SchagerCourant Raad Wieringerwaard. WIE I LEVEND BEGRAVEN. Derde Blad. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. M£RC£#S LUST/N? Plaatselijk Nieuws. GRATIS. Dinsdag 23 Juni 1931. 74ste Jaargang. No. 8886 STRAFZITTING VAN VRIJDAG 17 JUNI. DE DOKTER VEROORDEELD. Bii schriftelijk vonnis veroordeelde de Kantonrechter heden Dr. G. S.. arts te Alkmaar, ter zake de subsi diair ten laste gelegde overtreding van artikel 3B der motor- en rijwielwet. tot een geldboete van f 15 subsi diair 15 dagen hechtenis. De Kantonrechter overwoog in de motiveering van dit vonnis, dat uit de verklaring der gehoorde getuigen buiten de belanghebbende party, voldoende is ko men vast te staan, dat door verdachte niet behoorlijk naar links is uitgeweken bij het inhalen van het door getuige O. de Wit bereden motorrijwiel. DE KONINKLIJKE INGEZETENE VAN OUDORP MOET IN 'T VERVOLG DE UITGANGSDAGEN VAN ZIJN GEITJES EN BIGGETJES INTREKKEN. Met het bekende enthousiasme werd heden de be handeling van het belangwekkende proces tegen den veehouder J. P. de K. te Oudorp, die niet had voor komen, dat eenig klein hem toebehoorend vee aan 't zwierbollen was geweest in het hooiland van den land bouwer P. N. Bibo, voortgezet en beëindigd. Gemeente veldwachter Bleijendaal kwam voor het front en ver- klaarde dat hij den verdachte reeds te voren had ge waarschuwd, dat de heer Bibo met de excursies van diens geitjes en biggen niet accoord ging. Voorts ver klaarde Bibo. die heden als belanghebbende de zaak nog eens bijwoonde, dat hij nog steeds over aanwezig heid van bedoeld vee op den door hem gepachten dijk' had te klagen. Natuurlijk bleven protesten van den verdachte, die ook zijn plakkie 40 plus niet van zijn boterham laat halen, weer niet uit, maar zijn actie had weinig succes en was een veroordeeling van f 15 of 15 dagen, benevens toewijzing der civiele vordering van Bibo voor geleden schade, begroot in hoofdsom en rente op 5 gulden met beeldenaar n a 1920, het voor den comparant minder voordeelige slot van dit lande lijk gebeuren. TWEE HARDE STEENEN MALEN ZELDEN FIJN. De werklooze timmerman G. St, te Alkmaan 'n stijf hoofdige Fries, kreeg een heftig meeningsverschil met zijn Drentsche vrouw, tippelde met een kwaden kop de deur uit, zoodat het heele huishouden in de war liep en de twee leerplichtige kinderen Rens en Willem, de dupe werden van den huishoudelijken heibel en de school verzuimden. Ter zake deze overtreding stond vader Duimstok, inmiddels weer gekalmeerd, heden terecht. Hij erkende ruiterlijk zijn tekortkomingen, prees ridderlijk zijn vrouw en sloeg zulk een goed fi guur, dat een niet hoogere boete dan 2 X f 1.50 of 2 X 1 dag werd opgelegd. EEN KIP IS MEER AANGENAAM IN DE BRAAD PAN. DAN IN DEN MOESTUIN. Sinds 4 jaren lang werd de heer C. Couvert, halte-chef te Egmond-Binnen jammerlijk geplaagd door de kippen van zijn dorpsgenoot A. J. K., welk brutaal gevogelte vrijpostig en met volkomen negatie van alle spoorweg reglementen den spoorbaan overstaken, om zich in den welvoorzienen moestuin van den chef het buikje rond te bikken. Tot hem dat parasytisme ten slotte begon te vervelen en hij een klacht indiende, met het omiddellijk succes, dat de ongenoode gasten werden belet verder hun gastronomische uitstapjes te ondernemen. Deze maatregelen konden echter niet meer tegenhouden, dat de eigenaar werd veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen. ONGESCHIKTE GELEGENHEID OM EEN WEDREN TE HOUDEN. De jeugdige landbouwersknecht W. D. uit Limmen kwam op 2 Mei in een voertuig, bespannen met een hupschen rossinant, in geweldige vaart aanrijden vanaf de Koorstraat te Alkmaar en het mocht geen verwon dering baren, dat bij het gevaarlijke verkeershoekje bij de Groote Kerk een stevige aanrijding plaats had met een automobiel, bestuurd door den landbouwer J. v. d. Oord uit Schoorl. Het paard beklom met de voorpoten bijna de motorkast en het gevoig was, dat verschillende ruiten in het motorrijtuig werden versplinterd. De ver FEUILLETON Boor ARNOLD BENNETT. Roem. Hij lag op de sofa. aan 't voeteinde van het bed; alle lichten waren uit. behalve een lamp met een roode kap, vlak boven zijn hoofd. De avondbladen witte, groene roze. gele en paarse deelden zijn sponde. Hij hield zich onledig met 't lezen van de doodsberichten, hij vloog ze door op een achtèlooze, geringschattende wijze, al leen om te zien. wat de journalisten over hem geschreven hadden. Hij kende dc waarde van doodsberichten, had er dikwijls om geglimlacht. Hij kende ook de domheid, waarmee over kunstzaken geoordeeld wordt, waarover hij zelfs niet glimlachen kon, daar die hem niets dan verveling bezorgde. Voorts her innerde hij zich. dat hij niet de eerste was, die zijn eigen doodsbericht las: dat was anderen ook overkomen en 't viel hem in. dat hij gehoord had. dat door een ver gissing, iets dergelijks den grooten Die en Die overko men was. waarop hij. In zijn hoedanigheid van wijsgeer, dadelijk doorvoeld had in welke gemoedsstemming de groote Die en Die zijn eigen doodsbericht moest gele zen hebben. Diezelfde gemoedsstemming liet hij nu ook weer over zich komen. Hij dacht aan Marcus Aurelius' geschrift over de niets waardigheid van den roem; hij herinnerde zich zijn licht-spotter.de minachting voor de pers; hij bedacht met wijze nederigheid, dat in de kunst niets waarde heeft, dan 't kunstwerk zelf. Toen begon hij de kranten verder door te bladeren. De eerste regels, die hij las. deden hem opspringen. De eerste regels, die hij las. deden hem opspringen. De li chamelijke uitwerking er van was werkelijk buitenge woon. Zijn temperatuur steeg. Zijn hart klopte hoorbaar Zijn polsen hamerden. En hij voelde een tinteling tot in zijn teenen. Hij besefte vaag dat hij een groot schilder zijn moest. Natuurlijk had hij hooge prijzen gemaakt. En hij had vermoed, dat *hij het voorwerp geweest was van algemeene nieuwsgierigheid. Maar hij had zich nooit vergeleken met Titanische figuren op deze planeet. Het had hem altijd toegeschenen, dat zyn roem anders wekker van dit onheil gedroeg zich tamelijk onhebbelijk en weigerde zijn naam op te geven, doch het duurde niet lang of op het politiebureau wist men dit recalci trante mannetje tot rede te brengen. Hem werd heden bij verstek opgelegd f 20 boete of 20 dagen, terwijl de door den heer v. d. Oord ingediende vordering ten be drage van f 25,92 veor glasbreuk werd toegewezen. ALLE BEZWAREN IN ééN SLAG UIT DEN WEG GERUIMD. Door een onhandige manoeuvre en ongunstige omstan digheden reed de 24-jarige schilder P. H. J. M. uit Alk maar op 6 Mei te Uitgeest met zijn motor-rijwiel Triumph den 15-jarigen fietsrijdenden scholier C. J. H. Coens aan, met gevolg, dat. de voorvork van diens rijwiel werd gebroken. Het toegebrachte lichamelijk letsel was uiterst gering. De schilder stond heden terecht en toonde zich di rect bereid, de schade, f 3.90 te voldoen, terwijl hij uit het overschot van zijn gewisseld „briefje van tien" de hem opgelegde boete, f 3. eveneens onmiddellijk vol deed. Met een rein hart, 'n verlicht hart en een dito portemonnaie kon hij dus de tempel van Themis ver laten. ONGESCHIKT PUNT OM MET DRAAIERIJ OM TE GAAN. Een „koopman" uit Haarlem, de heer A. B.. was in het bezit van een complete automobiel, die hem wel 40 gulden had gekost, en bevond zich op 18 April met dit kostbare vrachtvehikel te Alkmaar en trachtte daar nota bene in de Langestraat hoek Payglop en Achterstraat zijn voertuig om te draaien. Aangezien echter een behoorlijke wegspiegel ontbrak, want voor 40 piek kun je niet alle accessoires verlangen, was het hem niet moeilijk goed naar achter uit te zien en kwam zijn wagen in aanrijding met een bakfiets, waarop de 15-jarige J Delver. onbewust dat hij nog niet bevoegd was een dergelijk rijwiel te berijden, een aantal fietsen vervoerde. De koopman uit de provinciale hoofdstad stond nu heden terecht en beweerde alle voorzorgs maatregelen te hebben genomen. Tegen hem werd echter, ondanks dit verweer, alleen krachtig door den toon. waarin het werd uitgebracht, gevorderd door den ambtenaar f 30 boete of 30 dagen wegc-ns artikel 22 en f 6 boete of 6 dagpn. omdat de wegspiegel ontbrak. De verdachte deed daarop mededeeüng een gesjochten jongen te zijn en zonder werk of verdiensten, terwijl zijn automobiel van 40 gulden ook al in de handen van een anderen gelukkige was overgegaan. De kantonrechter hield eenigermate rekening met deze ongunstige omstandigheden en beperkte de straf tot f 15 boete of 15 dagen ter zake het achteruitrijden en f 4 of 4 dagen wegens de ontbrekende wegspiegel. DAT BEGINT IN DE GATEN TE LOOPEN. Een circa 20-jarig monteur te Alkmaar. Cornelis M., werd te Koedijk, welke plaats hij op zijn motor met een bezoek vereerde, door een bevoegd controleur aan gehouden en bleek hij niet in het bezit te zijn van een rijbewijs. Hij had wel met goed gevolg examen afge legd, doch het niet noodig geoordeeld de verdere for maliteiten af te wachten. Het jonge mensch stond dan heden terecht wegens overtreding van artikel 27 van de Motor- en Rijwielwet. De ambtenaar herinnerde zich dat verdachte, die be voegd is vierwielige motorrijtuigen te besturen, op 24 April ook alreeds was veroordeeld wegens een aanrij ding met een fietsrijder. C. Louwe uit Egmond-Binnen. Hij had toen zijn vrachtauto onverlicht geplaatst in een Laantje, dat vanaf den Westerweg naar de z.g. Kalk- ovensbrug voert. Verdachte was toen veroordeeld tot geldboete en schadevergoeding en dus geen debutant voor het Kantongerecht Hem werd thans opgelegd f 7 boete of 7 dagen. Vergadering van den Raad op Zaterdagmiddag halfdrie, onder leiding van Euigemeester Haring- huizen, tevens secretaris- Afwezig de heer Van der Kolk met kennisgeving van verhindering. Na opening werden de notulen voorgelezen van twee voorafgaande vergaderingen, van welke laatste vergadering geen convocatie aan den verslaggever werd toegezonden. In verband met de notulen dezer laatst? vergade ring vraact de heer C. J. Blaauhaer inlichtingen over een post op de begrooting ad f800 voor brandstoffen voor de centrale verwarming, ten behoeve van het hoofd der school en of dan het g.jh?»;e htiie daar onder begrepen is. Spr. merkt op, dat het dan toch een dure geschiedenis wordt. Voorzitter geeft toe. dat het voor een of twee ka mers wel duurder uitkomt, doch men verwarmt nu ■was dan andermans roem iets minders iets onwe zenlijks, fantastisch. Het was nooit tot hem doorgedron gen. ondanks de hooge prijzen en de nieuwsgierigheid van 't publiek, dat hij een van de Titanen was. Nu voelde hij 't. De avondbladen maakten 't hem duidelijk met on weerstaanbaar geweld. Vette letters! Opschriften over twee kolmmen. Rouw randen om de bladen! „Dood van Engeland» grootsten schilder!" „Plotselinge dood van Priam Farll." „Droevig sterfgeval van een genie." „Een schitterende loopbaan ontijdig afgebroken." „Europa in rouw." „Onherstelbaar verlies in de kunstwereld." „Het nieuws zal eiken liefhebber van ware kunst diep treffen." Zoo ging 't voort, het eene blad overtrof het andere in uitingen van smart Hij was niet langer onverschillig, of koel vriendelijk jegens hen gestemd. Het griezelde hem langs zijn rug. Daar lag hij, eenzaam, onder den rooden gloed van de lamp, opgesloten in zijn kasteel; een mensch, dat er uiterlijk uitzag als ieder ander mensch en toch ween den over hem de steden van Europa. Hij hoorde ze wee- nen. Ieder liefhebber van groote kunst gevoelde zich persoonlijk getroffen. De stem der wereld sprak in fluis tertonen. Het was toch. welbeschouwd, de moeite waard, in 't leven zyn best gedaan te hebben: iets goeds werd ten slotte toch gewaardeerd door de groote massa. Het verschijnsel, dat de avondbladen vermeldden, was zonder twijfel wonderbaarlijk, en had een buitengewonen in druk gemaakt De menschheid was pijnlijk getroffen door 't bericht van zijn heengaan. Hy vergat, dat me vrouw Challice bijvoorbeeld, er buitengewoon goed in geslaagd was haar verdriet over 't onherstelbaar ver lies te verbergen en dat haar vragen over Priam Farll haast oppervlakkig waren. Hij vergat, dat hij nergens eenige uiting van overstelpende smart gezien had, zelfs niet van eenige smart hoegenaamd in de straten van de overvolle hoofdstad, en dat de hotels niet weerklon ken van 't gesnik. Hij wist alleen, dat geheel Europa Ln rouw gedompeld was! „Ik geloof, dat Ik werkelijk een geniaal mensch was ben bedoel ik zei hij tot zichzelf, met een ver baasd. verheugd gevoel. „Ja. gelukkig. Het is een feit. dat ik zoo gewend ben aan mijn eigen werk, dat ik 't niet hoog genoeg schat." Dit zei hij zoo nederig als hij kon. Er was geen kwestie meer van een terloops doorbla deren van de doodsberichten. Hij wilde geen regel, geen enkel woord meer missen. Het speet hem z«17s, dat er zoo weinig meer over zijn particuliere leven gezegd Wilt gij U weer frisch en opgewekt voelen, vrij van slechte spijsvertering, verstopping en de daaruit voortvloeiende lusteloos heid. gebruik dan Foster's Maagpilllen. 0.65 per flacon. het geheele huis. Het is echter geeri opgaaf van den heer Saai, doch van den heer K. Schenk. Ingekomen is een proces-verbaal van den voorzit ter van het Hoofdstembureau, waaruit blijkt, dat alle hier aanwezige raadsleden nis zoodanig zijn herke zen, met welk feit voorzitter de heeren feliciteert. Goedgekeurd is terug ontvangen het besluit tot on- derhandsche verpachting sportterrein, het aangaan eener geldleening en de vaststelling der jaarwedde van de wethouders ad f 150. Van Ged. Staten is mededeeüng ingekomen. Aat in gevolge de wet op de financieele verhouding tus- schen rijk en gemeente, de bijdrage is gesteld op 8.917/10 per inwoner; dit wordt over 1931193*2 f 10325.98. benevens f3000 aandeel salaris Burgemees ter-Secretaris. Proces-verbaal kasverificatie. Daaruit blijkt, dat de ontvangsten hadden bedragen f 126042.46)?. uitgaven met inbegrip van f34712.09. wat op de Boerenleen bank is belegd f 125621.50, zoodat in kas moest zijn en was f 420.96 Van de bouwvereeniging Volkshuisvesting is in gekomen het jaarverslag 1930, alsmede de balans, winst- en verliesrekèning. Een en ander werd voor kennisgeving aangenomen. Verder is ingekomen een adres van Vereenigin- gen en Stichtingen bedoeld in art. 6 der Landarbei- derswet. waarbij medewerking wordt verzocht om de rentevoet tot 4 verlaagd te krijgen. Voor kennis geving aangenomen.. Een ontvangen agenda voor de te houden alge meene vergadering van den Spoor-Tram-)weg Wie ringen—Schagen op 2 Juli a.s. te Schagen, werd in handen gesteld van den afgevaardigde den heer J. Speets. Van den heer D. Sleutel is een ontslagaanvrage in gekomen als armvoogd en correspondent der Arbeids bemiddeling. B. en W. stellen voor dit eervol te ver lenen. De heer Sleutel heeft gedurende een lange reeks van jaren de belangen op uitstekende wijze gediend, waarvoor hem inzonderheid een woord van dank toekomt. De familip Sleutel heeft deze functie bijzonder lang vervult. Het ontslag wordt eervol verleend. Een verslag van den toestand der gemeente 1930, alsmede een beredeneerd verslag Volkshuisvesting 1930 zullen bij de Raadsleden circuleeren. Volgt benoeming van leden voor de Schattings commissie R.I.B. De aftredende heeren A .D. Sleu tel. H. K. Koster. J. Speets en Jb. Waiboer Hz. wer den allen herkozeu. Benoeming Armvoogd. De aanbeveling luidt: no. 1 Daan Kaan; no. 2 K. Zijp. Eerstgenoemde wordt met algemeene stemmen gekozen. Benoeming correspondent Arbeidsbemiddeling. Aanbeveling; no. 1 W. .1. Los: no. 2 A. Keesman. De heer Los werd met 5 stemmen gekozen, de heer Keesman verkreeg 1 stem. Verder wordt voorgelezen een verordening aanwij zing organisatie uitvoering Ambtenarenreglement en daarna vastgesteld- Ten slotte werden énkele kléine wljMgingfen op dê begrooting 1930 op vdofstel van B. en W. goedge keurd. Enkele af- en overschrijvingen kunnen gedekt wor den uit onvoorziene uitgaven. Rondvraag. De heer Speets vraagt inlichtingen over een lekke slang van de brandspuit en of deze al weer hersteld ztjn. Voorzitter zegt. dat die zaak nog hangende is. Spr. heeft een persoonlijk bezoek gebracht bij den leve rancier. en wil hierover in comité nadere inlichtin gen geven. De heer P. Visser informeert hoe 't nu eigenlijk staat met het schoolhuis. Er wordt buiten af nog al wat gepraat en we hooren hier niet veel. Is er sprake van een nieuw schoolhuis? Voorzitter deelt mede. dat het huis is dichtgemet seld en geheel is hersteld. De zaak was. dat de muur zeer onsolide was. nl. boven heel steens en beneden halfsteens. Het huis kon dus zoo niet blijven. Op de begrooting was een post voor onderhoud uitgetrok ken ad (500; dat gerekend bij de {350, wat van de aanneemsom wordt afgetrokken, was voldoende om den muur geheel in orde te laten maken, welke werkzaamheden door Eriks zijn gedaan. werd. Het kwam hem voor, dat het de taak van de journalisten was. meer over hem te weten, dat zij zich meer moeite hadden moeten getroosten, om inlichtingen iij te winnen Maar de toon was goed De lui bedoelden 't in elk geval goed. Zijn oogen ontmoetten niets dan lof. Werkelijk, de Londenaehe pers was zich te buiten gegaan aan loftuitingen. Zijn bescheidenheid opperde de meening, dat ze overdreef, maar zijn onpartijdig- heidsgevoel vroeg: „Wat kunnen ze op me aammerken?" In den regel was overdreven lof walgelijk, maar hier waren de menschen ongetwijfeld oprecht; hun woorden klonken eerlijk! Nooit in zijn leven waa hij zoo tevreden geweest over de wereld! Hij was bijna getroost over den dood van Leek. Toen hij na eenigen tijd een zin ontmoettte waarin op bescheiden wijze geduid werd op den politieagent en de pinguïns en waarin de schrijver vermoedde, dat de ongewoonheid van zijn onderwerpen misschien een „pose" was. deed die beschuldiging hem zeer. ..Een pose!" riep hij uit. .Wat een leugen! De vent is een ezel!" En hij was vertoornd over de volgende opmerking die het slot vormde van een buitengewoon vleiend artikel over zijn onderwerpen en wijze van schilderen, door een expert, wiens boeken hij altijd had gewaar deerd: Toch is het oordeel van tijdgenooten in vele gevallen verkeerd en 't betaamt ons hieraan te denken bjj 't zoeken naar een voetstuk voor onzen afgod. De tijd alleen kan het eind-oordeel spreken over Priam Farll". Tevergeefs fluisterde zijn bescheidenheid hem toe, dat het oordeel van tijdgenooten werkelijk dikwijls ver keerd was. Het deed hem onaangenaam aan. Het maak te hem onrustig. Er waren uitzonderingen op eiken re gel. De tijd! Wat een klinkklare zottepraat! Hij was haast aan *t eind van de verschillende arti kels gekomen, toen h\j in woede uitbarstte. Enkele bladen verontschuldigden zich over de schaarschheid van hunne biografische bijzonderheden en merkten op. dat Priam Farll een volkomen vreemde was voor de Londensche uitgaande werld. Ze spraken over een te ruggetrokken levenswijze, afkeer van 't publiek, nei ging tot eenzaamheid, enz. Maar toen een van de minet belangrijke bladen rondweg beweerde dat hij er buiten sporige vreemde manieren op na hield, werd hij woe dend. Noch zijn wijsgeerigheid, noch zijn bescheiden heid hadden invloed genoeg om hem zijn kalmte terug te geven. Vreemd, zegt u? Wat nog meer? Wel zeker, vreemd! En op welke aannemelijke gronden? De heer Viseert Die kwestie van nieuwbouw is toch zeker onderzocht, dat bevreemdt me toch. omdat Saai eerst heeft gezegd, dat het huis nog goed was en nu met een ander voorstel komt. Voorzitter: Nii gaat U een beetje te ver. De heer Saai heeft de zaak volkömen goed behandeld en met dien muur hebben B. en W. een oplossing ge vonden. Nadat ooK de heer Blaauboer in verband hiermede iet* vraagt, zegt Voorzitter, straks in comité nog wel 't, een en ander te vertellen. Dan zal tevens ant woord worden gegeven op de vraag van den lieer Visser, nl. deze; Hoe komt het af inet de vacantie jn wanneer wordt de school geopend? De openbare bij eenkomst wordt dan opgeheven. „ZONNESTRAAL"DAG. De sterken voor de zwakken. „Zonnestrnalde bekende Vereeniging. die in hare Inrichting voor Arbeidstherapie te Hilversum de tu berculoselijders met arbeid als medicijn, weer ge schikt maakt voor het maatschappelijk leven, komt, voor dit ideëele en maatschappelijk zoo nuttige werk, een beroep doen op de offervaardigheid van het Ne- derlandsche volk. en wel op Zaterdag 27 Juni a s. Ook aan de burgerij van Schagen zal dan gevraagd worden een penningske voor dit mooie doel te wil len offeren. Het resultaat van de ..Zonnestraal"-col- lecte van vorige jaren heeft duidelijk bewezen, dat voor dit doel allerwege wnrme sympathie leeft. Kn geen wonder, want wie zal niet gaarne voor den strijd tegen den zoo gevaarlijken volksvijand, de tu berculose. een bijdrage schenken, een strijd, die door „Zonnestraal'' met zooveel activiteit en succes wordt gevoerd? Het Plaatselijk Comité voor de collecte heeft dan ook het volste vertrouwen, dat de burgerij ook dit maal weer haar sympathie voor dit mooie werk. dat strekt ten bate van alle gezindten, in klinkende .-nunt zal toonen, dat de gaven mild zullen vloeien en de collectrices en collectanten, die als pioniers geheel belangeloos hun krachten voor de inzame lingen geven, hun offervaardig werk bekroond zul len zien met volle bussen. Allen, die zich gedrongen mochten gevoelen mee te helpen met collecteeren, zijn van harte welkom en kunnen zich daartoe aanmelden hij het Secreta riaat van genoemd comité, gevestigd bij den heer J. Helder. Magnusstraat C 136 te Schagen. GEMEENTERAAD. Uittreksel uit de notulen van den Gemeenteraad van Dinsdag 14 Maart 1893, voorkomend in de Scha- ger Courant van Donderdag 16 Maart 1893. Voorzitter de heer C. J. Plomp. Leden de heeren: Asjes, Buis, Govers, Hazeu, Hop man. Kooi, v. d. Maaten, Plomp, Roggeveen, Smit en Stammes. Overgaande tot de benoeming van den plaatselij ken geneesheer, deelt Voorzitter mede. dat sollici taties waren ingekomen van de heeren; A. Faassen te Arnhem: J. de Wit. Made en Dritn- melen: A. J. Jelgersma. 's Gravenhage: H. Joustra, Spaarndam: J. H. Blankstein, Talbert gom. Leek): D. v. d. Horst, Leiderdorp 'thans assistent alhier) en A. C. Melchior. Noordwolde. De voordracht van B. en W. luidde als volgt: 1. A. C. Melchior; 2. J. H. Blankstein; 3. D. v. d. Horst. Voorzitter deelt nog mede. van deze drie sollici tanten uitstekende inlichtingen verkregen te hebben. Omtrent den heer Melchior evenwel hadden B. en W. van een Hoogleeraar zulke hoogst uitmuntende verklaringen ontvangen, dat zij. ofschoon leekon zUnde. zich verplicht hadden gezien, den heer Mel chior hepaald als no. 1 der voordracht te stellen. De heer Asjes meent omtrent de sollicitanten te boeten doen opmerken, dat z.i. de sollicitant, de heer D. v. d. Horst, als zijnde ongehuwd, voor deze betrekking minder geschikt is dan de beide andere heeren. Bij stemming wordt de heer Melchior benoemd met 10 stemmen, een stem was uitgebracht op den heer v. d. Horst. GESLAAGD. Te Weltevreden (N.O.I.) is geslaagd vcor 2de stuurman Groote Vaart de heer W. N. Bos. vroeger alhier. oi IjSCHAGEF^COURANL ZICH MET INGANG VAN 1 JULI 1931 OPGEEFT ALS LEZER VAN DE ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ- NENDE NUMMERS VAN JUNI De regwrende kLaesen. TuMChen kwart over elven en half twaalf zat hij al leen aan een tafeltje in 't restaurant van 't Grand Babyion Hotel. Hij had nieta van mevrouw Challica gehoord; zij had niet meer naar Selwood Terrace ge telegrafeerd. zooals hij vurig gehoopt had. Maar in de koffers van Henry L*ek had hij een van zijn eigen rokpakken ontdekt en dat pak had hy aangetrokken. Het verlangen waa over hem gekomen als een onbeken de te verkeeren ln de wereld, die dure hotels bezocht, de wereld waaraan hij gewend was. Daarenboven had hij honger. Daarom had hij zich begeven naar 't be roemde restaurant, waarvan de groote geopende ramen uitzicht gaven op het schitterende schouwspel van do verlichte Theemskaden. De roomkleurig getinte zaal was vol van kostbaar gekleede vrouwen en rijke mannen en van kellners met zilveren tressen, wier diensten, die zij geluidloos, handig, haast bovenmenschelijk bewezen, be loond werden met vier stuivers per minuut. Muziek, het middernachtelijk voedsel der liefde, deinde in zachte, nauw hoorbare golven door de zaal vol klcurwemelin- gen. Het was de beste nabootsing van Romelnscha weelderigheid, die Londen kon bieden en na Selwood Terrace en 't rumoerige paleis zonder fooien, genoot Priam Farll er van. zooals men van zijn thuis geniet na een verblijf in verre landen Namat zijn tafeltje was een leege tafel, voor twea gedekt, waarheen met verschuldigden eerbied een jonge man geleid werd en een opvallende vrouw, wier jeugd van haar geblankette schouders gleed ais een mantel. Priam Farll hoorde 't volgende gesprek: Man: „Nu wat zullen we nemen?" Vrouw: „Kareltje, dit kun Je niet betalen!" Man: ,.Dat heb ik ook nooit gezegd. De krant betaalt* Vooruit dus". Vrouw: „Is lord Nasing>er zoo op gesteld?" Man: „Lord Nasing niet. Onze spiksplinternieuw® uitgever, die pas Uit Chicago is geïmporteerd." Vrouw: „Denk je dat hij blijft?" Man: „Ik denk 'n honderd avonden, laten we zeggen, zoolang Jouw stuk gaat Dan krijgt hij zes maanden salaris en zijn ontslag." Vrouw: „Hoeveel is zes maanden salaris?" Man: „Drie duizend." Vrouw: ..Dat kan ik zelf nauwelijks verdienen." Man: „Ik ook niet. Maar wij zijn ook niet in Chicago geboren." Vrouw: „Ik heb een aanbod van duizend dollar per week gehad, als ik daarheen wou gaan." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9