Dalai Lama, de heerscher van Tibet beheer van het Hoogheemraadschap is bij spr. bulten alle twijfel. Spr. heeft alle lof daarvoor en uit de spe- clficatiestaat, die bij de rekening is gevoegd, blijkt wel dat alles wordt gedaan om zoo economisch mogelijk te handelen. Het gaat er bij spr. dan ook niet om om eenlg crltiek op het beheer uit te oefenen. Spr. wijst op de tegenstel ling tusschen stad en land, die steeds scherper wordt Er dient naar gestreefd te worden, de erfenla die Noor derkwartier in den vorm van dit waterschap is toege kend, en die zoo zwaar beklemt, zoo licht mogelijk te doen zijn. Spr. erkent het wettelijk recht dat heeft be- ataan en La.v. de heffing der bijdrage ia ontzaggelijk veel te zeggen geweest maar de tijd is nu anders. Spr. had daarom gaarne gezien dat D. en H. niet afwijzend tegenover spr.'s vragen hadden gestaan. Dat de verlaging ten bate van eigenaar of erfpachter zou komen, ook die het is gek dat spr. daarop moet wijzen, verkeeren voor een groot gedeelte ook in moeilijkheden. De toestand drukt zoowel op hen als op den grondbewerker zelf en spr. wijst nog op de hooge hypotheekrente enz. De Voorzitter zegt dat het Dag. Bestuur zijn oor dik wijls te luisteren legt om tc vernemen of op de een of andere wijze Iets te bereiken valt en dat Is ook gedaan ta.v. dit onderwerp. En daarbij is de overtuiging weg gedragen dat do kans op succes thans uitgesloten la Het Dag. Bestuur vindt het beter de poging niet te doen maar met de feiten rekening te houden. Wol zijn er aanmerkingen te maken over de wijze waarop Noorder kwartier tot stand is gekomen, maar niet vergeten moet worden dat van de pl.m. 30 millioen die voor de verbe tering van de zeedijken is uitgegeven. 20 millioen in reke ning ls gebracht dat de 60 pet., dio daarvan moest wor den bijgedragen teruggebracht is tot 45 pet en dat ver volgens de halve rijksbijdrage weer is afgetrokken. Spr. wijst er den heer Zeeman op, hoe blijkens de uitlating van den heer Thomasse in het Volk, deze partijgenoot van den heer Zeeman een lijnrechte houding aanneemt en waar in diens partij dus verschil van mccnlng bestaat ral steun van de party wel r.let worden verkregen, mis schien van personen Individueel. Wordt evenwel het voorstel van den heer Zeeman aangenomen dan zullen D. en H. het met enthousiasme doen, maar zij hebben do overtuiging dat het geen succes zal hebben en dat het niet bevorderlijk zal zijn aan de verhouding tusschen Prov. Staten en dit Waterschap. Zontter hoofdelijke stemming wordt het schrijven van den heer Zeeman voor kennisgeving aangenomen. Verbetering van wegen- Aan de orde komt het voorstel van D. en H. om van het batig slot 1930 f 75000 beschikbaar tc stellen voor de verbetering van een gedeelte weg op den Westerdijk, Idem op den Kogerdijk in de gemeente Wervershoof en idem van een gedeelte weg op den Zeevangszeedijk. De heer Haremaker kan zich met het onderhoud van de wegen vereenigen, maar in verband met den econo- tnlschcn toestand vindt sph 't verbreedon en verfraaien niet gewenscht en daarom kan spr. aan deze uit gave van f 75000 zijn stem niet geven. De Voorzitter wijst er op dat vooral het zware auto verkeer aan de wegen steeds zwaardere eischen stelt en dat het verkeer niet meer van buiten de dorpen komt Van verfraaiing der wegen ls geen sprake, alleen van aanpassing aan de nieuwe eischen, waarvan het vert>rec- den een uitvloeisel ls. Juist als de wegen worden ge maakt als wordt voorgesteld, rullen wo In de toekomst met gewoon onderhoud too kunnen. De heer Zeeman zegt, dat zijn voorstel om tot ver laging der belasting te komen, niet inhield een mindere uitgaaf voor wegenonderhoud of -verbetering. Integen deel de verbeteringen dienen zoo goed mogelijk te zijn, mede in verband met de bijdrage door de Provinie voor de wegen voorkomende op het aanvullend wegenplan en welke bijdrage alleen wordt verleend als de wegen •en behoorlijk onderhoud, een behoorlijke breedte en een stofvrij dek krijgen. De heer D. de Boer informeert in hoever de voorge stelde verbetering een betere kans geeft om te putten uit de provinciale ltas. Do Voorzitter antwoordt dat do regeling in grove trek ken zoo ls dat de bijdrage wordt verleend naar gelang dor breedte van het dek en de stofvrijheld. Do hierbe- doelde wegen zijn allen opgenomen in het aanvullend wegenplan. Op dit plan zijn ongeveer geplaatst 400 K.M. waarvan 50 K.M. of M van het Hoogheemraadschap. Wanneer dus aan de door Ged. Staten gestelde voorwaar den wordt voldaan zou als de andere wegbeheerders hun wegen evengoed maakten als ons waterschap aan spraak op H van f 180.000 ls ruim f 20.000 kunnen wor den gemaakt De heer De Boer, Edam. regt dat 't verkeerd zou zijn tegen dit voorstel te stemmen, omdat voor een groot gedeelte de verwerking reeds heeft plaats gehad. Spr. brengt lof aaji den Ingenieur, omdat deze op voordoe- llgo wijze beslag op materiaal weet te leggen. De Voorzitter acht toelichting nu zeer noodlg, vooral voor den heer Haremaker. Het Hoogheemraadschap moge dan gebroken hebben, het heeft ook enkele deugden en éin ervan ls dat de Ingenieur zeer kaufmannisch ls aangelegd. Spr. deelt mede hoe de puinsohippers niet graag voor groote lichamen werken, omdat betaling zoo lang uitblijft Anders is dat met het Hoogheemraadschap dat zoo goed als contant betaalt en waardoor concur rentie tegenover andere openbare lichamen ls ontstaan. In Amsterdam wordt het Damrak uitgebroken, het uit komende materiaal moet onmiddellijk worden vervoerd en de Ingenieur heeft daar nub eslag op weten te leggen tegen een prijs, die iets meer dan de vervoerkosten la. De heer De Boer: Het afbreken In de groote steden komt dus ons ten goede. De Voorzitter deelt verder mede. dat het voornemen van de gemeente Edam om een weg af te sluiten, waar over het Hoogheemraadschap veel materiaal moest voe ren. verder Ingrijpen heeft noodig gemaakt Onmiddel lijke koop en verkoop gaf minstens de helft voordeel. Spr. hoopt niet dat de indruk is gewekt dat het Dag. Bestuur maar handelt bulten de vergadering om. Met algemeens stemmen wordt het voorstel van het Dag. Bestuur aanjenomen. Het voorstel tot aanvulling van de begrooting 1930 wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De rekening 1930. Namens de commissie bestaande uit de heeren J. Groot P. Groot Jz„ en P. Zeeman, brengt de heer P. Groot Jz. rapport uit over het onderzoek dat plaats heeft gehad naar de rekening 1930. Rapporteur wijst op de uitsteken de controle die blijkt te bestaan, op het nauwkeurig bij houden van wat verkocht en aangekocht ls, dat al het werk zooveel mogelijk in stukwerk wordt uitgevoerd, wat zeer economisch is. dat de administratie keurig ingericht ls. De indruk van den controledag is dan ook dat do destijds uitgesproken meening door den Dijkgraaf, dat kei Hoogheemraadschap een staf van ambtenaren heeft %aarop het trotsch kan zijn: graag door do commissie wordt herhaald. De commissie dankt den ambtenaren voor het geleverde werk en adviseert do rekening onge wijzigd vast te stellen. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. Do Voorzitter dankt do commissie en rapporteur. Het Dag. Bestuur heeft het compliment, dat aan de hoofd ambtenaren is gebracht, met genoegen aangehoord en onderschrijft het volkomen. Spr. feliciteert den pen ningmeester met de decharge die hem door de vaststel ling der rekening wordt verleend. Overnam© onderhoud oprit Ilazedwarsdijk. Zonder bespreking wordt goedgevonden, het voorstel om over te nemen het onderhoud van den In de voorma lige gemeente Petten gelegen oprit (kluft) van den Haze- dwaredljk. over te nemen, en wel tegen betaling door de gemeente Zijpe van een vast bedrag per jaar van f 65, te allen tijde afkoopbaar tegen een bedrag Ineens van i 1300. Eveneens wordt goedgevonden het voorstel van D. en H. tot het geven van de bestemming van de opbrengst van den verkoop van het perceel Emmastraat 3 te Alk maar. De concept-overeenkomst tusschen het Rijk (Zuider zeewerken) en het Hoogheemraadschap betreffende de grensregeling van dê Wleringermeer en den aanleg van een weg langs en van overgangen op en door den voor- maligen zeedijk, van het ambacht van Westfriesland, ge naamd de Vier Noorder Koggen tusschen Medemblik en Aartswoud, geeft evenmin aanleiding tot bespreking en wordt zonder hoofdelijko stemming goedgekeurd. Het ambtenarenreglement. Aan de orde komt nu het voorstel tot vaststelling van een ambtenarenreglement. De heer D. de Boer zegt dat het niet zijn bedoeling ia om iets te zeggen over de artikelen, omdat hij mag aannemen, dat er in gecondenseerd is wat het Dag. Be stuur en de ambtenaren hebben gewild. Evenwel straks is medegedeeld dat een organisatie nog wijzigingen aan gebracht wilde zien en spr. zou nu willen hooren war men wilde. Het adres van den Ned. Bond van personeel In overheidsdienst wordt nu gelezen, en daaruit blijkt dat het ontwerp-ambtenarenreglement niet geheel vol doet aan do wenschen dezer organisatie en niet over eenkomt met het vastgestelde reglement door de ver- cenlging van Noordhollandsche Waterschappen. De Voorzitter wijst er op dat de Vereeniging van Noordhollandsche Waterschappen slechts een concept heeft vastgesteld dat als handleiding zou kunnen dienen De adresseerende organisatie wilde dan wijziging van art 8, lid 2. doch de Voorzitter oordeelt dat wat ge vraagd wordt, vrijwel in het door D. en H. voorgestelde artikel staat. Artikel 13. lid 4 zegt dat een ambtenaar kan echter niet worden verplicht, om ln plaats van stakers of uitgesloten In particulieren dienst, arbeid te verrichten, tenzij zulks in het belang van den dienst of van de openbare veilig heid noodzakelijk wordt geacht. De organisatie zou nu bepaald willen zien, dat in dat laatste geval tevoren of zoo spoedig mogelijk overleg met de Vakvereeniging van het personeel wordt gepleegd. De Voorzitter licht toe, dat de bedoeling van het Dag. Bestuur was dat als een werk door staking openligt en er gevaar van de zee af voor het verkeer bestaat daji de ambtenaar verplicht kon worden, bedoelde arbeid te verrichten, totdat de veiligheid is bereikt. Het gaat In zoo'n geval niet op, eerst de vakvereeniging te hooren, want dan zou het ongeluk reeds gebeurd kunnen zijn. Do heer Zeeman meent dat overleg toch gunstig kan werken en als bij de vakvereeniging goede leiding be staat kan spr. zich niet indenken dat de veiligheid in gevaar behoeft te worden gebracht Wordt niet aan den wcnsch van de organisatie voldaan dan wordt de andere partij te veel verzwakt. De heer Groot, Andijk, wil eerst het gat dicht maken en dan praton. Lid van oen publlelcrechteiyk lichaam. Art. 18, lid 7 van het voorgestelde reglement luidt: De ambtenaar, die daartoe gekozen, als lid van een publiekrechtelijk lichaam wenscht zitting te nemen, heeft daarvoor vergunning noodig van D. en H.; wordt de ver gunning verleend, dan moeten de daaraan eventueel te verbinden voorwaarden door den betrokken ambtenaar worden nageleefd. De adresseerende organisatie maakt bezwaar tegen dit lid. omdat h.1. het college een uitspraak van de kiezers niet ongedaan mag maken. De Voorzitter neemt als voorbeeld, dat de heer Siets- ma wederom gekozen is als lid van den raad van Alk maar en do aanvaarding van die betrekking hom is toe gestaan. onder voorwaarde dat hij geen conferenties als zoodanig dient te houden in den tijd, waarop hij zijn arbeid voor het waterschap heeft te verrichten en dat hij de zittingen van den raad kan bijwonen, mits daartoe overleg wordt gepleegd, met den Secretaris. Wanneer de heer Sietsma echter eventueel zou worden benoemd, tot wethouder dan zou hem de waarneming van dat ambt niet kunnen worden toegestaan. De heer Zeeman kan zich met deze opvatting toch niet vereenigen. Spr. wijst op het feit dat er ook wel bur gemeesters zijn die in vele publiekrechtelijke lichamen zitting hebben. Als de heer Sietsma geroepen wordt, om als wethouder van Alkmaar op te treden, betreft het een gemeenschapsbelang en dan dient d« regeling en de werkzaamheden zoo soepel mogelijk te zijn. Spr. be aamt dat het niet mag zijn tot schade van het bedrijf of liohaam, waarbij de betrokkene in dienst ]s, maar om reeds onvoorwaardelijk uit te spreken dat het niet mag vindt spr. niet goed. De Voorzitter wijst er op dat het een verschil is dat wij weten de uitgebreidheid van het werk, verbonden aan het wethoudersschap van Alkmaar. Het werk ls zoo omvangrijk dat het moet worden gedaan in den tijd die krachtens aanstelling en salarieering van het wa terschap bestemd is. Iets anders zou het bijv. zijn. wan neer mijnheer Jansen wethouder van Petten werd. Spr is overtuigd dat de heer Zeeman, als particulier, er pre cies hetzelfde over zou denken als hij iemand in dienst had die zulk een belangrijk ambt zou willen vervullen. T.a.v. de dienst- en werktijden wil de organisatie be paald zien dat de werktijden zullen zijn 8% uur der dag en 48 uur per week. De Voorzitter deelt mede dat dit in de bijzondere in structies wordt geregeld. Voor de eene groep bestaan andere eischen dan voor een andere groep. De organisatie maakt ook bezwaar tegen de bepaling dat bezoldiging voor overwerk als regel niet wordt ge noten. In zeer bijzondere gevallen kan door D. en H. hiervan worden afgeweken. De Voorzitter merkt op dat de mogelijkheid tot het geven van bezoldiging dus blijkt te bestaan. Het Dag. Bestuur wil hier veel liever souplesse zien. De heer D. de Boer merkt op, dat overwerk wel niet veel zal voorkomen en dat daarvoor ook los personeel wordt aangesteld. Op verzoek van den Dijkgraaf licht de penningmeester toe, dat op zijn kantoor voor een groot gedeelte van het jaar het zeer druk is, voor een klein gedeelte min der druk. Half September wanneer de aanslagen binnen komen. wordt 's mergens een uur eerder begonnen, na 1 October reeds om 7 uur, in begin November om 8 uur en in den tijd van de verzending der aanmaningen wordt wel tot 's avonds 10 uur gewerkt. Daar staat tegenover dat als het minder druk is, spr. met genoegen een amb tenaar eens een halven of een heelen dag vrijaf geeft En tegen deze regeling heeft nooit een ambtenaar be zwaar gemaakt De heer D. de Boer zegt dat uit de regeling dus wel blijkt dat niet steeds moet worden vastgelegd wat een vereeniging wil. De Voorzitter merkt op dat de ambtenaren hun instem ming hebben betuigd met de bepaling. De organisatie wil voorts de vacantio voor timmerman, steenzetter of wegwerker op 9 dienstdagen bepaald zien, in plaats van op 6. De Voorzitter merkt op dat er rekening mee is ge houden dat deze menschen altijd in de openlucht werken. Bovendien hebben zo nog vrijaf op Nieuwjaarsdag, Twee den Paaschdag, Kemelsvaartsdag, Tweede Pinksterdag en beide Kerstdagen, voor zoover deze dagen niet op Zondag vallen. De heer D. de Boer zegt dat dit laatste ook geldt voor ambtenaren, die langer vacantie hebben. Spr. wijst op ambtenaren die ook veel in de openlucht werken, als ingenieur.opzlchter. De Voorzitter oordeelt dat toch wel eenlg verschil be staat tusschen hoofdarbeid ai handenarbeid. De heer Zeeman is het niet met de argumentatie van den Voorzitter eens en oordeelt dat een timmer man ook behoefte heeft aan vacantie. De organisatie wil bij ziekte van vast personeel volle uitkeering van salaris, gedurende 2 jaar, en voor perso neel in tijdelijkcn dienst 6 maanden volle uitkeering. De Voorzitter deelt mede dat blijkens de voorgestelde bepaling ln bijzondere gevallen naar billijkheid kan wor den gehandeld. De door de organisatie naar voren gebrachte bezwaren, brengen geen wijziging m het voorgestelde reglement De heer P. Groot (Andijk), wil nog vastgesteld zien dat verlof en vacantie niet in loondienst bij andere mag worden doorgebracht De Voorzitter zegt dat het Dag. Bestuur in dat gen het wapen „intrekken van verlof' in de handen heeft De heer P. Groot (Andijk) kan het ook niet goed vj» den, dat een ongehuwde, die zijn militairen dienstplict vervult, de helft van zijn bezoldiging geniet. Een or.g. huwde ambtenaar is evengoed al ln een gunstige positi. De Voorzitter wijst er op, dat de ongehuwde ambU naar, als commensaal zijn verplichtingen zal hebben t te komen en overigens het betreft zulke kieine bedrv gen. De heer Groot meent, dat het meer om het princlji gaat. Moet een dienstweigeraar vergoeding hH ben? De heer Van der Sluijs zegt dat bij art. 34 is bepaal dat een gehuwd ambtenaar bij opkomst onder de wap nen voor eerste oefening, de helft der bezoldiging, ber kend naar het tijdvak, dat hij onder de wapenen is, on vangt. Spr. zou deze bepaling ook willen toepassen, g durende het tijdvak dat een dienstweigeraar in de g vangenia wordt gehouden. De Voorzitter zegt dat het Hoogheemraadschap zie dan te veel zou mengen in het conflict tusschen part culier en staat De heer D. de Boer merkt op, dat zoo'n ambtenaar daj ook niet den militairen dienstplicht vervult De heer Van der Sluijs licht nog toe, dat hij het oo- heeft op overtuigde dienstweigeraars. Het gaat z.i. nie op deze dienstweigeraars maar te rangschikken ondi de misdadigers. Op de vraag van den Voorzitter of het voorstel-Va: der Sluijs wordt ondersteund, antwoordt de heer Zee man bevestigend, terwijl wij meenden te hooren dat ooi de heer H. K. Koster het voorstel ondersteunde. De heer D. de Boer, Stompetoren, merkt op, dat dl ambtenaar, die zijn dienstplicht vervult, dat doet om zij: eigen gezin en anderen te beveiligen, terwijl de dienst weigeraar dat niet doet. Dat is het principieele verschi tusschen de 2 gevallen. De heer Pluister zegt, dat hij, zc*>als bekend ls vai Nieuwe Nledorp komt, en spr. staat zeer sympathie! tegenover het voorstel van den heer Van der Sluijs. E zijn verschillende soorten van dienstweigeraars; er zijl er, die het om een bepaalde reden zijn, terwijl andere; het werkelijk om het principe zijn. Als het principieel dienstweigeraars betreft, zou spr. er voor zijn dat z een behoorlijke ondersteuning kregen. De Voorzitter zegt dat menschen die hun eersU dienstplicht nog moeten vervullen, op dien leeftijd ncr niet ln vasten dienst van het Hoogheemraadschap zijt En waar het dus herhalingsoefeningen betreft, mag me aannemen, dat zij die den eersten dienstplicht gedurend zooveel maanden hebben vervuld, wel geen bezwaai zullen maken tegen het deelnemen aan de herhaling! oefeningen gedurende zooveel weken. Voorts merkt spr. op dat als een ambtenaar bij ons waterschap dienst wei gert. hij krijgt ontslag, of een berisping of hij wordt gestraft. Moeten wij dan treden in een zaak die anderen! aangaat? Bovendien zooals reeds is opgemerkt, het heeft praotisch geen waarde. De heer Van der Sluijs is het met de aangevoerde gumenten niet eens. maar in verband met de mededi ling dat(het Hoogheemraadschap geen vaste ambtena: heeft die hun eerste dienstplicht hebben te vervuil) trekt spr. zijn voorstel ln. De heer Fluister wijst er op dat het hem meerd) malen in de practijk ls gebleken dat men op meer ge vorderden leeftijd den militairen dienst weigert en juuf voor die menschen was dan de ondersteuning gewenschï Doch de heer Van der Sluijs heeft zijn voorstel reeds iaj getrokken. Het voorgestelde ambtenarenreglement wordt vervor gens zonder wijziging goedgekeurd. De Voorzitter sluit vervolgens de vorgadarins' Door RAJA MAHANDRA BATRAP. Een en ander over dit vreemdsoortige land. Dalai Lama, heerscher van Tibet. Deze betiteling van den oppermachtige geloovige in het Avondland, is van zuiver Chineeschen oorsprong en in het uitgestrekte gebied welke volkeren tot de onderdanen van Dalai Lama behooren, weinig bekend. De bewoners van Tibet noemen hun heerscher „dja- Rimpoch'hi", koning, grootmeester. De tegenwoordige „dja-Rimpoch'hi" is „Thamehi-Ch'ampo", de Alweten de. Voorwaar, als alwetend moeten zij gelden de konin gen van Tibet, zij noemen zich de incarnatie van de Hailie Ziel. dio het Paradijs verliet en tot de Aarde afdaalde om de menschen te redden. Volgens geloo- vigen moet hij zich na den dood van een Dalai Lama steeds weer opnieuw in een mensch belichamen. Ora dit goddelijk wezen te herkennen, wordt ongeveer an derhalf jaar na den dood van een heerscher zorgvul dig onder de pas-geborenen van het land naar een of ander herkenningsteeken gezocht, dat de menschen van het Goddelijke overtuigt. Buitengewoon begaaf de kinderen worden naar het koningspaleis gebracht, waar hen temidden van speelgoed enkele speciale ge bruiksvoorwerpen worden voorgelegd. Van de kinde ren, die er blijk van geven deze voorwerpen te her kennen, wordt vermoed, dat zij in betrekking tot den gestorvene hebben gestaan. Hun opvoeding wordt aan hooge Lnmas, monniken van de lamaistische broe derschap toevertrouwd. Gelukkig Tibet, wanneer de keus dan eindelijk is gevallen en de Dalai Lama herkend is. Tot in de armste der hutten heerscht een vreugderoes en over al jubelt men den nieuwen koning toe. Staatslieden en de hoogste waardigheidsbekleders van het Bhoe- disme brengen in deemoed hun eerbiedsbetuigingen aan het jonge kind. dat met zijn kleine hand het tee- ken van zegen geeft. „Zijne Heiligheid", de tegenwoordige Dalai Lama, is een man van bijna 60 jaar. Toen hij mondig werd, verleende hem de groote Raad alle rechtige machts bevoegdheden van den heerscher van Tibet. De Dalai Lamas stonden, voor zoover het hun we reldlijke positie betrof, tot het uitbreken der Chinee- Lamapr tester. Kijkje in Lhasa. sche revolutie onder het protectoraat ven China, doch golden, als hoofd van de Lamaistische kerk algemeen als de geestelijke leiders van de keizers van China. De tegenwoordige leider, Thamschi-Ch'hampo, de Alwetende, is een absoluut monarch, met een abso lute wil! Als zoodanig trad hij op den voorgrond, na dat tientallen jaren lang wegens het vroegtijdig ster ven der Dalais het land door een groep adellijken uit Lhasa, de hoofdstad van het land, in samenwerking met de Chineesche regenten werd geregeerd. Thamschi-Ch'hampo hield zich met buitengewone gaven begiftigd. Daar kwam nog bij, dat het volk da gelijks tezamen stroomde om zijn zegen te ontvangen. Het is dus volkomen begrijpelijk, dat zulk een mensch langzaam maar zeker tot de overtuiging kwam dat zijn oordeel en meeningonaantastbaar wa ren. Een feit is het echter, dat de Chineesche regent niet al te enthousiast over de ideeën van den jongen Tibetnanschen Koning was en dat ook hot Britsche imperialisme in Indië zich spoedig onbehaaglijk be gon te gevoelen. De jaren 1903 en 1901 kwamen en met hen de En- gelschc zending van Young-husband. Na enkele ge vechten rukten zij naar Lhasma op. De Dalai Lama begaf zich naar Oerga in Mongolië met het doel van daaruit aan Rusland om hulp te vragen. Toen dit mis lukte, wendde hij zich tot Peking, waar de keizer hem wel met groote eerebetuigingen ontving, maar toch niet aan de verlangens van zijn hoogen gast tegemoet, kwam. Inmiddels hadden de Britten om klimatalogische en andere redenen vrede gesloten en het land verlaten. De Dalai Lama keerde onmiddellijk terug en werd als de leider van zijn volk bejubeld en verafgood. Doch de Chineesche resident in Lhasa was ontevre den. Had hij niet den hoogen heerscher tijdens zijn o-onthoud in Mongolië officieel zijn ontslag aange boden? Wat had zijn wederoptreden als Koning te be- teekenen? De Dalai zijnerzijds voelde zich echter ge rechtigd tot een ernstig bPklag naar aanleiding van hetzelfde feit. Hij nam het standpunt in. dat zijn con flict met de Engelschen slechts voort was gevloeid uil een overmaat van trouw aan China, waarvoor hen hem slechts met ondankbaarheid had bejegend, door hem niet tegen de Engelschen te ondersteunen. De eenige mataregel van Chineesche zijde was. dat eenige troepen naar Tibet werden ontboden, die tegen Lhasa oprukten. De Dalai Lama werd door zijn vriende: tijdig gewaarschuwd, dat hij gevaar liep om gevat gen,'ja zelfs vermoord te worden. Hij vluchtte naa. Indië, waar hij een vriendschappelijk onderdak voa en de eeregast werd bij de Britsche regeering. Doe ook daar voelde hij zich verre van behaaglijk. De oa derkoning behandelde Thamchi-Ch'hampo, den Al wetende, op dezelfde manier als hij den een of and< ren vorstelijken vluchteling behandeld zou hebbel zonder hem de eer te bewijzen, die hem als hoofd va de Lamaistische kerk toekwam. Drie maal koning van Tibet Ontevreden, "verbitterd en in een vreemd land! Dt eenige troost verstrekten hem zijn weinige volgellöj gen, die in verafgoding aan zijn voeten lagen. Zoo kwam het jaar 1911. In China brak de revolutit uit. Ook in Tibet laaide de brand op. het volk ie Lhasa verzette zich tegen de Chineesche overheeK sching en eischte zijn onafhankelijkheid. Gesteun! door de Engelschen gelukte het om de Chineesch troepen te verslaan. De trouwe onderdanen verlang den thans weer naar de terugkeer van den Dali Lama en zoo geschiedde het dat „Zijne Heiligheid' voor de derde keer Koning van Tibet werd. Charon een van zijn getrouwen, die hem ook in Indië had bi gestaan, werd eerste minister. Gedurende den eerstvolgenden tijd verging het da Engelschen dank zij den invloed van minister Chi rong, die een groot vriend van Engeland was, h« goed. Tenslotte kregen zij zelfs toestemming om e« gezantschapsgebouw in de buurt van Lhasa te vesti gen. Doch dit was te veel gevergd van de vrijheidslieven de Tibetanen. Overal in het land werd tegen de gest van Charong geprotesteerd. Uit de kloosters klonkei de luidste protesten. Het volk morde, een opstam dreigde, de Lamas protesteerden en de toestand wert critiek. De heerscher, de Dalai Lama keerde in deze cri tieke dagen tot zijn volk terug. Charong werd met een opdracht naar Indië gestuurd en een neef van „Zijr* Heiligheid" werd tot eerste minister benoemd. Zijn dit de voorboden van een nationalistische weging tegen het Britsche imperialisme? En zal Ti bitsch Lincoln, de hater van alles wat F.ngelsch deze leiden? Zijn bekeering tot Lamapriester heeft alle schijn van. x)irV Sint Ann Egn Hee Bin st- Oud Scbf Koll War va Win Hoo; Oud' Niet Oost Wes Huis Julis Calli Bars Nieu Scha Na Bree Na Hipr Anni Na SC 10 gelde —370 -20, 74 id en g vette f 0.4 EL Aa; parti, eiere: eiere: A* (B Ze t 5— heim eigei klein Hol!. 6. R f 7- t 12- AJ Te kalvi 64 ct —14; ct, per •voer D A 0. 5.50, 2.40, M Sc 2.70, W Sc ve t Aa N( klein f21- gen f 2- ctuki boon roodi kool. BR Aai f 4.8 örieli —9, 2 >400 650 1 -21.1 W1 Aalh 15, a tard; 12. k f 5. AL Aard f 0.61 f 1- per 1 1 52 krop 3.20 perxi bakji 100 l f 05 snijb f 12- uien Masker van een Lamapriesu. Op «en To ze bi daar werd tief i duw< He Ren de, straa goed werd huis moej

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 2