SchagerCourant
POLDER
WIERINGERWAARD.
DE GOUDEN SLEUTELS.
Derde Blad.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
strijd met de verordening met z#i gezin een z.g. zomer
woning, maar gedurende alle jaargetijden en stond nu
te dier zake teeroht. Gedurende de behandeling kwam
aan het licht dat de broedinrichting van dit jonge
mensch dezer dagen een prooi der vlammen werd en
niet minder dan 600 veelbelovende jonge kuikens als
slachtoffers vielen van het verwoestende vuur. De heer
C. toonde zijn beschadigd reukorgaan, bekomen bij zijn
poging tot blusschen. De brandweer van Bergen, zoo
werd verteld, hoewel van goeden wil en vol ambitie,
mocht helaas niet ingrijpen, omdat het brandende per
ceel was gelegen 5 pas over den grens der gemeente,
zooals bleek bij het raadplegen der provinciale land
kaart
Met veel pathos schilderde de heer C. zijn tegenspoe
den als pluimveefokker en hoopte door de voorlichting
van den kantonrechter op uitkomst in zijn moeilijke
omstandigheden ,doch deze kon hem ook al niet anders
adviseeren. dan in overleg te treden met den burge
meester van Schoorl, opdat hem op een of andere wijze
een voorloopige ontheffing van die bepaling kon wor
den verleend. Voorts werd de heer C.. want zaken zijn
zaken, nietwaar?, veroordeeld tot f 3 boete, die door
hem zonder merkbaren tegenzin direct werden voldaan.
Vergadering van Dijkgraaf en Heemraden met
Hoofdingelanden op Zaterdagmiddag 4 uur, onder
leiding van Dijkgraaf C. Haringhuizen. Afwezig de
heer P. Grin, wegens ongesteldheid.
Bij de opening zegt Voorzitter, dal we in ons mid
den hebben de lieer Ree, die als secretaris is be
noemd en voorloopig den waarn. secretaris, den heer
Zijp, zal assisteeren tot 1 Juli. Ik wil den wensch
uitspreken, aldus Voorzitter, dat de heer Ree tot zij
ne voldoening zijn taak zal vervullen en ook zoo zal
vervullen dat 't bestuur ook in alle opzichten terre
den zal zijn over de Keuze om den heer Ree als se
cretaris te benoemen. Ik hoop dat hem de tijd en de
lust niet zal ontbreken om zijn functie in alle op
zichten goed te vervullen. Ik wil U nog wel geluk
wenschen. Onze secretaris, de heer Sleutel, is dezer
dagen geopereerd en verkeert in zeer goeden wel
stand. Ik wil den wensch uitspreken, dat hij straks
weer gezond in onze gemeente terug zal zijn en dat
hij nog langen tijd van zijn rust zal kunnen profitee-
ren.
Door den heer \Y. J. Los worden de notulen voor
gelezen en onveranderd vastgesteld.
In verband met de notulen zegt do heer Blaauboer
dat nog niet de meerdere borden zijn geplaatst.
Voorzitter zegt, dat dit spoedig zal gebeuren, wat
ook het geval is met het te plaatsen waterschot.
De lieer Groneman vraagt, of 't kroos, dat bij het
watergemaal voor de rooster komt. niet kan worden
meegemalen en of de machine dit niet alles kan
verwerken.
Toegelicht wordt, dat behalve kroos ook wel an
dere voorwerpen toestroomen, die er niet door kun
nen.
Dijkgraaf betuigt nog dank aan den steller der no
tulen. voor de goede weergave.
Medegedeeld wordt, dat de woning aan de Drie Mo
lens thans is verhuurd aan den heer C. van Zand
wijk. De heer Eginond had er van afgezien.
De losplaats aan *t Zand is verkocht aan. den
heer Over voor f 400.
De aanbesteding van de woning in het gemaal
heeft plaats gehad. Kr is ingeschreven als volgt.
Voor timmer en metselwerk door den heer A. Niesse
voor f5970. N. Kriks f Ö310. Dekker ftiOSr», G. Yee-
ter f 8025 Joh, Schenk, Barsingerhorn f5400, J. Toes,
Callantsoog, f6100. Schilderwerk: P. v. d. l.ippe
f625, A. W'oesienburg f686, A. Braaf f872, Kooijman
f768. In massa: Goh. Roekei, 't Yehl. voor f5680. De
begrooting was f5905. De gunning is nog aange
houden.
Voor het. maken van wegdek van Bristol peifier
of ander materiaal zijn 12 inschrijvingen ontvangen
waarover straks in comité mcdedeeling zal gedaan
worden. In ieder geval blijkt, dat zeer goed met de
begrootingscijfers wordt uitgekomen.
In verhand met het maken van de brug over den
Slikkerdijk heeft DijkgraaT een onderhoud gehad
met den Hoofdingenieur-Directeur van den Provin
cialen Waterstaat. Er is een oplossing gevonden.
Het plan bestaat om den weg te maken over den
Slikkerdijk achter het sluishuisje om naar de
Grootesloot en de brug te laten waar hij is. Op een
teekening is een en ander aangegeven. De slotsom
van de 4 plannen is geweest, dot men de brug krijgt
waar zij ligt en een nieuwe weg. Dit zal aan de goed
keuring van Prov. Waterstaat en Ged. Staten worden
onderworpen
Van Ged. Staten is een uitttreksel ontvangen van
het Kon. Besluit dat de heer Haringhuizen per 7 Juli
als Dijkgraaf is herbenoemt! en dat de heer P. J.
Blaauboer als Heemraad is herbenoemd.
Dijkgraaf feliciteert den heer Blaauboer met deze
herbenoeming. De heer Blaauboer is een uitstekend
Heemraad, Oio met veel toewijding zijn functie waar
neemt. De wensch wordt uitgesproken, dat het hem
gegeven mag zijn dit nog vele jaren op dezelfde wijze
te doen.
De heer Blaauboer hoopt daaraan te voldoen en
betuigt zijn dank voor het in hem gesteld vertrou
wen.
Van den heer P. Bakker Jz., oud-wegwerker, is een
dankbetuiging ingekomen voor de kwijtschelding
zijner pensioenbijdrage ad f88.41.
Dan is ingekomen een ontwerp betreffende wijzi
ging van het reglement algemeen bestuur. Dit heeft
ter visie gelegen en wordt nu nog voorgelezen.
Er wordt nu nog gewacht op een ontwerp van de
Vereeniging van den Bond van Waterschappen. De
gelegenheid bestaat om onze beschouwingen kenbaar
te maken. Oppervlakkig heeft het Dag. bestuur geen
bezwaar, docli ook de Hoofdingelanden hebben ge
legenheid beschouwingen te maken.
De heer K. Zijp begreep er eerst niets van, het is
onduidelijk van uitgebreidheid, doch hij nader in
zien en vergelijking met het bestaande reglement
kan men er beter in komen. Misschien is 't daarom
wenschelijk dat het ook bij de Ingelanden circuleert,
dan kunnen ze 't bpter begrijpen, dan het nu wordt
voorgelezen.
Voorzitter zegt daartegen geen bezwaar te hebben,
doch dan zou t in versneld tempo moeten gebeu
ren. Het ligt toch nog ter visie.
De heer Koster vindt beter om Jiet te laten cireu-
leeren, waai toe dan ook na nog ecnige discussie
wordt besloten.
Verder is door Prov. Staten een gewijzigd algemeen
reglement van bestuur voor de Waterschappen vast
gesteld. dat na verkregen Kon. goedkeuring, ook van
toepassing zal zijn op ons Waterschap. Als gevolg
daarvan zal ook het bijzonder reglement wijziging
moeten ondergaan en daarin enkele nieuwe beginse
len neergelegd in het algemeen reglement uitgewerkt1
dienen te worden. De mogelijkheid is evenwel ge
opend bepaalde punten op verfschillcnde wijze te
regelen.
In verband hiermede vragen Ged. Staten in hoe
verre ons college toepassing van enkele der be
doelde hieronder genoemde beginselen wenschelijk
acht en waaraan de voorkeur wordt wenschelijk ge
acht. Ten le naast de heffing van een omslag op de
ongebouwde eigendommen kan ook een omslag over
de gebouwde eigendommen worden geheven. Ten 2e,
inplaats van naar de kadastrale maat, zal de omslag
kunnen geschieden naar de belastbare opbrengst en
wel, hetzij zooals deze is opgenomen in de kadastrale
leggers, hetzij zooals zij bij schatting door of van
wege ons bestuur aan de eigendommen wordt toe
gekend.
Ten 3e. Bij een heffing naar de kadastrale op
brengst kan in 't bijzonder reglement worden be
paald dat ten aanzien van de toekenning van liet
stemrecht en van de bevoegdheid om het bestuurs
lidmaatschap te hekleeden voor liet vereischte van
het bezit van een bepaalde oppervlakte gronds in de
plaats zal treden, en recht van eigendom enz. op
ongebouwde en zoo het bijzonder reglement ook die
gebouwen in den omslag betrAt op de gebouwde
eigendommen niet een in dat reglement te bepalen
belastbare opbrengst.
Ten 4e. De verkiezing van Hoofdingelanden zal
kunnen plaats vinden met of zonder candidaatstel-
ling.
Ten aanzien van dit punt wordt door Ged. Staten
opgemerkt, dat de verkiezing niet candidaatstelling
normale vorm van verkiezing zal zijn en slechts iu
uitzonderingsgevallen (b.v. bij kleine waterschappen)
daarvan zal worden afgewekena
Na zeer uitvoerige toelichting, welke bereids aan
alle Ingelanden werd toegezonden, wordt door liet
Dag. bestuur voorgesteld aan Ged. Staten het vol
gende te berichten.
Dat ons college op prijs zal stellen dat bij het
nieuw vast te stellen bijzonder reglement, niet be
houd van het meervoudig stemrecht vastgelegd in
art. 6. woedt bepaald: Ten le. Dat de omslag zal blij
ven geschieden voor ongebouwd naar de kadastrale
maat met gelegenheid om daarnaast over de ge
bouwde eigendommen naar de belastbare opbrengst
omslag te kunnen heffen.
Ten 2e Dat bij het betrekken van de gebouwde
eigendommen in den omslag een belastbare op
brengst daarvan tot een bedrag van ten minste f320
recht zal geven op 1 stem en op verkiesbaarheid
voor het bestuurslidmaatschap, niet dien verstande
dat bij bezit tevens van ongebouwd voor samenstel
ling de belastbare opbrengst zal zijn om te zetten
in grootte door voor fl.belastbare opbrengst in
plaats te stellen 31 c.A. grond.
Ten 3e. Dat de verkiezingen met candidaatstelliug
zullen geschieden
De heer Groneman vraagt, of dit slaat op alle ge-
bouwen, er zijn nl. belangen die met elkander in
strijd zijn. b.v. eigenaars van huizen, welke door
den lagen waterstand verzakken, zouden liever hoog
water willen hebben, wat juist in tegenstelling is
niet landeigenaren. Oppervlakkig beschouwd ziet spr.
Dinsdag 5 Mei 1931.
74ste Jaargang. No. 8860
Strafzitting op Vrydag 1 Mei.
BAAR MOET DE RIJKSVELDWACHTER EERST
EEN NADERE DEFINITIE VAN GEVEN.
Op 26 Maart j.1. had te Bergen nabij Breelaan en
Russenweg een aanrijding plaats tusschen twee auto
mobielen, waarbij schade werd aangebracht.
Een der acteurs in dit drama, de 24-jarige reiziger
Simon G. uit Wormer, werd aangewezen als de sohul-
öige en de rijksveldwachter Vermeulen maakte met het
rijtuig een „proefritje", waarbij uiteraard niet veel ge
proefd werd, doch door den veldwachter werd gecon
stateerd, dat geen der beide rem/men voldoende werk
te, van welk feit procesverbaal werd opgemaakt en
tengevolge waarvan de heer G. heden terecht stond. Hij
beweerde evenwel, dat zijn 4-wielen-rem door de aan
rijding was ontzet, waaromtrent hij een schriftelijke
verklaring van een reparateur overlegde. Dit verweer
moest natuurlijk nader onder de oogen worden gezien en
werd besloten, den heer Vermeulen, een technisch goed
onderlegd* politieman, als getuige te dagvaarden en de
gaak voorts aan te houden tot a.s. Vrijdag 11 uur.
I De heer G. Hoogvorst, wiens wagen werd aangere
den, kon verder als getuige gemist worden en met
groot verlof afzwaaien.
EEN ONSPORTIEF OPTREDEN. WAARDOOR DE
CHAUFFEUSE IN ANGST WERD GEBRACHT.
Veroordeeld tot f 40 boete of 40 dagen!
Een luxe Fiatje, klein en bevallig luxe wagentje, niet
minder charmant bestuurd door mevrouw H. Th. A. M.
Wouters geboren de Jong uit Heemstede, bereed op 1
April de Noordervaart onder Schermerhorn en werd als-
toen, evenals haar echtgenoot, die naast haar had plaats
genomen, en met welgevallen de vaardige bestuursters-
handjes gadesloeg, mevrouw Wouters niet gering in
angst gebracht door een aankomende vrachtauto, waar
van de bestuurder zoo weinig naar rechts uithaalde, dat
'n aanrijding onvermijdelijk scheen.Op 't laatste moment
snorden de wagens elkaar rakeling voorbij en was 't
gevaar geweken. Nu was het misschien mogelijk dat de
roekelooze chauffeur, zekere R. B. uit Edam, een slecht
geplaatste Aprilgrap had willen lanceeren, maar het
echtpaar Wouters was verre van gesticht over deze du
bieuze geestigheid en waarschuwde een veldwachter,
die procesverbaal opmaakte, 'n ambtshandeling, die den
joligen chauffeur 'n leelijk gat in zijn financiën be
zorgde, daar hij heden tot niet minder dan 40 gulden
boete of 40 dagen hechtenis werd veroordeeld.
JUPITER PLUVIUS TRAD IN 'T NACHTELIJK UUR
OP ALS MELKVERVALSCHER!
r In den vroegen morgen van 12 Febr. namen de keur
meesters van den gevreesden Warendienst te Alkmaar,
te Schermerhorn een monster van de melk, aan de
zuivelfabriek af tc leveren door den tuinder, landbou
wer en veehouder Wil. G. J. K. aldaar eft bleek het na
onderzoek, dat aan deze melk was toegevoegd 6 deelen
water op 100 deelen melk. Proces-verbaal werd opge
maakt en tegen den heer K. een strafvervolging inge
steld. De heer K. was zien echter geen directe schuld
bewust; alleen erkende hij de mogelijkheid dat" het dek
sel van de gevulde bus, die dien nacht buiten had ge
staan, misschien slecht was bevestigd en de geweldige
regen hem parten had gespeeld. Hij verzocht een ver
klaring van het Metereologisch Instituut te De Bildt en
daaruit bleek, dat de regenval dien nacht abnormaal
groot was geweest. Hoewel aanvankelijk gewantrouwd,
gelukte het hem, den overigens zeer sceptischen ambte-
'naar tot zijn zienwijze over te halen. Hem werd toen
een zeer billijke transactie ad f 50 aangeboden, maar
de landbouwer, naar zijn meening persoonlijk vrij uit
gaande, wenschte liever ter rehabilitatie een openbare
behandeling. De zaak werd heden voor den kanton
rechter gebracht en verdachte ddor mr. Schenkeveld
verdedigd. De ambtenaar bleek ook nu genegen de
verklaring van verdachte te aanvaarden en vorderde
f 50 of 50 dagen.
FEUILLETON
Kaar het Engelsch
.van
iAMELIA E. BARE
„Liefde, trouw en plicht... zie
daar de gouden sleutels, die de
poorten van het geluk openen..."
13.
Jonathan schudde ontkennend het hoofd.
„Wel. die akelige kerel klaagde steen en been, dat
de kinderen uit het huisje over de heg van het land
goed klommen en zoomaar op den geheiligden grond
van zijn park wandelden. Toen heeft hij daar een
hoogen muur laten zetten en dat was natuurlijk zijn
goed recht. Maar mijn stuk grond is daardoor onder-
tussehen toch maar een heel stuk in waarde achter
uitgegaan. Ik had het bestemd voor villabouw, maar
de menschen willen natuurlijk niet tegen zoo'n blinde
muur aankijken."
Burley was het volkomen met deze redeneering eens.
,.Ik heb nu een ander plan met dat terrein." ver
volgde Jonas, „dat zich bijzonder goed aansluit by mijn
plannen .ten opzichte van Aske. Ik laat er een zeep
fabriek op neerzetten! Textielfabrieken heb je hier in
de buurt genoeg, maar zeepfabrieken niet. En zeep is
een courant artikel. We zullen eens zien hoe lang de
nobele Lord het in dien stank uithoudt!"
Jonathan schaterde het uit.
„Een schitterend idee!", prees hij. „Maar als Bash-
poole bjj de autoriteiten klaagt?"
„Met die mogelijkheid heb ik rekening gehouden."
antwoordde de slimme vos. „Ik heb niet voor niets in
mijn leven vier en twintig processen gewonnen!", voeg
de hij er met zichtbaren trots bij. „Kijk eens, de men-
sphen in die arbeiderswoningen, zijn allemaal huurders
van mij en ik kan de huur zoo laag stellen, dat ze zou
den blijven al stonden er tien zeepfabrieken in de buurt.
Bashpoole zal verklaren dat hy hinder van de fabriek
heeft, maar mijaSmannetjes zullen bij twintigtallen pre
cies het tegenovergestelde verklaren en dan is het niet
twijfelachtig hoe de beslissing uitvalt."
Jonas stond op.
-.En nu wordt het tijd voor mij om eens naar het
station te kuieren," zei hij.
„Naar het station? Waar gaat u dan heen?"
.Eventjes naar Leeds. Ik ben tegen den middag weer
terug. Ik moet eens een praatje gaan maken met mijn
De verdediger Het In een welsprekend betoog uitkomen
dat zijn cliënt de geringe voordeelen van een dergelijke
vervalsching kon missen en daaraan zeer zeker zijn on
besproken naam niet zou opofferen. De kantonrechter
was bereid het verweer van verdachte aan te nemen,
doch hem trof voorzekers chuld door zijn nonchalante
handeling. Geprezen werd de zegening der Warenwet
en verdachte veroordeeld tot de gevorderde boete.
DE ALS AHASVEROS ZWERVENDE GETUIGE.
De 24-jarige heer Jitze v. d. M., 'n melkrijder uit
IJmuiden, wiens blozend aanschijn vermoedelijk het
criterium vertoonde van een bij uitstek goede gezond
heid. had op 11 Maart niet voldoende uit zijn doppen
gekeken en verzuimd als bestuurder van een melkauto
op den BermstraatHoek MiddelwegUitgeest,
een ander vierwielig motrrijtuig, gechauffeerd door den
heer A. Goeman van Haarlem als van rechts naderend,
voorrang te verleenen. waardoor een aanrijding plaats
had en de heer Goemans met zijn wagen in een haag
terecht kwam. De oorzaak van deze afwijking, boven
bedoelde melkrijder, stond dan heden terecht, trachten
de onder een vloed van woorden zijn baantje schoon te
praten en zoo mogelijk de schuld te schuiven op ieder
ander, behalve op zich zelf.
Een der getuigen ,de heer P. J Somers, was door
een noodlottige vergissing op stap gegaan naar het kan
tongerecht te Den Helder. Het zal wel de moeite waard
geweest zijn, z'n gezicht te hebben gezien, toen hij op
den terugsreis naar Haarlem was. Bijzonder aangenaam
zal de stemming van dezen onvrijwilligen zwerver wel
niet geweest zijn.
Wat den verdachte betreft, deze werd, trots zijn toe
lichtingen en veronderstellingen, veroordeeld tot f 20
boete of 20 dagen, een stevige correctie, nog verzwaard
door de toewijzing van de civiele vordering voor geleden
schade ad f 10, aan den heer Goeman.
EEN BIJZONDER VROEGE APRILMOP. DIE
ECHTER ALLESBEHALVE MOPPIG WAS.
Bakker Jan BI., 'n 30-jarige ingezetene van Heerhugo-
waard, voorzag met het oog op de komende Paasch-
dagen 'n berg werk om zijn hongerige klanten te spij
zigen en was op Woensdag 1 April reeds om kwart over
vieren begonnen met het bakken van roggebrood, waar
bij zijn jeugdig knechtje Velzeboer hem behulpzaam
was en daarvoor expresselijk zijn gezond morgentukje
had onderbroken. Hoe' vroeg echter de bakker en zijn
factotum in de weer was, hij werd daarin op z'n minst
geëvenaard door den rijksveldwachter Harm Visser, die
prompt op lijd present bleek te zijn om een overtreding
der arbeidswet te kunnen constateeren. aangezien be
doeld knechtje eerst ten 7 uur zijn nuttigen arbeid mocht
aanvangen. De bakker stamelde dan ook heden een
rouwmoedig „peccavi" en schoof als verzachtende om-
::'.andigheid de drukte naar voren, waaronder echter
toch de roggebrood-fabricage niet had mogen lijden. Een
•enveer, dat echter een vÉroordeeling tot 7 boete of 7
dagen, niet kon tegenhouden.
DE EEUWIG-DURENDE ELLENDE VAN DEN
WIELRIJDER.
De rijwiellantaarn, wispelturiger dan het vaderland-
sche zomerweer en die altijd helder brandt als een po-
litie-agent in een ander werelddeel surveilleert, speelde
in den nacht van 19 April ook den 24-jarigen landbou
wer J. P. G. uit Koedijk leelijke parten met het nadeelig
gevolg, dat deze ongelukkige heden tot f 3 boete of 3
dagen werd veroordeeld. Het mag echter betwijfeld
worden of hij dit offer met overgroote spontaniteit zal
brengen.
DE EERSTE WAGGELENDE SCHREDE OP HET
HELLENDE PAD.
De 23-jarige, zich tooiende met het buitengewoon
rekbare praedicaat „koopman", heer Dirk KI., wonende
te Alkmaar, had zich in den avond van 19 April in
kennelijk beschonken toestand bevonden in de Boter-
straat en was door een zorgzame politie-agent liefdevol
overgebracht naar een door de gemeente tot dit nobele
doel bestemde ontnuchterings-cabinetten. Ter zake de
overtreding art. 453 stond het jonge mensch heden te
recht en werd door den kantonrechter ernstig waar
schuwend ge"wezen op het niet denkbeeldig dreigende
gevaar voor „den krententuin", met welke bloemrijke
qualificatie wordt aangeduid de welbekende, aan de
oevers der Zuiderzee schilderachtig gelegen rijkswerk
inrichting, hoofdzakelijk aangewezen voor souteneurs
en alcoholminnaars, te Hoorn. De verdachte scheen
echter de bezorgdheid van den kantonrechter nog niet
te deelen. want hij gaf te kennen dat het pas de eerste
maal was en de rijkswerkinrichting dus eerst in 't
verre verschiet opdoemde. Niettemin beloofde hij plech
tig meer acht te zullen geven op de verlokkingen van
valsche vrienden en drankgelegenheden, waarop hij ter
waarschuwing werd veroordeeld tot f 3 boete of 3 dg.
JAMMERLIJKE TEGENSPOEDEN VAN EEN
AMBITIEUZEN KIPPENBROEIER.
De 28-jarige pluimveefokker M. C. C„ hoewel feitelijk
gedomicilieerd te Amsterdam, heeft op Schoorl zijn
broedbedrïjf en is dus onwillekeurig verplicht geregeld
in die gemeente te vertoeven. Hij bewoont echter in
vriend Mathew Rhodgs. Hij heeft een paar weken ge
leden tweehonderd pond voor me binnengekregen van
een betwiste vordering en als ik er niet al de kippen
bij ben. steekt die gauwdief dat nog onder allerlei
mooie voorwendsels in zijn zak ook! En dan heb ik
hem nog een paar andere dingetjes te vertellen!"
En kaarsrecht, met zijn neus in den wind, stapte de
oude heer naar buiten. Hij had met Jonathan afgespro
ken, dat deze dien dag nog in Milfort zou blijven; hij
kon dan het resultaat van zijn oom onderhoud met den
advocaat uit de eerste hand vernemen en ze konden 's
avonds alle bijzonderheden van de nieuwe plannen ver
der bespreken.
Het wachten op Jonas' terugkomst viel Jonathan
lang. maar hij had onplezieriger dingen doorgemaakt
de laatste jaren...
HOOFDSTUK XVL
Een moordaanslag.
In de beste stemming aanvaardde Jonathan den dag
voor Kerstmis de terugreis. Zijn oude oom had hem
meegedeeld, dat het onderhoud met advocaat Rhodes
geheel naar wensch was verloopen, maar had geweigeid
zich over bijzonderheden uit te laten. Hij kon er echter
op rekenen, had Jonas Stutton gezegd, dat de kwestie
van de sluis in orde kwam en dat hij, zonder vrees voor
gebrek aan drijfkracht voor zijn machines, gerust
vierhonderd nieuwe werkkrachten kon aannemen. Na
dat zij de financieele zijde van de zaak verder hadden
geregeld, hadden zij de rest van den avond opgewekt en
gezellig bij een glas wijn en een sigaar door gebracht
en waren gescheiden als betere vrienden als zij ooit
in hun leven geweest waren.
Toen hij uit den trein stapte, bedacht Jonathan dat
hij. mooi en helder weer als het was, best naar huis
kon loopen. Hij had niet bericht hoe laat hij aankwam,
zoodat zijn rijtuigje niet aan het station was, maar hij
voelde zich opgewekt en weltemoe en zag niet op te
gen de vrij lange wandeling langs de met bevroren, ge-
zelllg-krakende sneeuw bedekte wegen in de pittige,
zonnige atmosfeer. Hij besloot den weg langs het ri
viertje te nemen, daar deze de korste was en hoewel
hij dan op zijn wandeling Aske Hall voorbij moest, liet
hij zich daardoor niet weerhouden: na zijn bondgenoot
schap met Jonas Stutton voelde hij niet de minste nei
ging zijn schoonzoon te ontloopen: diep in zijn hart
hoopte hij zelfs op een ontmoeting
Eleanor voelde zich onuitsprekelijk verlaten en ver
drietig tijdens de afwezigheid van haar vader. Hij had
haar niets gezegd van Jonas Stutton's brief het was
altijd nog tijd genoeg om haar op de hoogte te brengen
van de verscherping van het conflict tusschen hem en
haar man, vond hij en ze wist dus niets van het doel
van zijn reis. Het naderende Kerstfeest stemde haar
weemoedig herinneringen aan vreugdevoller tijden
joegen haar af en toe* de tranen in de oogen en met
smartelijke beklemming vroeg ze zich af of dit nu
eindelijk haar laatste kerstmis op Burley House zou
zijn en ze het volgend jaar weer met haar man in haat-
eigen huis zou vieren. Of zou de veete eeuwig duren en
er van hereeniging nooit meer sprake zijn..
Haar vader had alleen gezegd, dat hij vóór Kerstmis
terug zou zijn, maar ze had er geen idee van hoelaat
ze hem kon verwachten en om wat afleiding te hebben,
ging ze een wandeling maken. Ze zwierf doelloos door
het park door dc lanen die de verbinding vormden
tusschen Burley House en Aske Hall. nog steeds ver
vuld van een heimwee naar vrede en geluk, dat ze niet
onder woorden kon brengen en van onstilbaar verlan
gen naar den man. dien ze meer lief kreeg, naarmate
de kans op verzoening minder scheen.
Anthony Aske. die te paard een rit maakte, was op
weg naar huis. Bij een bocht in den weg. zag hij op
eens een slanke jonge vrouw, in een lange donkere
mantel aankomen: Eleanor! Zijn eerste gedachte was
haastig zijn paard te wenden, maar deze opwelling on-
dèrdrukte hij direct: dat was een lafheid, die hij zich
zelf nooit vergeven zou. Hij reed door en toen hij nader
bij kwam en haar droefgeestig, bedrukt gezicht zag.
had hij niets liever gedaan, dan haar bij zich in het
zadel tillen en haar meevoeren naar zijn huis. Maar
een gevoel dat hij niet kon ontleden mengeling van
koppigheid en valsche schaamte, weerhield hem; hij
gaf zijn paard de sporen en reed in galop verder. Een
ondeelbaar oogenblik hadden hun oogen elkaar ontmoet,
maar Eleanor was te verbijsterd geweest om het ver
langen in zijn blik op te merken en den kreet, die haar
op de lippen had gelegen, had ze haastig onderdrukt.
Als versteend bleef ze staan, luisterend naar het doffe
bonken van de paardenhoeven op den besneeuwden
grond, dat langzaam verstierf in de verte, het was als
in het oude lied van de twee koningskinderen...
Jonathan Burley zette in het beste humeur van de
wereld zijn wandeling naar huis voort. Het was stil in de
bosschen en ongegeneerd liep hij een deuntje te flui
ten; iets wat hy in geen maanden en maanden gedaan
had. Toen hij in de nabijheid van Aske Hall kwam. zag
hy opeens twee mannen ijlings over een hek springen
en tusschen de boomen verdwijnen. Hun schichtige ma
nier van doen gaf Jonathan den indruk, dat ze nl«t
veel goeds in hun schild voerden. Hij keek spiedend
om zich. heen en eerst zag hij, zoover zijn oog reikte,
niets dan boomen en beèneeuwden grond, maar opeens
merkte hij op. dat zich op den hoogen berm. van het
riviertje zich iets bewoog. Hij liep er heen en dichter*
bij gekomen zag hij dat het een paard was. dat vergeefs
poogde los te komen van het touw, waarmee het aan.
een boom was vastgebonden. Jonathan ging op het dier
toe en hij herkende onmiddellijk Anthonys rijpaard. Be
stond er verband, vroeg hij zich direct angstig af, tus
schen de eigenaardige omstandigheden waaronder hij
Aske's paard hier aantrof en de overhaaste vlucht van
de beide mannen zooeven?
„Er is hier iets niet in den haak", mompelde hij. „Ik
heb er wel niets mee te maken, maar ik zal ze toch
maar waarschuwen op de Hall. Je kunt nooit weten...
Vreemd, maar de mogelijkheid dat er een ongeluk of
misschien iets ergers gebeurd was. scheen zijn gevoel van
vijandschap op den achtergrond te dringen. Hij was op
dat moment weer geheel dc goed, hulpvaardige, mensch-
lievende Jonathan Burley. die hij altijd geweest was.
Langzaam liep hij naar de hoofdweg, terug naar da
muur van Aske Park, die hier tot aan het water reikte.
Maar hij had nog geen vijftig passen gedaan af hij zag
vlakbij den muur, een gestalte, die donker afstak tegen
de witte omgeving, bewegingloos op den grond liggen*
Het was Anthony Aske!
Een rilling ging door hem heen. hij wankelde, maar
herstelde zich direct. Wèg was de laatste rest van
wraakzucht en vijandelijkheid, hier lag een medemensen,
die in nood was. méér, zijn schoonzoon, op wien hij
eens zoo trotsch was geweest en van wien hij zooveel
had gehouden.
Hij boog zich over de roerlooze gestalte heen.
„Ken je mij, Anthony?" fluisterde hij angstig.
„Water!" kreunde Aske zwak.
Water! Het riviertje was vlakbij, maar waarin moest
hij water halen? Maar Jonathan was niet voor niets een
man van de praktijk; hij rukte zijn reistasch open, die.pte
zijn zeepdoos op en na het stukje zeep er uit genomen
te hebben, liep hij er mee naar het riviertje, maakte
haar schoon en vulde haar met water, Eenige malen
liep hij heen en weer, tot Aske met een flauwe hoofdbe
weging te kennen gaf, dat hij genoeg had.
Hij was een weinig tot zich zelf gekomen en steunde.
„Burley, laat me hier toch niet sterven. Ik zal de
fabriek sluiten... en den dam openen... Iaat me niet
sterven, red me. Burley!"
„De fabriek en de dam kunnen me niets schelen,
Aske." bromde Jonathan. „I k zal je redden... omdat..*
omdat... het Kerstmis ls... omdat... je een mensch bent,
die hulp noodig heeft... omdat je mijn schonzoon bent."
Iets wat een glimlach leek, gleed over Aske'» doods
bleek gezicht.
Wordt vervolgd.