In den vroegen morgen van 1 Augustus 1793
werd Marie Antoinette, de onttroonde koningin
van Frankrijk, van de gevangenis in de Temple
;naar die van de Conclergerio vervoerd. Het was
een snikheete dag Parijs was toen ln rep en
roer, want het schrikbewind was reeds ln vollen
gang. In Januari van hetzelfde jaar was de ko
ning op de Place de la Concorde onthoofd. De
gevangenissen waren overvol met personen, die
voor de guillotine bestemd waren; de bloed
dorstige vervolger liet zijn vreeselljke stem
weerklinken in het gerechtshof waarin het
recht onbekend was.
Uit de brieven van Rosalle Lamorllère, de
dochter van den cipier der Conclergerie. lezen
wU, dat de koningin by het binnentreden van
haar cel, die haar gedurende veertig dagen tot
verblijf zou dienen, verwonderd het armoedige
'vertrekje rondkeek. In een hoek stond een
veldbed met twee matrassen, e«n kussen en een
dunne deken; verder was er een tafeltje met
bord en beker en twee stoelen. Hier moest Ma-
rie Antoinette leven. Koningin van Frankrijk,
dochter van de groote Maria Theresia van Oos
tenrijk en zuster van den Keizer van Duitsch-
land.
Op veertienjarigen leeftijd werd de Jonge
Oostenrijksche prinses reeds naar Frankrijk
gebracht om de bruid van Lodewjjk XIV te
worden. Evenals haar moeder had zij een sterke
persoonlijkheid, waardoor zij haar man sterk
beïnvloedde dikwijls tot zijn nadeel. In haar
Jeugdige luchthartigheid kon zij zich de levens
omstandigheden en moeilijkheden van de lagere
klassen niet indenken en werden haar gedach
ten geheel ln beslag genomen door de weelde en
genoegens, die ln Versallles en Trlanon in zoo
ruime mate haar deel werden. Maria Theresia
heeft de leefwijze van haar dochter dikwijls
met misnoegen gadegeslagen en haar soms
ernstig vermaand. Naar haar meening gaf zij te
veel om mooie kleeren en kaartspel. Bovendien
beging Marle Antoinette de onvoorzichtigheid,
zich met de politiek ln te laten, wat later een
van de ernstigste beschuldigingen uitlokte, die
er tegen haar konden worden ingebracht. n.L
dat zij op te vriendschappelijken voet stond
met de vijanden van Frankrijk. Voorzichtig was
zij trouwens in het geheel niet; daarom werd
haar persoonlijk gedrag dikwijls het onderwerp
van lasterpraatjes, zonder dat hiervoor eenige
reden bestond. Doch Juist haar weelderigheid,
haar trots en haar onverschilligheid voor de
meening van anderen waren het, die haar ln
Frankrijk onpopulair maakten.
En die karaktertrekken, nog meer dan haar
daden, hadden haar nu in de Conclergerie ge
bracht. Rosalie vertelt, dat de hitte zoo druk
kend was, dat de koningin voortdurend haar
gezicht moest afvegen. Toen Rosalie haar be
leefd haar diensten aanbood, antwoordde Marle
Antoinette vriendelijk, terwijl zy haar horloge
aan een spüker tegen den muur ophing: „Dank
Je mUn kind. ik ben nu al gewend, myzelf te
helpen." ZU kleedde zich toen ook zelf uit om
te gaan rusten. Het viel Rosalle nog op, hoe
bleek en vermoeid haar gezicht op het kussen
lag. En geen wonder: zeven maanden geleden
was zy weduwe gemaakt, haar beide kinderen
waren van haar weggenomen en haar hart was
vol zorg over de toekomst. Soms trok er over
haar gezicht een uitdrukking van groote verba
zing, alsof zy zich haar veranderde omstandig
heden nog niet kon Indenken,
Er wordt ons medegedeeld, dat zy by haar
aankomst in de Conclergerie in het zwart ge
kleed was. Haar Japon was oud en gescheurd en
hier en daar met wit garen versteld. Toen een
van haar vriendinnen dat hoorde, bracht zy
dadeiyk haar beste japonnen naar de koningin,
doch deze achtte het beter om het geschenk
niet aan te nemen, daar dit beide partijen ln
moeiiykheden zou kunnen brengen. Later stem
de zy erin toe. een wit katoenen Japon te dra
gen, omdat haar vrienden haar kansen slechter
achtten, wanneer zy ln de rouw bleef. Op het
hoofd droeg zy een eenvoudige witte muts.
Zoo gingen de veertig dagen langzaam voor-
by. Hoewel zy nog geen 38 Jaar was. begon
haar mooie bruine haar reeds te gryzen en haar
fyne gezicht vertoonde de teekenen van leed en
zorg. Men kon weinig doen om haar het leven
drageiyker te maken. Het licht ln haar cel was
alecht en bovendien werden op het laatst van
baar leven haar oogen zoo zwak, dat zy haast
filet meer kon ^ezen. Soms krabbelde zy met
een speld wat op den muur; soms trok *y
draadjes uit een kleed en trachtte daar een
jpaar kousebanden van te maken. En anders
stond zy maar by de tralies en keek naar het
kaartspel van haar twee bewakers.
By dit alles droeg zy haar leed zoo rustig en
zoo waardig, dat zy vanzelf de achting, zoo al
niet de liefde van de gevangenbewaarders af
dwong. Een van hen bemerkte b.v. eens, dat de
koningin de lucht van zyn pyp niet goed kon
verdragen, en dadeiyk stopte hy de pyp weg.
Bault, de' commandant van de Oonciergerle,
ihing 'eens een lap tegen den muur van haar
cel, omdat het er zoo vochtig was. Hierdoor had
de koningin het later ln het Jaar dlkwyis koud.
zoodat zy '8 nachts zelfs haar kussen op haar
voeten moest leggen om ze eenlgszlns warm te
krygen. De zusters van St. Charité zonden haar
'daarom warme kousen; aan dezelfde kousen
heeft men later haar ïyk kunnen herkennen op
het kerkhof van de Madeleine (waar nu de
Chapelle Explatoire ls). Het ls teekenend, dat
Bault zich later over het ophangen van dien
lap moest verantwoorden; hy «el toen. dat hy
het gedaan had om te voorkomen, dat zy de
gesprekken uit de aangrenzende vrouwengevan
genis kon hooren en dat haar zoo misschien be
richten konden worden overgebracht.
Onder de eenvoudige menschen van het volk
had zy nog tal van aanhangers. Op zekeren dag
ging Bault vruchten voor haar koopen. By het
sulletje van een vruchten verkoopster gekomen.
zei hy: „Het moet wat goeds zyn, want het is
voor de koningin."
.,0, die arme vrouw," riep de verkoopster me
delijdend uit. Neemt u deze, dat zyn de beste
die ik heb, en ik wil er geen geld voor hebben."
Ook Rosalie was vervuld van een eerbiedige
bewondering voor de ongelukkige gevangene. In
haar brieven vertelt zy uitvoerig, hoe zy haar
handspiegeltje aan de koningin kon leenen, en
hoe deze het tot den dag van haar dood heeft
gebruikt. Natuuriyk had Marie Antoinette ook
onder de aristocratie vele vrienden, die alles
deden om haar te redden. Zoo werd eens De
Rougeville by haar toegelaten. Hy liet onge
merkt een bloem vallen en keek de koningin
strak aan. zy begreep echter niet dadeiyk de
bedoeling; toen kwam hy dlchterby en fluis-
de: „Til de bloem op." Over dit „voorval van
de anjelier" zyn verschillende lezingen ver
spreid; een ervan luidt, dat de koningin onge
merkt de bloem wist op te r&pen en daarin een
briefje vond, waarin haar vrienden haar te ken
nen gaven, dat zy haar den volgenden Vrydag
zouden komen bevryden, en dat een van de
wachten was omgekocht om haar te helpen, zy
wendde zich echter tot den verkeerde met haar
geheim, waardoor alles mislukte. Of dit pre
cies zoo gebeurd ls, weten wy niet. doch zeker
is, dat alle pogingen, om haar te bevrijden, mis
lukten.
Zy moest herhaaldeiyk voor de rechters ver
schijnen, gewoonlijk 's morgens vroeg. By het
eerste verhoor vroeg men haar o.a.: ,Js u tevre
den. dat Frankryk geen konlnkryk meer ls?"
Hierop antwoordde zy kalm: „Myn voor
naamste wensch ls, dat Frankryk groot en ge
lukkig zal zyn. Als het land gelukkiger ls met
een koning, dan hoop Ik, dat myn zoon op den
troon zal zitten; ls het gelukkiger zonder ko
ning, dan hoop ik in dat geluk t* deelen." By
een later verhoor werd zy ervan beschuldigd,
haar man te hebben aangemoedigd om het volk
te bedriegen. ,,Ja," zei ze, „het volk is bedrogen,
maar niet door myn man of door my."
„Door wie dan," vroeg de rechter.
„Door hen, die er voordeel by hadden. Het
was niet ln ons belang om dat te doen."
Zy antwoordde zoo verstandig en rustig, dat
de meeste menschen een verbanning verwacht
ten. geen doodvonnis.
D© acte van beschuldiging, waarin zy o.a. we
gens verkwisting, financieele hulp aan den kei
zer, correspondentie met vijanden van de re
publiek en veroorzaken van burgeroorlog werd
aangeklaagd, is op 12 October gedateerd. Er
werden veertig getuigen gehoord. Toen de voor
zitter van de rechtbank haar daarna vroeg, of
zy nog Iets te zeggen had. antwoordde ze:
..Neen. Ik was koningin en gy hebt my afgezet,
lk was moeder en gy hebt my myn kinderen
van my weggenomen. Nu heb ik nog slechts
myn leven; neemt dit, doch laat my niet langer
lyden."
Toen stond Foucquier op en las twee artike
len van de grondwet voor. Vervolgens verklaar
de hy. dat Marle Antoinette op grond Vfth die
artikelen ter dood veroordeeld moest worden.
Hierop trokken haar beide advocaten zich te
rug. Nu stond de rechter op en sprak het dood
vonnis uit.
Kalm. zonder het minste teeken van zenuw
achtigheid, hoorde zy het vonnis aan. Daarna
ging zy terug naar haar ceL Een politieman
hoorde haar zeggen: „Ik kan haast niet zien.
waar lk loop," toen zy over een treed Je in de
gang struikelde. Hy gaf haar de arm, want hy
vreesde, dat zy zou vallen. Hy vermeldde te
vens. dat het toen nog slechts half vyf was.
Allereerst schreef de koningin toen een brief
aan haar schoonzuster Elisabeth, by wie haar
dochtertje aanvankelyk nog had mogen biyven.
Marie Antoinette moest in den loop van haar
verhoor nog vernemen, dat het kind van haar
tante weggenomen was. zy beproefde niet eens
een brief aan haar kinderen te schryven, daar
zy wist, dat die hun toch niet zou bereiken.
Toen wydde zy zich aan haar geesteiyke
plichten, zy had zich reeds tevoren met een
haar goedgezind priester op den dood voorbe
reid en gecommuniseerd. Waar zy in den pries
ter. die om tien uur dien morgen by haar ver
scheen. een handlanger van haar vyanden zag,
verzocht zy hem om slechts over onverschillige
dingen te spreken.
In den loop van den morgen werden de voor
bereidselen voor haar terechtstelling gemaakt.
Op de bruggen over de Seine werden kanonnen
geplaatst, want men vreesde, dat het volk een
poging zou doen om haar te redden. Larlvière,
eon van de bewakers, beschryft ons de laatste
oogenblikken, die Marle Antoinette in haar cel
doorbracht, zy zei treurig tot hem: .Larlvière,
je weet, dat ze me gaan dooden. Zeg Je moeder,
dat lk haar dank voor al haar vriendeiykheid,
en dat ik haar vraag om voor my te bidden."
Later kwamen de rechters ln de cel met hun
klerk Fabricius. Het vonnis werd weer voorge
lezen en toen trad Samson, de beul, op de ko
ningin toe en zei „Steek je handen uit."
zy deinsde terug en vroeg bevend: „Gaan
Jullie myn handen binden? Dat hebben ze by
Louis XIV niet gedaan." Doch de rechters zei
den tot Samson: „Doe Je plicht." Hy greep op
ruwe wijze haar handen en bond ze styf vast
op den rug. De koningin kreunde zacht, doch
wilde geen tranen laten zien. Toen nam Sam
son haar de muts van het hoofd en knipte haar
haar af. Om elf uur was men gereed om de ge
vangenis te verlaten. Marle Antoinette was nog
altyd in de oude witkatoenen Japon gekleed
met de witte linnen muts op het hoofd,
gon de lange tocht door de volle straten
kar, die door een wit paar werd geti
„Thans komt het er op aan, moed te ho
zei de priester, terwyi zy belden op d
klommen.
„Moed?" antwoordde Marie Antoinette
heb al zoo lang moed gehouden, dat die
ker vandaag niet zal begeven."
Langzaam reed de kar door de meni
meeste mannen namen hun hoeden af,
enkele riepen spottende opmerkingen. De|
wen en kinderen mochten niet op straat
doch er was toevallig een kindje op
bleven, dat haar een kushand toewi<
het eerst kwamen de tranen in haar
Overigens was zy zeer kalm; zy zei o.a.:
ellende zal spoedig voorbij zyn, maar
jullie begint nog pas."
Op hetzelfde oogen blik, dat de klokken
sloegen, bereikte de kar het schavot o
guillotine. De konnigin liep snel de trapp
het schavot op, zoo snel. dat zy daarti
van haar schoenen verloor, zy knielde a
deiyk voor de guillotine neer en met eer
'op de lippen ontving zy de slag van h^
(Nadruk verboden).
RECEPTEN
Op veelvuldig verzoek plaatsen
nogmaals een .ecept voor het mal
vanille-ijs, benevens eenige nuttige
ken de bereiding betreffende.
Spoel ijsbus en vleugel voor heil
bruik met koud water af. Vul haa'
X met koude vla (recept volgt hiera
sluit ze, plaatst ze in den ijsemmer i
er de draai-inrichting op. Breek het
ijs met behulp van een ijzeren vk
pin, door dezen in het ijs te steken
met den hamer op te kloppen. Vul de
ning tusschen bus en emmer laagsgi
met ijs en grof zout. Gebruik 3 de
op 1 deel zout maar zorg dat bij de
ting van den ijsemmer geen zout
Blijf zoolang draaien totdat dit
moeilijk gaat en de vla stijf is.
Neem dan vlug de vleugel er uit, do
aanhangende ijs in den ijsemmer, sl:
opening in den deksel met een kurk
den geheelen emmer af met ijs en
en laat het zoo eenigen tijd staan en
stijven.
Recept voor de vla.
Breng ty, L. melk en y, room c
opengespleten stokje vanille en 16 f
suiker aan de kook en laat het ee
tijd trekken. Giet de heete vloeistol
langzaam bij 6 zeer goed geklopte
dooiers en laat alles op zij van de !c
binden. Laat de massa al roerende t
len om vliesvorming te voorkomen.
koud zijnde, de ijsbus mee en laat de
sa bevriezen. (Zie hierboven).
Mocca ijs.
Maak vanille ijs, maar vervang
melk door X melk er. X koffie-extraf
Noga ijs.
Maak vanille ijs, maar meng voer
bevriezen 1 k ly ons gestampte M
door. Dit ijs kan men garneeren met
room en stukjes noga.
ONZE PATRONEN
Patromr vai de modellen van n
en kinderjurken zijn verkrijgbaar bt a
mode-redactrice ftlejuffr. L. Berende* d
Maetsuyckerstraat 96, Oen Haag. a
De patronen voor dames kosten «i
die voor kinderen f 0.80. Het duurt
veer 10 dagen alvorens ee in b«
komen van degenen die patronen
vragen.
Aan de lezeressen die een patroon
»e» wordt beleefd verzocht bij de
het verschuldigde bedragin te sla11* <j
voorkoming van administrati
MARIE ANTOINETTE.
Een vrouw die geleden heeft.
Vacantie op het land.
3. Op een rok van natuurlijke kasha met
breede platte plooien, wordt een blouse van
beige crêpe de chine, rood bedrukt gedragen.
De blouse is gezoomd met een effen biais met
korte, ïn vorm gesneden raglan mouwen.
De ceintuur is van peau de suède met roode
gesp.
Benoodlgd: kasha 1.75 M. van 1.40 M. br.;
crêpe de chine; 1.75 M. van 1 M. breedte.
4. Een Japonnetje van rose piqué. Het
bovenlijf blouseert in een ceintuur die aan
de voorzijde gestrikt wordt. De breede biais
aan het décolleté is gezoomd met een ge-
haakten rand die eveneens de beide volants
garneert welke de twee korte mouwen
vormen
Benoodlgd: 4.25 M. van 80 cM. breedte.
I
'k Vond in een vergeten hoekje
Een heel oud, antiek portret,
't Was de beelt'nis van een oej
In een leunstoel neergezet.
Haren, plakkend in een scheidt
Opgedraaid nog tot een „toet",
En waarop kon balanceeren
Slechts een torenhooge hoed
De japon een lijf met pand;
Met een rok zes banen wijd,
Vergelijk daarmee het „grootje"
f Dat we zien in onzen tijd
Kort geknipte grijze haren,
Schoentjes met een hoogen hak,
Liefst niet al te lange rokken,
Zulks alleen voor het gemak!
Luchtige en losse kleeren,
Even vroolijk nog „en coeur"
Bloote armen, korte mouwtjes,
Als het staat k la bonheur
Leeftijd is niet meer te schatte
Mode kent geen onderscheid,
't Komt ook voor, dat je een „oud!
Voor een jonge dame slijt
Starend op het geel portretje,
Schoot ik even in een lach,
Zeker rees heur haar ten berge,
Als ze ons zóó loopen zag
H. H. DE B
Voor uitstapjes in de vacantie.
1. Een mantelpak van groen gestreepte
wollen stof. Twee dubbele plooien aan de
zijkanten van voren geven de noodige ruimte
aan den rok. Het manteltje is in klassieken
stijl, met schlldpadknoopen. De ceintuur is
van beige peau de suède.
Benoodigd 3.25 M. van 1.40 M. breedte.
2. Een sport-ensemble. Mantel en rok zijn
van beige met bruine „neigeuse". De rok
met gestikte ceintuur is verwijd met plooien
aan de voorzijde en bezit twee zakken met
knoopsluiting. De geknoopte blouse is van
toile de soie met Schotsche das. De mantel
ls gevoerd met toile de soie en gezoomd door
een breede groep stiksels.
Benoodigd 4.25 M. van 1.40 M. neigeuse;
en 4 M. van 0.80 M. toile de soie.
BETRACHTING.