AlitmcD Hiciws-
Alm* LnionllAl
HOOGHEEMRAADSCHAP
NOORDHOLLANDS NOORDERKWARTIER.
Uitgevers: N.V. ?Jl TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
De ondergang
van de Tahiti.
Op Reis
PUROL
Klein is
En toch
Petitionnement v. Internationale Ontwapening
dat
ek«
egd
het'
nu
rge-l
hetj
met!
len-
»rdt
en
die
ïler
ille>
n
lem
'_K
ras
len.
Donderdag 16 Juli 1931.
SClAGEIl
74ste Jaargang No. 8900
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag cn Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, Iedere regel meer 20 cent (bewijsno,
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
gen
den
ïid-
irm
dat
ude
eur
IN.
nej.
ling
ma.
Uns»
tjes,
ge-
illea
oor-
was
ede-
ïoed
mU
ver-!
luw
den,
eltjk
den
gun-
ezen
i on-
zijn
H
.t in
gens j
iees-
we-
it in
aakt
voor
15.40.
een
moet
i het
ruim
13.12
elegd
Iroeg
b be-
van
rinst-
winst
onds,
in gen
Biy
ostea
Ingea'
telfde
ouee-
;ozea
v <11
g zal
DOÜ-,
na d»
,j. i.
In
tds t«l
de*
rfelert
•rbrol
de
Gy»
(Van onzen Engelschen Brief-schrijver.)
11 Juli 1931.
OVER twee weken gaan wij weer naar Enge
land. Mijn vrouw maakt zich al vast zorgen
over het weer. Het is wel eigenaardig, dat
een zomer niet zoo mooi kan wezen, of twee
dagen, voor wij op reis gaan, seint De Bildt aan alle
kustplaatsen: Weest op uw hoede! en zoodra we voet
aan boord zetten, loeit de storm uit Noord, Zuid,
Oost of West. Wat richting betreft, is hij werkelijk
onpartijdig genoeg, maar loeien doet hij in elk geval.
En als de nacht dan aangebroken is, en je hebt je
slaapplaatsen betrokken, beginnen de geluiden. Wel
ke geluiden weet ik niet, maar ze zijn er, en er zijn
er vele, en in verscheidenheid. In één opzicht komen
ze met elkander overeen: ze zijn krachtig, en doen
je aan vreeselijke onheilen denken.
Gelukkig de mensch, die zich zelf weet te vertellen,
dat er immers niets te vreezen is. Booten g^an alle
dagen en nachten over de zee, en ongelukken zijn
zeldzaam. Die geluiden, die aan aardbevingen met
donderslag doen denken, waarbij alle duivelen uit de
hel schijnen te zijn losgebroken, en met zware kettin
gen, die ze rammelend langs het dek trekken, probee-
ren een voetbalwedstrijd in de war te sturen, die met
een half dozijn zware ijzeren ballen wordt gespeeld,
zijn, zooals je jezelf inspreekt, de doodnatuurlijke ge
luiden, die noodig zijn om een schip over de zee te
brengen. Een schip is nu eenmaal een schip, en geen
fiets. Bovendien is een fiets ook niet altijd geluidloos.
Ik weet het Dij treurige ondervinding.
Maar, (ik moet probceren dezen brief uit de han
den van mijn vrouw te houden), die geluiden aan
boord zijn toch niet altijd even onschuldig. Herinnert
u zich, dat verleden jaar het stoomschip Tahiti is
vergaan? Natuurlijk niet, een-mensch kan niet alles
onthouden. Maar het is even goed waar.
De Tahiti was een dubbelschroef stoomboot van
7898 ton. Ze had een bemanning van 149 man en ver
voerde 103 passagiers. Ze had onder andere een la
ding ongemunt zilver en goud aan boord, en was op
weg van Wellington naar San Francisco. Het was 15
Augustus.
j Ik herinner me dien 15den Augustus heel goed.
Den veertienden waren wij van Londen overgekomen,
en was het dus stormweer. Eerlijk gezegd is dat een
veel te mooi woord voor het weer op den 14den Au
gustus van het jaar 1930. We kunnen het gerust hon
denweer noemen, en dan komt het er nog heel schap
pelijk af.
Ik weet natuurlijk zeer goed, dat het weer op de
Noordzee volstrekt niet het weer hoeft te zijn, en zelfs
hoogstwaarschijnlijk niet is, dat op dienzelfden dag
heerscht aan den anderen kant van den aardbol.
Maar in dit geval was het ook tusschen Wellington
en San Francisco op den 15den Augustus geen roze-
geur en maneschijn. Volgens het logboek van de Ta
hiti was er in elk geval een hevige deining uit het
Zuidwesten.
De Tahiti was op dien 15den Augustus 460 mijlen
ten Zuiden van Rarotonga. U weet natuurlijk precies
waar dat ligt, zoodat ik het niet behoef te vertellen.
Bovendien heb ik geen aardrijkskundig woordenboek
bij de hand.
Alles was wel aan boord, zóó wel als het aan
boord maar kan zijn. Het was half vijf in den mor
gen, en de tweede machinist, de heer Archibald
Thompson, stond een kopje thee te gebruiken bij de
dynamo, toen er iets gebeurde.
De Tahiti ligt thans op den bodem van den Oceaan,
en niemand zal ooit precies weten, wat er gebeurde
om half vijf 's morgens op dien 15den Augustus, toen
Mr. Thompson zijn kopje thee stond te gebruiken. Hij
was volkomen verantwoord, dat hij het zich even ge
makkelijk maakte. Om vier uur was de tweede machi
nist op wacht gekomen, en had hij geconstateerd, dat
alles in uitstekende orde was, pompen, dynamo en
alle andere dingen, die er in de machinekamer van
«en groot schip te vinden zijn.
Toen geschiedden er plotseling en zonder de minste
waarschuwing, een reeks van hevige ontploffingen.
Met één sprong was de tweede machinist bij de
stuurboordmachines. Het scheen, alsof ze met al hun
gewicht van duizenden kilo's werden opgenomen, en
°P hun fundamenten stonden te dansen. Ieder in de
machinekamer stond doodstil, stokers, donkeyman
nen, oliemannen. En ieder keek naar ieder ander,
hopend, dat misschien die ander een verklaring voor
het verschijnsel zou weten.
Op dat oogenblik begonnen de stuurboordmachines
ooor te slaan. Scheepsmachines slaan nooit door, be
halve wanneer bii zwaar weer de schroef boven wa
ter komt. En ondanks de zware deining uit het Zuid
westen was het buitengesloten, dat de schroef van de
Tahiti boven water zou komen. Maar de stuurboord
machines sloegen door als razend. Men kan zich het
lawaai voorstellen van een machine, die doorslaat, als
men zich bewust wordt van de kracht, die daar ach
ter zit: vier tot vijf duizend paardenkracht.
Het was maar een seconde. Het volgende oogenblik
had Mr. Thompson de stuurboordmachine stop gezet
en een seconde later was hij al in de drijfas-tunnel.
Dat de as gebroken was stond vast, maar de Tahiti
was een dubbelschroefschip, en zou even goed haar
re«s wel volbrengen.
Mr. Thompson ging door een waterdichte deur, en
daarna door nog een deur. Dit was waarschijnlijk nog
geen halve minuut na de ontploffingen. En toen, in
die tunnel, zag de tweede machinist een muur van
water op zich afkomen van een meter hoog.
»ve spreken van record-snelheden bij wedstrijden.
*«aaf* 8°®lm'g:e snelheden worden nooit opgenomen,
en een daarvan is de snelheid, waarmee de heer
Thompson door twee deuren heen opnieuw de ma
chinekamer bereikte, en de waterdichte deur sloot
Het geluid van de ontploffingen was van dien aard
geweest, dat honderd twee van de honderd drie pas
sagiers ongetwijfel rechtop in hun bed waren gaan
zitten, en de bevelvoerende officier op de brug had
vol verbazing om zich heen gestaard. Op hetzelfde
oogenblik vloog de telegraaf uit de machinekamer
naar STOP, en wanneer de,machinekamer naar
de brug seint STOP, inplaats van de brug naar de
machinekamer, beteekent dit een ongeluk.
Van dat oogenblik begon de wanhopige strijd van
de mannen van de Tahiti met het water. De heele
Oceaan stond tegen een waterdichte deur. Een ste
vige stalen deur, maar die bol ging staan onder zoo'n
plotselingen druk. Er werd met man en macht ge
werkt. Balken werden tegen de deur aangebracht.
Het water sijpelde er door, en bereikte de dynamo.
Het schip was in duisternis gehuld.
Het was in de machinekamer een strijd op leven en
dood. Het SOS sein was terstond afgezonden, en
beantwoord door de Noor Penybryn, de Engelschman
Tofusa en de Amerikaan Ventura. Met volle kracht
kwamen de drie schepen de Tahiti te hulp. Maar de
afstand was groot.
De mannen in de machinekamer werkten tot hun
middel in het binnendringende water, en soms tot
hun nek. Alle pompen sloegen op volle kracht, maar
het water won geregeld. Als het waterdichte schot
bezweek, was het lot van de Tahiti beslist. In twee
minuten zou het schip als een baksteen zinken.
Na zestig uren kwamen de reddende schepen te
voorschijn aan den horizon. Kapitein Toten gaf het
bevel tot verlaten van het schip, en de passagiers
gingen in de booten. De eerste machinist van de
Tahiti deelde mee, dat hij het schip nog een uur bo
ven water kon houden. In werkelijkheid duurde het
nog iets langer, maar heel weinig.
Toen de Penybyn en de Ventura bij de Tahiti wa
ren gekomen, bezweek het schot. Nog eenmaal inspec
teerde Kapitein Toten zijn schip. Hij wilde het niet
verlaten, voor hi' volkomen zekerheid had, dat het
zinken moest. Maar ook voor Kapitein Toten was
c-en blik in de machinekamer op dat oogenblik vol
doende. Het water stond boven de machines.
De boot lag voor hem klaar, en hij liet zich naar de
Ventura roeien. Een oogenblik later was de Tahiti
voor goed verdwenen.
En dus, reizigers, vertrouw de geluiden aan boord
nooit al te zeer, vooral niet ed heel erge.
Ter verzachting en genezing van stuk-
geloopen voeten, zadelpijn, schrijnen en
smetten der huid, muggebeten en zonne
brand, moet me» op reis voorzien zijn van
Doos 30, 60, Tube 80 ct.
Algemeene vergadering van het Bestuur van het
Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier,
op Woensdag 15 Juli 1931, des morgens half elf.
Voorzitter de heer C. Wijdenes Spaans Jr., dijkgraaf,
secretaris de heer Boersma, ingenieur de heer Poppens,
penningmeester de heer P. Groot.
De Voorzitter opent met een woord van welkom de
vergadering en deelt mede, dat de heeren N. Dekker
en P. Sluis Nz. met kennisgeving van verhindering af
wezig zijn.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken-
De Voorzitter deelt mede, dat ingekomen is een uit
treksel van het Kon. Besluit, waarbij de heer P. Sluis
Nz. benoemd is tot Hoogheemraad.
Ged. Staten keuren goed het besluit tot openbare
▼erkooping van het perceel Emmastraat, zoomede het
besluit tot uitgifte in erfpacht van grond te Camper
duin, aan welk besluit tot nu toe geen uitvoering gege
ven is kunnen worden.
Van het Hoofdbestuur van den Ned. Bond v. Personeel
In Overheidsdienst is een schrijven ingekomen, waarin
verzocht wordt, wijzigingen te brengen in het ontwerp-
ambtenarenreglement en zoo niet, dan de corresponden
tie aan de algemeene vergadering te willen overleggen.
De Voorzitter deelt mede, dat aan de verschillende
organisaties gelegenheid is gegeven schriftelijk hun wen-
schen kenbaar te maken, terwijl 10 Juni gelegenheid
werd geboden de wensohen mondeling toe te lichten.
Daarna is het ontwerp op 24 Juni definitief door het
Dag. Bestuur vastgesteld. Onder die omstandigheden
heeft het Dag. Bestuur er bezwaar tegen aan de wen
sohen van de adresseerende organisatie nu nog aandacht
te schenken.
Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
Van het bestuur van den polder Waard en Groet la
Ingekomen het verzoek can de jaarlijksohe bijdrage vol
gens Staat A., in verband met de droogmaking der Zui
derzee geheel of althans gedeeltelijk af te voeren.
Het verzoek wordt om advies in handen gesteld van
Dijkgraaf en Hoogheemraden.
De Invordering van den omslag.
Omtrent de invordering van den omslag wordt door
den penningmeester het volgende medegedeeld:
Dienst 1930. He kohier over dit dienstjaar omvatte
62262 aanslagen tot een totaal bedrag van f 1.178.355.14,
Hiervan staan thans nog open 17 aanslagen, tezamen
f 90.56.
het middel,
t e e k e n t!
Nog een paar maanden en het zal dertien volle
jaar geleden zijn, dat de wapenstilstand een einde
maakte aan de afschuwelijkste moordpartij, welke
ooit de menschheid heeft geteisterd. Daarmee was
echter onze ellende niet geleden. Vandaag den dag
nog zuchten wij onder de naweeën onzer schande en
vandaag den dag bedreigen ons de gevaren van weer
vreeselijker slachting.
Heel het maatschappelijk leven is nog ontredderd
en millioenen onzer medemenschen zijn het geestelijk
en moreel door wat zij aan het front moesten door
staan.
Hoe dan ook, elke herhaling moet worden voorko
men en als er één kreet is, die over heel de wereld
moge weerklinken, dan is het deze:
Oorlog: nooit weer!
Zoo'n kreet sterft echter weer weg en houdt het
dreigend monster niet in bedwang.
Wij voelen dat er meer gedaan moet worden en
weten, dat onze middelen beperkt zijn. Waartoe is de
gewone burger, de man en de vrouw in de straat, bij
machte?
Thans drukt men ons echter als het ware de pen
in de hand. Schriftelijk kunnen we nu getui
gen en hoe gering deze daad moge schijnen, ernstig
zouden wij onszelf in verzuim stellen, indien wij ze
nalieten.
De menschen, de volkeren zijn zoo geduldig. Als
pionnen in het schaakspel laten wij ons schuiven en
gebruiken waar dc leiders ons noodig meenen te heb
ben. Wij zijn materiaal in hun handen, weliswaar
m e n s c h e nmateriaal, doch daarom naar het
schijnt niet minder willoos.
Zoo zal het weer worden, indien er opnieuw oorlog
mocht losbarsten. Als de waanzin eenmaal ovcr-
heerscht, moet hij uitwoeden, vóór hij getemd kan
worden.
Daarom moeten alle middelen, ook kleine, worden
aangewend om den vredeswil te sterken.
Dat kan het petitionnement en dus moet het sla
gen, ook door uwe en onze onderteekening. Gering is
de daad van ieder afzonderlijk, maar zij helpt mee
om een sfeer te kweeken, waar oorlog als ongeoor
loofd, als misdadig geldt.
Grijpt dus de pen en als gij de gelegenheid mist
om het biljet van een dagblad te teekenen, teekent
dan het onze.
Maar in elk geval:
TEEKENT!
Hierlangs afknippen.
van het Nederlandsche Volk aan de Ontwapenings
conferentie In Februari 1932 te Genève te houden
Georganiseerd door de Nederlandsche Dagbladpers.
Ik verzoek uwe Conferentie met den meesten aandrang, in naam der menschelijkheid, die
maatregelen te nemen dio tot ontwapening der naties zullen leiden.
Naam
Adres
Naam 1
Adres 1
Naam
Adres l
Naam i
Adres
Bovenstaand formulier kan onderteekend norden door alle Nederlandsche mannen en
vrouwen van 18 jaar en ouder. Ieder mag slechts één formulier onderteekenen. Niet alleen abon-
né's, maar alle gezinsleden, die den vereischten leeftijd hebben bereikt, mogen teeketien. Elk biljet
man vier handteekeningen bevatten, niet meer, wel minder.
Dienst 1931. Het voor dit dienstjaar vastgestelde ko
hier omvat 628S9 aanslagen, uitmakende een bedrag van
f 1.162.620.97. De termijn van betaling is gesteld op 1
October 1931. Tot heden zijn reeds ontvangen: 12112 aan
slagen tot een totaal bedrag van f 131.313.37.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De omstandigheden waarin land- en tuin
bouw verkeeren en eventueele belastingver
laging.
Zooals bekend had de heer P. Zeeman in de vorig®
vergadering de volgende vragen gesteld:
le. Zijn Dijkgraaf en Hoogheemraden bereid Ged.
Staten van Noordholland te verzoeken aan de Provinciale
Staten voorstellen te doen, om, gezien de omstandighe
den waarin land- en tuinbouw verkeeren, zoodanige
maatregelen te treffen, waardoor belasting-verlaging
door het Hoogheemraadschap mogelijk wordt?
2e. Achten Dijkgraaf en Hoogheemraden het in deze
wenschelijk, dat tot dit doel art. 5 derde lid van het re
glement zoodanig worde gelezen, dat niet de helft, doch
de geheel© bijdrage „welke door het Rijk aan de Pro
vincie over eenig jaar in de rente en aflossing in hel
eerste lid wordt verleend" aan het Hoogheemraadschap
wordt uitgekeerd?
3e. Kunnen Dijkgraaf en Hoogheemraden met het
hiervoor aangegevene Instemmen, zoo niet, zijn uw Col
lege dan andere en betere middelen bekend, welke tot
de gewenschte verlaging der lasten kunnen bedragen?
Op deze vragen antwoorden D. en H. in de volgend®
bewoordingen:
Dijkgraaf en Hoogheemraden zijn te allen tijde be
reid een verlaging van de lasten van het Hoogheem
raadschap, voor zooveel dit van de Provincie afhangt,
bij Ged. Staten te bepleiten, wanneer op goede gronden
de billijkheid der verlaging kan worden aangetoond.
Aan den steller der vragen heeft voor oogen gestaan
de ongunstige economische toestand, die land- en tuin
bouw doormaken en hij vraagt of het in verband daar
mede niet mogelijk is een belastingverlaging te be
werkstelligen. Als middel om daartoe te geraken zou
hij wenschen, dat de bijdrage, welke door het Rijk aan
de Provincie over eenig jaar in de rente en aflossing
der watersnoodleenlngen wordt verleend, en waarvan
thans de helft komt ten bate van de Provincie en de
andere helft voor het Hoogheemraadschap, voor het
vervolg geheel aan het Hoogheemraadschap wordt
uitgekeerd.
Afgescheiden dat de steun, die land- en tuinbouw op
deze wijze zou worden verleend, geheel ten koste van
de Provincie zou gaan, immers deze zou de halve rijks
bijdrage missen, moge U uit de onderstaande becijfering
blijken hoe weinig land- en tuinbouw met dit middel
zouden worden gebaat.
Volgens de begrooting voor 1931 bedraagt de belast
bare opbrengst van het ongebouwd f 8.116.000, van het
gebouwd Vu X f 11.768.000 f 5.884.U00.
De belastbare opbrengst van het ongebouwd ver
houdt zich dus tot die van het gebouwd als ongeveer
4 3.
De rijksbijdrage is geraamd op f 313.811.38. Wanneer
de geheele bijdrage derhalve aan het Hoogheemraad
schap zou ten goede komen, zou dit gebaat worden
met 4 X f 313.811.38 f 156.905.69 of rond f 157.000.—.
Indien dit bedrag werd aangewend tot verlaging van
den omslag, zou daarvan, naar den maatstaf van 4 3,
komen ten goede van het ongebouwd rond f 90.000.
en van het gebouwd rond f 67.000.—.
De grootte van het Hoogheemraadschap is 142.000
H.A., alzoo zou dit, aangenomen dat de belastbare
opbrengst van het ongebouwd overal gelijk zou zjjn
eene verlaging beteekenen per H.A. van f 90.000 142.000
rond f 0.64.
Rekent men de gemiddelde groote van een landbouw
bedrijf op 20 H.A. en van een tulndersbedrijf op 5 H.A.,
dan zou deze verlaging voor een landbouwbedrijf betee
kenen een mindere uitgaaf van f 12.80 en voor een
tuindersbedryf van f 3.20.
Neemt men daarbij in aanmerking, dat een verlaging
van den omslag wel den eigenaar of den erfpachter ten
goede komt, doch den landpachter aileen in die geval
len. wanneer het pachtcontract daarop is ingesteld, dan
blijkt, dat met het aangegeven middel het doel in
geenen deele wordt bereikt. De medegedeelde cijfers
toonen voorts welsprekend aan, dat het niet mogelijk is
om op grond daarvan met eenige kans van slagen een
uitkeering van de geheele rijksbijdrage aan het Hoog
heemraadschap te bepleiten.
Dijkgraaf en Hoogheemraden meenen dan ook op
voormelde gronden de vragen lo. en 2o. ontkennend te
moeten beantwoorden.
Aan D. en H. zijn voorhands geen middelen bekend,
die tot de gewenschte verlaging van lasten zouden kun
nen leiden, tenminste geen andere buitengewone mid
del. d.w.z. geen andere middelen dan die waardoor er
geleidelijke verlaging van heffing plaats vindt als tot
nu toe is bereikt.
De heer Zeeman dankt voor de wijze waarop de ant
woorden zijn gedaan en waaruit blijkt, dat de zaak
met ernst is bekeken. Dat zal ook zijn oorzaak vinden
in den ernst in de vragen vervat Spr. wijst erop, dat
de economische toestand eerder verslecht dan verbe
terd is en als er een middel Is om verlichting te bren
gen, dient dat te worden aangegrepen. D. en H. zeg
gen in hun antwoord, dat de verlichting weinig zou
beteekenen, maar In ieder geval is het dan toch iets.
Wanneer op geoorloofde wijze reglementsherzicnlng
kan worden nagestreefd, dient dat geprobeerd te wor
den, afgescheiden van de vraag of het resultaat zal
hebben. Spr. herinnert aan het succes, dat met het
amendement-Kooiman werd verkregen, om de helft vaa
de rijksbijdrage aan het Hoogheemraadschap te doen
toekomen. Zijn de omstandigheden niet van dien aard,
dat gevraagd wordt om de andere helft der rijksbij
drage aan het Hoogheemraadschap toe te kennen? In
1916 was er een hoogconjunctuur, de toestand is sinds
dien gewijzigd, maar de lasten niet verlaagd, soms zelfs
verhoogd. Uit de stukken van Prov. Staten blijkt, dat
de lasten op de gronden buitengewoon hoog zijn. Het