De naamloozen der wereld.
Radioprogramma
DE LANGENDIJKER
GROENTEVEILINGEN.
Bedelaarsellende in vier
landen.
De Clochards van Parijs.
Parijs vreemdelingen en geld Portugcesch,
Spaansch, Duitsoh, Engelseh, een flesch champagne
200 franc de roulette draait een millioen,
twee millioen een kogel en een „fait divers" in
de Parijsche kranten de wereld lacht: C& c'est
Paris!!
Van hen, die in de schaduw der lichtstad leven,
weet de wereld zoo weinig, omdat zij altijd zwijgen in
een geduldig lijdzaam berusten.
Op de lage steencn kaden hokken zij bij elkaar,
spreiden hun lompen uit: de laatste resten van een
mcnschcnlevcn De Seine stuwt haar gele water
massa's voorbij do kaden waarop groote zandhoopen,
kranen en lastwagens verlaten staan. Hoog hoven de
dorre takken van een paar hoornen stroomt het ra
zende verkeer van een wereldstad, hoog boven de
Seine koppelen zich de bruggen.
De Seine kent al deze naamloozen, kent hen sinds
eeuwen. Zij heeten „Clochards". Zij zijn geen bede
laars in de betookenis van bedelen, want nimmer ko
men zij nan de deuren of spreken op straat voorbij
gangers aan. Doch zij zijn bedelaars, wanneer bede
len de uiterste grens der armoede en verlatenheid
beteckent, want de Clochards zijn in de lichtstad de
laatsten der laatsten. Waarvan mogen zij leven, zij,
die nimmer door woorden of geschriften een beroep
op de barmhartigheid der wereld doen? Met welke
■hulpmiddelen slepen zij jaar in, jaar uit dit arm
zalige hoopje leven met zich rond?
In den zomer ziet men hen in de parken of op de
kaden uit hun zakken enkele broodresten en een
flesch wijn (want in Frankrijk heeft nog de armste
een druppel wijn, die hem zijn ellende helpt verge
ten) te voorschijn halen om met de broodresten in
de eonc hand, de halfleege flesch in de andere, met
de zon, die hun gekromde ruggen verwarmt, lijken zij
bijna gelukkig. Ach ja. de zomer is ccn barmhartigen
tijd voor hen. Wanneer de dagen en nachten warm
zijn, dan zijn de lasten van honger en dakloosheid
gemakkelijker te dragen. Doch de winter De ou
de stamplantsen onder dc vele bruggen moeten wor
den verlaten, omdat men op ijsschollen niet kan sla
pen. het weeke zand aan de kaden, waarin het zoo
heerlijk rusten is, is dan stijf bevroren en de Clo
chards moeten wegtrekken, ergens anders een hoekje
opzoeken, waar het inoedt lijf tegen den ijzigen wind
beschermd is.
Onder de Seinebruggen huizen de. ..Clochards"
In de donkere wijken zijn kleine café's, waarin men
voor een paar centen het recht op een stuk bank kan
koopen om op te zitten en een stuk tafel om het
hoofd op de gekruiste armen te leggen. Overdag zijn
het gewone café's als alle andere. Doch wanneer men
's nachts voorbijkomt, dan ziet men op de houten ban
ken langs de wanden donkere in elkaar gehurkte ge
stalten ..itten en hoort men door de half geopend
deur het zware geronk der slnpenden. Zoo gauw het
dag wordt, worden stoelen en banken onder hen weg
getrokken: Opstaan!! En al deze jammerlijke gestal
len strompelen, nog zwaar van den slaap, weer naar
buiten, waar de winter hecrscht!
Er is in Parijs een groote boekhandel: Hachette, die
's nachts voor de verzending van alle kranten der
stad naar de provinciestreken zorg draagt. Deze kran
ten moeten verpakt en geadresseerd worden. Hiervoor
neemt de bockhandel Clochards. Men betaalt hen on
middellijk voer hun arbeid en zoo vinden door deze
filantropische instelling ongeveer honderd dezer ver
iatenen iederen nacht warmte en brood. Er zijn ook
restaurants waar zij 's nachts om drie uur de etens
resten der gasten mogen komen halen. Dit is voor
den oudejaarsavond zelfs algemeen g bruik gewc -
den en wie een keer eens niet door den stralend ver
lichten ingang van een restaurant op een oudejaars
feest verschijnt, doch daarentegen door den achter
ingang, die kan op de binnenplaats de Clochards vin
den, met hun zakken over de schouders, geduldig
wachtend tot allen daar binnen genoeg hebben gege
ten.
Geduldig ja. Wanneer men hen in het gelaat
ziet, kan men moeilijk een huivering onderdrukken.
In deze oogen gloeit geen haat, geen vertwijfeling,
doch ook geen hoop. Ze zijn de vergctcnen van de
groote stad en zij weten het. Deze oogen zijn dieren-
oogen, dof, star, en alleen het toovenvoord „eten" kan
daarin nog een sprankje van vreugde verwekken.
Deze monden zijn stom tot op een paar heesche woor
den na, die terloops met een lo.gonoot worden gewis
seld.
Er worden voor hen geen noemenswaardige voor
zorgen getroffen. Parijs is een schoone, wel doorvoede
stad, waarin zelfs de eenvoudigste arbeider zijn goed
eten en zijn flesch wijn heeft. Aan de deuren van
deze stad kloppen geen bedelaars. De vreemdelingen,
die deze stad bezoeken, worden-niet lastig gevallen!
Op de zandhoopen aan den oever der Seine liggen
de Clochards. Soms worden zij door de een of andere
weldadige instelling met een bord soep bedeeld. Soms
vinden zij werk. Vaak helpen zij bij het afladen der
levensmiddelen in de groote markthallen. Er wordt
veel gegeten in Parijs. Er is veel afval Een paar
honderd Clochards wachten dagelijks, als spreeuwen
in den winter, op een brokje voedsel, dat toevallig
afvalt.
Bodclaars uit Londen.
Engeland is nog altijd het rijkste land van Eu
ropa. Als „heilig symbool" van dezen rijkdom staat
in het hartje van Londen het massale gebouw, dat
men de „Bank van Engeland" noemt Blank en hoog
troont het boven een groot plein. Onafgebroken gaat
een stroom van menschen haar trappen op en neer
en slechts Reinigen van hen letten op de armoedig
gckleedc mannen, die roerloos op de randen der tre
den zitten. Slechts weinigen van hen zien de bede
laars, die dit bolwerk van het Engclsche vermogen
tot de plaats voor de uitoefening van hun jammerlijk
beroep hebben uitgekozen.
Zij zitten daar, zooals zij overal in het groote Lon
den op iedere straathoek, op elk vrij stukje trottoir
beslag gelogd hebben. Londen is een stad met negen
millioen inwoners. Er wonen te veel menschen in Lon
den. Vooral in de westelijke gedeelten liggen, zitten
en staan zij bij honderden op de trottoirs. Waar veel
licht is, zegt men, is ook veel schaduw.
De meesten van hen leert men al spoedig kennen,
zij verlaten de plaats van hun arbeid nooit. Wan
neer men regelmatig een bepaalden weg heeft af te
leggen, zal men binnen eenigen tijd evengoed de be
delaars kennen, die bij dezen weg bchooren, als iedere
hoek van de straat, iéder uithangbord, iedere politie
agent.
Een Londensche bedelaar, die leekeningen
op slraat maakL
In Londen is bedelen een soort arbeid, misschien
zelfs wel georganiseerde arbeid. Doch nimmer zal
men met nauwkeurigheid vast kunnen stellen, hoe
dit werk wordt ingedeeld, wie als hoofd van de be
delaarsorganisatie van het werk dezer eilendigen pro
fijt trekt.
Reeds 200 janr geleden heeft een zekere Jonathan
Wild geleefd, die door ccn organisatie van bedelaars
millioenen aan de ellende van zijn broeders heeft ver
diend. Dat zooicts thans nog bestaat is wel wat on
waarschijnlijk. Toch zijn er nog verschijnselen, die
het bestaan van een dergelijke organisatie doen ver
moeden, o.a. het beroep van de straatschilders.
Het meercndcel der bedelaars leeft niet alleen van
hun ellendig uiterlijk, doch zij doen ook iets om de
aandacht der voorbijgangers te boeien. Zij teekenen
of stellen teekeningen ten toon, die, naar zij zeggen
van hen afkomstig zijn. Doch het vermoeden is groo-
tcr, dat de een of andere obscure volgeling van Jo
nathan Wild den bedelaars deze teekeningen tegen
een huursom afstaat.
Interessant en minder aan bedrog onderhevig zijn
de teekeningen, die door de bedelaars voor onze oogen
met krijt op de straatsteencn worden geteekend. Deze
teekeningen'dragen vaak een typisch karakter; zij
varieeren tusschen de politieke caricatuur, 'het por
tret van de nieuwste filmster en natuurschilderingen
van den meest uiteenlooncnden aard. Men kan hier
alles aanschouwen; enkele van hen zijn aan dc gril
lige luimen der fantasie onderworpen, anderen ma
ken een caricatuur van zichzelf. Een der meest pijn
lijke gevallen, die 'k ooit heb aanschouwd was wel
die van een oorlogsinvalide met één been, die rondom
zijn caricatuur de bitterste aphorismen had geschre
ven. Rondom zijn hoed stond in een gelijkmatige
schrift".... en de dank van het vaderland?" In zijn
hoed lagen drie stuiverstukjes
Onder deze straatbede la ara schuilen philosofen.
Aan de kaden van de Theems zitten enkele oude lie
den op het trottoir, menschen met groote, goedig©
oogen, in het leerachtige, gebruinde gelaat, die met
gekleurd krijt schoone spreuken op de straatsteencn
schrijven. Men weet natuurlijk niet, óf zij deze spreu
ken zelf bedenken, doch met zekerheid ontkennen kan
men evenmin.
In tegenstelling met hun Parijsche lotgenooten be
rusten zij niet altijd in hun lot en vaak geven zij
door scherpe aanklachten uiting aan hun misnoegen.
Op den hoek van een straat had een man eens ge
schreven: „De filmster Maurice Chevalier verdient
4000 pond (48.000 gulden) per week en een oud-sol
daat kan nog niet eens 9 pence voor zijn dagelijk-
schen maaltijd verdienen". Daarnaast prijkte een spot
tende caricatuur van den Franschen liedjeszanger.
Soms gebeurt het, dat de bedelaars, die vroeger sol
daat zijn geweest, met z'n vieren of vijven dagenlang
door dc drukke straten trekken, onafgebroken mar-
schen- of schlagermuziek spelend. Zoo ziet men vaak
in het drukste verkeer een demonstratie der armsten
van het rijkste land van Europa.
Duitscho bedalaarseilende.
Zijn er in Duitschland bedelaars in den zin. zooals
men hen in ItaJië, Frankrijk of in de Balkanlanden
aantreft?
Deze vraag moet men bevestigend beantwoorden. Er
zijn in het verarmde Duitschland veel bedelaars.
Maar zij onderscheiden zich scherp van elkaar en
men kan hen in twee klassen indeelen: de beroeps
bedelaars en de bedelaars uit nood.
A'iet zelden is de werkelijk behoeftige Duitsche
bedelaar tot bedelen' verplicht.
De eersten zijn een gilde op zichzelf. Zij benutten
de modernste techniek, zij beschikken over alle mid
delen orn de opmerkzaamheid der voorbijgangers tot
zich te trekken, zoo lang de politie daar geen stokje
voor steekt. Zij hebben hun organisaties en houden
vergaderingen. Er zijn veteranen onder hen, in „het
beroep" vergrijsd, dio het immer volmaakt ernstig
hebben opgevat.
Van deze „professionals" onderscheiden zich de be
delaars uit nood. Natuurlijk is cr wel wat menschcn-
kennis voor noodig om het onderscheid te vinden,
doch wie met open oogen door het leven gaat, weet
al heel spoedig, tot welke categorie hij dezen of ge
nen bedelaar moet rekenen.
Tot dc laatste categorie bchooren hoofdzakelijk
menschen, die recüs langen tijd zonder werk zijn; in
hun oocen rust ccn blik van wanhoop, een stille bede
om hulp. Dc mccsten van hen bedelen niet in den wa
ren zin des woords, zij trekken maar wat doelloos
door de straten om den dag door te brengen. Deze fi
guren vallen op door hun tragen, sleependen gan£,
den troebelen blik in hun oogen, die op één punt is
gericht, doch in werkelijkheid niets meer ziet dan
wellicht een visioen van werk en eten Deze men
schen kunnen nog geholpen worden Wanneer de
tijden niet beter worden moeten zij echter tot het
gilde der naamloozen blijven behooren
De Spaansche bedelaar.
Terwijl in Italië onder het bewind van Mussolini
do openbare bedelarij bijna geheel verdwenen moei
zijn, staat deze in Spanje nog in vollen bloei.
Hoewel het bedelen ook hier verboden is, laten de
autoriteiten het oogluikend toe, en zoo kon zich in
de hoofdstraten der steden, op de trappen der kerken,
theaters en bioscopen een bijna fantastisch bedelbe-
drijf ontwikkelen. Behalve door de toegevendheid der
politie, wordt het bedrijf begunstigd door de karak
tereigenschappen der Spanjaarden; de broederlijke ge
zindheid onder het volk verbiedt een ieder tegen be
delarij te protesteeren of om zich aan een gift te ont
trekken. Een dergelijke houding zou onder het pu
bliek een opschudding verwekken en daarom moet
men zich vaak een wandeling op spitsroeden laten
welgevallen, wanneer men zich een weg door een rij
van bedelaars met uitgestrekte handen moet banen.
Het is merkwaardig, dat zulk een trotsche en rid
derlijke natie een dergelijke houding van een minder
heid in stand helpt houden. Want men kan zich niet
aan den indruk onttrekken, dat het bij velen uit ge
makzucht in plaats van uit nood een beroep is ge
worden, een soort van industrie Voor werkelijken
nood behoort ieder mensch een gave beschikbaar te
stellen. Is deze hier echter wel overal aanwezig?
Men zal daarover vaak met zichzelf in tweestrijd ver-
kecren. Deze ai-moede heeft maar al te dikwijls het
karakter van een pose. Een in lompen gehulde vrouw
en een bleeke man zitten op een trap en drukken
ten, in dikke doeken gewikkeld kind aan het hart.
Het kind heeft steeds de oogen gesloten, het slaapt
van honger en doodelijke vermoeidheid, zegt de
moeder Voelt het knaapje zich echter onbespied,
dan slaat het de oogen op en lacht tegen zijn vader
of moeder. Het is een openbaar geheim, dat deze kin
deren hun manier van doen zoodanig ij ingepompt,
dat zij automatisch de oogen sluiten, wanneer zij
door vreemden bestudeerd worden. Alleen reeds om
Aan den ouden gulden.
Wees gegroet, o oude gulden,
Met een diepgevoeld vaarwel,
Iedereen kan je nu missen,
En je raakt nooit meer in tel!
Zij. die eens je vrienden waren,
In ons veilig guldenland.
Doen je nu als brave burgers
Met genoegen van de hand!
Niemand heeft je nu meer noodig.
En je wordt opzij gezet,
Ook al heb je vele vrienden
Vroeger uit den nood gered.
Nauwgezette handelslieden
Gaan zelfs tegen je tekeer,
.Te wordt aan de deur geweigerd.
Men ontvangt je zelfs niet meer!
Goeie, brave, oude gulden.
Denk niet. dat ik je vergeet.
Wonder van mijn jongensjaren.
Als je in m'n spaarpot gleed
Bij een tante of een opa.
Van het ouderwetsche ras,
O, dan leek 't of heel de wereld
Wel met jou te koopen was!
Later was je gul en vriend'lijk,
Steeds tot wederdienst bereid,
In den financieel benepen,
Maar toch gulden vlegel-tijd.
In benarde oogenblikken
Dook je uit een zak omhoog,
En we kregen je verteederd,
Met een luid hoera in 't oog!
Welvertrouwde, brave makker.
Bron van veel verheugenis.
Ach, de jeugd van tegenwoordig
Weet niet wat een gulden is!
Je bent lang niet zoo gewichtig,
Als toen ik je heb gekend.
Vroeger was je iets bizonders,
Nu ben je maar 100 cent!
Maar je blijft in m'n gedachten
Als een wonder uit mijn jeugd,
Toen de spaarpot nog regeerde,
Sterk in alle eer en deugd!
'k Kan je zóó maar niet vergeten,
Jij zoo blank, zoo rond. zoo fier.
Ik bewaar één van je makkers
Als een kostbaar souvenir!!
Juni 1931. KROES.
(Nadruk verboden.)
Donderdag 18 Juni.
HILVERSUM (233 M.)
A.V.R.O.
8.00 Tijdsein; 8.019.50 Gramofoonmuziek; 10.00 Tijd
sein: 10.C1—10.15 Morgenwijding; 10.30—11.00 Solisten
concert; 11.0012.00 Orgelconcert door Frans Hasse
laar. Solist: Ferd. Heimann (viool); 12.00 Tijdsein: 12.01
—1.30 AVRO-Kwartct o.l.v. Dick Groeneveld; 1.30
2.C0 Draaiorgelmuzlek; 2.0O—2.30 Lezing door Kees van
Druggen; 2.GC3.00 Rustpoos zender; 3.00—4.00 Naai
cursus dcor Mevr. de Leeuwvan Rees; 4.005.00 Zie-
kenuur dcor Mevr. Ant. van Dijk; 5.C0—5.30 Draaiorgel
muzlek; 5.30—7.00 Het Omraep-Orkest o.l.v. Nico Treep;
7.308.CO Dr. W. Banmng spreekt over „Wijsbegeerte
der Samenleving; 8.CO Tijdzein; 8.018.15 Gramofoon
muziek; 8.15—10.30 Aansluiting van het Concertgebouw
te Amsterdam. Uitzending van het concert door het
Concartgcbouw-OrkecL o.l.v Aibcrt van Raalte. Solist:
Alcjzaniicr Erallowakl (piano). In do pauze: Kovacs
Lajca en zijn Orkest; 10.3010.45 Nieuwsberichten van
Vaz Dias; 10.45—12.00 Kovacs Lajos en zijn Orkest.
HUIZEN (1875 M.)
K.R.O.
8.009.15 MorgenccncerL
N.C.RV.
10.0010.30 Zang door het NCRV.-Dameskoor; 10.30—
11.00 Korte Zickcr.dienst.
K.R.O.
11.00—11.30 Gramofoonmuziek; ll.SC—12.C0 Ccdsdicn-
«tig halfuurtje; 1200 Tijdsein: 12 01—1215 Politie
berichten; 12151.45 Lunchonoert door het K.R.O.-
Trlo; 1.45—2.00 Gramofoonmuziek.
NCRV.
2.00—2.15 Gramofoonmuziek; 2.15—3.15 Cursus fraaie
handwerken; 3.153.45 Vrouwenhalfuurtje; 3.154.0'i
Verzorging zender; 4.005.00 Ziekcr.uurtje; 5.005.45
Cursus Handenarbeid voor de jeugd; 5.456.45 Concert
door het „Arnhemsch Koperkwartet" 6.45—7.00 Cursus
knippen en atofversleren: 7.007.30 Vragenhalfuurtje;
7.30—7.45 Politieberichten; 7.45—8.00 Gramofoonmuziek;
8.00—9.00 Concert dcor het Chr Radio-Orkest o.l.v.
George Stam; 9.00—10.00 Carillonbespeling op het Caril
lon van het Paleis te Amsterdam, te geven door den
heer J. Vincent, ter herdenking van den Waterloo-dag:
10.00—10.10 Persberichten van Vaz Dias; 10.1010.45
Vervolg orkeatconcert; 10.45—11.30 Gramofoonmuziek.
Spaansche bedelaars voor een kerk.
de manier, hoe hier kleine kinderen worden geëx-
ploiteerd, hoe hun de gelegenheid wordt ontnomen om
zich als kind te uiten, zou men dergelijke bedel,
methoden moeten verbieden. Oogenschijnlijk exploi-
teert men hier alleen heel kleine kinderen, doch kijkt
men wat nauwkeuriger toe, dan ziet men vaak oen
paar goed toegedekte beenen uit den doek te voor
schijn komen, wier lengte er op wijst, dat de moedon
er niet voor terugdeinzen om kinderen van 4 tot
jaar den geheelcn dag hun bewegingsvrijheid te ont
nemen. Zonder eenige vrees voor gewetenswroeging
kan men beweren, dat hier een zwendel wordt bedre
ven, die hij de overheid goedkeuring vindt.
In andere gevallen wordt men in Madrid vaak op;
een opdringerige wijze lastig gevallen door ongeluk-
kigen, waarvan het in Spanje wegens het ontbreken
van een bedrijfs-ongevallen-wet, wemelt. Pijnlijk is 't,
om te ontwaren, hoe deze menschen zich met carne-
val en andere feestelijkheden als clowns optuigen en
met hun gebreken dc menschen trachten te verma
ken. Deze tentoonstelling van mcnschelijke ellende
en lichamelijk gebrek doet ons pijnlijk aan. Laten
wij hopen, dat onder het nieuwe bewind het bedelaars-
bedrijf voor goed onmogelijk wordt gemaakt!
SPORT.
Nieuwe Niedorp IWest-Fris ia n 3S.
N. Niedorp-adsp. aWest-Frisia-adsp. b 22.
N. Niedorp-adsp. b—L.V.C. H 2—2
De afpeloopen Zondag was wel een dag van gelijke
spelen; drie van de drie wedstrijden eindigden onbeslist
Ons jongste elftal, speelde een match tegen Langereis
II, met de rust was de stand 21 voor L.V.C., maar de
kleine N.V.V.'ers hielden dapper vol, wat beloond werd
met de gelijkmaker.
Hierna speelden de adspiranten a tegen de West-Frl-
sla b-adsp. een aardig partijtje, was hierin met rust een
20 voorsprong (dank zij den sterken wind welke pre
cies van doel tot doel stond) voor N.V.V. te boeken, voor
het einde daar was had West-Frisia tweemaal gescoord
en bleef ook deze wedstrijd onbeslist 22.
N.V.V. 1West-Friasia II was do tweede ontmoeting
voor de nederlaagwedstrijden, welke evenals de eerste
geen nederlaag werd. N.V„ V stelde zich op met 2 in
vallers voor van het Kaar en Barten, waarvoor K. Blok
ker en N. Bakkum invielen. Twee llnkssche spelers, die
op de rechterwenlc moesten spelen, wel te begrijpen da'
zij geen hoofdrol in dezen strijd vervulden.
Al spoedig bleek dat W.-F. met de beste voornemen
bezield was, hoewel tegen wind was zü toch het meeat}
aanvallend; wel brak N.V.V. verschillende malen goed?
door, maar door slecht schieten, bleven doelpunten voor*
loopig uit. Bij een snelle aanval der W.-F. rechterwenk
gelukte het den rechtsbuiten met een flink hard schot
via het been van den N.V.V.-lteeper de score te openen.
Tot de rust bleef deze stand ongewijzigd, daarna werd
de wedstrijd eerst spannend, vooral wat de doelpunten
betrof. Tot driemaal heeft W.-F. de leiding gehad, 1—0;
21, 3—2; telkenmale maakte N.V.V. gelijk. Bij een al
gemeens N.-aanvaJ was het Sepers die den W.-F. kee
per het nakijken gaf. Met een enorm hard schot maakte
de Enkhuizer rechtsbuiten het tweede doelpunt voor
W.-F. 21. Met een mooie goal van Faus was de stand
weer gelijk. Nog eenmaal zou West-Frisia de leiding ne
men; het was weer de rechtsbuiten, dank zü zijn harde
schot, waarover hij beschikt, die den stand op 3—2
bracht. Weer stelde N.V.V. hardnekkige pogingen in
het werk om nogmaals gelijk te komen. Verscheiden aan
vallen worden nu op het W.-F. heiligdom ondernomen,
welke alsnog door de goede verdediging werden onder
broken, totdat het Faus was, die met een hard schot
voor de derde maal den keeper der roodgelen passeerde,
33. Geen der partijen slaagde er meer in te doelpuntei
zoodat met een stand van 33 geëindigd werd. Het wa
voor het verzwakte N.V.V .-elftal een mooi resultaat ti
noemen.
Alle drie wedstrijden werden door den heer Woudt op
zijn bekende wijze geleid, N.V.V. mag zich wel gelukkij
achten een dergelijk arbiter te bezitten. Bij elkaar een
goedgeslaagden voetbalmiddag.
De groote drukte op onze groentenveilingën moet nog
beginnen. De veiling van den Noordermarktbor.d (4
Nccrdscharwoude zal. na eenige waken gesloten te zijn
geweest, deze week geopend worden en het is te ver-
v/achten, dat de aanvoeren nog niet groot zullen zijn.
Dit jaar is alles wat achterlük. alleen de aardappelziekte
is voorlijk. Die treedt dit jaar in cp een tyd, waarop hij
nimmer zco vroeg is geconstateerd. Van verschillend#
zijden werd ons echter meegedeeld, dat, hoe bedenkelijk
het er aanvankelijk met deze ziekte uitzag, ze vrijwel
statlcnnair is gebleven. Verschillende akkers waren ook
rn lichte mate aangetast, doch de gunstige weesrgesteld-
hcid en het intensieve sproeien met Bordeausche paf
hebben de ziekte in haar verderen voortgang gestuit
Drukker dan op de veilingen is het tegenwoordig of
de akkers. Daar klopt momenteel de polsslag van he
tuindersleven, daar ligt de hoop en de toekomst van oa
za nijvere tuinders. Met hoop, maar tegelijk met vrees
vertrouwen ze de laatste dagen de winterkoolplanlen aai
den grond tce; immers h9t vorige jaar was het gewas b
het Ambacht buitengewoon slecht en daar dit door veld
wordt toegeschreven aan de omstandigheid, dat elk ajsi
maar weer kool op dezelfde akkers wordt verbouwd, vef
keeren velen in vrees voor de opbrengst van dit Jaa*
Deze vrees heeft bovendien bewerkt, dat er voortd»
rend meer koel buitenom wordt verbouwd. Buitenge
woon veel moet er ln de verschillende polders zijn uitge
plant: tot in Aalsmeer, Nederhorst ten Berg, de IJpoldert
trekken Langendijkers er op uit, om daar hun winterkod
to planten cn alzoo hun geluk te beproeven. De volgend»
week komt men er race klaar en hoe druk het daarme
wel ls, moge blijken uit het feit, dat zelfs de school vaca*
ties zoo worden geregeld, dat de kinderen voor dien af
beid beschikbaar zijn.
De aanvoer van aardappelen werd deze week aan me»
kelijk grooter. En ook de grootte en qualiteit werden b<
ter. De meeste worden nog aangeverd door bouwers d
Broek op Langer.dijk cn St. Pancras. Men kan van
prijzen niet zeggen, dat ze slecht zijn en ook niet, dat J
goed zijn. Maandag werd voor groote Schotsche muis#