SchagerCourant Derde Blad. Twee cent per brood. ASPIRIN LEVEND BEGRAVEN. De massa-vergif i g i n g te Erica. Een oplettende caféhouder. Ontvoering van twee kinderen. Het ongeluk op de Maas bij Cuyk. Auto in de Drentsche hoof dvaart. Op naar het 23ste Concours-Hippique te Hoofddorp op 16 Juli 1931. K. Blaauboer Schagen VERHUIZINGEN. Noodlottige twist. Zaterdag 11 Juli 1931. 74ste Jaargang. No. 8897 Per jaar 10 k 120 meer. Volgens de bladen is men er hier en daar reeds toe overgegaan om den broodprijs te verhoogen, o f- schoon er nog geen enkele reden voor is. Begin Augustus treedt de Tarwewet in werking. Dan zullen meel- en bloemprijzen wel iets omhoog moeten, doch wat nu wordt verbakken, is nog ge kocht zonder prijsverhooging. Misschien denken deze bakkers: „voor onze klan ten is 2 cent per brood van geen beteekenis. maar voor ons zijn al die kleintjes bij elkaar best de moeite waard, dus pik in!" Wij gaan daar niet op in. Ons interesseert de vraag: Wat beteekent het voor een gezin, als een brood van 800 gram 2 cent duurder wordt? De huismoeders hoeven over het antwoord niet lang te piekeren. Zij weten, hoeveel brooden er elke week noodig zijn en kunnen dus gauw genoeg be cijferen, wat de Tarwewet aan haar gezin zal kosten. Natuurlijk is dat niet voor alle gezinnen hetzelfde bedrag. Wij meenen, dat het varieeren zal van 18 tot 40 cents per week en zouden het zeer op prijs stellen, als in heel veel gezinnen werd nagegaan, of onze cijfers kloppen met de praktijk. Inlichtingen, die wij hieromtrent zullen krijgen, willen wij gaarne we reldkundig maken, zonder daarbij namen te noemen. Onze schatting berust op de volgende gegevens. Een onderzoek te Amsterdam leverde indertijd tot resultaat, dat het gemiddeld broodgebruik per hoofd en per week gesteld kon worden op 2,140 kilo, dus op ruim twee en een half brood. 2 cent per brood is dus iets meer dan 5 cent per week prijsverhooging en voor een gezin van 4 per sonen 21 cent of ruim 10 gulden per jaar. Het is een soort belasting, maar een van de aller slechtste soort. Want: lo. hoe rijker men is, hoe minder brood er wordt gegeten en dus ook hoe minder men bijdraagt in de hulp aan de boeren; 2o. hoe grooter het gezin is, hoe zwaarder men door de prijsstijging van het brood wordt getroffen. Er wordt veel gesproken over hulp en steun aan groote gezinnen, ook ja vooral door sommige voor standers van f\e Tarwewet. De praktijk is echter de ze, dat juist de groote gezinnen het zwaarst worden belast en dat er minder gekocht zal moeten worden en dus ook minder gegeten. Zulke hulp voert van den wal in de sloot, leidt van kwaad tot erger. Of zouden wij het mis hebben, als we beweren, dat in een groot gezin dat van een bescheiden inkomen moet leven, de Tarwewet een extra-uitgave vergt van misschien wel bij de 30 gul den per jaar? Stad en platteland kunnen niet over één kam ge schoren worden. In de stad wordt meer wit tarwe brood gegeten dan buiten en er zijn zelfs streeken, waar men hoofdzakelijk roggebrood gebruikt. Daar zal men dus niet veel last hebben van de Tarwewet. Noord-Holland valt daar echter niet onder en met belangstelling zien wij daarom gegevens van onze lezers tegemoet. Wij zouden dit willen weten: Hoeveel wittebrcoden van 800 gram gebruikt u ge middeld per week? Hoe groot is uw gezin? ''.Zonnestralen /aan het strand Bzijn buitengewoon krachtig, en veroorza- sken licht hoofdpijn. Dan neemt U natuurlijk Aspirin-Tabletten. eenig op de wereld Lel op oranje band en Bayerkruis. Prijs 71 FEUILLETON Door ARNOLB BENNETT. tl. Wie had kunnen denken, dat zoo'n man aanleg voor krankzinnigheid had? Zeker, een vrij onschuldige ver- atandsverbijstering, maar toch! Ze herinnerde zich dui delijk, hoe ze even een schok gevoeld had ,toen ze gezien had. dat hij in 't Grand Babyion hotel logeerde, alsof hij •en groote meneer was. Ze had 't wel wonderlijk gevon den, maar ze had 't geen oogenblik voor een uiting van krankzinnigheid aangezien. En toch was dat 't geweest! En *t ergste van zoo'n onschuldige geestesafdwaling was. dat zy ieder oogenblik tot gevaarlijke krankzinnigheid kon overslaan. Ze kon maar één ding doen; hem rustig houden, hem behoeden voor alle aandoeningen en zorgen. De dood van zijn meester had hem te zeer aangegrepen. En nu weer die failliete brouwerij: dat was te veel geweest.' Ze deed een stap naar hem toe en bleef toen aarze lend staan. Ze moest dadelijk een plan maken, hoe ze F® verder te behandelen had; ze moest haar hersens elkaar houden en ze gebruiken! Hoe kon ze hem gerust stellen over die malle schil derij? Ze keek hem aan en zag weer die kinderlijke uit drukking in zyn oogen, dien jongensachtigen blik, die *oo in tegenspraak was met zijn grijzenden baard en *ware gestalte. Hij lachte, tot hij, toen ze dichtbij kwam. tranen in haar oogen zag. Toen lachte h|j niet meer. Ze frommel de llefkoozend aan den rand van zijn jas. „'t Ia een mooi stuk!" herhaalde ze telkens. „En als Ie wilt zal Ik probeereu het voor je te verkoopen. Maar Henry..." Ja?" ..Tob nu alsjeblieft niet over geld. We hebben heusch genoeg. Er is werkelijk geen reden om er over te tobben ik wil niet dat je je ergens bezorgd over maakt" -Waarom huil je?" vroeg hij zacht „Och. nergens om. Ik vind 't alleen maar zoo lief van je, dat je op zoo'n manier ook wat verdienen wilt" loog *e. „Ik huil niet echt' Verschillende patiënten weer aan de bete rende hand. De ongerustheid begint te verminderen. Donderdag werd gemeld, dat de toestand te Erica sinds Woensdag niet was verergerd. Verschillende pa- tienten blijven teekenen van beterschap vertoonen. En kelen zijn al weer aan den arbeid. Hoewel het levens gevaar bij enkele patiënten nog niet geweken is. bestaat er toch hoop. dat het aantal sterfgevallen niet zal wor den uitgebreid. De ongerustheid te Erica begint te verminderen. Volgens een nader bericht zou dr. Stukje in een onder houd hebben meegedeeld, dat het levensgevaar bij alle patiënten is geweken. Een onderhoud met den slager. Een verslaggever van Het Volk heeft Woensdag een onderhoud gehad met den slager Hendrik Doevendans. Hij vertelde: „Ik woon sedert November hier in Erica en heb een drukke zaak. Ik slacht zoowat vier of vijf varkens in de week en nog nooit heb ik last gehad. Eiken Zaterdag verkoop ik 100 tot 150 pond leverworst, die ik zelf maak. Vrijdag had ik ook weer leverworst gemaakt. Het var ken. dat ik er voor gebruikt heb. was zoowel levend als geslacht door den keuringsdienst goedgekeurd. Verder heb Ik voor de worst vleesch uit den pekelbak genomen, dat er ongeveer een week in lag. Dat was dus ook nog versch. De worst was deze week wel wat vet uitgevallen. Daarom heb ik er vijf pond haverhout en een paar pond meel doorgemengd. Zooals altijd heb ik de worst ook ditmaal tot het laatste stukje toe verkocht. De menschen loopen mijn deur er altijd plant om. Er zijn er zelfs ge weest. die 's morgens worst hadden gekocht en 's- middags terugkwamen om nog meer te halen. Zoo lekker vonden zij die. Ik heb er zelf ook van gegeten, maar ik ben er niet in het minst ziek van geweest. Mijn moeder vond de worst wat vet en at er daarom zeer weinig van. Ook zij heeft geen last gehad. Maandagmorgen hoorde ik voor het eerst, dat er zie ken waren, maar Ik was er vast van overtuigd, dat mijn worst daarvan de oorzaak niet kon zijn. Ik kan het me trouwens nog niet begrijpen. Ik geef toe, dat zij vet was. en misschien zijn sommigen daar misselijk door gewor den. bovendien zal de warmte wel invloed hebben gehad. Gisteren heb ik verschillende zieken opgezocht. Ook in het gezin van Schuiling te Amsterdamscheveld, waar het kindje gestorven is. ben ik geweest. Als dat werkelijk door mijn worst is veroorzaakt, dan vind ik het vreese- Hjk. Voor mijn zaak is het natuurlijk een bestaanskwes- tie. Sedert Maandag is er bijna niemand meer in den winkel geweest. Maar dat is nog niet zoo heel erg, als alles maar goed afloopt". De knecht van den slager, Bouke Bies. vertelde, dat de worst hem ditmaal niet anders smaakte dan gewoon lijk. Hij vond ze zelfs bijzonder lekker. Maar ook hij was er, evenals zijn ouders en broertje en zusje, ziek van geworden. Gistermorgen rookte hij echter zijn pijp weer. En een vrouw met een stevig gebit. Woensdagavond zaten een man en een vrouw op het terras van het café aan den Beukelsdijk te Rot terdam. nabij den Essenburgsingel. Zij waren zonder fiets bij zich gekomen; maar kort nadat zij afgere kend hadden vertrokken zij en de caféhouder zag, dat de man toen opeens een fiets op den schouder droeg. Hij vond dit vrij verdacht en belde de politie post aan het Kruisplein op. met de mededeeling, dat de man en de vrouw waren weggegaan in de rich- tiing van den Diergaardesingel. Van de politiepost is toen een agent het paar tegemoet gegaan. Hij heeft beiden aangehouden en aangezien zij geen her komst van de fiets konden opgeven, wilde hij hen naar het politiebureau overbrengen. De man ginig gewillig mee, maar de vrouw verzette zich en beet den agent in den rechterbovenarm. Zij deed dit met zulk een kracht, dat zij den mouw van de uniform jas scheurde. Ten slotte is het paar met de fiets toch op het bureau terecht gekomen. Bij onderzoek bleek, dat de fiets even tevoren op den Essenburg singel gestolen was, ten nadeele van den onderwij zer C. W. v. V. De man en de vrouw, de 46-jarige varensgezel G. J. W. en de 31-jarige dionstbode J. R. zijn opgesloten. KNAAPJE VERDRONKEN. Lijkje opgehaald uit de Scheveningsche haven. In den namiddag van Donderdag is door A. P. K. uit de Scheveningsche haven, bij de scheepshelling een lijkje opgehaald, dat daarna naar het Gem. Zie kenhuis aan den Zuidwal is overgebracht. Een intusschen ingesteld onderzoek leidde ertoe, dat het lijkje werd herkend als dat van den 8-jarigen G. M. B., wonende Zeezwaluwstraat. Vermoedelijk is het knaapje spelende te water geraakt en verdronken. En ze liep haastig naar beneden en hield schreiend haar hand voor haar oogen. Het was heel gek, maar hij wilde haar maar liever niet achterna gaan, anders zou hij misschien ook gaan huilen... Een kunstbeschermer. Na de crisis op no. 29, Wester Road, volgde er een tijd van kalmte, Priam ging door met schilderen en hoefde dat niet meer in 't geheim te doen. Maar er werd over zijn schilderijen niet gesproken. Beiden waren ze huiverig, dat onderwerp aan te voeren, zij uit tactgevoel, hij, omdat hij vond, dat zij geen gevoel voor schilderen had. In ieder huwelijk komt wel eens een onderwerp voor dikwüis meer dan een waarover de echtgenoot nooit spreekt met zijn vrouw, uit eerbied voor den eerbied, dien hij haar toedraagt. Priam vermoedde niet, dat Alice hem verdacht van op 't punt te zijn, krankzinnig te wor den. Hy dacht alleen, dat zy zonderling vond, zooals lee- ken kunstenaars dikwijls beschouwen. En daar was hy aan gewend; Henry Leek had hem dikwyis getoond, dat hij hem ongewoon vond. Wat Alice'8 ongeloovlgheld betreft, toen hy haar zyn waren naam had medegedeeld, hy beschuldigde haar niet, hem voor een leugenaar of een gek te houden. By nader Inzien overtuigde hy zichzelf, dat zy zijn verhaal had opgevat als een flauwe grap, als een van zyn impulsieve, grillige veronderstellingen in het ongerijmde. Zoo werd de ontwikkelingsgang drie dagen in Wester Road tegengehouden. Daarop gebeurde er iets buiten gewoons. en de evolutie ging weer voort. Priam was sinds den vroegen morgen aan den rivieroever aan 't schetsen geweest, en was eindelijk in Barnes uitgeko men, vanwaar hij over Opper Richmond Road Langs Highstraat naar huis ging Hij liep aan den overkant van de straat waar zyn sigarenhandelaar woonde, aan de zuidzijde van Upper Richmond Road. Iets ongewoons in het winkelraam bracht hem er toe. de straat over te steken, want hy had geen tabak noo dig. Hy bleef staan op den vluchtheuvel, in 't midden van de straat. Zyn schiklery van de Putney-brug stond in het midden van de uitstalkast Hy staarde ze aan. Hij geloofde zyn oogen, want zyn oogen waren 't beste wat hy had en die bedrogen hem nooit; maar als hy een mensch met gewone oogen geweest was. zou het hem misschien onmogelijk geweest zijn, ze te gelooven. Zijn stuk stond ontwijfelbaar daarvoor het raam. Het was gevat in een goedkoope lijet zooals men wel ziet om ge kleurde reclameplaten voor schepen, soep en tabak. Hy wist bijna zeker, dat hy diezelfde ïyst gezien had in Misdaad in het spel? Woensdag zijn in de hoofdstad twee kinderen van Duitsche nationaliteit ontvoerd. Zij logeerden met hun moeder in een pension aan den Amstel. Voor zoover bekend zijn de kinderen, die respectievelijk 6 en 4 jaar oud zijn. Woensdagmiddag omstreeks half drie voor de laatste maal gezien. Men heeft toen opgemerkt dat zij meegeloopen zijn met een onbe kenden man. die naar schatting ongeveer 25 jaar oud was. Sindsdien heeft men van de kinderen niets gehoord, noch gezien. De moeder waarschuwde gis terenavond de politie, die onmiddeiiijk een uitge breid onderzoek instelde. Voorloopig leverde die ech ter nog weinig resultaat op, want men heeft niets te weten kunnen komen van de verblijfplaats van de kinderen en den onbekenden ontvoerder. De moge lijkheid van misdaad is weliswaar niet uitgesloten, doch de politie acht het waarschijnlijker dat de kin deren ontvoerd zijn door handlangers van den va der der kinderen, die gescheiden van zijn vrouw leeft. De politie zet het onderzoek voort. Het signalement van den dader is later bij de po litie bekend geworden en door middel van de radio verspreid. De kinderen terecht. Nader wordt gemeld, dat te Amsterdam bericht is ontvangen, hoewel nog niet officieel bevestigd, dat de kinderen reeds bij hun vader te Dusseldorf zijn aan gekomen. Naar verluidt waren de kinderen bij het echt scheidingsproces aan den vader toegewezen. De lijken van de slachtoffers opgehaald. De lijken der twee vermisten uit Cuyk zijn thans uit de Maas opgehaald. Woensdagmiddag te om streeks 5 uur werd het lijk van J. v. d. Hoogen, een 24-jarigen landbouwersknecht te Miltbeek Ottersum nabij de veerpont aangetroffen. Een broer van het slachtoffer was juist ter plaatse. Het lijk is onder politietoezicht naar het klooster van de eerwaarde zusters te Cuyk overgebracht. Donderdagmiddag is ook het lijk van den 30-jnri- gen landbouwersknecht T. de Bruin, eveneens afkom stig uit Miltbeek Ottersum tegenover de melkfabriek I-acco uit de Maas opgehaald en naar hetzelfde klooster vervoerd. Een der inzittenden verdronken. In den nacht van Woensdag op Donderdag is hij de brug te Norgervaart op de grens van Assen en Smilde, een auto. komende uit de richting Asen, in de Drentsche Hoofdvaart gereden. De chauffeur en twee inzittende motorwielrenners werden gered. De vierde, de renner M. J. van Dijk. uit Tiel. gehuwd en vader van een kind, is niet gered kunnen wor den. Nadat de auto met een kraanwagen uit het wa ter was gehaald, bleek, dat Van Dijk niet in den wagen was Bij dreggen is daarna zijn lijk opgehaald. De auto werd bestuurd door den heer J. M. D. Rombach. uit Den Ilaag. Naast hem zat de heer L. Af uit Den Haag, en achterin zat. met den om het leven gekomen Van Dijk, de heer J. van Wijk uil WAgeningen. Laatstgenoemde kreeg vrij ernstige ver wondingen en is naar het ziekenhuis te Assen y^r- Vbürd. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. Het 22ste postvliegtuig van Schiphol vertrokken. Donderdagmorgen om 7 uur is het 22ste postvlieg tuig de P. H.-A. F. O. van Schiphol naar Indië ver trokken. De bemanning bestaat uit Frijn en Veruly, resp. Ie en 2e bestuurder, van Harmelen marconist en Biesheuvel werktuigkundige. De heer Mackrell maakt de reis tot Calcutta mede. De hoeveelheid post be draagt '215.125 K.G. en de hoeveelheid goederen 25 stuks. Teief. 49. AUTO-TRANSPORT. den winkel om een reclameplaat van Taddy's snuif. De tabakshandelaar had waarschijnlijk den achttlenden- eeuwschen aristocraat, met zijn vingers aan zyn neus. uit de ïyst genomen en de Putney-brug er voor in de plaats gezet. In ieder geval was de ïyst ongeveer een hal ven duim te lang voor het doek, maar de gaping was ters: Te Koop. En er om heen lagen sigaren uit twee tere: Te Koop. En er om heen lagen sigaren uit wee werelddeelen en van alle prijzen en sigaretten van ver schillende grootte en geurigheid; proefjes van alle soort ten tabak, die in de advertenties opgenoemd waren; meerschuimen en houten pypen, patientpypen met door snede van haar geheime inrichting; sigaren- en sigaret- tenpypen lagen op fluweel uitgestald; en zakkokers van alluminiuxn en andere metalen. Zooals 't daar tusschen de heerlykheden in stond, maakte het schilderstuk een hoogst ongerijmden Indruk. Hy bloosde, toen hy 't daar zag staan. Het scheen hem toe, dat iedereen 't zoo dwaas zou vinden, dat er een oploop ontstaan zou, die de straat welhaast zou versper ren en wanneer er dan iemand onder al die menschen was die éénig begrip van kunst had en de waarde van de schildery besefte welnu, dan zou de nieuwsgierig heid van het publiek en van de kr&ntenmenschen be ginnen hem het leven moeiiyk te maken. Hy verbaasde er zich over. dat hy ooit gedroomd had. zijn Identiteit op een schilderstuk te kunnen verbergen. Iedere centimeter van 't doek riep luid: ..Priam Farll" Op elke tentoonstelling in Londen. Parys, Munchen. Rome, Milaan, New York of Boston zou 't middelpunt van geestdriftige bewondering geweest zyn. Het was juist zulk een soort stuk als zyn beroemde „Pont d'Austerlitz", dat in Luxenbourg hing. En noch de ïyst van namaak-vergulsel, noch de bonte kleuren van de andere uitgestalde koopwaren, konden de schildery af breuk doen. Maar er was niets te zien van 'n menschenmenigte. Iedereen ging rustig zyns weegs, alsof er op korten af stand geen meesterstuk te bewonderen viel. Eens bleef een dienstmeisje met een brood in haar roode armen ge kneld staan, om naar 't raam te kijken, maar na een minuut draafde ze weer verder. Priam's eerste opwelling was geweest, den winkel binnen te stormen en aan den winkelier om opheldering te vragen. Maar natuuriyk bedwong hy zich. Natuurlijk begreep hy, dat de aanwe zigheid van zijn schilderij in dat winkelraam, alleen kon te wyten zijn aan Alice's tusschen komst. Hij ging langzaam huiswaarts. Het geluid van zijn huissleutel, dien hy in 't sleutelgat stak riep haar naar de gang voor hy de deur geopend Weer gaat door den polder Het vrooiyk gerucht Dat doordringt naar stad en Naar dorp en gehucht Het zelfde gerucht klonk Al Jaren hier weer Het meldt ons 't Concours komt In Haarlemmermeer 't Concours zoo bekend en Steeds Int'ressant Bekend door heel Neerland En buiten ona land Wat jaarlyks publiek trekt Van heinde en veer Het grootste van 't land en De roem van de Meer Waar 't eerste klas paard zoo Vol kracht en getraind Zich toont op zyn best met De ruiter vereend Waar pracht équipages Zoo blinkend als mooi Het oog zullen boeien Door kleuren en tooi Waar paarden vol gratie Vol pracht élégant Bewijzen in Hoofddorp Komt 't best'uit ons land De land'lyke ruitere Hun niet gepasseerd Bewijzen in Holland Wordt rijden geleerd En vroolyke meisjes Versterken den band Der liefde vopr rijsport Op 't schoon platteland Een groote quadrille Die ook wordt vertoond Toont straks dat hier orde En ruitergeest woont Het tweespan luxe tuigpaard Behoeft niet vermeld Gaat straks weer of 't sweeft Over 't groenende veld Het springconcours 't beeld steeds Van vlugheid en kracht Heeft duizenden jaarlyks Naar Hoofddorp gebracht De zestiende Juil De datum van 't feest Bewijst vast "t Concours is Weer prachtig geweest Komt daarom naar Hoofddorp Naar 't feest zoo vermaard Verrijkt daar Uw kennis Van 't nuttige paard Opzy dan malaise En zorgen dien dag Laat vrooiyk dan wapp'ren De Holl&ndsche vlag Komt boeren van Neerland Dien dag naar de Meer Houdt hoog uwen stand Onzen rysport ter eer Fanfares weerklinken Dan vrooiyk en luid Op! Neerland naar Hoofddorp Naar 't feest van „Vooruit"! Hoofddorp, Juli 1931. A. v. d. MAREL Jr. Arbeider door messteken levensgevaarlijk gewond. Do dader gearresteerd. Donderdagmorgen om half tien was een aantal erwtenplukkers aan het werk onder de gemeente Hal steren naby het Thoolsche veer. Onder hen bevond zich een drietal Bergenaren onder wie twist ontstond. Daai> by heeft zekere J. zyn collega R. verschillende mes steken toegebracht, waardoor R. levensgevaariyk werd verwond. Hy Is ln het Alg. Burgergasthuis te Bergen op Zoom opgenomen. De dader die aanvankeiyk de vlucht had genomen, is door de mareohaussee gearresteerd en In het arrestan tenlokaal te Halsteren opgesloten. Hy heeft een volledige bekentenis afgelegd. ONDEUGDELIJKE ALKOHOL. In een plaatsje in de Port-Massachusetts zijn vier mannen en twee vrouwen omgekomen aan de gevol gen van het drinken van ondeugdelijken alcohol op een feestje. Twee andere mannen liggen gevaarlijk ziek. „O, Henry!" zei ze ze was erg opgewonden „ik moet je iets zeggen. Ik kwam vanmorgen langs meneer Aylmer ,toen hy Juist aan 't ©taleeren was en ik kwam opeens op 't idee, dat hy jouw schilderij voor zyn raam kon plaatsen. Ik ging naar binnen en vroeg 't hem. Hy zei, dat hy 't er wel wou neerzetten als ik 't hem dade- lijk brengen kon. Ik ben 't gauw gaan halen en gaf 't hem. Hy vond gelukkig een lijst er voor en schreef er een briefje by, dat het te koop was. Hy was toch zoo vriendeiyk en vroeg naar je. Je moet eens gaan kijken. Het zou my niets verwonderen, als er een kooper voor kwam, zooals 't daar uitgestald staat." Priam zweeg even. Hy kon niets zeggen. „Wat zei Aylmer er over?" vroeg hij eindeiyk. „O!" antwoordde zyn vrouw snel. „je kunt van Aylmer niet verwachten, dat hy verstand heeft van zulke dingen. Dat ligt niet op zijn weg. Maar Mj was blij ons een ge noegen te doen. Ik zag. dat hy 't mooi schikte." „Nu." zei Priam, „dan is 't goed. Gaan we koffiedrin ken?" Wonderiyk haar relaties met meneer Aylmer! Zy had hem naar Aylmer verwezen toen hy op den eersten dag van zijn verblijf in Putney gevraagd had: „Is er MS behoorlyke sigarenwinkel in dit gelukkige oord?" HU veronderstelde, dat Alice's naam wel eens Aylmer had kunnen zyn. als de tabakshandelaar verlost was ge weest van zyn zieke, ongeneesiyke vrouw. Hy verdacht Aylmer van een hopelooze liefde voor Alice. Het deed hem plezier, dat Alice zich niet vergooid had aan Ayl mer. Hy kon zich niet indenken, dat hy zonder Allee zou zyn. Ondanks haar denkbeelden over de grafischs kunsten, was Alice voor hem even onmisbaar als zuur stof. ze was zyn regenscherm, dat hem beschutte tegen de hagelbuien van onaangename gebeurtenissen. Won deriyk zyn de wegen der liefde! Het was de macht der liefde, die zyn schildery in 't winkelraam van den siga renhandelaar geplaatst had! Doch welke macht zyn schilderstuk daar ook mocht geplaatst hebben, geen macht scheen sterk genoeg ts zyn. het er weer vandaan ts halen. Het stond wekenlang ln 't raam uitgesteld, maar er ontstond geen oploop, noch verwekte het de minste opschudding! Geen woord er over in de bladen! Londen, het erkende kunstcen trum, ging kalm zyn wecgB. Het eenige directe gevolg was, dat Priam van sigarenhandelaar veranderde en een anderen weg koos voor zyn wandelingen. Eindelijk ge beurde er weer iets buitengewoons. Alice legde stralend vijf sovereigs in Priam's hand. „Het is voor vyf gulncas verkocht," zei ze biy. „Ayl mer wilde niets voor zlohzelf houden, maar ik drong er op aan, dat hy de losse shillings houden zou. Ik vind 't

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9