Scbager Courant DE GOUDEN SLEUTELS. OOSTERPOLDER ONDER WINKEL EN N. NIEDORP. Derde Blad. TE ALKMAAR. VOOR DEN KANTONRECHTER Dinsdag 28 April 1931. 74ste Jaargang. No. 8856 Strafzitting van Vrijdag 24 April. ZET UW LICHT NIET ONDER DE KORENMAAT. De heer Kantonrechter, mr. Bastert, was door onge steldheid verhinderd zijn ambt waar te nemen en werd voor dezen dag vervangen door mr. Langeveld. De eerste verdachte, die voor diens rechterstoel ver scheen was de monteur en vrachtautobestuurder Corn M. uit Alkmaar, die in den avond van Zaterdag 28 Febr. juist in het duistere laantje, dat vanaf den Wes- terweg voert over de spoorbaan naar de Kalkoven- brug, motorpech had gekregen en te kampen had met dienstweigering van de dynamo, Zijn vrachtauto kreeg daardoor een zeer ongewenschte standplaats op den hoek van bedoeld laantje en den Westerweg en werd bovendien de situatie neg meer bedenkelijk, door de afwezigheid van elke verlichting, een en ander tot schade van een wieldrijder, de heer C. J. Louwe uit Egmond- Binnen. die onvoorbereid en pardoes op de auto inreed, met gevolg dat hij aan zijn rijwiel een schade van f 4 bekwam. De vrachtauto-chauffeur gaf het feit toe, doch bracht naar voren, dat^hij het slachtoffer was van te genspoed, die eiken automobilist kan treffen. Hier mede werd dan ook wel eenigermate rekening gehou den en verdachte veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen, terwijl de billijke civiele vordering ad f 4, aan den heer Louwe werd toegewezen. KALMTE, VAARDIGHEID EN PLAATSELIJKE KENNIS GEWENSCHT. Een comparant, die zich wel eenigemate onderscheid de boven het gewone genre verdachten, was zonder twijfel de weleerw. heer Gijsbert de L., predikant te Harenkarspel, welke geestelijke voorganger op 26 Febr. te Alkmaar, besturende een tamelijk bejaard fordje, op het ver van veilige Kerkplein in aanrijding kwam met een 4-wielig motorrijtuig, gechauffeerd door den heer P. Neefjes, vertegenwoordiger van het Landbouwkan- toor aldaar. Deze minder zachtzinnige ontmoeting had plaats op den hoek Kerkplein en Paternosterstraat en bekwamen beide wagens materieele schade. Het ergste was wel de predikant er aan toe, daar zijn verzekering alleen betrof schade aan derden en wiens schade aan eigen rijtuig niet gedekt was, terwijl hij bovendien, om dat hij verzuimd had den heer Neefjes als van rechts komend voorrang te verleenen, ook nog met een straf vervolging werd vereerd. Ds de L.. heden dan terecht staande, gaf het feit di rect toe. Hij was ter plaatse geheel onbekend en het slechte weer belette hem voldoende te kunnen uitzien, Voorts verkeerde hij in de meening, dat hij geen ver keer van rechts 'had te wachten en al deze ongunstige samenloopen van omstandigheden, had het hier voren gereleveerde noodlottige gevolg. De toegebrachte schade zou via de verzekering worden geregeld. De Kantonrechter, rekening houdende met een en ander, veroordeelde dominé tot slechts f 3 boete of 3 dagen, zoodat een extra collecte achterwege kan blijven. Maar wel willen we er de automobilisten, vooral hen, die met de locale gesteldheid onbekend zijn, aansporen voornamelijk op en nabij het Kerkplein de meest mo gelijke voorzichtigheid te betrachten, aangezien ondanks de werkelijke aandoenlijke zorg van de verkeerspolitie voor de bevordering der veiligheid, dit stadsgedeelte met zijn zijstraatjes en kronkelwegen de meest moge lijke acitiviteit vereischt. Een radicale oplossing zal daar alléén kunnen worden gevonden door het instellen Van 'n éénrichtingsverkeer, wat echter voor het oogen- blik nog grooter bezwaar zal meebrengen. DE VERBLINDENDE SCHIJNWERPER BRACHT UITKOMST EN REDDING. Een autobestuurder uit Lisse, de heer H. J. Verde gaal, bevond zich in gezelschap van zijn ega met zijn wagen in den avond van 3 Maart op den bekenden Huigendijk onder de gemeente Heerhugowaard. Deze dijk was hem onbekend en leek hem nogal smal en ge vaarlijk, zoodat hij voorzichtigheidshalve, bij de nade ring van een auto zijn wagen geheel rechts van den weg tot stilstand bracht teneindezijn „tegenligger", J FEUILLETON Kaar het Engelsch van' IAMELIA E. BARR „Liefde, trouw en plicht... zie daar de gouden sleutels, die de poorten van het geluk openen..." 9. De kostbare paarlen rolden in alle richtingen en woe dend bukte Anthony zich om ze op te rapen. Inmiddels liep Eleanor de kamer uit, trok haastig hoed en mantel aan en verliet het huis. Aanvankelijk maakte Aske zich niet erg ongerust over Eleanor's wegloopen. Hij liet zich bij Lord Bashpoole verontschuldigen met de mededeeling dat zijn vrouw he vige hoofdpijn had; toen zette hij zich in een grooten stoel in zijn studeerkamer om rustig over het geval na te denken en een beetje op zijn verhaal te komen. Van den chauffeur hoorde hij. dat Eleanor zich naar haar vaders huis had laten brengen en hij was overtuigd, dat Burley haar onmiddellijk terug zou sturen. Maar toen het al later werd en Eleanor maar steeds niet terug kwam. gaf hij voor dien avond de hoop op. Hij veronder stelde da t Eleanor te zeer van streek was geweest om naar rede te luisteren en dat Burley het voor beide par tijen het beste gevonden had dat ze er een nachtje over zouden slapen, vóór hij zijn dochter naar Aske Hall liet terugkeeren. De volgenden dag liep Anthony urenlang zenuwachtig zijn kamer op en neer luisterend naar elk geluid, dat het huis naderde. Telkens meende hij een rijtuig of een auto te hooren, maar het was verbeelding. Toch kon hij zich niet voorstellen dat Eleanor weggegaan was met de bedoeling om niet terug te komen en bij haar vader te blijven. Niet alleen zou dat een ongehoorde schande voor zijn onbevlekte naam zijn, maar hij hield van Elea nor ondanks haar tekortkomingen en al was het leven met haar moeilijk, zonder haar leek het hem een woes tenij... Langzamerhand kwam er een gevoel van wrevel tegen zijn schoonvader by Anthony op. Als Jonathan Burley dan niet in staat was zijn dochter te overreden haar plicht te doen, dan had hij in ieder geval naar hem toe behooren te komen om de zaak te bespreken, meende h\j. Tenslotte kon hij de onrust niet langer verdragen. zooals het In de beroepstaal van de stuurkrans-draaiers heet, rustig af te wachten. Desniettegenstaande had toch een flinke aanrijding plaats en bekwam het rijtuig van den voorzichtigen heer Verdegaal een niet onbe langrijke schade. De automobilist, die deze aanrijding veroorzaakt had, de heer C. de Vr, winkelier te Hoorn, had zich dan ook te dier zake te verantwoorden, doch beweerde beslist, dat een schijnwerper, onder de bumpers van den auto des heeren Verdegaal aangebracht, hem door zijn felle lichtsterkte dermate had verblind, dat zijn stuurvaardig- heid was verminderd en de aanrijding op den toch al smallen dijk het gevolg was. Echter werd door den heer Verdegaal ontkend dat bedoelde schijnwerper een zóó hoog licht had kunnen werpen en overlegde hij deswege een verklaring van een auto-monteur. Door mej. Verdegaal werd geinsinueerd. dat de inzit tenden in den wagen van den heer de V. misschien wat te veel bier hadden gebruikt, wat zij had afgeleid uit de geur en de minder gekuischte taal die zij gebruikten, doch dit werd door den heer de V. en de mede-inzitten- en. de heeren v. Riel en de Waal ten stelligste tegen gesproken, alcohol was door geen hunner gebruikt, wèl een kop chocolade, in een café bij de Friesche brug te Alkmaar. De heer ambtenaar, meenende dat verdachte, toen hij door den schijnwerper verblind werd, had moeten stop pen, vorderde f 15 boete of 15 dagen, doch de kanton rechter achtte het bewijs niet geleverd en sprak den ver dachte vrij, DE EEUWIGE STRIJD TUSSCHEN RECHTS EN LINKS. De groote strijd, die zich in de politieke partijen van onze dagen in hooge mate openbaart, beheerscht ook het verkeersvraagstuk en de verwaarloozing van deze grondregels brengt tallooze ongevallen teweeg. Dit bleek ook alweer uit de aanrijding tusschen een vraohtauto en n luxe wagen, bestuurd door den commissionnaïr F. Moeijes uit Heiloo. welke op 2 Maart plaats had op den gevaarlijken hoek Koogerdijk en Helderschen wég, onder de gemeente Bergen en tengevolge waarvan heden de chauffeur van de vrachtauto J: P. B. uit Heerhugo waard als verdachte compareerde. Gezegde héér Baars had, vanaf den Koogerijk den Helderschen weg oprijdende, den bocht naar links der mate afgeknepen, dat de heer Moeijes, die naderde uit de richting Den Helder en rechts van den weg rijdende, terwijl het uitzicht door een woning werd belemmerd en dus niet vrij was, geen gelegenheid kreeg tijdig te stoppen of voor den vrachtauto door te rijden. De botsing was tamelijk hc-vig. Een naast den heer Moeijes zittende dame werd bloedend verwond door de scher ven van de voorruit en de toegebrachte schade bedroeg f 87.50. De chaufeur beriep zich op artikel 5 der Motor en Rijwielwet, waarin het verkeer van rechts voorrang wordt verleend, doch deze bepaling wordt evenwel krachteloos gemaakt door artikel 73 secundo, waarin dit voorschrift vervalt indien blijkt dat het uitzicht naar rechts zoodanig is belemmerd, dat men het vandaar komende verkeer niet kan opmerken. Door een der getuigen, den brugwachter Meijers, die gelegenheid heeft het verkeer aldaar gade te slaan, werd opgemerkt, dat wel door 100 procent der autobestuurders bedoelde bocht naar links wordt afgeknepen en dus on juist gereden, hetgeen gevaar oplevert op het van rechts komende verkeer op den Hoofdweg. Het zou dan ook zeer wenschelijk zijn, indien op den Koogerdijk, hoek Helderschen weg een duidelijke ver- keersstreep werd aangebracht, ten einde de auto- en wagenbestuurders en wielrijders hun verplichting om rechts dezen hoek te nemen, duidelijk te maken. Wat overigens den vrachtauto-chauffeur betreft, hjj werd in 't ongelijk gesteld en veroordeeld tot f 12 boete of 12 dagen, benevens toewijzing, door den heer Moeijes teruggebracht tot f 50, der civiele vordering. ERNSTIGE WAARSCHUWING AAN LEVERANCIERS VAN DE ALKMAARSCHE PLUIM VEEMARKT. De 60-jarige heer Jb. H., vroeger koopman te Alk maar en thans hoenderparkhouder te Heiloo, had op Zaterdag 21 Maart zijn zoontje per rijwiel naar de Alk- maarsche kippenmarkt gezonden met een korf, inhou dende 9 levende kippen met dito haan. Aangezien echter tegenwoordig de dierenbescherming mede vooral door het krachtig optreden en onverdroten waakzaamheid van den inspecteur der afdeeling, den heer Verver, zeer actief is, werd opgemerkt dat de korf onvoldoende was om een dergelijke kippenfamilie behoorlijk te expedieeren en tegen den pluimveehouder proces-verbaal opgemaakt. Deze heer stond heden terecht en betoogde, dat naar zijn meening de korf voldoende ruimte had geboden. Niemand op de markt, ook de marktmeester niet. had daarop aanmerking gemaakt. Gevorderd werd f 8 boete of 8 dagen, maar de Kan tonrechter. vertrouwende dat de verdachte in het ver volg alle klachten zou voorkomen, vermeende voor dit maal met het opleggen van een geldboete van 1 gulden of 1 dag hechtenis te kunnen volstaan. Iiij schreef Eleanor een kort, zakelijk briefje dat hij door een van de bedienden naar Burley House liet bren gen met de boodschap op antwoord te wachten. „Lieve Eleanor", schreef hij. ,.Ik verwacht je vandaag op Aske Hall terug. Geef Richard de boodschap mee, hoe laat ik je kan halen. Anthonie." Eleanor besefte volkomen wat voor een zelfoverwin ning het haar man moest hebben gekost om een der gelijk briefje te schrijven. Maar ze zou het als blijk van zwakheid van zichzelf beschouwd hebben, als ze direct had toegegeven en ze zei tegen den bediende, dat hij geen antwoord behoefde mee terug te nemen. „Mevrouw zei, dat ik geen antwoord hoefde mee te nemen, meneer." Anthony Aske had een gevoel, alsof hij een vuistslag in het gezicht kreeg, toen Richard hem deze boodschap bracht. Maar nadat hij een weinig van de ontsteltenis bekomen was en over Eleanor's houding nadacht, kwam hij tot de conclusie dat zijn schoonvader de hand in het spel moest hebben. Jonathan had haar natuurlijk in het hoofd gepraat, om niet terug te gaan. Na lange aarzeling besloot hij Burley zelf te schrij ven. Hij zette hem uitvoerig de aanleiding tot hun laat ste oneenigheid uiteen en verzocht zijn schoonvader met den grootsten aandrang zijn dochter aan het verstand te brengen, dat ze naar Aske Hall diende terug te kee- ren. Jonathan's antwoord kwam geen uur nadat hij Aske's brief ontvangen had. „Eleanor voelt zich ongelukkig van den dag af, dat ze getrouwd is," luidde het epistel. „Ze is naar mijn huis gevlucht, waar zij wist onderdak en bescherming te zul len vinden. En zoolang ik zelf een dak boven mijn hoofd Jieb zal ze bij mij een veilig thuis hebben. Een man, die zich niet beheerschen kan en zich niet ontziet met geweld te dreigen, is niet geschikt om met een vrouw te leven en daarom denk ik er niet aan haar mijn be scherming te weigeren en naar jou terug te laten gaan. Dat is alles wat ik je op het oogenblik heb te antwoor den. Jonathan Burley." Direct na ontvangst van dezen brief, liet Aske zich naar Jonathan's fabriek rijden en liet zijn schoonvader om een onderhoud verzoeken. De portier bracht hem in het privé-kantoor, waar Burley aan zijn schrijftafel zat. Anthony liep op hem toe en stak zijn hand uit, maar Jonathan weigerde hardnekkig die aan te nemen. Openbare vergadering van stemgerechtigden van den Oosterpolder onder Winkel en Nieuwe Niedorp op 24 April 1931, te Nieuwe Niedorp. Tegenwoordig 39 stemgerechtigde ingelanden, ver tegenwoordigende 99 stemmen. De Voorzitter opent niet een woord van welkom de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Medodeelingen. In liet najaar van 1930 is het slooten van enkele polderslooten aanbesteed en wel do Westerzwet aan C. Korver te Oude Niedorp voor f1215, de pompsloot bij R. Mijts aan denzelfde voor f 344.50. Verschillende andere gedeelten werden in eigen beheer gesloot, waarmede een uitgaaf gepaard ging van f 534 50. Op verschillende plaatsen is bovendien gebaggerd en daaraan is besteed f302.75. Tal van Ingelanden hebben voorts gesloot, hetzij uit eigen beweging, hetzij 11a hiervoor te zijn aan geschreven. Het krooswerk is ten deele aanbesteed en ten dee- le in eigen beheer uitgevoerd en heeft gekost f332.30. Bij de op 12 December 1930 gehouden stemming is tot voorzitter van den polder herkozen de lieer Jb. Kooij Klz. te Nieuwe Niedorp. Voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen stukken. Ingekomen is de goedkeuring van Ged. Staten op het. besluit tot het aangaan van een kasgeldleening voor 1930. Vpor kennisgeving aangenomen. Rekening 1930. De commissie die de rekening heeft nagezien, be staat uit de heeren J. Kos, P. Pluister Sz. en C. Nieu- weboer. De ontvangsten hebben bedragen fg 16740.56, de uitgaven hebben bedragen f 17234.42>4, nadeelig saldo f 493.86.'; Bij monde van den heer Kos wordt gerapporteerd dat de rekening is onderzocht en alles in de beste orde is bevonden, waarvoor een woord van dank aan het bestuur en in het bijzonder aan den secretaris penningmeester. De commissie stelt dan ook voor de rekening goed te keuren. Overeenkomstig het .voorstel dei- commissie wordt besloten, de rekening vastgesteld, de secretaris-penningmeester bedankt voor zijn ge houden beheer en de commissie voor r onder zoek. Begrooting 1931. De begrooting is in ontvangst en uityaaf geraamd op f 16915.51J-S, bij een omslag van f 12 per II.A. en een post voor onvoorziene uitgaven van f 139.29. Allereerst worden behandeld de uitgaven en post voor post medegedeeld. Jaarwedde secretaris-penningmeester Bij dezen post wordt behandeld het voorstel tot verhooging jaarwedde secretaris-penningmeester. Het komt Molenmeesters voor, dat, waar als ge volg van meerdere bemoeiingen van het bestuur naast het getal vergaderingen ook de werkzaamhe den van den ^secretaris-penningmeester aanmerke lijk zijn vermeerderd, dit bezoldiging niet daar mede in overeenstemming is en stellen thans voor dit salaris te verhoogen mei f50.—. De heer D. Wit Cz. vraagt, hoe het tegenwoordige salaris is. De Voorzitter deelt mede van f200. Op de convoca tie staat verhooging. doch het is meer een brengen van het salaris in overeenstemming met het meer dere werk en nadat gt informeerd is bij andere water schappen is bot salaris al lang te laag geweest. De beer A. Slooves Pz. had gedacht dat lu-t bestuur 'tftet een voorstel van f 100 zou komen. Spr. heeft eens voor enkele jaren mede de rekening nagezien en weet wat er aan te doen is. De heer G. Kamp zegt den Voorzitter on den heer Slooves te hebben gehoord en ziet ook in. dat hel geen verhooging is, doch een nieuwe regeling en daarin behoort het te verrichten werk naar behooren te worden betaald. afotyVotfrcHóeltjonty op geregelde tijden, en neem zoo noodig 'savonds een Foster's Maagpil. De ontlasting geschiedt dan volkomen normaal en zonder krampen. 0.65 per flacon. „Ik kan onmogelijk de hand aannemen van iemand die gedreigd heeft mijn dochter te slaan", verklaarde hij stuursch. „Staat u mij dan tenminste toe. u alles uit te leggen." „Dat heb je al schriftelijk geprobeerd te doen. maar zeg, wat je op het hart hebt." Zonder ook maar iets te verzwijgen vertelde Aske. zooals hij ook reeds had gedaan in zijn brief, uitvoerig de aanleiding tot zijn twist met Eleanor. Hij gaf toe, dat hij in zijn drift te ver gegaan was, maar Eleanor had zoo'n tartende houding aangenomen, dat zelfs een engel zijn geduld zou hebben verloren. Burley hoorde hem zwijgend aan. „Het getuigt niet van karakter, Aske". begon hij norsch. toen zijn schoonzoon uitgesproken was. ..om te trachten op deze wijze je kant schoon te praten. Ik had 't heel wat mannelijke van jeg evonden wanneer je rui terlijk bekend had, dat je ernstig tekort geschoten bent tegenover je vrouw en dat je je daarover schaamde. Maar inplaats daarvan, tracht je de schuld op haar te schuiven..." „Ik heb u zoowel schriftelijk als nu mondeling mijn spijt betuigd, dat ik in mijn drift te ver ben gegaan." antwoordde Aske kalm. „En ik zou zeggen, dat ik toch niet méér kan doen dan dat. Maar u weet heel goed. dat het niet in mijn aard ligt de verantwoording voor mijn daden op ten ander te schuiven en als ik beweer dat Eleanor in dit geval de meeste schuld heeft, is dat niet anders dan de volle waarheid. Het schijnt evenwel." ging hij. opeens scherp, voort. ..dat u mij nog niet goed kent, Welnu, u kunt nu gelegenheid krijgen mij te lee- ren kennen!'* „Is het je bedoeling mij vrees aan te jagen?" vroeg Jonathan uitdagend. „Volstrekt niet. het eenigc wat ik wensch. is antwoord op deze vraag: Bent u bereid te zorgen dat Eleanor naar Aske Hall terugkomt?" „Neen!" „Daar doet u verkeerd aan. Ik zou u er bovendien toe kunnen dwingen." „Zoo? Laat ik je dit zeggen, Anthony. als Eleanor werkelijk is zooals jij haar afschildert, dan is ze zoo geworden door de tactlooze en liefdelooze manier waar op jij haar behandeld hebt. En wat je bedreiging betreft mij te zullen dwingen tot iets. waartoe ik onder geen voorwaarde bereid ben... wel. dat moest je eens probce- ren. Ik verzeker je. Anthony. je zult merken dat je bij mij aan het verkeerde adres bent" „Uw houding is niet bepaald zooals men van een gentleman, of beter: van een vader zou mogen verwach ten," klonk het hoog. Dat was méér dan Jonathan verdragen kon. „Je bent een schoft," viel hij uit, purper van woede De Voorzitter zegt. dat liet bestuur meende dat het nu niet de geschikte tijd is voor verhooging en ineonde ook iti vergelijking niet verder te moeten gaan en de secretaris nam er ook genoegen mede. De heer D Wit Cz. acht deze verhooging gemoti veerd en zal er ook zijn stem aan geven. De heer Slooves vraagt, wanneer het salaris het laatst is geregeld. Medegedeeld wordt omstreeks 1918, toen het van f125 op f 2C0 werd gebracht. Het voorstel van Molenmeesters wordt zonder stemming aangenomen. Onderhoud machine f 400. De heet Kamp vraagt, wat men daarvoor denkt te doen. De Voorzittei zegt. dal lu-t plan bestaat het ge bouw in te voegen, een zuiger moet worden hersteld en voor enkele kleine répara lies. De lieer Kamp zegt, daarvoor dankbaar te zijn, hoewel spreker het vreemd vindt, 1111 te komen met uitvoering van werk, waarover hij reeds verleden Jaar heeft gesproken en het toen niet noodig werd geoordeeld: het blijkt nu dat het bestuur ingezien heeft dat het wel noodig is. Ook de waterloop naar het lage gedeelte is niet in orde. De Voorzitter merkt op, dat daarover geen ver schil is ontstaan, wel over de toen geuite opmer king dat hot bestuur het wel moest gezien hebben, terwijl de mededeeling was, dat het bestuur hel niet had gezien. De heer Gnijaard informeert wat liet werk van de boden is. Spr. krijgt zijn convocatie enz. steeds per post. Medegedeeld wordt, dat dil niet gesrfyedt krach tens opdracht en het werk niet verminderd of ver anderd is. De begrooting wordt na voorlezing der posten van uitgaaf en ontvangst, goedgekeurd. Aangaan van een kasgeldleening. Molenmeesters stellen voor om ter voorziening in de behoefte aan kasgeld voor 1931 een geldlecning aan te gaan van f 2000. Aldus besloten. Invordering omslag 1931. Molenmeesters stellen voor den omslag 1931 in te vorderen vóór 1 Decemhei 1931 en de zitdagen te houden op G Augustus en 5 November te Nieuwe Nie dorp op 13 Augustus en 12 November te Winkel. Al dus besloten. Uitvoering van werken. Molenmeesters vragen machtiging tot het uitvoe ren van werken, hetzij in eigen beheer, hetzij hij aanbesteding. Aidus besloten. Rekeningcommissie voor 1931. Door den Voorzitter worden aangewezen tot leden der commissie, die de rekening 1931 zullen nazien, de heeren T. Beunikes. C. Keizer en Job- Appel. De benoemden zijn ter vergadering tegenwoordig en verklaren di« opdracht te aanvaarden. Voorstel van den heer J. Kamp tot verlaging van het. zomerpeil met 5 c.M. Molenmeesters meenen aanneming van dit voor stel te moeten ontraden. De voorsteller wordt in de gelegenheid gesteld, zijn voorstel nader toe te lichten en doet dit door hei geven van een beschouwing over het nut van ont watering en als gevoig daarvan de verbetering der landerijen en het telen van betere, en voedzamer gewassen. Hoog water is naar sprekers meening verkeerd en door verlaging van het slootwater zal niemand schade lijden. De heer P. de Graaf zegt geen lager water te kun nen hebben om zijn vee in het land te houden. De heer S. Vethnian is het eens met den heer Kamp. Wat het lage winterpeil voor nut doet, wordt bedorven door het hooge zomerpeil. De heer C. Nieuwehoer hoopt, dat liet bestuur zich niet tegen verlaging zal verzetten. Wel zal verbete ring van het land niet direct merkbaar zijn, omdat het verzuurd is door het water» doch langzamerhand zal het heter worden. De heer G. Kamp vraagt de meening van het be stuit r. De Voorzitter zegt. dat hel bestuur van meening is het zomerpeil te móeten handhaven met het oog op de verhouding. Het is niet raadzaam dit goede water weg te malen, om straks zout water te moeten in- malen: dan wordt meer schade gedaan dan goed. Bij laag water inlaten, is het zeer moeilijk liet over al te brengen. Het. bestuur zit echter niet zoo heel vast aan het peil en houdt er reeds rekening mede» dat het niet te hoog wordt. De heer J. Kamp betoogt dat het in andere polders ook niet zonder verzet is geschied, doch nu zijn de ingelanden er dankbaar voor. 5 c.M. zal als er een droge tijd komt. niet veel tegenhouden en voorts zijn er duizenden M3. grond uitgebaggerd, daar is nu plaats voor goed water. Laat het bestuur het toe, dan zullen de Ingelanden met slechte slooten wel komen en behoeven ni?l nagereden te worden. De Voorzitter merkt op, dat er zijn die niet kun nen verlagen. De heer Kat meent, dat 5 e.M. niet merkbaar is. De heer Poolland kan met lager water zijn slooten niet houden De heer Koomen meent, flat in do toekomst ver- „een schoft en een gemeene leugenaar!" Hij schoof met veel rumoer zijn bureaustoel achteruit sprong op en liep met gebalde vuisten op Aske toe. Het zou zeker tot een vechtpartij ^jjn gekomen als Ben Hol den. wiens kantoor aan dat van-zijn baas grensde, niet op het lawaai wa? afgekomen. De hoofdopzichter stoof Buriey's kamer in en stelde zich tusschen de beide mannen; hij begreep dat hij juist bijtijds was geweest om een onheil te verhoeden. Hij legde dc hand op Buriey's schouder. „Jonathan, doe in vredesnaam geen overijlde dingen", waarschuwde hij ernstig. En zich daarop tot Aske wen dend: „Meneer Aske. misschien wilt u wol zoo vriende lijk zijn heen te gaan; ik geloof dat dat op het oogen blik voor beide partijen het beste is." „Eén moment. Ik vraag u voor de laatste maal, Jona than Burley. wilt u uw dochter dwingen naar Aske Hall terug te keeren, of in elk geval weigeren haar langer onderdak tc verschaffen?" „Neen. neen en nog eens neen!" bulderde Burley. „Zoo lang ze wil, kan ze bij mij blijven, versta je?" Zonder verder een woord te zeggen, draaide Aske zich om en verliet het kantoor. Hij was doodsbleek en on danks zijn schijnbaren kalmte, verrieden de strakke trekken om zijn mond. dat hij besloten was den strijd tegen zijn schoonvader aan te binden en uit te vechten tot het bittere einde. Ben Holden, goed menschenkenner als hij was, ont ging dat niet. „Jonathan, ik heb je gewaarschuwd," zei hij bezorgd, toen Aske weg was. „Dc gevolgen van je koppigheid zullen niet uitblijven en ik vrees, dat je tot de conclusie zult komen dat je niet tegen hem opgewassen bent." „Gevolgen? Wat voor gevolgen? Laat hij maar opko men! Ik sta er voor in dat het op een storm in een glas water uitdraait!" „Dacht je dat? Welnu, dan vergis je je deerlijk! Neem dit van mij aan, als je het tegen Aske wilt opnemen, dan moet je besohikken over twéé dingen: een onuit puttelijk vermogen en een onuitputtelijke dosis geduld. De Aske's wonen hier al meer dan vijfhonderd jaar en er is nooit iemand geweest die hen heeft kunnen ver drijven. al had hij daar ook zijn zinnen op gezet, of den strijd tegen hen heeft kunnen volhouden." ,,'t Gaat met mij net als Job. Ben." lachte Jonathan grimmig. „Job zat nog niet goed en wel in de narig heid of aar; alle kanten kwamen troosters of vrienden opdagen. Je kunt me een groot plezier doen, Ben. en laat me op het oogenblik met rust en ga heen. Ik heb gelijk, daarvan ben ik overtuigd." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9