Alüntti Niiiis- Aiiiiumit- LaiiMM GEESTELIJK LEVEN. Tien dagen in Parijs. N*- Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen. Eerste Blad. Moeder en kind. 1 op ZONDAG 12 JULI, op het oude Sparta- terrein aan de Loet te SCHAGEN. Zaterdag 11 Juli 1931. SCHAGER 74ste Jaargang No. 8897 GOGRAIHT. Dit blod verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag cn Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN- TIëN van 1 tot 5 regels 11.10, tedere regel meer 20 cent (bewijsno.' inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIEB BLADEN zijn Het Het ALS ik me neerzet om dit „Geestelijk Leven" te schrijven, zie ik vier gelukkige gezichten voor me. Van vier moeders kreeg ik bericht dat hun een kind was geboren. Twee dier moeders hebben nu hun eerste kind. Waarschijnlijk zou ik er niet aan hebben gedacht om over het onderwerp „moeder en kind" iets te zeggen, wanneer niet de be richten zelf mij er toe hadden geprikkeld. Maar daaruit sprak zóó veel geluk, dat ik me on willekeurig ging indenken in den zielstoestand dier moeders. De mannen en vaders zullen het mij, naar ik hoop, niet kwalijk nemen dat ik dit doe. Ik weet wel dat zij ook van hunne kinderen houden, dat de vader liefde groot en innig kan wezen. Ik las met ontroering wat een der vaders mij schreef en tusschen de regels door 'speurde ik hoe in-gelukkig hij is met zijn zoon en hoeveel dieper daardoor is geworden de genegenheid voor zijn vfouw. Toch staat voor mij vast dat de verhouding van moeder en kind inniger is dan die van vader en kind. En is dit niet begrijpelijk. Van het oogenblik der conceptie af is er een vol komen samenleven van de moeder en het kind. Het leeft in de moedersschoot en wordt als 't ware uit de moeder opgebouwd, gevoed uit haar lichaam. F.én bloedstroom gaat door beider lijf, totdat het oogenblik komt, dat het kleine wezentje uit donkere wordingsplaats te voorschijn komt. treedt de wereld binnen. Is los van de moeder, laat zijn eerste kreten hooren. Wat gaat er dan in haar, in de moeder, om? Het is zoo iets wonderbaars, zeide mij eens een jong moedertje nè, de geboorte van haar eersteling, het is zoo iets wonderbaars, als je voor 't eerst dat geluid verneemt. Z\vijgend is in de donkere stilte der moederschoot het kind opgegroeid. Nu hoort zij haar kind, het kind, waarnaar zij heeft verlangd. En zij ziet er op neer met stralende verrukking. En zij weet dat haar is opgelegd een nieuwe taak. Als een hulpeloos, klein, nietig wezentje ligt het neer. Volkomen afhankelijk. Niet in sta^t om ook maar in 't geringste zichzelf te redden. Het is moeders taak alles aan en voor dit onbeduidende menschje te doen. En zij neemt zich voor om een goede moeder te zijn. Een goede moeder! Zoovelen stelle nzich tevreden met een zorgvuldige lichaamsbehandeling en zij den ken hun plicht naar behooren te volbrengen, wan neer zij overeenkomstig de nieuwe opvattingen het kleine kind kleeden en voeden en rein houden. In dit opzicht zijn wij den laatsten tijd enorm vooruitge gaan. De afneming van de zuigelingsterfte spreekt hier wel een zeer duidelijke taal. Ouderwetsche be grippen verdwijnen en zullen spoedig geheel tot het verleden behooren. Wat maar heel gelukkig is! Maar er is meer noodig dan een voortreffelijke li chamelijke verzorging. Als het daarop alleen aan kwam zou ik niet over „moeder en kind" schrijven en mij daarmede wagen op een terrein, wat niet het mijne is. Indien echter zoo'n jonge moeder haar blik laat rusten op haar kind, dan zal zij, wanneer zij inder daad een goede moeder wil wezen, onwillekeurig aan iets anders denken; aan iets, dat veel moeilijker en zwaarder is: aan de geestelijke opvoeding. Dat kleine kind is een mensch in wording; het tooet niet alleen lichamelijk tot ontwikkeling komen, er moet ook een persoonlijkheid uit opgroeien. En hoopt niet iedere moeder dat haar kind een goed mensch zal worden? En volgt hieruit niet dat zij in het heerlijke oogen blik, waarop zij zich ten volle van haar moeder schap bewust is geworden, in dat oogenblik, waarin zij haar kind niet meer voelt, maar ziet in haar binnenste de heiligste voornemens gaat koesteren? Zij zal het misschien niet goed onder woorden kun nen brengen, maar zij weet héél zeker, dat zij wa ken zal over de ziel van haar kind en dat haar hoogste geluk later zal zijn; te mogen ervaren dat het kleine wezentje, hetwelk haar hulp niet kan ontberen, is geworden tot een innerlijk mooi mensch. En zij zal begrijpen, dat haar taak als moeder er een is van zeer groote verantwoordelijkheid en dat deze alT«*n vervuld kan worden, wanneer zij be schikt Qyer groote liefde enverstand. Wat die liefde betreft; zij is er. Behoudens enkele, zeer weinig voorkomende gevallen, kunnen wij veilig xeggen dat iedere moeder haar bezit MAar ver .land? Dit ontbreekt bij velen. Daardoor worden tAllooze kinderen in den grond bedorven. Op allerlei manie ren. Door slappe toegeeflijkheid in de eerste plaats. Waarachtige liefde moet ook hard en onverbidde lijk kunnen zijn terwille van het kind zelf. Verkeer de neigingen moeten worden tegengegaan niet door straf (ik geloof dat straffen een der gevaarlijkste op voedingsmiddelen is), maar door overtuigende rede neering, zoodra het kind daar vatbaar voor is. Door de moeder (en natuurlijk ook door den va der) moet het kind reeds spoedig leeren, dat er on derscheid is tusschen goed en kwaad, dat het zich gelukkig en tevreden kan gevoelen, wanneer het een begeerlijk kwaad niet doet en daardoor op zich zelf een kleine overwinning behaalt. Het spreekt wel vanzelf dat van zeer groot be lang is voor de vorming van het kind, dat het op groeit in een zuivere sfeer. Die sfeer is in d,e eer ste plaats het harmonisch huisgezin. En zou het weer niet bovenal de vrouw-moeder wezen die de sfeer schept in het gezin? Zij is de spil waarom in huis alles draait. Haar persoonlijkheid brengt den zonneschijn in huis. Haar goed humeur, haar zor gende liefde, haar hartelijkheid, haar medeleven met alles, wat het kinderhart ontroert zijn van on- berekenbaren invloed. Zij alleen kan maken dat het liefste, veiligste plekje voor het kind de gezellige huiskamer is, waar moeder de leiding heeft. Ik sprak daareven van straffen. Ik noemde het ge vaarlijk. Waarom? Omdat daardoor zoo licht de in timiteit, de vertrouwelijkheid tusschen moeder en kind verloren kan gaan. Om straf te ontloopen gaat menig kind liegen en de oprechtheid, de waarach tigheid lijdt daardoor schade. Een groot euvel bij de opvoeding is; het bang ma ken. Vaak geschiedt dit uit een zeker soort van ge makzucht; men mist de tact om de kinderen van verkeerde daden af te houden en dan gaat men ze bedreigen met allerlei niet bestaande booze wezens, die kwaad kunnen doen. Hierdoor wordt in de kin derziel de kiem gelegd voor allerlei dwaze bijgeloo- vigheden, voor vrees en angst, waaronder het zijn gansche leven kan lijden. Een verstandige moeder mag haar kind nooit voorliegen, dat er straffende, geheimzinnige wezens bestaan. Zij zal slechts wijzen op de noodzakelijk heid om altijd lief en goed te zijn, opdat het kind niet uit vrees iets verkeerds nalaat, maar uit de over weging dat het daardoor zichzelf schade doet en den ouders verdriet veroorzaakt. Ik ben er vast van overtuigd, dat het van onein dig meer beteekenis is voor een kind, wanneer het ontdekt dat moeder verdriet heeft over zijn gedrag, dan dat het die moeder boos ziet en allerlei bedrei gingen hoort uiten. Maar dan moet ook de verhou ding van beiden intiem en eerlijk zijn. Niet genoeg kan gewezen worden op het heilzame van volkomen eerlijkheid in de opvoeding. En daar toe moet allereerst het kind nooit nooit oneerlijk heid bij zijn ouders bespeuren. En reken er op dat het dit spoedig ontdekt. Hoe dikwijls geschiedt niet dat zelfs de ouders het kind lééren liegen! Dan zeg gen ze dat het dit maar moet zeggen, of diit, wat met de waarheid in strijd is. Ik heb een vriend, dien ik zeer hoog acht om zijn prachtig karakter. Er zijn weinig menschen, die ik zoo bewonder als hem om zijn absoluten waarheids zin! Welnu, deze vriend zeide mij eens, dat hij van zijn moeder altijd geleerd had „waarheid boven al les". En dit waren o.a. woorden, die hem bij gebleven waren zijn gansche leven door, woorden 4ot hem ge sproken door zijn moeder; „al zal je er ook schade van hebben, wees altijd wè&r!" Een moeder, welke aan de wereld een goed ENTREE f 0.50, kinderen f 0.25. I menach wil geven zal daarom vóór alles er naar streven den zin voor waarheid aan te kweeken. Zij zal dit ol de beste wijze doen door zelf in waarheid voor te gaan. Wee de moeder, welke door haar kind op een leugen wordt betrapt Multatuli heeft eens gezegd, dat leugen was de groote fout der menschheid. En de oude Bijbelschrij vers wisten van den Satan te vertellen, dat hij een leugenaar was van den beginne. Zou hierin niet zijn uitgesproken, dat leugen de bron kan worden van onnoemelijk veel kwaad? Op één ding moet ik nog wijzen voor ik dit arti kel eindig. Een zeer groote moeilijkhêid is voor ve len de vraag hoe moeten wij staan tegenover onze kinderen met betrekking tot de religie, tot de kerk. Hebben wij het recht om ons kind in een bepaalden godsdienst op te voeden en aan een bepaalde kerk te verbinden? Mijn antwoord op deze vraag is onomwonden; neen! Ook hier speelt m.i. de moeder weer de gewich tigste rol in het kinderleven. Welnu: zij handelt m.i. niet goed, wanneer zij den indruk wekt dat één gods dienst of één kerk de ware zou zijn. Zij handelt niet goed, wanneer zij haar kind grootbrengt in de ge dachte dat één bepaalde leer de eenig-juiste zou zijn. Haar taak is in haar kind die zuivere vroomheid te wekken, welke niet bestaat in het gelooven van duis tere en onbegrijpelijke leerstelsels, maar welke is het luisteren naar de stem van binnen. Ik wil hier een persoonlijke ervaring mededeelen. Een meisje van ongeveer zesjarigen leeftijd ligt in haar bedje. Moeder zit bij haar. Het is het mooie oogenblik, waarin zij gewoonlijk haar jonge hartje uitstort en dan zegt zij: „moeder als ik in bed ben en nog wakker lig, is het soms net of er iemand tot mij spreekt, is dat nu God?" En toen zeide de moe der: „ja, lieve kind, dè,t is God. En naar die stem moet je maar altijd luisteren en haar volgen, dat is de veiligste weg!" Zóó wordt de eenige, waarachtige religie in het kinderhart geboren. En dit is een religie, die onaf hankelijk is van kerk en belijdenis, van vorm en ri tueel. Het is de religie van het naar waarheid en lief de dorstend menschenhart. En als de mensch groeit in kennis, als hij wordt tot een redelijk wezen, dan zal deze refigie toch altijd blijven zijn kracht, zijn steun óók in de zware uren zijns levens. Jonge, gelukkige moeders, aan wie ik heb gedacht bij 't schrijven van dit artikel, als gij voor uwe kinderen veel wilt zijn, voedt hen dan zóó op, dat >deze levende religie hun deel wordt. ASTOR J- t r Door DAAN POOL. IV. den dierentuin gingen we langs het stijl volle gebouw van Italië; voornaamheid en rust uitten zich in de oude Romeinsche bouwstijl, die nog altijd zoo'n groote beko ring heeft. Eenige antieke beelden gaven reeds een voorproefje van wat er binnen wel te zien zou zijn. We paseerden het Palais des Beaux Arts, de Ver- eenigde Staten met een erg Hollandsch aandoend gebouw, dat een copie bleek te zijn van de woning van den grondvester der Staten: George Washing ton. En daarachter lag dan eindelijk het Hollandsch Paviljoen, geheel aan den anderen kant dus van de Porte d'Honneur. Het Hollandsche gebouw, waar aan twee jaren is gewerkt, mag er zijn Als bizon- derheid werd vermeld, dat het op tijd klaar was! Dat was dus een groote uitzondering op de Exposi tie. Architect Zweedijk is er in geslaagd den Ooster- schep bouwstijl te combineercn met den Wester- schen. Twee torens van 150 Meter hoog (de Dom van Utrecht is 110 Mater) zijn in Barok-stijl, een Su- matraansch dak rust op een gevel, welke een na bootsing van een Balineeschen tempel is. I)e tentoon stellingsruimte met hall zijn ongeveer löOO vierk. Meter groot. De machtige hall is eenvoudig en ar tistiek. We zullen meteen maar een kijkje binnen nemen. Een vriendelijke gids wijst ons waar wij het best een aanvang met den rondgang kunnen maken. De vloer is. evenals de breede trappen voor den in gang, van Italiaansch marmer. Langs de wanden ziet men kostbare inlandsche weefsels in glazen vi trines; ik kon deze weefsels des te meer waardeeren, daar Henk met dit alles goed op de hoogte is. Hij is ruim tien jaar in Indië geweest, zoodat ik van zijn kennis kon profiteeren. Overal kreeg ik nu een uit voerige verklaring van. De wandschilderingen, die het geheele bovengdeelte heslaan der vier kolossale wanden, stellen de productie voor in Indië. Duidelijk merkbaar is het, dat twee kunstenaars van verschil lenden aanleg deze beschildering hebben tot stand gebracht; twee wanden zijn in een eigenaardig blauw-groen overheerschenden tint en de andere twee wanden in warme, donkere kleuren geschil derd. De bleeke tafereelen gaven m.i. meer de rea liteit weer. Daar zagen we de zwoegende, met zorge lijke gezichten en slechtgekleede Javanen. De groen achtige toon gaf iets lijdens aan de geheele voor stelling. terwijl daarentegen de andere tafereelen door hun gezellige kleuren het idéé wekten, dat de daar afgebeelde, dikke, in fluweel gekleede Hol landers, eens een gezellige ontdekkingsreis deden naar Indië. De gelukkig lachende Javanen zullen er wel een ietsje anders uitgezien hebben, toen de eer ste Hollanders met bloed en vuur dit volk over meesterden. Er zij echter direct aan toegevoegd, dat het werk als schilderstuk een prachtigcn indruk maakt. De geheele opzet der Hollandsche inzending munt uit door eenvoud en soberheid, zonder in kaalheid te vervallen. Overal flinke rustbanken, die het be schouwen van mechanische graphieken en statistie ken tot een genoegen maken Elk onderdeel is keu rig verzorgd en geeft den indruk van degelijke voor bereiding. Een prachtcollectie zilveren en koperen vaatwerk, batikvormen, krissen, hangers en andere sieraden en voorwerpen, geeft ons een beeld van den hoogen trap van de Hindoe-Javaansche cultuur. Het z.g. filigraan werk verdient een aandachtige beschou wing. Volgens Henk is het onbegrijpelijk, dat de in lander met de meest primitieve gereedschappen zul ke fijne stukken kunst-arbeid weet te vervaardigen. Een pracht collectie verkleinde modellen van Xe- derlandsche passagierschepen, liet duidelijk zien, hoe Holland op dat punt nummer één is. Een panorama uit de Preanger vroeg onze aan dacht. We hebben er lang naar gekeken, het was alsof het een stukje werkelijkheid was. Mijn op merking, dat het er wel een beetje geflatteerd uit zou zien met al die eigenaardige tinten, werd beslist tegengesproken door Henk. Hij beweerde, dat bet absoluut niet overdreven was Dat blauwachtige waas over de bosschen is daar zoo, evenals de paarl- moerachtige lucht en de Oostersche gewassen geven werkelijk die felle kleurschakeering. Vele voorstellingen van de hygiëne in Indië deden ons zien. dat daar heel wat gedaan kan worden en ook heel wat gedaan wordt, al is het. vol eens de aanteekeningen nog veel te weinig. Een volk van 60 miliioen zielen, dat bovendien grootcndeels antipa thiek staat tegenover het kleine overheerschende land. is niet zoo gemakkelijk te overtuigen van de doelmatigheid der maatregelen, die getroffen wor- op het gebied der volksgezondheid. In hoeverre er voor dat wantrouwen al dan niet reden bestaat, ligt niet in den aard van deze artikelen, om daar over te oordeelen. Afbeeldingen van zeer groote ziekenhuizen, van inenting tegen allerlei ziekten, van watervoorzie ning. enz. enz. geven een breeden kijk op de werk zaamheden in Indonesië. Eenige aparte zalen waren ingericht voor het ex- poseeren van schilderijen, door Indiërs gemaakt. Wonderlijke en voor Westerlingen vreemd aandoen de schilderijen waren het soms. Maar ook hypermo derne werken en andere stukken, die ons vol eer bied deden opzien naar een volk, dat zulke kunste naars voortbrengt. De eigenaardige inheemsche instrumenten, waar van ik alleen den naam gamelan heb onthouden, want al die Maleische namen, die Henk opsomde, zijn me totaal ontgaan, stonden in een afgesloten ruimte. Kleederdrachten, wapens, gebruiksartikelen, bruggen van bamboes, wajangspelen, maskers, af godsbeelden en nog veel meer dingen, deden ons tot de overtuiging komen, dat we het Nederlandsche Paviljoen niet op één dag konden bezichtigen, tenzij heel vluchtig. Het was van binnen zoowel als van buiten een juweeltje van samenstelling en logische inrichting. Trouwens, de Hollandsche inzending staat ook nummer twee. De Fransche inzending met de tempel van Ankor is nummer één. We bezochten ook den onderzeetuin. Een verzame ling visschen. zeedieren en planten, alles „opgezet" met behoud van de natuurlijke kleur, een geheim procédé, wat de uitvinder nog steeds voor zich heeft weten te behouden. Op verschillende groote tentoon stellingen heeft Henk dezen tuin reeds gezien, ver telde hij, maar altijd was het een van de attracties. Een keurige Javaan gaf een uitvoerige explicatie in het Fransen en eindigde steevast met de opmerking, dat geen fooien werden aangenomen, maar dat de bus bij den uitgang hing' Langzamerhand begonnen we trek te krijgen. De Fransche kost was wel wat licht en bovendien maakt dat vele wandelen en drentelen hongerig en moe. We aten in het dichtbij gelegen Indisch Restau rant „Waroong Djawa". Het maakte mij niet veel uit of ik de Fransche of de Indische poespas kreeg en Henk was er erg op gesteld. Het gaf hem het idéé thuis te zijn en ik vond het een lollig gehoor als hij zoo met die Javanen Maleisch boomde. Wat een vreemd taaltje! Voor het eerst van mijn leven zat ik dus aan de rijsttafel en het viel me mee, ik lustte het wel. De volgende dagen hebben we daar steeds gegeten en Ik vond het tenslotte heel lekker. Je moet er eerst even aan wennen. De Nasi-goreng b.v. is een mengsel van rijst met een langdraderig iets en al- lerlei andere „ietsen" er apart bij. Een karaf met' ijswater deed den eersten dag goeden dienst om de „lekkernij" naar binnen te krijgen. Henk at alsof hij in weken niets gehad had en zag bovendien kans een druk Maleisch gesprek te voeren met een Javaan, terwijl ik zwijgende, alle moeite had, die malle lange slierten zonder morsen naar binnen te werken! Het restaurant was kraakhelder, iets wat in Parijsch dadelijk opvalt We gaven nog een beetje luister door aan ons eerste maal. matA-sapi (spiegel eieren) toe te voegen. Wat Babi-Ketjap is weet ik niet. maar wel weet ik. dat het voor ongeoefenden een walge lijke smaak heeft. Henk ontfermde zich over beide porties: deze „kleine eter" werd een bodemloos vat, zoodra het Indische gerechten betrof. Een overheer lijke kop koffie besloot onzen maaltijd. Na afgerekend te hebon met een der als schimmen rondschuife- Iende Javanen, gingen we naar „huis". We gingen dezen avond vroeg naar bed. want we wilden den volgenden dag geheel besteden om Parijs te zien. Bij dag en zoo logelijk wat meer nabij bij nacht. Om halftwaalf stapten we dus reeds ons hotel bin nen en na nog eenige zaken in orde te hebben ge maakt sliepen we in. niet vermoedende, welke er varingen wij den volgenden nacht rijker zouden worden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1