Scbager Courant
DE GOUDEN SLEUTELS.
OOSTERPOLDER ONDER
WINKEL EN N. NIEDORP.
Derde Blad.
TE ALKMAAR.
VOOR DEN KANTONRECHTER
Dinsdag 28 April 1931.
74ste Jaargang. No. 8856
Strafzitting van Vrijdag 24 April.
ZET UW LICHT NIET ONDER DE KORENMAAT.
De heer Kantonrechter, mr. Bastert, was door onge
steldheid verhinderd zijn ambt waar te nemen en werd
voor dezen dag vervangen door mr. Langeveld.
De eerste verdachte, die voor diens rechterstoel ver
scheen was de monteur en vrachtautobestuurder Corn
M. uit Alkmaar, die in den avond van Zaterdag 28
Febr. juist in het duistere laantje, dat vanaf den Wes-
terweg voert over de spoorbaan naar de Kalkoven-
brug, motorpech had gekregen en te kampen had met
dienstweigering van de dynamo, Zijn vrachtauto kreeg
daardoor een zeer ongewenschte standplaats op den
hoek van bedoeld laantje en den Westerweg en werd
bovendien de situatie neg meer bedenkelijk, door de
afwezigheid van elke verlichting, een en ander tot schade
van een wieldrijder, de heer C. J. Louwe uit Egmond-
Binnen. die onvoorbereid en pardoes op de auto inreed,
met gevolg dat hij aan zijn rijwiel een schade van f 4
bekwam. De vrachtauto-chauffeur gaf het feit toe, doch
bracht naar voren, dat^hij het slachtoffer was van te
genspoed, die eiken automobilist kan treffen. Hier
mede werd dan ook wel eenigermate rekening gehou
den en verdachte veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen,
terwijl de billijke civiele vordering ad f 4, aan den
heer Louwe werd toegewezen.
KALMTE, VAARDIGHEID EN PLAATSELIJKE
KENNIS GEWENSCHT.
Een comparant, die zich wel eenigemate onderscheid
de boven het gewone genre verdachten, was zonder
twijfel de weleerw. heer Gijsbert de L., predikant te
Harenkarspel, welke geestelijke voorganger op 26 Febr.
te Alkmaar, besturende een tamelijk bejaard fordje, op
het ver van veilige Kerkplein in aanrijding kwam met
een 4-wielig motorrijtuig, gechauffeerd door den heer
P. Neefjes, vertegenwoordiger van het Landbouwkan-
toor aldaar. Deze minder zachtzinnige ontmoeting had
plaats op den hoek Kerkplein en Paternosterstraat en
bekwamen beide wagens materieele schade. Het ergste
was wel de predikant er aan toe, daar zijn verzekering
alleen betrof schade aan derden en wiens schade aan
eigen rijtuig niet gedekt was, terwijl hij bovendien, om
dat hij verzuimd had den heer Neefjes als van rechts
komend voorrang te verleenen, ook nog met een straf
vervolging werd vereerd.
Ds de L.. heden dan terecht staande, gaf het feit di
rect toe. Hij was ter plaatse geheel onbekend en het
slechte weer belette hem voldoende te kunnen uitzien,
Voorts verkeerde hij in de meening, dat hij geen ver
keer van rechts 'had te wachten en al deze ongunstige
samenloopen van omstandigheden, had het hier voren
gereleveerde noodlottige gevolg. De toegebrachte schade
zou via de verzekering worden geregeld.
De Kantonrechter, rekening houdende met een en
ander, veroordeelde dominé tot slechts f 3 boete of 3
dagen, zoodat een extra collecte achterwege kan blijven.
Maar wel willen we er de automobilisten, vooral hen,
die met de locale gesteldheid onbekend zijn, aansporen
voornamelijk op en nabij het Kerkplein de meest mo
gelijke voorzichtigheid te betrachten, aangezien ondanks
de werkelijke aandoenlijke zorg van de verkeerspolitie
voor de bevordering der veiligheid, dit stadsgedeelte
met zijn zijstraatjes en kronkelwegen de meest moge
lijke acitiviteit vereischt. Een radicale oplossing zal
daar alléén kunnen worden gevonden door het instellen
Van 'n éénrichtingsverkeer, wat echter voor het oogen-
blik nog grooter bezwaar zal meebrengen.
DE VERBLINDENDE SCHIJNWERPER BRACHT
UITKOMST EN REDDING.
Een autobestuurder uit Lisse, de heer H. J. Verde
gaal, bevond zich in gezelschap van zijn ega met zijn
wagen in den avond van 3 Maart op den bekenden
Huigendijk onder de gemeente Heerhugowaard. Deze
dijk was hem onbekend en leek hem nogal smal en ge
vaarlijk, zoodat hij voorzichtigheidshalve, bij de nade
ring van een auto zijn wagen geheel rechts van den
weg tot stilstand bracht teneindezijn „tegenligger", J
FEUILLETON
Kaar het Engelsch
van'
IAMELIA E. BARR
„Liefde, trouw en plicht... zie
daar de gouden sleutels, die de
poorten van het geluk openen..."
9.
De kostbare paarlen rolden in alle richtingen en woe
dend bukte Anthony zich om ze op te rapen. Inmiddels
liep Eleanor de kamer uit, trok haastig hoed en mantel
aan en verliet het huis.
Aanvankelijk maakte Aske zich niet erg ongerust over
Eleanor's wegloopen. Hij liet zich bij Lord Bashpoole
verontschuldigen met de mededeeling dat zijn vrouw he
vige hoofdpijn had; toen zette hij zich in een grooten
stoel in zijn studeerkamer om rustig over het geval na
te denken en een beetje op zijn verhaal te komen. Van
den chauffeur hoorde hij. dat Eleanor zich naar haar
vaders huis had laten brengen en hij was overtuigd, dat
Burley haar onmiddellijk terug zou sturen. Maar toen
het al later werd en Eleanor maar steeds niet terug
kwam. gaf hij voor dien avond de hoop op. Hij veronder
stelde da t Eleanor te zeer van streek was geweest om
naar rede te luisteren en dat Burley het voor beide par
tijen het beste gevonden had dat ze er een nachtje
over zouden slapen, vóór hij zijn dochter naar Aske Hall
liet terugkeeren.
De volgenden dag liep Anthony urenlang zenuwachtig
zijn kamer op en neer luisterend naar elk geluid, dat
het huis naderde. Telkens meende hij een rijtuig of een
auto te hooren, maar het was verbeelding. Toch kon hij
zich niet voorstellen dat Eleanor weggegaan was met
de bedoeling om niet terug te komen en bij haar vader
te blijven. Niet alleen zou dat een ongehoorde schande
voor zijn onbevlekte naam zijn, maar hij hield van Elea
nor ondanks haar tekortkomingen en al was het leven
met haar moeilijk, zonder haar leek het hem een woes
tenij...
Langzamerhand kwam er een gevoel van wrevel tegen
zijn schoonvader by Anthony op. Als Jonathan Burley
dan niet in staat was zijn dochter te overreden haar
plicht te doen, dan had hij in ieder geval naar hem
toe behooren te komen om de zaak te bespreken, meende
h\j. Tenslotte kon hij de onrust niet langer verdragen.
zooals het In de beroepstaal van de stuurkrans-draaiers
heet, rustig af te wachten. Desniettegenstaande had
toch een flinke aanrijding plaats en bekwam het rijtuig
van den voorzichtigen heer Verdegaal een niet onbe
langrijke schade.
De automobilist, die deze aanrijding veroorzaakt had,
de heer C. de Vr, winkelier te Hoorn, had zich dan ook
te dier zake te verantwoorden, doch beweerde beslist,
dat een schijnwerper, onder de bumpers van den auto
des heeren Verdegaal aangebracht, hem door zijn felle
lichtsterkte dermate had verblind, dat zijn stuurvaardig-
heid was verminderd en de aanrijding op den toch al
smallen dijk het gevolg was.
Echter werd door den heer Verdegaal ontkend dat
bedoelde schijnwerper een zóó hoog licht had kunnen
werpen en overlegde hij deswege een verklaring van
een auto-monteur.
Door mej. Verdegaal werd geinsinueerd. dat de inzit
tenden in den wagen van den heer de V. misschien wat
te veel bier hadden gebruikt, wat zij had afgeleid uit de
geur en de minder gekuischte taal die zij gebruikten,
doch dit werd door den heer de V. en de mede-inzitten-
en. de heeren v. Riel en de Waal ten stelligste tegen
gesproken, alcohol was door geen hunner gebruikt, wèl
een kop chocolade, in een café bij de Friesche brug te
Alkmaar.
De heer ambtenaar, meenende dat verdachte, toen hij
door den schijnwerper verblind werd, had moeten stop
pen, vorderde f 15 boete of 15 dagen, doch de kanton
rechter achtte het bewijs niet geleverd en sprak den ver
dachte vrij,
DE EEUWIGE STRIJD TUSSCHEN RECHTS
EN LINKS.
De groote strijd, die zich in de politieke partijen van
onze dagen in hooge mate openbaart, beheerscht ook
het verkeersvraagstuk en de verwaarloozing van deze
grondregels brengt tallooze ongevallen teweeg. Dit bleek
ook alweer uit de aanrijding tusschen een vraohtauto en
n luxe wagen, bestuurd door den commissionnaïr F.
Moeijes uit Heiloo. welke op 2 Maart plaats had op den
gevaarlijken hoek Koogerdijk en Helderschen wég,
onder de gemeente Bergen en tengevolge waarvan heden
de chauffeur van de vrachtauto J: P. B. uit Heerhugo
waard als verdachte compareerde.
Gezegde héér Baars had, vanaf den Koogerijk den
Helderschen weg oprijdende, den bocht naar links der
mate afgeknepen, dat de heer Moeijes, die naderde uit
de richting Den Helder en rechts van den weg rijdende,
terwijl het uitzicht door een woning werd belemmerd
en dus niet vrij was, geen gelegenheid kreeg tijdig te
stoppen of voor den vrachtauto door te rijden. De
botsing was tamelijk hc-vig. Een naast den heer Moeijes
zittende dame werd bloedend verwond door de scher
ven van de voorruit en de toegebrachte schade bedroeg
f 87.50. De chaufeur beriep zich op artikel 5 der Motor
en Rijwielwet, waarin het verkeer van rechts voorrang
wordt verleend, doch deze bepaling wordt evenwel
krachteloos gemaakt door artikel 73 secundo, waarin
dit voorschrift vervalt indien blijkt dat het uitzicht naar
rechts zoodanig is belemmerd, dat men het vandaar
komende verkeer niet kan opmerken.
Door een der getuigen, den brugwachter Meijers, die
gelegenheid heeft het verkeer aldaar gade te slaan, werd
opgemerkt, dat wel door 100 procent der autobestuurders
bedoelde bocht naar links wordt afgeknepen en dus on
juist gereden, hetgeen gevaar oplevert op het van
rechts komende verkeer op den Hoofdweg.
Het zou dan ook zeer wenschelijk zijn, indien op den
Koogerdijk, hoek Helderschen weg een duidelijke ver-
keersstreep werd aangebracht, ten einde de auto- en
wagenbestuurders en wielrijders hun verplichting om
rechts dezen hoek te nemen, duidelijk te maken.
Wat overigens den vrachtauto-chauffeur betreft, hjj
werd in 't ongelijk gesteld en veroordeeld tot f 12 boete
of 12 dagen, benevens toewijzing, door den heer Moeijes
teruggebracht tot f 50, der civiele vordering.
ERNSTIGE WAARSCHUWING AAN LEVERANCIERS
VAN DE ALKMAARSCHE PLUIM VEEMARKT.
De 60-jarige heer Jb. H., vroeger koopman te Alk
maar en thans hoenderparkhouder te Heiloo, had op
Zaterdag 21 Maart zijn zoontje per rijwiel naar de Alk-
maarsche kippenmarkt gezonden met een korf, inhou
dende 9 levende kippen met dito haan.
Aangezien echter tegenwoordig de dierenbescherming
mede vooral door het krachtig optreden en onverdroten
waakzaamheid van den inspecteur der afdeeling, den
heer Verver, zeer actief is, werd opgemerkt dat de
korf onvoldoende was om een dergelijke kippenfamilie
behoorlijk te expedieeren en tegen den pluimveehouder
proces-verbaal opgemaakt.
Deze heer stond heden terecht en betoogde, dat naar
zijn meening de korf voldoende ruimte had geboden.
Niemand op de markt, ook de marktmeester niet. had
daarop aanmerking gemaakt.
Gevorderd werd f 8 boete of 8 dagen, maar de Kan
tonrechter. vertrouwende dat de verdachte in het ver
volg alle klachten zou voorkomen, vermeende voor dit
maal met het opleggen van een geldboete van 1 gulden
of 1 dag hechtenis te kunnen volstaan.
Iiij schreef Eleanor een kort, zakelijk briefje dat hij
door een van de bedienden naar Burley House liet bren
gen met de boodschap op antwoord te wachten.
„Lieve Eleanor", schreef hij. ,.Ik verwacht je vandaag
op Aske Hall terug. Geef Richard de boodschap mee,
hoe laat ik je kan halen.
Anthonie."
Eleanor besefte volkomen wat voor een zelfoverwin
ning het haar man moest hebben gekost om een der
gelijk briefje te schrijven. Maar ze zou het als blijk van
zwakheid van zichzelf beschouwd hebben, als ze direct
had toegegeven en ze zei tegen den bediende, dat hij
geen antwoord behoefde mee terug te nemen.
„Mevrouw zei, dat ik geen antwoord hoefde mee te
nemen, meneer."
Anthony Aske had een gevoel, alsof hij een vuistslag
in het gezicht kreeg, toen Richard hem deze boodschap
bracht. Maar nadat hij een weinig van de ontsteltenis
bekomen was en over Eleanor's houding nadacht, kwam
hij tot de conclusie dat zijn schoonvader de hand in het
spel moest hebben. Jonathan had haar natuurlijk in
het hoofd gepraat, om niet terug te gaan.
Na lange aarzeling besloot hij Burley zelf te schrij
ven. Hij zette hem uitvoerig de aanleiding tot hun laat
ste oneenigheid uiteen en verzocht zijn schoonvader met
den grootsten aandrang zijn dochter aan het verstand
te brengen, dat ze naar Aske Hall diende terug te kee-
ren.
Jonathan's antwoord kwam geen uur nadat hij Aske's
brief ontvangen had.
„Eleanor voelt zich ongelukkig van den dag af, dat
ze getrouwd is," luidde het epistel. „Ze is naar mijn huis
gevlucht, waar zij wist onderdak en bescherming te zul
len vinden. En zoolang ik zelf een dak boven mijn hoofd
Jieb zal ze bij mij een veilig thuis hebben. Een man,
die zich niet beheerschen kan en zich niet ontziet met
geweld te dreigen, is niet geschikt om met een vrouw
te leven en daarom denk ik er niet aan haar mijn be
scherming te weigeren en naar jou terug te laten gaan.
Dat is alles wat ik je op het oogenblik heb te antwoor
den.
Jonathan Burley."
Direct na ontvangst van dezen brief, liet Aske zich
naar Jonathan's fabriek rijden en liet zijn schoonvader
om een onderhoud verzoeken. De portier bracht hem in
het privé-kantoor, waar Burley aan zijn schrijftafel zat.
Anthony liep op hem toe en stak zijn hand uit, maar
Jonathan weigerde hardnekkig die aan te nemen.
Openbare vergadering van stemgerechtigden van
den Oosterpolder onder Winkel en Nieuwe Niedorp
op 24 April 1931, te Nieuwe Niedorp.
Tegenwoordig 39 stemgerechtigde ingelanden, ver
tegenwoordigende 99 stemmen.
De Voorzitter opent niet een woord van welkom de
vergadering.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurd.
Medodeelingen.
In liet najaar van 1930 is het slooten van enkele
polderslooten aanbesteed en wel do Westerzwet aan
C. Korver te Oude Niedorp voor f1215, de pompsloot
bij R. Mijts aan denzelfde voor f 344.50. Verschillende
andere gedeelten werden in eigen beheer gesloot,
waarmede een uitgaaf gepaard ging van f 534 50.
Op verschillende plaatsen is bovendien gebaggerd
en daaraan is besteed f302.75.
Tal van Ingelanden hebben voorts gesloot, hetzij
uit eigen beweging, hetzij 11a hiervoor te zijn aan
geschreven.
Het krooswerk is ten deele aanbesteed en ten dee-
le in eigen beheer uitgevoerd en heeft gekost f332.30.
Bij de op 12 December 1930 gehouden stemming is
tot voorzitter van den polder herkozen de lieer Jb.
Kooij Klz. te Nieuwe Niedorp. Voor kennisgeving
aangenomen.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is de goedkeuring van Ged. Staten op
het. besluit tot het aangaan van een kasgeldleening
voor 1930. Vpor kennisgeving aangenomen.
Rekening 1930.
De commissie die de rekening heeft nagezien, be
staat uit de heeren J. Kos, P. Pluister Sz. en C. Nieu-
weboer. De ontvangsten hebben bedragen fg 16740.56,
de uitgaven hebben bedragen f 17234.42>4, nadeelig
saldo f 493.86.';
Bij monde van den heer Kos wordt gerapporteerd
dat de rekening is onderzocht en alles in de beste
orde is bevonden, waarvoor een woord van dank aan
het bestuur en in het bijzonder aan den secretaris
penningmeester.
De commissie stelt dan ook voor de rekening
goed te keuren. Overeenkomstig het .voorstel dei-
commissie wordt besloten, de rekening vastgesteld,
de secretaris-penningmeester bedankt voor zijn ge
houden beheer en de commissie voor r onder
zoek.
Begrooting 1931.
De begrooting is in ontvangst en uityaaf geraamd
op f 16915.51J-S, bij een omslag van f 12 per II.A. en
een post voor onvoorziene uitgaven van f 139.29.
Allereerst worden behandeld de uitgaven en post
voor post medegedeeld.
Jaarwedde secretaris-penningmeester Bij dezen
post wordt behandeld het voorstel tot verhooging
jaarwedde secretaris-penningmeester.
Het komt Molenmeesters voor, dat, waar als ge
volg van meerdere bemoeiingen van het bestuur
naast het getal vergaderingen ook de werkzaamhe
den van den ^secretaris-penningmeester aanmerke
lijk zijn vermeerderd, dit bezoldiging niet daar
mede in overeenstemming is en stellen thans voor
dit salaris te verhoogen mei f50.—.
De heer D. Wit Cz. vraagt, hoe het tegenwoordige
salaris is.
De Voorzitter deelt mede van f200. Op de convoca
tie staat verhooging. doch het is meer een brengen
van het salaris in overeenstemming met het meer
dere werk en nadat gt informeerd is bij andere water
schappen is bot salaris al lang te laag geweest.
De beer A. Slooves Pz. had gedacht dat lu-t bestuur
'tftet een voorstel van f 100 zou komen. Spr. heeft
eens voor enkele jaren mede de rekening nagezien
en weet wat er aan te doen is.
De heer G. Kamp zegt den Voorzitter on den heer
Slooves te hebben gehoord en ziet ook in. dat hel
geen verhooging is, doch een nieuwe regeling en
daarin behoort het te verrichten werk naar behooren
te worden betaald.
afotyVotfrcHóeltjonty
op geregelde tijden, en
neem zoo noodig 'savonds
een Foster's Maagpil. De
ontlasting geschiedt dan
volkomen normaal en
zonder krampen.
0.65 per flacon.
„Ik kan onmogelijk de hand aannemen van iemand
die gedreigd heeft mijn dochter te slaan", verklaarde
hij stuursch.
„Staat u mij dan tenminste toe. u alles uit te leggen."
„Dat heb je al schriftelijk geprobeerd te doen. maar
zeg, wat je op het hart hebt."
Zonder ook maar iets te verzwijgen vertelde Aske.
zooals hij ook reeds had gedaan in zijn brief, uitvoerig
de aanleiding tot zijn twist met Eleanor. Hij gaf toe,
dat hij in zijn drift te ver gegaan was, maar Eleanor
had zoo'n tartende houding aangenomen, dat zelfs een
engel zijn geduld zou hebben verloren.
Burley hoorde hem zwijgend aan.
„Het getuigt niet van karakter, Aske". begon hij
norsch. toen zijn schoonzoon uitgesproken was. ..om te
trachten op deze wijze je kant schoon te praten. Ik had
't heel wat mannelijke van jeg evonden wanneer je rui
terlijk bekend had, dat je ernstig tekort geschoten bent
tegenover je vrouw en dat je je daarover schaamde.
Maar inplaats daarvan, tracht je de schuld op haar te
schuiven..."
„Ik heb u zoowel schriftelijk als nu mondeling mijn
spijt betuigd, dat ik in mijn drift te ver ben gegaan."
antwoordde Aske kalm. „En ik zou zeggen, dat ik toch
niet méér kan doen dan dat. Maar u weet heel goed.
dat het niet in mijn aard ligt de verantwoording voor
mijn daden op ten ander te schuiven en als ik beweer
dat Eleanor in dit geval de meeste schuld heeft, is dat
niet anders dan de volle waarheid. Het schijnt evenwel."
ging hij. opeens scherp, voort. ..dat u mij nog niet goed
kent, Welnu, u kunt nu gelegenheid krijgen mij te lee-
ren kennen!'*
„Is het je bedoeling mij vrees aan te jagen?" vroeg
Jonathan uitdagend.
„Volstrekt niet. het eenigc wat ik wensch. is antwoord
op deze vraag: Bent u bereid te zorgen dat Eleanor naar
Aske Hall terugkomt?"
„Neen!"
„Daar doet u verkeerd aan. Ik zou u er bovendien
toe kunnen dwingen."
„Zoo? Laat ik je dit zeggen, Anthony. als Eleanor
werkelijk is zooals jij haar afschildert, dan is ze zoo
geworden door de tactlooze en liefdelooze manier waar
op jij haar behandeld hebt. En wat je bedreiging betreft
mij te zullen dwingen tot iets. waartoe ik onder geen
voorwaarde bereid ben... wel. dat moest je eens probce-
ren. Ik verzeker je. Anthony. je zult merken dat je bij
mij aan het verkeerde adres bent"
„Uw houding is niet bepaald zooals men van een
gentleman, of beter: van een vader zou mogen verwach
ten," klonk het hoog.
Dat was méér dan Jonathan verdragen kon.
„Je bent een schoft," viel hij uit, purper van woede
De Voorzitter zegt. dat liet bestuur meende dat
het nu niet de geschikte tijd is voor verhooging en
ineonde ook iti vergelijking niet verder te moeten
gaan en de secretaris nam er ook genoegen mede.
De heer D Wit Cz. acht deze verhooging gemoti
veerd en zal er ook zijn stem aan geven.
De heer Slooves vraagt, wanneer het salaris het
laatst is geregeld.
Medegedeeld wordt omstreeks 1918, toen het van
f125 op f 2C0 werd gebracht.
Het voorstel van Molenmeesters wordt zonder
stemming aangenomen.
Onderhoud machine f 400.
De heet Kamp vraagt, wat men daarvoor denkt te
doen.
De Voorzittei zegt. dal lu-t plan bestaat het ge
bouw in te voegen, een zuiger moet worden hersteld
en voor enkele kleine répara lies.
De lieer Kamp zegt, daarvoor dankbaar te zijn,
hoewel spreker het vreemd vindt, 1111 te komen met
uitvoering van werk, waarover hij reeds verleden
Jaar heeft gesproken en het toen niet noodig werd
geoordeeld: het blijkt nu dat het bestuur ingezien
heeft dat het wel noodig is. Ook de waterloop naar
het lage gedeelte is niet in orde.
De Voorzitter merkt op, dat daarover geen ver
schil is ontstaan, wel over de toen geuite opmer
king dat hot bestuur het wel moest gezien hebben,
terwijl de mededeeling was, dat het bestuur hel niet
had gezien.
De heer Gnijaard informeert wat liet werk van
de boden is. Spr. krijgt zijn convocatie enz. steeds
per post.
Medegedeeld wordt, dat dil niet gesrfyedt krach
tens opdracht en het werk niet verminderd of ver
anderd is.
De begrooting wordt na voorlezing der posten van
uitgaaf en ontvangst, goedgekeurd.
Aangaan van een kasgeldleening.
Molenmeesters stellen voor om ter voorziening in
de behoefte aan kasgeld voor 1931 een geldlecning
aan te gaan van f 2000. Aldus besloten.
Invordering omslag 1931.
Molenmeesters stellen voor den omslag 1931 in te
vorderen vóór 1 Decemhei 1931 en de zitdagen te
houden op G Augustus en 5 November te Nieuwe Nie
dorp op 13 Augustus en 12 November te Winkel. Al
dus besloten.
Uitvoering van werken.
Molenmeesters vragen machtiging tot het uitvoe
ren van werken, hetzij in eigen beheer, hetzij hij
aanbesteding. Aidus besloten.
Rekeningcommissie voor 1931.
Door den Voorzitter worden aangewezen tot leden
der commissie, die de rekening 1931 zullen nazien,
de heeren T. Beunikes. C. Keizer en Job- Appel.
De benoemden zijn ter vergadering tegenwoordig
en verklaren di« opdracht te aanvaarden.
Voorstel van den heer J. Kamp tot verlaging van
het. zomerpeil met 5 c.M.
Molenmeesters meenen aanneming van dit voor
stel te moeten ontraden.
De voorsteller wordt in de gelegenheid gesteld, zijn
voorstel nader toe te lichten en doet dit door hei
geven van een beschouwing over het nut van ont
watering en als gevoig daarvan de verbetering der
landerijen en het telen van betere, en voedzamer
gewassen. Hoog water is naar sprekers meening
verkeerd en door verlaging van het slootwater zal
niemand schade lijden.
De heer P. de Graaf zegt geen lager water te kun
nen hebben om zijn vee in het land te houden.
De heer S. Vethnian is het eens met den heer
Kamp. Wat het lage winterpeil voor nut doet, wordt
bedorven door het hooge zomerpeil.
De heer C. Nieuwehoer hoopt, dat liet bestuur zich
niet tegen verlaging zal verzetten. Wel zal verbete
ring van het land niet direct merkbaar zijn, omdat
het verzuurd is door het water» doch langzamerhand
zal het heter worden.
De heer G. Kamp vraagt de meening van het be
stuit r.
De Voorzitter zegt. dat hel bestuur van meening is
het zomerpeil te móeten handhaven met het oog op
de verhouding. Het is niet raadzaam dit goede water
weg te malen, om straks zout water te moeten in-
malen: dan wordt meer schade gedaan dan goed.
Bij laag water inlaten, is het zeer moeilijk liet over
al te brengen. Het. bestuur zit echter niet zoo heel
vast aan het peil en houdt er reeds rekening mede»
dat het niet te hoog wordt.
De heer J. Kamp betoogt dat het in andere polders
ook niet zonder verzet is geschied, doch nu zijn de
ingelanden er dankbaar voor. 5 c.M. zal als er een
droge tijd komt. niet veel tegenhouden en voorts zijn
er duizenden M3. grond uitgebaggerd, daar is nu
plaats voor goed water. Laat het bestuur het toe,
dan zullen de Ingelanden met slechte slooten wel
komen en behoeven ni?l nagereden te worden.
De Voorzitter merkt op, dat er zijn die niet kun
nen verlagen.
De heer Kat meent, dat 5 e.M. niet merkbaar is.
De heer Poolland kan met lager water zijn slooten
niet houden
De heer Koomen meent, flat in do toekomst ver-
„een schoft en een gemeene leugenaar!"
Hij schoof met veel rumoer zijn bureaustoel achteruit
sprong op en liep met gebalde vuisten op Aske toe. Het
zou zeker tot een vechtpartij ^jjn gekomen als Ben Hol
den. wiens kantoor aan dat van-zijn baas grensde, niet
op het lawaai wa? afgekomen.
De hoofdopzichter stoof Buriey's kamer in en stelde
zich tusschen de beide mannen; hij begreep dat hij juist
bijtijds was geweest om een onheil te verhoeden.
Hij legde dc hand op Buriey's schouder.
„Jonathan, doe in vredesnaam geen overijlde dingen",
waarschuwde hij ernstig. En zich daarop tot Aske wen
dend: „Meneer Aske. misschien wilt u wol zoo vriende
lijk zijn heen te gaan; ik geloof dat dat op het oogen
blik voor beide partijen het beste is."
„Eén moment. Ik vraag u voor de laatste maal, Jona
than Burley. wilt u uw dochter dwingen naar Aske Hall
terug te keeren, of in elk geval weigeren haar langer
onderdak tc verschaffen?"
„Neen. neen en nog eens neen!" bulderde Burley. „Zoo
lang ze wil, kan ze bij mij blijven, versta je?"
Zonder verder een woord te zeggen, draaide Aske zich
om en verliet het kantoor. Hij was doodsbleek en on
danks zijn schijnbaren kalmte, verrieden de strakke
trekken om zijn mond. dat hij besloten was den strijd
tegen zijn schoonvader aan te binden en uit te vechten
tot het bittere einde.
Ben Holden, goed menschenkenner als hij was, ont
ging dat niet.
„Jonathan, ik heb je gewaarschuwd," zei hij bezorgd,
toen Aske weg was. „Dc gevolgen van je koppigheid
zullen niet uitblijven en ik vrees, dat je tot de conclusie
zult komen dat je niet tegen hem opgewassen bent."
„Gevolgen? Wat voor gevolgen? Laat hij maar opko
men! Ik sta er voor in dat het op een storm in een
glas water uitdraait!"
„Dacht je dat? Welnu, dan vergis je je deerlijk! Neem
dit van mij aan, als je het tegen Aske wilt opnemen,
dan moet je besohikken over twéé dingen: een onuit
puttelijk vermogen en een onuitputtelijke dosis geduld.
De Aske's wonen hier al meer dan vijfhonderd jaar en
er is nooit iemand geweest die hen heeft kunnen ver
drijven. al had hij daar ook zijn zinnen op gezet, of den
strijd tegen hen heeft kunnen volhouden."
,,'t Gaat met mij net als Job. Ben." lachte Jonathan
grimmig. „Job zat nog niet goed en wel in de narig
heid of aar; alle kanten kwamen troosters of vrienden
opdagen. Je kunt me een groot plezier doen, Ben. en
laat me op het oogenblik met rust en ga heen. Ik heb
gelijk, daarvan ben ik overtuigd."
Wordt vervolgd.