Oeestes-Sport en Uersen-Gymnastiek
11
o
b
ml
1
b
h
b
pu~
EVENTJES DENKEN
VOOR ONZE SCHAKERS
VOOR ONZE DAMMERS
SP
m
8
m
lU
s
«8
Vraagstuk No. 725.
Vraagstuk No. 726.
Vraagstuk No. 727.
mm
-
mm
Vraagstuk No. 728.
SI
H
iSS
8
91
§8
i
Jl
m
Sjj
m
Hf
iÉ
H
HP
JU
Hf
11
m
81
m
m
9
m FEUILLETON.
VERTELLINGEN. 1
Brabantsche brieven.
onder leiding van GEO VAN DAM.
OPLOSSINGEN DER VRAAGSTUKKEN
uit ons vorig nummer.
No. 721. „EENVOUDIG ALS MEN 'T WEET:1'
De cjjfers van 1 tot en met 12 schrijft men op de
volgende wijze neer:
1 12
2 11
3 10
4—9
5—8.
6—7
waarna men steeds 13 tot uitkomst heeft en wel 6
maal.
No. 722. „EEN „GEWICHTIGE" VRAAG!"
Men heeft zeven gewichten noodlg en wel respectie
velijk van 1, 2, 4, 10, 20, 40 en 50 pond, tezamen een
gewicht uitmakend van 127 pond. Gebruikmakend van
één of meer van deze gewichten zal men zien, dat men
elk aantal ponden kan wegen van 1 tot en met 127.
Nieuwe opgaven.
„EEN PUZZLE VAN SA3L LLOYD".
De beroemde scbaak-problemist S. Loyd heeft ons
een groot aantal puzzles nagelaten, die weliswaar alle
op het schaakbord zijn samengesteld, maar waarvan
vele ook door niet-schakers kunnen worden opgelost
Als eerste opgave van hem de volgende:
f Gevraagd: 16 voorwerpen, centen of andere kleine
voorwerpen, zoodanig op de 64 ruiten van het schaak
bord te plaatsen, dat er noch horizontaal, noch verti
caal, noch diagonaal meer dan 2 op een rij komen te
staan. Het spreekt vanzelf, dat er ook niet minder op
een rij mogen voorkomen, evenmin als er twee in één
vakje mogen staan. Zoowel de witte als de zwarte
velden van het bord mogen worden belegd. In diago
nale richting mogen echter wél rijen voorkomen met
minder dan twee voorwerpen.
„REKENKUNSTEN".
Er 2ljn twee op elkaar volgende getallen van twee
cijfers, welke de volgende eigenaardigheden bezitten:
Wanneer men het kleinste getal tot de tweede macht
verheft en zijn omgekeerde (dus verwisseling der cij
fers) eveneens, krijgt men als uitkomst dezelfde cijfers,
doch wederom in omgekeerde volgorde. Ditzelfde heeft
plaats bij het grootste getal. Verder is de som der cij
fers van ieder getal de vierkantswortel uit de som der
cijfers van hun tweede machten. Vervolgens bestaat
het verschil der respectieve tweede machten ook weer
uit dezelfde cijfers, doch ook nu weer in omgekeerde
volgorde. Als nu gegeven Is, dat de som van het klein
ste getal met zijn omgekeerde in verhouding staat tot
de som van het grootste getal met zijn omgekeerde als
8 4 dan wordt gevraagd, welke getallen worden be
doeld.
Genees hei huidje
van de kleine met
en houdt het droog met
PUROLPOEDER
rust en de liefde, die hij haar zou kunnen geven, maar
ze vocht met al haar geestkracht togen haar gevoelens;
ze wist dat ze een andere roeping had te vervullen en dat
ze niet in de eerste plaats aan haar eigen geluk mocht
denken.
Toen ze bij hun huisje kwam, was daar tot haar ver
bazing alles donker; ze had gedacht Steve allang thuis
te zullen vinden. Vlug maakte ze licht, stapelde wat hout
blokken op den haard en al spoedig vlamde het byna-
uitgedoofde vuur weer vroolijk op. Toen dekte zij de ta
fel, sneed brood en zette koffie.
„Hij zal wel honger hebben, als hij thuis komt," zei
zij bij zichzelf, terwijl zc ook nog een stuk koud vleesch
uit de kast haalde en in plakken sneed. Maar toen ze
met haar toebereidselen voor den maaltijd klaar was,
was Steve nog niet thuis gekomen. Het werd kwart voor
elven, elf uur en ze besloot maar vast te gaan eten.
Tegen half twaalf kwam haar broer eindelijk thuis.
Zijn oogen glinsterden van opwinding en zwijgend zette
hij zich aan tafel.
,Js er wat, Steve? Waarom eet je niet?"
jBara, ik durf het je bijna niet te vertellen."
„Wat niet? Je hebt toch geen onaangenaamheden met
Iémand gehad?
„Onaangenaamheden? Neen, Sara, ik ben nog nooit
zoo gelukkig geweest. Ik ga trouwen!"
„Wat!" klonk het onthutst
„Tk ga trouwen, Sara!"
Zij stond op en keek hem verbijsterd aan. Ze was bleek
geworden, haar lippen trilden. Onweerstaanbaar moest
ze denken aan het gesprek dat ze nog geen twee uur
geleden met Jonathan had gehad en de tranen sprongen
haar in de oogen.
Maar Steve zag het niet, hij at met groote happen en
tuurde op zijn bord; hij voelde zich tamelijk verlegen
na zijn biecht.
„En met wie ga je trouwen?" vroeg ze na een pijn
lijke stilte.
„Met Nelly Barness."
„Nelly Barnes? Dat meen je toch niet?"
„Waarom niet? Is het niet mooi genoeg dat zoo'n aar
dig meisje mij hebben wil? O, Sara, ik ben toch zoo bUj!"
..En hoe wil je haar onderhouden?"
„Ik ga van nu af aan geregeld naar de fabriek. Maar
den laatsten tijd was ik zoo vervuld van Nelly dat ik
onmogelijk werken kon."
„Je hebt dus voor Nelly meer over dan ooit voor moe
der en mij?" zei Sara met een zweem van bitterheid.
Hij zweeg een heele poos; toen, zonder aandacht te
schenken aan haar laatste opmerking, viel hij plotseling
met een soort ruige vrooiykheld uit:
„Ik zou me maar niet druk maken, als Ik jou was
hoor! Ruimte genoeg voor drie..."
Verschrikt sloeg zc de oogen naar hem op. Hy scheen
van J. H a r t o n g.
Zw. 7 stukken.
ép
m
m
VWÖ'
u
i
m
Pit
-
A
abcdefgh
Wit 5 stukken.
Diagramstand: Wit Ka8, Lb7, Td6, pion c5, Lh2;
Zwart Kc7, Tb4, Dc2, Lel, pions op, g5, g6, a5. Wit
speelt en geeft in üwee zetten mat.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 723,
van E. K u b b e 1.
De diagramstand behoorde te luiden: Wit Ka7, La3,
pions c3 en e3, Lc4, Pg3, Pf6, Th6. Zwart pions a4, d7,
e6, h7, Ddi; Ke5. Wit speelt Pfe4 en wint door brand
puntsverandering.
van R e n O r t i gé, Tonnay-Oharente.
Zw. 9 sch.
m
m
WÊ
m
m
m
m*'
m
Sm,
w
M
m
Wr/,
M
Wit 9 sch.
De diagramstand in cyfers moet zyn: Zw. 9 sch. op
2, 7—9, 13, 20, 24, 30, 36. Wit 9 sah. op 17, 27, 28, 31, 38—
40, 44 45. Wit speelt en wint.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 724,
van Geo van Dam, Wassenaar.
De cijfers tand behoorde te luiden: Zw. 9 sch. op 6
de Inrichting van het huisje als zyn eigendom te be
schouwen en vergat biykbaar, dat deze, nadat ze by den
dood van haar vader in kommervolle omstandigheden
waren achtergebleven, door haar moeder en haar van
hun spaarpenningen moeizaam en met zorg was byeen-
gebracht. Geen cent had hij er aan bygedragen, maar
hy scheen de meening te zijn toegedaan, dat wat ouders
nalieten in de eerste plaats aan een zoon toekwam. Hij
hield er een soort vrijmoedig egoïsme op na en Sara
was zich bewust, dat ze, ook wanneer ze dat zou willen,
niet ln staat zou zyn hem tot andere gedachten te bren
gen. Maar ze verlangde dat niet eens; ze wilde zelfs de
meubels, die zij sedert den dood van haar moeder ge
kocht had niet van hem terug eischen, als hij daarop in
geen geval recht had.
Toen zy den volgenden morgen nog eens ernstig met
hem over zyn toekomstplannen sprak, raakte hij met
geen enkele toespeling op haar meubelen. Het drong
eenvoudig niet tot zyn brein door, dat die hem niet toe
behoorden.
„Ik laat het heelemaal aan jou over om het huisje
netjes voor ons in orde te maken, Sara," zei hy doodkalm,
alsof het de gewoonste zaak ter wereld was en zijn zus
ter kon alleen maar medelijden voelen met zijn nalvc
verblinding.
„Ik zal zorgen dat alles er keurig uitziet, Steve", be
loofde zij. „Met de kamer boven kan Nelly doen wat ze
wil."
„Wat bpdoel je in vredesnaam, Sara? Je biyft toch
immers by ons. Nelly verwacht niet anders, en ik weet
zeker, dat we het best met elkander zullen kunnen vin
den."
„Maar Steve, dacht je nu heusch dat ik hier biyf, als
jij getrouwd bent?"
„Natuuriyk wel, waarom niet?"
„Hoor eens, Steve. Nelly en ik passen in geen enkel
opzicht bij elkander. Nelly geeft alleen om mooie kleeren
en om uitgaan en je moet toch zelf wel inzien dat we,
waar ik zoo heel anders ben, op den duur toch niet met
elkaar kunnen opschieten en dat het op ruzie zou uit
draaien, als ik bleef. Ik ga in den kost bij Martha Cross-
ley; jullie zullen het heusch wel zonder my kunnen stel
len, Steve."
Ofschoon haar verstand haar zei dat dit de eenige mo
gelijke oplossing was, hinderde het haar toch geweldig,
dat Steve zich nauweiyks tegen haar plan verzette. En
ze wist, dat was geen gevolg van ondankbaarheid of
ongevoeligheid want ongevoelig was hy in veel op
zichten genoeg; misschien zelfs te veel maar h\j wist
niet bettr of het hoorde zoo, dat zy, Sara, zichzelf altijd
op den achtergrond plaatste, waar het zyn genoegen
of geluk gold.
In de weken die volgden, voelde Sara zich door een
looden last gedrukt, maar dat nam niet weg dat ze haar
9, 11, 15—17, 25; wit 9 sch. op ZT—29, 31, 33, 35, 38, 41,
48. Wit speelde als lokzet 2924, waarna zwart meende,
door 2530 een voordeelige stelling te kunnen forceeren.
Hy kwam eohter bedrogen uit, daar wit nu verrassend
antwoordde met 2822, (zw. 17:39) 2721 (zw. 16:47)
en 4843!! (zw. 47:20) 43:1! Een aardig stukj'e proble
matiek in de party.
EEN LEERZAAM EINDSPEL.
Onderstaand eindspel kwam voor in de party tusschen
de heeren J. Berger, Arlès met wit en M. Mayeu met
zwart.
Zw. 4 sch..
H
8
ÜJ
Hf
11
I®f
-
11
Pt
IH
8
Él
i®
8
SU
Pzag
«8
8
m
8
in
18
Él
SI
Éf
8
Wit 3 sch. en 1 dam.
Wit won eenvoudig, dodh leuk, door 2319 (zw. 24:
13) 28—22 (zw. 27:18) 39—34 (zw. 40:29) en 11—2!!
Door het voorafgaande offeren zijner 3 schijven heeft
wit de zwarte steenen in een zoodanige positie ge-
oraciht, dat na den „matzet" 11—2 het verlies van 3
schyven door zwart niet kan worden vermeden. Im
mers wordt schyf 13 door de eigen sdhyf 18 geblok
keerd.
DE GESCHIEDENIS VAN HET
DAMSPEL.
(Slot).
De Phoenlciërs hebben dit spel waarschijnlijk naar
Griekenland en Turkye overgebracht. Te oordeelen
naar hetgeen Herodotus, Aristoteles, Plato, e.a. wys-
geeren er in hun werken van hebben gezegd, viel het
vooral in Griekenland een goede ontvangst ten deel.
Er bestaat 'n oude Grieksche sage, door Plato mede
gedeeld, waarin God: .Hermes" de vader van het
damspel wordt genoemd.
Deze Godheid daagde „Seléne", (de maan) uit tot het
spelen van een dampartij en de inzet was 5 dagen.
God Hermes won deze party en voegde zyn winst by de
reeds in zijn bezit zijnde 360 dagen, waardoor het Jaar
tot 365 dagen werd uitgebreid.
De Grieken noemden het spel „Petteia". Toen Grie
kenland deel uitmaakte van het Byzantijnsche Rijk,
namen de Romeinen het spel spoedig over. Van daar
kwam het onder de Mooren, die het weer op hun
beurt naar Spanje overbrachten waar het met „el juego
de las damas" werd betiteld. Ten opzichte van de ver
spreiding van het damspel hebben de vele oorlogen in
de Oudheid en Middeleeuwen dus ook eenig goeds ver
richt. Een Moorsch schaakspeler heeft het spel toen
moeilijker gemaakt, door een party samen te stellen,
die met 12 schyven aan iedere zijde op 4 ruiten (op
het schaakbord dus) moest worden gespeeld.
Dit nieuwe spel werd in den loop der eeuwen over
geheel Europa verspreid, en het was in de 15e eeuw,
dat het reeds vrij algemeen bekend was geworden.
Tenslotte wijzigde in 1723 een te Parijs wonende Pool
het opnieuw, en wel door 20 stukken aan beide zyden
te geven en op honderd velden te laten spelen. Het
spel werd daardoor veel en veel Ingewikkelder dan het
spel op 64 ruiten door het grootere, thans ontelbare
aantal combinatiemogelijkheden. Omstreeks dezen tyd
werd het dammen ook door Fransche en Hollandsdhe
kolonisten in Canada en de Ver. Staten van Noord-
Amerika bekend en algemeen beoefend.
uiterste best deed, om het huisje zoo netjes en gezellig
mogelijk te maken voor haar broer en zyn jonge vrouw.
Als zij van de fabriek terugkwam, was zy tot laat in
den avond bezig met muren witten, vloeren te boenen,
meubels te wrijven en kleeden en gordijnen te herstel
len en vaak kon zij daarby haar tranen niet inhouden.
Maar ze verborg haar verdriet angstvallig voor Iedereen,
bang dat men het verkeerd zou uitleggen en het aan
zelfzucht zou toeschrijven.
Maar voor ziohzelf wist ze, dat het niet het feit van
Steve's aanstaand huwelyk was, dat haar zoo bezwaarde
Ze had niet anders verwacht, dan dat haar broer met
zyn ontvankelijk, bijna dichteriyke natuur, op een goe
den dag met trouwplannen voor den dag zou komen en
ze had er zelfs dikwijls op gehoopt niet terwille van
zichzelf, maar voor Steve's bestwil dat het maar spoe
dig gebeuren mocht. Als Steve zyn keus had laten val
len op een flink, degelijk, vlytig meisje, dat hem met
liefde en verstand tot een geregeld leven zou weten tc
brengen en hem zijn viijbultersbestaan zou doen opge
ven, zou ze met alle plezier haar huisje met het jonge
paar hebben gedeeld en haar broer alles wat ze aan meu
bels had bijeen gebracht hebben overgelaten, in het ge
lukkige geruststellende besef, dat hy in veilige haven
beland was.
Maar Nelly Barnes! Het had ook niet ongelukkiger
kunnen treffen, dat Steve juist zijn hart moest verliezen
aan dit lichtzinnige jonge meisje van amper zeventien,
dat geen hoogere verlangens koesterde, dan zooveel mo
gelijk mooie kleeren te bezitten.
Neen, ze zag de toekomst voor haar onevenwichtigen
broer donker in...
Den dag voor Steve's huweiyk verhuisde Sara naar
Martha Crossley's huisje. Geen enkel van haar huisraad
nam ze mee, maar de tranen liepen haar over de wangen,
toen zy de kleine woning verliet, waar ze zooveel jaren
had gewoond en die haar door de herinneringen aan haar
overleden moeder zoo lief was geworden. En er was nog
Iets dat haar veel verdriet veroorzaakte, niet om het
geldeiyk verlies dat ze had, maar ook alweer door het
gebrek aan kieschheid, dat Steve weer aan den dag had
gelegd. Er stond op naam van haar moeder en haar al
tijd nog tien pond op de spaarbank, een bedrag dat eigen-
lyk heelemaal door Sara was opgespaard. En Steve, die
dit wist, had geen oogenblik geaarzeld om haar voorstel,
dit geld tusschen hen beide te verdeelen, aan te nemen!
Want voor de vyf pond, die hy op die manier ln han
den kreeg, kon hy met Nelly een paar dagen op reis
gaan.
Steve was zoo dol-verliefd, dat hy, als het er op aan
kwam zijn genotzuohtig vrouwtje een plezier te doen,
geen andere overweging liet gelden.
Eén gebrek kleefde het spel nu nog maar aan. Men
speelde n.1., zooals men zelf dacht, dat het beste was.
Herhaaldelijke oneenigheden tusschen de spelers on
derling waren hiervan het gevolg, hetgeen de ont
wikkeling van het spel natuurlijk niet ten goede kwam,
totdat in 1770 ongeveer de bekende Fransche dam
speler Manory'hieraan een eind maakte, door een alge
meen reglement vast te stellen, waaraan ieder zich te
houden had. Dit heeft tot gevolg gehad, dat men thans
op enkele kleine wijzigingen na, over de geheele we
reld één en hetzelfde reglement speelt, zooals dit in
een algemeene vergadering van de afgevaardigden van
de verschillende landen officieel is vastgesteld.
Met de bespreking van dit reglement, volgens het
welk men dus thans speelt in geheel Nederand, Bel
gië, Frankrijk, Engeland, Zwitserland, Italië, de Noord
kust van Afrika (Tunis, Algiers, enz.) de Ver. Staten,
Canada en Ned. Oost-Indië zullen wy in het volgend
nummer aanvangen, geilustreerd met voorbeelden ter
verduidelijking.
i B tt i él H
Ulvenhout, 13 Apirl 1931.
Menier,
Ollee, ik gaai deus week 's
heel seerjeus over de leut
sohryven. 't Plazier 's ern
stig aan z*n taand vuulen,
om 't zoo 's te zeggen, waant
ik geleuf amico, da me-n
ier in ons Brabaantsche
laand van den goeien Bra-
baantschen weg geraken as
me nie oppassen!
En sodemekajer, da mag
nie!
Waant ze zouwen zooas
't sprikwoord zeet 't kin-
neke mee 't waschwater
wegkieperen.
Keb 't al 's meer gezeed: 't is ier één groot huishou-
wen waar 't er alty gezellig cn leutig naartoe gaat.
Waar iedereen durft te lachen, zonder baang te zijn, dat
'r dalek 'nen veul te strengen vader binnenkomen zal,
die nie van lachen en van plazier houdt. Neeë, sjuust
aandersom is 't ier alty gewiest. Wemmen alty 't gevuul
g'ad, da-d-onzenlieveneer ons gere lachen zag, waant Hij
wist, da z"n kienders lachten om te lachen, plazier mok
ten om d'r plazier, dat er geregeld deur d'r bloed spokta
deur 't onbezurgd geluk, deur de steuvige gezondheid die
uit onze zware boschlochten in de fiksche longen golf
den; deur 't vast vertrouwen op de goedheid van d'n
hoogen hemel van waar 'n zelfde gezondheid spoelde
deur 't rustige zielement! Gezonde zielen in gezonde li
chamen, waaruit 't plazier opbloeide as 'n gloeiend-rooie
roos aan d'n kerngezonden struik!
As ik in deuzen tyd 't veurjaar weer op èèrde komen
zie, as 'k de strake knoppen zie zwellen aan de takken
die morsdood leken, die knoppen mee vruchtbaar ge
weld zie openbarsten en de blaaikes as kèèrsenvlamme-
kes zie lekken naar de blaauwe locht, deurlicht as ze
worren deur 't starke zonneke; as ik de kapellekes,
schoon as violen, zie kruipen uit do donker-dorre co-
conneske; as ik m'n laand veur m'n oogen zie openbre
ken om er de gruune wonderkes van 't zaaisel naar 't
zonneke te zien rekken; as de veugelen de lochten vullen
mee d'r rollerkes en d'r klokkende strotjes; as 't prilla
veurjaar lijk 'n schoone fee d'r hemelsblaauwe sluiers
deur de lochten zwiert: kortom, as de weareld barst van
gezonde vruchtbaarheid en scheppingsdraang, dan hik
't in m'n keel van blydschap en van veul plazier ons
lieveneerke zóó aan 't werk te zien. Dan zouw ik in
de boomen willen klimmen, lachende en zingende om
nog veul meer van al da schoons tegelijk te kunnen
zien. Om 't gruune scheppingspanorama mee éénen oog
opslag te omvatten, in de takken tusschen de veugel-
tjes die mee d'r trillerkes en slagskes, as zuiveren kloks-
kes somtyen, onzenlieven!rke zingend bedaanken.
En as ik da-d-allegaar, van dag tot dag weer zie; as
dan de blommekes gaan bloeien in kleuren as stukjes
gloeiend kerkglas, as lk ze zie opengaan 's mergens in
't gras as sterrekes in den vallenden avond, as ik de
daauwdropkes zie leggen' te glaanzen as pèèrlen in de
kleurige hartjes, d'n leeuwerik naar de zon zie toevloe-
gen mee klappende vlucht, over de stilte van m'n laand;
HOOFDSTUK VL
In den regen.
De maanden, die volgden, deden Sara's gedruktheid niet
verminderen. Ze slaagde er niet in een gevoel van ge
griefdheid en achteruitzetting te overwinnen, ais zij haar
broer enthousiast hoorde praten, over het geluk, dat by
eindelijk gevonden had. Geen enkelen dag ontbrak hy
thans op de fabriek; wat haar moeder en zij nooit van
hem gedaan hadden kunnen krijgen, deed hy thans vry-
willig en zonder morren voor een meisje, een jong, op
pervlakkig, onnoozel ding, dat hem toch blijkbaar om
haar vinger wond. Was al haar zorg en toewijding voor
haar broer dan tenslotte voor niets geweest, had ze een
hersenschim nagejaagd, vroeg ze zich met diepen wee
moed af, en daarvoor noodeloos haar eigen geluk geof
ferd?
Maar toen de zomer ten einde liep, werd ze zich be
wust, dat hy haar zorg niet kon missen, dat ze hem nog
niet kon loslaten, zooals ze het zelf noemde.
Steve had weer een prachtig patroon ontworpen en
voltooid, het beste werkstuk, dat ooit uit zijn bekwame
handen was gekomen. De directie van een andere we-
very had ervan gehoord en bood hem een hooger loon,
dan hy bij Burley verdiende.
Sara ontried hem met alle kracht de nieuwe betrek
king aan te nemen.
„Burley is goed voor je geweest, Steve, en heeft einde
loos geduld met je gehad," drong zy aan. „Al verdien je
daar tien shilling per week meer, je zult toch niet geluk
kiger zyn dan nu, dat verzeker ik je. Je weet wel wat
je hebt, maar Je moet nog maar afwachten hoe de behan
deling bij dien anderen patroon is."
Maar Nelly was een andere meening toegedaan.
„Steve", beweerde zij, „is een kunstenaar in zyn vak
en zoolang hy by Burley werkt heeft hy nooit loon ge
had, dat in overeenstemming was met zyn bekwaam
heid." Het onnadenkende vrouwtje vergat natuurlijk
hoeveel Jonathan van Steve verdragen had, meer dan
welke andere werkgever ooit zou hebben gedaan en ze
gaf hem gelijk, dat hij meer wilde verdienen. Het was
niets anders dan bemoeizucht van Sara, vond Nelly, dat
zij trachtte haar broer te bewegen by Burley te blijven,
waar zij voortdurend controle op hem kon uitoefenen.
Bovendien zouden zy voor tien shilling per week meer,
zich allerlei kleine pretjes of uitstapjes kunnen veroor
loven, die nu achterwege moesten blyven. En dat was
een belangryk ding voor Nelly. Ze wist Steve te bepra-
en, en tenslotte geloofde hy zelf dat hy zijn toekomst
en fortuin zou weggooien, wanneer by het aanbod niet
aannam.
Jonathan Burley zei geen woord toen Steve ontsla*
vroeg, hy scheen zelfs verheugd, toen na eenige dagen de
vacante plaats door een ander ingenomen was.
Wordt vervolgd.