Dalai Lama,
de heerscher van Tibet
beheer van het Hoogheemraadschap is bij spr. bulten
alle twijfel. Spr. heeft alle lof daarvoor en uit de spe-
clficatiestaat, die bij de rekening is gevoegd, blijkt wel
dat alles wordt gedaan om zoo economisch mogelijk te
handelen.
Het gaat er bij spr. dan ook niet om om eenlg crltiek
op het beheer uit te oefenen. Spr. wijst op de tegenstel
ling tusschen stad en land, die steeds scherper wordt
Er dient naar gestreefd te worden, de erfenla die Noor
derkwartier in den vorm van dit waterschap is toege
kend, en die zoo zwaar beklemt, zoo licht mogelijk te
doen zijn. Spr. erkent het wettelijk recht dat heeft be-
ataan en La.v. de heffing der bijdrage ia ontzaggelijk
veel te zeggen geweest maar de tijd is nu anders. Spr.
had daarom gaarne gezien dat D. en H. niet afwijzend
tegenover spr.'s vragen hadden gestaan. Dat de verlaging
ten bate van eigenaar of erfpachter zou komen, ook die
het is gek dat spr. daarop moet wijzen, verkeeren
voor een groot gedeelte ook in moeilijkheden. De toestand
drukt zoowel op hen als op den grondbewerker zelf en
spr. wijst nog op de hooge hypotheekrente enz.
De Voorzitter zegt dat het Dag. Bestuur zijn oor dik
wijls te luisteren legt om tc vernemen of op de een of
andere wijze Iets te bereiken valt en dat Is ook gedaan
ta.v. dit onderwerp. En daarbij is de overtuiging weg
gedragen dat do kans op succes thans uitgesloten la
Het Dag. Bestuur vindt het beter de poging niet te doen
maar met de feiten rekening te houden. Wol zijn er
aanmerkingen te maken over de wijze waarop Noorder
kwartier tot stand is gekomen, maar niet vergeten moet
worden dat van de pl.m. 30 millioen die voor de verbe
tering van de zeedijken is uitgegeven. 20 millioen in reke
ning ls gebracht dat de 60 pet., dio daarvan moest wor
den bijgedragen teruggebracht is tot 45 pet en dat ver
volgens de halve rijksbijdrage weer is afgetrokken. Spr.
wijst er den heer Zeeman op, hoe blijkens de uitlating
van den heer Thomasse in het Volk, deze partijgenoot
van den heer Zeeman een lijnrechte houding aanneemt
en waar in diens partij dus verschil van mccnlng bestaat
ral steun van de party wel r.let worden verkregen, mis
schien van personen Individueel. Wordt evenwel het
voorstel van den heer Zeeman aangenomen dan zullen
D. en H. het met enthousiasme doen, maar zij hebben
do overtuiging dat het geen succes zal hebben en dat
het niet bevorderlijk zal zijn aan de verhouding tusschen
Prov. Staten en dit Waterschap.
Zontter hoofdelijke stemming wordt het schrijven van
den heer Zeeman voor kennisgeving aangenomen.
Verbetering van wegen-
Aan de orde komt het voorstel van D. en H. om van
het batig slot 1930 f 75000 beschikbaar tc stellen voor de
verbetering van een gedeelte weg op den Westerdijk,
Idem op den Kogerdijk in de gemeente Wervershoof en
idem van een gedeelte weg op den Zeevangszeedijk.
De heer Haremaker kan zich met het onderhoud van
de wegen vereenigen, maar in verband met den econo-
tnlschcn toestand vindt sph 't verbreedon en verfraaien
niet gewenscht en daarom kan spr. aan deze uit
gave van f 75000 zijn stem niet geven.
De Voorzitter wijst er op dat vooral het zware auto
verkeer aan de wegen steeds zwaardere eischen stelt en
dat het verkeer niet meer van buiten de dorpen komt
Van verfraaiing der wegen ls geen sprake, alleen van
aanpassing aan de nieuwe eischen, waarvan het vert>rec-
den een uitvloeisel ls. Juist als de wegen worden ge
maakt als wordt voorgesteld, rullen wo In de toekomst
met gewoon onderhoud too kunnen.
De heer Zeeman zegt, dat zijn voorstel om tot ver
laging der belasting te komen, niet inhield een mindere
uitgaaf voor wegenonderhoud of -verbetering. Integen
deel de verbeteringen dienen zoo goed mogelijk te zijn,
mede in verband met de bijdrage door de Provinie voor
de wegen voorkomende op het aanvullend wegenplan
en welke bijdrage alleen wordt verleend als de wegen
•en behoorlijk onderhoud, een behoorlijke breedte en
een stofvrij dek krijgen.
De heer D. de Boer informeert in hoever de voorge
stelde verbetering een betere kans geeft om te putten
uit de provinciale ltas.
Do Voorzitter antwoordt dat do regeling in grove trek
ken zoo ls dat de bijdrage wordt verleend naar gelang
dor breedte van het dek en de stofvrijheld. Do hierbe-
doelde wegen zijn allen opgenomen in het aanvullend
wegenplan. Op dit plan zijn ongeveer geplaatst 400 K.M.
waarvan 50 K.M. of M van het Hoogheemraadschap.
Wanneer dus aan de door Ged. Staten gestelde voorwaar
den wordt voldaan zou als de andere wegbeheerders
hun wegen evengoed maakten als ons waterschap aan
spraak op H van f 180.000 ls ruim f 20.000 kunnen wor
den gemaakt
De heer De Boer, Edam. regt dat 't verkeerd zou zijn
tegen dit voorstel te stemmen, omdat voor een groot
gedeelte de verwerking reeds heeft plaats gehad. Spr.
brengt lof aaji den Ingenieur, omdat deze op voordoe-
llgo wijze beslag op materiaal weet te leggen.
De Voorzitter acht toelichting nu zeer noodlg, vooral
voor den heer Haremaker. Het Hoogheemraadschap
moge dan gebroken hebben, het heeft ook enkele deugden
en éin ervan ls dat de Ingenieur zeer kaufmannisch ls
aangelegd. Spr. deelt mede hoe de puinsohippers niet
graag voor groote lichamen werken, omdat betaling zoo
lang uitblijft Anders is dat met het Hoogheemraadschap
dat zoo goed als contant betaalt en waardoor concur
rentie tegenover andere openbare lichamen ls ontstaan.
In Amsterdam wordt het Damrak uitgebroken, het uit
komende materiaal moet onmiddellijk worden vervoerd
en de Ingenieur heeft daar nub eslag op weten te
leggen tegen een prijs, die iets meer dan de vervoerkosten
la.
De heer De Boer: Het afbreken In de groote steden
komt dus ons ten goede.
De Voorzitter deelt verder mede. dat het voornemen
van de gemeente Edam om een weg af te sluiten, waar
over het Hoogheemraadschap veel materiaal moest voe
ren. verder Ingrijpen heeft noodig gemaakt Onmiddel
lijke koop en verkoop gaf minstens de helft voordeel.
Spr. hoopt niet dat de indruk is gewekt dat het Dag.
Bestuur maar handelt bulten de vergadering om.
Met algemeens stemmen wordt het voorstel van het
Dag. Bestuur aanjenomen.
Het voorstel tot aanvulling van de begrooting 1930
wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De rekening 1930.
Namens de commissie bestaande uit de heeren J. Groot
P. Groot Jz„ en P. Zeeman, brengt de heer P. Groot Jz.
rapport uit over het onderzoek dat plaats heeft gehad
naar de rekening 1930. Rapporteur wijst op de uitsteken
de controle die blijkt te bestaan, op het nauwkeurig bij
houden van wat verkocht en aangekocht ls, dat al het
werk zooveel mogelijk in stukwerk wordt uitgevoerd, wat
zeer economisch is. dat de administratie keurig ingericht
ls. De indruk van den controledag is dan ook dat do
destijds uitgesproken meening door den Dijkgraaf, dat
kei Hoogheemraadschap een staf van ambtenaren heeft
%aarop het trotsch kan zijn: graag door do commissie
wordt herhaald. De commissie dankt den ambtenaren
voor het geleverde werk en adviseert do rekening onge
wijzigd vast te stellen.
Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Do Voorzitter dankt do commissie en rapporteur. Het
Dag. Bestuur heeft het compliment, dat aan de hoofd
ambtenaren is gebracht, met genoegen aangehoord en
onderschrijft het volkomen. Spr. feliciteert den pen
ningmeester met de decharge die hem door de vaststel
ling der rekening wordt verleend.
Overnam© onderhoud oprit Ilazedwarsdijk.
Zonder bespreking wordt goedgevonden, het voorstel
om over te nemen het onderhoud van den In de voorma
lige gemeente Petten gelegen oprit (kluft) van den Haze-
dwaredljk. over te nemen, en wel tegen betaling door de
gemeente Zijpe van een vast bedrag per jaar van f 65,
te allen tijde afkoopbaar tegen een bedrag Ineens van
i 1300.
Eveneens wordt goedgevonden het voorstel van D. en
H. tot het geven van de bestemming van de opbrengst
van den verkoop van het perceel Emmastraat 3 te Alk
maar.
De concept-overeenkomst tusschen het Rijk (Zuider
zeewerken) en het Hoogheemraadschap betreffende de
grensregeling van dê Wleringermeer en den aanleg van
een weg langs en van overgangen op en door den voor-
maligen zeedijk, van het ambacht van Westfriesland, ge
naamd de Vier Noorder Koggen tusschen Medemblik en
Aartswoud, geeft evenmin aanleiding tot bespreking en
wordt zonder hoofdelijko stemming goedgekeurd.
Het ambtenarenreglement.
Aan de orde komt nu het voorstel tot vaststelling van
een ambtenarenreglement.
De heer D. de Boer zegt dat het niet zijn bedoeling ia
om iets te zeggen over de artikelen, omdat hij mag
aannemen, dat er in gecondenseerd is wat het Dag. Be
stuur en de ambtenaren hebben gewild. Evenwel straks
is medegedeeld dat een organisatie nog wijzigingen aan
gebracht wilde zien en spr. zou nu willen hooren war
men wilde. Het adres van den Ned. Bond van personeel
In overheidsdienst wordt nu gelezen, en daaruit blijkt
dat het ontwerp-ambtenarenreglement niet geheel vol
doet aan do wenschen dezer organisatie en niet over
eenkomt met het vastgestelde reglement door de ver-
cenlging van Noordhollandsche Waterschappen.
De Voorzitter wijst er op dat de Vereeniging van
Noordhollandsche Waterschappen slechts een concept
heeft vastgesteld dat als handleiding zou kunnen dienen
De adresseerende organisatie wilde dan wijziging van
art 8, lid 2. doch de Voorzitter oordeelt dat wat ge
vraagd wordt, vrijwel in het door D. en H. voorgestelde
artikel staat.
Artikel 13. lid 4 zegt dat een ambtenaar kan echter niet
worden verplicht, om ln plaats van stakers of uitgesloten
In particulieren dienst, arbeid te verrichten, tenzij zulks
in het belang van den dienst of van de openbare veilig
heid noodzakelijk wordt geacht. De organisatie zou nu
bepaald willen zien, dat in dat laatste geval tevoren of
zoo spoedig mogelijk overleg met de Vakvereeniging
van het personeel wordt gepleegd.
De Voorzitter licht toe, dat de bedoeling van het Dag.
Bestuur was dat als een werk door staking openligt en
er gevaar van de zee af voor het verkeer bestaat daji
de ambtenaar verplicht kon worden, bedoelde arbeid te
verrichten, totdat de veiligheid is bereikt. Het gaat In
zoo'n geval niet op, eerst de vakvereeniging te hooren,
want dan zou het ongeluk reeds gebeurd kunnen zijn.
Do heer Zeeman meent dat overleg toch gunstig kan
werken en als bij de vakvereeniging goede leiding be
staat kan spr. zich niet indenken dat de veiligheid in
gevaar behoeft te worden gebracht Wordt niet aan den
wcnsch van de organisatie voldaan dan wordt de andere
partij te veel verzwakt.
De heer Groot, Andijk, wil eerst het gat dicht maken
en dan praton.
Lid van oen publlelcrechteiyk lichaam.
Art. 18, lid 7 van het voorgestelde reglement luidt:
De ambtenaar, die daartoe gekozen, als lid van een
publiekrechtelijk lichaam wenscht zitting te nemen, heeft
daarvoor vergunning noodig van D. en H.; wordt de ver
gunning verleend, dan moeten de daaraan eventueel te
verbinden voorwaarden door den betrokken ambtenaar
worden nageleefd.
De adresseerende organisatie maakt bezwaar tegen dit
lid. omdat h.1. het college een uitspraak van de kiezers
niet ongedaan mag maken.
De Voorzitter neemt als voorbeeld, dat de heer Siets-
ma wederom gekozen is als lid van den raad van Alk
maar en do aanvaarding van die betrekking hom is toe
gestaan. onder voorwaarde dat hij geen conferenties als
zoodanig dient te houden in den tijd, waarop hij zijn
arbeid voor het waterschap heeft te verrichten en dat
hij de zittingen van den raad kan bijwonen, mits daartoe
overleg wordt gepleegd, met den Secretaris. Wanneer
de heer Sietsma echter eventueel zou worden benoemd,
tot wethouder dan zou hem de waarneming van dat
ambt niet kunnen worden toegestaan.
De heer Zeeman kan zich met deze opvatting toch niet
vereenigen. Spr. wijst op het feit dat er ook wel bur
gemeesters zijn die in vele publiekrechtelijke lichamen
zitting hebben. Als de heer Sietsma geroepen wordt,
om als wethouder van Alkmaar op te treden, betreft het
een gemeenschapsbelang en dan dient d« regeling en
de werkzaamheden zoo soepel mogelijk te zijn. Spr. be
aamt dat het niet mag zijn tot schade van het bedrijf
of liohaam, waarbij de betrokkene in dienst ]s, maar om
reeds onvoorwaardelijk uit te spreken dat het niet mag
vindt spr. niet goed.
De Voorzitter wijst er op dat het een verschil is dat
wij weten de uitgebreidheid van het werk, verbonden
aan het wethoudersschap van Alkmaar. Het werk ls
zoo omvangrijk dat het moet worden gedaan in den tijd
die krachtens aanstelling en salarieering van het wa
terschap bestemd is. Iets anders zou het bijv. zijn. wan
neer mijnheer Jansen wethouder van Petten werd. Spr
is overtuigd dat de heer Zeeman, als particulier, er pre
cies hetzelfde over zou denken als hij iemand in dienst
had die zulk een belangrijk ambt zou willen vervullen.
T.a.v. de dienst- en werktijden wil de organisatie be
paald zien dat de werktijden zullen zijn 8% uur der dag
en 48 uur per week.
De Voorzitter deelt mede dat dit in de bijzondere in
structies wordt geregeld. Voor de eene groep bestaan
andere eischen dan voor een andere groep.
De organisatie maakt ook bezwaar tegen de bepaling
dat bezoldiging voor overwerk als regel niet wordt ge
noten. In zeer bijzondere gevallen kan door D. en H.
hiervan worden afgeweken.
De Voorzitter merkt op dat de mogelijkheid tot het
geven van bezoldiging dus blijkt te bestaan. Het Dag.
Bestuur wil hier veel liever souplesse zien.
De heer D. de Boer merkt op, dat overwerk wel niet
veel zal voorkomen en dat daarvoor ook los personeel
wordt aangesteld.
Op verzoek van den Dijkgraaf licht de penningmeester
toe, dat op zijn kantoor voor een groot gedeelte van
het jaar het zeer druk is, voor een klein gedeelte min
der druk. Half September wanneer de aanslagen binnen
komen. wordt 's mergens een uur eerder begonnen, na
1 October reeds om 7 uur, in begin November om 8 uur
en in den tijd van de verzending der aanmaningen wordt
wel tot 's avonds 10 uur gewerkt. Daar staat tegenover
dat als het minder druk is, spr. met genoegen een amb
tenaar eens een halven of een heelen dag vrijaf geeft
En tegen deze regeling heeft nooit een ambtenaar be
zwaar gemaakt
De heer D. de Boer zegt dat uit de regeling dus wel
blijkt dat niet steeds moet worden vastgelegd wat een
vereeniging wil.
De Voorzitter merkt op dat de ambtenaren hun instem
ming hebben betuigd met de bepaling.
De organisatie wil voorts de vacantio voor timmerman,
steenzetter of wegwerker op 9 dienstdagen bepaald zien,
in plaats van op 6.
De Voorzitter merkt op dat er rekening mee is ge
houden dat deze menschen altijd in de openlucht werken.
Bovendien hebben zo nog vrijaf op Nieuwjaarsdag, Twee
den Paaschdag, Kemelsvaartsdag, Tweede Pinksterdag
en beide Kerstdagen, voor zoover deze dagen niet op
Zondag vallen.
De heer D. de Boer zegt dat dit laatste ook geldt voor
ambtenaren, die langer vacantie hebben. Spr. wijst op
ambtenaren die ook veel in de openlucht werken, als
ingenieur.opzlchter.
De Voorzitter oordeelt dat toch wel eenlg verschil be
staat tusschen hoofdarbeid ai handenarbeid.
De heer Zeeman is het niet met de argumentatie
van den Voorzitter eens en oordeelt dat een timmer
man ook behoefte heeft aan vacantie.
De organisatie wil bij ziekte van vast personeel volle
uitkeering van salaris, gedurende 2 jaar, en voor perso
neel in tijdelijkcn dienst 6 maanden volle uitkeering.
De Voorzitter deelt mede dat blijkens de voorgestelde
bepaling ln bijzondere gevallen naar billijkheid kan wor
den gehandeld.
De door de organisatie naar voren gebrachte bezwaren,
brengen geen wijziging m het voorgestelde reglement
De heer P. Groot (Andijk), wil nog vastgesteld zien
dat verlof en vacantie niet in loondienst bij andere
mag worden doorgebracht
De Voorzitter zegt dat het Dag. Bestuur in dat gen
het wapen „intrekken van verlof' in de handen heeft
De heer P. Groot (Andijk) kan het ook niet goed vj»
den, dat een ongehuwde, die zijn militairen dienstplict
vervult, de helft van zijn bezoldiging geniet. Een or.g.
huwde ambtenaar is evengoed al ln een gunstige positi.
De Voorzitter wijst er op, dat de ongehuwde ambU
naar, als commensaal zijn verplichtingen zal hebben t
te komen en overigens het betreft zulke kieine bedrv
gen.
De heer Groot meent, dat het meer om het princlji
gaat.
Moet een dienstweigeraar vergoeding hH
ben?
De heer Van der Sluijs zegt dat bij art. 34 is bepaal
dat een gehuwd ambtenaar bij opkomst onder de wap
nen voor eerste oefening, de helft der bezoldiging, ber
kend naar het tijdvak, dat hij onder de wapenen is, on
vangt. Spr. zou deze bepaling ook willen toepassen, g
durende het tijdvak dat een dienstweigeraar in de g
vangenia wordt gehouden.
De Voorzitter zegt dat het Hoogheemraadschap zie
dan te veel zou mengen in het conflict tusschen part
culier en staat
De heer D. de Boer merkt op, dat zoo'n ambtenaar daj
ook niet den militairen dienstplicht vervult
De heer Van der Sluijs licht nog toe, dat hij het oo-
heeft op overtuigde dienstweigeraars. Het gaat z.i. nie
op deze dienstweigeraars maar te rangschikken ondi
de misdadigers.
Op de vraag van den Voorzitter of het voorstel-Va:
der Sluijs wordt ondersteund, antwoordt de heer Zee
man bevestigend, terwijl wij meenden te hooren dat ooi
de heer H. K. Koster het voorstel ondersteunde.
De heer D. de Boer, Stompetoren, merkt op, dat dl
ambtenaar, die zijn dienstplicht vervult, dat doet om zij:
eigen gezin en anderen te beveiligen, terwijl de dienst
weigeraar dat niet doet. Dat is het principieele verschi
tusschen de 2 gevallen.
De heer Pluister zegt, dat hij, zc*>als bekend ls vai
Nieuwe Nledorp komt, en spr. staat zeer sympathie!
tegenover het voorstel van den heer Van der Sluijs. E
zijn verschillende soorten van dienstweigeraars; er zijl
er, die het om een bepaalde reden zijn, terwijl andere;
het werkelijk om het principe zijn. Als het principieel
dienstweigeraars betreft, zou spr. er voor zijn dat z
een behoorlijke ondersteuning kregen.
De Voorzitter zegt dat menschen die hun eersU
dienstplicht nog moeten vervullen, op dien leeftijd ncr
niet ln vasten dienst van het Hoogheemraadschap zijt
En waar het dus herhalingsoefeningen betreft, mag me
aannemen, dat zij die den eersten dienstplicht gedurend
zooveel maanden hebben vervuld, wel geen bezwaai
zullen maken tegen het deelnemen aan de herhaling!
oefeningen gedurende zooveel weken. Voorts merkt spr.
op dat als een ambtenaar bij ons waterschap dienst wei
gert. hij krijgt ontslag, of een berisping of hij wordt
gestraft. Moeten wij dan treden in een zaak die anderen!
aangaat? Bovendien zooals reeds is opgemerkt, het heeft
praotisch geen waarde.
De heer Van der Sluijs is het met de aangevoerde
gumenten niet eens. maar in verband met de mededi
ling dat(het Hoogheemraadschap geen vaste ambtena:
heeft die hun eerste dienstplicht hebben te vervuil)
trekt spr. zijn voorstel ln.
De heer Fluister wijst er op dat het hem meerd)
malen in de practijk ls gebleken dat men op meer ge
vorderden leeftijd den militairen dienst weigert en juuf
voor die menschen was dan de ondersteuning gewenschï
Doch de heer Van der Sluijs heeft zijn voorstel reeds iaj
getrokken.
Het voorgestelde ambtenarenreglement wordt vervor
gens zonder wijziging goedgekeurd.
De Voorzitter sluit vervolgens de vorgadarins'
Door
RAJA MAHANDRA BATRAP.
Een en ander over dit vreemdsoortige land.
Dalai Lama, heerscher van Tibet.
Deze betiteling van den oppermachtige geloovige in
het Avondland, is van zuiver Chineeschen oorsprong
en in het uitgestrekte gebied welke volkeren tot de
onderdanen van Dalai Lama behooren, weinig bekend.
De bewoners van Tibet noemen hun heerscher „dja-
Rimpoch'hi", koning, grootmeester. De tegenwoordige
„dja-Rimpoch'hi" is „Thamehi-Ch'ampo", de Alweten
de.
Voorwaar, als alwetend moeten zij gelden de konin
gen van Tibet, zij noemen zich de incarnatie van de
Hailie Ziel. dio het Paradijs verliet en tot de Aarde
afdaalde om de menschen te redden. Volgens geloo-
vigen moet hij zich na den dood van een Dalai Lama
steeds weer opnieuw in een mensch belichamen. Ora
dit goddelijk wezen te herkennen, wordt ongeveer an
derhalf jaar na den dood van een heerscher zorgvul
dig onder de pas-geborenen van het land naar een
of ander herkenningsteeken gezocht, dat de menschen
van het Goddelijke overtuigt. Buitengewoon begaaf
de kinderen worden naar het koningspaleis gebracht,
waar hen temidden van speelgoed enkele speciale ge
bruiksvoorwerpen worden voorgelegd. Van de kinde
ren, die er blijk van geven deze voorwerpen te her
kennen, wordt vermoed, dat zij in betrekking tot den
gestorvene hebben gestaan. Hun opvoeding wordt aan
hooge Lnmas, monniken van de lamaistische broe
derschap toevertrouwd.
Gelukkig Tibet, wanneer de keus dan eindelijk is
gevallen en de Dalai Lama herkend is. Tot in de
armste der hutten heerscht een vreugderoes en over
al jubelt men den nieuwen koning toe. Staatslieden
en de hoogste waardigheidsbekleders van het Bhoe-
disme brengen in deemoed hun eerbiedsbetuigingen
aan het jonge kind. dat met zijn kleine hand het tee-
ken van zegen geeft.
„Zijne Heiligheid", de tegenwoordige Dalai Lama,
is een man van bijna 60 jaar. Toen hij mondig werd,
verleende hem de groote Raad alle rechtige machts
bevoegdheden van den heerscher van Tibet.
De Dalai Lamas stonden, voor zoover het hun we
reldlijke positie betrof, tot het uitbreken der Chinee-
Lamapr tester.
Kijkje in Lhasa.
sche revolutie onder het protectoraat ven China, doch
golden, als hoofd van de Lamaistische kerk algemeen
als de geestelijke leiders van de keizers van China.
De tegenwoordige leider, Thamschi-Ch'hampo, de
Alwetende, is een absoluut monarch, met een abso
lute wil! Als zoodanig trad hij op den voorgrond, na
dat tientallen jaren lang wegens het vroegtijdig ster
ven der Dalais het land door een groep adellijken uit
Lhasa, de hoofdstad van het land, in samenwerking
met de Chineesche regenten werd geregeerd.
Thamschi-Ch'hampo hield zich met buitengewone
gaven begiftigd. Daar kwam nog bij, dat het volk da
gelijks tezamen stroomde om zijn zegen te ontvangen.
Het is dus volkomen begrijpelijk, dat zulk een
mensch langzaam maar zeker tot de overtuiging
kwam dat zijn oordeel en meeningonaantastbaar wa
ren. Een feit is het echter, dat de Chineesche regent
niet al te enthousiast over de ideeën van den jongen
Tibetnanschen Koning was en dat ook hot Britsche
imperialisme in Indië zich spoedig onbehaaglijk be
gon te gevoelen.
De jaren 1903 en 1901 kwamen en met hen de En-
gelschc zending van Young-husband. Na enkele ge
vechten rukten zij naar Lhasma op. De Dalai Lama
begaf zich naar Oerga in Mongolië met het doel van
daaruit aan Rusland om hulp te vragen. Toen dit mis
lukte, wendde hij zich tot Peking, waar de keizer hem
wel met groote eerebetuigingen ontving, maar toch
niet aan de verlangens van zijn hoogen gast tegemoet,
kwam.
Inmiddels hadden de Britten om klimatalogische en
andere redenen vrede gesloten en het land verlaten.
De Dalai Lama keerde onmiddellijk terug en werd
als de leider van zijn volk bejubeld en verafgood.
Doch de Chineesche resident in Lhasa was ontevre
den. Had hij niet den hoogen heerscher tijdens zijn
o-onthoud in Mongolië officieel zijn ontslag aange
boden? Wat had zijn wederoptreden als Koning te be-
teekenen? De Dalai zijnerzijds voelde zich echter ge
rechtigd tot een ernstig bPklag naar aanleiding van
hetzelfde feit. Hij nam het standpunt in. dat zijn con
flict met de Engelschen slechts voort was gevloeid uil
een overmaat van trouw aan China, waarvoor hen
hem slechts met ondankbaarheid had bejegend, door
hem niet tegen de Engelschen te ondersteunen. De
eenige mataregel van Chineesche zijde was. dat eenige
troepen naar Tibet werden ontboden, die tegen Lhasa
oprukten. De Dalai Lama werd door zijn vriende:
tijdig gewaarschuwd, dat hij gevaar liep om gevat
gen,'ja zelfs vermoord te worden. Hij vluchtte naa.
Indië, waar hij een vriendschappelijk onderdak voa
en de eeregast werd bij de Britsche regeering. Doe
ook daar voelde hij zich verre van behaaglijk. De oa
derkoning behandelde Thamchi-Ch'hampo, den Al
wetende, op dezelfde manier als hij den een of and<
ren vorstelijken vluchteling behandeld zou hebbel
zonder hem de eer te bewijzen, die hem als hoofd va
de Lamaistische kerk toekwam.
Drie maal koning van Tibet
Ontevreden, "verbitterd en in een vreemd land! Dt
eenige troost verstrekten hem zijn weinige volgellöj
gen, die in verafgoding aan zijn voeten lagen.
Zoo kwam het jaar 1911. In China brak de revolutit
uit. Ook in Tibet laaide de brand op. het volk ie
Lhasa verzette zich tegen de Chineesche overheeK
sching en eischte zijn onafhankelijkheid. Gesteun!
door de Engelschen gelukte het om de Chineesch
troepen te verslaan. De trouwe onderdanen verlang
den thans weer naar de terugkeer van den Dali
Lama en zoo geschiedde het dat „Zijne Heiligheid'
voor de derde keer Koning van Tibet werd. Charon
een van zijn getrouwen, die hem ook in Indië had bi
gestaan, werd eerste minister.
Gedurende den eerstvolgenden tijd verging het da
Engelschen dank zij den invloed van minister Chi
rong, die een groot vriend van Engeland was, h«
goed. Tenslotte kregen zij zelfs toestemming om e«
gezantschapsgebouw in de buurt van Lhasa te vesti
gen.
Doch dit was te veel gevergd van de vrijheidslieven
de Tibetanen. Overal in het land werd tegen de gest
van Charong geprotesteerd. Uit de kloosters klonkei
de luidste protesten. Het volk morde, een opstam
dreigde, de Lamas protesteerden en de toestand wert
critiek.
De heerscher, de Dalai Lama keerde in deze cri
tieke dagen tot zijn volk terug. Charong werd met een
opdracht naar Indië gestuurd en een neef van „Zijr*
Heiligheid" werd tot eerste minister benoemd.
Zijn dit de voorboden van een nationalistische
weging tegen het Britsche imperialisme? En zal Ti
bitsch Lincoln, de hater van alles wat F.ngelsch
deze leiden? Zijn bekeering tot Lamapriester heeft
alle schijn van.
x)irV
Sint
Ann
Egn
Hee
Bin
st-
Oud
Scbf
Koll
War
va
Win
Hoo;
Oud'
Niet
Oost
Wes
Huis
Julis
Calli
Bars
Nieu
Scha
Na
Bree
Na
Hipr
Anni
Na
SC
10
gelde
—370
-20,
74 id
en g
vette
f 0.4
EL
Aa;
parti,
eiere:
eiere:
A*
(B
Ze
t 5—
heim
eigei
klein
Hol!.
6. R
f 7-
t 12-
AJ
Te
kalvi
64 ct
—14;
ct,
per
•voer
D
A
0.
5.50,
2.40,
M
Sc
2.70,
W
Sc
ve t
Aa
N(
klein
f21-
gen
f 2-
ctuki
boon
roodi
kool.
BR
Aai
f 4.8
örieli
—9, 2
>400
650 1
-21.1
W1
Aalh
15, a
tard;
12. k
f 5.
AL
Aard
f 0.61
f 1-
per 1
1 52
krop
3.20
perxi
bakji
100 l
f 05
snijb
f 12-
uien
Masker van een Lamapriesu.
Op
«en
To
ze bi
daar
werd
tief i
duw<
He
Ren
de,
straa
goed
werd
huis
moej