SchagerCourant
Raad
Wieringerwaard.
WIE
I
LEVEND BEGRAVEN.
Derde Blad.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
M£RC£#S LUST/N?
Plaatselijk Nieuws.
GRATIS.
Dinsdag 23 Juni 1931.
74ste Jaargang. No. 8886
STRAFZITTING VAN VRIJDAG 17 JUNI.
DE DOKTER VEROORDEELD.
Bii schriftelijk vonnis veroordeelde de Kantonrechter
heden Dr. G. S.. arts te Alkmaar, ter zake de subsi
diair ten laste gelegde overtreding van artikel 3B der
motor- en rijwielwet. tot een geldboete van f 15 subsi
diair 15 dagen hechtenis.
De Kantonrechter overwoog in de motiveering van
dit vonnis, dat uit de verklaring der gehoorde getuigen
buiten de belanghebbende party, voldoende is ko
men vast te staan, dat door verdachte niet behoorlijk
naar links is uitgeweken bij het inhalen van het door
getuige O. de Wit bereden motorrijwiel.
DE KONINKLIJKE INGEZETENE VAN OUDORP
MOET IN 'T VERVOLG DE UITGANGSDAGEN
VAN ZIJN GEITJES EN BIGGETJES
INTREKKEN.
Met het bekende enthousiasme werd heden de be
handeling van het belangwekkende proces tegen den
veehouder J. P. de K. te Oudorp, die niet had voor
komen, dat eenig klein hem toebehoorend vee aan 't
zwierbollen was geweest in het hooiland van den land
bouwer P. N. Bibo, voortgezet en beëindigd. Gemeente
veldwachter Bleijendaal kwam voor het front en ver-
klaarde dat hij den verdachte reeds te voren had ge
waarschuwd, dat de heer Bibo met de excursies van
diens geitjes en biggen niet accoord ging. Voorts ver
klaarde Bibo. die heden als belanghebbende de zaak
nog eens bijwoonde, dat hij nog steeds over aanwezig
heid van bedoeld vee op den door hem gepachten dijk'
had te klagen. Natuurlijk bleven protesten van den
verdachte, die ook zijn plakkie 40 plus niet van zijn
boterham laat halen, weer niet uit, maar zijn actie had
weinig succes en was een veroordeeling van f 15 of 15
dagen, benevens toewijzing der civiele vordering van
Bibo voor geleden schade, begroot in hoofdsom en
rente op 5 gulden met beeldenaar n a 1920, het voor
den comparant minder voordeelige slot van dit lande
lijk gebeuren.
TWEE HARDE STEENEN MALEN ZELDEN FIJN.
De werklooze timmerman G. St, te Alkmaan 'n stijf
hoofdige Fries, kreeg een heftig meeningsverschil met
zijn Drentsche vrouw, tippelde met een kwaden kop de
deur uit, zoodat het heele huishouden in de war liep
en de twee leerplichtige kinderen Rens en Willem, de
dupe werden van den huishoudelijken heibel en de
school verzuimden. Ter zake deze overtreding stond
vader Duimstok, inmiddels weer gekalmeerd, heden
terecht. Hij erkende ruiterlijk zijn tekortkomingen,
prees ridderlijk zijn vrouw en sloeg zulk een goed fi
guur, dat een niet hoogere boete dan 2 X f 1.50 of 2 X
1 dag werd opgelegd.
EEN KIP IS MEER AANGENAAM IN DE BRAAD
PAN. DAN IN DEN MOESTUIN.
Sinds 4 jaren lang werd de heer C. Couvert, halte-chef
te Egmond-Binnen jammerlijk geplaagd door de kippen
van zijn dorpsgenoot A. J. K., welk brutaal gevogelte
vrijpostig en met volkomen negatie van alle spoorweg
reglementen den spoorbaan overstaken, om zich in den
welvoorzienen moestuin van den chef het buikje rond
te bikken. Tot hem dat parasytisme ten slotte begon te
vervelen en hij een klacht indiende, met het omiddellijk
succes, dat de ongenoode gasten werden belet verder
hun gastronomische uitstapjes te ondernemen. Deze
maatregelen konden echter niet meer tegenhouden, dat
de eigenaar werd veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen.
ONGESCHIKTE GELEGENHEID OM EEN WEDREN
TE HOUDEN.
De jeugdige landbouwersknecht W. D. uit Limmen
kwam op 2 Mei in een voertuig, bespannen met een
hupschen rossinant, in geweldige vaart aanrijden vanaf
de Koorstraat te Alkmaar en het mocht geen verwon
dering baren, dat bij het gevaarlijke verkeershoekje bij
de Groote Kerk een stevige aanrijding plaats had met
een automobiel, bestuurd door den landbouwer J. v. d.
Oord uit Schoorl. Het paard beklom met de voorpoten
bijna de motorkast en het gevoig was, dat verschillende
ruiten in het motorrijtuig werden versplinterd. De ver
FEUILLETON
Boor
ARNOLD BENNETT.
Roem.
Hij lag op de sofa. aan 't voeteinde van het bed; alle
lichten waren uit. behalve een lamp met een roode kap,
vlak boven zijn hoofd. De avondbladen witte, groene
roze. gele en paarse deelden zijn sponde. Hij hield
zich onledig met 't lezen van de doodsberichten, hij vloog
ze door op een achtèlooze, geringschattende wijze, al
leen om te zien. wat de journalisten over hem geschreven
hadden. Hij kende dc waarde van doodsberichten, had er
dikwijls om geglimlacht.
Hij kende ook de domheid, waarmee over kunstzaken
geoordeeld wordt, waarover hij zelfs niet glimlachen kon,
daar die hem niets dan verveling bezorgde. Voorts her
innerde hij zich. dat hij niet de eerste was, die zijn eigen
doodsbericht las: dat was anderen ook overkomen en
't viel hem in. dat hij gehoord had. dat door een ver
gissing, iets dergelijks den grooten Die en Die overko
men was. waarop hij. In zijn hoedanigheid van wijsgeer,
dadelijk doorvoeld had in welke gemoedsstemming de
groote Die en Die zijn eigen doodsbericht moest gele
zen hebben. Diezelfde gemoedsstemming liet hij nu ook
weer over zich komen.
Hij dacht aan Marcus Aurelius' geschrift over de niets
waardigheid van den roem; hij herinnerde zich zijn
licht-spotter.de minachting voor de pers; hij bedacht met
wijze nederigheid, dat in de kunst niets waarde heeft,
dan 't kunstwerk zelf.
Toen begon hij de kranten verder door te bladeren.
De eerste regels, die hij las. deden hem opspringen. De
eerste regels, die hij las. deden hem opspringen. De li
chamelijke uitwerking er van was werkelijk buitenge
woon. Zijn temperatuur steeg. Zijn hart klopte hoorbaar
Zijn polsen hamerden. En hij voelde een tinteling tot
in zijn teenen. Hij besefte vaag dat hij een groot schilder
zijn moest. Natuurlijk had hij hooge prijzen gemaakt.
En hij had vermoed, dat *hij het voorwerp geweest was
van algemeene nieuwsgierigheid. Maar hij had zich
nooit vergeleken met Titanische figuren op deze planeet.
Het had hem altijd toegeschenen, dat zyn roem anders
wekker van dit onheil gedroeg zich tamelijk onhebbelijk
en weigerde zijn naam op te geven, doch het duurde
niet lang of op het politiebureau wist men dit recalci
trante mannetje tot rede te brengen. Hem werd heden
bij verstek opgelegd f 20 boete of 20 dagen, terwijl de
door den heer v. d. Oord ingediende vordering ten be
drage van f 25,92 veor glasbreuk werd toegewezen.
ALLE BEZWAREN IN ééN SLAG UIT DEN WEG
GERUIMD.
Door een onhandige manoeuvre en ongunstige omstan
digheden reed de 24-jarige schilder P. H. J. M. uit Alk
maar op 6 Mei te Uitgeest met zijn motor-rijwiel
Triumph den 15-jarigen fietsrijdenden scholier C. J.
H. Coens aan, met gevolg, dat. de voorvork van diens
rijwiel werd gebroken. Het toegebrachte lichamelijk
letsel was uiterst gering.
De schilder stond heden terecht en toonde zich di
rect bereid, de schade, f 3.90 te voldoen, terwijl hij uit
het overschot van zijn gewisseld „briefje van tien" de
hem opgelegde boete, f 3. eveneens onmiddellijk vol
deed. Met een rein hart, 'n verlicht hart en een dito
portemonnaie kon hij dus de tempel van Themis ver
laten.
ONGESCHIKT PUNT OM MET DRAAIERIJ OM TE
GAAN.
Een „koopman" uit Haarlem, de heer A. B.. was in
het bezit van een complete automobiel, die hem wel
40 gulden had gekost, en bevond zich op 18 April met
dit kostbare vrachtvehikel te Alkmaar en trachtte
daar nota bene in de Langestraat hoek Payglop en
Achterstraat zijn voertuig om te draaien. Aangezien
echter een behoorlijke wegspiegel ontbrak, want voor
40 piek kun je niet alle accessoires verlangen, was het
hem niet moeilijk goed naar achter uit te zien en kwam
zijn wagen in aanrijding met een bakfiets, waarop de
15-jarige J Delver. onbewust dat hij nog niet bevoegd
was een dergelijk rijwiel te berijden, een aantal fietsen
vervoerde. De koopman uit de provinciale hoofdstad
stond nu heden terecht en beweerde alle voorzorgs
maatregelen te hebben genomen. Tegen hem werd
echter, ondanks dit verweer, alleen krachtig door den
toon. waarin het werd uitgebracht, gevorderd door den
ambtenaar f 30 boete of 30 dagen wegc-ns artikel 22 en
f 6 boete of 6 dagpn. omdat de wegspiegel ontbrak. De
verdachte deed daarop mededeeüng een gesjochten
jongen te zijn en zonder werk of verdiensten, terwijl
zijn automobiel van 40 gulden ook al in de handen van
een anderen gelukkige was overgegaan.
De kantonrechter hield eenigermate rekening met
deze ongunstige omstandigheden en beperkte de straf
tot f 15 boete of 15 dagen ter zake het achteruitrijden
en f 4 of 4 dagen wegens de ontbrekende wegspiegel.
DAT BEGINT IN DE GATEN TE LOOPEN.
Een circa 20-jarig monteur te Alkmaar. Cornelis M.,
werd te Koedijk, welke plaats hij op zijn motor met
een bezoek vereerde, door een bevoegd controleur aan
gehouden en bleek hij niet in het bezit te zijn van een
rijbewijs. Hij had wel met goed gevolg examen afge
legd, doch het niet noodig geoordeeld de verdere for
maliteiten af te wachten.
Het jonge mensch stond dan heden terecht wegens
overtreding van artikel 27 van de Motor- en Rijwielwet.
De ambtenaar herinnerde zich dat verdachte, die be
voegd is vierwielige motorrijtuigen te besturen, op 24
April ook alreeds was veroordeeld wegens een aanrij
ding met een fietsrijder. C. Louwe uit Egmond-Binnen.
Hij had toen zijn vrachtauto onverlicht geplaatst in een
Laantje, dat vanaf den Westerweg naar de z.g. Kalk-
ovensbrug voert. Verdachte was toen veroordeeld tot
geldboete en schadevergoeding en dus geen debutant
voor het Kantongerecht Hem werd thans opgelegd
f 7 boete of 7 dagen.
Vergadering van den Raad op Zaterdagmiddag
halfdrie, onder leiding van Euigemeester Haring-
huizen, tevens secretaris-
Afwezig de heer Van der Kolk met kennisgeving
van verhindering.
Na opening werden de notulen voorgelezen van
twee voorafgaande vergaderingen, van welke laatste
vergadering geen convocatie aan den verslaggever
werd toegezonden.
In verband met de notulen dezer laatst? vergade
ring vraact de heer C. J. Blaauhaer inlichtingen over
een post op de begrooting ad f800 voor brandstoffen
voor de centrale verwarming, ten behoeve van het
hoofd der school en of dan het g.jh?»;e htiie daar
onder begrepen is. Spr. merkt op, dat het dan toch
een dure geschiedenis wordt.
Voorzitter geeft toe. dat het voor een of twee ka
mers wel duurder uitkomt, doch men verwarmt nu
■was dan andermans roem iets minders iets onwe
zenlijks, fantastisch. Het was nooit tot hem doorgedron
gen. ondanks de hooge prijzen en de nieuwsgierigheid
van 't publiek, dat hij een van de Titanen was. Nu voelde
hij 't. De avondbladen maakten 't hem duidelijk met on
weerstaanbaar geweld.
Vette letters! Opschriften over twee kolmmen. Rouw
randen om de bladen!
„Dood van Engeland» grootsten schilder!"
„Plotselinge dood van Priam Farll."
„Droevig sterfgeval van een genie."
„Een schitterende loopbaan ontijdig afgebroken."
„Europa in rouw."
„Onherstelbaar verlies in de kunstwereld."
„Het nieuws zal eiken liefhebber van ware kunst diep
treffen."
Zoo ging 't voort, het eene blad overtrof het andere
in uitingen van smart
Hij was niet langer onverschillig, of koel vriendelijk
jegens hen gestemd. Het griezelde hem langs zijn rug.
Daar lag hij, eenzaam, onder den rooden gloed van de
lamp, opgesloten in zijn kasteel; een mensch, dat er
uiterlijk uitzag als ieder ander mensch en toch ween
den over hem de steden van Europa. Hij hoorde ze wee-
nen. Ieder liefhebber van groote kunst gevoelde zich
persoonlijk getroffen. De stem der wereld sprak in fluis
tertonen. Het was toch. welbeschouwd, de moeite waard,
in 't leven zyn best gedaan te hebben: iets goeds werd
ten slotte toch gewaardeerd door de groote massa. Het
verschijnsel, dat de avondbladen vermeldden, was zonder
twijfel wonderbaarlijk, en had een buitengewonen in
druk gemaakt De menschheid was pijnlijk getroffen
door 't bericht van zijn heengaan. Hy vergat, dat me
vrouw Challice bijvoorbeeld, er buitengewoon goed in
geslaagd was haar verdriet over 't onherstelbaar ver
lies te verbergen en dat haar vragen over Priam Farll
haast oppervlakkig waren. Hij vergat, dat hij nergens
eenige uiting van overstelpende smart gezien had, zelfs
niet van eenige smart hoegenaamd in de straten van
de overvolle hoofdstad, en dat de hotels niet weerklon
ken van 't gesnik. Hij wist alleen, dat geheel Europa Ln
rouw gedompeld was!
„Ik geloof, dat Ik werkelijk een geniaal mensch was
ben bedoel ik zei hij tot zichzelf, met een ver
baasd. verheugd gevoel. „Ja. gelukkig. Het is een feit.
dat ik zoo gewend ben aan mijn eigen werk, dat ik 't
niet hoog genoeg schat."
Dit zei hij zoo nederig als hij kon.
Er was geen kwestie meer van een terloops doorbla
deren van de doodsberichten. Hij wilde geen regel, geen
enkel woord meer missen. Het speet hem z«17s, dat er
zoo weinig meer over zijn particuliere leven gezegd
Wilt gij U weer frisch
en opgewekt voelen, vrij
van slechte spijsvertering,
verstopping en de daaruit
voortvloeiende lusteloos
heid. gebruik dan Foster's
Maagpilllen.
0.65 per flacon.
het geheele huis. Het is echter geeri opgaaf van den
heer Saai, doch van den heer K. Schenk.
Ingekomen is een proces-verbaal van den voorzit
ter van het Hoofdstembureau, waaruit blijkt, dat alle
hier aanwezige raadsleden nis zoodanig zijn herke
zen, met welk feit voorzitter de heeren feliciteert.
Goedgekeurd is terug ontvangen het besluit tot on-
derhandsche verpachting sportterrein, het aangaan
eener geldleening en de vaststelling der jaarwedde
van de wethouders ad f 150.
Van Ged. Staten is mededeeüng ingekomen. Aat in
gevolge de wet op de financieele verhouding tus-
schen rijk en gemeente, de bijdrage is gesteld op
8.917/10 per inwoner; dit wordt over 1931193*2
f 10325.98. benevens f3000 aandeel salaris Burgemees
ter-Secretaris.
Proces-verbaal kasverificatie. Daaruit blijkt, dat de
ontvangsten hadden bedragen f 126042.46)?. uitgaven
met inbegrip van f34712.09. wat op de Boerenleen
bank is belegd f 125621.50, zoodat in kas moest zijn
en was f 420.96
Van de bouwvereeniging Volkshuisvesting is in
gekomen het jaarverslag 1930, alsmede de balans,
winst- en verliesrekèning. Een en ander werd voor
kennisgeving aangenomen.
Verder is ingekomen een adres van Vereenigin-
gen en Stichtingen bedoeld in art. 6 der Landarbei-
derswet. waarbij medewerking wordt verzocht om de
rentevoet tot 4 verlaagd te krijgen. Voor kennis
geving aangenomen..
Een ontvangen agenda voor de te houden alge
meene vergadering van den Spoor-Tram-)weg Wie
ringen—Schagen op 2 Juli a.s. te Schagen, werd in
handen gesteld van den afgevaardigde den heer J.
Speets.
Van den heer D. Sleutel is een ontslagaanvrage in
gekomen als armvoogd en correspondent der Arbeids
bemiddeling. B. en W. stellen voor dit eervol te ver
lenen. De heer Sleutel heeft gedurende een lange
reeks van jaren de belangen op uitstekende wijze
gediend, waarvoor hem inzonderheid een woord van
dank toekomt.
De familip Sleutel heeft deze functie bijzonder lang
vervult. Het ontslag wordt eervol verleend.
Een verslag van den toestand der gemeente 1930,
alsmede een beredeneerd verslag Volkshuisvesting
1930 zullen bij de Raadsleden circuleeren.
Volgt benoeming van leden voor de Schattings
commissie R.I.B. De aftredende heeren A .D. Sleu
tel. H. K. Koster. J. Speets en Jb. Waiboer Hz. wer
den allen herkozeu.
Benoeming Armvoogd. De aanbeveling luidt: no.
1 Daan Kaan; no. 2 K. Zijp. Eerstgenoemde wordt
met algemeene stemmen gekozen.
Benoeming correspondent Arbeidsbemiddeling.
Aanbeveling; no. 1 W. .1. Los: no. 2 A. Keesman. De
heer Los werd met 5 stemmen gekozen, de heer
Keesman verkreeg 1 stem.
Verder wordt voorgelezen een verordening aanwij
zing organisatie uitvoering Ambtenarenreglement
en daarna vastgesteld-
Ten slotte werden énkele kléine wljMgingfen op dê
begrooting 1930 op vdofstel van B. en W. goedge
keurd.
Enkele af- en overschrijvingen kunnen gedekt wor
den uit onvoorziene uitgaven.
Rondvraag.
De heer Speets vraagt inlichtingen over een lekke
slang van de brandspuit en of deze al weer hersteld
ztjn.
Voorzitter zegt. dat die zaak nog hangende is. Spr.
heeft een persoonlijk bezoek gebracht bij den leve
rancier. en wil hierover in comité nadere inlichtin
gen geven.
De heer P. Visser informeert hoe 't nu eigenlijk
staat met het schoolhuis. Er wordt buiten af nog al
wat gepraat en we hooren hier niet veel. Is er sprake
van een nieuw schoolhuis?
Voorzitter deelt mede. dat het huis is dichtgemet
seld en geheel is hersteld. De zaak was. dat de muur
zeer onsolide was. nl. boven heel steens en beneden
halfsteens. Het huis kon dus zoo niet blijven. Op de
begrooting was een post voor onderhoud uitgetrok
ken ad (500; dat gerekend bij de {350, wat van de
aanneemsom wordt afgetrokken, was voldoende om
den muur geheel in orde te laten maken, welke
werkzaamheden door Eriks zijn gedaan.
werd. Het kwam hem voor, dat het de taak van de
journalisten was. meer over hem te weten, dat zij zich
meer moeite hadden moeten getroosten, om inlichtingen
iij te winnen Maar de toon was goed De lui bedoelden
't in elk geval goed. Zijn oogen ontmoetten niets dan
lof. Werkelijk, de Londenaehe pers was zich te buiten
gegaan aan loftuitingen. Zijn bescheidenheid opperde
de meening, dat ze overdreef, maar zijn onpartijdig-
heidsgevoel vroeg: „Wat kunnen ze op me aammerken?"
In den regel was overdreven lof walgelijk, maar hier
waren de menschen ongetwijfeld oprecht; hun woorden
klonken eerlijk!
Nooit in zijn leven waa hij zoo tevreden geweest over
de wereld! Hij was bijna getroost over den dood van
Leek.
Toen hij na eenigen tijd een zin ontmoettte waarin
op bescheiden wijze geduid werd op den politieagent en
de pinguïns en waarin de schrijver vermoedde, dat de
ongewoonheid van zijn onderwerpen misschien een
„pose" was. deed die beschuldiging hem zeer.
..Een pose!" riep hij uit. .Wat een leugen! De vent
is een ezel!"
En hij was vertoornd over de volgende opmerking
die het slot vormde van een buitengewoon vleiend
artikel over zijn onderwerpen en wijze van schilderen,
door een expert, wiens boeken hij altijd had gewaar
deerd: Toch is het oordeel van tijdgenooten in vele
gevallen verkeerd en 't betaamt ons hieraan te denken
bjj 't zoeken naar een voetstuk voor onzen afgod. De
tijd alleen kan het eind-oordeel spreken over Priam
Farll".
Tevergeefs fluisterde zijn bescheidenheid hem toe, dat
het oordeel van tijdgenooten werkelijk dikwijls ver
keerd was. Het deed hem onaangenaam aan. Het maak
te hem onrustig. Er waren uitzonderingen op eiken re
gel. De tijd! Wat een klinkklare zottepraat!
Hij was haast aan *t eind van de verschillende arti
kels gekomen, toen h\j in woede uitbarstte. Enkele
bladen verontschuldigden zich over de schaarschheid
van hunne biografische bijzonderheden en merkten op.
dat Priam Farll een volkomen vreemde was voor de
Londensche uitgaande werld. Ze spraken over een te
ruggetrokken levenswijze, afkeer van 't publiek, nei
ging tot eenzaamheid, enz. Maar toen een van de minet
belangrijke bladen rondweg beweerde dat hij er buiten
sporige vreemde manieren op na hield, werd hij woe
dend. Noch zijn wijsgeerigheid, noch zijn bescheiden
heid hadden invloed genoeg om hem zijn kalmte terug
te geven.
Vreemd, zegt u? Wat nog meer? Wel zeker, vreemd!
En op welke aannemelijke gronden?
De heer Viseert Die kwestie van nieuwbouw is
toch zeker onderzocht, dat bevreemdt me toch. omdat
Saai eerst heeft gezegd, dat het huis nog goed was
en nu met een ander voorstel komt.
Voorzitter: Nii gaat U een beetje te ver. De heer
Saai heeft de zaak volkömen goed behandeld en
met dien muur hebben B. en W. een oplossing ge
vonden.
Nadat ooK de heer Blaauboer in verband hiermede
iet* vraagt, zegt Voorzitter, straks in comité nog
wel 't, een en ander te vertellen. Dan zal tevens ant
woord worden gegeven op de vraag van den lieer
Visser, nl. deze; Hoe komt het af inet de vacantie jn
wanneer wordt de school geopend? De openbare bij
eenkomst wordt dan opgeheven.
„ZONNESTRAAL"DAG.
De sterken voor de zwakken.
„Zonnestrnalde bekende Vereeniging. die in hare
Inrichting voor Arbeidstherapie te Hilversum de tu
berculoselijders met arbeid als medicijn, weer ge
schikt maakt voor het maatschappelijk leven, komt,
voor dit ideëele en maatschappelijk zoo nuttige werk,
een beroep doen op de offervaardigheid van het Ne-
derlandsche volk. en wel op Zaterdag 27 Juni a s.
Ook aan de burgerij van Schagen zal dan gevraagd
worden een penningske voor dit mooie doel te wil
len offeren. Het resultaat van de ..Zonnestraal"-col-
lecte van vorige jaren heeft duidelijk bewezen, dat
voor dit doel allerwege wnrme sympathie leeft. Kn
geen wonder, want wie zal niet gaarne voor den
strijd tegen den zoo gevaarlijken volksvijand, de tu
berculose. een bijdrage schenken, een strijd, die
door „Zonnestraal'' met zooveel activiteit en succes
wordt gevoerd?
Het Plaatselijk Comité voor de collecte heeft dan
ook het volste vertrouwen, dat de burgerij ook dit
maal weer haar sympathie voor dit mooie werk. dat
strekt ten bate van alle gezindten, in klinkende
.-nunt zal toonen, dat de gaven mild zullen vloeien
en de collectrices en collectanten, die als pioniers
geheel belangeloos hun krachten voor de inzame
lingen geven, hun offervaardig werk bekroond zul
len zien met volle bussen.
Allen, die zich gedrongen mochten gevoelen mee
te helpen met collecteeren, zijn van harte welkom
en kunnen zich daartoe aanmelden hij het Secreta
riaat van genoemd comité, gevestigd bij den heer
J. Helder. Magnusstraat C 136 te Schagen.
GEMEENTERAAD.
Uittreksel uit de notulen van den Gemeenteraad
van Dinsdag 14 Maart 1893, voorkomend in de Scha-
ger Courant van Donderdag 16 Maart 1893.
Voorzitter de heer C. J. Plomp.
Leden de heeren: Asjes, Buis, Govers, Hazeu, Hop
man. Kooi, v. d. Maaten, Plomp, Roggeveen, Smit
en Stammes.
Overgaande tot de benoeming van den plaatselij
ken geneesheer, deelt Voorzitter mede. dat sollici
taties waren ingekomen van de heeren;
A. Faassen te Arnhem: J. de Wit. Made en Dritn-
melen: A. J. Jelgersma. 's Gravenhage: H. Joustra,
Spaarndam: J. H. Blankstein, Talbert gom. Leek):
D. v. d. Horst, Leiderdorp 'thans assistent alhier) en
A. C. Melchior. Noordwolde.
De voordracht van B. en W. luidde als volgt:
1. A. C. Melchior; 2. J. H. Blankstein; 3. D. v. d.
Horst.
Voorzitter deelt nog mede. van deze drie sollici
tanten uitstekende inlichtingen verkregen te hebben.
Omtrent den heer Melchior evenwel hadden B. en
W. van een Hoogleeraar zulke hoogst uitmuntende
verklaringen ontvangen, dat zij. ofschoon leekon
zUnde. zich verplicht hadden gezien, den heer Mel
chior hepaald als no. 1 der voordracht te stellen.
De heer Asjes meent omtrent de sollicitanten te
boeten doen opmerken, dat z.i. de sollicitant, de
heer D. v. d. Horst, als zijnde ongehuwd, voor deze
betrekking minder geschikt is dan de beide andere
heeren.
Bij stemming wordt de heer Melchior benoemd
met 10 stemmen, een stem was uitgebracht op den
heer v. d. Horst.
GESLAAGD.
Te Weltevreden (N.O.I.) is geslaagd vcor 2de
stuurman Groote Vaart de heer W. N. Bos. vroeger
alhier.
oi
IjSCHAGEF^COURANL
ZICH MET INGANG VAN
1 JULI 1931
OPGEEFT ALS LEZER VAN DE
ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ-
NENDE NUMMERS VAN JUNI
De regwrende kLaesen.
TuMChen kwart over elven en half twaalf zat hij al
leen aan een tafeltje in 't restaurant van 't Grand
Babyion Hotel. Hij had nieta van mevrouw Challica
gehoord; zij had niet meer naar Selwood Terrace ge
telegrafeerd. zooals hij vurig gehoopt had. Maar in de
koffers van Henry L*ek had hij een van zijn eigen
rokpakken ontdekt en dat pak had hy aangetrokken.
Het verlangen waa over hem gekomen als een onbeken
de te verkeeren ln de wereld, die dure hotels bezocht,
de wereld waaraan hij gewend was. Daarenboven had
hij honger. Daarom had hij zich begeven naar 't be
roemde restaurant, waarvan de groote geopende ramen
uitzicht gaven op het schitterende schouwspel van do
verlichte Theemskaden. De roomkleurig getinte zaal was
vol van kostbaar gekleede vrouwen en rijke mannen en
van kellners met zilveren tressen, wier diensten, die zij
geluidloos, handig, haast bovenmenschelijk bewezen, be
loond werden met vier stuivers per minuut. Muziek, het
middernachtelijk voedsel der liefde, deinde in zachte,
nauw hoorbare golven door de zaal vol klcurwemelin-
gen. Het was de beste nabootsing van Romelnscha
weelderigheid, die Londen kon bieden en na Selwood
Terrace en 't rumoerige paleis zonder fooien, genoot
Priam Farll er van. zooals men van zijn thuis geniet na
een verblijf in verre landen
Namat zijn tafeltje was een leege tafel, voor twea
gedekt, waarheen met verschuldigden eerbied een jonge
man geleid werd en een opvallende vrouw, wier jeugd
van haar geblankette schouders gleed ais een mantel.
Priam Farll hoorde 't volgende gesprek:
Man: „Nu wat zullen we nemen?"
Vrouw: „Kareltje, dit kun Je niet betalen!"
Man: ,.Dat heb ik ook nooit gezegd. De krant betaalt*
Vooruit dus".
Vrouw: „Is lord Nasing>er zoo op gesteld?"
Man: „Lord Nasing niet. Onze spiksplinternieuw®
uitgever, die pas Uit Chicago is geïmporteerd."
Vrouw: „Denk je dat hij blijft?"
Man: „Ik denk 'n honderd avonden, laten we zeggen,
zoolang Jouw stuk gaat Dan krijgt hij zes maanden
salaris en zijn ontslag."
Vrouw: „Hoeveel is zes maanden salaris?"
Man: „Drie duizend."
Vrouw: ..Dat kan ik zelf nauwelijks verdienen."
Man: „Ik ook niet. Maar wij zijn ook niet in Chicago
geboren."
Vrouw: „Ik heb een aanbod van duizend dollar per
week gehad, als ik daarheen wou gaan."
Wordt vervolgd.