DE GOUDEN SLEUTELS. niet, absoluut onvoldoende, ja leidt vaak tot foutieve conclusies, veroorzaakt dus schade. Leden van jonge vereenigingen hebben dit meerdere malen bevestigd. Voor deze soort controle kan niet genoeg worden gewaarschuwd. De weg is het melkonderzoek over te laten oan een controleur hetzij via de fabriek, hetzij via 'n c on t röle-v c r e c n i g i n g, dit laatste is te verkie zen, tenzij de fabriek als geheel tevens als controle- vereeniging optreedt. Het vcrccnigingsverband is in dezen niet alleen wenschclijk, maar ook noodig. De gegevens der con- trolcvcrccniging geven een juist beeld omtrent dc ge middelde productiviteit van den geheelcn stal, van de koeien per leeftijdsrubriek en afzonderlijk. Dit is de basis waarop het streven naar verhooging der productiviteit moet berusten. Alleen dan is men in staat een stier aan te schaffen, hetzij individueel, het zij gezamenlijk, waarvan redelijker wijs venvacht mag worden, dat hij de productiviteit zal verhoogen. Dc veehouderijbedrijven waarover ik hier spreek zijn allen tevens fokkersbedrijvcn, daar tenslotte ieder fokker is, die zijn veestapel hoofdzakelijk aan vult door eigen aanlok. De beste kalveren van de beste koeien worden aan gehouden en daarmede doorgefokt. Alleen langs de zen weg is verhooging van de productiviteit mogelijk De productie-controle dient er dus niet enkel voor om de productiviteit der koeien te leeren kennen, maar zij vestigt tevens de f o k k e r ij op een be teren en hcchteren grondslag, wordt van gokkerij fok kerij. Zij leidt er ook vanzelf toe, dat meer aandacht aan het stierenmateriaal wordt eeschonken. Men ver hoogt daarmede tevens de bedrijfszekerheid, welke toch al zoo betrekkelijk is. omdat er zooveel factoren zijn, die de uitkomsten beïnvloeden die de veehouders niet in de hand hebben ziekten, weer, prijsvee, en veeteeltproducten. Productic-contrólc leidt tevens veelal tot een meer doelmatige voeding, een niet te onderschatten indirect voordeel. Juist de productie-cijfers die m n in het melkboekje geregeld onder oogen krijgt, brengen de gunstige of ongunstige gevolgen van wijziging in het voederrantsoen aan het licht. Ook wordt in bedrijven waar geregeld productic- contrólc plaats heeft, juister gevoed, d.w.z. dit bij het verstrekken van het voer meer rekening wordt gehouden met de productie. Juist in bedrijven, waar niet gecontroleerd wordt, vrees ik, dat koeien, die weinig geven te veel krijgen in verband met d<. productie en beste koeien krijgen te weinig. Het voordeel verbonden aan het voeren, waarbij de werkelijke productiviteit de basis vormt, van het te verstrekken voer. dient niet te worden onderschat Opkomende uiergebreken, of andere schadelijke af wijkingen of slechte melkers, worden vaak door de melkboekjes aangewezen. Ik meen thans voldoende met woorden te heb ben aangetoond de noodzakelijkheid van een geregel de prod.-contr., dat de daaruit voortvloeiende voor deden groot cn veelzijdig zijn. Een vcchoudcrsbedrijf zonder geregelde mclkcon- tróle is gelijk aan een schip zonder roer. Gaat het den veehouder voor den wind, zoo word' het gemis niet erg gevoeld. Maar juist in tijden waarin men met tegenwind te kampen heeft, soms zelfs sterken tegen wind. wreekt zich het gemis het sterkst, dan blijkt pas, om in de beeldspraak ontleend aan do zcovaaft door tc gaan, welke schepen werkelijk zeewaardig zi n en wie de grootste vaardighrid bezit in het han- teeren van het roer, om het schip met de minste averij door den storm heen to loodsen. Het cijfermateriaal. Thans rest mij nog het bovenstaande met cijferma teriaal, ontleend aan do praktijk zelve, te bevestigen, alsmede aan te toonen, dat zij die om de kosten aan d« prod.-contr. verbonden er niet aan mee doen, niet anders dan kortzichtig genoemd kunnen worden. Bij de productie-controle geldt evenals dat bij vrijwel alk- verbeteringen het geval is, hetzij op vee'.eelt-technisch, hetzij veeteelt-economisch gebied. „De cost gaet voor de baet uyt." De provincie waar de productie-controle het meest toepassing heeft gevonden, is Friesland. De Bond van Coöp. Zuivelfabrieken telde gedurende 1929/1930 85 leden, welke gezamenlijk verwerkt hebben pl.m. 584 millioen K.G. melk met een gemiddeld vetgehalte van 3.46.7 In 1909/1910 bedroeg dat gehalte 3.10 voor pl.m. 367 millioen K.G. melk van 7§ fabrieken. Een stijging van het gehalte dus dank zij de prod.- contr. cn syst. fokkerij van 3.10 op 3.46.7 of gemiddeld per jaar 0.018 Per 100.000.000 K.G. melk heteekent dit een meeropbrengst per jaar van f42.000 bij een boterprijs a f2.In 20 jaar is dit een meer-opbrengst van f840.000 per 100.000.000 K.G. melk. Gemiddeld is per jaar over die periode verwerkt 463.000.000 K.G., dus totaal in 20 jaar een meer-opbrengst van f 3.890.000. De Bond van Coöp. Zuivelfabrieken in Noordhol land heeft in het boekjaar 1930/1931 verwerkt 145.540.000 K.G., met 3,26 Bij gelijk gehalte als de Friesche Bond, had pl.m. f700.000 meer uitbetaald kunnen worden bij een boterprijs van f2. De Coöp. Zuivelfabriek „Aurora" te Opmeer heeft in FEUILLETON Naar het Engelsch van AMELIA E. BARR „Liefde, trouw en plicht., zie daar de gouden sleutels, die de poorten van het geluk openen..." 19. De noodlge voorbereidingen waren spoedig genoeg ge troffen en nu bleef Jonathan alleen nog over afscheid van Sara te nemen. Deze zag er heel wat beter uit dan een poos geleden. Van Steve kwam elke week een opgewekte brief, die soms ook een kleine geldzending bevatte. HU was een voudig verrukt van hot nieuwe leven en had. zoo&ls bij schreef, uitstekende vooruitzichten. Sara en Nelly waren allebei overtuigd, dat Steve thans eindelijk een werk kring had gevonden, die heelemaal strookte met z\jn persoon en met het volsta vertrouwen zagen zij do toe komst tegemoet. Nelly geloofde vast, dat het niet lang zou duren of Steve zou haar en de kinderen naar Ame rika laten overkomen. Den dag vóór zijn vertrek, liep Jonathan naar de zaal. waar Sara werkte en bleef bjj haar weefgetouw stilstaan. „Sara," fluisterde hU. ,.lk vertrek morgen voor een paar maanden naar het buitenland en Ik wilde je graag nog spreken, voor Ik wegga. Waar kan Ik je vanavond om negen uur vinden?" „Bij den driesprong, achter Aske Park." „Ik zal zorgen dat lk er ben." Even bleef hij, om zich een houding te geven, naar haar werk kijken en zc^te toen zijn wandeling over de zaal voort. Maar den heelcn dag was een zonnig, jeug dig gevoel ln hem; er was zooiets aandoenlijks grappigs ln om een „afspraakje" te hebben met een meisje... en dan nog wel met Sara! Het was een zachte Maart-dag. met zon en blauwen hemel, een belofte van lente was ei In de lucht... het was hem alsof de jaren van noesten arbeid en strijd wegsmolten en hU weer op den drem pel van het leven stond. Het was een avond zonder maan, maar aan den diep- fluwce'.en hemel flonkerden de sterren In zilverglans. Toen hU bij den driesprong kwam, hoorde hjj de klok het boekjaar 1929/193C verwerkt 14.623.390 K.G. melk met 3.2G vet. Indien de molk geleverd aan „Aurora" eens hetzelfde was geweest als het gemiddelde van 83 Friesche fabrieken, dan had het bestuur bij een boter prijs van f2.— ruim f65.000 meer kunnen uitbetalen of per lid ruim f200.Nu wordt, wanneer de leden van „Aurora" besloten de controle via de fabriek te doen uitvoeren niet onmiddellijk 'n gehalte van 3.43 bereikt. Toch maak ik me sterk, dat een stijging van 3.26 tot 3.36 bij een algemeene deelname aan d controle en bij een goed gebruik der gegevens, in kor ten tijd kan worden bereikt. Door deze stijging van 3.26 tot 3.36 dus 0.1 zou het bestuur bij een boterprijs .an f2— in staat zijn pl.m. f32.000 meer uit tc betalen of per lid ruim f 100.—. De kosten der fokvereen. in Noordholland bedra gen gemiddeld f50.per boerderij van pion., 20 koeien. De fokvereen.-administratie vereischt meer dan enkele prod.-contr., daar komt nog bij de registra tie van de afstamming, dekking, geboorte, enz., zoodat de kosten verbonden aan de controle lager gescha' kunnen worden, b.v. f30.—. „Aurora" vraagt thans een prijs van fl.50 per koe, wat bij 20 koeien f30.— kost. Het voordeel der prod.-contr. voor de fabriek van 0.1 vet bedraagt f 100.— per lid, dus f 70.— meer. In werkelijkheid bedraagt het voordeel meer, omdat de exploitatie-kosten der fabriek lager worden, waarbij nog de voordeden van toon. voeren, enz. De Coöp. Zuivelfabrieken in Noordholland me het hoogste vetgehalte zijn gevestigd in plaatsen waar flinke fokvereen. werken, waar dus ook een behoor lijke deelname aan de productl-^ontróle is. Bovenaan stond in 1929/1930 Binnenwijzend met 3,45, dan Assendelft met 3.367, Stompetoren met 3.28, St. Maartensbrug met 3.27, Opmeer met 3.26, enz. Het laagst staan de fabrieken waar niet aan pro ductie-controle en georganiseerde fokkerij wordt ge daan. Veel voorbeelden zijn me niet bekend, daar de meeste fabrieken me hebben medegedeeld, het gemid delde berekend vet zonder opgave van bef s.tr. De nieuwe fabriek te 'tZand heeft in 1929/1930 pl.m. 3.000.000 K.G. verwerkt met 3.09 Was dit gehalte even hoog geweest als dat in de 85 fabrieken in Friesland, had het Bestuur pl.m. f25.000.meer kun nen uitbetalen; neem ik het gehalte van Assendelft 3.36 was dat bedrag f18.000 geweest. Productie- controle is dus ook daar zeer noodig. Ik weet dat men mij zal zeggen, ja, maar de ver gelijking met Friesland gaat niet op, daar heeft men zich blind gestaard op het gehalte en de plas melk vergeten, die is eerder achteruit dan vooruit gegaan, zoo hoort men vaak verluiden. Wij in Noordholland zijn zoo vers'andig de K.G. melk niet te verwaarloo- zen en staren ons niet blind op het gehalte. Ik wil niet ontkennen, dat men in Frigsland inderdaad wel eens wat al te veel op het gehalte heeft gelet, naast het model, waardoor zeker de K.G. wel wat in de verdrukking zijl gekomen. Toch is de opbrengst aan K.G. boter in Friesland aanmerkelijk gestegen. Ook moet men niet denken, dat het hier met de productie, be-doeld het aantal K.G. overal best is, de ervaring van de leiders der fokkers-organisatie heeft geleerd, dat in streken waar pas een nieuwe fokvereeniging werkt, niet enkel gehalte, maar ook de plas melk zeer tegen valt. Jaarverslagen van zuivel fabrieken geven hiervan vele voorbeelden. Bovendien geven de jaarverslagen van vrijwel alle coöp. fabrieken voorbeelden van zeer onproductieve dieren, als zoodanig onderkend dank zij de productie- contrölo. De vraag mag evenwel gesteld worden waar zij, die aan productie-contróle deel nemen nog meer dere onproductieve dieren bezitten, hoe het dan wel gesteld zal zijn bij hen, die nimmer hun vee op pro ductiviteit doen onderzoeken. De vraag stellen staat gelijk met die beantwoorden. Ik persoonlijk ben van oordeel, dat bij een meer algemeene deelname aan de melkcontröle we naast een stijging in gehalte ook een stijging aan K.G. melk zullen kunnen constateeren. Lk. wil-nog «enige-voorbeelden geven en e-llercerst van de Coöp. zuivelfabriek „De Eensgezindheid" te St. Maartensbrug. Het vetgehalte van de aan deze fa briek geleverde melk is gestegen van 1912/1913 3.03 tot 1928 1929 3.236 Vanaf 1919/1920 dateert pas eene stijging, want in 1918 1919 bedroeg het gehalte nog 3.03 Vanaf 1918/1919 dus een stijging van 3.03 tot 1928/ 1929 3.236 In 10 jaar tijd eene stijging van 0.20 of per jaar 0.02 Deze stijging heeft do fabriek te danken aan de toename der melkcontr. Per 1.000.000 K.G. melk heteekent deze jaarlijksche stijging van 224 K.G. bo ter a f2.— is f448. Per 5.000.000 K.G. melk, (gemid- melde over 10 jaar) is dat f2240. Gemiddeld per lid per jaar voordeel f 160.—. In het boekjaar 1928 1929 is verwerkt 6.500.000 K.G. melk, was toen het gehalte even hoog geweest als in 1918/1919, n.1. 0.20 minder, dan was f21.120 (bij bo ter a f2.—) minder uitbetaald geworden of per lid pl,m, f 188.—. De contróle kost fl.50 per koe. Voor een bedrijf van 15 koeien kost dat dus f22.50 jaarlijks. Uit de jaarverslagen blijkt tevens, dat de gemid delde productie K.G. per koe ook is vooruit gegaan. In het jaarverslag 1022/1923 van dezelfde fabriek in het dorp Juist negen uur slaan: In spanning keek hij den weg af, waarlangs Sara moest komen. Het duurde niet lang of hij hoorde snelle voetstappen naderkomen en weldra dook Sara's fljna gestalte uit de duisternis op. HIJ nam haar handen, toen ze bij hem was en zei een voudig: „Ik dank je dat je gekomen bent, kindlief." Hij legde zaoht zUn arm om haar heen en trok haar naar zich toe. HU kuste haar en zU liet zUn kus niet onbeantwoord. Toen wandelde hU het beukenbosch met haar in en vertelde haar nog eens alles wat hU haar al zoo vaak verteld had, maar wat niet ophield te branden ln zUn hart. Hoe eenzaam hU was geweest, hoe hU ge streden en geleden had en zU het lichtpunt was gewor den in zUn bestaan, het plechtanker van zpn hoop en zUn verlangen. Hoe hU van haar hield, niet met den onbesulsden hartstocht van een jongen van twintig, maar met de bezonken, ernstige diepe liefde van een rijp man. Sara, schuchter eerst, maar toen vlotter sprekend, be kende, hoe haar gevoelens voor hem waren uitgegroeid van rustige genegenheid voor den sympathieken patroon tot een onbedwingbaar verlangen om den nobelen, hulp vaardigen vriend, die vereenzaamd leefde in zUn groot huls en een moellUken strijd te strUden had, gelukkig te maken. Toen ze weer bU den driesprong waren beloofde ze: „Als je van de reis terug bent en het blUft Steve zoo goed gaan als nu en daar twUfel lk absoluut niet aan zal lk Je geduld geen moment langer op de proef stellen, Jonathan." En toen. zonder een zweem van aarzeling of verlegen heid. sloeg ze haar armen om zUn hals en kuste hem... de bezegeling van hun mooie, reine, rijpe, liefde. HOOFDSTUK XXIL Ben Holden zweert het vrUgezellenscliap af. Op een stralenden morgen ln Mei. stond Ben Holden bU den ingang van de nieuwe fabriek, een fraai, mo dern, licht en luchtig gebouw. De arbeiders waren al aan het werk en het groote voorplein lag verlaten, toen een jong meisje aarzelend het hek binnenstapte en naar hem toekwam. „U bent meneer Holden, geloof lk," sprak ze hem ver legen aan en op zUn bevestigend antwoord, vervolgde ze, iets minder schuchter, toen zUn vriendelijke oogen de hare ontmoetten: „Ik zou hier graag werk hebben, als er nog een plaatsje is." „Het moet al raar loopen als er op onze belde fabrle- lezen we het volgende: „Een veehouder van 22 stuks vee, welke sinds 1917 geregeld liet controleeren, had in de achtereenvolgende jaren van 1917 tof en met 1922 de volgende vetgehaltes: 1917 2.97 1922 3.30 een stijging in 6 jaar tijd van 0.33 vet per jaar, een stijging van 0.055 Bij een gemiddelde productio van 3500 K.G. per koe heteekent deze stijging bij een boterprijs van f2.een jaarlij ksche méér opbrengst van f S3.bij een kosten van 22 V f 1-50 is f 33. een jaarlijks voordeel telkens van f62.—. In het jaar 1922 ontving deze boer dus, dank zij de contróle f5.70 per jaar meer bij gelijke boterprijs. Het eerste jaar bedroeg de meer-opbrengst, dank zij de contróle f95.—, het 2e jaar 2 y f95.-— enz. Ge durende 6 jaar is bij gelijkblijvende boterprijs het totaal voordeel vergeleken bij 1917 bijna f 1000. Totaal kosten 6 y 22 y fl.50 f200.— ongeveer. Verschil f800.primaire voordeel contróle. In datzelfde verslag wordt melding gemankt van een niet-lid der contróle-verecn. gedurende diezelfde periode het gemiddelde vetgehalte is teruggcloopen van 1917 3.27 tot 1922 3.05 een daling dus van 0.22 Bij een boterprijs van f2.per K.G. ontving deze boer per 10 kooien a 3500 K.G. dus in 1922 f 172.minder dan in 1917. o In de jaarverslagen der diverse coöp. zuivelfabrie ken zijn de voorbeelden om het grijpen. In het jaarverslag van de Coöp. Zuivel fabriek As- sumburg G.A. te Uitgeest over he" jaar 1926'1927 staat vermeld, dat de opbrengsten per boerderij zeer sterk uiteen loopen. Een boerderij met hooge productie had gemiddeld per koe 494G K.G.; een boerderij met lage productie had gemiddeld per koe 2794 K.G.; verschil dus van 2154 K.G. In het jaarverslag over 1929 van de contrölo aan de fabriek te Uitge-est vond ik het navolgende vermeld: Twee voorbeelden van boerderijen waar m..i aan prod.-contr. doet, de eene veehouder selecteert goed, de ander niet. 0. .2 O c a> to O CD O O "o ci O n a 03 A. 1924 3840 133 144 3,46 296 f292.40 f5846 1925 3783 126 136 3,33 279 f285.60 f5712 1926 40-46 138 149 3,41 285 f310.90 f6218 1927 3877 139 151 3,58 291 f317.10 f0342 1928 41 CO 145 157 3.54 300 f329.70 f6594 Per 20 koeien in 1928 meer f748 B. 1924 3282 108 118 3.29 301 f247 80 f4956 1925 3318 113 122 3.41 293 f256.20 f5124 1926 3733 122 132 3,27 289 f 277.20 f5544 1927 3719 125 135 3.32 289 f283.50 f5670 1928 3072 109 118 3.55 299 f243.80 f4956 Per 20 koeien gelijk gebleven. Dit voorbeeld toont eenerzijds aan wat door pro- ductie-contróle en daaruit voortvloeiende systemati sche fokkerij, gepaard aan een juist gebruik der verkregen cijfers kan worden bereikt, n.1. een meer opbrengst na 5 jaar van f748 per 20 koeien, óf per koe ruim f37.—, niettegenstaande dit een bedrijf was, dat al een behoorlijk vetgehalte had bereikt in 1924: n.1. 3.46 uit een gemidd. productie van 3840 K.G. Hoe hooger men komt, hoe moeilijker het wordt. Anderszijds toont dit voorbeeld, dat aan sl ui- ken geen plaats is voor zoo'n mager ding als jij," ant woordde hij vroolijk. „Maar wie ben je eigenlyk en waar kom je vandaan? Want hier hoor je niet thuis, voorzoo ver ik weet" „Ik heet Hanna Patterson en ik kom uit Manchester." „Zoo. En zijn je ouders hier komen wonen?" „Ik heb geen ouders meer. Vader en moeder zUn al lebei een paar maanden geleden kort na elkaar gestor ven." „Ook geen broers of zusters?" „Jawel, maar die zUn getrouwd en lk voel er niets voor genadebrood bU ze te eten. Trouwens," voegde ze er schalksch aan toe: „daar voelen zU ook niets voor!" „En bij wie ben Je dan nu in huls?" „BU Anne Johnson. Anne is nog een nicht van mUn moeder. Zoo ben ik hier gekomen: ze dacht dat Ik hier wel werk zou kunnen vinden, nu die nieuwe fabriek in gebruik is genomen." „Een brave vrouw, Anne Johnson," prees Ben. „Zorg maar dat je bU haar blUft en volg haar raad altUd op. dan weet ie zeker dat je op het rechte pad blUft, meisje! Maar wat anders, heb je al eerder op een weverij ge werkt?" „Drie jaar, meneer Holden, bU Blotton en Co." „Dat ls een eerste-klaa firma. Dan versta je je vak zeker ln de perfectie?" „Ik heb een goed getuigschrift," antwoordde ze be scheiden, „KUkt u maar." Ben las den brief door, dien ze hem overreikte en knikte goedkeurend. „Je kunt morgenochtend direct beginnen; vraag maar naar mU als je komt, dan zal lk Je je plaats wUzen." „Dank u wel, meneer Holden." En toen, met een gui tige twinkeling in haar oogen: „nu zie ik meteen hos verstandig het is om Anne's raad op te volgen: zU heeft me gezegd dat lk maar naar u moeet gaan..." En met een vrlendelUk knikje ging het aardige, pit tige meiske heen. Het was zonderling, maar Ben, die zich nooit door Innemende maniertjes van een meisje van de wUa of zich door een aantrekkelUk gezichtje uit zijn evenwicht liet brengen, moest den geheelen verderen dag aan Hanna Patterson denken; telkens zag hij haar vroolUke oogen met hun schalksche twinkeling, haar slank fi guurtje, het kinderlUk-vertrouwelUke van haar heele wezen voor zich. Hoorde hU haar vriendelijke stem. HU schold zich uit voor een ouden ezel, maar dat hielp niets! Ben vond. dat hij iets moest doen voor dat arme kind, dat heelemaal alleen op de wereld stond, en den eersten dag dat ze op de fabriek aan het werk was, ging hU t i n g bij de productie-c ontróle als zoo danig geen productie-verhooging b e. t e e k e n t. Het spreekt vanzelf, dat men van de ver' kregen cijfers een goed gebruik moet maken, anderj geeft het nog niets, dat toont U boerderij B. Nu is zulks niet de schuld van de productie, contróle, ook bewijst het niet het tegendeel, dat pro. ductie-contróle overbodig is, neen, we kunnen ge. rust aannemen, dat boer B. wanneer hij niet bil de contróle was geweest, zijn resultaten nog veel slechter zouden zijn gpweest, het behoedt hem wel. licht voor achteruitgang. Ik wil tenslotte nog eenige voorbeelden geven van fokkersleden van fokvereenigingen en tevens lid van het N.R.S. Tot nu toe heb ik me bij de voor- beelden beperkt tot de eenvoudige productie- contróle via een contróle-vereeniging, waaruit de groote finantieele voordeelen der contróle reeds overtuigend zijn gebleken, voorbeelden die niet zoo sterk spreken als enkele die ik nu nog zal geven. Voorbeelden van bereikte resultaten waar velen te- i genop zien als iets onmogelijks, wat evenwel verre van onmogelijk is, omdat ik meerdere dergelijke voorbeelden zou kunnen geven. Een fokker begon met lid der fokvereeniging te f worden in 1910 gemidd. vetopbrengst 154 K.G. 1928 gemidd. vetopbrengst 196 K.G. In 19 jaar dus een stijging per koe van 42 K.G. boter- f vet, dus per jaar per 20 koeien een jaarlijksche stil. ging van 40 K.G., dus na 20 jaar per 20 koeien een stijging van 800 K.G. In de 20 jaar totaal meer geproduceerd: (800 40) 10 X10 X 420 4200 K.G. botervet 2 of uitgedrukt in geld a een boterprijs van f2.— ruim f9000.— meer ontvangen. De kosten der fokvereeniging zijn voor een derge lijk bedrijf f50.— per jaar, wordt in 20 jaar pl.m, f 10C0.— Voordeel na aftrek kosten pl.m. f8000 of f400 per jaar. Voorgaande voorbeelden zUn met honderden uit t« breiden, ik heb hier en daar een greep gedaan en hoofdzakelijk uit onze eigen provincie. Ik wil ha hier nu bij laten en even enkele zaken behandel» die eventueele critici me toch aanstonds voor voeten zouden kunnen gooien. Critici zullen opmerken, die cijfers, die U gegets I hebt, zijn zeer aanvechtbaar, want het gebruik rj duurdere stieren, welke er uit voortvloeit f hebt U buiten beschouwing gelaten en ook de kw» i tie dat vee dat meer produceert, meer voer no»-/ ig heeft, waardoor dus de productie-kosten lanp twee wegen noodzakelijkerwijs opgevoerd worden. Laat ik eerst het punt van de duurdere stieren eens nemen. Inderdaad een juist gebruik van de gegevens der productie-contróle leidt tot het aan schaffen van betere en dus duurdere stieren. Zij die het productie-vermogen van hun stal wil len verhoogen, hebben aan het uitschiften van de 1 onproductieve koeien niet voldoende, noodig is, L dat de jonge aanfok later meer geeft. Noodig is het dus, steeds een stier te gebruiken waarvan men re- lt delijker wijs op grond van de bestudeering der af- B stammings-gegevens, speciaal de productie-gegevens G mag verwachten, dat hij het productievermogen op- g voert. Het spreekt vanzelf, dat naar gelang de eischen die men aan die afstamming-produc- i tie stelt, naast de eischen omtrent het exterieur, j. want dat mag ook nimmer worden vergeten en verwaarloosd, de p r ij s hooger is. Hier staat ech ter tegenover, dat de gebruikswaarde en ook de fokwaarde van het vrouwelijk vee, dat men afzet, daardoor stijgt. Overtollige gebruiks- of fokvee, vooral jongvee, waarvan men aan de kuopers kan toonen, wat ze zelf of hun voorouders hebben geproduceerd, zijn toch meer waard, de kooper kan zich eenigszins Fp orienteeren omtrent hetgeen er later van verwachU kan worden. De hoogere prijs van het mannelijk|| fokmateriaal komt indien de omstandigheden niet te-BN genwerken, meer dan terug. Veel veehouders-fokkers zien nog veel te weinig in, hoeveel voordeel het ge-B bruik van een goeden stier kan brengen, ook hier fl geldt vaak het spreekwoord: „Zuinigheid bedriegt B de wijsheid". Hoe meer deelname aan de melkcontröle, hoe meer i het gebruik van goede stieren zal worden gewaar- deerd, wat weer als stimulans werkt op de fok- kers, aangesloten bij fokvereeniging en f Stamboek. De vooruitgang der georganiseerde fokkerij in Noord-Holland hangt zeer nauw samen met de deel name aan de melkcontróle. Thans de critici die op de duurdere voeding I willen wijzen en misschien meenen, dat het voor- deel van een hoogere productie grootendeels of ge heel verloren gaat door de meerdere voeding die een dergelijk hoogere productie met zich mee brengt. Waar is het, dat een koe die meer melk en ol melk met meer vet produceert, meer voedsel mos! ontvangen, om in gelijke conditie te blijven.a Maar aan de hand van een teekening toont de fr leider aan, dat bij hoogere productie de geldelijk opbrengst meer stijgt dan de meerdere voerkost# naar Sara om over het „nieuwe meisje" zooals hij 2c na aanduidde, te spreken. Sara was sedert enkele daj« naar de nieuwe fabriek overgeplaatst, om leiding Up ven aan de ongeoefende werkkrachten, die daar i aangenomen. Hij vroeg Sara zich het lot van het alleenst#^* klncl een weinig aan tc trekken en zich een beetji B«t haar bezig te houden en het deed hem plezier, ta oei* ken dat Sara direct aan zUn verzoek gevolg gaf, wint toen de fabriek uitging, zag hU de belde meisjes are> arm het voorplein oversteken. Een betere vriendin dan Sara kon Hanna moellUk vinden, oordeelde hU «n verheugde hem dat zU blUkbaar even snel bU Sara ln den smaak was gevallen als bU hemzelf! Ben kwam betrekkelUk vaak met de oude Anne Johnson In aanmerking; ofschoon ze arm was, deed ze veel voor de zieken en hulpbehoevenden in het dorp en in zUn kwaliteit van lid van het bestuur, had bij nog al eens het een of ander met haar te bespreken. HU was er niet rouwig om dat hU den eersten Zaterdagavond, dat Hanna op de wevery was, een aanleiding bad om naar Anne toe te gaan; hU moest haar Iets zeggen over een jongen, die met een gebroken been lag en wienl moeder niet in staat was om hem behooriyk te verple gen. Het was een mooie, vroeg-zomeravond, toen hij naar Anne's huisje wandelde en tot zUn vreugde trof hU alleen de oude vrouw, maar ook Hanna, die bezig was een coquet, klein stroohoedje te garneeren. Ben besprak met Anne het geval van den gewonden jongen en ds hulpvaardige vrouw vond, dat ze daar meteen eens een kijkje moest gaan nemen! Ben maakte geen bezwaar Toen ze weg was, stelde hU Hanna voor een wandeling te maken en het meisje zei niet neen! Ben was wel niet zoo heel jong meer, maar hU was frisch en opgewekt en zóó vrlendelUk, dat ze hem toch moeilUk iets weigeren kon. En terwUl ze samen door de milde, zomersche sche mering liepen, door het bosch en langs de rivier, moest ze telkens naar haar knappen begeleider kyken en m was er toch eigenlUk wel heel trotsch op. dat de breed geschouderde directeur van haar fabriek, die wel een hoofd boven haar uitstak, het gezelschap van haar nie tig persoontje koos! Wat was hU toch vreeselUk aardig peinsde ze; hU Informeerde zoo vol belangstelling naar haar leven ln Manchester, naar haar familie, naar haar llefhebberUen, hg praatte zoo vertrouwelijk over zich zelf, over zUn werk, dat ze aan het eind van de wande ling het gevoel had, of ze hem jaren kende en hij een hartelUken vriend was lnplaats van een strenge chef. En Ben van zUn kant, voelde z\jn genegenheid voor he- blUhartige, kinderlUke meisje, dat een heel nieuw eie-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 14