Uit de Filmwereld Kamera-jacht op Pelikanen. Uit onze omgeving. Hebben wij overbodige organen? Marktberichten. Jackie Coogan's kleine broertje filmt. HOLLYWOOD, Februari 1931. Na Jackie is ook het thans 5-jarige broertje, Robert Coogan, „filmacteur'' geworden. Wederom zullen do dames hem net zoo lang een „schatje" en een „dotje" noemen tot hij 12 of 15 jaar is en dan is 'het met zijn roem gedaan. Het zal hom vergaan als Jackie. Een enkele foto met een gereserveerd onderschrift komt nog in de pers: „Jackie Coogan het eens zoo beroemde filmjoch treedt thans op in een Londensch cabaret. Men is hem vergeten. Want met zijn prille jeugd ging ook zijn glorie heen. Het leven van een filmkind is lang zoo prettig niet als het wel lijkt. Het jonge kind moet hard werken. Nietwaarde tijd, dat hij handelswaarde heeft imoet worden benut. Zoo kent het filmjoch geen jeugd. Hij werkt als anderen spelen en hij zit rteds stil als de anderen eerst met hun werk beginnen. Zoo'n leven heeft Jackie gehad. Eén keer is hij kind, een waarachtig kind geweest. Dat was in „The Kid" met Chaplin. En daarna Och lieve mcnschen, men heeft Jackie spelen geleerd, volgens de regelen der kunst. En hij werd even béte, evon Amerikaansch als zijn collega's. De ouders hebben aan Jackie braaf verdiend. Maar het is hun blijkbaar nog niet genoeg. Ook het tweede kind zal zijn jeugd moeten verzwoegen v. d. schijn werpers. Ook hem zal men wellicht doddig vinden. Ook hij zal misschien korte trimphen vieren en dan... De Amcrikaansche pers geeft een genoegelijke draai aan het geval. Mr. Coogan Sr. wilde eerst niets van Robert's film- epelersloopbaan weten maar toen de kleine jon gen eens in de ateliers van de Paramount kwam waar zijn broer speelde, viel hij zoo op door zijn ge vatheid, z'n vroolijkheid en zijn overeenkomst met Jackie van vroeger, dat men den vader na lange discussies wist te bepraten Jawèl! De aanhouder wint. Een filmoperateur heeft soms heel wat energie noo- dig om zijn doel te bereiken; dat bewijst o.a. Geiskop, die opdracht had om den Prins van Wales te filmen op zijn reis naar Zuid-Amerika. Het zond tijdig een installatie naar Buenos Aires en een naar het Pa nama-kanaal om de „Oropesa" met den Prins aan boord op te nemen bij het passeeren door dat kanaal. Toen kreeg hij plotseling bericht, dat de Prins niet gefilmd wenschte te worden, voordat hij te Buenos- Aires aankwam. Geiskop moest weg van het Panama kanaal. Daardoor liet hij zich niet ontmoedigen. Hij reisde met zijn helper en zijn installatio den Prins van Wales tegemoet naar Bermuda, waar de autoriteiten nnets wisten van het filmverbod. Daar kon hij een paar mooie opnamen maken en vervolgens nam hij eon passagebiljet voor de „Oropesa", zoodat hij mei den Prins op hetzolfde schip voer. Toen zij de ha ven een goed eind achter zich hadden, maakte Geis kop bekend, met welk doel hij zich aan boord be vond. Toen kwamen er standjes van secretarissen: het was buitengewoon onbehoorlijk, om zich aan den Prins op te dringen. Particuliere detectives hielden hem in het oog en zorgden, dat hij nooit kwam op eenig gedeelte van het schip waar de prins misschien zou kunnen zijn. En de Prins zelf liet hem mededee- len, dat hij oidanks al hun moeite weigerde te pos. e- ren en dat hij zijn tijd en zijn geld verknoeide. Geiskop verloor zijn geduld niet. Toen de „Oropesa" de haven van Jamaica binnenviel, riep hij een paar inboorlingen in een bootje aan en liet zich met zijn camera langs een omweg naar den wal brengen. Hij nam alles op. maar bleef natuurlijk niet onopge merkt. Toen de boot Jamaica verlaten had, liet de Prins hem dan ook bij zich komen. Toen bleek, dat Geiskop den Prins al eens eerder had achtervolgd. Hij had zich n.1 ook in den ko ninklijken trein verstopt bij zijn reis door Canada. En na lang heen en weer praten gaf de Prins ge deeltelijk toe. Als de filmoperateurs in Panama van boord gingen en hem verder met rust lieten tot Bue nos Aires, konden zij verder filmen zooveel zij wilden. Hij gaf zelfs een uitvoerige beschrijving van zijn voorgenomen reis en wees op interessante bijzonder heden. Een interessant artikel van Dr. Ulrich K. T. Schulz, leider der biologisohe afdee- ling van de Ufa. Weinig menschen weten maar, dat Pelikanen ook in Europa kunnen voorkomen ja, dat voor oenigo tientallen jaren zelfs talrijko pelikanenkolonies op de Balkan waren. Iedereen, die in een dierentuin b.v. wel eens de voe dering der pelikanen her ft meegemaakt, zal hebben gezien, welke een groote hoeveelheid visch er ver dwijnt in den geweldigen bek van de pelikaan. Men begrijpt dan welke een schade dezo vogel, die steeds in de koloniën voorkomt, zelfs in vischrijke ge deelten kan aanrichten. Uit een onderzoek is gebleken, dat een pelikanen- paar per dag 15 Kilo visch verslindt Geen wonder dus, dat de visschers van de Balkan, de dieren dood den en uitroeiden waar ze maar konden. Het is maar gelukkig, dat de statige vogel ongenietbaar is, anders zou het geslacht reeds geheel en al zijn uitgestorven. Reeds bij de Roemeensche expeditie der Ufa in het jaar 1928 hebben we pogingen gedaan om van pelika nen opnamen te maken, maar na wekenlang zoeken en speuren moesten we helaas onverrichter zaken te- rugkecren. In de weinige nesten die we nog vonden, wnre.n steeds de eieren of dc jongen vernietigd en de pelikanen-ouders vertrokken. Toen we eenigen tijd daarna weer met de kamera er op uittrokken om pelikanen op de gevoelige plaat te brengen, leek het de eerste veertien dagen weer vrij hopeloos. Op een goeden dag echter, wo waren niet ver van de Zwarte Zee, ontdekten we in de verte een groot aantal pelikanen. Was daar hun broed plaats of slechts een vischrijke zee, waarin zo hun voedsel zochten? Het geluk was met ons. Het was zooals een vis- scher na veel zwemmen en klimmen nog denzelfden dag vaststelde, een broedplaats, een toevluchtsoord voor de pelikanen in Roemenië. Weinig vreugdevol was het wat de visscher over den weg erheen vertelde. De afstand tot aan dc nesten bedroeg ongeveer 6 Kilometer cn zoo bestond er bijna geen mogelijkheid om met onze booten nader te komen, daar om de broedplaats heen een schier ondoordringbare boog van riet den toegang versperde. Doch de Roemeniërs wisten raad. Zo stelden een soort hangbrug samen, waartoe ze 6 of 7 meter hooge rietbossen tezamen vlochten. Na 3 dagen harcl werken waren we zoo ver, dat de Knmcra-menschen en ik in de buurt van de broed plaatsen konden komen. De eerste aanblik was vooral voor mij als zoöloog betooverend schoon. In het midden van het rietbosch lag namelijk eeu ongeveer 100 M2. groot water. Op verschillende plaatsen waren kleine riet-eilandjes, waarop 6 of 7 pelikanen-paren met hun jongen huis den. Nu kwam een tweede probleem: waar en hoe zouden wo ons filmapparaat neer kunnen zetten, zon der dat het heen en weer zou schudden. Weer wist een van onze metgezellen raad. Over de hangbrug werden onze booten gesleept en daarvan maakten we een soort platvorm. Tot nu toe waren de pelikanen vrij rustig gebleven. Nu echter werd het hen te veel. 12 of 14 van hen verhieven zich in de lucht, cirkelden eenige malen boven onze hoofden en verdwenen aan den horizont. We gingen daarom snel terug naar ons bivak, dat we verder achter het riet hadden opgesla gen cn wachtte tot den volgenden morgen. Toen gin gen we er op uit, maar nu zonder den visscher en den drager. Eenige van de minst schuwe waterhoenderen kwa men uit het riet te voorschijn, denkelijk om wat voed sel te gaan zoeken. De pelikaantjes van vier of vijf woken ondervonden van onze aanwezigheid veel schade, daar ze 24 uren lang geen vischje hadden ge kregen. Nadat we nog eenige groot-opnamen van de waterhoenderen haddon gemaakt, kwam een van de 14 pelikanen, die opgestegen waren terug, spiedde onderzoekend om zich heen en ging weer naar zijn nest, door de jongen met vreugdevol geschreeuw be groet. Bijzonder interessant is de manier waarop de peli kanen hun visch vangen. Ze doen dat niet alleen, doch allen tegelijk, bijna de gcheele kolonie vliegt uit. Alleen een paar oude beesten blijven achter om op de jongen te passen. Deze oude „Pelikaan tantes" zwermen met hun pleegkinderen in het water en tusschen de biezen rond. Het is een grappig gezicht en 't heeft veel van een schooltje. Het vangen der visschen doen de pelikanen zeer geraffineerd. Ze zwemmen naast elkaar in een lange rij en sluiten zoodoende een deel van het meertje af. Met vleugelgeklap drijven ze de visschen in een hoek cn daar behoeven ze slechts toe te happen en groote hoeveelheden in den verzamclzak, die ze aan den on dersnavel hebben, te proppen. De pelikanen hebben zich deze gezamenlijke wijze van vischvangen aangewend, daar ze niet kunnen duiken. Dat komt, omdat het lichaam omgeven is door een aantal vrij groote luchtkussens, die maken, dat deze schijnbaar zware en lompe vogel zoo goed kan vliegen. De close-ups, die wij maakten van pelikanen in de vlucht, toonden vooral aan, dat de vogel ondanks de grooten last aan visch, b.v., die hij dikwijls mee draagt, zonder moeite „door de lucht zwemt". Hij heeft dan ook voor zijn vluchten vlougels van 2.50 M. tot 2.80 M. tot zijn beschikking staan, zoodat het eigenlijk niet te verwonderen is, dat hij zonder moeite urenlang in de lucht kan blijven. Bij langere vluchten vliegen ze tezamen in den vorm van een hoek. De voorste vogel heeft het dan natuurlijk het zwaarste, daar hij dc grootste lucht druk tegen zich hoeft. Daarom wisselen de vogels van tijd tot tijd hun plaatsen, zoodat niet altijd dezelfde vogel het zwaarste werk heeft. Als de vogels weer terugkomen bij het meertje, dan storten ze zich dadelijk naar beneden en beginnen de jongen in de nesten te voederen. Dat wordt dan een compleet gevecht onder de jongen. Ze willen alle maal het eerst aan de beurt komen. Onder hevig „ge knor" laat mama of papa de visschen in do snavels van hun kroost glijden. Na 8 dagen ingespannen werken bij een ontzettende hitte, hadden we ongeveer 1200 M. pelikaan-opnamen gemaakt, alles wat we wenschten hadden we gefilmd, vluchten, familieleven, dc jongen etc. Omdat we ongeveer 60 Ki.ometer van de bewoonde wereld verwijderd waren cn onze voedselvoorraad lee- lijk uitgeput begon te raken, ondernamen we gedwon gen don terugtocht. Als afscheids-groet gaven de pelikanen ons 's avonds bij zonsondergang hun mooie vluchten boven onze hoofden. Het was een prachtige aanblik, deze statige vogels drijvend tegen een lucht, die door de ondergaande zon rood werd getint. De groote Kuituur-Toonfilm der Ufa onder den ti tel: „Europa's laatste pelikanen" belcf op dit oogen- blik zijn eerste opvoeringen in Duitschland cn heeft zeer veel succes. (Nadruk verboden.) HOOGWOUD Onze vroegere plaatsgenoot, de heer P. Vijn, thans directeur der Zeevaartschool te Den Burg op Texel, is ingaande 1 Sept. a.s. benoemd tot directeur van de Zee vaartschool te Vlissingen. AARTSWOUD. De algemeene Landbouwcursus, verleden herfst met 12 leerlingen begonnen, eindigde met 11 leerlin gen en werd besloten *met een slotles. Aanwezig wa ren de waarnemende Landbouwconsulent uit Scha- gen, benevens zes leden van d« Commissie van Toe zicht. Vele vragen weiden gesteld en grootendeels goed beantwoord. Aan het einde volgden toespraken van den Rijkslandbouwconsulent en den heer G. Sta pel uit Sijbekarspel tot de leerlingen. Van dezelfden alsmede van den heer L. Glas tot den leider van den cursus, die ruim een kwart eeuw het landbouwon derwijs hier en in den omtrek heeft gediend, en wel dra zijn ambt zal moeten neerleggen. Namens de leerlingen sprak de heer G. Beunder eèn kort woord van dank tot Commissie, Rijkslandbouwconsulent en leider. Laatstgenoemde ontving van het Afdeelings- bestuur een fraaie bloemenmand als blijk van waar deering. BARSINGERHORN Vereeniging „Burgernut". Zoo werd dan Zaterdagavond j.1. weer de laatste Nutsavond in dit seizoen gehouden in het gezellig aan- gekleede café Dekker. De voorzitter, de heer M. Middelkoop, riep op harte lijke wijze de aanwezigen het welkom toe, zijn voldoe ning uitsprekende over de groote opkomst. De zaal was n.1. geheel bezet. Het was toen pl.m. 8 uur en dat er een zeer uit gebreid programma was opgemaakt, bleek wel uit het feit, dat we ongeveer 2 uur na middernacht met de gemaakte aanteekeningen huiswaarts konden keeren. Het is een eigenaardig verschijnsel, dat alles zich als het ware concentreert op dezen laatston avond. Zijn de eerste bijeenkomsten in een seizoen soms moeilijk te vullen, de laatste avond schijnt alles er op gezet te worden, om ons vol te stampen met voordraohten, tooncelstukjes, enz. Doch men bedenke: wil men wer kelijk genieten van de diverse bijdragen, dan behooren ze niet in een zoo razend tempo te worden afgewerkt, al leven we dan in een tijd van minuten en seconden. Wij kregen tenminste den indruk, dat, jammer genoeg, niet alles geheel tot zijn reoht kwam. De bijdragen in 't vervolg iets meer verdoelen over de te houden bijeen komsten, zal het Nut zeker ten goede komen. Om tot het programma terug te keeren: De lezing werd gehouden door den heer J. Westerman, met een aardige schets van Justus van Maurik: „Op Oudejaars avond". Daarna de vaste bijdrage door den heer Nlc. Spaans met een gedicht van P. A. de Genestet: „Arme Visschers". Wij twijfelen niet of allen zullen met zeer veel genoegen naar deze heeren geluisterd hebben. Van de opgevoerde tooncelstukjes willen we in de eerste plaats noemen: „Levensdwang", een dramatische schets in één bedrijf, opgevoerd door 3 dames en 4 heeren. Met buitengewone aandacht hebben de aan wezigen dit stukje gevolgd. De rollen zaten er uitste kend in. een kleine hapering daargelaten Verder hadden we voor dezen avond aanwezig onzen oud-plaatsgenoot, de heer J. Westenberg, die op de hem eigene, gezellige manier eenige aardige nummer- tjes ton beste gaf. Dan mogen we niet verzuimen te noemen den heer H. Voorthuijsen van Wieringerwaard, die op keurige wijze een paar nummertjes zong. Deze humorist-ln-den- dop belooft zeker nog veel voor de toekomst. Om alles wat hier verder dezen avond is geboden, te releveeren, zou ondoenlijk zijn, daar ons overzicht dan een lange, wellicht vervelende, aaneenschakeling van titels en namen zou worden, v.*at wij niet wenschelijk aohten. Opgevoerd werden, welgeteld, zes één-acters, plus de noodige losse bijdragen. Zooals gezegd, wij zullen voor deze maal verder geen namen noemen, maar wel geven wij de verzekering, dat allen, zonder onderscheid, hun uiterste best hebben gedaan. Dames en heeren, het volgende seizoen hopen we weer op den ingeslagen weg voort te gaan. Tusschen de bedrijven door kregen we muziek van de heeren Westenberg en de Gebr. Koordes. Eindelijk kon de voorzitter tot sluiting overgaan, allen bedankende voor de belangstelling en medewer king. Hierna volgde het bal, dat wel zoo ongeveer tot „melkerstéid" duurde. En hiermede heeft het „Burger- nut" het seizoen 1930-'31 afgesloten. HE ER H UGOWA A RD Een op verzoek van den Nederlandschen Blinden- bond alhier gevormd Comité, waarin o.a. de Burge meester, de heer Spierings en de heer Molenaar zit ting hebben, belast zich op het oogenblik met de voorbereidende werkzaamheden voor het slagen van een propaganda-avond Donderdag a.s. te geven in het café van den heer Rus. Verschillende jongeda mes hebben zich beschikbaar gesteld voor den voor verkoop der programma's. Optreden zullen o.a. de volgende blinde personen: de heeren II. J. Breeser, Bariton, van Arnhem, A. Krijgsman, Pianosolist van Den Helder, H. v. d. Heuvel, Declamator, van Utrecht, terwijl als spreker zal optreden de Bondspropagan- dist, de heer Joh. van den Berg van Oosterbcek. W I E R N G E N Onder leiding van den heer J. de Wit zal vanwege het Inst v. Arb. Ontw. afd. Wieringen, een korte cursus wor den gehouden over „De beginselprograms van onze poli tieke partijen". De eerste cursus heeft plaats op a.s. 25 Maart, 's avonds 8 uur in de oude school te Hippolytus- hoef. Vele grondwerkers, in dienst bij de Ned. Heide Mij. in den Wieringermeerpolder nabij de Haukes en op de kool tuinen hebben de werkzaamheden j.1. Dinsdag neerge legd, omdat verschillende arbeiders werden ontslagen omdat zij te laat op het werk kwamen. Dit omdat be gonnen werd om 10 uur per dag te werken. Deze nieuwe regeling wenschten de arbeiders niet, zoodat een wilde staking uitbrak, 300 arbeiders zijn bij dit conflict om en nabij de Haukes betrokken. Een arbeider welke op de kooltuinen werkzaam is, moet met de nieuwe regeling om halfzeven 's morgens beginnen en staan tot 6 uur 's avonds. In dien tijd wordt 1% schaftgelegenheid gegeven. Twee uren zijn noodig om van en naar het werk te gaan. Alzoo is de arbeider 13% uur van huis. In dezen toestand wenschen zij verbetering Op onze vraag wat alzoo werd verdiend in de omge ving van Wieringen, meldde ons een arbeider werkzaam bij de Ned. Heide Mij., dat voor het uitmaken van een greppel (en de grond is zwaar te bewerken) welke bo ven breed 1.15 M., onder breed 25 c.M. en diep 60 c.M. is, 12 cent per strekkende meter wordt uitbetaald. De uitge brachte grond moet dan over de akkers van 14 M. breed v/orden uitgestrooid. Hij zegt, reken dan maar uit wat er moet worden omgezet om een daggeld te verdienen. LANGEND IJ K Het wordt nu op de akkers een gezellige drukte, vooral in het zuidelijk deel dezer tuinbouwstreek. Men is n.1. druk bezig met het poten van aardappels, het zaaien van uien en wortelen Overal verrijzen de rieten hekken, die ter beschutting van de jonge planten in groote lengte langs de akkers worden geplaatst ZUID SCHARWOUDE. De heer Jr. Glas, benoemd tot lid van den raad in de vacature-P. Zeeman heeft die benoeming niet aan genomen. Opvolger op de lijst is thans de heer B. van der Wal. We vernemen, dat deze zijn benoeming wel zal aannemen. Den 21, 22 en 23sten Maart hield de damesvereeni- ging T.O.N.E.G.Ï.D.O alhier een tentoonstelling van handwerken in het lokaal van den heer Schoenma ker in De Koog. Deze tentoonstelling is uitstekend ge slaagd, getuige ook het flink aantal betalende bezoe kers. Maandagavond had de trekking plaats voor de aan deze tentoonstelling verbonden verloting, waarvoor door B. en W. toestemming was verleend. Het ge meentebestuur was vertegenwoordigd door den secre taris, den heer J. Th. Kunnen, ten wiens overstaan de trekking plaats vond. Alvorens men tot de trekking overging, werd het woord gevoerd door de presidente der voreeniging mevr. StamDirkmaat, die er met dankbaarheid van gewaagde, hoe niet alleen de le den der club alle medewerking hadden verleend, doch dat ook \an buiten de vereeniging vele bewijzen van medewerking en belangstelling waren betoond. In het bijzonder werd de pers en den vertegenwoordiger van het gemeentebestuur een woord van dank gebracht. Een bijzondere attentie mochten de hospes en zijn cchtgenooto nog in ontvangst nemen in den vorm van een mooi bloemstuk, dat hun door de presidente werd overhandigd en dat vertolkte den dank voor de wel willende medewerking van het echtpaar Schoenmaker. Dank werd bovendien aan hen gebracht voor de ont vangen schilderij, voorstellende den naam der ver eeniging enz. Na deze vlotte toespraak een de verdere plichtplegingen, werd overgegaan tot trekking der 100 prijzen, welke voor deze verloting waren beschikbaar gesteld. We zullen niet den vollcdigen uitslag vermelden, doch volstaan met mededeeling van de namen der eerste vijf prijzen. De gelukkigen waren: S. Borst te Broek op Langendijk, le prijs, bestaande in een prachtige sprei; Gerrit Berger tc Zuidscharwoude, 2e prijs,, een fraai kapstokkleed; J. Krul Sr. te Zuid scharwoude. 3e prijs, een vloerkleed; J. Leeuwrik te Zuidscharwoude, vierde prijs, een prachtig stoclenkus- sen; G. Goudsblom te Zuidscharwoude, vijfde prijs, eveneens een kussen. Nadat deze trekking onder de noodige spanning der aanwezigen was nfgeloopen, werd de uitslag der at tracties bekend gemaakt. We vermelden ervan, dat de flesch 1170 stuks groene erwten bevatte en dat de jongeheer T. Kostelijk Kz. alhier met 1173 dit getal het dichtst benaderd had. De be'looning hiervoor be stond in een kunstbreiwcrkkleedje. Een schilderijtje, samengesteld uit 811 kraaltjes, werd gewonnen door mevr. J. do VriesWit alhier, die het aantal op 820 had geschat. Den gcfingeerden naam van een pop, Maurits geheet en, werd niet geraden, zoodat overeen gekomen werd, deze te verloten onder hen, die gera den hadden. Do gelukkige bezitster van dezen Mau rits werd mej. Emmy Schrijver te Zuidscharwoude. Bij deze laatste attracties was het mevr. Van Spengler ge weest, die haar welwillende medewerking had ver leend. Do presidente achtte nu den tijd gekomen tot slui ting over te gaan, daarbij alle medewerksters dank betuigende, alsook het gemeentebestuur voor zijn'wel willendheid, de familie Kuiper voor het belangeloos in bruikleen afstaan van de piano enz. Namens het gemeentebestuur sprak daarna nog de heer Kunnen, die er op wees, dat B. cn W. ten zeerste den arbeid der vereeniging waardeeren, te meer, daar het batig saldo ook zal ten goede komen aan arme gezinnen, voor welke kleedingstukkcn zullen worden vervaar digd. Ook bracht hij hulde aan de damesvereeniging, die op zoo uitstekende wijze deze tentoonstelling had georganiseerd. S 1 NT MA ART EN Bij de gehouden verpachting van het grasgewas van den Westfrieschen Zeedijk alhier, in het café „Rust en Lust", zijn van de 33 parken, 27 verhuurd voor de som van f 539. terwijl de 36 perceelen in 1930 in totaal f 1231 opbrachten. Eveneens het grasgewas van de wegen der Bane St Maarten, zijnde 16 perceelen waarvan er 11 zijn verhuurd voo rdc som van f 61, terwijl het totaal in 1S30 voor f 228.50 is verhuurd. Ook hier zijn het de slechte tijden welke velen niet in staat stellen cm een stukje grasland, 't welk direct tnoet worden betaald, te huren. WIJ KUNNEN ER GERUST WAT MISSE! door Dr. E. SCHILD. De moderne chirurgie gaat steeds meer vooruit en stelt den mensch in staat om verder te leven, ook wanneer hij bijv. een der nieren of de maag mist. Doch ook de chirurgie heeft haar grenzen. Men heeft wel eens gevraagd, wat er van een mensch zou overbltf- ven, wanneer alles verwijderd werd, wat niet onmls- Laar was voor het behoud van het leven. Deze elgen- aax'dige vraag is afdoende beantwoord door een Fran- sche arts, Dr. Henrl Bouquet. Hij zegt: „Het over blijfsel, zou een armzalige ellendige invalide zijn, maar daarom toch een levend mensch, die kan eten, adem halen en denken, hoewel hij niet zou kunnen loopen, zien en spreken". Daarbij spreekt hij dus van absoluut onmisbare orga nen. Iets geheel anders is de vraag of er wel één orgaan geheel overbodig is, m.a.w. nutteloos. Vroeger geloofde men, dat er volkomen overbodige organen bestonden, zooals de amandelen, de blinde darm, de snijtanden, de verstandskiezen enz. Men nam wel aan, dat die organen van nut zijn geweest voor onze voorouders, die nog onder zeer primitieve omstandigheden leefden, doch voor den tegenwoordigen mensch zouden zij van. geen nut meer zijn. Thans komt men echter meer en, meer tot de overtuiging dat geen enkel orgaan geheel nutteloos is. Da amandelen zijn een soort bacillen vallen1 bij den ingang van ons Spijsverteringskanaal en de blinde darm schijnt een soortgelijken rol te vervullen aan het andere uiteinde daarvan. Deze organen zijn dus niet nutteloos. Toch voelt men 't gemis ervan niet als hinderlijk. De gezondheid blijft goed, ook wanneer de amandelen of de blinde darm zijn weggenomen. En zoo kan men vele organen verwijderen, zonder de ge zondheid aan te tasten. Verreweg de meerderheid van onze organen is niet onmisbaar. Er zijn menschen, die armen en beenen ver loren hebben en toch in leven blijven, wanneer zij door hun medem^nschen verzorgd worden. Zij kunnen zelfs nog vrij lang in het leven gehouden worden. Zintuigen hebben wij ook niet noodig. Biinden en dooven leven en werken en hebben dikwijls nog een gelukkig leven; soms zijn zij zelfs tot belangrijke dingen in staat, zooals de doofblinde Amerikaansche schrijfster Helen Keiler. Bovendien komen de voornaamste organen paarsgewijze voor; wanneer er één verloren gaat, neemt de andere het werk over. Vele teringlijders ademen met één en vele menschen hebben nog slechts één nier en ver vullen toch hun beroep als ieder ander mensch. Zoo beschouwd kunnen wij heel wat organen ont beren. Beginnen wij met den mond, dan weet iedereen, dat tanden niet noodig zijn om in het leven te blijven, en dat zij door een goed kunstgebit in vele opzichten kunnen worden vervangen. Ook de tong is volstrekt niet onmisbaar. De amandelen worden dikwijls weggenomen. Zelfs de maag is niet onmisbaar; er zijn vele gevallen bekend, waarin zij geheel werd weggenomen. Dan doet zióh iets merkwaardigs voor: het eerste gedeelte van den darm verwijdt zich gaandeweg en vervangt zoo de maag, al kan het natuurlijk niet de bijzondere maag sappen afsohelden voor de spijsvertering. Dan volgt de dunne darm. Ook daarvan kan een gedeelte verwijderd worden, mits het bovenste deel behouden blijft, daarin monden n.1. de galblaas en de alvleeschklier uit, die onmisbaar zijn voor de spijsvertering. De dikke darm kan echter geheel verwijderd worden, wat de chirurgie sinds lang bewezen heeft. De mensch kan echter niet voortleven, wanneer hij niet althans één long behoudt; ook de luchtpijp en het strottenhoofd zijn onmisbaar. Dit laatste wordt dikwijls weggenomen, vooral in geval van kanker, maar dan moet het door een kunstmatig strottenhoofd worden vervangen. De mensch kan zelfs leven zonder blaas. Het hart is natuurlijk onmisbaar, doch datzelfde kan niet gezegd worden van de aderen, waardoor het hart het bloed voortstuwt; het aantal aderen en slagaderen, die zonder gevaar kunnen worden afgebonden, m.a.w uitgeschakeld van de bloedsomloop is vrij groot. Men kan zelfs de beide halsslagaderen afb.nden, die het bloed naar de hersens moeten voeren; in dat geval maakt het bloed een omweg door het net werk van bloedvaten en komt toch in de hersens. De hersens in hun geheel zijn natuurlijk niet weg te nemen, doch er zijn personen, waarbij door een ziekte groote gedeelten van de hersenen buiten werking zijn gesteld en die toch blijven leven. De groote sympathlsohe zenuw cn andere deelen van Jiet zenuwstelsel kan men ook niet zonder gevaar aantasten. Hoewel zulfs daar be paalde amputaties mogelijk zijn. Wat blijft er dus over als absoluut onmisbaar voor het voortbestaan van het leven? Een gedeelte van de hersenen, het ruggemerg, het grootste deel van de sym pathische zenuw, het hart, de groote bloedvaten, de slokdarm, de dunne darm, lever en alvleeschklier (hoe wel van den lever kleine stukken kunnen worden weg genomen), één nier, één long en den ademhalingsweg en misschien nog enkele nieren, waarvan wij nog te weinig weten om er een oordeel over te kunnen vormen. Deze absoluut onmisbare organen zijn dus niet zegj talrijk, wanneer wij daarmee het volledige menschelijk lichaam vergelijken met al zijn functies, maar toch blijft er met dat al een mensch over, die kan denken, ademhalen en eten, die dus kan leven en blijven leven. AMSTERDAM, 24 Maart 1931. Aardappelen. Eericht van den mak. Jac. Knoop. Zeeuwsche bonten f 6.507.50, id. blauwen f 6.257, ld. bravo's f 45, id. roodstar f 4, id. klei Industrie f 4.254.50, id. eigenheimers f 4.50—5, id. blauwe poters f 2.803, id. bonte poters f 2.803, id. Bevelanders f375 4, Vlaamsche klci-industries f 44,25, id .eigenheimers f4.254.50, IJpolder eigenheimers f 4—5, id. bravo'a f 45, id. roodstar f 4, id. Eevelanders f 3.754, Drent- sche eigenheimers f 3.154.20 per H.L. Winter Malta f 12—14 per 100 K.G., Flakkeesche eigenheimers f 5 5.25, Spuische eigenheimers f 55.25, Frlesche borgers f 4.30—4.50 per H.L. PUEMEREND, 24 Maart 1931. Op de heden gehouden weekmarkt waren aanvoer en prijzen als volgt: Kaas: 12 stapels Fabrieksbaas f 35.50, 1 stapel Boerenkaas f 37 per 50 Kg. In totaal 13 stapels, wegende 13CC0 Kg. Handel matig; 1410 Kg. boter f 1.351.65 per Kg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 6