SchagerCourant
DE RENTMEESTER.
FOSTER's MMGPIUEN
Tweede Blad.
De M.C.-kenring te Opmeer.
Sleepboot bij Breezand
gezonken.
Geweldige brand te
München.
Inbraak te Den Haag
v e r ij d e 1 d.
Groote hitte te Moskou.
Dinsdag 9 Juni 1931.
74ste Jaargang. No. 8878
De voordeden, verbonden aan het fokken
van legerpaarden. Hoe men een paard
moet voorbrengen". De eerste indruk
doet soms veel.
Het lijkt mij juist over het M. C. in het algemeen en
over de M. C.-keuring in het bijzonder, iets naders
mede te deelen.
M. C. beteekent Militair Certificaat, en de hengst of
merrie, welke deze onderscheiding verworven heeft, is
geschikt bevonden legerpaarden voort te brengen, 't Is
n.1. de bedoeling, jaarlijks een gedeelte der benoodigde
legerpaarden uit eigen land te remonteeren. Eenerzijds
wordt hiermede onze eigen fokkerij gesteund, ander
zijds is men in tijden van oorlog niet meer absoluut
afhankelijk van het buitenland.
Men zoekt zoowel rijpaard- (cavalerie) alswel tuig-
paard-type (artillerie). Voor beiden wordt zwaar de
nadruk gelegd op droog beenwerk en goede hoeven.
De merries die dit jaar goedgekeurd werden voor het
M. C,. kan men volgend jaar laten dekken door een
M. C.-hengst (de goedkeuring geldt voor het volgend
Jaar). Dan krijgt men f 35 vergoed voor het dekken,
benevens vrij snelvervoer heen en terug voor de merrie.
Wordt de M. C.-merrie door een „Ster M. C."-hengst
gedekt (een hengst die bij uitstek geschikt geacht
wordt om legerpaarden te fokken en daarom ook extra
gesubsidieerd wordt door het Ministerie van Defensie
en de Vereeniging „Het Legerpaard") dan wordt f 50
vergoed als dekpremie benevens het vrije snelvervoer
heen en terug.
De goedkeuring geldt iedere keer voor één jaar. De
merries die dus nu in 1931 goedgekeurd werden voor
1932, moeten in '32 opnieuw aangeboden worden voor
1933, enz.
Het veulen dat uit de combinatie M. C.-merrie X
M. C. hengst wordt geboren, kan (is niet verplicht)
op 3 4-jarigen leeftijd aan het leger verkocht worden.
Indien geschikt bevonden. Men krijgt dan f 50 boven
de handelswaarde.
Dit wat betreft het M. C. in het algemeen, en nu nog
iets over deze keuring te Opmeer.
't Viel op, dat de meeste paarden slecht gemonsterd
werden en dat bij velen 't toilet veel te wenschen
overliet Een paard goed voorbrengen ls een kunst,
welke door oefening verkregen wordt Zoowel het paard
als de geleider moeten dit leeren.
Vlot stappen en vlotte draf, waarin de geleider !n de
pas blijft met de voorbeenen van het paard. Steeds in
rechte lijn stappen of draven. Niet van stilstaan direct
in draf willen vallen, want dan wil het paard graag
galoppeeren.
De geleider moet links van het paard loopen en steeds
bij wenden rechtsomkeert maken. Daarbij de wending
vooral niet te kort Trek het hoofd van het paard niet
naar je toe, want daardoor gaat het paard scheef en
kan de jury den gang niet beoordeelen.
Bij het opstellen moet het paard „vierkant" staan,
d.w.z. het lichaamsgewicht moet gelijkmatig over de
vier beenen verdeeld zijn. De jury moet van ter zijde
alle vier beenen kunrien zien, zoodanig dat de bultenbee-
nen dichter bij elkaar staan dan de binnenbeenen (ten
opzichte van de jury gerekend). Nimmer mag het
paard „gestrekt" staan, ook niet „op rust". Houdt ook
het hoofd niet te hoog ten koste van den ruglijn. En
houdt het paard bij dit onderdeel der monstering bij
de bokstukken vast. Kijk naar je paard en sta in de
houding.
En wat het toilet betreft het volgende: 't Is noodlg
voor men naar welke monstering ook gaat, zijn paard
behoorlijk te roskammen en borstelen. Dan wordt de
huid mooi glanzend, maar ook staart en manen moeten
gekamd en geborsteld worden, gepunt en getrokken.
Snij zwilwratten en spoor af. Knip de onderbeenen bij.
Wasch de beenen als zij vuil zijn. Steek de hoeven uit
aan de zooivlakte en smeer de wand in met zuurvrije
olie.
En ook de geleider behoort in passend tenue te
verschijnen. De eerste indruk doet soms zooveel. R.
FEUILLETON
Naar het Engelsch.
1L
„Ik begrijp niet, waarom zij mij dat eigenlijk trachtte
wijs te maken."
„Zóó slim ben ik nu niet, maar ik geloof toch wel,
dat ik het raden kan. Ze wilde jou daarmee te kennen
geven, dat je niet je genegenheid op mij hoefde te zet
ten, want dat ik haar behoorde, zie je! Ik vind het niet
prettig, om dit te zegen, want het klinkt zoo verwaand,
maar toch zie ik er geen andere reden voor."
Arme Felicity! Ondanks alles had Joyce met haar te
doen, want zij had veel verloren!
„Ik vind, dat je dan wel heel goed voor haar bent ge
weest, dat je zoo al haar orders uitvoerde, alleen maar,
omdat je wilde, dat zij een goeden indruk zou krij
gen van het buitenleven."
„Dat moest Ik wel doen, Joyce. Weet Je aan wien de
boerderij komt, als zij ze niet hebben wil?"
.Neen! En ze wil ze niet hebben, dat heeft ze ge
schreven."
„Dan komt ze aan mij. Dus nu vat Je, dat ik wel mijn
best moest doen, om te maken, dat ze ze hebben wilde.
Maar dat zij mij kuste, of trouwde, neen, dat was
toch te veel van mij gevergd."
„En je hebt zoo hard gewerkt!" zei Joyce. terwijl ze
moeite had haar tranen te bedwingen. „Je kon er soms
zoo vreeselijk moe uitzien."
„Dat kwam niet van het werken," antwoordde hij.
„Maar het was van het 's nachts opzitten met Robert
Stone. Ik kreeg af en toe wel een man bij mij, om mij
te helpen, maar Ik was de eenige, die zich tegen hem
opgewassen voelde. Want ik kon zijn arme vrouw toch
niet alles laten doen? Zij moest den heelen dag met hem
optrekken."
„Waarom werd hij dan niet in een gesticht opgesloten,
nis hij krankzinnig was?"
„Het was geen gewone krankzinnigheid, liefste. Het
was delirium tremens. Wij hadden hem alweer een heel
eind den goeden weg op, maar eergisteren had hij een
vriend omgekocht, om hem een paar flesschen brande
wijn te brengen. En dit deed weer het werk van weken
te niet! Ik heb een vreeselljken nacht met hem door
gebracht Het was de nacht, die volgde op het onweer;
ik geloof, dat dit ook van^nvloed op hem was geweest.
Den heelen nacht had ik geen oog toegedaan. Daarom
nad ik den vorigen nacht zoo zwaar geslapen. Maar hij
w listig en was mij ontsnapt Ik miste hem gauw en
ging hem onmiddellijk achterna, want ik begreep heel
g««d. waarheen hij was gegaan. En zoo kwam ik nog
juist op tijd."
OP EEN DAM VASTGERAAKT EN DAARNA
OVERZIJ GEGAAN.
Drie van de vier opvarenden verdronken.
Te laat om het nog in het nummer van dien dag op
te nemen ontvingen wij Zaterdag van Wieringen het be
richt dat nabij Breezand (het stuk opgespoten land tus-
schen Wieringen en Friesland) een sleepboot van do
reederij Smit te Rotterdam in het z.g. gevaarlijke gat,
„Het Scheergat" was gezonken en er van de vier opva
renden drie waren verdronken.
Door den sterken stroom kwam de boot dwars tegen
den dam te zitten. Er werd met de machine gewerkt om
haar los te krijgen. Kort daarna geraakte de kop van de
boot los van den dam. Het voorschip ging voor den wind
wind en daar het achterschip bleef vastzitten, ging de
sleepboot overzij.
De stoker, die het gevaar had zien aankomen, sprong
over boord en wist zich zwemmende te redden. Zün ve
der, de 52-jarlge maohinist, de kapitein en de stuurman
werden in de diepte gesleurd en verdronken.
De namen der slachtoffers, die bij het ongeluk om het
leven zijn gekomen, zijn als volgt: de kapitein A. Bak
ker uit Rotterdam, de matroos-stuurman A. J. Broere uit
Rotterdam en de machinist A. Visser uit Hansweert.
Gered is de stoker A. Visser Jr.
De sleepboot was van d en Nederl. Stoom-Sleepdienst
vh. van P. Smit Jr. te Rotterdam.
Nader wordt gemeld, dat de sleepboot gekanteld is en
met den bodem naar boven ligt. Het schip is in ondiep
water gezonken en gevreesd wordt, dat het voorloopig
niet mogelijk zal zijn de boot te bergen, mede in verband
met den sterken stroom ter plaatse. Zaterdagavond wa
ren tegen het vallen van de duisternis de lijken nog niet
gevonden.
Nadere bijzonderheden.
In een onderhoud met den heer v. d. Mark, inspecteur
van de Maatschappij tot Uitvoering van de Zuiderzee
werken heeft deze een medewerker van de N.R.Ct. om
trent het ongeluk met de sleepboot Veergat het volgen
de verteld:
Zaterdagmorgen om goed vijf uur voer de Veergat
langs een dijk, welke wordt opgeworpen en waarlangs
een zeer sterken stroom 9tond. In verband met den
Oostenwind was er weinig water en de boot stiet op
eenige gestorte keien, waardoor zij dwars viel (kap
seisde) en bijna oogenblik kei ijk zonk. De sleepboot Pie-
ter welke In de buurt voer, is terstond naar de plaats
gegaan, waar de Veergat was gezonken en de beman
ning van deze boot wist den stoker van de Veergat uit
het water op te vissohen. De drie andere opvarenden,
kapitein, machinist en stuurman zijn mede naar de diepte
gezogen. Vermoed wordt, dat de lijken zich nog aan boord
bevinden, Het schip ligt onderstboven, in ondiep water,
maar ls moeilijk te bereiken in verband met den ster
ken stroom. Om het schip te lichten zou men eerst den
dijk af moeten maken om den stroom uit het water te
halen. Dit onderdeel van den dijk is bijna voltooid en
zal in een paar dagen gereed zijn. Men zou Zondag door
werken ten einde zoo spoedig mogelijk de Veergat te
kunnen lichten. (Reeds zijn enkele groote kranen naar
dit gedeelte van den dijk gebracht). Dit bergingswerk
zal geschieden met behulp van een drijvende bok, welke
thans echter nog niet bij de boot kan komen. De Maat
schappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken heeft de
sleepboot Veergat van de Ned. Stoomsleepdlenst v. h. P.
Smit Jr. te Rotterdam gehuurd. Het ls het eerste ernsti
ge ongeluk, dat bij deze werken is voorgekomen. De ge
redde stoker, die te Rotterdam thuis hoort, is terstond
doorgereisd naar Hansweert, waar zijn vader (de veron
gelukte machinist) heeft 'gewoond.
Dè'stach toffere.
De kapitein en de machinist waren gehuwd, de dek-
knecht niet Het waren allen mannen, die reeds vier
vijf Jaar in dienst van de Maatschappij waren en met
het werk volkomen waren vertrouwd. Zij zijn omgeko
men by een arbeid, die zy haast dagelyks verrichtten en
dit ongeluk is toe te schryven aan een samenloop van
omstandigheden, zooals de geweldig sterke stroom in
verband met den hevigen Oostenwind.
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF.
Garage C. NIEUWLAND, BERGEN.
„Denk je, dat hy my kwaad zou hebben gedaan?"
vroeg zij.
„Dat kan ik niet zeggen, liefste. Je begrijpt zeker wel.
waar hy steeds van vervuld was?... Hy wilde oom
George dooden. Het was versohrikkeiyk, om hem te
hooren, als hy zoo'n bul had. Maar we zullen eT nu
niet verder van praten, want je gaat alweer bleek zien."
„Maar toch wil ik het weten. Vertel my nu allee van
hem en van zyn vrouw en dan zal ik je niet meer pla
gen. Ik stel er meer belang in, dan Je denkt, en ik heb
geen rust, eer ik alles weet"
En toen vertelde ze hem van haar tocht door 't on
weer en van wat zy had gezien door het venster.
Onder het luisteren voelde Chris, dat het geruimen
tijd zou duren, eer hy Felicity zou kunnen vergeven.
Nadat zy had getracht, hem op te zetten tegen Joyce.
had zij haar op dien langen, vermoeienden tocht ge
stuurd, met de bedoeling, om een ontmoeting tusschen
hen belden te voorkomen; evenals ae later haar plan
nen had gesmeed, dat zij in alle stilte zou weggaan, zoo
dat hy geen gelegenheid zou hebben gehad, om uit te
vinden hoe zij zelve tegen hem gelogen had..
„Hoe maakt Robert Stone het nu? Je bent zeker zijn
vrouw gaan halen, toen je In den nacht naar „Brem-
zicht" ging?"
„Ja. Ooh; het is met hem zoo goed als gedaan! De dok
ter zegt, dat hy nog enkele dagen te leven heeft. Waar
hy de kracht vandaan haalde voor dat laatste onder
nemen, vat ik nog niet, want hy ls niet meer dan een
wrak. Maar hy heeft het gedaan in een bul van waanzin
en voor het oogenblik beschikte hy dus over de zenuw
kracht van een krankzinnige."
„Zyn arme vrouw is zeker wel zeer ontsteld?" vroeg
Joyce vol deelneming.
„Ja. Maar toch is het zoo verreweg het beste en zy
zal ook wel tot dit inzicht komen. Hy kan toch nooit
meer beter worden. Als alles voorby is, zal ik Je eens
by haar brengen. Je zult haar zeker troosten en moed
kunnen inspreken, zy is een beschaafd vrouwtje en
heeft een goede opvoeding genoten. Daarom had oom
George ook nog ééns zoozeer met haar te doen."
„Toe vertel er my eens allee van!"
„Ik heb er niet veel zin In," trachtte hy zich al te
verzetten. „Ik zou je veel liever eens vertellen, dat je
de mooiste oortjes hebt, die Ik ooit zag; dat je haar
zoo zacht is, als zy; kortom dat je het liefste schepseltje
bent, dat er op aarde bestaat"
„Voor zulke dwaze dingen is het altoos nog tijds ge
noeg," meende zij streng. „Maar na al die vage Insinu
aties wilde ik nu we! eens precies van je hooren, wat
Robert Stone eigenlijk misdreven heeft."
„Nu, zooals Je gehoord hebt stelde oom George on
bepaald vertrouwen In den men, en, zooals zoo vele
schavuiten, kon hy heel goed praten; wist hy zich in
alle deelen uitstekend voor te doen en werkte hard dit
diene tot zijn eer gezegd zoodat oom pas den laataten
winter er achter is gekomen, dat hy al jaren lang door
Robert Stone bedrogen werd. De oude heer Carleton was
niet populair, maar hy meende, dat hy toch wel zeer
Het glazen paleis door vunr vernield.
Een der grootste rampen voor de Dult-
sche kunst. Voor millioenen schade
aangericht. De brandweer stond mach-
taeloos tegenover de geweldige vuurzee.
Wolff meldde Zaterdag uit Munchen:
In het beroemde Glazen Paleis, waarin op het
oogenblik een groote internationale kunsttentoon
stelling werd gehouden, is hedenmorgen om half vier
een brand uitgebroken, die zoo snei en hevig om
zich heen greep, dat het gebouw in korten tijd ge
heel in vlammen gehuld was. Een uur nadat de
brandweer gealarmeerd was, was al het houtwerk
door de vlammen verteerd en stond nog slechts het
ijzeren geraamte van het gebouw overeind, doch ook
dit geraamte stortte langzamerhand op verschil
lende plaatsen in.
De brandweer stond tegenover deze vuurzee mach
teloos. en bepaalde zich er toe de belendende gebou
wen nat te houden. De Zuidelijke wind dreef een re
gen v«n vonken honderden meters ver weg.
Het glazen-paleis is in 1853>'.">4 als industrie-gebouw
gebouwd en bestond geheel uit glas en beton.
Sedert 1888 hield de Munchener Kunstenaarsver-
eeniging in het gebouw ieder jaar een tentoonstel
ling van internationale kunstwerken, behalve gedu
rende den wereldoorlog en in de inflaticperiode.
Nog slechts een rookende puinhoop.
Tal van kostbare kunstwerken verbrand.
I.ater werd nog gemeld:
Twee uur na het eerste alarm van den brand, was
het glazen paleis nog slechts een rookende puinhoop.
In het binnenste van het geho-iw woedde het vuur
hij het afzenden van dit bericht nog onverminderd
voort.
De brandweer bestrijdt de vlammen met niet min
der dan 32 stralen. Daar herhaaldelijk ijzeren pijlers
van het gebouw met donderend geweld omlaag stor
ten, moet de brandweer met groote voorzichtigheid
optreden.
De brand is uitgebroken in den noordelijken vleu
gel van het gebouw en heeft zich met razende snel
heid uitgebreid.
De schade is zeer aanzienlijk en loopt in de mil
lioenen. daar talrijke kostbare kunstwerken zijn ver
brand. Slechts 50 ti 60 schilderstukken konden wor
den gered.
De vlammen, die uit het gebouw sloegen, waren
zoo groot, dat zij op 15 km. afstand van Munchen
te zien waren.
Van de tentoongestelde schilderstukken waren
slechts de inzendingen uit het buitenland verze
kerd.
De Duitsche kunstenaars hadden hun inzendingen
meerendeels niet verzekerd, daar zij volkomen ver
trouwden on de veiligheid van het gebouw.
Heden- (Zaerdag) morgen om kwart voor zeven
woedde de brand in het binnenste van het gebouw
nog steeds voort. De brandweer geeft nog steeds met
32 slangen water.
Het reusachtige ijzeren dak van het gebouw is
omslaaggestort eu thans staan nog slechts aan den
zuidelijken vleugel eenige pijlers overeind.
De noordelijke vleugel is geheel verwoest. De brand
weerlieden hebben tengevolge van de sterke rook
ontwikkeling met groote moeilijkheden te kampen.
Twee hunner zijn door neerstortende balken getrof
fen. Een groote menschenmenigte slaat het blus-
schingswerk gade.
De brand geb'uscht. De verloren ge-
gane kunstschatten.
Dirt acht uur was de brand nagenoeg gebluscht.
Van de schilderijen is niets meer terug te vinden.
Kunstenaars, wier werken in het gebouw ten toon
gesteld waren, waren den geheelen ochtend bij de
plaats des onheils.
Nog meldt het W.B. omtrent den brand in het
Glazen Paleis te Munchen. dat in het geheel 2820
werken van schilderkunst, gravures en plastiek wa
ren tentoongesteld, waarvan er slechts 50 tot 60
konden worden gered.
De verliezen aan kunstwaarden zijn zoo groot, dat
men hier spreken kan van een der grootste rampen
van de nationale kunst.
Brandstichting niet uitgesloten?
Volgens een officieele mededeeling is brandstich
ting niet uitgesloten in verband met de ongewoon
snelle uitbreiding van den brand in een gebouw dat
uit weinig brandbaar materiaal was opgetrokken.
geëerbiedigd werd. Nu had hy al eenigen tijd gemerkt,
dat de menschen hem op de markten en veilingen op-
zetteiyk uit den \yeg gingen, en natuurlyk deed hem
dat niet aangenaam aan. De reden vatte hy echter niet,
tot een vriend ze hem meedeelde. Het bleek, dat al de
sluwheden en de oneervolle dingen, die Stone be
dreef, op rekening van oom werden gesteld. De rent
meester had zich onrechtmatig verrijkt ten koe te van
zyn werkgever op wiens naam nog de blaam werd ge
worpen.En toen ééns de vrouw van Stone opdaagde, was
dit de druppel, die den emmer deed overloopen. Oom
was ridderlijk van natuur en koesterde grooten eerbied
voor vrouwen in het algemeen."
„Wist hy niet. dat Robert Stone getrouwd was?"
„Neen. Stone hield zich altijd, of hij ongetrouwd was.
Hy liet zyn vrouw in Leiceeter wonen: hy had haar wijs
gemaakt, dat hy zyn betrekking zou vorllezen, als Mr.
Carleton afwist van haar bestaan. Zoo nu en dan ging
hij haar opzoeken, maar hy hield haar zóó kort, ze
had vyf kindertjes, moet Je weten dat ze ten slotte
ln wanhoop zich by den ouden heer aanmeldde. Die was
ten zeerste verontwaardigd over Stone en hy had van
af dit oogenblik voor goed by hem afgedaan. Om der
wille van zijn vrouw en kinderen weee oom hem „Brem-
zicht'" aan als woning. De man had er op gerekend, al
les te krijgen bij ooms dood... dit was hem dan ook eerst
beloofd; maar nu hU dit zoo geheel verspeeld had, ver
viel hij van kwaad tot erger. Ik geloof ook, dat de
oude heer bang voor hem werd en dat hy daarom om
my geschreven had."
„Waar hebben ze sinds den dood van Je oom van ge
leefd?"
„O, ik ben zijn loon blijven doorbetalen, want Ik kon
toch niet zien. dat die arme vrouw en kinderen gebrek
leden. Het vrouwtje wilde het in 't eerst wel niet aanne
men, want zy bezit veel trots; maar nu op het laatst ging
't beter, want toen zei ik, dat ik haar dat als kostgeld
betaalde en dat lk Stone's werk deed. Het eigenaardige
van het geval Is echter, dat miss Gray my nooit een cent
heeft uitbetaald, zoomin als ze Jou het reisgeld gaf, dat
ze Je beloofd had. Wat dat betreft, schynt er iets met
haar geheugen niet in orde te zyn!"
En hij lachte eens harteiyk.
„Ik begrijp niet, hoe je daar nu om lachen kunt!" riep
Joyce, ernstig verontwaardigd. „Ik vat ook niet. hoe zy
zoo wezen kon. En wat moet die arme Mrs. Stone nu
beginnen?"
„O. die is beter af, dan vóór dien tyd! Haar vader kan
het zeer goed stellen en die wil nu, dat zy met de kin
deren by hem komt wonen. Zy ls zijn eenige dochter,
hy had haar al eerder by zich willen hebben als zy
haar schurk van ©en man in den steek had gelaten.
Maar dat wilde zy niet en zy heeft haar ouders ook
nooit verteld, hoe mooHijk zy het had."
Hierna praatten de Jongelui wat over zichzelven. Joy
ce liet hem al die dingen zeggen, dl© niets geen belang
hadden voor de buitenwereld en die men dan ook niet
kan oververtellen.
Zoo was de tyd hun dan ook zóózeer omgevlogen, dat
Indien gij voortdurend last hebt van
schele hoofdpijn als gevolg van een
slechte spijsvertering, gebruik dan
eens een poosje Foster's Maagpillen,
het betrouwbare, zacht werkende
laxeermiddel.
Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon.
Door flink optreden van do politie^
Aan de Haagsche recherche was ter oore gekomen,
dat Zaterdagnacht waarschUnlijk «en inbraak zou wor
den gepleegd ln een galanterieönwlnkel aan de Hoef-
kade.
Derhalve werd een oogje In het zeil gehouden.. Inder
daad verscheen omstreeks middernacht een individu .dat
zich over enkele platjes en langs den tuin toegang
verschafte door een achterkamerdeur van genoemd win
kelhuis..
De recherche, die zich met den revolver in do hond
verdekt had opgesteld gelastte den inbreker de handen
omhoog te houden, aan welk bevel deze aarzelend vol
deed. Daarop werd hij gearresteerd; hy bleek te zyn de
24-jarige los-werkman L. van K. wonende aldaar. Eenige
inbrekerswerktulgen werden ln zijn bezit gevonden.
Van K. heeft reeds verschillendo vonnissen wegens
diefstal met braak en wegens verduistering achter den
rug. Hy is in verzekerde bewaring gesteld.
Nader wordt nog vernomen, dat de politie het oog
hield op drie winkels, tw. twee by elkaar gelegen ga
lanteriezaken en een fruitwinkel, die alle op de Hocfkada
De Inbraak werd gepleegd, zooals hierboven gemeld ia
een van de galanteriewinkels. Deze winkelhuizen zyn
's nachts onbewoond.
In een kamertje, waar de inbreker op heeterdaad i
werd betrapt, was een bedrag van ongeveer f 400 aanwe-
zig, dat dank zy de activiteit van den recherche in han-
den van den winkelier is gebleven.
BRAND TE GIESSENNIEUWKERK.
Een watermolen en een boerdery afgebrand.
Vrijdagavond Is de z.g. Wielmolen. een der drie wateri j
molens langs den Schelluinschen Vliet, afgebrand, waar-
schyniyk als gevolg van het overwaaien van vonko-n uit
een heimachine, waarmee men in de onmiddellijke na
bijheid aan het werk was. Brandende stukken riet vanf
den molen woelen door den vrij krachtigen Oostenwind
honderden meters ver door de lucht. Hierdoor ontstond
ook brand In twee boerderijen te Giessen-NieuwkerkJ
beiden met riet gedekt De oene boerderij, bewoond doorn
de gezinnen van G. de Koning en G. Terlouw, is grooten-.
deels afgebrand; in de andere boerdery, bewoond dooq
H. van Hoorne, was men den brand spoedig meester.
Hier la de waterschade zeer groot.
Hulp Is verleend door de motorspuit uit Glessen-
Nieuwkerk en de brandspuiten uit Hoornaar en Peursum
Gebrek aan mineraalwater en limonade*
Sinds eenigen tijd heorscht te Moskou een toe
nemend gebrek aan mineraalwater en limonade.
Voor de slijterijen van kwasz, den Russischen na-
tionalen drank, staan lange rijen koopers. De toene
mende hitte te Moskou heeft het verbruik sterk doen
toenemen.
De sovjet-pers klaagt er over, dat in de meeste
stadswijken noch in de stedelijke parken en plant
soenen mineraalwater- en limonadekiosken staan.
Daarbij zou het gebrek aan mineraalwater en limo
nade in geen geval in onvoldoende productie zijn
oorzaak vinden.
Ingevolge bureaucratische moeilijkheden misluk
ten b.v. de onderhandelingen tusschen den bond van
consumptiehandelaren te Moskou en de desbetref
fende trust, waarop de trust gedwongen werd, haar,
mineraalwater- en limonade-voorraden systematisch
door de rioleeringsbuizen „van de hand te doen".
ze ten zeerste verbaasd waren, toen Mrs. Verinder aan
kondigde, dat het theetijd was.
Zy wenschte den jongelui beiden geluk, met zulk een
moederlijke uitdrukking ln de oogen, dat Chris zich on
willekeurig over haar heenboog en haar kuste, daar
het hem op dat oogenblik ook onmogeiyk was iets te
zeggen.
Eer hy dien avond wegging, legde hy zyn plannen
bloot voor den dominee en zijn vrouw en besloot met
het vriendelijke, doch dringend verzoek:
„Zoudt u beiden my misschien het onbeschrijfiyk ge
noegen willen doen, mijn klein meisje zoo lang hier te
houden, tot ttc haar kom opeischen, om met my mee te
gaan? Dit zou ook zoo heel handig zyn, omdat de domi
nee ons huwelijk toch wel zal Inzegenen? Ons huweiyks-
relsje zal dan een uitstapje naar Canada zijn. Want
daar moet ik mijn ranch verkoopen en er mijn zaken nog
regelen, zooals u weet. Ik zal trachten, het goed „Bly-
theby Hall" te koopen, dat al lang leeg staat U heeft
er toch geen bezwaar tegen, Mrs. Verinder, om ons zoo
dicht by u te krijgen? Natuurlijk moet Joyce ook inge
nomen zijn met den .Hall?" De bIjbehoorende landerijen
zijn heel goed en het is altijd een illusie van mij geweest
om een goed te bezitten In Engeland. Ik hoop. dat lk
de plaats krijgen kan, want ze ls ook zoo dicht by „het
Dal", waar Je moeder en de kinderen don kunnen wonen,
liefste. Als wy nu ln het begin van de volgende maand
trouwden, dan konden we gaan met de boot... Wat
scheelt er aan. Joyce?"
Dit mocht hy wel vragen: Joyce zag zeer bleek en ze
moest zich vasthouden aan de tafel, zoo duizelig werd
zy van die verreikende en veelomvattende plannen.
Mrs. Verinder trad tusschenbeide met een vriendeiyk-
waarschuwenden blik naar den Jongen man:
„Jo gaat een beetje ai te gauw voor ons, gewone ster
velingen! Joyce moet haar moeder nog raadplegen over
heel wat dingen, waarvoor zij zorgen moet, eer ze trou
wen kan. Ia dat niet zoo, kind?"
Joyoe knikte slechts nog niet by machte, om ai wat
te zeggen.
Vol berouw sloot Chris haar in de armen:
„Mijn klein ding! Heb ik Je zoo verschrikt met mijn
dwaze voortvarendheid! Het zal niet weer gebeuren,
hoor liefste!"
„Och, ik weet eigenlijk zelf niet, waarom ik zoo ver
schrikt ben," fluisterde zy. haar gezichtje tegen hem
aanviyend. «Haar zie Je, wy zyn nog geen dag verloofd
en nu praat Je al van trouwen!'
„Hoor eens kindje, als Je soms liever heelemaal niet
meegaat naar Alberta, dan moet je het zeggen. Donk
niet, niet dat ik ooit iets tegen je zin zou willen doem
Ik zag zelfs wel kans, om de zaken schriftelijk te be
handelen over mijn ranch daar."
„O. neen, neen!" riep zy. „Ik wil wel met je naar het
andere einde van de wereld gaan! Maar ik moet nog
eerst wat wennen aan het Idee, dat ik nu al zoo gauw
oen getrouwde vrouw zal zyn."
Slot volgt.