Een aardig idée.
Een vuurbol.
Het familiedrama in Kent.
Een incident in de
Grieksche Kamer.
Toemend busverkeer in
Amerika.
KAMPEEREN
De laats e Duitsche soldaat
in Fransche gevangenschap.
-Ontvoering van een minderjarige.
Nu, om op de gestelde vraag definitief te antwoorden:
„Ja en neen"!
We hadden net zoo goed kunnen zeggen: „Dat hangt
er van af!", want aan de kampeerder ligt het hem, of
de uitgaven te groot zijn of niet voor Uw beurs.
Bij 't begin aanvangende, zullen we eerst even voorop
moeten stellen, dat de eisch is dat men een kampeer-
tent bezit! Dat is eigenlijk het voornaamste. Bezit men
er geen, dan zullen de kosten voor de eerste kampeer-
tocht aanzienlijk hooger zijn.
De aanschaffingkosten van een kampeertent voor ten
hoogste 2 personen zijn (met grondzeil) pl.m. 18 gulden.
Maar van ongebleekte katoen, dat men daarna water
dicht maakt met dun dekkleedensmeer is men voor een
veel geringer bedrag klaar.
Een tent voor 3 en 4 personen verkrijgt men met
weinig moeite uit één voor een tweetal door de op
staande kanten (verondersteld wordt een model zooals
een gewone kap van een huls) op te lichten en er z.g.
„muurtjes" onder te maken. De oppervlakte wordt dan
onmiddellijk veel grooter.
Op een dergelijke wijze bouwt men een „shelter", een
z.g. Amerikaansche legertentje, om tot een ruime 4-
persoonstent
We zullen evenwel niet dieper Ingaan op 't maken
van een tent
Wel willen we er nog op wijzen, dat het volstrekt niet
meevalt en we waarschuwen er tegen om maar op goed
geluk af te gaan knippen. Het moet met overleg en
nauwkeurigheid gebeuren.
Als men gaat kampceren, moet men trachten zoo
zuinig mogelijk te leven; geen geld verkwisten aan
overbodige dingen.
Dan is het kampeeren betrekkelijk goedkoop en als
men zich een stel kampeerpannen en een gaskooktoestel,
een z.g.n. „primus", die zeer zuinig brandt op petroleum-
gas, heeft aangeschaft heeft men verdere huishoude
lijke artikelen niet mee te nemen.
Men fietst of wandelt overdag, eet er gerust drie maal
daags flink van en men behoeft niet meer te besteden
dan gemiddeld f 1.25 daags, mits men met drie of vier
man is.
Hiervan worden betaald behalve de „proviand", pont-
geld, staangeld en fooien voor de kinderen van de
menschen. op wien ge zijt aangewezen. Deze treft men
gelukkig haast overal aan en ze zijn de onmisbare
steun voor elke kampeeider.
We zijn wel eens jongelui tegengekomen, die royaal
van twee kwartjes per persoon per dag rondkwamen,
maar ook wel die aan een rijksdaalder nog niet vol
doende hadden.
Onze eigen ervaring heeft ons geleerd, dat f 1.25 een
aardig gedrag is, waarvan men sommige dagen eens
teat kan overhouden, wat altijd welkom is als er pech
komt in den vorm van een gebroken pedaal, lekke band
of reparatie aan het kooktoestel.
Een volgende keer iets over de dingen die men mee
moet nemen, wat goede wenken, en een aantal mooie
routes en tenslotte nog wat „avonturen" uit eigen
ervaring!
H. JONKER Hz.
Verzamel de oude rij wiel plaatjes. Teza
men een .waarde van f 3000.
Het bestuur der Vereeniging tot bevordering der be
langen der T.B.C.-patiënten in Nederland is op een ori
gineel en voor haar liefdadig doel zeer practisch idee
gekomen. Met 1 Augustus worden de nieuwe rijwielplaat
jes op de fietsen bevestigd. d.w.z. dat drie milüoen oude
rijwielplaatjes worden weggeworpen. Drie millioen ko
peren rijwielplaatjes, tezamen vertegenwoordigende 12
duizend kilogram koper, een waarde van f 3000. Waar
de vereeniging meent, dat aan nazorg tb.c.-behandeling
in ons land nog te weinig gedaan wordt, redeneert zij
terecht, dat het toch maar niet aangaat f 3000 in de
vuilnisbak te gooien. Daarom staan er bij alle rijwielhan
delaren kistjes. En wat is nu eenvoudiger, dan hierin,
nadat gij een nieuw plaatje op uw fiets hebt laten zet
ten, het oude, voor u waardelooze plaatje in te werpen?
Behoeftige tb.c.-patiënten zijn ermee gebaat. Ge doet er
dus een goed werk mee en het kost u niets, zelfs geen
moeite.
De gezochte vader over boord gesprongen
en daarmee het geheim van dit drama mee
in het graf genomen.
De Londensche politie Is er in geslaagd, vast te stel
len. det Charles Frederick Lewis. de kreupele man. die
er van verdacht werd. ziln vrouw en dochter te hebben
vergiftigd, en daarna de lijken In den tuin van zijn wo
ning te Belvedcrs In het Engelsche graafschap Kent
tc hebben begraven, verdronken is. Men heeft dit
ontdekt, doordat de kapitein van de „Royal Scot" welk
«chip tiiiischen loonden en Edinburgh vaart, bij zijn aan
komst in de haven aldaar meedeelde, dat des avonds
om 11 uur. toen het schip nauwelijks de open zee had
iberclkt, eon man overboord was gesprongen. Pogingen
om hem te redden en daarna om het lijk op te vlsschen,
waren vruchteloos gebleven. De kapitein overhandigdo
de politie eenige voorwerpen, welke In de hut van den
drenkeling waren gevonden. Deze voorwerpen werden
door familieleden en vrienden van Lewis als de zijne
herkend. Bovendien klopte de beschrijving van Lewis
volkomen met die van den man die overhoord was ge
sprongen, zoodat er geen twijfel overbleef.
Het Is nu duidelijk, dat Lewis. om tot dusver nog on
bekende redenen, ztin vrouw en aangenomen dochter
heeft vergiftigd en haar lijken daarna met het lük van
den hond. In den tuin heeft begraven. Door zijn sprong
overboord heeft hij het geheim van dit familiedrama met
«loh in het graf genomen.
Venizelos en Kaphandaris beschuldigen el
kaar van leugenachtigheid.
V.D. verneemt uit Athene:
In de Grieksche Kamer kwam het tot een heftig en
opzienbarend Incident tusachen minister-president Ve-
nizelos en zijn voormaligen partijgenoot Kaphandaris
die thans deel uitmaakt van de oppositie. Venizelos
nocmdi Kaphandaris een leugenaar, dien hij een draai
om ziln ooren zou geven als hij Iets dergelijks in zijn
functie van minister-president zou kunnen doen.
Kaphandaris daarentegen beechuldigdo Venizelos van
leugsns, omdat deze hem uitlatingen toedlchte, die hij
nooit had gedaan. Als gevolg van dit incident werd een
eere-raad ingesteld, dis naar de wederzUdsche beschul
diging een onderzoek zal doen en die bestaat uit de lei
ders der verschillende partijen. Aangezien de Volkspartij
eohter weigerde in dezen raad zitting te nemen zal ook
de Voorzitter van het Staatsgerecht er deel van uitma-
ken. Het incident heeft in alle politieke kringen groot
opxien gebaard en de oppositie valt Venizelos scherp aan
Een maatschappij met 2000 wagens, welke
tezamen dagelijks bijna een half millioen
Kilometrs afleggen.
De ontwikkeling van het auto-verkeer In Amerika en.
vooral na den oorlog, het gebruik van „bussen" als
transportmiddel, heeft er toe geleld, dat meer en mesr
de auto-omnibus de concurrent wordt van den spoor
weg.
L»o Amerikaansche spoorwegen hebben echter de
beteekenls van deze evolutie tijdig ingezien en zijn ten
zeerste betrokken b(j de verschillende busmaatschap
pijen.
Een der grootste deze maatschappijen, de „Greyhound
Lines", onderhoudt thans een geregeld personenverkeer
met meer dan 20C0 bussen, welke te zamen dagelijks
480.000 K.M. afleggen.
Verder zegt de statistiek, dat in 1930 tegen de 10
millioen reizigers vervoerd werden, welk aantal voor dit
jaar op 23 millioen geschat wordt. De bruto-ontvangst
bedroeg verleden Jaar 32 millioen dollar en. aal ln 1931
wel de 40 millioen bereiken.
Een personeel van 4500 man is aan dit bedrijf ver
bonden.
Een reis van New-York naar San Franclsco of
Hollywood met de bus is thans een doodgewone zaak.
Er wordt dag en nacht gereden en wel met een
wagen, welke 's nachts slaapwagen, overdag echter in
een luxe wagen kan herschapen worden.
Natuurlijk ontbreken ook de keuken en alle overige
Inrichtingen voor het moderne reizigersverkeer nlot
De lijnen van dit busverkeer voeren door het heele
land, van Noord naar Zuid, van Oost naar West en
hebben thans een beteekenis gekregen, welke aan het
Amerikaansche reizigersverkeer een heel bijzonder
cachet geeft.
zomerdag was overgegaan in de schemering van den
zomeravond.
Het denkbeeld om zelf onder de menschen te gaan en
persoonlijk voedsel voor zich en hulp voor Leek te
halen, scheen Prlam Farll een onmogelijk denkbeeld
toe; zoo Iets had hij nooit gedaan. Voor hem was een
winkel een ontoegankelijke vesting, bevolkt met mon
sters. Bovendien zou hij iets hebben moeten „vragen"
en „vragen" was voor hem het toppunt van alle kwel
lingen. Hij had dus bezorgd, maar hulpeloos, de trap
pen op en af geloopen, totdat Ugi laatste Leek, die niet
langer een knecht was, maar ontaard in een gewoon
menschelljk organisme, hem met zwakke stem, maar
kortaf, verzocht had. hem met rust te laten, waarbij
hij hem verzekerde, dat hij niets noodlg had. Waarop
de meest benijde van alle schilders, het symbool van
roem en grootheid, de bekende kamerjapon van den
knecht had aangetrokken om een nacht vol ongerief
en kwelling tegemoet te gaan.
De bel ging opnieuw over en een harde, dringende
bons op de deur klonk door het stille buis, schrik
wekkend. onheilspellend.
Het had het kloppen van den dood kunnen zijn. Dat
bonzen deed het vreeselijke vermoeden rijzen, „als hij
eens ernstig ziek was?" Prlam Farll sprong zenuw
achtig op, gereed om schellende en kloppende bezoe
kers te ontmoeten
Genezing van verlegenheid.
Aan den anderen kant van de deur stond een man
in geklcede Jas en hoogen hoed; hij was lang. mager
en doodelijk-vermoeid. want hij was Juist twintig uur
op de been geweest om zijn dagelijksch werk te ven-
richten, dat bestond in 't genezen van denkbeeldige
kwalen, door middel van geneesmiddelen of suggestie
en werkelijke ziekten over te laten aan de natuur en
aan een of ander gekleurd watertje.
Zijn houding tegenover het medisch beroep was
eer.lgszlns cynisch, gedeeltelijk, omdat hij overtuigd
was, dat alleen do gulzigheid van Zuld-Kensington hem
een bestaan verschafte, maar nog meer, omdat zijn
vrouw en zijn twee volwassen dochters te veel aan haar
kleding besteedden. Sinds Jaren hadden ze vergeten,
dat h(j een onsterfelijke ziel bezat en hadden ze hem
behandeld als een gcld-automaat: zij duwden een ont
bijt in de sleuf, trokken aan een knoop van zijn vest
cn haalden er banknoten uit te voorschijn. Daarom had
hij noch een assistent, noch een rijtuig, noch vacantle:
zijn vrouw en dochters konden hem die weelde niet vee*
oorlooven. Hij was knap, nauwgezet, chronisch vermoeid,
kaai en vijftig Jaar. Hij was ook, hoe vreemd 's schijnen
moge, verlegen van aard. ofschoon hU aan 't leven ge
wend was geraakt, zooals een mensch gewend raakt aan
Een lenke kampeertocht is een
evenement dat Jarenlang bijblijft!
I.
DEZER dagen, toen de zon al zoo'n heerlijke kracht
had gekregen, en zich dagenlang niet door
voorjaarsbuien Het verjagen, toen de natuur
haar verlokkingen met verdubbelde energie op
schoot, hebben wij, en ongetwijfeld velen met ons voor
't eerst dit Jaar, de Impressie van de opdringende
natuurpracht ondergaand, met ernst aan kampeeren
gedacht
Kampeeren!
Geheel op eigen beenen te leven; gedwongen te zijn
om op zichzelf te vertrouwen; zelf z'n potje te koken,
z'n etenswaren ln te slaan; dan te zoeken naar ge
schikte plekjes; te wandelen door een onbekend bosch.
midden ln den nacht; te zwerven, kortom naar eigen
wenech z'n vleugels te kunnen uitslaan!
Je beseft dan eerst wat de natuur voor Je beteekent
Mooi weer of regen en onweersbuien, stralende zonne
schijn of een somber zwerk met jagende snerpende
winden: ze doen je genoegen staan of vallen; je bent
er van afhankelijk als de wieken van een molen 't zijn
van den wind. Dat is 't avontuurlijke er van!
Daarbij komt 't ongekende machtige schouwspel van
't vallen van den nacht; 't stil worden van het rumoer
om je heen, het hooren van den wind die de tentzeilen
doet klepperen.
Avonturen beleeft men om van te smullen, er vallen
dingen voor. die thuis nooit voorkomen.
Men komt voor vraagstukken te Btaan, die ongekend
nuttig zijn voor ieder om ze op te lossen. Denk bij
voorbeeld maar eens aan wat een takt er noodlg is, om
de tent zoo op te zetten, dat hij nopit -den strijd tegen
den storm zal verliezen, de kunstmiddelen die men ter
hand moet nemen om van een mlerenplaag af te komen,
als men 's nachts om twee uur merkt dat het „tuig"
Je heeft overmeesterd en Je lucifers op zijn om licht
te maken!
Dat zijn avonturen, waarin men zelf ten nauwste Is
betrokken.
Met trots kan men later z'n ervaringen vertellen aan
jongeren, die nooit kampeerden en die toch evenals
Uzelf voor schijnbaar onoverkomelijke bezwaren komen
te staan, die ze zelf op weten te lossen.
IS KAMPEEREN DUUR?
In deze materialistische, deze verstoffelijkte wereld
draalt alles op „duur" of „goedkoop" uit
Is 't dan ook vreemd dat bij 't opwerpen van een of
ander plan altijd over den prijs do meeste woorden
worden versleten en de meeste zuchten worden geslaakt^
„Een ongepaste stap, welke de goede be
trekkingen en den vrede stoort?"
De Fransche bladen Matin, Llberté enz. hebben zich
in lange artikelen bezig gehouden met een interpellatie,
welke de Rijksdagafgevaardigden Bornemann, Rlppel
c.s. op 25 Maart hebben ingediend en waarin zij vragen
wat de rijksregeering gedaan heeft en denkt te doen
om den op 14 Juni 1921 door den Franschen krijgsraad
„wegens het dragen van wapenen tegen het vaderland"
tot levenslange deportatie veroordeelen Elzasser Paul
Emll Schwarz uit de Fransche gevangenschap te be
vrijden.
Rijksdagafgevaardigde Otto Rlpepl schrijft hierover in
de D.A.Z. o.a., dat Schwarz in Februari 1919 bij de be
zetting van Kehl in de woning van zijn moeder is
gearresteerd. Tot voor twee jaar zat Schwarz op het
Duivelseiland, in hetzelfde vertrek, waar vroeger kapi
tein Dreyfus heeft gezeten. Daarna werd hij naar de
strafkolonie Cayene getransporteerd, waar hij zich thans
nog bevindt Alle pogingen van het Duitsche gezant
schap, alle verzoeken om genade van zijn verdediger
zijn tot nu toe tevergeefs geweest.
Schwarz Is op Corsica geboren, doch heeft van kinds
af aan in den Elzas gewoond. Door den vrede van
Frankfort in 1871 zijn zijn ouders Duitsche staatsbur
gers geworden. Bij het uitbreken van den oorlog is hij
evenals alle Elzassers als Duitsch soldaat opgeroepen.
De Matin houdt Schwarz voor een Franschman. die
voor Dultschland splonnagewerk heeft verricht, doch de
krijgsraad van Chalons heeft geen apionnage kunnen
vaststellen. De krijgsraad heeft daarop besloten, dat
Schwarz volgens de bepalingen van het Fransche recht
als Fransch staatsburgers ls te beschouwen.
Nopens de Interpellatie, die de Rijksdagafgevaardig-
een holle kies, of een aal aan 't stroopen. Maar 't hart
van Dr. Cashmore had niets gemeen met 't hart van een
Jong mejsje! Hij kende de menschelijke natuur door en
door en hij droomde nooit over leta heerlijkere dan een
Zondags-uitstapje naar Brighton.
Priam opende de deur. welke dio twee bedeeede men
schen scheidde en zij zagen elkaar bij 't licht van de
straatlantaarn (want de hal was duister).
„Woont hier meneer Farll?" vroeg Dr. Caahmore met
een norschhêid in zijn stem, die uit verlegenheid voort
kwam.
De ontdekking, dat Leek zijn naam genoemd had deed
Priam 't angstzweet uitbreken. Het nummer van 't
huls zou toch voldoende geweest zijn!
„Ja," gaf hij aarzelend toe. „Is u de dokter?"
.Ja"
Dr. Cashmore liep de donkere hal te.
„Hoe gaat 't met den zieke?"
„Dat weet Ik niet," zei Prlam. „HU ligt te bed en
is heel rustig."
„Goed," zei de dokter. „Toen hij van morgen bU mU
kwam. raadde ik hem aan naar bed te gaan."
Daarop volgde een kort, verlegen zwijgen, waarin Pri
am Farll kuchte en de dokter zloh ln de handen wreef
en even begon te neuriën.
„BU den Hemel!" flitste hot door Farll's brein, „ik
geloof stellig, dat de vent verlegen is."
En de dokter zei tot zloh zelf: „Daar heb Je weer
zoo'n zenuwpees!"
Toen raakten ze van louter welwillendheid Jegens el
kaar op hun gemak. Hgt was. alsof er een veer losge
sprongen was. Prlam sloot de deur en sloot daarmee te
vens het lichtstraaltje van de straatlantaarn bulten.
„Ik vreee, dat er hier geen licht ls," zei hU-
„De zal een lucifer aanstrijken," zei de dokter.
„Dank u zeer", zei Priam.
Do schUn van een lucifer verlichte de pracht van da
bruine kamerjapon. Maar Dr. Cashmore bleef onbewo
gen. HU kon zich vielen met de gedachte, dat er op 't
punt van kamerjaponnen voor hom niets meer te leeren
viel
„Zeg eene, wat scheelt hem eigenlUk?" vroeg Priam
Farll op een Jongensachtlgen toon.
„Weet ik 't? Kou gevat 't Kan van alles zUn. Daarom
ze! Ik. dat Ik van avond nog eens zou komen zien. Ik
kon niet eerder komen. Sinds van morgen zes uur ben
ik op de been geweest"
Hij lachte grimmig.
„Het ls heel vriendelijk, dat u gekomen is." zei Priam
Faril met warme, levendige sympathie. HU bezat een
verwondcrlUke gave om zich ln de plaats van een ander
stellen.
„Volstrekt niet!" mompelde de dokter. HU was ont
roerd. Om dat feit te verbergen, stak h|j een tweede lu-
de aan de regeering hebben gericht schrijft de Fransche
pers over „een ongepasten stap, welke de goede be
trekkingen en den vrede stoort"
De Interpellanten betoogen daarentegen, dat Schwarz
de laatste Duitscne soldaat is, die wegens zUn deelne
ming aan den oorlog zich thans nog in Fransche ge
vangenschap bevindt
DE INBRAAK IN EEN BONTWINKEL.
De voortvluchtige verdachte gearresteerd
Men zal zich herinneren dat ln verband met den In
braak in den bontwlnkel van de firma C. aan de Jonker
Fransstraat te Rotterdam de politie een inval deed ln
een pand aan het Oosteinde aldaar, waar de gestolen
partU bont werd teruggevonden en waar een man gear
resteerd werd. De andere verdachte zag kans over de
daken van naastgelegen panden te ontkomen.
Het Is de politie thans gelukt dezen man te arrestee
ren. Donderdagochtend in alle vroegte heeft een drietal
rechercheurs een inval gedaan in een pand aan de Korf-
makerstraat en daar den voortvluchtige van zijn bed
gelicht
Het ls de 34-jarige varnesgeeel P. F. S. HU is ln het
politiebureau opgesloten.
INBRAAK TE ROTTERDAM.
Een bedrag van f 475 gestolen.
TUdens afwezigheid van de bewoners heeft men zich
gisteren, vermoedelijk met behulp van valsche sleutels
toegang verschaft tot de woning van den kantoorbe
diende L. G. aan den Mathenesserdijk te Rotterdam.
Uit het buffet Is een blikken trommel waarin een
bedrag van f 260 aan bankpapier geborgen was ont
vreemd, terwijl uit een kast een geldkistje, inhoudende
een bedrag van f 215 gestolen is.
elf er aan. „Zullen we naar boven gaan?"
Op de slaapkamer stond een brandende kaars op een
stoffige, ledige toilettafel. Dr. Cashmore nam de blaker
mee naar 't bed. dat zoo keurig gespreid was, dat 't
een oase geleek in de woestenij van de ongeriefelijke
kamer, toen bukte hU zich over den zieken knecht
„HU rilt!" riep de dokter zacht uit
Henry Leek's huid was blauwachtig, hoewel er, behalve
de dekens, nog verscheidene relsplaids op het bed lagen
en de nacht zoel was. Zijn oud-aohtig gezicht (want hU
was de derde man van vijftig jaar ln de kamer) had een
angstige uitdrukking. Maar hU bewoog zich niet, uitte
geen woord, bU 't zien van den eirts: hU staarde alleen
mat voor zich uit
HU scheen in niets belang te stellen, dan ln zijn eigen
moeilijke ademhaling.
„Geen vrouwen bij de hand?"
De dokter wendde zich plotseling met scherpe stem
tot Priam Farll, die opschrikte
„WU zUn maar met ons beiden in huls." antwoordde
hU-
Iemand, die minder bekend was met de wonderlijke
toestanden, die zich in de beschaafde wereld ln Londen
kunnen voordoen, zou verwonderd geweest zijn bU dat
bericht Maar Dr. Cashmore was nu evenmin verbaasd
als hU 't geweest was bU 't zien van de hulsjapon.
„Gauw, haast je en haal wat warm water." zei hU op
bevelenden toon. „Gauw maak voort! En brandewUn!
En nog eenige dekens! Sta daar nu niet te kijken, maar
schiet op! Wacht, ik zal meegaan naar dc keuken. Wijs
me den wee
HU greep den blaker en zijn gelaat zei: „Ik zie we!,
dat j|j niets waard bent als 't op helpen aan komt!"
,,'t Is met me gedaan, dokter", klonk 't fluisterend
van 't bed.
„Dat is 't m'n Jongen!" zei de dokter zacht In zich
zelf. toen hU met Priam Farll snel de trap af liep. „Ten*
zU ik Je wat warms kan ingieten!"
Meester en knecht
„Moet er een lUksohouwlng plaats hebben?" vroeg
Prlam Farll om zes uur ln den morgen. HU was op den
harden stoel in de benedenkamer neergevallen. De on
misbare Henry Leek was voor altUd voor hem verloren.
HU kon zich niet voorstellen, hoe hU zich voortaan red
den moest Hij kon zich niet indenken, wat hU beginnen
moest zonder Leek. En. wat nog erger was, het schrik
beeld van het bekend worden van zUn aanwezigheid In
Londen martelde hem en Het hem niet los.
„Neen!" zei do dokter opgeruimd. „O. neen! ik was
er bU- Een acute dubbele longontsteking! Dat komt meer
voor. ik zal het doodsbewijs schrijven. Maar natuurlUk
moet u het sterfgeval aangeven."
Gezien te den nacht van Zaterdag op Zon
dag.
Een lezer van de N.R.Ct schrijft dat hU in den nacht
van Zaterdag op Zondag, circa vijf kwartier voor do
aardbeving, n.1. om 1 minuut over half een, in het Zuid-
Westen op een geringe hoogte van circa 30 graden, ver
weg, een praöhtlgen vuurbol heeft gezien. Het was niet
een zgn. vallende ster, noch een staatster. Het verschUn-
sel bewoog zich ln een richting loodrecht op den ge
zichtseinder, recht naar den waarnemer toe. De vuur
bol werd grooter en grooter, kwam naderbij tot de groot
te gelUk was aan die, welke de maan gemiddeld voor
ons oog heeft en bestond plotseling niet meer. Het ein
de ging niet gepaard met een uiteenspatting. De duur
van het verschijnsel was circa 15 seconden. In dien tUd
was ln de omgeving van den vuurbol veel damp zicht
baar, terwijl de hemel voor en na het verschijnsel den
Indruk gaf zeer helder te rijn-
Aanklacht tegen een baron ingedlendi
De Berlijnsche politie stelt alles in het werk om het
spoor te vinden van de 16-jarige Hlltrud Breil, die in
Parijs verdwenen ls.
Hiltrud Breil ls ongeveer zes weken geleden met Ba
ron von Holdenberg. met wien zU verloofd was, en zUn
moeder naar Parijs gegaan. Sedert een maand hebben
haar ouders niets van haar gehoord. Vastgesteld is, dat
zU zich na een paar dagen in Parijs van haar verloofde
heeft gescheiden en zloh ln een voorstad van Parijs heeft
opgehouden.
Tegen von Holdenberg is namens de ouders van het
meisje een klacht Ingediend wegens ontvoering van een
minderjarige. Men verwacht dat von Holdberg en zUn
moeder in hechtenis zullen worden genomen.
De Parijsohe politie ls verzocht om het meisje op te
sporen, waarin zU nog niet geslaagd ls.
Zelfs zonder lUkachouwing voelde hU. dat het gevalI
uiterst onaangenaam voor hem was. HU voelde, dat hU|
't besterven zou en hij bedekte zijn gelaat met zijn han-1
den.
„Waar zijn meneer Farll's bloedverwanten?" vroeg de
dokter.
„Meneer Farll's bloedverwanten?" herhaalde Priam
Farll zonder te begrUpen.
Toen ging hem eer licht op.
Dr. Cashmore dacht, dat Henry Leek Farll heette!
En de overgevoelige bedeesdheid ln Priam Farll's ka
rakter greep met beide handen het nooit vermoede bui
tenkansje aan om te ontsnappen aan de nieuwsgierige
aandacht van 't publiek. Waarom zou hU de wereld niet
in den waan laten, dat hU en niet Henry Leek plotseling
in Selwood Terrace overleden was? Dan' zou hU vr4
zUn, volkomen vrij!
„Ja," zei do dokter. „Ze moeten natuurlUk gewaar»
schuwd worden."
Priam ging In den geest snel de rij van zijn verwanten
na HU kon niemand vinden, die hem nader stond dan
een achterneef, Duncan Farll.
„Ik geloof niet, dat hU familie had." zei hij met een
stem. die trilde van opwinding over de onbezonnen
streek, die hU uithaalde.
„Misschien waren er een paar verre neven. Maar me
neer Farll sprak daar nooit over." Dat was waar.
HU kon nauwolUks de woorden „Meneer Farll" uit
spreken. Maar toen ze over zUn lippen waren, voelde hU.
dat hU iets onherroepelUks gedaan had.
De dokter keek naar Priams handen, de ruwe. slecht
onderhouden handen van een schilder, die altijd knoeit
met olie en verf.
„Neem me niet kwalUk." zei de dokter, „u bent zeker
zUn knecht of
„Ja," zei Priam Farll.
Dat deed de deur dicht
,Hoe was de naam van uw meester, voluit?" vroeg
de dokter.
„Prlam Farll". zei hij zacht.
„Toch niet de riep de dokter uit, die nu toch door
de toevalligheid van 't Londensche leven getroffen werd
Priam knikte.
„We-1, wel!" De dokter gaf lucht aan zUn gevoelens. Het
was een feit. dat deze toevalligheid van 't Londensche
leven hem genoegen deed, hem vleide, hem een gevoel
van gewichtigheid gaf en hem zUn vermoedheid en grie
ven deed vergeten
HU zag. dat de bruine kamerjapon een man bevatte,
die volkomen uitgeput was. en met die vriendelijkheid
van gemoed, die zelfs de moeilijkheden van zijn beroep
getrotseerd had, bood hU aan, de eerste formaliteiten t»
vervullen. Toen ging h|j heen.
Wordt vervolgd-