me ziet. Wat zou elk schrikken als elk zichzelf zag. gelijk de anderen heni zien, schreef ik weet niet meer welke poëet. Maar, zouden we in 't nieuwe licht, de natuur eu het leven, de stoffelijke en de geestelijke waarden zien, zooals zij werkelijk zich voordoen aan wie wil zien, wat zouden we blij worden en 't roepc^ naar elkander, uit onze open ramen en onze deuren, die we vergeten te sluiten. DOOR KOOLZUUR BEDWELMD. Uit Bochum: In de mijn Engelsburg van de Ver. Stahlwerke is Zaterdag koolzuur ontsnapt. Door de waakzaamheid van een controleur kon onmiddellijk alarm worden gemaakt. Een reddingscolonne drong de mijn binnen en slaagde er in 16 arbeiders, die reeds bedwelmd waren, boven te brengen. Dokters wisten spoedig de levensgeesten op te wekken. I)e toestand der arbeiders is bevredigend. gretig. Mijn assistente kan dat getuigen; ze heeft er gewoond met haar tante. Anstruther glimlachte. Een aandachtig toeschouwer zou iets sluws hebben opgemerkt in dien glimlach. Ik zou de woning graag eens samen met u gaan bezichtigen, wendde hjj zich tot Minns. Hebt u morgen gelegenheid? De makelaar raadpleegde een gewichtig-uitziend noti tieboek. dat hij uit zijn binnenzak te voorschijn bracht Morgen ben ik den heelen dag tot uw beschikking, behalve tusschen twee en drie. Dat treft ongelukkig. Tusschen twee en drie is juist de eenige tijd waarop ik zou kunnen, verklaarde Anstruther onvervaard. Joan keek verbaasd op. In aanmerking genomen, dat ze den Kapitein op elk uur van den dag over den boulevard had zien rijden, was haar verbazing over zijn plotselinge drukke bezigheden alleszins verklaarbaar! Anstruther fronste nadenkend het voorhoofd. Misschien zou de jongedame mij kunnen rondlei den. stelde hij voor. Zij heeft er gewoond, zooals u zegt en kent het huis dus door en door. De flat staat me werkelijk aan. voegde hij eraan toe, ik denk w<4 dat ik haar nemen zal. Ja, juffrouw Rendle kan u de woning wel late® zien, stemde de makelaar na eenige aarzeling toe. Dat is dus afgesproken, zei Anstruther. Ik vind uw assistente morgen om twee uur precies met de sleutels bij no. 109. Hé. Baker!" De gestalte van den oppasser beneden op straat, kwam in beweging. De man liep de trap op; Kapitein Anstrutheh glimlachte even tegen Joan, groette, strom pelde. geholpen door den oppasser, naar beneden en nam plaats in den rolstoel. Het ziet er naar uit of hij zal toehappen, conclu deerde de makelaar, terwijl hij Joan weer naar zijn kantoor voorging. Maar denkt u erom, juffrouw Rendle, laat hem in geen geval die kast in de keuken zien. Het houtwerk is van binnen verrot, de steenen zitten los en zijn uitgeslagen. Ik laat het aan u over om de zaak tot een goed einde te brengen het huis staat al meer dan een jaar leeg." Maar veronderstel dat hij juist die kast wil zien?, opperde Joan Minns keek het meisje bijna-minachtend aan, toen hij op laatdunkenden toon verklaarde: Als u zooieta niet weet te voorkomen, leert u het vak nooit!" Zonder antwoord te geven, ging Joan naar de schrijf machine terug en de heer Minns vond het geraden om voorloopig maar niets meer over het hondebeest te zeggen: daarvoor was hij morgen te zeer op den goeden wil van de jongedame aangewezen... Den volgenden dag wandelde Joan, gevolgd door Fido, langs den zonnlgen boulevard naar de woning, die z% den adspirant-huurder moest laten zien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 13