SchagerCourant
School en samenleving.
Nabootsing van Westersche beschaving
HEERENBAAI
Vierde Blad.
De schoolstrijd in
Nederland.
Uit onze Omgeving.
rooktabak f
Zaterdag 2 Mei 1931.
74ste Jaargang. No 8859
WAAROM EEN CHRISTELIJKE SCHOOL?
De openbare school is dè school in dienst
van de maatschappij, van de samenleving
en hierin ligt wel het groote verschil met
de bijzondere kerkelijke scholen, waar het
kind wordt gevormd tot trouwe volgeling
van de kerk."
Zeer velen zullen zich herinneren hoe tijdens de we
reldbrand 1914-1918 aan de zuidelijke grenzen van ons
kleine land de verre donder der kanonnen doordrong als
Ln onheilspellend gegrom van een vernietigenden de
mon hoe schijnsels der zoeklichten flitsten door de
donkere nacht, op zoek naar een mensch, dat daar bo
ven de vruchtbare velden cirkelde, in 't bezit van dood
en verderf brengend oorlogstuig, dat hij ging uitstrooien
om zrine medemenschen een afschuwelijke dood te doen
eterven erger nog, hem te verminken voor zijn leven.
Hoe duizenden, ja tien duizenden den dag begonnen
■waarvan zi.i het einde niet meer zouden beleven, omdat
(hun medemensch hen had leeren beschouwen als le
vensgevaarlijke tegenstanders, die liever nog vandaag
onschadelijk gemaakt moesten worden, dan morgen; te
genstanders, die zijn leven bedreigden elk uur, neen, elk
oogenblik van den dag en den nacht En de wapens
■waarmede die geweldige moordpartijen bedreven wer
den? Ze werden gezegend aan beide zijden van de ge
vechtslinie door de dienaren van de kerk, die haar pre
dikanten en geestelijken gaf, om de legers te dienen en
de menschen tot elkander te brengen en te zeggen:
„Laat af van die broedermoord!... zoudt ge wellicht mee-
ïien, lezer! Gij weet wel beter! Gij weet, dat op den loop
der oorlogsgebeurtenissen de kerk niet de minste invloed
uitoefenen kon en dat er aan alle strijd slechts een ein
de kwam, doordat een groot deel van het Duitsche volk
uitsprak het:. Tot hier en niet verder! Het volk, dat
eerst door zijn leiders bruikbaar was gemaakt tot de
gruweldaad van den oorlog; dat had leeren gelooven, dat
zijn medemensch tot daden van vijandschap en bruut
geweld jegens hem in staat waren en dat plechtig ge
sloten verdragen als vodjes papier leerde beschouwen,
dat op de scholen werd vertrouwd gemaakt met de idee
van zijn eigen superioriteit. En het „Deutschland über
alles", spreekt dat geen boekdeelen? Wie Zondag 1.1. de
per radio uitgezonden voetbalmatch NederlandDuitsoh-
land gevolgd heeft, zal nog de zeer onaangename gewaar
wording niet van zich kunnen zetten, die hij kreeg toen
de Duitsche supporters hun Deutschland-lied meebrul-
den, terwijl de muziek dit ten gehoore bracht ter verwel
koming van de Duitsche gasten. Het kon dan ook geen
verwondering wekken, toen de Hollanders hierop ant
woordden met het zingen van het Wilhelmus, een ver
tooning, die bij de internationale wedstrijden over het
algemeen achterwege wordt gelaten, en die tot een
vriendschappelijke vérhouding bitter weinig zal bijdra
gen. We kunnen' hieruit de conclusie trekken, dat er
heel weinig noodi'g is, om een vuurtje aan te wakkeren,
dat eenmaal tot een geweldige brand geworden, niet
meer te beteugelen zal zijn en zyn vernietigend werk
•kan voltooien, waar daarvoor maar voedsel te vinden is.
Kunnen we ons aa n ftet voorgaande niet spiegelen,
al3 we den schoolstrijd bezien, die in ons land gestreden
wordt en waarvan wij in de naaste toekomst ook de
wrange vruchten zullen plukken in onze gemeente en
haar naaste omgeving? Wij bedoelen de bouw van een
z.g. christelijke school, die sommige ouders noodlg ach
ten, omdat de openbare school hen niet kan voldoen. We
kennen allen, die openbare school, maar weten we ook
iets van haar karakter. Weten we wel, waartoe zij op
leidt? Weten we wel, dat zij de draagster is van gemeen
schapszin; dat alle gezindten voor haar gelijk z(jn? Dat
zij tot verbroedering voert en niet tot scheiding, die de
menschen van elkaar vervreemdt en leidt tot achterdocht
en vijandschap? Het is in de eerste plaats noodig, dat
dit doordringt tot de velen, die in de openbare school
alleen maar zien een onderwijsinrichting en haar op
voedende beteekenis, uit het oog verliezen en die straks
wellicht zullen gaan kiezen, welke de school voor hun
kinderen zal zijn, de openbare of de bijzondere.
Kort uitgedrukt kunnen we zeggen: de taak van de
openbare school bestaat uit: bevordering van de samen
werking, de eensgezindheid, de saamhoorigheid, het
gemeenschapsgevoel, de verdraagzaamheid, de naasten
liefde.
De O. S. Is d school in dienst van de maatschappij,
Van de samenleving en hierin ligt wel het groote ver
schil met de bijzondere kerkelijke scholen, waar het
kind wordt gevormd tot trouwe volgeling van de kerk.
Het is niet te loochenen, dat de confessioneele scholen
geheel een propaganda-instituut zijn voor de kerk. Ver
reweg het grootste deel dier scholen staat direct of
indirect onder kerkelijke macht en invloed en wordt be-
iheerscht door den geest, die daar heerschende is. Zij
dient vooral om de kerkelijke en kerkelijk-politieke
beginselen aan de kinderen in te prenten, met het al
of niet gewilde gevolg, dat bij de leerlingen een geest
van vervreemding gekweekt wordt ten opzichte van
andersdenkenden, die zij als min of meer minderwaar
dig aan henzelf leeren beschouwen. Men moet eens le-
zen, hoe de hervorming wordt behandeld in roomsch-
katholieke geschiedenisboekjes en in leerboekjes van
protestantsche scholen. Om beurten treedt daar de
zelfde Christelijke God op als bestrijder der Hervormden
en der Roomsch-Katholieken, al naar het tooneel wordt
verplaatst naar de katholieke school of naar de chris
telijke.
Op een zoodanige wijze zal de openbare school de
kinderziel nooit bearbeiden. De openbare onderwijzer
heeft zich volgens wettelijk voorschrift, te onthouden
van iets te leeren, te doen of toe te laten, wat strijdig
is met de eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige
begrippen van andersdenkenden. Hebt gij wel eens ge
hoord, lezer, van een openbaar onder-wijzer die werd
geschorst, omdat hij in zijn school die voorgeschreven
eerbied niet toonde?
Uit den kring der tegenstanders van de O. S. hoort
men bij hun aanvallen op het openbaar onderwijs vaak
de bewering, dat de oprichting van een christelijke
school noodlg is. om ervoor te waken, dat de kinderen
op lateren leeftijd niet vervallen tot ongeloof, socialis
me en communieme. Nog liever drukt men het zoo uit:
Öe openbare school kweekt ongeloovigen, socialisten
en communisten.
Wie nu ook maar eenigszins op de hoogte is van het
karakter van het onderwijs op de openbare school,
Vfeet dat een dergelijke bewering groote dwaasheid,
juister gezegd, grove misleiding is. Het openbaar on
derwijs heeft geen voorkeur voor een bepaalde leer of
partij en vervult haar taak tenopzichte van de reli
gieuze en zedelijke opvoeding ten volle. Ze legt, zoo
als Thorbecke het eens uitdrukte, de grondslag voor
alle belijdenissen. Honderdduizenden, die als kind het
onderwijs op de O. S. genoten hebben, behooren op latere
leeftyd tot het een of ander kerkgenootschap. Dc J. H.
Gunning Wz., schoolopziener in het district Amster
dam, een man, die de praktijk van bijzonder en open
baar onderwijs uitnemend kende, verklaarde indertijd:
„Wil ik U eens wat zeggen? Ik heb nog nimmer en
ge weet, ik spreek veel menschen nog nimmer zeg
ik U, iemand ontmoet, die verklaarde, dat hij door de
openbare school een ongeloovige of een sociaal-demo
craat was geworden, maar daarentegen meer dan één,
die positief verklaarde, dat hij door de christelijke
school en de wijze, waarop daar het geloof wordt inge
stampt, geheel van het geloof en godsdienst zijner va
deren was vervreemd." En hierbij een frappant voor
beeld: Toen eenigen tijd geleden een onderzoek werd
ingesteld, welk onderwijs was genoten door de leden
van het 'hoofdbestuur der Vrijdenkers-vereeniging „De
Dageraad", bleken alle zeven leden oud-leerlingen der
bijzondere school te zijn!
Door tal van predikanten en door verscheidene pro
pagandisten voor het bijzonder onderwijs, wordt de doop
belofte vaak gebezigd als een dwangmiddel om de ou
ders te bewegen hun kinderen naar de bijzondere school
te zenden. Bij de doop leggen de ouders de belofte af
hun kinderen in de christelijke leer naar hun vermogen
te onderwijzen of te doen of helpen bnderwijzen. „Voor
op wordt dus gesteld, dat de ouders hun kinderen zelf
onderwijzen. Hierop valt de nadruk", aldus dr. W. D. van
Wijngaarden, orthodox predikant der Ned. Herv. Ge
meente te Reeuwijk in de Goudsche Crt., van 23 Janu
ari 1922, en daarop wordt veel te weinig acht gegeven
Eerst in de tweede plaats behooren de ouders hun kin
deren ook in de christelijke leer te doen of te helpen on
derwijzen. Nu zie ik niet in, waarom dit laatste nu juist
op een z.g. „Christelijke school" zou moeten gebeuren
en waarom ouders, die hun kinderen ter openbare school
zenden, hun doopbelofte zouden breken. Want voor kin
deren, die de openbare school bezoeken is toch ruim
schoots gelegenheid ter Zondagschool en catechisatie te
gaan. En indien de ouders hun kinderen daarheen zen
den, en daarnevens hun kinderen thuis naar hun vermo
gen onderwijzen in de dingen van Gods Koninkrijk en
door woord en voorbeeld een christelijke opvoeding ge
ven, dan hebben zij daarmede al schitterend hun doop
belofte gestand gedaan, mijns inziens. Maar ik ben er
ook diep van overtuigd, dat we met de christelijke scho
len van thans het ideaal geen stap nader komen, ja, dat
we daarmee den verkeerden weg zijn opgegaan en dat
het zaak is in 't belang van ons volk terug te keeren,
eer het te laat is als het tenminste niet te laat is'
Want hoe jammerlijk verscheurd en verdeeld is nu, door
die onzalige schoolkwestie ons vroeger zoo eendrachti
ge Nederlandsche volk".
In „Staat en Kerk" van 12 Sept. 1924 schrijft ds. Ling-
beek, leider der Herv. Ger. Staatspartij, lid van de
Tweede Kamer, een stukje getiteld: Wees waar in uw
propaganda. Daarin becritiseert deze predikant een pro-
pagandablaadje, uitgegeven vanwege de „Unie, Een
school met den Bijbel". Dit gesohrlftje heeft zijn erger
nis opgewekt door de meer dan oppervlakkige wijze,
waarop de vraag wordt beantwoordnaar welke school
moeten de kinderen, naar de openbare of naar de school
met den bijbel?
Daarin komt o.a. deze zinsnede voor:
„Bij de Doop van Uw kind hebt ge beloofd, dat gij
het zoudt onderwijzen en opvoeden in overeenstemming
met de Heilige Doop. Als ge woord wilt houden, moet
ge Uw kind naar de School m. d. B. sturen. Alleen in
die school wordt gerekend met de Doop." Daartegen
schrijft ds Lingbeek: „Allereerst protesteeren wij tegen
de uitdrukking: „Alleen in die school wordt gerekend
met de doop. Immers art. 26 van de Lager Onderwijswet
biedt de gelegenheid tot het ontvangen van godsdienst
onderwijs tijdens de schooluren, wat door zeer velen op
hoogen prijs wordt gesteld.
De tweede onwaarheid is, dat de ouders op grond van
de belofte bij de Doop gedaan verplicht zijn hun kinderen
naar de School m. d. Bijbel te zenden, want le. toen deze
vragen werden opgesteld bestond nog niet de strijd om
openbare of christelijke school en 2e. wordt eY in de
derde doopvraag niet van schoolonderwijs, maar van
onderwijs in de christelijke leer gesproken. Deze vraag
geeft dus niet het beginsel aan voor een deel der
opvoeding van het kind."
Het doopformulier van de Ned. Herv. kerk is een
stuk van de oude kerkelijke üturgie, dat dateert uir. de
eeuwen, toen er nog geen -conlnkrijk der Nederlanden
bestond en er ook geen sprake vas van bijzondere,
christelijke scholen. Alleen hieruit volgt al, dat In dit
formulier onmogelijk iets kan voorkomen, dat naar de
christelijke school verwijst. De vragen, die door de ou
ders worden beantwoord, spreken wel van onderwijs in
de „kerkleer" dit slaat op het godsdienstonderwijs. Te
recht spreekt het formulier er van dat de kinderen „tot
hun verstand moeten gekomen zjjn" om onderwijs in
de leerstukken der kerk te kunnen ontvangen, want het
geldt niet de bijbelsche geschiedenis, de verhalen van
het Oude en Nieuwe Testament, maar de geloofa- cn
zedeleer, die op iedere catechisatie eerst in de hoogste
leerjaren, tegen de aanneming op 17- of 18-jarigen leef
tijd wordt behandeld (Prof. Eerdmans in Volksonder
wijs van 29 Maart 1927),
Bovenstaande meeningen van hoogstaande menschen,
die meerendeels het bijz. kerkelijk onderwijs een goed
hart toedragen, zijn met meerdere aan te vullen, doch
wij willen hiermede volstaan. Wij hebben een zaak
DE RUISCHENDE ZEE EN DE RUMOERIGE STAD.
GEVANGEN SOLDATEN. BOOGE PRIJ
ZEN EN LAGE LOONEN. HOE
EUROPA WORDT NAGEBOOTST.
(Van onzen reizenden correspondent.)
MERSIN, 24 April.
Voor mijn venster lokt de zee, groen en zilver, on
der een strak-blauwen hemel. Enkele vrachtbooten
liggen op eenige honderden meter van de kust voor
anker, want Mersin heeft geen haven, doch de anker
plaats is, daar de oever hier een kleine golf vormt,
beschut.
Bootjes met roodbruine zèilen drijven licht over
het even bewogen water in feilen zonneschijn. Nog
enkele dagen, dan zal een schip mij wegdragen van
hier over de Middellandsche Zee, naar een nieuwe
kust, naar een voor mij nieuw land, wegdragen over
de groen-blauwe diepte, waaruit mysterieuse stem
men klinken, door de stralende pracht van een korte
lente, die hier o zoo spoedig tot drukkenden zomer
wordt.
De zee zingt, ruischt, murmelt, vertelt het geheim
-van de eeuwigheid, dat wij slechts vaag kunnen ver
staan, maar uit de stad komen andere geruchten: een
orkestje trekt rond met zeer felle, maar niet zeer
schoone klanken. Vlaggen hangen uit de huizen. Het
is gecommandeerd. Het gouvernementsgebouw is met
groen versierd, want heden hebben de verkiezingen
van den tweeden graad plaats, waarvoor vrijwel nie
mand zich interesseert. Op het laatste oogenblik is
van hooger hand besloten voor een kleine dertig par
lementszetels geen candidaten te stellen, om zoodoen
de menschen, die geen lid zijn van de regeerings-
partij, gelegenheid te geven gekozen te worden, maar
onder de mannen van beteekenis, die tegenstanders
zijn van Kemal pasja, is er geen liefheebberij voor.
Kemal pasja controleert immers toch welke zooge
naamde „onafhankelijken" gekozen zullen worden
(de kiesmannen, de kiezers van den tweeden graad,
zijn immers zijn gehoorzame dienaren) en de „on
afhankelijkheid" dezer onafhankelijken is dus wel
uiterst beperkt. Aan de grens van de politieke mee
ningen waarop zij zich mogen bewegen, staat een
rij galgen, hoog en sterk. De galg wordt hier namelijk
beschouwd als een waarschuwingsteeken, als een op
voedingsmiddel en als een politiek argument. Nie
mand in het buitenland bekommert zich daarom en
in het algemeen weet men het ook niet. Hoe zou men
het weten? De meeste journalisten en ook de be
kende schrijvers, die hier komen, worden vriende
lijk rondgeleid en laten zich rond leiden, wat ge
makkelijker is en in overeenstemming met de afkeer
van bijna alle menschen van wat moeilijk en onaan
genaam is. Maar bovendien, Europa zou zich met de
aanwending in het groot vafi galgen toch niet kun
nen bemoeien. Ja, als een koloniale staat zóó in zijn
koloniën optrad! Dat zou iets anders zijn. De Turken
zijn evenwel onder elkander en het zelfbestemmings-
recht der volken moet men respecteeren. Dat is het
groote beginsel. Wat zij, die drie minuten vóór hun
dood opkijken naar de hooge, sterke gaJg, ervan den
kon is me niet bekend en doet tenslotte voor de po
litieke theoretici niet zoo heel veel ter zake.
Vreemd land van zonderlinge vrijheid en merk
waardige democratie! Dezer dagen zag ik te Mersin
binnen marcheeren een troep ongewapende soldaten,
nog slechter in de kleeren dan gewoonlijk in Tur
k-je. Regelrecht gingen ze naar eon moskee en daar
zitten ze nog, terwijl vóór de poort gewapende solda
ten, Turken, de wacht houden. De soldaten in de
moskee, feitelijk gevangenen, zijn ook Turksche on
derdanen, doch van ras Kuurden. Ze lagen in garni
zoen te Diarbelin, niet aoo heel ver van de Perzische
grens, waar de Kuurdische bevolking weder in gis
ting is. Het garnizoen, dat er voornamelijk uit Kuur
den bestaat, heeft men nu ver van de door hun
nasgenooten bewoonde streek gezonden en men houdt
deze Kuurdische soldaten goed in het oog, feitelijk ge
vangen. Maar hoe is dat nu weder in overeenstem
ming te brengen met de democratische beginselen,
waarover in deze verkiezingsdagen de bladen kolom
men schrijven? Zoo zou men geneigd zijn te vragen.
Inderdaad vreemd land! Men heeft terekend, dat
(in Turksche ponden) het leven er thans ruim veer
tien maal zoo duur is als in 1913. Voor een deel is
dit toe te schrijven aan de waardevermindering van
het Turksche geld, doch dit is niet de eenige factor.
Het Turksche pond is tenslotte nog geen negen-
tig procent gevallen, dus daarmede is de geweldige
duurte slechts voor een deel verklaard. Het merk
waardigste is, dat niet de uit het buitenland inge
voerde artikelen, doch de binnenlandsche producten
het meest in prijs zijn gestegen, ook waren, die voor
uitvoer niet in aanmerking komen, zooals b.v. versche
visch. Overal ziet men goud-oranje sinaasappelen
aan de hoornen hangen, zóó voor het plukken. Te
Mersin zijn deze vruchten echter duurder dan in
Nederland. In de winkels ziet men de goedkoopste
sinaasappelen geprijsd voor vijf piaster (bijna zes
cent). Voor een goeden grooten sinaasappel betaalt
men in deze provinciestad vijftien piaster (bijna
achttien cent) en dat niet in een restaurant, maar in
een gewone „bakal" (winkel). xVlen zou hieruit kun
nen concludeeren, dat dus alle menschen, die hier
boomgaarden bezitten, rijk zijn. Maar ook dat is niet
waar. Armoede ontmoet men overal, onoogelijke hui
zen, die eerder krotten moeten worden genoemd, ge
scheurde en gelapte kleederen en de menschen eten
ook niet zeer weelderig. Boeren die hun dure vruch
ten ter markt brengen, vergenoegen zich met een
stuk brood en schapenkaas of wel brood met uien.
De hooge belastingen en de slechte verkeersmidde
len verklaren veel, doch niet alles. De loonen zijn
laag, evenais de salarissen der staatsambtenaren en
onder deze omstandigheden is een veel voorkomend
gebrek aan oneerlijkheid zoo niet te verontschuldigen,
dan toch niet te begrijpen. Een dezer dagen had ik
aan de post een brief met aangegeven waarde in ont
vangst te nemen (een gewone brief zonder aangege
ven waarde was me hier vóór dien tijd naar alle re
gelen der kunst aan de post uitgeplunderd) en daar
voor moest ik me melden in een apart bureau, waar
bij een groote brandkast een ambtenaar zat, die dan
toch zeker niet tot de laagste kon worden gerekend,
daar men hem anders toch niet dezen post van ver
trouwen zou hebben gegeven. De man maakte een
armzaligen, uitgehongerden indruk. Zijn kleeren wa
ren afgedragen, aan alle zijden versteld. Hij praatte
met mij over de verantwoordelijkheid, verbonden
aan zijn arbeid en liet me zien hoeveel stukken van
waarde, enkele van tienduizenden Nederlandsche
guldens, hij onder zich had Ik vroeg hem het een en
ander en hoorde, dat deze ambtenaar getrouwd was
en vier kinderen had. Zijn maandsalaris bedraagt 57
Turksche pond (f66). waarvan dan nog tien percent
aan belasting moet worden betaald, en moet daar
mede rondkomen, wat natuurlijk niet gemakkelijk
valt. Men zou kunnen meenen, dat in Turkije het le
ven goedkooper is dan bij ong en dat daarvoor de
menschen minder noodig hebben, maar ook dat is
niet geheei waar. De menschen leven goedkooper
dan bij ons, omdat zij minder eischen stellen. Men
zie slechts wat ze eten, hoe ze wonen en gekleed
gaan. Toch heeft dit land een parlement (dat men,
gezien de wijze, waarop de verkiezingen plaats heb
ben, zeker geen „volksvertegenwoordiging" kan noe
men) met meer dan driehonderd leden, die elk 4200
Turksche pond (bijna f5000) per jaar verdienen.
Vreerad land, waar een handjevol zoogenaamd
„Europeesch" opgevoede mannen met Aziatische
meedogenloosheid trachten een nabootsing van Wes
tersche beschaving door te voeren. De schilderachtige
Turken van vroeger heeft men. met een wet aan de
hand, reeds het uiterlijk van Europeesche bedelaars
gegeven en dan zelfs een parlement geschapen,
waarin de leden mogen „parler" (spreken), Indien
zo dat doen in den geest der machthebbers, die de
galgen tot hun beschikking hebben.
Maarvoor mijn venster ruischt de zee, zingt,
lokt. En achter den horizont, vervveg, is een andere
kust, een nieuw land en over enkele dagen zullen de
blauwe golven me er heen dragen en dan behoort
Turkije voor mij tot het verleden.
J. K. BREDERODE.
willen aanroeren, die dikwijls naar voren wordt ge
bracht, wanneer aan menschen, die hun kinderen naar
een bijzondere school sturen, de vraag wordt gesteld:
Waarom die afscheiding, dat sectarlsme? Mogen ook
Uw kinderen niet gaan op de openbare school en leeren
met de kinderen van andersdenkenden, waarmee zij
buiten de school toch Immers spelen en waartusschcn
zij opgroeien? Zijn die kinderen niet goed genoeg en
zullen de Uwe zooveel beter worden? Bestaat er voor
U geen samenleving of verloochent gij deze alleen onder
het dak van Uw bijzondere school?
W ij wenschen onze kinderen groot te brengen voor
hun taak als mensch. En dat is een moeilijk ding. Het
is ons niet gegeven, in de toekomst te zien. wij weten
niet wat de toekomst zal vragen. Maar wij zijn ook niet
ziende blind. We zien dagelijks, dat deze wereld is een
wereld van strijd. Pas hebben we de grootste en gru
welijkste oorlog achter ons, die ooit gevoerd werd en
nog steeds Is de lucht zwanger van oorlogsgevaar. Nog
steeds staan de mogendheden bewapend tegenover
elkaar, gereed elkander te vernietigen. En wat de heele
wereld te aanschouwen geeft, toont ons landje in het
klein. Partijen en partijtjes, groot en klein bevechten
en bekampen elkaar en in dezen strijd ontziet men
niets; alle middelen sohijnen geoorloofd. Moet dit zoo
doorgaan? Moeten onze kinderen deze rampzalige wor
steling voortzetten, totdat zij gezamenlijk ten onder
gaan? Het eerst noodige voor het opgroeiend geslacht
Is, elkaar te leeren verdragen. Gezocht moet worden
naar wat vereenigt, niet naar wat scheidt. Onze kin
deren dienen samen op te groeien, ze moeten weten,
dat kinderen, wier ouders naar een andere kerk gaan,
of wellicht naar geen kerk, ook kinderen zijn als zij
zelf. En mensch geworden, zullen zij elkaar kunnen
respecteeren.
Dat leert alleen al het samenleven op de openbare
school aan haar leerlingen. Dat kan geen secte-school!
Daar mag men eens praten over verdraagzaamheid,
maar het zal bij praten blijven, want groot geworden,
zal de jeugd handelen niet naar de woorden, maar naar
de daden van de ouders en de opvoeders, zij zullen de
naastenliefde nooit in praktijk kunnen brengen, omdat
zfj in het tegengestelde zijn opgevoed.
In de openbare school wordt het onderwys gedragen
door do heeriyke gedachte, dat straks alle kinderen die
naren zullen zijn in de groote gemeenschap, dia
menschheid heet; daar wordt niet verketterd en ver
doemd door domme eigenwaan.
Wie haar zijn kinderen geeft weet, dat zij opgroeien
tot bruikbare menschen in de samenleving. Meer ge
meenschapszin, dat zü ons parool!
J.
S C n O 0 E L
J.I. Dinsdagavond omstreeks 10 uur, zijn de kip
penhokken van" den pluimveehouder C. Roos iri de
buurtschap Aagtdorp in vlammen opgegaan, waar
bij een belangrijk aantal kuikens en broedeieren te
loor ging.
Dank zij de kunstige windrichting"en de hulp van
omstanders, die met emmers water uit de aangren
zende sloot bluschten, bleef het woonhuis behouden.
Brandweer en politie waren aanwezig.
In de op j.1. Dinsdagavond gehouden bestuurs
vergadering der N.-H. Vereen. „Het Witte Kruis" al
hier, werd besloten om op Hemelvaartsdag, wanneer
hier veel publiek verwacht wordt wegens den muzick-
wedstrijd, de jaarlijksche „Emmabloem"-collecte te
houden.
Voorts besloot men in beginsel om eenen zuurstof
koffer aan te schaffen, welke 4 maanden te Camper
duin en 8 maanden in het magazijn te Schoorl ge
plaatst zal worden, in het vertrouwen, dat zoowel do
gemeente, als de beide vereenigingen tot bevordering
van hot vreemdelingenverkeer alhier, krachtigen, gel-
delijken steun voor bekostiging van dit nuttig appa
raat zullen verleenen.
De heer S. Boon, sedert 1904 hoofd der openbare
lagere school te Groet, daarna te Schoorl, heeft tegen
16 Augustus a.s., na een weivolbrachten diensttijd
van 47 jaren als onderwijzer, eervol ontslag aan
gevraagd.
Nu de bestrating enz. van den Voorweg tot 3.75
Meter naar genoegen van het Gemeentebes'uur is op
geleverd, is de vernieuwing van de hoofdwegen in
deze gemeente voltooid, waardoor eene uitstekende
verbetering tot stand is gekomen, hetgeen aan inge
zetenen en gasten voordeel zal brengen.
Zeker kan de Gemeenteraad, die ongeveer f 140.000
voor deze verbreeding, vernieuwing enz. beschikbaar
-telde, daarop met even groote voldoening terugzien
als de aannemers Gebr. K. en P. Min te Bergen N.-H.,
terwijl de vlotte samenwerking met heeren adviseurs
en (hoofd)opzichters het werk ten goede kwam.
Men vertrouwt, dat de uitstekende bcrijdhaarheid der
thans 4Vk Meter breede straatwegen het bezoek ean
Schoorl, Groet, Camperduin en omgeving bevorderen
zal, maar men hoopt tevens, dat met voorzichtigheid
gereden zal worden, ter voorkoming van ongelukken
wegens de vele zijwegen en de lintbebouwing in deze
gemeente.
Sommige volwassenen en kinderen schijnen nog
steeds niet te begrijpen, hoe verkeerd het is, om de
met moeite en toewijding in de Staatsduinen ge
kweekte bloemen te plukken, zooals dezer dagen we
der moest worden vastgesteld. Indien hierin geene
verbetering komt, zal het hier wel gaan als in an
dere plaatsen, n.1. dat alles met prikkeldraad, ter be
scherming van den plantengroei, moet worden afge
sloten, terwijl verbaliseering ook, en terecht, niet uit
kan blij v en 1
HOOGWOUD
School Lange reis.
Naar we vernemen, zullen Burgemeester en Wet
houders den Raad voorstellen om aan den Raad der
gemeente Nieuwe Nledorp te vragen een gemeenschap
pclijke vergadering te houden en daarin te behandelen
de opheffing van dg openbare lagere school aan de Lan-
gereis. De motieven die Burgemeester en Wethouders
daartoe geleid hebben zijn de hooge kosten in verband
met het geringe aantal leerlingen dat uit de gemeente
Hoogwoud die school bezoekt. Thans gaan er nog eea
14-tal leerlingen op de school en het laat zich aanzien
volgens den tegen woord igen toestand dat er over en
kele jaren nog maar een zestal leerlingen op die school
uit Hoogwoud zal zijn. De gemeente Hoogwoud moet
de helft van de kosten, die voor rekening der gemeente
blijven, betalen.
Binnenkort zal bij Instandhouding der sohool het
schoollokaal geheel verbouwd moeten worden wat een
groote uitgave voor de gemeente beteekent tegenover
het kleine aantal leerlingen. De afstand die de kinde
ren by opheffing moeten afleggen om de school te
Hoogwoud te bezoeken »s geen overwegend bezwaar,
daar de gemeente reeds nu een autobus laat loopen van
ECHTE FR1ESCHE
20 -50ct. per ons
SEDERT 1753
A06