SchagerCourant DE RENTMEESTER. FOSTER's MMGPIUEN Tweede Blad. De M.C.-kenring te Opmeer. Sleepboot bij Breezand gezonken. Geweldige brand te München. Inbraak te Den Haag v e r ij d e 1 d. Groote hitte te Moskou. Dinsdag 9 Juni 1931. 74ste Jaargang. No. 8878 De voordeden, verbonden aan het fokken van legerpaarden. Hoe men een paard moet voorbrengen". De eerste indruk doet soms veel. Het lijkt mij juist over het M. C. in het algemeen en over de M. C.-keuring in het bijzonder, iets naders mede te deelen. M. C. beteekent Militair Certificaat, en de hengst of merrie, welke deze onderscheiding verworven heeft, is geschikt bevonden legerpaarden voort te brengen, 't Is n.1. de bedoeling, jaarlijks een gedeelte der benoodigde legerpaarden uit eigen land te remonteeren. Eenerzijds wordt hiermede onze eigen fokkerij gesteund, ander zijds is men in tijden van oorlog niet meer absoluut afhankelijk van het buitenland. Men zoekt zoowel rijpaard- (cavalerie) alswel tuig- paard-type (artillerie). Voor beiden wordt zwaar de nadruk gelegd op droog beenwerk en goede hoeven. De merries die dit jaar goedgekeurd werden voor het M. C,. kan men volgend jaar laten dekken door een M. C.-hengst (de goedkeuring geldt voor het volgend Jaar). Dan krijgt men f 35 vergoed voor het dekken, benevens vrij snelvervoer heen en terug voor de merrie. Wordt de M. C.-merrie door een „Ster M. C."-hengst gedekt (een hengst die bij uitstek geschikt geacht wordt om legerpaarden te fokken en daarom ook extra gesubsidieerd wordt door het Ministerie van Defensie en de Vereeniging „Het Legerpaard") dan wordt f 50 vergoed als dekpremie benevens het vrije snelvervoer heen en terug. De goedkeuring geldt iedere keer voor één jaar. De merries die dus nu in 1931 goedgekeurd werden voor 1932, moeten in '32 opnieuw aangeboden worden voor 1933, enz. Het veulen dat uit de combinatie M. C.-merrie X M. C. hengst wordt geboren, kan (is niet verplicht) op 3 4-jarigen leeftijd aan het leger verkocht worden. Indien geschikt bevonden. Men krijgt dan f 50 boven de handelswaarde. Dit wat betreft het M. C. in het algemeen, en nu nog iets over deze keuring te Opmeer. 't Viel op, dat de meeste paarden slecht gemonsterd werden en dat bij velen 't toilet veel te wenschen overliet Een paard goed voorbrengen ls een kunst, welke door oefening verkregen wordt Zoowel het paard als de geleider moeten dit leeren. Vlot stappen en vlotte draf, waarin de geleider !n de pas blijft met de voorbeenen van het paard. Steeds in rechte lijn stappen of draven. Niet van stilstaan direct in draf willen vallen, want dan wil het paard graag galoppeeren. De geleider moet links van het paard loopen en steeds bij wenden rechtsomkeert maken. Daarbij de wending vooral niet te kort Trek het hoofd van het paard niet naar je toe, want daardoor gaat het paard scheef en kan de jury den gang niet beoordeelen. Bij het opstellen moet het paard „vierkant" staan, d.w.z. het lichaamsgewicht moet gelijkmatig over de vier beenen verdeeld zijn. De jury moet van ter zijde alle vier beenen kunrien zien, zoodanig dat de bultenbee- nen dichter bij elkaar staan dan de binnenbeenen (ten opzichte van de jury gerekend). Nimmer mag het paard „gestrekt" staan, ook niet „op rust". Houdt ook het hoofd niet te hoog ten koste van den ruglijn. En houdt het paard bij dit onderdeel der monstering bij de bokstukken vast. Kijk naar je paard en sta in de houding. En wat het toilet betreft het volgende: 't Is noodlg voor men naar welke monstering ook gaat, zijn paard behoorlijk te roskammen en borstelen. Dan wordt de huid mooi glanzend, maar ook staart en manen moeten gekamd en geborsteld worden, gepunt en getrokken. Snij zwilwratten en spoor af. Knip de onderbeenen bij. Wasch de beenen als zij vuil zijn. Steek de hoeven uit aan de zooivlakte en smeer de wand in met zuurvrije olie. En ook de geleider behoort in passend tenue te verschijnen. De eerste indruk doet soms zooveel. R. FEUILLETON Naar het Engelsch. 1L „Ik begrijp niet, waarom zij mij dat eigenlijk trachtte wijs te maken." „Zóó slim ben ik nu niet, maar ik geloof toch wel, dat ik het raden kan. Ze wilde jou daarmee te kennen geven, dat je niet je genegenheid op mij hoefde te zet ten, want dat ik haar behoorde, zie je! Ik vind het niet prettig, om dit te zegen, want het klinkt zoo verwaand, maar toch zie ik er geen andere reden voor." Arme Felicity! Ondanks alles had Joyce met haar te doen, want zij had veel verloren! „Ik vind, dat je dan wel heel goed voor haar bent ge weest, dat je zoo al haar orders uitvoerde, alleen maar, omdat je wilde, dat zij een goeden indruk zou krij gen van het buitenleven." „Dat moest Ik wel doen, Joyce. Weet Je aan wien de boerderij komt, als zij ze niet hebben wil?" .Neen! En ze wil ze niet hebben, dat heeft ze ge schreven." „Dan komt ze aan mij. Dus nu vat Je, dat ik wel mijn best moest doen, om te maken, dat ze ze hebben wilde. Maar dat zij mij kuste, of trouwde, neen, dat was toch te veel van mij gevergd." „En je hebt zoo hard gewerkt!" zei Joyce. terwijl ze moeite had haar tranen te bedwingen. „Je kon er soms zoo vreeselijk moe uitzien." „Dat kwam niet van het werken," antwoordde hij. „Maar het was van het 's nachts opzitten met Robert Stone. Ik kreeg af en toe wel een man bij mij, om mij te helpen, maar Ik was de eenige, die zich tegen hem opgewassen voelde. Want ik kon zijn arme vrouw toch niet alles laten doen? Zij moest den heelen dag met hem optrekken." „Waarom werd hij dan niet in een gesticht opgesloten, nis hij krankzinnig was?" „Het was geen gewone krankzinnigheid, liefste. Het was delirium tremens. Wij hadden hem alweer een heel eind den goeden weg op, maar eergisteren had hij een vriend omgekocht, om hem een paar flesschen brande wijn te brengen. En dit deed weer het werk van weken te niet! Ik heb een vreeselljken nacht met hem door gebracht Het was de nacht, die volgde op het onweer; ik geloof, dat dit ook van^nvloed op hem was geweest. Den heelen nacht had ik geen oog toegedaan. Daarom nad ik den vorigen nacht zoo zwaar geslapen. Maar hij w listig en was mij ontsnapt Ik miste hem gauw en ging hem onmiddellijk achterna, want ik begreep heel g««d. waarheen hij was gegaan. En zoo kwam ik nog juist op tijd." OP EEN DAM VASTGERAAKT EN DAARNA OVERZIJ GEGAAN. Drie van de vier opvarenden verdronken. Te laat om het nog in het nummer van dien dag op te nemen ontvingen wij Zaterdag van Wieringen het be richt dat nabij Breezand (het stuk opgespoten land tus- schen Wieringen en Friesland) een sleepboot van do reederij Smit te Rotterdam in het z.g. gevaarlijke gat, „Het Scheergat" was gezonken en er van de vier opva renden drie waren verdronken. Door den sterken stroom kwam de boot dwars tegen den dam te zitten. Er werd met de machine gewerkt om haar los te krijgen. Kort daarna geraakte de kop van de boot los van den dam. Het voorschip ging voor den wind wind en daar het achterschip bleef vastzitten, ging de sleepboot overzij. De stoker, die het gevaar had zien aankomen, sprong over boord en wist zich zwemmende te redden. Zün ve der, de 52-jarlge maohinist, de kapitein en de stuurman werden in de diepte gesleurd en verdronken. De namen der slachtoffers, die bij het ongeluk om het leven zijn gekomen, zijn als volgt: de kapitein A. Bak ker uit Rotterdam, de matroos-stuurman A. J. Broere uit Rotterdam en de machinist A. Visser uit Hansweert. Gered is de stoker A. Visser Jr. De sleepboot was van d en Nederl. Stoom-Sleepdienst vh. van P. Smit Jr. te Rotterdam. Nader wordt gemeld, dat de sleepboot gekanteld is en met den bodem naar boven ligt. Het schip is in ondiep water gezonken en gevreesd wordt, dat het voorloopig niet mogelijk zal zijn de boot te bergen, mede in verband met den sterken stroom ter plaatse. Zaterdagavond wa ren tegen het vallen van de duisternis de lijken nog niet gevonden. Nadere bijzonderheden. In een onderhoud met den heer v. d. Mark, inspecteur van de Maatschappij tot Uitvoering van de Zuiderzee werken heeft deze een medewerker van de N.R.Ct. om trent het ongeluk met de sleepboot Veergat het volgen de verteld: Zaterdagmorgen om goed vijf uur voer de Veergat langs een dijk, welke wordt opgeworpen en waarlangs een zeer sterken stroom 9tond. In verband met den Oostenwind was er weinig water en de boot stiet op eenige gestorte keien, waardoor zij dwars viel (kap seisde) en bijna oogenblik kei ijk zonk. De sleepboot Pie- ter welke In de buurt voer, is terstond naar de plaats gegaan, waar de Veergat was gezonken en de beman ning van deze boot wist den stoker van de Veergat uit het water op te vissohen. De drie andere opvarenden, kapitein, machinist en stuurman zijn mede naar de diepte gezogen. Vermoed wordt, dat de lijken zich nog aan boord bevinden, Het schip ligt onderstboven, in ondiep water, maar ls moeilijk te bereiken in verband met den ster ken stroom. Om het schip te lichten zou men eerst den dijk af moeten maken om den stroom uit het water te halen. Dit onderdeel van den dijk is bijna voltooid en zal in een paar dagen gereed zijn. Men zou Zondag door werken ten einde zoo spoedig mogelijk de Veergat te kunnen lichten. (Reeds zijn enkele groote kranen naar dit gedeelte van den dijk gebracht). Dit bergingswerk zal geschieden met behulp van een drijvende bok, welke thans echter nog niet bij de boot kan komen. De Maat schappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken heeft de sleepboot Veergat van de Ned. Stoomsleepdlenst v. h. P. Smit Jr. te Rotterdam gehuurd. Het ls het eerste ernsti ge ongeluk, dat bij deze werken is voorgekomen. De ge redde stoker, die te Rotterdam thuis hoort, is terstond doorgereisd naar Hansweert, waar zijn vader (de veron gelukte machinist) heeft 'gewoond. Dè'stach toffere. De kapitein en de machinist waren gehuwd, de dek- knecht niet Het waren allen mannen, die reeds vier vijf Jaar in dienst van de Maatschappij waren en met het werk volkomen waren vertrouwd. Zij zijn omgeko men by een arbeid, die zy haast dagelyks verrichtten en dit ongeluk is toe te schryven aan een samenloop van omstandigheden, zooals de geweldig sterke stroom in verband met den hevigen Oostenwind. GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF. Garage C. NIEUWLAND, BERGEN. „Denk je, dat hy my kwaad zou hebben gedaan?" vroeg zij. „Dat kan ik niet zeggen, liefste. Je begrijpt zeker wel. waar hy steeds van vervuld was?... Hy wilde oom George dooden. Het was versohrikkeiyk, om hem te hooren, als hy zoo'n bul had. Maar we zullen eT nu niet verder van praten, want je gaat alweer bleek zien." „Maar toch wil ik het weten. Vertel my nu allee van hem en van zyn vrouw en dan zal ik je niet meer pla gen. Ik stel er meer belang in, dan Je denkt, en ik heb geen rust, eer ik alles weet" En toen vertelde ze hem van haar tocht door 't on weer en van wat zy had gezien door het venster. Onder het luisteren voelde Chris, dat het geruimen tijd zou duren, eer hy Felicity zou kunnen vergeven. Nadat zy had getracht, hem op te zetten tegen Joyce. had zij haar op dien langen, vermoeienden tocht ge stuurd, met de bedoeling, om een ontmoeting tusschen hen belden te voorkomen; evenals ae later haar plan nen had gesmeed, dat zij in alle stilte zou weggaan, zoo dat hy geen gelegenheid zou hebben gehad, om uit te vinden hoe zij zelve tegen hem gelogen had.. „Hoe maakt Robert Stone het nu? Je bent zeker zijn vrouw gaan halen, toen je In den nacht naar „Brem- zicht" ging?" „Ja. Ooh; het is met hem zoo goed als gedaan! De dok ter zegt, dat hy nog enkele dagen te leven heeft. Waar hy de kracht vandaan haalde voor dat laatste onder nemen, vat ik nog niet, want hy ls niet meer dan een wrak. Maar hy heeft het gedaan in een bul van waanzin en voor het oogenblik beschikte hy dus over de zenuw kracht van een krankzinnige." „Zyn arme vrouw is zeker wel zeer ontsteld?" vroeg Joyce vol deelneming. „Ja. Maar toch is het zoo verreweg het beste en zy zal ook wel tot dit inzicht komen. Hy kan toch nooit meer beter worden. Als alles voorby is, zal ik Je eens by haar brengen. Je zult haar zeker troosten en moed kunnen inspreken, zy is een beschaafd vrouwtje en heeft een goede opvoeding genoten. Daarom had oom George ook nog ééns zoozeer met haar te doen." „Toe vertel er my eens allee van!" „Ik heb er niet veel zin In," trachtte hy zich al te verzetten. „Ik zou je veel liever eens vertellen, dat je de mooiste oortjes hebt, die Ik ooit zag; dat je haar zoo zacht is, als zy; kortom dat je het liefste schepseltje bent, dat er op aarde bestaat" „Voor zulke dwaze dingen is het altoos nog tijds ge noeg," meende zij streng. „Maar na al die vage Insinu aties wilde ik nu we! eens precies van je hooren, wat Robert Stone eigenlijk misdreven heeft." „Nu, zooals Je gehoord hebt stelde oom George on bepaald vertrouwen In den men, en, zooals zoo vele schavuiten, kon hy heel goed praten; wist hy zich in alle deelen uitstekend voor te doen en werkte hard dit diene tot zijn eer gezegd zoodat oom pas den laataten winter er achter is gekomen, dat hy al jaren lang door Robert Stone bedrogen werd. De oude heer Carleton was niet populair, maar hy meende, dat hy toch wel zeer Het glazen paleis door vunr vernield. Een der grootste rampen voor de Dult- sche kunst. Voor millioenen schade aangericht. De brandweer stond mach- taeloos tegenover de geweldige vuurzee. Wolff meldde Zaterdag uit Munchen: In het beroemde Glazen Paleis, waarin op het oogenblik een groote internationale kunsttentoon stelling werd gehouden, is hedenmorgen om half vier een brand uitgebroken, die zoo snei en hevig om zich heen greep, dat het gebouw in korten tijd ge heel in vlammen gehuld was. Een uur nadat de brandweer gealarmeerd was, was al het houtwerk door de vlammen verteerd en stond nog slechts het ijzeren geraamte van het gebouw overeind, doch ook dit geraamte stortte langzamerhand op verschil lende plaatsen in. De brandweer stond tegenover deze vuurzee mach teloos. en bepaalde zich er toe de belendende gebou wen nat te houden. De Zuidelijke wind dreef een re gen v«n vonken honderden meters ver weg. Het glazen-paleis is in 1853>'.">4 als industrie-gebouw gebouwd en bestond geheel uit glas en beton. Sedert 1888 hield de Munchener Kunstenaarsver- eeniging in het gebouw ieder jaar een tentoonstel ling van internationale kunstwerken, behalve gedu rende den wereldoorlog en in de inflaticperiode. Nog slechts een rookende puinhoop. Tal van kostbare kunstwerken verbrand. I.ater werd nog gemeld: Twee uur na het eerste alarm van den brand, was het glazen paleis nog slechts een rookende puinhoop. In het binnenste van het geho-iw woedde het vuur hij het afzenden van dit bericht nog onverminderd voort. De brandweer bestrijdt de vlammen met niet min der dan 32 stralen. Daar herhaaldelijk ijzeren pijlers van het gebouw met donderend geweld omlaag stor ten, moet de brandweer met groote voorzichtigheid optreden. De brand is uitgebroken in den noordelijken vleu gel van het gebouw en heeft zich met razende snel heid uitgebreid. De schade is zeer aanzienlijk en loopt in de mil lioenen. daar talrijke kostbare kunstwerken zijn ver brand. Slechts 50 ti 60 schilderstukken konden wor den gered. De vlammen, die uit het gebouw sloegen, waren zoo groot, dat zij op 15 km. afstand van Munchen te zien waren. Van de tentoongestelde schilderstukken waren slechts de inzendingen uit het buitenland verze kerd. De Duitsche kunstenaars hadden hun inzendingen meerendeels niet verzekerd, daar zij volkomen ver trouwden on de veiligheid van het gebouw. Heden- (Zaerdag) morgen om kwart voor zeven woedde de brand in het binnenste van het gebouw nog steeds voort. De brandweer geeft nog steeds met 32 slangen water. Het reusachtige ijzeren dak van het gebouw is omslaaggestort eu thans staan nog slechts aan den zuidelijken vleugel eenige pijlers overeind. De noordelijke vleugel is geheel verwoest. De brand weerlieden hebben tengevolge van de sterke rook ontwikkeling met groote moeilijkheden te kampen. Twee hunner zijn door neerstortende balken getrof fen. Een groote menschenmenigte slaat het blus- schingswerk gade. De brand geb'uscht. De verloren ge- gane kunstschatten. Dirt acht uur was de brand nagenoeg gebluscht. Van de schilderijen is niets meer terug te vinden. Kunstenaars, wier werken in het gebouw ten toon gesteld waren, waren den geheelen ochtend bij de plaats des onheils. Nog meldt het W.B. omtrent den brand in het Glazen Paleis te Munchen. dat in het geheel 2820 werken van schilderkunst, gravures en plastiek wa ren tentoongesteld, waarvan er slechts 50 tot 60 konden worden gered. De verliezen aan kunstwaarden zijn zoo groot, dat men hier spreken kan van een der grootste rampen van de nationale kunst. Brandstichting niet uitgesloten? Volgens een officieele mededeeling is brandstich ting niet uitgesloten in verband met de ongewoon snelle uitbreiding van den brand in een gebouw dat uit weinig brandbaar materiaal was opgetrokken. geëerbiedigd werd. Nu had hy al eenigen tijd gemerkt, dat de menschen hem op de markten en veilingen op- zetteiyk uit den \yeg gingen, en natuurlyk deed hem dat niet aangenaam aan. De reden vatte hy echter niet, tot een vriend ze hem meedeelde. Het bleek, dat al de sluwheden en de oneervolle dingen, die Stone be dreef, op rekening van oom werden gesteld. De rent meester had zich onrechtmatig verrijkt ten koe te van zyn werkgever op wiens naam nog de blaam werd ge worpen.En toen ééns de vrouw van Stone opdaagde, was dit de druppel, die den emmer deed overloopen. Oom was ridderlijk van natuur en koesterde grooten eerbied voor vrouwen in het algemeen." „Wist hy niet. dat Robert Stone getrouwd was?" „Neen. Stone hield zich altijd, of hij ongetrouwd was. Hy liet zyn vrouw in Leiceeter wonen: hy had haar wijs gemaakt, dat hy zyn betrekking zou vorllezen, als Mr. Carleton afwist van haar bestaan. Zoo nu en dan ging hij haar opzoeken, maar hy hield haar zóó kort, ze had vyf kindertjes, moet Je weten dat ze ten slotte ln wanhoop zich by den ouden heer aanmeldde. Die was ten zeerste verontwaardigd over Stone en hy had van af dit oogenblik voor goed by hem afgedaan. Om der wille van zijn vrouw en kinderen weee oom hem „Brem- zicht'" aan als woning. De man had er op gerekend, al les te krijgen bij ooms dood... dit was hem dan ook eerst beloofd; maar nu hU dit zoo geheel verspeeld had, ver viel hij van kwaad tot erger. Ik geloof ook, dat de oude heer bang voor hem werd en dat hy daarom om my geschreven had." „Waar hebben ze sinds den dood van Je oom van ge leefd?" „O, ik ben zijn loon blijven doorbetalen, want Ik kon toch niet zien. dat die arme vrouw en kinderen gebrek leden. Het vrouwtje wilde het in 't eerst wel niet aanne men, want zy bezit veel trots; maar nu op het laatst ging 't beter, want toen zei ik, dat ik haar dat als kostgeld betaalde en dat lk Stone's werk deed. Het eigenaardige van het geval Is echter, dat miss Gray my nooit een cent heeft uitbetaald, zoomin als ze Jou het reisgeld gaf, dat ze Je beloofd had. Wat dat betreft, schynt er iets met haar geheugen niet in orde te zyn!" En hij lachte eens harteiyk. „Ik begrijp niet, hoe je daar nu om lachen kunt!" riep Joyce, ernstig verontwaardigd. „Ik vat ook niet. hoe zy zoo wezen kon. En wat moet die arme Mrs. Stone nu beginnen?" „O. die is beter af, dan vóór dien tyd! Haar vader kan het zeer goed stellen en die wil nu, dat zy met de kin deren by hem komt wonen. Zy ls zijn eenige dochter, hy had haar al eerder by zich willen hebben als zy haar schurk van ©en man in den steek had gelaten. Maar dat wilde zy niet en zy heeft haar ouders ook nooit verteld, hoe mooHijk zy het had." Hierna praatten de Jongelui wat over zichzelven. Joy ce liet hem al die dingen zeggen, dl© niets geen belang hadden voor de buitenwereld en die men dan ook niet kan oververtellen. Zoo was de tyd hun dan ook zóózeer omgevlogen, dat Indien gij voortdurend last hebt van schele hoofdpijn als gevolg van een slechte spijsvertering, gebruik dan eens een poosje Foster's Maagpillen, het betrouwbare, zacht werkende laxeermiddel. Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon. Door flink optreden van do politie^ Aan de Haagsche recherche was ter oore gekomen, dat Zaterdagnacht waarschUnlijk «en inbraak zou wor den gepleegd ln een galanterieönwlnkel aan de Hoef- kade. Derhalve werd een oogje In het zeil gehouden.. Inder daad verscheen omstreeks middernacht een individu .dat zich over enkele platjes en langs den tuin toegang verschafte door een achterkamerdeur van genoemd win kelhuis.. De recherche, die zich met den revolver in do hond verdekt had opgesteld gelastte den inbreker de handen omhoog te houden, aan welk bevel deze aarzelend vol deed. Daarop werd hij gearresteerd; hy bleek te zyn de 24-jarige los-werkman L. van K. wonende aldaar. Eenige inbrekerswerktulgen werden ln zijn bezit gevonden. Van K. heeft reeds verschillendo vonnissen wegens diefstal met braak en wegens verduistering achter den rug. Hy is in verzekerde bewaring gesteld. Nader wordt nog vernomen, dat de politie het oog hield op drie winkels, tw. twee by elkaar gelegen ga lanteriezaken en een fruitwinkel, die alle op de Hocfkada De Inbraak werd gepleegd, zooals hierboven gemeld ia een van de galanteriewinkels. Deze winkelhuizen zyn 's nachts onbewoond. In een kamertje, waar de inbreker op heeterdaad i werd betrapt, was een bedrag van ongeveer f 400 aanwe- zig, dat dank zy de activiteit van den recherche in han- den van den winkelier is gebleven. BRAND TE GIESSENNIEUWKERK. Een watermolen en een boerdery afgebrand. Vrijdagavond Is de z.g. Wielmolen. een der drie wateri j molens langs den Schelluinschen Vliet, afgebrand, waar- schyniyk als gevolg van het overwaaien van vonko-n uit een heimachine, waarmee men in de onmiddellijke na bijheid aan het werk was. Brandende stukken riet vanf den molen woelen door den vrij krachtigen Oostenwind honderden meters ver door de lucht. Hierdoor ontstond ook brand In twee boerderijen te Giessen-NieuwkerkJ beiden met riet gedekt De oene boerderij, bewoond doorn de gezinnen van G. de Koning en G. Terlouw, is grooten-. deels afgebrand; in de andere boerdery, bewoond dooq H. van Hoorne, was men den brand spoedig meester. Hier la de waterschade zeer groot. Hulp Is verleend door de motorspuit uit Glessen- Nieuwkerk en de brandspuiten uit Hoornaar en Peursum Gebrek aan mineraalwater en limonade* Sinds eenigen tijd heorscht te Moskou een toe nemend gebrek aan mineraalwater en limonade. Voor de slijterijen van kwasz, den Russischen na- tionalen drank, staan lange rijen koopers. De toene mende hitte te Moskou heeft het verbruik sterk doen toenemen. De sovjet-pers klaagt er over, dat in de meeste stadswijken noch in de stedelijke parken en plant soenen mineraalwater- en limonadekiosken staan. Daarbij zou het gebrek aan mineraalwater en limo nade in geen geval in onvoldoende productie zijn oorzaak vinden. Ingevolge bureaucratische moeilijkheden misluk ten b.v. de onderhandelingen tusschen den bond van consumptiehandelaren te Moskou en de desbetref fende trust, waarop de trust gedwongen werd, haar, mineraalwater- en limonade-voorraden systematisch door de rioleeringsbuizen „van de hand te doen". ze ten zeerste verbaasd waren, toen Mrs. Verinder aan kondigde, dat het theetijd was. Zy wenschte den jongelui beiden geluk, met zulk een moederlijke uitdrukking ln de oogen, dat Chris zich on willekeurig over haar heenboog en haar kuste, daar het hem op dat oogenblik ook onmogeiyk was iets te zeggen. Eer hy dien avond wegging, legde hy zyn plannen bloot voor den dominee en zijn vrouw en besloot met het vriendelijke, doch dringend verzoek: „Zoudt u beiden my misschien het onbeschrijfiyk ge noegen willen doen, mijn klein meisje zoo lang hier te houden, tot ttc haar kom opeischen, om met my mee te gaan? Dit zou ook zoo heel handig zyn, omdat de domi nee ons huwelijk toch wel zal Inzegenen? Ons huweiyks- relsje zal dan een uitstapje naar Canada zijn. Want daar moet ik mijn ranch verkoopen en er mijn zaken nog regelen, zooals u weet. Ik zal trachten, het goed „Bly- theby Hall" te koopen, dat al lang leeg staat U heeft er toch geen bezwaar tegen, Mrs. Verinder, om ons zoo dicht by u te krijgen? Natuurlijk moet Joyce ook inge nomen zijn met den .Hall?" De bIjbehoorende landerijen zijn heel goed en het is altijd een illusie van mij geweest om een goed te bezitten In Engeland. Ik hoop. dat lk de plaats krijgen kan, want ze ls ook zoo dicht by „het Dal", waar Je moeder en de kinderen don kunnen wonen, liefste. Als wy nu ln het begin van de volgende maand trouwden, dan konden we gaan met de boot... Wat scheelt er aan. Joyce?" Dit mocht hy wel vragen: Joyce zag zeer bleek en ze moest zich vasthouden aan de tafel, zoo duizelig werd zy van die verreikende en veelomvattende plannen. Mrs. Verinder trad tusschenbeide met een vriendeiyk- waarschuwenden blik naar den Jongen man: „Jo gaat een beetje ai te gauw voor ons, gewone ster velingen! Joyce moet haar moeder nog raadplegen over heel wat dingen, waarvoor zij zorgen moet, eer ze trou wen kan. Ia dat niet zoo, kind?" Joyoe knikte slechts nog niet by machte, om ai wat te zeggen. Vol berouw sloot Chris haar in de armen: „Mijn klein ding! Heb ik Je zoo verschrikt met mijn dwaze voortvarendheid! Het zal niet weer gebeuren, hoor liefste!" „Och, ik weet eigenlijk zelf niet, waarom ik zoo ver schrikt ben," fluisterde zy. haar gezichtje tegen hem aanviyend. «Haar zie Je, wy zyn nog geen dag verloofd en nu praat Je al van trouwen!' „Hoor eens kindje, als Je soms liever heelemaal niet meegaat naar Alberta, dan moet je het zeggen. Donk niet, niet dat ik ooit iets tegen je zin zou willen doem Ik zag zelfs wel kans, om de zaken schriftelijk te be handelen over mijn ranch daar." „O. neen, neen!" riep zy. „Ik wil wel met je naar het andere einde van de wereld gaan! Maar ik moet nog eerst wat wennen aan het Idee, dat ik nu al zoo gauw oen getrouwde vrouw zal zyn." Slot volgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5