Zijpe en Hazepolder
WIELINGEN
De Landelijke Rijvereeniging „Wieringen" heeft Zon
dag deelgenomen aan de proef-estafetterit Den Oever
Alkmaar. Deze proefrit werd gemaakt als voorproef
der Groote Estafetterit door geheel Nederland naar
Den Haag op 1 en 2 Mei a.s. Deze proef is, voorzoover
wat Wieringen betreft, goed geslaagd. De afstand van
17500 Meter werd door 8 ruiters afgelegd in 54 minu
ten, zijnde vrijwel de juiste tijd van 3 minuten per K.M.
Voor de groote estafetterit naar Den Haag zal worden
gestart op 1 Mei a.s., des avonds om 7.35 uur te Den
Oever. Wat Wieringen betreft is de route Den Oever—
Oosterland—Polder Waard-Nieuwland—Elft—Hippoly-
tushoef—Ooster- en Westerklief—Hoelm—Haukes—Wes-
terland en vervolgens over den afsluitdijk tot Van
Ewijcksluis.
Er was Zaterdagmiddag om 5 uur wederom een
oDenbare vergadering belegd, vanwege den Christe-
1 ijken Fabrieks- en Transportarbeidersbond, afdee-
ling Wieringen, in de school te Den Oever.
Wegens afwezigheid van den voorzitter, opende de
heer Stulp de ve'rcaderinE met gebed.
Vervolgens bracht spreker ter sprake dat dit jaar
de Bondsvergadering te Utrecht zal gehouden worden
op 27 en 28 April a.s.. alwaar gezien de 1 langrijk-
heid het bestuur het noodzakelijk acht, 0111 een afge
vaardigde heen Ie zenden. Het bestuur stelde voor,
om den heer R. Donkerbroek af te vaardigen.
De heer Donkerbroek stelde zich beschikbaar om
naar Utrecht te gaan.
Thans was aan de orde een schrijven behelzende
het verplichtend stellen, om lid te worden van het
t b.c.-fonds. Een levendige gedachtenwisseling volgde
hierover. De vergadering was van meening, dat in
dit voorstel een zekere dwang wordt opgelegd dit
klemt temeer, omdat dit een wekchjksche contnbu-
tieverhooging tengevolge heeft, hetwelk voor verschil
lende leden bezwaren heeft.
De voorzitter verdedigt het voorstel. Spreker zegt
o m. dat de loden per hoofd 5 cent per week moeten
offeren, het is in het belang van onze mede-arbeiders
en hun gezinnen. Het zijn veelal de werkmenschen
die te worstelen hebben met de tuberculose en het
geld missen om zich behoorlijk te laten verplegen. Op
deze wijze worden wij in de gelegenheid gesteld onze
lijdende medcmenschen naar een sanatorium te zen
den. Volgens spreker zijn er twee afdeelingen, w.o.
Hilversum, die zich er voor verklaren.
De afgevaardigde zal evenwel deze zaak ter Bonds
vergadering hespreken.
De voorzitter bracht achtereenvolgens ter tafel de
redactie van ons vakblad en de indeeling van het
blad. Op de a.s. bondsvergadering zal het voorstel ge
daan worden om het hoofdbestuur van den Bond
herkiesbaar te stellen, benevens de redacteur van het
vakblad, de heer Strijbis van Den Haag. Wat de ïn-
deeling van het vakblad „Toenadering" betreft, wordt
de meening geuit, dat het blad te droog is in de eer
ste plaats, de vergadering vindt het te beknopt en te
zakelijk. Bovendien is de inhoud menigmaal moeilijk
te begrijpen, vaak boven het bevattingsvermogen der
leden; de stijl moet eenvoudiger zijn, wil het de
arbeiders bereiken.
De opmerking wordt gemaakt, dat uitbreiding groo-
tere kosten met zich zal brengen. Toch wordt de
noodzakelijkheid van uitbreiding wenschelijk geacht.
Voorts vermeldde de agenda de benoeming van een
nieuwen bode te HiDpolytushoef, wegens bedanken
van den tegenwoordigen functionnaris. Bij acclama
tie werd de. heer H. Duimering benoemd, die deze be
noeming aanvaardde.
Een der leden voelde zich bezwaard om het bode-
geld te betalen, alle weken, hij meende dat alle leden
op een vastgesteld uur het geld maar af moesten dra
gen bij den penningmeester.
Na eenige discussie wordt evenwel het bestaande
bodestelsel gehandhaafd.
Gesproken wordt nog over de Wieringermeertoe-
standen. Sommige der leden voerden wederom aan,
dat alles wat verricht wordt, huns inziens niet onder
de Landarbeiderswet gebracht moest worden, de toe
standen zijn van dien aard dat de leden van het
Transport, genoodzaakt worden om in den Landar-
beidersbond zich te laten overschrijven, aangezien zij
ontslagen worden, want de overeenkomsten zijn met
den Landarbeidersbond afgesloten. Een en ander is
een gevolg van de wilde stakingen, die nu en dan
uitbreken, veroorzaakt door revolutionnaire elemen
ten. Zij hebben wind gezaaid en zullen nu storm
oogsten, daar de loonen nu omlaag zullen gaan in
de naaste toekomst.
Bij de rondvraag deden enkele leden mededeeling
thans noodgedwongen te moeten bedanken als lid
van den Bond.
Tenslotte wordt het jaarverslag van den Bond over
19291930 beschikbaar gesteld voor de leden tegen
den prijs van 30 cent.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de
vergadering met dankgebed.
HIPPOIJTUSHOEF.
In het Evange-lisatiegebouw Reoboth was Zaterdag
avond j.1. een vergadering belegd, waar als spreker het
woord voerde Dr. Oortwijn van Amsterdam, met het
onderwerp: „Nederlandsch Hervormd verbond tot kerk-
herstel". Spreker opent de vergadering met gebed en
leest daarna Gen. 4 van vers 3 tot 15 voor. Het onder
werp, waarover gehandeld wordt, houdt nauw verband
met het gelezen gedeelte, alwaar gesproken wordt over
Kaïn's misdaad tegen Abel, zijn broeder. Als Kaïn dan
•gevraagd wordt, waar is uw broeder Abel, antwoordt
Kaïn: Ben ik mijns broeders hoeder? Zoo komt God tot
de gemeente ook hier, om u toe te roepen: help de kerk
uit het moeras, waarin zij geeonken ls, het moeras van
het modernisme. Als de vraag wordt gesteld: moeten
wij dat doen, wij kunnen het niet helpen, ben Ik mijns
broeders hoeder, luidt mijn antwoord: maar als ge het
niet doet, is het liefdeloosheid, de kerk van Christus
is een lichaam waarvan Christus het hoofd is, het
lichaam is een eenheid, het eene lid helpt het andere,
als één lid lijdt, lijden alle leden. En daarom moet de
verhouding tegenover de kerk daarin overstemmen.
Het tegendeel zien we echter, men is bang iets te
veranderen tot kerkherstel en leertucht, men acht het
te gevaarlijk, dezen en gene uit te werpen. Spreker
heeft dezen ellendigen toestand in Amsterdam leeren
aanschouwen en inzien. Ze zijn dood in braafheid, het
geloofsleven verstikt en versteent. Het is, aldus spreker,
mijn Ideaal om te prediken, het woord te brengen, op
dat ze zich bekeeren, want het Koninkrijk der Hemelen
1s nabij gekomen. Velen geven de Synode de schuld, die
moet de toestand veranderen. Spreker zegt: wij moeten
'het zelf veranderen, schuldbesef moet er komen, want
geslachten gaan en komen, die niets van het Woord
Gods willen weten, omdat het hun niet gebracht is ge
worden.
Dr. Oortwijn vestigt er voorts de aandacht op, dat al
hier evangelisatie-arbeid verricht wordt, het blijft even-
wei hulpmiddel, hulpverband, opdat niet alles dood
bloedt. Er zijn talloos vele kerken, waar het bezoek
gering is, omdat daar het levende woord niet wordt
gebracht. Als de proponenten in de kerk optreden,
wordt hun tevoren niet gevraagd of zy het Woord bren
gen, de zeggingskracht wordt daartoe gemist. Het Ver
hond dat tot stand is gekomen is een samenvoeging van
personen, die herstel willen, de bond heeft een boekje
uitgegeven, met nieuwe reglementen, op last van de Sy
node. na herhaaldelijk aandringen toegegeven door de
Synowe. In 1927 werd een commissie samengesteld van
alle voorstanders daarvan. Deze combinatie van ver
hullende richtingen kwam tot stand in het jaar 1929.
En werden de groote richtlijnen vastgesteld, het nieuwe
reglement is de grondwet der kerk, want het oude is in
haar wezen ongoddelijk en verkeerd. Spreker behandel
de achtereenvolgens de taak van den kerkeraad, het
classicaal bestuur, en de Synode. Wij willen leer en be
lijdenis handhaven in de kerk, op grond van de eer
biediging van Gods Woord, uitbreiding van Gods Ko
ninkrijk, liefde voor het Vorstenhuis.
Spreker besloot zijn rede met er met klem op te
wijzen, dat allen zich willen aansluiten met de bede om
recht voor deze heilige zaak.
Spreker liet nog gezamenlijk zingen Gezang 156 vers 1.
Dr. Oortwijn stelde de gelegenheid open om vragen te
stellen, waarvan de heer Bosma gebruik maakte. Deze
stelde aan spreker een 6-tal vragen, terwijl ook uit het
midden der vergadering vragen aan spreker werden
gedaan, die allen werden beantwoord.
Ofschoon de belangstelling niet groot was, had spre
ker toch een aandachtig gehoor. Tot slot werd gezon
gen Ps. 130 vers 4, daarna volgde sluiting door den
spreker met dankgebed.
BARS1NGERHORN
In deze gemeente doet zich een geval van mond- en
klauwzeer voor bij het vee van den heer de J. te Ha
ringhulzen.
Zondagavond sloeg de bliksem in het transformator
gebouw aan de Leek alhier, zoodat deze gemeente zon
der electrische stroom was, Om ongeveer 11 uur was
het defect weer door de lijnwerkera van het P.E.N. her
steld.
KOLHORN.
Naar wij vernemen zal de bad- en zweminrichting al
hier uitgebaggerd en geheel in orde gebracht worden.
Het werk wordt uitgevoerd door de firma Kuijper te
Schoorl.
Zaterdag heeft de commissie, samengesteld door de
Hollandsche Mij. van Landbouw, afd. Waard en Groet,
een onderhoud gehad met den heer Inspecteur der Di
recte Belastingen te Alkmaar voor de aangifte van lan
derijen voor de vermogensbelasting.
Hierbij werd overeengekomen om het land in den
Waard- en Groetpolder voor f 2000 per H.A. op te ge
ven, uitgezonderd een drietal boerderijen in den Waard-
Polder. waarvan de waarde op f 1800 werd vastgesteld.
Ook voor het land, waarop bloembollen verbouwd wor
den, werd geen hoogere waarde vastgesteld, daar men
geen twee achtereenvolgende jaren bollen op hetzelfde
perceel kan telen.
Voorts deelde de inspecteur mede, dat hij voor gras
land in de gemeente Barsingerhorn en Winkel met een
verlaging van 10 pet. genoegen kon nemen.
HARENK ARSPEL
De Gemengde Zajigvereeniging „Excelsior" alhier,
Directeur de heer Hovenier, gaf Zaterdag j.1. een con
cert in de zaal van den heer D. Bruin. De zaal was
geheel gevuld.
Na de opening kregen wij eerst te hooren een kinder
koor, welk ten beste gaf: „De Woudkoningin", een
kinder-operette in twee bedrijven. Het was een heel
aardig gezicht, een 20-tal van deze kleine meisjes en
jongens op het tooneel te zien en wat zij van deze
operette maakten was, gezien het hartelijk applaus na
ieder bedrijf, zeer in den smaak van de toehoorders.
Men kon zien, zien .dat ieder van hen zyn best deed.
De heer Van der Oord vergastte ons op een voor
dracht, getiteld: „Zeg het met bloemen", een heel leuke
voordracht en waarin de lachspieren geducht in bewe
ging kwamen.
Na de pauze werd door het zangkoor gezongen de
„Lentenachts-fantasie" van J. Paardekoper, met bege
leiding van klavier, sopraan- en bariton-solo. Over het
algemeen werd dit numimer heel mooi gezongen, zoowel
door koor als solisten. Een welverdiend applaus was
hier zeker op z\jn plaats.
De voorzitter dankte na afloop de aanwezigen voor
de groote belangstelling en het aandachtig gehoor en
hoopte dat na het gehoorde van hedenavond, nog eenige
nieuwe leden zich mochten aanmelden tot versterking
van het koor.
WINKET
Met den aanvang van den nieuwen cursus van de
school voor uitgebreid lager onderwijs zal het aantal
leerlingen stijgen tot 46. Van de tegenwoordige leerlin
gen blijven er 23, en met het nieuwe schooljaar zullen
23 nieuwe leerlingen hun intrede doen. Met deze getal
len zal het gemiddelde getal leerlingen op 1 Januari
a.s. zoodanig zijn, dat aanspraak op een derde leerkracht
kan worden gemaakt.
NIEUWE N1 EDORP
Naar we vernemen is door den Landarbeidersbond al
hier een Meifeest georganiseerd, dat gehouden zal wor
den op Vrijdag 1 Mei. Aan dit Meifeest zal worden deel
genomen door de Vrouwenclub van en de Bouwvakai>
beiedrs en Landarbeidersbond van Winkel.
Aftocht des morgens 9 uur bij H. Koorn, Westerweg,
N. Nledorp, van daar naar Winkel. Om 10 uur weer in
optocht terug door geheel Winkel en verder naar N.
Niedorp, waar op het voetbalveld verschillende spelen
zoowel voor jong als oud zullen worden gehouden.
Van Nieuwe Niedorp doen 26 kinderen en 39 ouderen
•mee, terwijl van Winkel 75 kinderen en 30 ouderen van
de partij zullen zijn. Gezamenlijk ongeveer 180 deelne-
mers(sters). Op het voetbalveld zal een soepmaaltijd
worden gegeven, en versnaperingen worden uitgedeeld
Op de vaandels zullen verschillende spreuken meege
voerd worden. Zoo zal dus ook bij ons op het dorp het
Meifeest officieel gehouden worden.
Vergadering van Dijkgraaf. Heemraden en Hoofd
ingelanden, op Maandag 27 April, des middags half
twee, in het logement „Het Wapen van de Zijpe",
van mevrouw wed. J. Broer te Schagerbrug.
Voorzitter de heer C. Hooij, dijkgraaf, secretaris de
heer J. J. Bleek, opzichter de heer Kooij.
Alle leden zijn aanwezig; 1 vacature.
De Voorzitter opent de vergadering, en wijdt enkele
woorden aan de nagedachtenis van den overleden
heemraad, den heer Kruijer. De dood, zegt spr., neemt
van ons weg wat we noode missen en heeft ook van
het Dag. Bestuur een offer gevraagd. De heer Kruijer
heeft eerst als hoofdingeland en daarna als heem
raad, deel uitgemaakt van het bestuur van den pol
der en was ook hoofdingeland van Uitwaterende Slui
zen. Buiten den polder heeft hij een heeleboel func
ties waargenomen en ook voor de familie is hij een
goede steun geweest. Dat alles is vergaan. Spr. hoopt
dat wat de overledene voor den polder heeft gedaan,
in aangename herinnering zal blijven en ook dat een
aangename nagedachtenis van den overledene in het
midden van hoofdingelanden en heemraden zal blij
ven.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Onderzoek geloofsbrieven.
De geloofsbrieven van de benoemde hoofdingelan
den, de heeren G. Rademaker en C. Kraakman, wor
den door de heeren Van der Oord, Rezelman en
Rampen nagezien. Bij monde van den heer Rezelman
wordt tot toelating geadviseerd, met welk advies de
vergadering zich vereenigt.
De Voorzitter feliciteert de benoemden en zogt dat
de heer Kraakman de plaats inneemt van den heer
Schilder, die sinds 1918 hoofdingeland is geweest. Na
mens het geheele polderbestuur dankt spr. den heer
Schilder voor hetgeen hij voor den polder heeft ge
daan en hoopt dat de heer Kraakman de sporen van
den heer Schilder zal volgen, zijn beste beentje voor
de belangen van den polder zal voorzetten en aange
naam met het bestuur zal samenwerken. Het doet
spreker genoegen dat de heer Rademaker, die reeds
meerdere jaren dan dc overige bestuursleden de be
langen van den polder heeft, behartigd, wederom is
benoemd en spr. is overtuigd dat de heer Rademaker
dat met onverminderden ijver zal blijven doen.
De periodiek aftredende heemraad, de heer C. Tiel,
wordt met algemeene stemmen herbenoemd en dit
geeft den Voorzitter wederom aanleiding enkele
vriendelijke woorden tot den heer Tiel te richten, die
zijnerzijds daarvoor zijn denk betuigt.
Iffededeelingen.
Door den Voorzitter wordt er aan herinnerd, dat
een paar jaar geleden aan Ged. Staten gevraagd is
art. 12 van het bijzonder reglement te wijzigen en
wel zoodanig dat de z.g. onbemalen landen begrensd
worden en deze onbemalen landen niet dragen in dc
kosten der bemaling en waarbij dan ook wijziging
in het stemrecht voor de benoeming van molenmecs-
ters noodig was. Van Ged. Staten nu is antwoord
ontvangen dat ze in beginsel geen bezwaar
tegen wijziging van art. 12 hebben, waarhij dan tot
uitdrukking moet komen dat molenmeesters worden
benoemd door ingelanden die in de bemalingskosten
meebetalen. Bovendien zal grensomschrijving noodig
zijn. Deze werkzaamheden dienen voor rekening van
den polder te geschieden, waarhij van provinciewege
wel advies zal worden verleend. Mocht de oude toe
stand worden gehandhaafd, dan dient art. 12 ook
werkelijk te worden toegepast en zouden de onbema
len landen dus in de bemalingskosten moeten bij
dragen.
Het Dag. Bestiïur stelt voor tot wijziging van art.
12 te hesluiten.
De heer Van der Oord vraagt naar de kosten van
het maken der begrenzing op kaart, doch de Voorzit
ter denkt dat die niet zoo heel erg zullen wezen. Er
zijn meer dan 1000 bunder onbemalen land en het is
onbillijk als die aan de bemalingskosten betalen.
Algemeen goedgevonden.
Ten aanzien van polder R. deelt de Voorzitter mede,
dat in Haarlem niets bekend was over de z.g. con-
tractlanden. Deze landen zijn ook weer onbemalen
landen, waarvan een gedeelte inmaling, een ander
gedeelte uitmaling behoefden e:* waarvoor indertijd
een contract is gesloten dot voor dat in- of uitmalen
de halve molenlasten zouden worden betaald. Ged.
Staten hebben tegen deze regeling geen bezwaar,
maar oordeelen dat de bepaling vastgelegd dient te
worden in het bijzonder reglement.
Nadat de heer Erisk er nog op heeft gewezen dat
de billijkheid eischt dat die toestand blijft, wordt
ook tot deze wijziging van het bijzonder reglement
besloten.
Toegestaan wordt een verzoek van de molenmees
ters van polder Q. om een geldleèning van f3000 te
mogen sluiten voor plaatsing van een nieuwen elec-
tro-motor en een verzoek van molenmeesters van pol
der Z.M. tot het aangaan van een geldleening van
f2300 voor verbetering en onderhoud van den water
loop.
Goegekeurd wordt een voorstel tot af- en overschrij
vingen in de rekening van 1930.
Vaststelling rekening 1930 en begrooting
1931.
De commissie bestaande uit de heeren Rampen,
Van der Oord en Brak, brengt bij monde van den
heer Rampen rapport uit. De rekening van het alge
meen bestuur sluit met een batig saldo van f7437.75,
de rekening der sloot- en weggelden met een batig
saldo van f 7207.55/4. Alles werd door de commissie
in orde bevonden en aan den penningmeester wordt
dank gebracht voor zijn gehouden beheer en nette
boekhouding.
Wat de begrooting voor 1931 betreft, kan de com
missie meegaan met een omslag voor het algemeen
bestuur van f2, evenzoo wat betreft een omslag van
f7.50 voor sloot- en weggelden, maar gezien het batig
saldo van f7207.5514, vraagt de commissie zich af of
een omslag van f7 niet voldoende zou zijn.
Blijkens de begrooting stelt het Dag. Bestuur voor
om het salaris van den dijkgraaf te verhoogen van
f 500 op f 800, dat van de heemraden van f 100 op f 150,
en het salaria van den bode van f400 op f350 te
brengen. Ten aanzien van het salaris van den Dijk
graaf was de commissie niet eenstemmig en stelt de
meerderheid voor het op f700 inplaats van op f800
te brengen; het salaris van de heemraden wil de
commissie niet verhoogen en het salaris van den bo
de op f400 laten.
De gelden worden tot nu belegd bij de Hoornsche
Bank. doch in overweging wordt gegeven ze te plaat
sen bij de plaatselijke boerenleenbank. Niet alleen is
dit een plaatselijke instelling, maar zij geeft boven
dien de hoogste rente. De Hoornsche Bank heeft in
1930 gemiddeld gegeven 2lA de boerenleenbank
3% Thans geeft de boerenleenbank 3K de
Hoornsche Bank 2
Nadat de rekening is goedgekeurd, wordt overge
gaan tot postgewijze behandeling van de begrooting.
Over het salaris van den dijkgraaf wil de Voorzit
ter niet spreken, maar wel over de voorgestelde ver
hooging van het salaris der heemraden. Indertijd
was het salaris f 100, maar toen werden niet anders
dan de vergaderingen bezocht en kwam men eens bij
een wanneer er iets was te verrichten. Het schou
wen werd aan den bode overgelaten, maar spr. wijst
er op, dat evenmin als de molenmeesters het schou
wen mogen overlaten aan den molenaar, evenmin
mogen dijkgraaf en heemraden het schouwen over
laten aan den bode. Volgens de Waterschapswet moet
het schouwen geschieden door de leden van het be
stuur of door beëedigde beambten. Ook het schou
wen in onbemalen landen moet door het Dag. Be
stuur geschieden en daartoe moeten ze over plank
jes. prikkeldraad enz. Het is dan ook niet overdre
ven het salaris met f50 te verhoogen.
De heer Van der Oord is een ander idéé toegedaan
en meent dat het werk van een heemraad niet ge
heel beloond behoeft te worden. En bovendien meent
spr. dat de bode kan schouwen en wanneer een in
geland dan niet aan de schouw voldoet, eerst dan
kan het Dag. Bestuur zich van den toestand over
tuigen.
De Voorzitter zegt, dat het zoo gemakkelijk niet
gaat.
De heer Bruin zegt, dat de heemraden de volle
overtuiging hebben, dat het werk van den dijkgraaf
met f800 niet half beloond is. Het spijt spr., dat het
voorstel om het salaris van de heemraden te verhoo
gen oppositie verwekt, want het is niet pleizierig om
het als heemraad te verdedigen. Maar spr. wijst er
dan op, dat hij nog geen jaar als heemraad zitting
heeft, maar reeds heeft bezocht 15 vergaderingen,
volle dagen van 9—6 uur, hij heeft meegemaakt 2
balkenschouwen, begrooting en afschouw onder
houdswerken. de brug bij Zwemmer, en dan de
schouw van de onbemalen landen. Óp die manier
raakt de lust weg en zal spr. moeten bedanken. Het
werk wordt niet half beloond.
De heer Rampen oordeelt, dat het schouwen niet
door de heemraden dient te gebeuren, maar de Voor
zitter wijst nog eens op de bepaling in de water
schapswet.
De heer Dignum vraagt, of het schouwen niet
door den opzichter dient te gebeuren, maar de Voor
zitter antwoordt, dat die reeds meer dan genoeg met
de wegen te doen heeft.
De heer De Boer kan, gehoord de besprekingen,
met dit voorstel tot verhooging meegaan.
De heer Dignuin heeft den indruk dat door Dijk
graaf en Heemraden te veel naar werk wordt ge
zocht. maar de Voorzitter weerspreekt dit.
De heer Eriks oppert de idéé den bode te be-
eedigen. maar de Voorzitter zegt, dat dit niet zoo ge
makkelijk gaat, dat moet de minister goed vinden.
De heer Brak merkt op. dat dan ook de salarissen
der molenmeesters wel verhoogd dienen te worden
als de verhooging gebaseerd is op de schouwen.
De heer Van der Oord vindt dat niet goed. we moe
ten geen ambtenaren worden, maar boeren blijven.
Den heer Rezelman spijt het alleen maar dat de
verhooging van salaris komt in dezen crisistijd.
Tenslotte brengt de Voorzitter het betreffende ar
tikel, salaris Dijkgraaf en Heemraden, in stemming
en wordt het voorstel van het bestuur aangenomen,
tegen stemden de heeren Brat, Rampen en Van der
Oord.
De heer Rampen merkt nog op, dat de begrootings-
commissie niet geheel op de hoogte was van de
werkzaamheden der heemraden en spr. was aan
de hand van het rapport verplicht tegen het voorstel
te stemmen. Spr. vraagt of het rapport niet gewijzigd
kan worden, nu inlichtingen zijn verstrekt.
De Voorzitter acht dat niet noodig, men brengt
zijn stem uit naar eer en geweten en gehoord de be
sprekingen, kan men zijn stem ook anders uitbren
gen.
Wat de voorgestelde salarisvermindering voor den
bode betreft, had de bode een verzoek gezonden om
niet tot verlaging over te gaan en wordt er in dat
verzoek gewezen op het feit dat adressant niet meer
heeft de f50 voor rijwielvergoeding en mist de dub
beltjes voor de uitgereikte waarschuwingen.
Het Dag. Bestuur wilde die verlaging, omdat de
bode niet meer schouwt, maar na bespreking van
het verzoek is het Dag. Bestuur niet homogeen. De
Voorzitter wijst er op, dat de bode zijn werk goed
doet en bovendien zeer geschikt is om den menschen
tot betaling der lasten te brengen.
De heeren Tiel en Bruin wijzen vooral op het niet
meer schouwen, maar het resultaat van de bespre
kingen is dat besloten wordt het salaris op f 400 te
handhaven, tegen stemden de heeren Tiel en Bruin.
Goedgevonden wordt dit jaar de lasten voor sloot-
en weggelden op f7.50 te handhaven. Wellicht dat
deze lasten dan volgend jaar verlaagd kunnen wor
den.
De heer Van der Oord bepleit jiu het beleggen der
overtollige kasgelden bij de Boerenleenbank, al zou
er geen lentevoordeel zijn, immers men steunt dan
ook een boerenzaak.
De heer Bruin stelde de vraag of het bestuur der
Boerenleenbank er wel zoo op gesteld zou zijn. want
het betreft soms een deposito van f 30.000. wat bij een
rentevergoeding van 3*4 verlies voor de Bank be-
teekent.
Besloten wordt dat het Dag. Bestuur inlichtingen
zal inwinnen en in de volgende vergadering met een
voorstel zal komen.
De begrooting wordt vervolgens goedgekeurd.
Door do heeren Rademaker, De Boer en Eriks wor
den de geloofsbrieven van den heer J. de Graaf, be
noemd molenmeester van den polder Z M onder
zocht.
Overeenkomstig het rapport dezer commissie, wordt
de heer De Graaf als benoemd verklaard.
Benoeming Heemraad.
Volgt benoeming van een heemraad, ter voorziening
in de vacature, ontstaan door het overlijden van den
lieer A. J. Kruijer. Zoowel bij eerste als tweede vrije
stemming, is de uitslag: H. Rezelman 7, J. van der
Oord 1, G. Rademaker 3 en J. Rampen 4 stemmen.
Bij herstemming tusschen de heeren Rezelman en
Rampen, verkrijgt de heer Rampen 8 en de heer Re
zelman 7 stemmen, zoodat de heer Rampen geko
zen is.
De Voorzitter zegt dat uit deze benoeming het ver
trouwen blijkt, dat men in den heer Rampen, die
nog maar kort hoofdingeland is, stelt. Spr. wijst op
de vele bemoeiingen van het Dag. Bestuur en hoopt
dat de heer Rampen zal meewerken de zaken van
den polder in goede banen te leiden.
Do heer Rampen verklaart met genoegen do be
noeming te aanvaarden. Spr. voelt veel voor de be
langen van den polder en gezien het nieuwe kanaal,
zal er voor dit gewest nog heel wat tc doen vallen.
De Voorzitter: Ja, dat zijn dingen, daar staan we
op 't oogenblik buiten.
Nog een benoeming.
Ter voorziening in de vacature-Kruijer, moet be
noemd worden een hoofdingeland van het Hoogheem
raadschap van Uitwaterende Sluizen in Kenncmer-
land en Westfriesland.
Bij eerste stemming is de uitslag: W. Nieman 1,
C. Hooij 6, J. C. Bruin 6, J. Ediks 1 en G. Radema
ker 1 stem.
Waar het reglement van Uitwaterende Sluizen
schijnt voor te sghrijven dat een hoofdingeland voor
dit waterschap eigenaar van 10 bunders land moet
zijn, verzoekt de Voorzitter geen stem op hem meer
uit te brengen.
Bij tweede vrije stemming wordt de heer J. C.
Bruin met 11 stemmen benoemd, de heeren J. Eriks
en G. Rademaker verkregen respectievelijk 3 en 1
stem.
De heer Bruin nam de benoeming aan.
De rondvraag.
De heer Brak informeerde naar de egalcment.
De Voorzitter deelde mede, dat hieromtrent wel iets
was mede te deelen, maar spr. deed dat liever in
comité.
De heer Rezelman acht het niet gewcnscht, dat
dijkgraaf en heemraden buiten den polder wonen,
van hoofdingelanden vindt spr. 't geen bezwaar. Spr.
vraagt of niet een regeling is te treffen, waardoor
dijkgraaf en heemraden in den polder moeten wonen.
De Voorzitter acht het voor den dijkgraaf ook be
slist noodzakelijk. Als een dijkgraaf doet wat zijn
plicht is, dient hij in den polder te wonen of anders
als dijkgraaf te bedanken. Met heemraden is het iets
anders, als die voor vergaderingen of andere bijeen
komsten aanwezig zijn, is dat voldoende. Zij hebben
niet die verantwoordelijkheid als dc dijkgraaf. Zelfs
is een heemraad of molenmeester die buiten den pol
der woont, door activiteit te prefereeren boven een
heemraad of molenmeester, die in den polder woont,
maar minder actief is. Een verplichting tot het wo
nen in den polder zou in het bijzonder reglement op
genomen kunnen worden.
Met 12 tegen 3 stemmen wordt besloten het bijzon
der reglement in dezen zin te wijzigen, zoowel voor
den dijkgraaf als voor de heemraden.
Tegen stemden de heeren Rademaker. Kraakman,
en de Voorzitter, de laatste omdat hij die bepaling
voor de heemraden niet noodig acht.
De heer Rezelman vraagt wanneer met het teren
der wegen wordt begonnen, het is zeer noodig.
De Voorzitter antwoordt van gauw, de teer kan el-
ken dag komen.
De heer Rademaker dankt den Voorzitter voor
diens vriendelijke woorden tot hem gericht en hoopt
met den zelfden ijver de belangen van den polder te
behartigen en prettig samen te werken.
De heer Kraakman wijst er op. dat de teerbehan-
deling van den St. Maartensweg eerder verslechtering
dan verbetering heeft teweeggebracht.
De Voorzitter licht toe, dat het een proef was en
vertelt, dat als men weet hoe 't moet. het noodig is
te weten hoe het niet moet. Spr. erkent dat de weg
Schagerbrug-Keinsmerbrug nu niet best is, maar als
hij straks overgeteerd wordt, zal hij wel goed wor
den. De St. Maartensweg was niet onder profiel ge
bracht.
De heer Van der Oord wil geen critiek op het Dag.
Bestuur uitoefenen, maar wijst op den goeden toe
stand van de Koegras-wegen en geeft het Dag. Be
stuur in overweging dit nog eens nader te onderzoe
ken.
De Voorzitter zegt toe, dat het Dag. Bestuur het
zal overdenken. Spr. deelt dan nog mede. dat de le
vering van 2900 M3. grint is opgedragen aan den
heer Bras te Schagen.
Bij de kasopname bij den penningmeester op 17
Januari was in kas 126014.43/4 in overeenstemming
met de boeken.
Na het overlijden van den sluiswachter te Oude-
sluis is de bediening voorloopig aan iemand opge
dragen voor f3.50 per dag en fl per nacht en komen
de sluisgelden aan den polder. Het Dag. Bestuur
vraagt machtiging om bij inschrijving tot openbare
verpachting over te gaan, maar vraagt tevens het
recht om daarna naar goeddunken te handelen. Op
't oogenblik is totaal onbekend hoeveel sluisgelden
ontvangen worden.
De gevraagde machtiging wordt verleend, en daar
na volgt sluiting.