HOE MOET MEN EEN PATROON ZELF KNIPPEN?
ONZE PATRONEN.
Een ensemble „Trois-Pièces"
Allereerst het mantelcostuum, dat ge
maakt is van een Schotsch wollen stof.
Ingezette stukken, gezoomd door een effen
biais, garneeren het manteltje dat tamelijk
getailleerd is en door een enkele knoop
gesloten wordt. De rok sluit nauw om de
heupen en wordt van onderen verwijd door
twee holle plooien, welke bovenaan vast-
gestikt zijn.
Onder het manteltje wordt een blouse
van effen shantung gedragen, gegarneerd
met gelijksoortige ingezette stukken als het
manteltje en gesloten door een klein dasje.
De mantel in redingote-vorm heeft een
kraag van effen fluweel, terwijl de inge
zette stukken die van den tailleur in her
innering brengen. Ook hier heeft de rok
twee holle plooien van voren. De mantel
wordt gesloten door een vierkantje van
fluweelen knoopen.
Mode Snufjes
De nachthemden worden met den dag
gecompliceerder.
Na de ceintuurs en de strikken waarmede
men ze gegarneerd heeft zijn het nu
kleine capes, passend bij het hemd gekozen,
die door de groote Parijsche modehuizen ge
lanceerd worden.
Een cape om in te slapen, zult gij zeggen,
lijkt mij verre van practisch. En zeer zeker
hebt gij gelijk, maar toch, W2nneer de mode
het voorschrijft
Sprokkelingen
De liefde is niet blind, zooals men veelal
beweert. Zij is slechts bijziende en vergeet
steeds haren bril bij de eerste afspraakjes.
Voor een vrouw is de man „die met vrou
wen weet te spreken" diegene die haar weet
toe te hooren
Wilt gij geheel en al bekoorlijk zijn zoo
moet gij beginnen met te vergeten dat gij
het zijt.
Recepten.
Paaschbrood.
Benoodigd: 350 gr. tarwebloem, 1 ei, 20 gr.
suiker, 2 a 2 y3 dl», lauwe melk, 10 gr.
gist, 5 gr. zout, 100 gr. krenten,
100 gr. rozijnen, 75 gr.
sucade, 25 gr.
snippers, y3 gr.
saffraan.
Bereiding: Leg het meel in een diepe kom
en laat het daarin op een hoekje van de
kachel warm worden.
Maak in het midden een kuiltje, maak
daarin de gist fijn en voeg een theelepel
suiker bij en giet er 1 dL. van de lauwe melk
op. Meng dit goed door elkaar. Zoo nu en
dan van het omringende meel meeroeren
tot tenslotte het „zetsel" er uit ziet als een
dik beslag, omringd door een rand lauw
meel. Laat het „zetsel" ongeveer 15 minuten
rijzen, breek er het ei in, voeg er het zout
bij, de nog overgehouden suiker, de saffraan
en nog ruim 1 dL. lauwe melk, kneed alles
met de handen stevig door elkaar tot een
elastisch deeg, dat geheel zonder klontjes
moet zijn, voeg wanneer het deeg dit toe
laat, nog wat lauwe melk toe. Blijf ongeveer
15 minuten kneden, meng er dan de melange
door, die natuurlijk tevoren is schoonge
maakt. in warm water gewasschen en op
een zeef of vergiet op een warm plekje te
drogen gezet Laat nu het deeg rijzen op
een lauw plekje, bedek de kom met een in
lauw water uitgewrongen doek, om te voor
komen dat zich door verdamping een vlies
op het deeg vormt. Reken voor het rijzen
ongeveer 1 uur. Werk vervolgens het deeg
nog eens door elkaar, geef er den ver-
eischten vorm aan en leg het dan, hetzij
in een met boter ingewreven broodvorm,
hetzij op een met boter ingesmeerde bak
plaat; laat het zóó nog een y2 uur op een
lauw plekje rijzen en bestrijk het daan
met een geklopt ei. Zet 't brood in een fit
gestookten oven met een temperatuur v'j
minstens 200 gr. Zorg echter dat de hls
zoo gelijkmatig mogelijk is en er dus bi"
geen gloeiend roode pot te zien komt. Bi
het brood vlug gaar, een half uur is in ee
goed gestookten oven gewoonlijk ruim vi
doende en langer bakken maakt dan dikwt
de korst te hard.
Overtuig u van het gaarzijn door een bre
naald in het brood te steken en controle
of de naald er geheel droog uitgehaald wortf
Laat het brood minstens 3 uur bekoelen, Sr
vorens het met een zéér scherp mes
snijden.
SPINAZIE MET EIERBALLETJES.
Benoodigd: Voor de spinazie: 2K.G. spinai*
40 gr. boter, y, dL. room,
50 gr. kruim van
witte brood.
Voor de eierballetjes: 3 hardgekookte eierd
1 rauw el 30 gr. boter, 50 gr kruim van
witte brood, een paar druppels uien-
sap, 1 eetlepel gehakte peter
selie, peper, zout, paneer,
meel, frituurvet.
Bereiding: Zoek de spinazie zorgvuldig
wasch .ze eenige malen, zet ze zonder wsW
op en laat ze zoo vlug mogelijk gaar kotol
liefst in een open pan. omdat de kleur dan
helderder groen blijft. Laat de spinazie#
lekken, maar bewaar het uitdruipende vocht
en gebruik daarvan een gedeelte voor het
broodkruim mee fijn te wrijven tot de dik»
van een purée. Maak de spinazie fijn, ve>
meng ze met het fijngewreven brood,
boter, den room en wat zout en laat ze daar
mee zachtjes stoven.
Bereid de eierballetjes, terwijl de groen#
wordt gaar gekook. Wrijf daarvoor de hard*
gekooke eieren fijn, vermeng ze met dep
smolten boter, de peper, het zout, het vS*
sap, het fijn gewreven brood en de?
gehakte peterselie. Vorm van deze
kleine balletjes. Wentel ze in paneerM
daarna in geklopt ei en nog eens in paneer*
meel, bak ze op het laatste oogenbük, du*
terwijl de spinazie staat te stoven, in hel
dampend heete frituurvet bruin en knapp*^
en laat ze even op grauw papier uitlekken.
Leg de gestoofde spinazie op een verwarm
den schotel, omring ze door de eierballetJeSi
desverkiezend afgewisseld door driehoekig*
goudbruin gebakken croutons.
Patronen van de modellen van mantel*
en kinderjurken zijn verkrijgbaar bij
mode-redactrice Mejuffr L Berendes, Joah
Maetsuyckerstraat 96, Den Haag
De patronen voor dames kosten 1.—cf'
voor kinderen 0 80 Het duurt ongeveer
dagen alvorens ze In het bezit komen
degeneh die patronen aanvragen.
Aan de lezeressen die een patroon
len. wordt beleefd verzocht bij de aanlag*
het verschuldigde bedrag in te sluiten, 10
voorkoming van administratiekosten.
Een ensemble „Trois-Pièces"
Het hier afgebeelde ensemble is gemaak
/an een bruin wollen stof. De rok van he
mantelpak verkrijgt de noodige ruimt,
door geïncrusteerde stukken, welke eer.
weinig in vorm gesneden zijn. Het man
teltje is sterk getailleerd en wordt gesloter.
met een enkele knoop. Het heeft raglan-
mouwen en een in vorm gesneden „bas
que" boven de heupen. Onder dit mantel-
je wordt een blouse van rose crêpe de Chl-
ne gedragen, eveneens met raglan-mouwen
Deze blouse heeft een geknoopt plastroi
onder een omgeslagen kraagje. De cein
tuur is van bruin peau de Suède.
De mantel heeft een kraag en revers van
bruin fluweel en ook hier treft men rag-
lan mouwen aan. Hij is eenigszlns in vorm
gesneden en van voren gekruist onder een
ceintuur var peau de Suède. Ter weerszij
den bevindt zich .een groote zak.
Benoodigd: bruin wollen stof: 6 M. 50
van 1 M. 40 breed. Ros crêpe de Chine
2 M. van 1 M. breed.
Nuttige wenken
Een stukje zeemleer, uitgewrongen in koud
water, is de beste borstel voor fluweel of
pluche.
Aangebakken schotels en schalen maakt
men gemakkelijk schoon mee een doek met
een tikje zout
In weinig gebruikte kamers, strooie men
tegen mot tot behoud van het tapijt wat ge
woon keukenzout.
Nooit falende Huismiddelties
Eenlgen tijd geleden troffen wij in een
tijdschrift de volgende doeltreffende huis
middeltjes aan
Tegen haaruitval Kitlijm, punaises kan
>ok, spijkers zijn te groot.
Tegen gaten Ln je schoenen Klompen
dragen of op je bloote voeten loopen.
Tegen zonnesproeten Wasschen met goel
dikke koolteer en vanzell op laten drogen.
Tegen rood haar Afknippen.
Als ln een vochtige kast de beschuiten of
koekjes vochtig geworden zijn uitwringen.
Maartsche violen
Een mengeling van licht
En dieper lila kleur;
Een weelderig aroom,
Een zachte bloemengeur.
Violen in een touffe,
Dicht bij elkaar gezet,
En ruiker in het klein,
Een miniatuur boeket....
Een tjilpen in de lucht,
Beloften, wijd en zijd;
Een kleur een klankenschat,
Een Lente zaligheid
de B.L.
Uit de kindermond
Moeder is jarig en fuift aan tafel op een
Polonaise.
Dit gewichtige feit wordt vader 's middags
bij thuiskomst van 't kantoor door z'n oud
ste, een jongen van zes, als volgt medege
deeld „Vader, we eten vanmiddag „punai
ses".
Een jongste bediende op een kantoor,
ongeveer 14 jaar, wordt naar beneden ge
stuurd om te vragen naar declaraties. Even
üaarna gaat de telefoon boven. Vreeselijk
geiacht.
Mijnheerwat moet Piet toch hebben?
Hij vraagt hier om „de dikke glaassies".
M'n driejarig neef Jé vroeg van de week
„Mamma, waar worden de straten van ge
maakt
„Van steenen".
„En,waarvan dan de wolken, want daar
kunnen ze toch niet bijkomen
halve patroon in geteekend wordt. De recht
hoek is breed de halve wijdte der broek en
lang de zijlengte en het verhoogde gedeelte
De broek moet achter altijd een aantal cM.
langer zijn, omdat we bij het bukken achter
een grootere lengte noodlg hebben. De zij-
lengte hebben we opzij gemeten, dus moet
het verhoogde gedeelte er extra bij.
We plaatsen een loodlijn over het midden
en verdeelen zoo de rechthoek in halve vóór-
en halve achterkant. Aan den voorkant
trekken we het verhoogde gedeelte er af. Nu
moeten we uitrekenen hoe hoog het kruis
moet zitten. We nemen eerst 1/3 van de zij-
lengte en verhoogd gedeelte en ook yK van
de zijlengte en verhoogd gedeelte en daar
tusschenin ligt de hoogte van het kruis. Om
een goede pijpwljdte te krijgen, nemen we
4/5 van de halve wijdte van de rechthoek.
De broek wordt voor en achter een gedeelte
afgeschuind, want anders zou de broek boven
te wijd worden. Aan den voorkant schuinen
we 1/3 van de halve wijdte van de rechthoek
af en achter y gedeelte. Als de broek ge
teekend is, teekent U de voornaad 2 cM.
hooger door en trekt de nieuwe bovenlijn
volgens teekening bij. Teekenen we de voor-
lijn geen 2 cM. op, dan ontstaat als de voor
naad gestikt is, een puntige lijn. Denkt u
erom, dat patronen zonder naden zijn. Als
de broek geknipt moet worden, spelt u de
broek op een dubbel stuk stof. Op zij krijgt
u geen naad. voor en achter wel.
De directoire.
Om een patroon voor een di; 3ctoire zelf
te maken, heeft men verschillende maten
noodig.
Ie. De zijlengte. D*t w ae lengte die men
aan den zijkant meet vanaf het middel tot
zoolang u de broek draagt Denkt u erom
dat u de lengte niet te kort meet, maar
ongeveer tot 4 cM. boven de knie, want trekt
de broek genoeg op door het elastiek.
2e Heupwijdte De heupwijdte, die u voor
de broek noodlg hebt. moet strak gemeten
worden om 't breedste gedeelte van de heup.
De wijdte van de heele broek is X de
heupwijdte, dus is de heupwijdte bijv. 100 cM.
stof. dan wordt de broek 1 y, X 100 150
cM. wijd.
We teekenen altijd een half patroon, van
middenvoor tot middenachter, dus hebben
wij ook met de halve wijdte te doen.
We zetten een rechthoek op, waar het