Uit de Filmwereld
Kamera-jacht op Pelikanen.
Uit onze omgeving.
Hebben wij overbodige
organen?
Marktberichten.
Jackie Coogan's kleine broertje filmt.
HOLLYWOOD, Februari 1931.
Na Jackie is ook het thans 5-jarige broertje, Robert
Coogan, „filmacteur'' geworden.
Wederom zullen do dames hem net zoo lang een
„schatje" en een „dotje" noemen tot hij 12 of 15 jaar
is en dan is 'het met zijn roem gedaan.
Het zal hom vergaan als Jackie. Een enkele foto
met een gereserveerd onderschrift komt nog in de
pers: „Jackie Coogan het eens zoo beroemde filmjoch
treedt thans op in een Londensch cabaret. Men is hem
vergeten. Want met zijn prille jeugd ging ook zijn
glorie heen.
Het leven van een filmkind is lang zoo prettig niet
als het wel lijkt. Het jonge kind moet hard werken.
Nietwaarde tijd, dat hij handelswaarde heeft
imoet worden benut.
Zoo kent het filmjoch geen jeugd. Hij werkt als
anderen spelen en hij zit rteds stil als de anderen
eerst met hun werk beginnen.
Zoo'n leven heeft Jackie gehad. Eén keer is hij kind,
een waarachtig kind geweest. Dat was in „The Kid"
met Chaplin.
En daarna Och lieve mcnschen, men heeft
Jackie spelen geleerd, volgens de regelen der
kunst.
En hij werd even béte, evon Amerikaansch als zijn
collega's.
De ouders hebben aan Jackie braaf verdiend. Maar
het is hun blijkbaar nog niet genoeg. Ook het tweede
kind zal zijn jeugd moeten verzwoegen v. d. schijn
werpers. Ook hem zal men wellicht doddig vinden.
Ook hij zal misschien korte trimphen vieren en dan...
De Amcrikaansche pers geeft een genoegelijke draai
aan het geval.
Mr. Coogan Sr. wilde eerst niets van Robert's film-
epelersloopbaan weten maar toen de kleine jon
gen eens in de ateliers van de Paramount kwam
waar zijn broer speelde, viel hij zoo op door zijn ge
vatheid, z'n vroolijkheid en zijn overeenkomst met
Jackie van vroeger, dat men den vader na lange
discussies wist te bepraten
Jawèl!
De aanhouder wint.
Een filmoperateur heeft soms heel wat energie noo-
dig om zijn doel te bereiken; dat bewijst o.a. Geiskop,
die opdracht had om den Prins van Wales te filmen
op zijn reis naar Zuid-Amerika. Het zond tijdig een
installatie naar Buenos Aires en een naar het Pa
nama-kanaal om de „Oropesa" met den Prins aan
boord op te nemen bij het passeeren door dat kanaal.
Toen kreeg hij plotseling bericht, dat de Prins niet
gefilmd wenschte te worden, voordat hij te Buenos-
Aires aankwam. Geiskop moest weg van het Panama
kanaal.
Daardoor liet hij zich niet ontmoedigen. Hij reisde
met zijn helper en zijn installatio den Prins van
Wales tegemoet naar Bermuda, waar de autoriteiten
nnets wisten van het filmverbod. Daar kon hij een
paar mooie opnamen maken en vervolgens nam hij
eon passagebiljet voor de „Oropesa", zoodat hij mei
den Prins op hetzolfde schip voer. Toen zij de ha
ven een goed eind achter zich hadden, maakte Geis
kop bekend, met welk doel hij zich aan boord be
vond.
Toen kwamen er standjes van secretarissen: het
was buitengewoon onbehoorlijk, om zich aan den
Prins op te dringen. Particuliere detectives hielden
hem in het oog en zorgden, dat hij nooit kwam op
eenig gedeelte van het schip waar de prins misschien
zou kunnen zijn. En de Prins zelf liet hem mededee-
len, dat hij oidanks al hun moeite weigerde te pos. e-
ren en dat hij zijn tijd en zijn geld verknoeide.
Geiskop verloor zijn geduld niet. Toen de „Oropesa"
de haven van Jamaica binnenviel, riep hij een paar
inboorlingen in een bootje aan en liet zich met zijn
camera langs een omweg naar den wal brengen. Hij
nam alles op. maar bleef natuurlijk niet onopge
merkt. Toen de boot Jamaica verlaten had, liet de
Prins hem dan ook bij zich komen.
Toen bleek, dat Geiskop den Prins al eens eerder
had achtervolgd. Hij had zich n.1 ook in den ko
ninklijken trein verstopt bij zijn reis door Canada.
En na lang heen en weer praten gaf de Prins ge
deeltelijk toe. Als de filmoperateurs in Panama van
boord gingen en hem verder met rust lieten tot Bue
nos Aires, konden zij verder filmen zooveel zij wilden.
Hij gaf zelfs een uitvoerige beschrijving van zijn
voorgenomen reis en wees op interessante bijzonder
heden.
Een interessant artikel van Dr. Ulrich
K. T. Schulz, leider der biologisohe afdee-
ling van de Ufa.
Weinig menschen weten maar, dat Pelikanen ook
in Europa kunnen voorkomen ja, dat voor oenigo
tientallen jaren zelfs talrijko pelikanenkolonies op
de Balkan waren.
Iedereen, die in een dierentuin b.v. wel eens de voe
dering der pelikanen her ft meegemaakt, zal hebben
gezien, welke een groote hoeveelheid visch er ver
dwijnt in den geweldigen bek van de pelikaan.
Men begrijpt dan welke een schade dezo vogel, die
steeds in de koloniën voorkomt, zelfs in vischrijke ge
deelten kan aanrichten.
Uit een onderzoek is gebleken, dat een pelikanen-
paar per dag 15 Kilo visch verslindt Geen wonder
dus, dat de visschers van de Balkan, de dieren dood
den en uitroeiden waar ze maar konden. Het is maar
gelukkig, dat de statige vogel ongenietbaar is, anders
zou het geslacht reeds geheel en al zijn uitgestorven.
Reeds bij de Roemeensche expeditie der Ufa in het
jaar 1928 hebben we pogingen gedaan om van pelika
nen opnamen te maken, maar na wekenlang zoeken
en speuren moesten we helaas onverrichter zaken te-
rugkecren. In de weinige nesten die we nog vonden,
wnre.n steeds de eieren of dc jongen vernietigd en de
pelikanen-ouders vertrokken.
Toen we eenigen tijd daarna weer met de kamera
er op uittrokken om pelikanen op de gevoelige plaat
te brengen, leek het de eerste veertien dagen weer
vrij hopeloos. Op een goeden dag echter, wo waren
niet ver van de Zwarte Zee, ontdekten we in de verte
een groot aantal pelikanen. Was daar hun broed
plaats of slechts een vischrijke zee, waarin zo hun
voedsel zochten?
Het geluk was met ons. Het was zooals een vis-
scher na veel zwemmen en klimmen nog denzelfden
dag vaststelde, een broedplaats, een toevluchtsoord
voor de pelikanen in Roemenië.
Weinig vreugdevol was het wat de visscher over
den weg erheen vertelde.
De afstand tot aan dc nesten bedroeg ongeveer 6
Kilometer cn zoo bestond er bijna geen mogelijkheid
om met onze booten nader te komen, daar om de
broedplaats heen een schier ondoordringbare boog
van riet den toegang versperde.
Doch de Roemeniërs wisten raad.
Zo stelden een soort hangbrug samen, waartoe ze
6 of 7 meter hooge rietbossen tezamen vlochten.
Na 3 dagen harcl werken waren we zoo ver, dat de
Knmcra-menschen en ik in de buurt van de broed
plaatsen konden komen.
De eerste aanblik was vooral voor mij als zoöloog
betooverend schoon. In het midden van het rietbosch
lag namelijk eeu ongeveer 100 M2. groot water. Op
verschillende plaatsen waren kleine riet-eilandjes,
waarop 6 of 7 pelikanen-paren met hun jongen huis
den. Nu kwam een tweede probleem: waar en hoe
zouden wo ons filmapparaat neer kunnen zetten, zon
der dat het heen en weer zou schudden. Weer wist
een van onze metgezellen raad. Over de hangbrug
werden onze booten gesleept en daarvan maakten we
een soort platvorm. Tot nu toe waren de pelikanen
vrij rustig gebleven. Nu echter werd het hen te veel.
12 of 14 van hen verhieven zich in de lucht, cirkelden
eenige malen boven onze hoofden en verdwenen aan
den horizont. We gingen daarom snel terug naar ons
bivak, dat we verder achter het riet hadden opgesla
gen cn wachtte tot den volgenden morgen. Toen gin
gen we er op uit, maar nu zonder den visscher en den
drager.
Eenige van de minst schuwe waterhoenderen kwa
men uit het riet te voorschijn, denkelijk om wat voed
sel te gaan zoeken. De pelikaantjes van vier of vijf
woken ondervonden van onze aanwezigheid veel
schade, daar ze 24 uren lang geen vischje hadden ge
kregen. Nadat we nog eenige groot-opnamen van de
waterhoenderen haddon gemaakt, kwam een van de
14 pelikanen, die opgestegen waren terug, spiedde
onderzoekend om zich heen en ging weer naar zijn
nest, door de jongen met vreugdevol geschreeuw be
groet.
Bijzonder interessant is de manier waarop de peli
kanen hun visch vangen. Ze doen dat niet alleen,
doch allen tegelijk, bijna de gcheele kolonie vliegt uit.
Alleen een paar oude beesten blijven achter om op
de jongen te passen.
Deze oude „Pelikaan tantes" zwermen met hun
pleegkinderen in het water en tusschen de biezen
rond. Het is een grappig gezicht en 't heeft veel van
een schooltje.
Het vangen der visschen doen de pelikanen zeer
geraffineerd. Ze zwemmen naast elkaar in een lange
rij en sluiten zoodoende een deel van het meertje af.
Met vleugelgeklap drijven ze de visschen in een hoek
cn daar behoeven ze slechts toe te happen en groote
hoeveelheden in den verzamclzak, die ze aan den on
dersnavel hebben, te proppen.
De pelikanen hebben zich deze gezamenlijke wijze
van vischvangen aangewend, daar ze niet kunnen
duiken. Dat komt, omdat het lichaam omgeven is
door een aantal vrij groote luchtkussens, die maken,
dat deze schijnbaar zware en lompe vogel zoo goed
kan vliegen.
De close-ups, die wij maakten van pelikanen in de
vlucht, toonden vooral aan, dat de vogel ondanks de
grooten last aan visch, b.v., die hij dikwijls mee
draagt, zonder moeite „door de lucht zwemt".
Hij heeft dan ook voor zijn vluchten vlougels van
2.50 M. tot 2.80 M. tot zijn beschikking staan, zoodat
het eigenlijk niet te verwonderen is, dat hij zonder
moeite urenlang in de lucht kan blijven.
Bij langere vluchten vliegen ze tezamen in den
vorm van een hoek. De voorste vogel heeft het dan
natuurlijk het zwaarste, daar hij dc grootste lucht
druk tegen zich hoeft. Daarom wisselen de vogels van
tijd tot tijd hun plaatsen, zoodat niet altijd dezelfde
vogel het zwaarste werk heeft.
Als de vogels weer terugkomen bij het meertje, dan
storten ze zich dadelijk naar beneden en beginnen
de jongen in de nesten te voederen. Dat wordt dan
een compleet gevecht onder de jongen. Ze willen alle
maal het eerst aan de beurt komen. Onder hevig „ge
knor" laat mama of papa de visschen in do snavels
van hun kroost glijden.
Na 8 dagen ingespannen werken bij een ontzettende
hitte, hadden we ongeveer 1200 M. pelikaan-opnamen
gemaakt, alles wat we wenschten hadden we gefilmd,
vluchten, familieleven, dc jongen etc.
Omdat we ongeveer 60 Ki.ometer van de bewoonde
wereld verwijderd waren cn onze voedselvoorraad lee-
lijk uitgeput begon te raken, ondernamen we gedwon
gen don terugtocht. Als afscheids-groet gaven de
pelikanen ons 's avonds bij zonsondergang hun mooie
vluchten boven onze hoofden. Het was een prachtige
aanblik, deze statige vogels drijvend tegen een lucht,
die door de ondergaande zon rood werd getint.
De groote Kuituur-Toonfilm der Ufa onder den ti
tel: „Europa's laatste pelikanen" belcf op dit oogen-
blik zijn eerste opvoeringen in Duitschland cn heeft
zeer veel succes.
(Nadruk verboden.)
HOOGWOUD
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer P. Vijn, thans
directeur der Zeevaartschool te Den Burg op Texel, is
ingaande 1 Sept. a.s. benoemd tot directeur van de Zee
vaartschool te Vlissingen.
AARTSWOUD.
De algemeene Landbouwcursus, verleden herfst
met 12 leerlingen begonnen, eindigde met 11 leerlin
gen en werd besloten *met een slotles. Aanwezig wa
ren de waarnemende Landbouwconsulent uit Scha-
gen, benevens zes leden van d« Commissie van Toe
zicht. Vele vragen weiden gesteld en grootendeels
goed beantwoord. Aan het einde volgden toespraken
van den Rijkslandbouwconsulent en den heer G. Sta
pel uit Sijbekarspel tot de leerlingen. Van dezelfden
alsmede van den heer L. Glas tot den leider van den
cursus, die ruim een kwart eeuw het landbouwon
derwijs hier en in den omtrek heeft gediend, en wel
dra zijn ambt zal moeten neerleggen. Namens de
leerlingen sprak de heer G. Beunder eèn kort woord
van dank tot Commissie, Rijkslandbouwconsulent en
leider. Laatstgenoemde ontving van het Afdeelings-
bestuur een fraaie bloemenmand als blijk van waar
deering.
BARSINGERHORN
Vereeniging „Burgernut".
Zoo werd dan Zaterdagavond j.1. weer de laatste
Nutsavond in dit seizoen gehouden in het gezellig aan-
gekleede café Dekker.
De voorzitter, de heer M. Middelkoop, riep op harte
lijke wijze de aanwezigen het welkom toe, zijn voldoe
ning uitsprekende over de groote opkomst. De zaal
was n.1. geheel bezet.
Het was toen pl.m. 8 uur en dat er een zeer uit
gebreid programma was opgemaakt, bleek wel uit het
feit, dat we ongeveer 2 uur na middernacht met de
gemaakte aanteekeningen huiswaarts konden keeren.
Het is een eigenaardig verschijnsel, dat alles zich als
het ware concentreert op dezen laatston avond. Zijn de
eerste bijeenkomsten in een seizoen soms moeilijk te
vullen, de laatste avond schijnt alles er op gezet te
worden, om ons vol te stampen met voordraohten,
tooncelstukjes, enz. Doch men bedenke: wil men wer
kelijk genieten van de diverse bijdragen, dan behooren
ze niet in een zoo razend tempo te worden afgewerkt,
al leven we dan in een tijd van minuten en seconden.
Wij kregen tenminste den indruk, dat, jammer genoeg,
niet alles geheel tot zijn reoht kwam. De bijdragen in
't vervolg iets meer verdoelen over de te houden bijeen
komsten, zal het Nut zeker ten goede komen.
Om tot het programma terug te keeren: De lezing
werd gehouden door den heer J. Westerman, met een
aardige schets van Justus van Maurik: „Op Oudejaars
avond". Daarna de vaste bijdrage door den heer Nlc.
Spaans met een gedicht van P. A. de Genestet: „Arme
Visschers". Wij twijfelen niet of allen zullen met zeer
veel genoegen naar deze heeren geluisterd hebben.
Van de opgevoerde tooncelstukjes willen we in de
eerste plaats noemen: „Levensdwang", een dramatische
schets in één bedrijf, opgevoerd door 3 dames en 4
heeren. Met buitengewone aandacht hebben de aan
wezigen dit stukje gevolgd. De rollen zaten er uitste
kend in. een kleine hapering daargelaten
Verder hadden we voor dezen avond aanwezig onzen
oud-plaatsgenoot, de heer J. Westenberg, die op de
hem eigene, gezellige manier eenige aardige nummer-
tjes ton beste gaf.
Dan mogen we niet verzuimen te noemen den heer
H. Voorthuijsen van Wieringerwaard, die op keurige
wijze een paar nummertjes zong. Deze humorist-ln-den-
dop belooft zeker nog veel voor de toekomst.
Om alles wat hier verder dezen avond is geboden, te
releveeren, zou ondoenlijk zijn, daar ons overzicht dan
een lange, wellicht vervelende, aaneenschakeling van
titels en namen zou worden, v.*at wij niet wenschelijk
aohten. Opgevoerd werden, welgeteld, zes één-acters,
plus de noodige losse bijdragen.
Zooals gezegd, wij zullen voor deze maal verder geen
namen noemen, maar wel geven wij de verzekering,
dat allen, zonder onderscheid, hun uiterste best hebben
gedaan. Dames en heeren, het volgende seizoen hopen
we weer op den ingeslagen weg voort te gaan.
Tusschen de bedrijven door kregen we muziek van
de heeren Westenberg en de Gebr. Koordes.
Eindelijk kon de voorzitter tot sluiting overgaan,
allen bedankende voor de belangstelling en medewer
king.
Hierna volgde het bal, dat wel zoo ongeveer tot
„melkerstéid" duurde. En hiermede heeft het „Burger-
nut" het seizoen 1930-'31 afgesloten.
HE ER H UGOWA A RD
Een op verzoek van den Nederlandschen Blinden-
bond alhier gevormd Comité, waarin o.a. de Burge
meester, de heer Spierings en de heer Molenaar zit
ting hebben, belast zich op het oogenblik met de
voorbereidende werkzaamheden voor het slagen van
een propaganda-avond Donderdag a.s. te geven in
het café van den heer Rus. Verschillende jongeda
mes hebben zich beschikbaar gesteld voor den voor
verkoop der programma's. Optreden zullen o.a. de
volgende blinde personen: de heeren II. J. Breeser,
Bariton, van Arnhem, A. Krijgsman, Pianosolist van
Den Helder, H. v. d. Heuvel, Declamator, van Utrecht,
terwijl als spreker zal optreden de Bondspropagan-
dist, de heer Joh. van den Berg van Oosterbcek.
W I E R N G E N
Onder leiding van den heer J. de Wit zal vanwege het
Inst v. Arb. Ontw. afd. Wieringen, een korte cursus wor
den gehouden over „De beginselprograms van onze poli
tieke partijen". De eerste cursus heeft plaats op a.s. 25
Maart, 's avonds 8 uur in de oude school te Hippolytus-
hoef.
Vele grondwerkers, in dienst bij de Ned. Heide Mij. in
den Wieringermeerpolder nabij de Haukes en op de kool
tuinen hebben de werkzaamheden j.1. Dinsdag neerge
legd, omdat verschillende arbeiders werden ontslagen
omdat zij te laat op het werk kwamen. Dit omdat be
gonnen werd om 10 uur per dag te werken. Deze nieuwe
regeling wenschten de arbeiders niet, zoodat een wilde
staking uitbrak, 300 arbeiders zijn bij dit conflict om
en nabij de Haukes betrokken.
Een arbeider welke op de kooltuinen werkzaam is,
moet met de nieuwe regeling om halfzeven 's morgens
beginnen en staan tot 6 uur 's avonds. In dien tijd wordt
1% schaftgelegenheid gegeven. Twee uren zijn noodig om
van en naar het werk te gaan. Alzoo is de arbeider 13%
uur van huis. In dezen toestand wenschen zij verbetering
Op onze vraag wat alzoo werd verdiend in de omge
ving van Wieringen, meldde ons een arbeider werkzaam
bij de Ned. Heide Mij., dat voor het uitmaken van een
greppel (en de grond is zwaar te bewerken) welke bo
ven breed 1.15 M., onder breed 25 c.M. en diep 60 c.M. is,
12 cent per strekkende meter wordt uitbetaald. De uitge
brachte grond moet dan over de akkers van 14 M. breed
v/orden uitgestrooid. Hij zegt, reken dan maar uit wat
er moet worden omgezet om een daggeld te verdienen.
LANGEND IJ K
Het wordt nu op de akkers een gezellige drukte,
vooral in het zuidelijk deel dezer tuinbouwstreek. Men
is n.1. druk bezig met het poten van aardappels, het
zaaien van uien en wortelen Overal verrijzen de rieten
hekken, die ter beschutting van de jonge planten in
groote lengte langs de akkers worden geplaatst
ZUID SCHARWOUDE.
De heer Jr. Glas, benoemd tot lid van den raad in
de vacature-P. Zeeman heeft die benoeming niet aan
genomen. Opvolger op de lijst is thans de heer B. van
der Wal. We vernemen, dat deze zijn benoeming wel
zal aannemen.
Den 21, 22 en 23sten Maart hield de damesvereeni-
ging T.O.N.E.G.Ï.D.O alhier een tentoonstelling van
handwerken in het lokaal van den heer Schoenma
ker in De Koog. Deze tentoonstelling is uitstekend ge
slaagd, getuige ook het flink aantal betalende bezoe
kers.
Maandagavond had de trekking plaats voor de aan
deze tentoonstelling verbonden verloting, waarvoor
door B. en W. toestemming was verleend. Het ge
meentebestuur was vertegenwoordigd door den secre
taris, den heer J. Th. Kunnen, ten wiens overstaan de
trekking plaats vond. Alvorens men tot de trekking
overging, werd het woord gevoerd door de presidente
der voreeniging mevr. StamDirkmaat, die er met
dankbaarheid van gewaagde, hoe niet alleen de le
den der club alle medewerking hadden verleend, doch
dat ook \an buiten de vereeniging vele bewijzen van
medewerking en belangstelling waren betoond. In het
bijzonder werd de pers en den vertegenwoordiger van
het gemeentebestuur een woord van dank gebracht.
Een bijzondere attentie mochten de hospes en zijn
cchtgenooto nog in ontvangst nemen in den vorm van
een mooi bloemstuk, dat hun door de presidente werd
overhandigd en dat vertolkte den dank voor de wel
willende medewerking van het echtpaar Schoenmaker.
Dank werd bovendien aan hen gebracht voor de ont
vangen schilderij, voorstellende den naam der ver
eeniging enz. Na deze vlotte toespraak een de verdere
plichtplegingen, werd overgegaan tot trekking der 100
prijzen, welke voor deze verloting waren beschikbaar
gesteld.
We zullen niet den vollcdigen uitslag vermelden,
doch volstaan met mededeeling van de namen der
eerste vijf prijzen. De gelukkigen waren: S. Borst te
Broek op Langendijk, le prijs, bestaande in een
prachtige sprei; Gerrit Berger tc Zuidscharwoude, 2e
prijs,, een fraai kapstokkleed; J. Krul Sr. te Zuid
scharwoude. 3e prijs, een vloerkleed; J. Leeuwrik te
Zuidscharwoude, vierde prijs, een prachtig stoclenkus-
sen; G. Goudsblom te Zuidscharwoude, vijfde prijs,
eveneens een kussen.
Nadat deze trekking onder de noodige spanning der
aanwezigen was nfgeloopen, werd de uitslag der at
tracties bekend gemaakt. We vermelden ervan, dat
de flesch 1170 stuks groene erwten bevatte en dat de
jongeheer T. Kostelijk Kz. alhier met 1173 dit getal
het dichtst benaderd had. De be'looning hiervoor be
stond in een kunstbreiwcrkkleedje. Een schilderijtje,
samengesteld uit 811 kraaltjes, werd gewonnen door
mevr. J. do VriesWit alhier, die het aantal op 820
had geschat. Den gcfingeerden naam van een pop,
Maurits geheet en, werd niet geraden, zoodat overeen
gekomen werd, deze te verloten onder hen, die gera
den hadden. Do gelukkige bezitster van dezen Mau
rits werd mej. Emmy Schrijver te Zuidscharwoude. Bij
deze laatste attracties was het mevr. Van Spengler ge
weest, die haar welwillende medewerking had ver
leend.
Do presidente achtte nu den tijd gekomen tot slui
ting over te gaan, daarbij alle medewerksters dank
betuigende, alsook het gemeentebestuur voor zijn'wel
willendheid, de familie Kuiper voor het belangeloos
in bruikleen afstaan van de piano enz. Namens het
gemeentebestuur sprak daarna nog de heer Kunnen,
die er op wees, dat B. cn W. ten zeerste den arbeid
der vereeniging waardeeren, te meer, daar het batig
saldo ook zal ten goede komen aan arme gezinnen,
voor welke kleedingstukkcn zullen worden vervaar
digd. Ook bracht hij hulde aan de damesvereeniging,
die op zoo uitstekende wijze deze tentoonstelling had
georganiseerd.
S 1 NT MA ART EN
Bij de gehouden verpachting van het grasgewas van
den Westfrieschen Zeedijk alhier, in het café „Rust en
Lust", zijn van de 33 parken, 27 verhuurd voor de som
van f 539. terwijl de 36 perceelen in 1930 in totaal f 1231
opbrachten. Eveneens het grasgewas van de wegen der
Bane St Maarten, zijnde 16 perceelen waarvan er 11
zijn verhuurd voo rdc som van f 61, terwijl het totaal
in 1S30 voor f 228.50 is verhuurd.
Ook hier zijn het de slechte tijden welke velen niet
in staat stellen cm een stukje grasland, 't welk direct
tnoet worden betaald, te huren.
WIJ KUNNEN ER GERUST WAT MISSE!
door
Dr. E. SCHILD.
De moderne chirurgie gaat steeds meer vooruit en
stelt den mensch in staat om verder te leven, ook
wanneer hij bijv. een der nieren of de maag mist. Doch
ook de chirurgie heeft haar grenzen. Men heeft wel
eens gevraagd, wat er van een mensch zou overbltf-
ven, wanneer alles verwijderd werd, wat niet onmls-
Laar was voor het behoud van het leven. Deze elgen-
aax'dige vraag is afdoende beantwoord door een Fran-
sche arts, Dr. Henrl Bouquet. Hij zegt: „Het over
blijfsel, zou een armzalige ellendige invalide zijn, maar
daarom toch een levend mensch, die kan eten, adem
halen en denken, hoewel hij niet zou kunnen loopen,
zien en spreken".
Daarbij spreekt hij dus van absoluut onmisbare orga
nen. Iets geheel anders is de vraag of er wel één orgaan
geheel overbodig is, m.a.w. nutteloos. Vroeger geloofde
men, dat er volkomen overbodige organen bestonden,
zooals de amandelen, de blinde darm, de snijtanden,
de verstandskiezen enz. Men nam wel aan, dat die
organen van nut zijn geweest voor onze voorouders, die
nog onder zeer primitieve omstandigheden leefden,
doch voor den tegenwoordigen mensch zouden zij van.
geen nut meer zijn. Thans komt men echter meer en,
meer tot de overtuiging dat geen enkel orgaan geheel
nutteloos is. Da amandelen zijn een soort bacillen vallen1
bij den ingang van ons Spijsverteringskanaal en de
blinde darm schijnt een soortgelijken rol te vervullen
aan het andere uiteinde daarvan. Deze organen zijn
dus niet nutteloos. Toch voelt men 't gemis ervan niet
als hinderlijk. De gezondheid blijft goed, ook wanneer
de amandelen of de blinde darm zijn weggenomen. En
zoo kan men vele organen verwijderen, zonder de ge
zondheid aan te tasten.
Verreweg de meerderheid van onze organen is niet
onmisbaar. Er zijn menschen, die armen en beenen ver
loren hebben en toch in leven blijven, wanneer zij door
hun medem^nschen verzorgd worden. Zij kunnen zelfs
nog vrij lang in het leven gehouden worden. Zintuigen
hebben wij ook niet noodig. Biinden en dooven leven en
werken en hebben dikwijls nog een gelukkig leven;
soms zijn zij zelfs tot belangrijke dingen in staat, zooals
de doofblinde Amerikaansche schrijfster Helen Keiler.
Bovendien komen de voornaamste organen paarsgewijze
voor; wanneer er één verloren gaat, neemt de andere
het werk over. Vele teringlijders ademen met één
en vele menschen hebben nog slechts één nier en ver
vullen toch hun beroep als ieder ander mensch.
Zoo beschouwd kunnen wij heel wat organen ont
beren. Beginnen wij met den mond, dan weet iedereen,
dat tanden niet noodig zijn om in het leven te blijven,
en dat zij door een goed kunstgebit in vele opzichten
kunnen worden vervangen. Ook de tong is volstrekt niet
onmisbaar. De amandelen worden dikwijls weggenomen.
Zelfs de maag is niet onmisbaar; er zijn vele gevallen
bekend, waarin zij geheel werd weggenomen. Dan doet
zióh iets merkwaardigs voor: het eerste gedeelte van
den darm verwijdt zich gaandeweg en vervangt zoo de
maag, al kan het natuurlijk niet de bijzondere maag
sappen afsohelden voor de spijsvertering. Dan volgt de
dunne darm. Ook daarvan kan een gedeelte verwijderd
worden, mits het bovenste deel behouden blijft, daarin
monden n.1. de galblaas en de alvleeschklier uit, die
onmisbaar zijn voor de spijsvertering. De dikke darm
kan echter geheel verwijderd worden, wat de chirurgie
sinds lang bewezen heeft. De mensch kan echter niet
voortleven, wanneer hij niet althans één long behoudt;
ook de luchtpijp en het strottenhoofd zijn onmisbaar.
Dit laatste wordt dikwijls weggenomen, vooral in geval
van kanker, maar dan moet het door een kunstmatig
strottenhoofd worden vervangen. De mensch kan zelfs
leven zonder blaas. Het hart is natuurlijk onmisbaar,
doch datzelfde kan niet gezegd worden van de aderen,
waardoor het hart het bloed voortstuwt; het aantal
aderen en slagaderen, die zonder gevaar kunnen worden
afgebonden, m.a.w uitgeschakeld van de bloedsomloop
is vrij groot. Men kan zelfs de beide halsslagaderen
afb.nden, die het bloed naar de hersens moeten voeren;
in dat geval maakt het bloed een omweg door het net
werk van bloedvaten en komt toch in de hersens. De
hersens in hun geheel zijn natuurlijk niet weg te nemen,
doch er zijn personen, waarbij door een ziekte groote
gedeelten van de hersenen buiten werking zijn gesteld
en die toch blijven leven. De groote sympathlsohe zenuw
cn andere deelen van Jiet zenuwstelsel kan men ook
niet zonder gevaar aantasten. Hoewel zulfs daar be
paalde amputaties mogelijk zijn.
Wat blijft er dus over als absoluut onmisbaar voor
het voortbestaan van het leven? Een gedeelte van de
hersenen, het ruggemerg, het grootste deel van de sym
pathische zenuw, het hart, de groote bloedvaten, de
slokdarm, de dunne darm, lever en alvleeschklier (hoe
wel van den lever kleine stukken kunnen worden weg
genomen), één nier, één long en den ademhalingsweg
en misschien nog enkele nieren, waarvan wij nog te
weinig weten om er een oordeel over te kunnen vormen.
Deze absoluut onmisbare organen zijn dus niet zegj
talrijk, wanneer wij daarmee het volledige menschelijk
lichaam vergelijken met al zijn functies, maar toch
blijft er met dat al een mensch over, die kan denken,
ademhalen en eten, die dus kan leven en blijven leven.
AMSTERDAM, 24 Maart 1931.
Aardappelen. Eericht van den mak. Jac. Knoop.
Zeeuwsche bonten f 6.507.50, id. blauwen f 6.257,
ld. bravo's f 45, id. roodstar f 4, id. klei Industrie
f 4.254.50, id. eigenheimers f 4.50—5, id. blauwe poters
f 2.803, id. bonte poters f 2.803, id. Bevelanders f375
4, Vlaamsche klci-industries f 44,25, id .eigenheimers
f4.254.50, IJpolder eigenheimers f 4—5, id. bravo'a
f 45, id. roodstar f 4, id. Eevelanders f 3.754, Drent-
sche eigenheimers f 3.154.20 per H.L. Winter Malta
f 12—14 per 100 K.G., Flakkeesche eigenheimers f 5
5.25, Spuische eigenheimers f 55.25, Frlesche borgers
f 4.30—4.50 per H.L.
PUEMEREND, 24 Maart 1931.
Op de heden gehouden weekmarkt waren aanvoer
en prijzen als volgt: Kaas: 12 stapels Fabrieksbaas
f 35.50, 1 stapel Boerenkaas f 37 per 50 Kg. In totaal
13 stapels, wegende 13CC0 Kg. Handel matig; 1410 Kg.
boter f 1.351.65 per Kg.