SchagerCourant
ver kades
^&^b1ttere
n0^ chocolade
jopini blokjes
Nicaragua, land van
roovers en revolutie.
DE RENTMEESTER.
Tweede Blad.
Donderdag 21 Mei 1931.
74ste Jaargang. No. 8869
BRIEF UIT CONSTANTIEOPEL
Een nieuw benoemd
Turksch parlement.
HET SYSTEEM VAX DE „ROTTEN BOROUGHS".
De moderne Turk over „grondwet" en „parlement".
CONSTANTINOPEL, Mei 1931.
Het zou niet moeilijk zijn. Ironische grappen te maken
over het in naam gekozen en in werkelijkheid door
Kemal benoemde Turksche parlement. Volgens West-
Europeesche begrippen is de nationale vergadering te
Angora slechts een lachwekkende caricatuur van een
parlementaire en democratische instelling, doch het Is
niet meer dan billijk dat men niet oordeelt, zonder zich
te verplaatsen in de eigenaardige dingen, die men aan
treft in Klein-Azië, wat tegenwoordig vrijwel synoniem
Is met Turkije. Dan pas kan men begrijpen, dat hier
geen ander parlement mogelijk was dan een dat door
den president zelf werd benoemd en dat een werkelijk
door het volk gekozen vertegenwoordiging met een
dienovereenkomstig samengesteld kabinet waarschijnlijk
van den eersten dag af tot volslagen werkeloosheid zou
zijn veroordeeld. En in dat geval verdient nog steeds
elk college de voorkeur waarmee de regeering kan
werken. Wie de geschiedenis van het Engelsche parle
ment kent, heeft ook gehoord van de z.g. „rotten bo-
roughs", de districten, waar soms het kiesrecht door
één enkelen landeigenaar werd uitgeoefend, die dus
eigenlijk een der „volksvertegenwoordigers" naar eigen
goedvinden benoemde. Dit systeem gaf inderdaad aan
leiding tot omkooperij en ernstige misstanden, doch En
geland heeft aan datzelfde systeem te danken, dat een
man als Charles James Fox in het parlement kwam,
toen hij nog geen 20 jaar was. De machthebber in een
der „rotten boroughs", aan wiens gunst hij dat dankte,
kon tevreden zijn met zijn-keuze van dezen flinken en
door zijn parlementairen loopbaan beroemd geworden
jongeman.
Kemal krygt flinke handeisvertegenwoor-
digers.
Of een parlement Iets presteert hangt lang niet zoo
veel af van de zuivere uitoefening van het kiesrecht
als de theoretici ons willen doen gelooven. (Om mis
verstand te voorkomen: het is in het geheel niet onze
wensch dat de kieswetten verslechterd zullen worden;
wij willen slechts er op wyzen, dat voor de verhou
dingen in Turkije het kiesrecht niet de overheerschen-
de rol speelt, dien men er in West-Europa aan toe-
echrijft). De hoofdzaak ls, dat Kemal Pascha in de
nieuwe nationale vergadering een paar flinke vertegen
woordigers van den handel krijgt, die hem bij het door
voeren van zijn hervormingen kunnen helpen, en dat
het college verder zoo is samengesteld, dat het zich
tegen die hervormingen althans niet verzet. Op het
oogenblik heeft Klein-Azië vóór alles behoefte aan ver
keerswegen: spoor- en autowegen moeten worden aan
gelegd en de landwegen moeten worden verbeterd. Deze
dingen zijn voor het land van veel meer belang dan
politieke vrijheid en volksontwikkeling, want die zijn
letterlijk onmogelijk, zoo lang niet het land door wegen
is opengelegd; is dit echter geschied, dan komen zij bij
wijze van spreken vanzelf het land binnen. Een Fran-
sche onderzoeker der taalgeschiedenis heeft eens bewe
zen, dat het uitroeien der volksdialecten in Frankrijk
en het algemeen doordringen van de beschaafde Fran-
'sche taal met geen mogelijkheid kon worden bereikt
door verordeningen van de overheid, doch dat het
zonder den minsten dwang tot stand kwam, wanneer
men groote wegen aanlegde.
Eén verw\jt aan Kemal.
Men zou de regeering van Kemal slechts één verwijt
kunnen maken, n.1. dat zij deze eenvoudige materieele
grondslagen weieens uit het oog verliest en teveel aan
dacht geeft aan de gedwongen Europeanisatie. Dit Is
Ook het punt, waarop zij het meest kwetsbaar zijn voor
FEUILLETON
Naar het Engehch.
„Dat heb ik al aan moeder gezonden, want ik had ge
vraagd, of Mr. Elllson het mij de vorige week al gaf,
omdat moeder zoo vreeselijk in zat met de huur. Nu
heb ik nog maar een paar shillingen over."
Met een blik, zóó liefderijk en teeder, als zeker weini
gen dien ooit van haar gezien hadden, zei Miss Chester:
„Ik wilde maar, dat ik niet morgen hoefde te gaan,
of althans: dat ik je kon meenemen, Joyce!"
.Hoort u eens, Miss Chester, zoudt u het erg egoïs
tisch vinden, als ik meeging met Felicity? Als ik denk
aan moeder, dan vind lk, dat ik niet zoo werkeloos mag
blijven, maar het zou zoo heerlijk zijn, om met haar mee
te gaan!"
„Ik begrijp niet, hoe je zoo dol komt op Felicity, kind!
Grooter contrasten dan jullie zijn zeker niet denkbaar!"
„En waarom heeft u zoo het land aan Felicity, miss
Chester? Is het omdat zij zoo'n vlindernatuur heeft en
nooit iets nuttigs doet?"
„Neen, maar omdat zij niet oprecht ls, Joyce! Ze is
valsch en onbetrouwbaar, als haar moeder. En ze ls
dóór en dóór zelfzuchtig!"
„Maar, miss Chester! Ze maakt zoo graag iemand ge
lukkig."
„Ja, als dat allereerst haar eigen geluk helpt be
vorderen!"
„Ze ls door iedereen verwend, dat heeft haar misschien
egoistisch gemaakt; maar lk vind niet, dat ze valsch is."
Er werd verder niet over Felicity gesproken, gedurende
het uur, dat miss Chester en haar oud-leerlinge nog sa
men waren; maar onwillekeurig had het toch bij Joyce
eenlgen twyfel .gewekt aan de betrouwbaarheid van Fe
licity.
Toen ze den volgenden dag echter toch de uitnoodiging
van het vriendinnetje aannam, had zij er wel bij Felicity
op aangedrongen, hoe die géén van haar kennissen ver
tellen zou, dat zij met haar meeging. Mr. Ellison hield
het er voor, dat zij rechtstreeks naar Londen vertrok
ken was. En het was maar het beste, dat de anderen dit
óók zouden denken.
de oppositie. En er bestaat een oppositie met ongeveer
dertig zetels zelfs in het parlement van Kemal
Pascha. Dat vindt men in Europa wel het toppunt van
belachelijkheid, maar men vergeet, dat er aan opbou
wende, doch niet hinderlijke critiek evengoed behoefte
is als aan een meerderheid, die de regeering volgt. Deze
oppositie past in het geheele systeem, dat voor de
Turksche verhoudingen uitstekend geschikt is. En per
slot van rekening als de Turken eens rondkijken in
Europa en Amerika naar de parlementen, die wèl door
onpartijdig geleide verkiezingen zijn samengesteld, heb
ben zij dus eigenlijk wel reden om daardoor geïmpo
neerd te zijn en het na te doen? Bovendien zijn de par
lementen. zooals zij op het oogenblik zijn, in de meeste
landen nog slechts proefnemingen van betrekkelijk jon
gen datum. Zelfs in Engeland, het klassieke land van
het parlementarisme, wordt het kiesrecht veranderd. In
Frankrijk worden de kieswetten praktisch voor elke
In alle opzichten nog
middeleeuwse h.
WAAR HET BENDEWEZEN HOOGTIJ VIERT.
HOOFDSTUK IL
uZuster Anna, zuster Anna, ziet ge nog niets ko
men?" riep Feliclty's vroolijke stem den tuin door, tot
aan de plek, waar Joyce bezig was, alles voor de thee
klaar te zetten, onder den grooten kastanje. Ze kwam
juist het met gras-overgroeide pad langs, met een kan
netje room en een schaal boterhammen. Haar zacht, zij
deachtig haar was met een zorg gekapt, of ze gasten
verwachtte en toch had ze niemand anders dan Joyce,
die haar bewonderen kon; en dit was juist Felicity*s
grootste grief!
Achter haar kwam Eliza met den trekpot. Ze was
zóó druk bezig geweest, dat ze geen kans had gezien,
de katoenen japon voor haar zwarte te verwisselen, iets,
wat haar op zichzelve een doorn in het oog was. metho
disch aangelegd als de oude kon genoemd worden. Bo
vendien had zij in het geheel niet op met die maaltijden
in de open lucht: dat was maar „allemaal malligheid"
oordeelde zij.
Voor Joyce Hamüton was het genot voor het oogen
blik onverdeeld, voor haar scheen het leven ineens tot
een rustpunt gekomen; de schoonheid van het landschap
om haar heen. deed haar zóó goed, dat ze er nu reeds
veel beter uitzag en dan ook echt opgewekt antwoord
de: „Neen, gelukkig zie ik niemand komen; dat zou voor
mij alle genot bederven. Nu kan je van dit beschut
hoekje ook in het geheel niet uitkijken op den hoofd
weg; dus, al kwam er nu ook een ridder voor je opda
gen. dan zou je hem nog niet gewaar worden."
„Van den hoofdweg, hoorde ik je daar zeggen. Een
mooie hoofdweg!... Een wagenspoor naar een van de
lanen! Neen. dat hekje daar ginds is nog onze eenige
verbinding met de bewoonde wereld!"
„Toch ls er hier zeker nergens een winkel in den om
trek", mopperde Eliza. „U moet maar eens een paar
cakes loten komen met de andere dingen, die u bestelt,
missie. Want ik kan niets beginnen met die ouderwet-
sche kookkachel."
„En als jij het niet kan, Eliza. wie zou het dan kun
nen?" antwoordde Felicity politiek. ..Maar we kunnen
ook best een tijdje buiten cake; zóó is het niet"
„Maar buiten vleesch kunt u niet en die malle grin
nikende jongen beweert, dat er hier maar eenmaal 'b
weeks een slager komt"
„Natuurlijk. Eliza. Op een boerderij zorg Je altijd zelf
voor je eetwaren. Je betrekt jo vleesch van je eigen
kalveren..."
„Dan moet u ook maar zelf zoo'n arm beest slachten,
missie. Of is het al niet erg genoeg, dat je de kippen
belangrijke verkiezing gewijzigd. En het radicaalste
middel, de evenredige vertegenwoordiging, het parlemen
taire ideaal is zoowel in ons land als in Duitschland
in de praktijk niet zoo voorbeeldig gebleken als in de
theorie.
Het is tenslotte gemakkelijker, over het Turksche
parlement te lachen dan iets beters aan de hand te
doen. Wij kunnen het niet beoordeelen. voordat wij ge
zien hebben, wat het presteert. De tijd, dat „grond
wet" en „parlement" nog tooverwoorden waren voor
Turkije, de tijd van den ongelukkigen hervormer Midhat
Pascha en de revolutionnairen van Juli 1908 is voorbij.
De moderne Turken denken over die woorden heel
nuchter. Zij zijn het er in de overgroote meerderheid
over eens, dat in de eerste plaats een gezond handels-
en verkeerswezen moet worden opgebouwd en dat dan
het andere wel vanzelf terecht zal komen
kuststreek alle verkeer onmogelijk maakt En naarmate
in het Noorden de kustlijnen verder uit elkaar wijken,
wordt het binnenland woester en de verspreid liggende
gehuchten, koffieplantages en mijnen worden schaar-
scher. Heel in het Noorden bij de grens van Handuras
(waarover zelfs een grenskwestie gerezer\ is) vindt
men op de kaart zelfs nog witte plekken.
Het jachtterrein der roovere.
opeet, die Je zelf gevoerd hebt?"
Felicity maakte een grimas achter den rug van de
oude om, die met verstoorde uitdrukking op het gelaat
naar da keuken terugkeerde..
„Ze, is den heelen dag al aan het brommen", zei Fe
licity. „De schoorsteen in de keuken rookt; er zijn mui
zen in de provisiekamer; het is overal vochtig, doordat
het huis geheel met klimop is overgroeid enzoovoort."
„Misschien heeft ze ook te veel te doen", opperde
Joyce. ..Maar je weet. Feli, hoe meer ik je mag helpen,
hoe prettiger ik het vind."
„Nu, als je dan op je zoudt willen nemen, om de lam
pen te doen? Eliza zegt. dat ze er vooreerst geen tijd
voor heeft en dan, dat ze niet weet hoe ze er mee moet
omgaan."
Joyce verklaarde zich onmiddellijk bereid, want zoo
als te begrijpen valt, gebruikte men op de afgelegen
boerderij nog petroleumlicht.
„Wat een uitkomst, dat we jou hier hebben, kind! Jo
bent nu nog geen enkelen keer uit je humeur geweest
.Haar waarom zou ik ook uit mijn humeur zijn, Fe?
Ik vind het hier verrukkelijk gewoon! En al ls het in
huis ook wat kaal, het is er heerlijk ruim en zindelijk.
Mr. Carleton moet dan wel een uitstekende huishoudster
hebben gehad."
„Ja, dat was ze wel. Ze is meer dan twintig jaar bij
oom geweest. Hij heeft haar dan ook een jaargeld ver
maakt en gezegd, dat zij heel wat mocht meenemen naar
Schotland, vandaar dat het huls zoo spaarzaam gemeu
bileerd is."
„Als Jij er jou aardige dingen overbrengt, zal het er
gezellig genoeg uitzien. En de tuin is een echt paradijs,
met die heerlijke rozen en overal die beschutte zitjes en
met de vruchtboomen en den moestuin."
„Waar anders alles vergaat, omdat de groenten niet
gebruikt worden en waar het onkruid overal welig tiert,.
Zoo lang oom George zelf nog voor den tuin kon zorgen,
zullen ze misschien wel heel mooi zijn geweest, maar al
dien tijd, dat hij ziek was, hebben ze verwaarloosd ge
legen."
„Ik hoop voor hem. dat hij dit dan maar niet geweten
heeft," zei Joyce. „HIJ is immers wel van Kerstmis af
ziek geweest?"
Zij zat op de rustige bank en droeg een lila linnen
pakje, een tint, die haar dan ook bijzonder goed kleurde
„Er zijn er zoker," dacht Felicity, „die hóór meer be
wonderen, dan mij. Ze heeft werkelijk een prachtlg-ge-
vormden mond en die donkero kringen onder de oogen
zijn verbazend interessant"
„Wil je wel gelooven, Joyce," begon zij, „dat lk maar
schillende redenen toe over. bijv. om samen te smokke
len. Zoo'n bende wordt dan gewoonlijk gesubsidieerd
door een overigens eerlijk en goed bekend staand han
delsman, doch wanneer die man eens sterft failliet gaat
of zijn zaken aan kant doet en het land verlaat, gaat
de voormalige smokkelaarsbende do dichtstbijzijnde
boerderij berooven van alles, wat in dit primitieve land
bruikbaar is en verkoopwaarde heeft.
De zucht naar avontuur.
Winstbejag is echter niet de eenige reden om een
bende te vormen. Dikwijls is luiheid of zucht tot avon
tuur de aanleiding, soms ook machtswellust om de om
geving te kunnen terroriseeren. De burgeroorlogen en
revoluties, die elkaar met tusschenpoozen van nog geen
twintig jaar opvolgen, doen er ook geen goed aan. De
mannen zijn dan eenmaal onder de wapens, uit hun
werk en hun omgeving gehaald; zij hebben zich dik
wijls een naam verworven in de gevechten door hun
persoonlijken moed. Missch.en hebben zij wel het bevel
gevoerd over een troepje van tien man.
Door den oorlog geleerd!
Maar in vredestijd Is het eenige beroep, waarbij dat
alles te pas komt: roover. Alleen daarbij kunnen mili
taire ervaring en bedrevenheid in het gebruik van
wapens worden benut. Tijdens de gevechten namen de
soldaten alles wat zij noodig hadden. Nu worden zij
roovers en blijven hetzelfde doen. Dat is de gemakke
lijkste manier om verder door het leven te komen en
zij hebben Immers toch wapens en rijdieren, die anders
weer bij de politie moeten worden Ingeleverd? En als
ze zich eenmaal in een buurt gevestigd hebben, is hun
positie verzekerd. Als hoofdkwartier kiezen zij de eene
of andere boerderij, waarvoor de eigenaars hun maar
al te dankbaar zijn, omdat zij dan verder van plunde
ringen verschoond blijven en bescherming genieten te
gen rooverbenden, die hen van elders komen aanvallen.
De rooversbende verwisselt echter dikwijls van hoofd
kwartier. Zoo maken zij zich overal vrienden, bij wie zij
dan wel niet meer kunnen plunderen, maar die hun
eigenlijk nog grootere diensten bewijzen door te werken
als onbetaalde spionnen. Als er ooit gevaar dreigt, we
ten de bandieten dat al lang van te voren. Heel veel
wordt er trouwens niet tegen hen gedaan, want bij een
plundering door roovers gaat het veel kalmer toe dan
men als buitenstaander zou verwachten Zij gaan een
voudig het huis binnen en nemen weg, wat zij noodig
hebben: eten, kleeren, rijdieren en altijd al het geld,
dat zij kunnen juinden.
Hoe grooter en aanzienlijker een rooversbende Is, hoe
meer vrienden zij hebben en hoe meer zij ook moeten
overleggen, waar zij wèl en waar zij niet kunnen plun
deren. Als een van hun vrienden op goeden voet vei^
keert met het gekozen slachtoffer, kan met wat heen
en weer praten de plundering wel voorkomen worden.
Heeft hij daarentegen met een van de andere boeren een
appeltje te schillen, dan wordt dat zaakje wel voor hem
opgeknapt door de bandieten. Bij zulke gelegenheden
laten zij hun bloeddorst den vrijen teugel en er ligt dan
ook gewoonlijk een dorpsveete ten grondslag aan de af
en toe door bandieten bedreven moorden en brand
stichtingen.
Verder wordt in het eigen „gebied" geen geweld ge
bruikt, behalve tegen indringers. Indringers zijn andere
rooverbenden, die nieuw terrein trachten te veroveren,
maar ook buitenlandsche grondbezitters, vooral wanneer
zij klachten indienen bij de autoriteiten. Als regel is
geweld ook niet noodig, want dan krijgen zij van dezen
en genen genoeg om te leven volgens hun zeer eenvou
dige behoeften. Het voornaamste voor hen is eigenlijk,
dat zij geen handenarbeid behoeven te doen en gewoon
lijk slagen zij er ook in, die te ontwijken, tenzij zij naar
een bijzonder onherbergzame streek worden terug
gedreven.
Een ideaal leventje.
Het leven van den roover is in zijn oogen en volgons
de meening van zijn landgenooten ideaal. Hij kan den
heelen dag in do zon zitten luieren. De tucht ls niet al
te streng en vooral: desertatle wordt hem in het geheel
niet kwalijk genomen. Hij kan met paard en geweer
weggaan, als het hem in een bepaalde streek niet lan
ger bevalt en elders zijn geluk beproeven. Hij kan ook
zijn geweer verkoopen of begraven en weer eens een
eerlijk man worden, maar dan mag hy geen geweer
hebben zonder pas en kan hy voor het by zich dragen
ervan zonder vorm van proces worden neergeschoten
door de eerste de beste man van de nationale garde.
In zyn eigen gebied behoeft de bandiet daarvoor ech
ter niet te vreezen. Door zyn primitieve telegraaf met
geluidssignalen weet hij precies, waar er eventueel sol
daten zijn, en als hij nog twyfelt, kan hy een paar
boeren voor zich uit laten loopen als verkenners. In
vreemd gebied moet hy natuurlyk voorzichtiger zijn.
Dan loopen er een of twee mannen met geweren een
kilometer voor de bende uit Ook 's nachts bevindt de
schildwacht zich een heel eind buiten het kamp. Door
zyn geweer af te schieten waarschuwt hy. dat er on
raad is. Zoo verliest de bende hoogstens één man ln
ruil voor een voorsprong van een half uur.
Dit systeem Is eenvoudig en goed. En als er gevoch
ten moet worden, bewondert men dikwyls hun taktiek.
Hieraan komt echter een einde op het oogenblik, dat
het eerste schot valt. Dan vecht ieder voor zyn eigen
rekening, van samenwerking is niets meer te bespeuren
wilde, hoe lk Mr. Fairlie met ons mee hiernaar toe had
laten gaan, zooals hy dat voorstelde?"
„Den zaakwaarnemer? Waarom?"
„Omdat ik my hier zoo onbeholpen voel. Ik weet to
taal niets af van de hoeve."
„Waarom heb jo zijn raad dan niet gevolgd?"
„Eliza beweerde, dat dit geld verspillen was, want hy
zou my zeker al zijn kosten laten betalen. Over een
paar weken komt hij toch hooren, wat ik besloten heb.
Maar lk had hem nu zoo graag verschillende dingen
betreffende de boerderij gevraagd. Toen Oom wist, dat
hy toch niet meer beter kon worden, heeft hy wel heel
wat verkocht, maar er is toch ook nog veel levende have
over, vindt je niet? Er worden dageiyks lk weet niet,
hoeveel stuks koelen gemolken; varkens ruik Jo mijlen
in het rond; kippen kom Je overal tegen, en kyk eens,
wat een paarden er in de wel grazen!"
„Zou die ouwe man hoe heet hy ook weer? je
niet heel wat kunnen vertellen?"
„Die ie zoo doof als een kwartel. Vanmorgen heb Ik
het nog met hem geprobeerd, maar ik kon niets uit hem
krijgen. 'Toen heb ik den jongen geënterpelleerd, maar
die deed niets dan grinniken; ik geloof stellig, dat hij
maar half wys is."
„Misschien dat er morgen wel eens een boer uit de
buurt aankomt"
„We zitten hier nogal dik in de buren!... Neen, het is
haast griezelig, zoo drie vrouwen alleen, midden in da
velden!... En van velden gesproken: lk weet dat oom
ze niet verkocht heeft. Me dunkt, het zal toch wel tijd
van maaien zijn. We hebben de volgende week al Juli.
„Ja daar heb ik niet aan gedacht. Wat doe je nu, Fe
licity?"
„Als ik maar wist, waar Robert Stone was, de vriend
en rechterhand van oom George. Ik heb je nog niet van
hem gesproken, omdat... enfin, omdat ik hem als een
verrassing wilde bewaren. Oom stelde een onbepaald
vertrouwen in hem. liet allee aan hem over; ik geloof
dat hy ook hier woonde, maar dat weet lk niet zeker.
In zijn testament heeft oom gezegd, hoe hij hoopte, dat
ik Stone houden zou. Maar waarom komt die nu niet?
Hij weet toch, dat ik hier ben; ik heb hem geschreven,
welken dag hy my verwachen kon."
.Misschien ls het wel die oude man, die..."
Felicity barstte in lachen uit.
Wordt vervolgd.
Na de aardbeving in Nicaragua begonnen dadelyk
troepen bandieten het land onveilig te maken. De Ame-
rikaansche regeering heeft weliswaar getracht, door
drastische maatregelen de plunderingen tegen te gaan,
doch zy is toch genoodzaakt geweest, haar eigen onder
danen de veiligheid alleen te garandeeren, wanneer zij
bleven in de havensteden, waar Amerikaansche oor
logsschepen lagen. Het is ook voor het goed uitgeruste
Amerikaansche leger onmogeiyk om te pntroullleeren
in de dichte oerwouden, die het land nog grootendeels
bedekken eri éen ideale schuilplaats voor de bandieten
vormen
Het gedulde rooverdom.
De roovers laten trouwens ook in rustige tyden ge
noeg over zich spreken Zij zijn evengoed ,een product
van het land als de koffie, die Nicaragua voor Amerika
zoo begeerlyk maakte, ook voor er nog plannen beston
den voor den aanleg van een Nicaragua-kanaal. zy
worden door hun landgenooten lang niet altijd behan
deld als uitgestootenen en in hun kleeding en uiteriyk
onderscheiden zij zich ook in niets van de rustige bur
gers. Zy vormen een vast bestanddeel van de mensche-
iijke samenleving ln dit land en hebben een even rustig
geweten als de mannen, die door productief werk in hun
onderhoud voorzien
De bandieten worden door de fatalistische Nicaragu-
anen beschouwd als iets, dat er nu eenmaal bijhoort; de
publieke veiligheid ls er niet groot, dat een overval
door een rooverbende heel zwaar wordt opgevat. Men
vindt er eenvoudig dezelfde toestanden als een paar
eeuwen geleden in Europa Alleen worden de roovers
hier nog wat meer begunstigd door het terrein. Om
maar één voorbeeld te noemen: als men van de Oost-
naar de Westkust gaat, loopt de route via het Panama
kanaal! Het met oerwoud bedekte gebergte in het mid
den van het land, dat tevens de groote waterscheiding
vormt, is een te groot beletsel voor de reis over land.
Aan de Westkust woont de bevolking grootendeels
langs den 250 K.M langen spoorweg, waar ook de
zwaar geteisterde hoofdplaats Managua aan ligt. Aan
de Oostkust ligt er hier en daar een plaatsje langs de
kust, doch van een verbinding met het achterland la
geen sprake, doordat de dicht begroeide, moerassige
Een zeer fijne bittere Chocolade dij tot dus
ver voor dezen prijs niet verkrijgbaar was.
Dit binnenland is het jachtterrein van de roovers.
Electrisch licht, waterleiding en ys vindt men er niet
meer Zelfs de hoofdweg enzyn er zeer primitief; op be
trekkelijk korten afstand van de kust zijn zy al niet
meer met auto's te berijden en dan verkleinen ay zich
al spoedig tot smalle paden, waar men in den regentyd
tot de enkels wegzakt ln den modder. Men reist met
paarden en muildieren en laat de bagage gewooniyk
dragen door stieren, die met hun gespleten hoeven
beter bestand zyn tegen de zuiging van den wecken
grond, die vooral tydens de herfstregens sterk door-
waterd is.
De bergbevolking is een gemengd ras van Spanjaarden
en Indianen. Zy vestigen zich. waar het terrein hun
aantrekt, kappen ln het bosch een stuk grond schoon
voor een paar armzalige mais- en suikerrietveldjes en
bouwen er een ruwe hut, waarin het altijd vuil is. Uit
het omringende bosch halen zy hun koffie en eenige
andere producten, zy krijgen geregeld wat eieren van
de kippen, die zij gekocht, afgebedeld of gestolen heb
ben, en soms hebben zy de kans om een paar ons
vleesch te bemachtigen. Het kan hun niets schelen om
vele kilometers te loopen naar de dichtstbijzynde han
delaar, als hun zout op is, maar zout is dan ook het
eenige bestanddeel van hun voedsel, dat zy uit den
winkel halen.
Dat ls de Nicaraguaansche landbouwer. Hy ls have
loos gekleed en eet minder dan by ons een hond krygt
Zijn eenige werktuig is een machete met een breed lem
met, die voor hem spade, eg, hamer, bijl en wapen te-
geiyk ls. Een tweedehands broek, een geldstukje, een
flesch goedkoope wijn of een zakmes beschouwt hy als
luxe en als hij ze bezit, kykt hy eiken vreemdeling,
wantrouwend aan. Er zijn daar wel om minder kost
bare dingen moorden gepleegd en politie bestaat er in
het gebergte niet Maar op zijn beurt beschouwt hy alle
vreemdelingen, die iets bezitten, als een goede prooi.
Waar men de roovers aanwerft.
Sinds den tijd der conquistadores ls het dan ook ge-
bruikeiyk, dat een welvarend man niet alleen of zonder
wapens kan reizen. Hij zou alleen om zyn muildier of
om de kleeren, die hij draagt, aangevallen en vermoord
kunnen worden. Roovery is aantrekkeiyk. ook voor
den eenvoudigen landbouwer. Een goede buit maakt het
zeer zware werk met de primitieve hulpmiddelen voor
langen tyd overbodig. En onder de van de hand ln de
tand levende bewoners der bergstreken hangt het ver
schil tusschen een -braaf man en een roover gewoonlijk
uitsluitend af van de vraag, of hy al dan niet een
vuurwapen bezit
De georganiseerde rooverbenden hebben dan ook niet
de minste moeite om zooveel mannen te vinden als zy
geweren bezitten en om bovendien voor eiken man nog
een tweeden in dienst te nemen, die alleen een machete
draagt, maar het geweer in veiligheid moet brengen,
wanneer de drager daarvan gedood mocht worden. Nie
mand weet dan ook, hoeveel bandieten er in Nicara
gua zyn, want een man, die vandaag vreedzaam zyn
stukje grond bebouwt, kan morgen zijn geweer uit zijn
geheime bergplaats halen en zich aansluiten by een
troep desperados.
Het percentage der mannen, dat roover is of weieens
geweest ls, moet dan ook zeer hoog zijn. De organisatie
van een bende is niet moeilyk en men gaat er om ver