Almneti Hiim-
lliiiiiutii- LulliiiM
Polder Callantsoog.
u
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
lliÉSpR
De moord te Utrecht.
Het drama in den
k e r kt o r e n.
Woensdag 27 Mei 1931.
SEHAGER
74ste Jaargang No. 8871
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot '8 morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.SO. Losse nummers 6 cent ADVERTEN*
TIëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewij9no.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Vergadering van stemgerechtigde ingelanden op
Dinsdag 26 Mei a.s., des morgens 11 uur, in het Dorps-
koffiehuis van den heer P. de Haan te Callantsoog.
In verband met het jubileum van den heer II.
Kruisveld, die op dezen dag het feit herdenkt, dat
hij gedurende 25 jaren het ambt van dijkgraaf heeft
waargenomen, heeft de zaal een eenigszins feestelijk
aanzien gekregen, doordat op de tafeltjes vazen met
bloemen zijn geplaatst.
Voorzitter de heer H. Kruisveld, dijkgraaf, secre
taris de heer A. dc Heer, penningmeester de heer J.
C. van der Plas.
Voorts zijn aanwezig de heemraden J. Kooijman, S.
Baken, Jb. Stammes en W. Zeeman, zoomede een 9-
tal stemgerechtigde ingelanden.
De Voorzitter opent met een woord van welkom de
vergadering, er zijn teleurstelling over uitende, dat
de opkomst zoo gering is.
De notulen worden door den secretaris gelezen, ze
worden goedgekeurd, hoewel de heeren T. Mooij* en
Ottervanger een opmerking maakten omdat h.i. niet
volledig genotuleerd was het gesprek tusschen de hee
ren Mooij en Kruit en laatstgenoemde meent dat de
Schager Courant het voorgevallene uitvoerig had
weergegeven.
De Voorzitter deelt mede, dat bij de kasopname op
12 Mei in kas was f599; bij de Boerenleenbank f200.
Alles was in orde.
De rekening 1930.
Namens de commissie die deze rekening heeft na
gezien, rapporteert de heer G. Dekker, dat alles keu
rig in orde werd bevonden en den penningmeester een
woord van dank dient te worden gebracht.
De ontvangsten waren f 10.333.37, de uitgaven
f 8437.99, batig saldo f 1895.38. Het tegoed aan lasten
bedroeg f91.87, welk bedrag thans ontvangen is.
De penningmeester deelt mede, dat ondanks de ver
mindering van de lasten, waartoe vorig jaar was be
sloten, n.1. f 1.per bunder, het saldo slechts een
paar honderd gulden verminderd was.
De heer T. Mooij concludeert daaruit dat nu wel
weer de lasten verminderd kunnen worden.
De rekening wordt goedgekeurd.
De bcgrooting voor 1931. Geen verlaging
van lasten.
Aan de orde komt de behandeling van de begroo
ting voor 1931. Ze sluit in ontvangst op f 12103.69, in
uitgaaf op f 11697.27, vermoedelijk batig saldo f 406.42.
Voor onvoorzien is voorts uitgetrokken een bedrag
van f150.
Na voorlezing van de posten merkt de heer Otter
vanger op, dat zeker voor de posten boven f 100 geen
enkele publieke aanbesteding plaats vindt.
De Voorzitter deelt mede, dat van de grintlevering
wel een inschrijving heeft plaats gehad het onder-
houdstimmerwerk wordt altijd door Hoep gedaan.
De heer Ottervanger wijst ook op de olie-leverantie
en is een beetje huiverig van aankoop zonder aanbe
steding. Spr. vraagt naar den prijs van de olie.
De penningmeester deelt mede van f5.30 franco
*t Zand.
De heer Oteervanger zegt reeds herhaaldelijk te
hebben voorgesteld zich te houden aan de Provin
ciale wet en publieke aanbesteding te houden.
De Voorzitter zegt, dat er een paar jaar geleden een
uitspraak door de vergadering is geweest, maar de
heer Ottervanger oordeelt, dat dit voor niet langer
dan-één jaar kan gebeuren, nl. bij de begrooting.
De Voorzitter zegt dan voor de zooveelste maal te
willen meedeelen hoe den heer Hoep het timmer
werk wordt opgedragen. Deze verbindt zich n.1. om
te zorgen steeds een schot of duiker in voorraad te
hebben. Als het geschiedde zooals de heer Ottervan
ger zich dat voorstelt, zou de bemaling stopgezet
moeten worden. Olie hebben we wel eens van een
ander betrokken, maar het beviel niet. In den mobi
lisatietijd hebben we olie gehad, die een mantel van
de machine kostte. Als de markt zakt, krijgt spr.
•teeds bericht.
De heer Ottervanger wenscht geen voorstel te doen,
maar huiverig is spr. en hij noemt den laatsten toe
stand met de gasdirqeteuren.
De Voorzitter: Dio hebben we hier niet.
De heer Adr. Vos zegt, ook het plan gehad te heb-
hen over die olie-leverantie te spreken, maar spr.
erkent, na de toelichting door den Voorzitter, dat
het voor een machine van groote beteekenis is dat
goede wordt gebruikt.
De penningmeester deelt mede. dat polder 't Hoekje
het een paar maal geprobeerd heeft met andere olie,
maar weer teruggekomen is tot olie van Sabel.
De heer Ottervanger meent, dat het niet opgaat om
een voorbeeld uit den mobilisatietijd te nemen, toen
was men overal mee tevreden en nam men zelfs
olie van de Strandvonderij.
De tot nu gevolgde wijze wordt goedgevonden, te
gen stemde alleen de heer Ottervanger.
De heer Mr. 1). Breebaart merkt op, dat het z.i. on
juist is. om in de begrooting reeds te spreken van
een voordeelig saldo. Het is wel van technischen
aard, maar het is beter, dien post bij „onvoorzien" te
voegen.
Met deze opmerking zai rekening worden gehou
den.
De lasten.
De heer Van der Plas stelt voor, om de polderlas-
ten ook dit jaar met f 1 te verlagen.. De begrooting
is ruim opgezet en van onvoorzien f 150, wordt, zoo
lang als spr>rpenningmeester is. nimmer van be-
jeekenis gebruikt. Spr. verwacht dat het batig saldo
hoogstens f300 zal zakken.
Op de vraag van den heer Mr. D. Breebaart deelt
ne Voorzitter mede, dat het bestuur voorstelt ae
lasten onveranderd te laten, n.1. voor capabelland
18, voor niet-capabelland f 6 en voor nolienland f 4.
Een verlaging van f 1 zou beteekenen een mindere
ontvangst van 1680.
De heer Van der Plas zegt, dat juist de omstan
digheden voor spr. aanleiding zijn om het voorstel
tot verlaging te doen.
De heer Jb. Stammes zou verlaging van lasten zeer
goed vinden als het mogelijk was. Wel is de vorige
rekening slechts f200 achteruitgegaan, maar van den
post „onderhoud machine" f600 is slechts f 10 ge
bruikt. Was die post noodig geweest, dan zouden
we f800 achteruitgaan.
De heer Van der Plas zegt, dat misschien de toestand
zich in een paar jaar kan wijzigen, spr. vindt een groot
saldo niet noodig.
De heer Ottervanger vraagt of dit jaar of volgend
jaar die f 600 wel voor de machine noodig zijn.
De heer Stammes zegt, dat als er wat met de machine
gebeurt, de post veel te laag is. Dank zij de goede lei
ding van den machinist gaat het uitstekend, maar de
machine loopt reeds 20 jaar en de kans bestaat dus dat
er wat gebeurt. En we moeten voorzorgsmaatregelen
nemen.
De heer Ottervanger vindt het nog geen mirakel ala
er wat gebeurt en de heer Van der Plas wijst op de
goedkeuring die er is om een kasgeldleening aan te gaan
Spr. merkt op het voorstel te doen, juist omdat hij zoo
goed in de huishouding zit, de olierekening is al meege
vallen.
De heer Mr. D. Breebaart vindt het toch zonderling
dat als bij verlaging van lasten een mindere ontvangst
plaatst vindt van f 680, dan maar een totale achteruit
gang van f 200 zou volgen. Dit jaar is er dus een mee
valler van f 480, en dat zou dus ook weer voor 1931 het
geval moeten zijn.
De heer Van der Plas zegt, dat naast de olie, ook de
grintkosten al zijn meegevallen.
De heer Stammes maant aan tot voorzichtigheid, over
2 jaar is er tegenwoordig en die opbrengst zal ook wel
belangrijk lager zijn.
De heer Ottervangerzegt dat de heer Stammes dus
toch ook inziet dat de boel zal zakken, terwijl kij toch
de lasten stabiel wil houden. Spr. wil ook de lasten doen
meezakken.
De heer Stammes: Het betreft hier verdeeling
van een batig saldo.
De heer T Mooij wijst er op dat de toestand beroerder
kan worden en er menschen zijn die nu al de dingen
moeten verzetten.
De heer Mr. D. Breebaart erkent dat de kans bestaat
dat de toestand beroerder wordt, en juist daarom is
het een voorzichtige politiek om de lasten niet te ver
lagen. Het wegenonderhoud zal In de toekomst tegenval
len, spr. zal geen critiek op het straatwerk uitoefenen,
doch de kosten van onderhoud zullen duurder worden!
Steun van provincie of rijk is er nog niet voor de we
gen en wo moeten dus voorzichtig zijn. Wellicht zal men
de opmerking maken, dat spr. er niet aan behoeft te
betalen, maar spr. wijst er op dat we hier zitten om dc
belangen van den polder te behartigen.
De Voorzitter herinnert er aan dat een jaar of wat
geleden de lasten steeds werden verlaagd en daarna de
lasten met f 2 moesten worden verhoogd. Laten we dus
dit jaar afwachten, hoe de toestand zich zal ontwikkelen
De heer Ottervanger zegt dat er hier menschen zit
ten, die voor hun eigen belang zitten, het bestuur
daarentegen voor het belang van den polder. Spr. zit hier
in het belang van zijn principaal.
Met 11 tegen 21 stemmen wordt het bestuursvoorstel,
de lasten onveranderd te laten, aangenomen.
De begrooting wordt hierna onveranderd vastgesteld.
Het nazien van d© rekeningen 1931 en 1932.
Aan de orde komt de benoeming van een commissie,
belast met het nazien der rekeningen 1931 en 1932,
Door den heer Mr. D. Breebaart wordt voorgesteld.
aanwijJt V dat de Voorritter een 3-tal personen
De heer Ottervanger verzet zich daar tegen.
Tot stemming overgaande, worden benoemd de hee
ren Jb. Vos. Van Honschoten en A. Toes Tot plaatsver
vanger wordt aangewezen de heer G. Dekker.
De rondvraag.
De heer G. Dekker vraagt hoe het zit met het riet-
hakken van Rentenaar. Moet de wegsloot gehakt
worden of niet?
De Voorzitter antwoordt bevestigend, dat komt in
orde.
De heer Mr. D. Breebaart vraagt hoe ver het be
stuur gevorderd is met het ambtenarenreglement: Is er
al iets aangedaan en komt het in een algemeene ver
gadering? Dat moet dan vóór 1 Sent. gebeuren.
De tweede opmerking betreft het 25-jarig jubileum
van den dijkgraaf. Ook al was spr. geen afgevaardig
de van de gemeente, dan zou spr. toch nog wel iets te
zeggen hebben namens de gemeente, over dit jubileum.
Tot spr.'s groot genoegen is er vanmiddag receptie en
daarom wil spr. wat hij te zeggen had, opschorten tot
vanmiddag.
De heer T. Mooij vraagt of er in dezen polder nog
Noorderdammen bestaan.
De Voorzitter antwoordt, dat die niet in onze keur
zijn opgenomen.
De heer T. Mooij vraagt of er hier een vaste maat
voor de polderslooten bestaat.
De Voorzitter zegt dat dit door het Bestuur bedis
seld wordt naar noodzakelijkheid en behoefte
De heer T, Mooij vraagt daarna of hij nog een weg
heeft, nu hij een stukje land gekocht heeft
De Voorzitter zegt, dat de heer Mooij nu vervalt in
de koopacte-kwestie.
De heer Van der Plas zegt dat er inderdaad een weg
is.
De heer Mooij zegt dat ln 1903 zijn vader land heeft
gekocht en er geen weg schijnt te zijn. Dezen winter
heeft spr. den burgmeester om verbetering van den weg
gevraagd en toen antwoordde de burgemeester dat
spr. geen weg had.
De Voorzitter zegt. dat de Jewelweg bestaat, dat Is
het pad. dat uitkomt op den Nieuweweg.
De heer Mr Breebaart licht toe. den heer Mooij er
op te hebben gewezen, dat er voor zoover spr. wist,
geen officieele weg op de kaart staat.
De heer T. Mooij deelt mede. dat wethouder Kooger
spr. mededeelde, dat de legger 60 jaar op achter was.
De heer Mr. D. Breebaart zegt dat de logger is van
1906, maar dat er een nieuwe ligger in bewerking is.
De heer Ottervanger vraagt wat Noorderdammen
zijn, waarop de Voorzitter antwoordt, dat als er dichte
dammen zijn, de belendende moet zorgen voor het on
derhoud aan den noordkant.
Dlffcgraa! Kruisveld.
Een stukje geschiedenis.
Do héér Stnmmes neemt nu de gelegenheid te baat
om den dijkgraaf toe te spreken in varband mot
diens jubileum. Het was 9 Februari 1906, toen de heer
Kruisveld tot dijkgraaf werd gekozen en 26 Mei d.a.v.
beëedigd. Spr. wijst er op dat toen de heer Kruisveld
werd benoemd, het inwendig beheer van den polder
niet veel van den functionnaris eischte. Het hoogc
gedeelte loosde uit op Schermerboezem, voor het lage
gedeelte was er de Doskermolen en alleen het onder
houd der wegen vroeg dus aandacht. Maar dat is
spoedig veranderd. Immers op 4 Augustus 1906 kwam
in behandeling een verzoek, geteekend door 25 stem
gerechtigde ingelanden, om te plaatsen een machine
tot inmaling. In die bestuursvergadering werd be
sloten dat de heer Wartenhorst een plan met bere
kening zou maken. Op 19 Februari 1907 besloot het
bestuur niet op dit plan in te gaan, als zijnde te duur,
boven de kracht van den polder. Evenwel de nood
dwong, men zag voordeel in het inbrengen van wa
ter en op 19 December 1908 besloot het bestuur de
stemgerechtigde ingelanden in staat te stellen uit
spraak te doen. In de vergadering van 30 Januari 1909
werd met 33 tegen 13 stemmen besloten tot bemaling
over te gaan en aan den heer Mann als deskundige
werd opgedragen plan en teekening tv maken. Op
21 Augustus diende de heer Mann 3 plannen in en in
de vergadering van stemgerechtigde ingelanden op
4 SeDtcmber van dat jaar werd plan B met 30 tegen
4 stemmen aangenomen en besloten eon geldleening
ad f25000 aan te gaan.
Op 16 November 1909 keurden Ged. Staten dit be
sluit goed. Op 3 October 1910, werd het maken van
het machinegebouw aanbesteed en besloten tot aan
schaffing van een bronsmotor en een pomp van
Nering en Bögel. Op 8 Febr. d.a.v. werd proef gema
len en de heer Bregman tot machine-leider be
noemd. En dank zij diens goede leiding heeft de
machine nu 20 jaren uitstekend geloopen. Spr. kan
zich voorstellen, dat om tot dit besluit te komen er
veel beroering en veel strijd is geweest en weet dat
de dijkgraaf zelf een groot voor-stander van de be
maling is geweest. Maar spr. herinnert aan het
spreekwoord: er is geen zegen zonder strijd. De uit
gaven voor deze bemaling zijn wel 3 of 4 maal te
ruggekomen in de meerdere opbrengsten. Uit erken
telijkheid voor alles wat de dijkgraaf voor den pol
der heeft gedaan, heeft het bestuur gemeend den
heer Kruisveld een foto te moeten aanbieden, een
foto waarop het bestuur, penningmeester en secre
taris met het machinegebouw; de jienningmeester
die steeds actief is om de lasten op tijd binnen te
krijgen, de secretaris die de vroegere verzuimen flink
terecht heeft gebracht. En bovendien komt er op
voor de machineleider, die bij het inwendig beheer
voor den dijkgraaf zoo n grooten steun is geweest.
Spr. hoopt dat de jubilaris de foto een goede plaats
zal geven en is overtuigd dat deze met veel genoe
gen naar deze foto zal zien.
De dijkgraaf dankt den polder zeer voor dit aan
denken. Zijne benoeming was toenmaals geen bui
tenkansje, een polder die niets was, maar alleen een
plan had Het was de oude heer Vos die het denk
beeld opperde om een waterpas te krijgen en na veel
gehaspel hebben de stemgerechtigden uitspraak ge
daan. Spr. wijst er op, dat ook de heer Mann woor-
den van dank toekomen, terwijl de stemgerechtigde
ingelanden spr. een flinken steun zijn geweest. 25
Jaar geleden was het hier hei en nog eens hei en
thans hebben we een bloeiende polder. Er blijkt
uit dat het besluit geen misplaatste grap is geweest.
Hierna volgt sluiting.
De huldiging van den dijkgraaf.
Des middags na 2 uur was het bestuur met den Jubi
leerenden dijkgraaf In het café van den heer De Haan
aanwezig om belangstellenden In de gelegenheid te
stellen den jubilaris te complimenteeren.
Bloemstukken van de famlli's Lovink, Breebaart.
Koster, Jb. Stammes, A de Heer, Van der Plas. W.
Zeeman S. Baken en Jn. Kooijman waren aanwezig,
terwijl namens de V.V.V. de heer Loggers kwam feli-
citeeren en bloemen aanbood.
Voorts waren persoonlijk aanwezig de heer en me
vrouw Breebaart, de heer en mevrouw Koster, de heer
Baas. hoofd der school, de heer H. Zeeman, ontvanger,
de heer Bregman, machinist en andere kennissen en fa
milieleden.
Door den heer Mr. D. Breebaart Kz. werd de groote
energie van den Jubilaris genoemd, aan wiens werk
kracht het tc danken is. dat de polder van hel heeft
plaats gemaakt voor een polder met kapitale boer
derijen en vette weiden. Niet altijd is dit gewaardeerd,
maar volledige waardeering volgt pas als men dood ia
En spr. wijst dan op het groote belang dat ook de
gemeente bij dezen bloei heeft, weshalve het gemeente
bestuur heeft gemeend, een bewijs van dankbaarheied
te moeten geven. In goed gekozen bewoordingen biedt
spr. namens het gemeentebestuur een Swan-vulpen aan,
den wensch uitende, dat de heer Kruisveld nog onder
vele belangrijke besluiten, die den bloei en vooruitgang
van den polder zullen beteekenen, met deze pen zijn
handteekening moge zetten.
Burgemeester Lovink zegt dat 25 jaren in 't leven
van een mensch een heele tijd is, maar een kwart
eeuw in 't bestaan van een polder slechts een streep
aan den balk is. Toch verwondert men zich erover hoa
een polder in 25 jaren kan verbeteren en vooruitgaan.
En vooral als die polder dan aan 't hoofd heeft een
man als dijkgraaf Kruisveld, iemand met kennis van
zaken en groot beleid, Iemand die zich niet stoort, on
gevoelig lijkt voor minderwaardige critiek, kleine te-
genwerkng en gemis aai£ waardeering. maar die ook
wars is van loftuitingen of n de hoogte stekerij.
Maar op een dag sis vandaag moet de dijkgraaf zich
dat toch laten welgevallen. Ook spr. schetst den groo
ten vooruitgang van den polder, feliciteert den polder
met het jubileum van zijn dijkgraaf en zegt dat de dijk
graaf met gerechtvaardigde trots op zijn werk kan te
rugzien. Spr. uit tenslotte den wensch dat den dijkgraaf
met zijn trouwe ega, nog vele jaren zullen worden ge
geven om zijn levenswerk voort te zetten en te volein
digen.
Burgemeester Koster onderschrijft do woorden door
de vorige sprekers geuit en wijst op den strijd die ge
voerd moest worden in dezen armen polder. Zoo goed is
ingezien, dat om de welvaart te bevorderen het noodza
kelijk was de waarde van de landerijen te vermeerderen
Wel zijn de pogingen van den dijkgraaf niet altijd ge
waardeerd, maar het juste inzicht van dijkgraaf werd
toch steeds gesteund. Wel werd er eena een Otter ge
vangen, maar een Kruisveld niet, de dijkgraaf bleef een
waardig man. Spr. wijst er op hoe de jubilaris evenals
spr. van klein af is begonnen, maar steeds gestreefd
heeft zijn om ge ring omhoog te brengen.
De jubilaris dankt voor de loftuitingen die tot hem
zijn gericht, wel werd er de laatste jaren nog al eens
op zijn werk afgedongen, maar de blijken van belangstel
ling en sympathie weerspreken dit thans. Spr. wijst op
den zwaren strijd die de ingezetenen hier 25 jaar geleden
hebben moeten voeren, ln een tijd toen het beter was
dat men hier geen land had dan wel, toen het gebruik
van kunstmest zonder water niets bleek te beteekenen
en men nochtans f 6 lasten had te betalen. In dien tijd
heoft men spr. echter trouw terzijde gestaan.
Onder gezelligen kout is men daarna ongetwijfeld
eenigen tijd bijeen gebleven. Voor den jubilaris en zijn
familieleden, doch ook voor het bestuur van den polder
Callantsoog Is de herdenking van dit Jubileum ongetwij
feld tot een bijzonder mooi en dag geworden.
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF.
Garage C. NIEUWLAND, BERGEN.
Het slachtoffer geworgd*
Betreffende den moord, welke Donderdagavond op de
35-jarige vrouw A. B. bij het Merwede-kanaal te Utrecht
zou zijn gepleegd, wordt nog nader vernomen, dat do
heer Hamoen. commissaris der tweede afdeeling, een
krachtig onderzoek naar den dader instelt door de be
kende en vermoedelijke relaties van de vrouw na te gaan
Waarschijnlijk had zij n.1. met een dezer hevige ruzie
gekregen.
De onderzoekings-arbeld wordt echter ten zeerste ge
handicapt, doordat aan de politiehonden geen lucht kan
worden gegeven in verband met den velen regen, welke
de laatste dagen is gevallen en elk spoor heeft vernie
tigd.
De man. waarmee de vrouw sedert eenigen tijd ge
huwd was, had zich niet gehaast aangifte te doen. toen
zij Donderdagnacht niet thuis kwam, omdat hij wist, dat
zij haar vroegere lugubere bedrijf nog voortzette.
Als bijzonderheid kan nog worden vermeld, dat het
lijk met een doek. strak om den hals aangehaald, werd
aangetroffen, zoodat mmen alle reden heeft om te ver
onderstellen, dat de moord door middel van worging Ja
geschied.
DE BEHANDELING GESCHORST.
Onderzoek gelast naar de geestvermogens
van verdachte.
In de Zaterdag voortgezette behandeling van de straf
zaak tegen G. J. M., verdacht van den moord in den
toren van de Majellakerk te Amsterdam is op verzoek
van den verdediger, mr. F. Kokowsky. nog als getuige
gehoord de rechter-commissaris mr. G. J. Jutte, die in
deza zaak de instructie heeft gevoerd.
De verdediger stelde de vraag, of deze getuige niet den
indruk van dezen verdachte heeft gekregen, dat hij co-
medio speelde, als hij zich zelf steeds voordeed als een
voortreffelijk man, op wlen niemand ter wereld ook maar
de minste aanmerking zoude kunnen maken, en of die
indruk ook zoo sterk is geweest, dat bij den getuige wel
eens twijfel aan 's mans geestevrmogens opkwam.
De rcchter-commisaaris antwoordde hierop, dat een
dergelijke twijfel wel eens bij hem is gerezen. Den in
druk, dat de verdachte geestelijk niet heelemaal normaal
was, heeft bij getuige in den aanvang bestaan, maar
heeft zich later ln den loop der verhooren gewijzigd; hoa
langer hoe meer maakte de verd. op getuige den indruk,
een geestelijk sterk man te zijn, die uitsluitend gedreven
werd door zijn gouddorst. Daarom heeft getuige er van
afgezien de Instructie aan te vullen met een phyehia-
trisch onderzoek; had hij echter geweten, dat het on
derzoek ook zonder dat zóó lang zou duren, dan had hij
er allicht toe besloten.
De verdediger deed thans formeel het verzoek, dat de
rechtbank een onderzoek naar de geestvermogens van
den verdachte zoude gelasten.
De subsistuut-officier van justitie, mr. Versteegh, zcide
thans het te betreuren, dat de verdediger eerst nu met
zijn verzoek is gekopicn. Hij zal er zich echter niet te
gen verzetten, als dc verdediger zulk een onderzoek in
het belang van zijn cliënt noodig acht