SchagerCourant Raad Zuidscharwoude. Het Oude Huis. Onthoudt U goed. P1RIN de wereld Vredesavond. Vijfde Blad. dat, wanneer U aan tocht, koude of regen en wind blootgesteld waart, natte voeten gehad heeft en U zich daardoor niet wel gevoelt, Asplrin-Tabletten U zeker helpen. Let op den oranjeband. Prijs 75 ets. als waarde moet worden ontvangen, be draagt de prijs f 100.Dat is zeer laag. Het Bestuur mocht niet lager gaan, daar men anders bang was, geen goedkeuring te krijgen. B. en W. stellen voor de sloot voor dit bedrag te koopen en deelt mede, dat de kosten van dempen enz. ongeveer f0000-zullen bedragen. De heer Groen vraagt, of het kerkepad geen eigen dom der kerk is. Voorzitter: Nee, jammer genoog niet. De heer Kramer merkt op, dat f 100 niet hoog is. Het is toch niet voor niets ook. Als het alleen maar een vormkwestie is, kunnen zo het wel voor f 1— ook geven. Als door de gemeente een weig wordt, gemaakt, .■tijgt de waarde van den grond. Voorzitter: Laten we nu niet aan die f 100.— tor nen. Het hangt af van hoogere goedkeuring. De heer Bekker zegt, dat als men het land koopt, de f 100.vervallen. De heer Groen wil zich niet tegen B. cn W. ver zetten. Spr. had echter gaarne mededeelingen gehad over de verdere plannen. Met den aankoop van dc ^loot hezeeren we ons niet, maar als de sloot gedempt wordt, moet er een afscheiding komen. Wie zorgt daarvoor? Voorzitter antwoordt van de gemeente. De afschei- ling in den geest van den Twuijverweg zou ongeveer f 1100.kosten. De heer Dijkhuizen zou meteen het land willen koo pen. Als de gemeente eigenaar is, komt de prijsstij ging mooi ten goede aan dc kosten van aanleg van den weg. Voorstel van B. en W. met algemeene stemmen aan genomen. Rondvraag. De heer Dijkhuizen vraagt, naar het rapport van het P.E.N. Voorzitter antwoordt, nog niet veel meer te kun nen zeggen als in de vorige vergadering. Het P.E.N*. zal een nader rapport indienen. De heer Groen vraagt naar de werkzaamheden aan het kerkhof en naar de begrafenisrechten. Spr. zou dit gaarne spoedig behandelen. Wordt door voorzitter toegezegd. De heer Groen dringt aan op spoedige behandeling der nog te ontvangen tuindersvoorschotten. Hierna sluiting* NIEUWE N I E DO R P Woensdag werd in de zaal van den heer Kossen de Vredesavond gehouden. Aanwezig waren ruim 200 personen De heer Van der Veen opent de vergadering, waarna door Mevr. v. d. VeenWilson op voortreffelijke wijze het gedicht „Te wapen" van Adama van Scheltema .iwordt voorgedragen. Daarna krijgt de heer Van Warmelo, oud-officier en leider van het Vredesstudiebureau het woord. Spr. wijst er op, dat al we de wereld nuchter rond kijken, wij tegenstellingen waarnemen, waarvoor geen reden te vinden is. Zoo wordt 11 Nov. ieder jaar den wapenstilstand herdacht bij het graf van den onbeken den soldaat (het symbool van alle gevallen mannen). Men vraagt zich af, wat dat beteekent, als wij zien, dat thans 10 millioen meer soldaten onder de wapenen zijn dan vlak voor het uitbreken van den oorlog. Na de vrede van Versalles die een eind zou maken aan alles, is men thans oorlogszuchtiger en beter ge oefend dan ooit te voren. Als men vraagt, is er oorlogs gevaar, dan kan men antwoorden: ja en neen. Oor logsgevaar is er voor die volkeren en regeeringen, die van den oorlog niets geleerd hebben. Elk probleem, is op te lossen langs vredelievenden weg en door samen werking. Wat hebben ze moeten leeren: le. dat alle landen zoowel de overwinnaar als over wonnene niets gehad hebben dan de grootste ellende; 2. geen enkel probleem is opgelost. Ze bestonden, bestaan nog en zijn verscherpt; 3. alle volkeren, zoowel overwinaars als onverwon- nennen hebber het gelag betaald in den strijd en heb ben gehad diep leed. Het eenigste wat de volken hebben gekregen zijn de gedenkteekenen en oorlogsmonumenten. 4e. dat de techniek tijds den oorlog dermate is voor uitgegaan, dat de volgende oorlog niets anders Is dan i de machinale uitmoording van de wereld. Prof. Leuwen- 1 thal zegt. dat in een volgenden oorlog geen overwin- naars en geen overwonnenen zullen zijn. Het is 't einde van alles en Europa zal dan haar rol hebben ultge- speeld en een kolonisatiegebied worden van Amerika nen of Chineezen. De regeeringen kunnen geen afstand j doen van de methode van voor 1914. Het opvoeren van j tariefmuren en bewapening vermeerdert juist het oor- j logsgevaar. Eestaan er duistere machten in de wereld, die voordeel hebben bij de vernietiging? Zijn er machten slechter dan de regeeringen en die de regeeringen dwln- i gen willens en wetens den weg van verderf op te gaan? Uit de staatsarchieven, die door de bolsjewisten in. Rusland en de Sociaal-Democraten in Duitschland zijn geopenbaard is gebleken, dat de aanleidende oorzaak van den oorlog een geheel andere was dan het volk is wijsgemaakt Spr. schetst verder de rol die Amerika heeft gespeeld in den oorlog en hoe Engelsche koop lieden machine-olie, copra, katoen, koper en nikkel via Denemarken en Holland aan Duitschland verkochten voor hun wapen-industrie, zelfs zink voor het vervaar digen van gas voor Zeppelins, met welke munitie hun eigen volk werd gedood, enkel terwille van fabelachtige winsten. De Engelsche jongens beseften niet. dat zij werden beschoten met granaten .met koper uit hun eigen vaderland Gedurende den duikbooten-oorlog is er nooit een Engelsch schip getorpedeerd, dat een lading voor Duitschland in had Duitschland zolf leverde ijzer aan Frankrijk via Zwit serland. De machineonderdeel en der Fransche mitail- leurs kwamen uit Duitschland. Hindenburg en Ludendorf hebben gezegd, dat de tank, het Engelsche wapen, den oorlog heeft gewonnen. Krupp heeft de tank uitgevon den en verkocht aan Engeland. De machten die slechter ?ijn dan de regeeringen, zijn het internationaal georganiseerde kapitaal, dat handel drijft met geheel de wereld. De heele industrie is nu be wapeningskapitaal en om die in dustrie te ontwikkelen heeft men leveranciers noodig en daarvoor moet ieder land op zich zelf staan. Daarvoor heeft het groot kapitaal conservatieven noo dig. Het groot kapitaal richt alle tariefmuren en bewa peningen en heeft alle ontwapeningsconferenties doen mislukken Men heeft thans overproductie en daarnaast 7 millioen werkloozen. Overproductie en armoede. Koffie wordt in de zee geworpen, machines gestookt met graan. Dat is het werk van het groot-kapitaal, dat aanstuurt op „verdeel en heersch", en wat is nu de uitweg? Rusland, dat vanaf 1917 in de diepste ellende verkeerde door de financieele boycot is met het 5-jaarsplan geko men, het grootste offensief dat ooit is uitgedacht, Zal men nu dat vijf-jaarsnlan ontvangen met beide handen of met de bajonet? Het Engelsche groot-kapitaal or.der Deterding wilde reeds in '27 den oorlog tegen Rusland ontketenen. Er zijn 140 millioen menschen (Br!tsch-Tn- dië) bezig producenten te worden, die achter zich heb ben geheel Azië. China. Het groot-kapitaal wil hier van producenten, consumenten maken. Alle bewapeningsin dustrie werkt thans onder hoog conjuctuur. Duitschland dat officieel is ontwapend heeft een aanbod gehad van de Fransche industrie, zich weer te bewapenen en 1 3 te doen uitvoeren, door de Fransche industrie met con ditie dat Duitschland een militair en politiek verbond sluit met Frankrijk. Wat zullen nu de volken doen? In 1931 of 1932 zal er zeker iets gebeuren. Wat, dat hangt van het volk af. Men moet weten hoe zich te gedragen in een catastropha De vrouw alleen heeft het vraagstuk vrede of oorlog in, handen. De natuurlijke taak van den man is te schep pen, die van de vrouw de schepping te volmaken, maar dat wordt vergeten. De vrouw schept met den man de cultuur en de beschaving. De mannen maken de wetten, de vrouwen maken de zeden. De vrouw is thans volko men gelijk aan den man en nu denkt ze dat ze er is, maar haar taak begint nu pas. In hoe verredde vrouw die taak verricht zien we aan de wetten van Geneve, Genua enz. Zij moet den man brengen in de richting van anti-militairisme. De macht van de vrouw is op dat ge bied onbegrensd. De gedachte aan een moeder is in staat om te kalmeeren en dat juist is de macht der vrouw. Dia macht moet zij aanwenden tot redding der menschheid Vragen worden gesteld door den heer P. Dekker over het standpunt inzake persoonlijke militaire dienstweige ring. De spr. zegt eerbied te hebben voor ieder eerlijke over tuiging en nog veel meer wanneer die met de daad wordt bekrachtigd. Hierna declameert Mevr. v. d. Veen Wilson het slag veld van van Collem, waarna sluiting volgt. Het was een uitstekend geslaagde propagandaavond voor de vredesgedachte. Zaterdag 28 Maart 1931. 74ste Jaargang. No. 8840 Donderdagavond half acht, vergaderde de Raad van bovengenoemde gemeente ten raadhuizc, onder voor zitterschap van den Ed.Achtb. Heer Jhr. A. L. van Spengler, burgemeester, secretaris de heer J. Th. Kunnen. Voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom. De notulen, welke ter visie hebben gelegen, worden zonder op of aanmerkingen, onder dankzeg ging aan den samensteller, goedgekeurd en vastge steld. Voorzitter deelt moe, dat van den heer Zeeman be richt van aftreding is ingekomen, wegens vertrek ui; de gemeente, terwijl hij tevens bedankt voor de func ties, welke hij heeft bekle-ed. Het schrijven eindigt met de beste wenschcn voor de gemeente. Voorzitter memoreert het werken van den heer Zee man voor de gemeente. De Raad mist een der beste leden, die zich steeds voor het belang der gemeente heeft ineespannen. Het zal vreemd zijn dat er geen lid der familie Zeeman meer in de vroedschap zitting heeft. Drie achtereenvolgende geslachten der familie hebben deel uitgemaakt van onzen gemeenteraad. Eerst de grootvader, daarna de vader, en van 1929 af de heer Zeeman. Voorzitter had niet verwacht dat zoovele mutaties in een college van zeven zouden voorkomen. Al is het afscheid van den heer Zeeman niet zoo smartelijk als dat van den heer Kroon, toch wordt de Raad ontroofd van een zijner beste leden. Voorzitter spreekt den wcnsch uit, dat hot den heer Zeeman in zijn nieuwe woonplaats goed moge gaan en dat hij nog langen tijd zijn krachten mag wijden aan de functie, welke hij daar bekleedt. (Instemming bij de leden. Voorzitter deelt mede, dat bij de laatst gehouden landverhuring de prijzen zeer laag waren. Bijna aile perceelen hebben minder opgebracht, dan was ge taxeerd, terwijl enkele akkers zijn opgehouden. Voorzitter stelt voor, B. en W. te machtigen, deze akkers en de misschien nog loskomende onder hands te verhuren. Aldus besloten. Aanwezig is proces-verbaal van kasopname bij den gemeenteontvanger. De ontvangsten hebben bedragen f90513.34, uitga ven f 89000.91, zoodat in kas was een bedrag van f 1512,10. Op de bank is geplaatst een bedrag van f 32.000.—. Van den voorzitter van het Hoofdstembureau be richt, dat als opvolger in de vacature-Zeeman is ver kozen verklaard de heer Jasper Glas. Van den heer Glas is echter bericht ingekomen, dat hij zijn benoe ming niet aanneemt. Van de heeren Sneekes, Renaud, Glas, De Boer en Schene bericht dat zij hun benoeming als lid der Com missie tot wering van schoolverzuim aannemen. Van c'e Provinciale Griffie een dankbetuiging voor de gezamenlijk met andere gemeenten aangeboden bank voor de inrichting van het Provinciehuis. Van Ge«d. Staten goedkeuring op het raadsbesluit tot het garandeeren der tuindersvoorschottcn. Bovenstaande stukken voor kennisgeving aan vaard. Een schrijven van Ged. Si aten betreffende voor schotten aan akkerbouwers, worden op voorstel van B. en W. voor kennisgeving aangenomen. Van het bestuur van den Bond v* n Landpachters een dankbetuiging voor de verleende reductie op de huurprijzen. Voorzitter merkt op dat, de Raad deze dankbetui ging niet verdient, daar de huren reeds waren ver laagd vóór het adres kwam. Voor kennisgeving aan genomen. Op voorstel van B. en W. zal de subsidieaanvrage van de R.-K. Gymnastiekvereeniging D.V.V. bij de be grooting 1932 worden behandeld. Voorzitter deelt mede, dat tot nu toe, door Ged. Sta ten goedkeuring is verleend op tuinders-voorschotten tot een bedrag van f 12130.zoodat de gemeente thans borg is voor f3039.—. Op een vraag van den heer Groen of dit alle voor schotten zijn, antwoordt voorzitter ontkennend, ze zijn nog niet alle afgewikkeld. Van de Centrale Ziekenhuiscommissie een verzoek om een bijdrage in de kosten dezer commissie. Ge vraagd wordt Va cent per inwoner. Voorzitter deelt FEUILLETON Naar hel Ronqaarsch van CECILE TORMAY door J. W. JORISSEN 26. Thomas, zeide zij op een toon, alsof zij zijn hulp in riep, waarom kunnen wij niet met elkaar spreken? Illey richtte zijn hoofd op uit de steunende hand. Klaag je alweer over mijn stilzwijgendheid? Anna voelde eenige prikkelbaarheid in de stem van haar man. Ik heb het toch niet zoo bedoeld, de vrouw zweeg plotseling, alsof iemand ruw zijn hand op haar mond drukte. Ondertusschen kwam langzaam de avond, de zonne- kamer binnengestroomd. Zij zagen eikaars gezicht al niet meer, toen Thomas in eens opmerkzaam begon te worden Alsof hij onderdrukt snikken had gehoord... Neen, het was slechts verbeelding, zijn vrouw weende nooit Zij hadden al zoo lang gezwegen, dat Anna zeker in den hoek van den divan in slaap was gevallen. Illey stond op en sloot geruischloos de deur achter zich dicht. Tijdens Anna's ziekte was Thomas uit de gemeen schappelijke slaapkamer verhuisd naar de tuinkamer, waarin vroeger bouwmeester Ulwing woonde. En na dien tijd, hij wist zelf niet waarom, was hij daar ge bleven. Zijn vrouw maakte geen aanmerkingen en hij hield van die kamer. Uit het venster kon hij met zijn hand de bladeren van den kastanjeboom bereiken en, na een regenbui, kwam uit den tuin de reuk van natte aarde naar boven. Hij zat op de vensterbank. Buiten lispelden de boo- men. De gedachten van Thomas waren al niet meer opge sloten tu3schen de muren. Het verlangen voerde zijn geest uit de stad. Hij ging eenzaam en de wind. die naar regen rook, kwam hem tegemoet. Hoezeer hield hu daar van! Hoe hield hij van alles daar buiten: de geuren, de kleuren, dc geluiden, het nevelige, heete, zomersche riet land. het stijfbevroren winterbosch, waarin zoowel de mede, dat deze commissie werkzaam is in het belang der aangesloten gemeenten. De meerderheid van B. en W. is er dan ook voor, de subsidie toe te staan. De heer Groen kan niet met B. en W. meegaan. Er is reeds een belangrijk bedrag beschikbaar voor het Ziekenhuis. Spr. zou niet hoogor willen gaan. Voorzitter merkt op, dat het niet voor het zieken huis, maar voor de commissie is, die voor de belangen van de buitengemeenten werkt. Het is ook in het be lang van onze gemeente. De bedoeling is, in andere gemeenten, welke niet bijdragen in de kosten, vereeni- gingen te stichten. De leden dezer vereen i gingen zul len dan ook voor het mindere tarief worden ver pleegd. Het exploitatie-tekort zou hierdoor dus klei ner worden. De heer Bekker zegt, dat wij niet hooge.r zouden saan dan het bedrag, wat nu beschikbaar is gesteld. Er kunnen nog wel moer commissies komen. De heer Kramer merkt op, dat dus een commissie uit dc buitengemeenten it gesticht. Als er dus in niet- contribueerende gemeenten een vereeniging wordt op gericht, hebben alléén de leden dezer vereeniging recht op het lagere tarief, terwijl uit onze gemeen:e allen het lagere tarief moeten betalen. Spr. is niet tegen de subsidie. Het voorstel van de meerderheid van B. en W., de subsidie toe te staan, wordt aangenomen met de hee ren Bekker en Groen tegen. Van de gemeente Arnemuiden een verzoek, aan het schrijven, dat deze gemeente aan I-I. M. de Koningin heeft gezonden, om de in werking treding der L. O. wet, betreffende het aanleggen van een terrein voor lichamelijke oefeningen, enz., niet in 19:16 te doen plaats hebben, doch nog eenigen tijd te verschuiven, adhaesie te willen betuigen. De heer Groen acht het wel gewenscht dat ecnigc pressie wordt uitgeoefend. Het zal voor kleine ge meenten een zeer groot offer beteekenen. Hier zou den we het misschien nog kunnen probeeren met een tralisatie," doch daar is de medewerking van alle ge meentebesturen voor noodig. De heer Du Burck vraagt, of allen wel op de hóog- te zijn, wat. of wordt gevraagd. Ten eerste een lokaal van 9 X 18 X 0V2 M- hoog, met kleed-, wasch- cn berggelcgenheid. Ten tweede ren terrein van 45 X 75 M. Zal iedere gemeente «lat. kunnen bekostigen? We moeten het verzoek van Arnemuiden met heide han den aangrijpen cn het streven apprecieeren. Reedr 300 kleine gemeenten hebben adhaesie betuigd. Wat zullen de resultaten zijn. Door Ged. Staten van Dren the is een circulaire over dit onderwerp aan de ge meentebesturen gezonden. Hierin wordt aangehaald, dat vak J, dat is lichamelijke oefening, gebrekkige resultaten heeft door de geringe kennis en de onbe kwaamheid der onderwijzers. Tal van onderwijzers bezitten de acte vak J, maar het gaat toch niet. dat een onderwijzer van 55 jaar met de jongens al die springoefeningen doet. Het hoofd der school hier, is niet eens in het bezit van deze acte. De andere onderwijzer wel, terwijl juffr. Van Zon een applicatiecursus heeft gevolgd, zoodat deze eerst nog weer onderwijs zou moeten ontvangen. Degenen, die een applicatiecursus hebben gevolgd, kunnen geen onderwijs geven. Spr. citeert een ge deelte uit de circulaire. Als straks de rapporten der commissie Rutgers ko men, welke uit bezuinigingsoogpunt zullen worden aangenomen, zal iedere onderwijzer 55 leerlingen krijgen. Het zou beter zijn, dat wij het geld voor die lichamelijke oefeningen besteden aan een derde leer kracht. Spr. is sterk voor adhaesiebetuiging. Voorzitter antwoordt, dat de Minister er niet aan denkt, kleine gemeenten tot het inrichten van zoo'n gebouw en terrein te verplichten. Het zal nog wel worden verschoven. Het is een absolute eisch, dat meer aandacht aan vrije cn ordeoefeningen wordt be steed. Het onderwijs in lichamelijke oefening is geen ballast, welke men zoo over boord kan gooien. De heer Dijkhuizen is het niet met den heer Du Burck eens. Lichamelijke oefening is juist uitstekend, vooral. voor hen, met cenig lichaamsgebrek. Spr. zou wel willen adresseeren om het zoo spoedig mogelijk uit te voeren. De heer Kramer is het met den heer Dijkhuizen eens. De heer Du Burck zegt, dat adhaesie betuigen geen kwaad kan. Nederland staat op het oogenblik op de derde plaats van de uitgaven voor het onderwijs. Als dit er nog bijkomt, zullen we wel spoedig op de twee de plaats staan. Als er schoolartsen komen is er nog minder voor lichamelijke oefeningen te zeggen. De onderwijzers zijn ook tegen dit onderwijs. Voorzitter: Ik kan alleen dit zeggen, dat u het dood vonnis over alle gymnastiekverenigingen uitspreekt. Het voorstel der meerderheid van B. en W. geen adhaesie te betuigen, wordt aangenomen, met de hee- rn Groen en Du Burck tegen. Het verzoek van den heer Zeeman, om ontheffing der hondenbelasting wegens vertrek, wordt ingewil ligd. Voorstel B. en W. tot aankoop van de sloot naast het Kerkepad. Voorzitter deelt mede, dat hierover eenige conferen ties zijn gehouden met bestuur en kerkvoogden der N.-H. kerk. De bedoeling der aankoop is het verbree- den en verbeteren van het Kerkepad. Het kerkbestuur vraagt een, zeer miniem bedrag voor deze sloot., wat wij bijzonder apprecieeren. Daar er tegen afstand van eenig roerend goed een bedrag voetstappen weerklonken, als de tak, die naar beneden valt, Dan kwam de wind uit het rietland en trilde het leven door de wereld In de greppels zakte het water weg onder den grond. Het bosch was vol van de lief desmart der vogels. Een roep... een antwoord. Of zij wel altijd een paartje werden? Thomas voelde in zijn hersenen de groote stilte van het bosch. In bevende, plechtige stilte viel het zaad, dat weer nieuw leven werd, Langzaam, bedwelmd zweefden de vogels in het zonnelicht. Als de tijd van den oogst kwam, was het zomer. Overal oogstte men en oude herinneringen spookten in zijn bloed. Hoe dikwijls, ja, hoe dikwijls had hij gestaan voor de korenvelden van anderen en had hij zijn hand tot pen vuist gebald. Voor hem groeide geen graan, voor hem was geen oogst. En door deze gedachten werd hij herinnerd aan een treurigen herfsttijd. Een zeer treurige herfst en hij ging in den nevel naar de stad, als een ontvluchte gevangene, die naar zijn gevangenis terugkeerde. En wederom ge plaveide straten en smalle strooken lucht, vol rook. En een ambt, rubrieken, papier en een oud huis, dat hem vreemd was en een mooie, koele vrouw, die hem niet begreep. Vervlogen oogenblikken kwamen hem voor den geest Opnieuw voelde hij weer tegen zijn borst de kleine, af werende handen van Anna en zag hij weer dien onge- voeligen vrouwenblik, die meermalen zijn verlangens had afgewezen. Hij stak zijn hand uit het venster en brak een jonge twijg van den kastanje boom af. De twijg gaf zich ge makkelijk, was nat en frisch. Iemand kwam hem in de gedachte, die, juist zoo ge makkelijk, zich had gegeven, als de jonge twijg. Ginds, op zijn ouden grond, was zij gegroeid, de dochter van den bosohwachter. Onderdanig was zij, als de dochters der vroegere lijfeigenen, aardig was zij ook en zij had lachende oogen. Nooit vroeg zij hem iets en toch wist zij altijd, waaraan haar heer dacht. Aan het bosch, aan de weide: daaraan dacht ook zij en zij zong ervan, als was zij de stem van den grond. Men behoefde niet te luisteren, men mocht fluiten, zij verwachtte voor haar zingen geen lof. De vogels verwachten die toch ook niet... Thomas kon zich niet herinneren hoe het was. toen hij voor den eersten keer verlangen had naar het meisje Hij had er naar verlangd, even gewoon, als naar de geur van het bosch, als naar de zachte weide onder zijn voe ten. In zijn aangeboren manier van denken, als man, maakte hij zich zelf daarover geen verwijt Hij zag daarin geen kwaad, geen ontrouw, omdat hij het meisje toch niet beminde. Hij geloofde niet, dat hij iets tegen Anna misdeed, dat hij haar iets ontnam, van wat haar lief was. Wederom boog hij zich uit het venster. Hij keek naar de lucht Morgen zou hij die lucht weer boven de bos- schen zien. Toen greep hij naar zijn hoed. Wat zelden gebeurde, hij kreeg verlangen naar zigeunermuziek. Hij wilde alleen zijn, ergens, waar alleen voor hem de viool zou spelen. Voor.de deur van Anna's kamer talmde hij. Zou hij naar binnen gaan? Zou zij nog altijd slapen? In de zonnekamer weerklonken zijn schreden. Anna sprong op. Als Thomas de deur zou open maken, zou zij zich in zijn armen werpen, maar... de schreden gingen verder. Zij wilde hem naloopen, maar bleef op eens ontmoe digd op den drempel staan. Tevergeefs zou zij zich ver nederen. En, terwijl zij daar stond, kwam haar iets voor den geest. Een droom. Een leege, vreemde straat. Heel aan het einde liep eenzaam een man. Thomas... en zij liep hem achterna, maar de afstand verminderde niet. De straat begon zich uit te rekken. Thomas leek altijd verder en verder en zij kon hem niet bereiken... Zij dacht aan haar jongemelsjestijd, aan dien tijd. toen alles nog verwachting was. Toen alles belofte was. Zou dit de vervulling zijn? Zou het nu al uit zijn? Zou alles voortaan zoo blijven? Zouden zij en Thomas nooit dich ter naar elkaar toe kunnen komen? En zouden zij le ven en elkaar zien en niets van elkaar weten? Zij rilde, alsof zij de koorts had. Op dat oogenblik drong het tot haar door, dat bene den aan de poort reeds een paar maal gebeld was. Wie kon het zijn? De kennissen van vroeger kwamen niet meer bij haar. Ook als zij er waren, was Thomas stil. Misschien hadden zij hem voor trotsch aangezien, zij bleven allen weg. En Anna zelf vermeed de familie van Illey. De stem van Bertha Bajmoczy stond tusschen haar en de afstammelingen van de oude landheeren. Iemand klopte op de deur. In de gang brandde de lamp en een mannenfiguur verscheen in de heldere deur opening. De vorm van zijn hoofd was breed, zijn schou ders gedrongen. Anna hoorde ztfn stem en opeens strek te zij beid^ armen naar hem uit. Het was Adam Walter. Na zooveel tijd... En Anna dacht er aan, hoe toe vallig het was. dat de vroegere vriend juist heden bij haar terugkwam, nu zij zich zoo arm en eenzaam ge voelde. Een oogenblik stroomde haar hart over van vreugde. Het scheen haar alsof haar jeugd haar jonge meisjestijd, al hetgeen de afstand mooier maakte, was teruggekomen. Adam Walter was ernstig en afgemeten, als iemand, die pijnlijke herinneringen tot zwijgen wil brengen. Maar toch volgden zijn oogen nieuwsgierig Anna's be wegingen, toen zij zich uitrekte om de lamp aan te ste ken. Hij verlangde er naar en was toch bang om haar gelaat weer te zien. Zij heeft geleden, sedert ik haar het laatst zag. dacht Adam Walter, en zij is er mooier door gewor den. De omfloerste stem van Anna en haar oogen rie pen in zijn binnenste iets te voorschijn, waarvan hij dacht dat het reeds lang verdwenen was. Ook hij dacht aan zijn jeugd: toen hij van hier ging en aan niets anders dacht dan aan zijn werken en zijn droomen. Daarna vernam hij, dat Anna getrouwd was en op hetzelfde oogenblik wist hij, dat hij haar beminde, dat hij haar altijd bemind had. Het lichaam van de vrouw kwam hem eigenaardig groot en slank voor. De lamp was aan. Nooit zou lk geloofd hebben, dat ik nog eens hier zou komen. Dat had u niet moeten zeggen. Anna lachte met haar vroegeren. jeugdigen lach, of zegt u nog altijd wat u in den zin komt? Herinnert u zich nog Ferdinand Müller? En het uithangbord, de witte Aesculaapkop? Wat hebben wij gelachen... Toen was nog alles anders, antwoordde Walter. Anna zag hem aan. Ook hij is oud geworden. Wat is zijn blik stug en van het gelaat der vrouw verdween de glimlach, die haar jeugdig maakte. De stem van Adam Walter klonk ironisch: Eens meende ik, dat ik moest scheppen, als God, juist zoo, Toen viel mijn opera, niemand wilde mijn so naten. Niemand... En nu ben ik heel dankbaar, dat ik hier hulpleeraar mag zijn aan de nationale muziekschool Op matten toon ging hij voort: maar zoo is het mis schien, zoo als het behoort! Als de mensch in zijn jeugd een God wil worden, dan wordt hij ten minste nog hulp leeraar: wie moet of, als hij dadelijk, bij 't begin al, hulpleeraar wilde worden, er op het laatst nog iets van hem terecht zou komen. Anna keek strak voor zich. Had hij dan ook niet bereikt, waarnaar hij zijn handen had uitgestrekt? Be reikte niemand dat? Allen waren wij revolutionairen eertijds, zei Walter de jeugd als zoodanig is eigenlijk revolutie. De een komt op het schavot voor een gedachte, de andere voor een droom en... wij allen te zamen voor de liefde. Dit klinkt dwaas en toch is het zoo. Vele malen moet de mensch in zich zelf sterven, om verder te kunnen, le«

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 17