De naamloozen der wereld. Radioprogramma DE LANGENDIJKER GROENTEVEILINGEN. Bedelaarsellende in vier landen. De Clochards van Parijs. Parijs vreemdelingen en geld Portugcesch, Spaansch, Duitsoh, Engelseh, een flesch champagne 200 franc de roulette draait een millioen, twee millioen een kogel en een „fait divers" in de Parijsche kranten de wereld lacht: C& c'est Paris!! Van hen, die in de schaduw der lichtstad leven, weet de wereld zoo weinig, omdat zij altijd zwijgen in een geduldig lijdzaam berusten. Op de lage steencn kaden hokken zij bij elkaar, spreiden hun lompen uit: de laatste resten van een mcnschcnlevcn De Seine stuwt haar gele water massa's voorbij do kaden waarop groote zandhoopen, kranen en lastwagens verlaten staan. Hoog hoven de dorre takken van een paar hoornen stroomt het ra zende verkeer van een wereldstad, hoog boven de Seine koppelen zich de bruggen. De Seine kent al deze naamloozen, kent hen sinds eeuwen. Zij heeten „Clochards". Zij zijn geen bede laars in de betookenis van bedelen, want nimmer ko men zij nan de deuren of spreken op straat voorbij gangers aan. Doch zij zijn bedelaars, wanneer bede len de uiterste grens der armoede en verlatenheid beteckent, want de Clochards zijn in de lichtstad de laatsten der laatsten. Waarvan mogen zij leven, zij, die nimmer door woorden of geschriften een beroep op de barmhartigheid der wereld doen? Met welke ■hulpmiddelen slepen zij jaar in, jaar uit dit arm zalige hoopje leven met zich rond? In den zomer ziet men hen in de parken of op de kaden uit hun zakken enkele broodresten en een flesch wijn (want in Frankrijk heeft nog de armste een druppel wijn, die hem zijn ellende helpt verge ten) te voorschijn halen om met de broodresten in de eonc hand, de halfleege flesch in de andere, met de zon, die hun gekromde ruggen verwarmt, lijken zij bijna gelukkig. Ach ja. de zomer is ccn barmhartigen tijd voor hen. Wanneer de dagen en nachten warm zijn, dan zijn de lasten van honger en dakloosheid gemakkelijker te dragen. Doch de winter De ou de stamplantsen onder dc vele bruggen moeten wor den verlaten, omdat men op ijsschollen niet kan sla pen. het weeke zand aan de kaden, waarin het zoo heerlijk rusten is, is dan stijf bevroren en de Clo chards moeten wegtrekken, ergens anders een hoekje opzoeken, waar het inoedt lijf tegen den ijzigen wind beschermd is. Onder de Seinebruggen huizen de. ..Clochards" In de donkere wijken zijn kleine café's, waarin men voor een paar centen het recht op een stuk bank kan koopen om op te zitten en een stuk tafel om het hoofd op de gekruiste armen te leggen. Overdag zijn het gewone café's als alle andere. Doch wanneer men 's nachts voorbijkomt, dan ziet men op de houten ban ken langs de wanden donkere in elkaar gehurkte ge stalten ..itten en hoort men door de half geopend deur het zware geronk der slnpenden. Zoo gauw het dag wordt, worden stoelen en banken onder hen weg getrokken: Opstaan!! En al deze jammerlijke gestal len strompelen, nog zwaar van den slaap, weer naar buiten, waar de winter hecrscht! Er is in Parijs een groote boekhandel: Hachette, die 's nachts voor de verzending van alle kranten der stad naar de provinciestreken zorg draagt. Deze kran ten moeten verpakt en geadresseerd worden. Hiervoor neemt de bockhandel Clochards. Men betaalt hen on middellijk voer hun arbeid en zoo vinden door deze filantropische instelling ongeveer honderd dezer ver iatenen iederen nacht warmte en brood. Er zijn ook restaurants waar zij 's nachts om drie uur de etens resten der gasten mogen komen halen. Dit is voor den oudejaarsavond zelfs algemeen g bruik gewc - den en wie een keer eens niet door den stralend ver lichten ingang van een restaurant op een oudejaars feest verschijnt, doch daarentegen door den achter ingang, die kan op de binnenplaats de Clochards vin den, met hun zakken over de schouders, geduldig wachtend tot allen daar binnen genoeg hebben gege ten. Geduldig ja. Wanneer men hen in het gelaat ziet, kan men moeilijk een huivering onderdrukken. In deze oogen gloeit geen haat, geen vertwijfeling, doch ook geen hoop. Ze zijn de vergctcnen van de groote stad en zij weten het. Deze oogen zijn dieren- oogen, dof, star, en alleen het toovenvoord „eten" kan daarin nog een sprankje van vreugde verwekken. Deze monden zijn stom tot op een paar heesche woor den na, die terloops met een lo.gonoot worden gewis seld. Er worden voor hen geen noemenswaardige voor zorgen getroffen. Parijs is een schoone, wel doorvoede stad, waarin zelfs de eenvoudigste arbeider zijn goed eten en zijn flesch wijn heeft. Aan de deuren van deze stad kloppen geen bedelaars. De vreemdelingen, die deze stad bezoeken, worden-niet lastig gevallen! Op de zandhoopen aan den oever der Seine liggen de Clochards. Soms worden zij door de een of andere weldadige instelling met een bord soep bedeeld. Soms vinden zij werk. Vaak helpen zij bij het afladen der levensmiddelen in de groote markthallen. Er wordt veel gegeten in Parijs. Er is veel afval Een paar honderd Clochards wachten dagelijks, als spreeuwen in den winter, op een brokje voedsel, dat toevallig afvalt. Bodclaars uit Londen. Engeland is nog altijd het rijkste land van Eu ropa. Als „heilig symbool" van dezen rijkdom staat in het hartje van Londen het massale gebouw, dat men de „Bank van Engeland" noemt Blank en hoog troont het boven een groot plein. Onafgebroken gaat een stroom van menschen haar trappen op en neer en slechts Reinigen van hen letten op de armoedig gckleedc mannen, die roerloos op de randen der tre den zitten. Slechts weinigen van hen zien de bede laars, die dit bolwerk van het Engclsche vermogen tot de plaats voor de uitoefening van hun jammerlijk beroep hebben uitgekozen. Zij zitten daar, zooals zij overal in het groote Lon den op iedere straathoek, op elk vrij stukje trottoir beslag gelogd hebben. Londen is een stad met negen millioen inwoners. Er wonen te veel menschen in Lon den. Vooral in de westelijke gedeelten liggen, zitten en staan zij bij honderden op de trottoirs. Waar veel licht is, zegt men, is ook veel schaduw. De meesten van hen leert men al spoedig kennen, zij verlaten de plaats van hun arbeid nooit. Wan neer men regelmatig een bepaalden weg heeft af te leggen, zal men binnen eenigen tijd evengoed de be delaars kennen, die bij dezen weg bchooren, als iedere hoek van de straat, iéder uithangbord, iedere politie agent. Een Londensche bedelaar, die leekeningen op slraat maakL In Londen is bedelen een soort arbeid, misschien zelfs wel georganiseerde arbeid. Doch nimmer zal men met nauwkeurigheid vast kunnen stellen, hoe dit werk wordt ingedeeld, wie als hoofd van de be delaarsorganisatie van het werk dezer eilendigen pro fijt trekt. Reeds 200 janr geleden heeft een zekere Jonathan Wild geleefd, die door ccn organisatie van bedelaars millioenen aan de ellende van zijn broeders heeft ver diend. Dat zooicts thans nog bestaat is wel wat on waarschijnlijk. Toch zijn er nog verschijnselen, die het bestaan van een dergelijke organisatie doen ver moeden, o.a. het beroep van de straatschilders. Het meercndcel der bedelaars leeft niet alleen van hun ellendig uiterlijk, doch zij doen ook iets om de aandacht der voorbijgangers te boeien. Zij teekenen of stellen teekeningen ten toon, die, naar zij zeggen van hen afkomstig zijn. Doch het vermoeden is groo- tcr, dat de een of andere obscure volgeling van Jo nathan Wild den bedelaars deze teekeningen tegen een huursom afstaat. Interessant en minder aan bedrog onderhevig zijn de teekeningen, die door de bedelaars voor onze oogen met krijt op de straatsteencn worden geteekend. Deze teekeningen'dragen vaak een typisch karakter; zij varieeren tusschen de politieke caricatuur, 'het por tret van de nieuwste filmster en natuurschilderingen van den meest uiteenlooncnden aard. Men kan hier alles aanschouwen; enkele van hen zijn aan dc gril lige luimen der fantasie onderworpen, anderen ma ken een caricatuur van zichzelf. Een der meest pijn lijke gevallen, die 'k ooit heb aanschouwd was wel die van een oorlogsinvalide met één been, die rondom zijn caricatuur de bitterste aphorismen had geschre ven. Rondom zijn hoed stond in een gelijkmatige schrift".... en de dank van het vaderland?" In zijn hoed lagen drie stuiverstukjes Onder deze straatbede la ara schuilen philosofen. Aan de kaden van de Theems zitten enkele oude lie den op het trottoir, menschen met groote, goedig© oogen, in het leerachtige, gebruinde gelaat, die met gekleurd krijt schoone spreuken op de straatsteencn schrijven. Men weet natuurlijk niet, óf zij deze spreu ken zelf bedenken, doch met zekerheid ontkennen kan men evenmin. In tegenstelling met hun Parijsche lotgenooten be rusten zij niet altijd in hun lot en vaak geven zij door scherpe aanklachten uiting aan hun misnoegen. Op den hoek van een straat had een man eens ge schreven: „De filmster Maurice Chevalier verdient 4000 pond (48.000 gulden) per week en een oud-sol daat kan nog niet eens 9 pence voor zijn dagelijk- schen maaltijd verdienen". Daarnaast prijkte een spot tende caricatuur van den Franschen liedjeszanger. Soms gebeurt het, dat de bedelaars, die vroeger sol daat zijn geweest, met z'n vieren of vijven dagenlang door dc drukke straten trekken, onafgebroken mar- schen- of schlagermuziek spelend. Zoo ziet men vaak in het drukste verkeer een demonstratie der armsten van het rijkste land van Europa. Duitscho bedalaarseilende. Zijn er in Duitschland bedelaars in den zin. zooals men hen in ItaJië, Frankrijk of in de Balkanlanden aantreft? Deze vraag moet men bevestigend beantwoorden. Er zijn in het verarmde Duitschland veel bedelaars. Maar zij onderscheiden zich scherp van elkaar en men kan hen in twee klassen indeelen: de beroeps bedelaars en de bedelaars uit nood. A'iet zelden is de werkelijk behoeftige Duitsche bedelaar tot bedelen' verplicht. De eersten zijn een gilde op zichzelf. Zij benutten de modernste techniek, zij beschikken over alle mid delen orn de opmerkzaamheid der voorbijgangers tot zich te trekken, zoo lang de politie daar geen stokje voor steekt. Zij hebben hun organisaties en houden vergaderingen. Er zijn veteranen onder hen, in „het beroep" vergrijsd, dio het immer volmaakt ernstig hebben opgevat. Van deze „professionals" onderscheiden zich de be delaars uit nood. Natuurlijk is cr wel wat menschcn- kennis voor noodig om het onderscheid te vinden, doch wie met open oogen door het leven gaat, weet al heel spoedig, tot welke categorie hij dezen of ge nen bedelaar moet rekenen. Tot dc laatste categorie bchooren hoofdzakelijk menschen, die recüs langen tijd zonder werk zijn; in hun oocen rust ccn blik van wanhoop, een stille bede om hulp. Dc mccsten van hen bedelen niet in den wa ren zin des woords, zij trekken maar wat doelloos door de straten om den dag door te brengen. Deze fi guren vallen op door hun tragen, sleependen gan£, den troebelen blik in hun oogen, die op één punt is gericht, doch in werkelijkheid niets meer ziet dan wellicht een visioen van werk en eten Deze men schen kunnen nog geholpen worden Wanneer de tijden niet beter worden moeten zij echter tot het gilde der naamloozen blijven behooren De Spaansche bedelaar. Terwijl in Italië onder het bewind van Mussolini do openbare bedelarij bijna geheel verdwenen moei zijn, staat deze in Spanje nog in vollen bloei. Hoewel het bedelen ook hier verboden is, laten de autoriteiten het oogluikend toe, en zoo kon zich in de hoofdstraten der steden, op de trappen der kerken, theaters en bioscopen een bijna fantastisch bedelbe- drijf ontwikkelen. Behalve door de toegevendheid der politie, wordt het bedrijf begunstigd door de karak tereigenschappen der Spanjaarden; de broederlijke ge zindheid onder het volk verbiedt een ieder tegen be delarij te protesteeren of om zich aan een gift te ont trekken. Een dergelijke houding zou onder het pu bliek een opschudding verwekken en daarom moet men zich vaak een wandeling op spitsroeden laten welgevallen, wanneer men zich een weg door een rij van bedelaars met uitgestrekte handen moet banen. Het is merkwaardig, dat zulk een trotsche en rid derlijke natie een dergelijke houding van een minder heid in stand helpt houden. Want men kan zich niet aan den indruk onttrekken, dat het bij velen uit ge makzucht in plaats van uit nood een beroep is ge worden, een soort van industrie Voor werkelijken nood behoort ieder mensch een gave beschikbaar te stellen. Is deze hier echter wel overal aanwezig? Men zal daarover vaak met zichzelf in tweestrijd ver- kecren. Deze ai-moede heeft maar al te dikwijls het karakter van een pose. Een in lompen gehulde vrouw en een bleeke man zitten op een trap en drukken ten, in dikke doeken gewikkeld kind aan het hart. Het kind heeft steeds de oogen gesloten, het slaapt van honger en doodelijke vermoeidheid, zegt de moeder Voelt het knaapje zich echter onbespied, dan slaat het de oogen op en lacht tegen zijn vader of moeder. Het is een openbaar geheim, dat deze kin deren hun manier van doen zoodanig ij ingepompt, dat zij automatisch de oogen sluiten, wanneer zij door vreemden bestudeerd worden. Alleen reeds om Aan den ouden gulden. Wees gegroet, o oude gulden, Met een diepgevoeld vaarwel, Iedereen kan je nu missen, En je raakt nooit meer in tel! Zij. die eens je vrienden waren, In ons veilig guldenland. Doen je nu als brave burgers Met genoegen van de hand! Niemand heeft je nu meer noodig. En je wordt opzij gezet, Ook al heb je vele vrienden Vroeger uit den nood gered. Nauwgezette handelslieden Gaan zelfs tegen je tekeer, .Te wordt aan de deur geweigerd. Men ontvangt je zelfs niet meer! Goeie, brave, oude gulden. Denk niet. dat ik je vergeet. Wonder van mijn jongensjaren. Als je in m'n spaarpot gleed Bij een tante of een opa. Van het ouderwetsche ras, O, dan leek 't of heel de wereld Wel met jou te koopen was! Later was je gul en vriend'lijk, Steeds tot wederdienst bereid, In den financieel benepen, Maar toch gulden vlegel-tijd. In benarde oogenblikken Dook je uit een zak omhoog, En we kregen je verteederd, Met een luid hoera in 't oog! Welvertrouwde, brave makker. Bron van veel verheugenis. Ach, de jeugd van tegenwoordig Weet niet wat een gulden is! Je bent lang niet zoo gewichtig, Als toen ik je heb gekend. Vroeger was je iets bizonders, Nu ben je maar 100 cent! Maar je blijft in m'n gedachten Als een wonder uit mijn jeugd, Toen de spaarpot nog regeerde, Sterk in alle eer en deugd! 'k Kan je zóó maar niet vergeten, Jij zoo blank, zoo rond. zoo fier. Ik bewaar één van je makkers Als een kostbaar souvenir!! Juni 1931. KROES. (Nadruk verboden.) Donderdag 18 Juni. HILVERSUM (233 M.) A.V.R.O. 8.00 Tijdsein; 8.019.50 Gramofoonmuziek; 10.00 Tijd sein: 10.C1—10.15 Morgenwijding; 10.30—11.00 Solisten concert; 11.0012.00 Orgelconcert door Frans Hasse laar. Solist: Ferd. Heimann (viool); 12.00 Tijdsein: 12.01 —1.30 AVRO-Kwartct o.l.v. Dick Groeneveld; 1.30 2.C0 Draaiorgelmuzlek; 2.0O—2.30 Lezing door Kees van Druggen; 2.GC3.00 Rustpoos zender; 3.00—4.00 Naai cursus dcor Mevr. de Leeuwvan Rees; 4.005.00 Zie- kenuur dcor Mevr. Ant. van Dijk; 5.C0—5.30 Draaiorgel muzlek; 5.30—7.00 Het Omraep-Orkest o.l.v. Nico Treep; 7.308.CO Dr. W. Banmng spreekt over „Wijsbegeerte der Samenleving; 8.CO Tijdzein; 8.018.15 Gramofoon muziek; 8.15—10.30 Aansluiting van het Concertgebouw te Amsterdam. Uitzending van het concert door het Concartgcbouw-OrkecL o.l.v Aibcrt van Raalte. Solist: Alcjzaniicr Erallowakl (piano). In do pauze: Kovacs Lajca en zijn Orkest; 10.3010.45 Nieuwsberichten van Vaz Dias; 10.45—12.00 Kovacs Lajos en zijn Orkest. HUIZEN (1875 M.) K.R.O. 8.009.15 MorgenccncerL N.C.RV. 10.0010.30 Zang door het NCRV.-Dameskoor; 10.30— 11.00 Korte Zickcr.dienst. K.R.O. 11.00—11.30 Gramofoonmuziek; ll.SC—12.C0 Ccdsdicn- «tig halfuurtje; 1200 Tijdsein: 12 01—1215 Politie berichten; 12151.45 Lunchonoert door het K.R.O.- Trlo; 1.45—2.00 Gramofoonmuziek. NCRV. 2.00—2.15 Gramofoonmuziek; 2.15—3.15 Cursus fraaie handwerken; 3.153.45 Vrouwenhalfuurtje; 3.154.0'i Verzorging zender; 4.005.00 Ziekcr.uurtje; 5.005.45 Cursus Handenarbeid voor de jeugd; 5.456.45 Concert door het „Arnhemsch Koperkwartet" 6.45—7.00 Cursus knippen en atofversleren: 7.007.30 Vragenhalfuurtje; 7.30—7.45 Politieberichten; 7.45—8.00 Gramofoonmuziek; 8.00—9.00 Concert dcor het Chr Radio-Orkest o.l.v. George Stam; 9.00—10.00 Carillonbespeling op het Caril lon van het Paleis te Amsterdam, te geven door den heer J. Vincent, ter herdenking van den Waterloo-dag: 10.00—10.10 Persberichten van Vaz Dias; 10.1010.45 Vervolg orkeatconcert; 10.45—11.30 Gramofoonmuziek. Spaansche bedelaars voor een kerk. de manier, hoe hier kleine kinderen worden geëx- ploiteerd, hoe hun de gelegenheid wordt ontnomen om zich als kind te uiten, zou men dergelijke bedel, methoden moeten verbieden. Oogenschijnlijk exploi- teert men hier alleen heel kleine kinderen, doch kijkt men wat nauwkeuriger toe, dan ziet men vaak oen paar goed toegedekte beenen uit den doek te voor schijn komen, wier lengte er op wijst, dat de moedon er niet voor terugdeinzen om kinderen van 4 tot jaar den geheelcn dag hun bewegingsvrijheid te ont nemen. Zonder eenige vrees voor gewetenswroeging kan men beweren, dat hier een zwendel wordt bedre ven, die hij de overheid goedkeuring vindt. In andere gevallen wordt men in Madrid vaak op; een opdringerige wijze lastig gevallen door ongeluk- kigen, waarvan het in Spanje wegens het ontbreken van een bedrijfs-ongevallen-wet, wemelt. Pijnlijk is 't, om te ontwaren, hoe deze menschen zich met carne- val en andere feestelijkheden als clowns optuigen en met hun gebreken dc menschen trachten te verma ken. Deze tentoonstelling van mcnschelijke ellende en lichamelijk gebrek doet ons pijnlijk aan. Laten wij hopen, dat onder het nieuwe bewind het bedelaars- bedrijf voor goed onmogelijk wordt gemaakt! SPORT. Nieuwe Niedorp IWest-Fris ia n 3S. N. Niedorp-adsp. aWest-Frisia-adsp. b 22. N. Niedorp-adsp. b—L.V.C. H 2—2 De afpeloopen Zondag was wel een dag van gelijke spelen; drie van de drie wedstrijden eindigden onbeslist Ons jongste elftal, speelde een match tegen Langereis II, met de rust was de stand 21 voor L.V.C., maar de kleine N.V.V.'ers hielden dapper vol, wat beloond werd met de gelijkmaker. Hierna speelden de adspiranten a tegen de West-Frl- sla b-adsp. een aardig partijtje, was hierin met rust een 20 voorsprong (dank zij den sterken wind welke pre cies van doel tot doel stond) voor N.V.V. te boeken, voor het einde daar was had West-Frisia tweemaal gescoord en bleef ook deze wedstrijd onbeslist 22. N.V.V. 1West-Friasia II was do tweede ontmoeting voor de nederlaagwedstrijden, welke evenals de eerste geen nederlaag werd. N.V„ V stelde zich op met 2 in vallers voor van het Kaar en Barten, waarvoor K. Blok ker en N. Bakkum invielen. Twee llnkssche spelers, die op de rechterwenlc moesten spelen, wel te begrijpen da' zij geen hoofdrol in dezen strijd vervulden. Al spoedig bleek dat W.-F. met de beste voornemen bezield was, hoewel tegen wind was zü toch het meeat} aanvallend; wel brak N.V.V. verschillende malen goed? door, maar door slecht schieten, bleven doelpunten voor* loopig uit. Bij een snelle aanval der W.-F. rechterwenk gelukte het den rechtsbuiten met een flink hard schot via het been van den N.V.V.-lteeper de score te openen. Tot de rust bleef deze stand ongewijzigd, daarna werd de wedstrijd eerst spannend, vooral wat de doelpunten betrof. Tot driemaal heeft W.-F. de leiding gehad, 1—0; 21, 3—2; telkenmale maakte N.V.V. gelijk. Bij een al gemeens N.-aanvaJ was het Sepers die den W.-F. kee per het nakijken gaf. Met een enorm hard schot maakte de Enkhuizer rechtsbuiten het tweede doelpunt voor W.-F. 21. Met een mooie goal van Faus was de stand weer gelijk. Nog eenmaal zou West-Frisia de leiding ne men; het was weer de rechtsbuiten, dank zü zijn harde schot, waarover hij beschikt, die den stand op 3—2 bracht. Weer stelde N.V.V. hardnekkige pogingen in het werk om nogmaals gelijk te komen. Verscheiden aan vallen worden nu op het W.-F. heiligdom ondernomen, welke alsnog door de goede verdediging werden onder broken, totdat het Faus was, die met een hard schot voor de derde maal den keeper der roodgelen passeerde, 33. Geen der partijen slaagde er meer in te doelpuntei zoodat met een stand van 33 geëindigd werd. Het wa voor het verzwakte N.V.V .-elftal een mooi resultaat ti noemen. Alle drie wedstrijden werden door den heer Woudt op zijn bekende wijze geleid, N.V.V. mag zich wel gelukkij achten een dergelijk arbiter te bezitten. Bij elkaar een goedgeslaagden voetbalmiddag. De groote drukte op onze groentenveilingën moet nog beginnen. De veiling van den Noordermarktbor.d (4 Nccrdscharwoude zal. na eenige waken gesloten te zijn geweest, deze week geopend worden en het is te ver- v/achten, dat de aanvoeren nog niet groot zullen zijn. Dit jaar is alles wat achterlük. alleen de aardappelziekte is voorlijk. Die treedt dit jaar in cp een tyd, waarop hij nimmer zco vroeg is geconstateerd. Van verschillend# zijden werd ons echter meegedeeld, dat, hoe bedenkelijk het er aanvankelijk met deze ziekte uitzag, ze vrijwel statlcnnair is gebleven. Verschillende akkers waren ook rn lichte mate aangetast, doch de gunstige weesrgesteld- hcid en het intensieve sproeien met Bordeausche paf hebben de ziekte in haar verderen voortgang gestuit Drukker dan op de veilingen is het tegenwoordig of de akkers. Daar klopt momenteel de polsslag van he tuindersleven, daar ligt de hoop en de toekomst van oa za nijvere tuinders. Met hoop, maar tegelijk met vrees vertrouwen ze de laatste dagen de winterkoolplanlen aai den grond tce; immers h9t vorige jaar was het gewas b het Ambacht buitengewoon slecht en daar dit door veld wordt toegeschreven aan de omstandigheid, dat elk ajsi maar weer kool op dezelfde akkers wordt verbouwd, vef keeren velen in vrees voor de opbrengst van dit Jaa* Deze vrees heeft bovendien bewerkt, dat er voortd» rend meer koel buitenom wordt verbouwd. Buitenge woon veel moet er ln de verschillende polders zijn uitge plant: tot in Aalsmeer, Nederhorst ten Berg, de IJpoldert trekken Langendijkers er op uit, om daar hun winterkod to planten cn alzoo hun geluk te beproeven. De volgend» week komt men er race klaar en hoe druk het daarme wel ls, moge blijken uit het feit, dat zelfs de school vaca* ties zoo worden geregeld, dat de kinderen voor dien af beid beschikbaar zijn. De aanvoer van aardappelen werd deze week aan me» kelijk grooter. En ook de grootte en qualiteit werden b< ter. De meeste worden nog aangeverd door bouwers d Broek op Langer.dijk cn St. Pancras. Men kan van prijzen niet zeggen, dat ze slecht zijn en ook niet, dat J goed zijn. Maandag werd voor groote Schotsche muis#

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 6