lliutti Nims- LEVEND BEGRAVEN. Uitgevers: N.V. vJl TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. vermakelijke geschiedenis. Haagsche Brief. der, Rei» schiK Voonj an de im", j infe te Aa I. Hij* Woensdag 29 Juli 1931. SCH1CIR 74ste Jaargang No. 8907 COURANT. blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder- en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tiên nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN* TIëN van 1 U)t 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsna inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. >rden fi DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. iet J.V.Z. nt de ge* tebben rdholl et de aldus j wordt van ii Die gelukkig geen geld kostte. In Maart van dit jaar is er in de Tweede Kamer Jmet voel groote woorden beweerd, dat de verster- ff Jlung van de beide oliehavens Balik-papan en Tara- f. «jkan en van de vlootbasis Soerabaja geen uitstel kon "men, geen dag en geen nacht af Het eerste karweitje zou 8 millioen gulden kosten, liet tweede 35 en een half millioen. worjfpegeer jng en Kamermeerderheid waren het derNgiodencl eens en werkten met grof geschut. Zoo be- weerde de Christ. Hist. menheer Tilanus Sart, C „dat een niet in staat van afweer en tegen weer te brengen Indië iederen oorlogvoerende met een geweldige magnetische kracht tot zich zal trekken; om dit te voorkomen, moeten eenige offers worden gebracht. Wat de regee ring thans wenscht beschikbaar te stellen, is toch werkelijk niet overdreven! In de eerste plaats wordt voor ieder van de in de grondslagen als zeer kwetsbaar aange duide punten Balik-papan en Tarakan, plaat sen van opslag en verwerking van de voor de vloot onmisbare, althans zeer begeerlijke zware stookolie, een eerste termijn aangevraagd van f75.000; de totale post in den loop van eenige jaren is 8 millioen." totf rdholïln nog krachtiger termen werd de ontworpen ver- vooit|erking van Soerabaja bepleit, welke 35J4 millioen kosten, wat de anti-revol. oud-minister Van Dijk leiden vond. Hij zei er van: „Waar het hier om een zoo uiterst belang rijke zaak gaat, zal men daarvoor beschikbaar moeten stellen, wat volstrekt noodig is. Het gaat hier toch om vitale belangen en om deze naar behooren te verzorgen, zal men niet mo gen nalaten, daarvoor, zij het op bescheiden wijze, uit te trekken, wat onontbeerlijk is." De heer De Graaf, minister van Koloniën, zaagde iken van hetzelfde dikke hout. Aldus: „Wat aangaat de maatregelen, hier aan de orde, betreffende de twee oliehavens Tarakan en Balikpapan, heeft men meer in het bijzonder nog te doen met een andere omstandigheid, namelijk met. de verplichting van het Rijk te genover den Volkenbond, als lid immers van de volkengemeenschap, tot handhaving, bin nen de grenzen van onze krachten, van strik te neutraliteit, in geval van een strijd tusschen andere machten. Dit is het punt, waaraan wij in beginsel ten aanzien van die twee oliehavens hebben te voldoen." I En nog meer vanzelfsprekend scheen den minis- p het plan tot versterking van de haven van Soe- u>aja. Daarover liet hij als volgt zich uit: „Deze geachte afgevaardigde" (de heer Joe- kes) „ging zelfs zoo ver" de minister scheen dat wei het toppunt van défaitisme te vinden „dat hij ook den aanleg van een marine- basis bestreed. Ook daarin, betoogde hij, ligt nier t te d kerlnj zeer zich ng In'. op: I op 1 dl FEUILLETON in* 9, W«H Door ARNÓLD BENNETT Duncan was een uitstekende getuige, droog, nauw- j-yrig. onverstoorbaar. Bij 't kruisverhoor van Crepi- e m°e8t hy zijn omgang met Priam vertellen, in hun >ogensjaren. ons. wat er gebeurd is," zei Crepitude. .Wel we hebben eens gevochten." „Fc. i, hebt u gevochten? Waarom vochten jelui, stou- (frj 1 J agens?" (VroolUkheld). it/'m een pruimen taartje, geloof ik." O! Wat 't geen jam taartje, écht een pruimentaartje?" r vm geloof, dat 't een pruimentaartje was." „En wat was 't gevolg van die bloedige ontmoeting?" jj klach). „Mijn neef sloeg een van mijn tanden los (Hevig ge- ich. waarbij het hof instemde). „En wat deedt u hem?" „Ik vrees, dat ik hem niet veel teruggedaan heb. Ik z Brinner me. dat ik hem zijn kleeren van 't lijf rukte" 'rijd FuU«d gelach, waarbij iedereen meedeed, behalve riani en Duncan). „Wwt u dat wel zeker' Bent tl er zeker van, dat niet tzw kleeren afrukte?" (Zenuwachtige lachbuien), «"f*" Dunnen en verwijlde droomerlg in 't verleden CL herinner me nu." voegde hij er bij. „dat mijn neef if' moedervlekken op zijn hals had. onder zijn boord, •k kan n.e nog preclea voonatellen, waar ze zaten. Dat me nu pas in." l_E,r 18 na^"ïrlijk ,ets buitengewoon grappigs in, als jjjjr in een schouwburg over één moedervlek gesproken ~^ojwtand?r t"re* mo«l«rvlekken brachten 't huis ^die'ovM ï^P!lU»dCe1 V°°rover naar een advocaat, hem at; de advocaat boog over naar een klerk. weer een aanlokkelijk punt voor den vijand, dat de kans op oorlogsgevaar verhoogt. Alweer vraag ik: Waar zou het dan heen moeten? Zouden wij de kans op een nuttig gebruik van onze marine, waarvoor toch in de eerste piaats noodig is een behoorlijk beschermde basis, moeten prijsgeven voor dat bijkomstig be zwaar? Toch zeer zeker niet" Het was dus alles heel hevig en het verzet van de Sociaal- en Vrijzinig-Democraten liep op niets uit. Inmiddels draaiden de wijzers van den tijd door en toen we een maand verder waren, dus in April, besloot de Indische regeering: le. dat de oliehavens voorloopig onbeschermd zouden blijven, t». 2e. dat de vlootbasis Soerabaja niet voor het be scheiden sommetje van 35J-* millioen versterkt zou worden, eenyoudig omdat er geen geld bleek te zijn! Maar, zult u zeggen, de vijand dan, die met een geweldige magnetische kracht, zal worden aange trokken, en onze plicht tegenover den Volkenbond? Larie, vrienden, allemaal larie en bombast. Er is geen geld en dus de vijand zal wel wachten en de Volkenbond, nou ja! die wacht ook wel. En wij wachten ook, in hoop en vreeze of onze Nederlandsche regeering misschien even verstandig zal worden als de Indische. Stel u voor, dut ze zei- de: we zitten hier ook erg krap in de spieën en er is bar veel noodig om alle crisis-slachtoffers te hel pen. Weet je wat: op defensie, op oorlog en marine zijn zeker 60 a 80 millioen te besparen, hoezee, daar gaan ze! Laat de vijand sen Pardon, lezers, het heerlijke vooruitzicht maak'te ons een beetje dol Maar stel je dan ook eens voor: 60 a 80 millioen om nuttig te besteden! (De gegevens voor dit artikel ontleenden wij aan een bijdrage van Prof. Dr. D. van Embden in Oorlog of Vrede van 27 Juni jl.) 's-GRAVENHAGE, 27 Juli 1931. De Haagsche hygiëne. Vuilverbranding en vliegaschplaag. Nachtelijke speurtochten van een fanatieken journalist. Jantje lacht en Jantje huilt op Schevenlngen. De badplaats en de Duitsche crisis. Zittin gen van het Hof voor Internationale justitie. De overstrooming van Duitsche dienst meisjes. Half Essen in Den Haag. Een gevaar voor onze Hollandsche arbeids krachten? Onze residentie heeft de groote pretentie een woonstad bij uitnemendheid te zijn en het groote verschil tusschen Rotterdam, de werkstad en Den Haag, het geliefde oord voor de Indische verlofgangers, wordt vaak met een ten- denzieuze bedoeling getypeerd als zijnde gelegen in een verschil in hygiëne: in Rotterdam is de atmosfeer altijd bezwangerd met stofdeeltjes en onprettig riekende luchtjes, die in direct verband staan met het eeuwig kloppende leven van een havenstad, in Den Haag is de ontwikkeling van het lndustrieele leven tot een minimum beperkt gebleven, hetgeen met behulp van verschil lende invloeden van buiten-af, tot gevolg heeft gehad, dat de atmosfeer rein is gebleven,... voor zoover men de relativiteit van deze beteekenis buiten beschouwing laat. Ja, zeggen de bewoners van onze residentie. Den Haag is mooi. je hebt er de zee en de bosschen en wanneer het regent, de vermaken van een groote stad; wat wenscht en de klerk fluisterde iets aan Priam toe, die knikte. „Hm" Meneer Crepitude wilde weer voortgaan maar hy bedacht zich en zei tot Duncan Farll: „Dank u, u kunt gaan zitten." Toen bezwoer een getuige. Justini genaamd, een kas sier in het hotel de Paris te Montecarlo, dat Priam Farll. de beroemde sohllder, in een warme Meimaand vier da gen had gelogeerd in het hotel de Paris, zeven jaar ge leden en dat de man, dien de beklaagde als Priam Farll aanduidde, die man niet was. Geen kruisverhoor kon Justini aan 't wankelen brengen. Na hem kwam de di recteur van het hotel Belvédère, te Mont Pélerin, by Vevey, Zwitserland, die een dergelijk verhaal deed en eveneens onwankelbaar bleef. En daarna werden de sohilderijen binnengebracht en de experts begonnen hun technisch onderzoek. Nauwe lijks waren ze daarmee aangevangen, of er sloeg een klok en de voorstelling was voor dien dag afgeloopen. en grepen naar de avondbladen, om zich te overtuigen, dat de verslaggevers met evenveel lof over hen spraken als gewoonlijk. De rechter, die geabonneerd was op een blad, dat zyn nieuws ontleende aan andere couranten zag den volgen den morgen tot zijn vreugde, dat geen enkele van zijn geestigheden onvermeld gebleven was in de negentien voornaamste Londensche dagbladen. En het Strand en Piccadllly vermeldden op aanplakbiljetten en door schel klinkende jongensstemmen het nieuwste omtrent de zaak Witt contra Parfitts. In de groote industriesteden in de provincie werden er weddenschappen aangegaan. Engeland was. in één woord, tevreden, en de voornaam ste acteurs hadden ook reden tot tevredenheid. Zéér schrandere menschen spraken in hun clubs en restau rants omzichtig over die twee vlekken, en Priam's hoofd knik ln antwoord op 't gefluister van den klerk; zulke kleinigheden ontgaan den hedendaagschen schrijver, die duizend pond per Jaar heeft, niet Zeer schrandere men schen schenen van die twee moedervlekken gewichtige dingen te verwachten. Priam's weigering. „Leek in de getuigenbank." Enkele minuten nadat Priam den eed had afgelegd verspreidde zich dit bericht door middel van de te legraaf en aanplakbiljetten wijd en zijd. Het zond een trilling van opwinding en verwachting door 't land. U nog meer? Onze enthousiaste verdedigers hebben ge lijk: waaraan heeft onze residentie het anders te dan ken. dat zy in de zomermaanden de groote trekpleister voor het geheele land is? Doch zoo'n héél enkele keer komt er wel eens een wankJankje de welluidendste lof- sympathie verstoren. Het vorige jaar werd een gedeelte van onze bevolking, nameiyk de bewoners van de Mlent- wyk. onaangenaam verrast door een herhaaldeiyk terug- keerende vliegaschplaag. In den beginne dacht men aan een toeval, doch weidra bemerkte men. dat een be paalde stand van den wind, n.1. een ZuidwesteHjke. deze kwelling met zich mee bracht en deze was van dien aard. dat de bewoners hun ramen gesloten moesten houden. Als oorzaak werd de vuilverbranding van de tuinders in den omtrek aangenomen en men besloot door een verzoek aan de gemeente een eind aan dezen wan toestand te maken. Het verzoekschrift, onderteekend door vele bewoners van de betrokken buurt, had echter geen directe resultaten, want het gemeentebestuur on dernam niet de minste poging om den toestand te ver beteren. Men leefde in onzekerheid voort, totdat een energiek verslaggever op een van zijn nachteiyke speur tochten ontdekte dat de rook uit de richting van Loos duinen kwam. Bij nader onderzoek kon hy constateeren. dat hier geen tuinders de schuldige waren, doch dat de gemeente van Loosduinen op periodiek terugkeerende tijden, by voorkeur 's avonds en 's nachts, de overtollige vuilvoorraad liet verbranden. De publicaties in dee pers hebben het een en ander verholpen en thans kunnen de Mientbewoners na de warme dagen zonder eenig gevaar voor ongenoode gasten voor het raam hun zomeravond luchtje scheppen en wat is er gezonder dan 's nachts met open ramen slapen? Dezer dagen werden klachten uit een ander gedeelte van de stad. namelijk uit het Zuiderperk-kwartier ver nomen, die van ongeveer gelyksoortigen aard waren als die der Mientbewoners. Doch alleen betrof het ditmaal geen rook- en vliegaschplaag, doch een kwaiyk riekende parfum, die direct met een vuilnisbelt in verbinding moest staan. Toen ons deze klachten bereikten, zyn wij eens een kykje gaan nemen en kwamen al heel spoedig tot de volgende conclusie. In verband met een dijk- doorgraving voor het Laakkanaal, was men tevens met de doorgraving van een dijk begonnen, die geheel uit afval en vuilnis bestond. Deze vuilnisbelt-lrwuste, die reeds geheel met gras overgroeid was, verspreidde niet de minste kwaiyk riekende geuren, doch nauwelyks was men begonnen te graven, of deze gingen zich verspreiden en de omwonenden konden, wanneer de wind oost was, geen deur of venster meer open houden. Voorts kwam er een stroom van vliegen los. die vanwege hun herkomst nu niet bepaald met enthousiasme begroet werden en in deze warme zomerdagen voor de getroffen bewoners eon groote plaag vormden. Tijdens onze aanwezigheid hebben wij persoonlyk kunnen ervaren, wat deze men schen te doorstaan hebben en om U de waarheid te zeggen... wij ademden weer op, toen wij het bezoek weer achter den rug hadden en de reuk-zóne hadden verlaten. Ditmaal heeft de gemeente onmiddellyk aan de klacht gehoor geschonken, doch tot haar leedwezen heeft zij in verband met de noodzakelijke doorgraving dezen hinder niet kunnen omzeilen. Verwacht wordt evenwel, dat de werkzaamheden binnen enkele dagen beëindigd zullen zyn. hetgeen voor de bewoners niet snel genoeg kan geschieden, want de huidige toestand doet eenigszins denken aan een van de zeven plagen, die de Egyptische bevolking heeft getroffen... Nu de zomer er weer iets op begon te lijken, en het zonnetje haar koesterende warmte over de residentie uitgoot, begon het leven in de badplaats Schevenlngen zoo langzamerhand haar oude gedaante aan te nemen. Toen de afgeloopen week de herfst Inplaats van den zomer zyn scepter over de boulevard zwaaide en de bad gasten in wollen pull-overs en sweaters rond-ysbeerden, heerschte er algemeen een meer dan trieste stemming: de obers liepen werkeloos voor de leege stoelen heen en weer en het strand leek als uitgestorven, met hier en daar een schamel troepje kinderen, die verkleumd in hun zomerbloesjes, achter den onderwyzer aanzeulden. Een enkele overmoedige had zich in de golven gewaagd, Drie dagen waren er verloopen, sinds den aanvang van het geding (want tooneelspelers. die aangenomen zijn tegen honderd pond per dag, zoolang de opvoering van 't stuk duurt, zetten kunstkenners, die voor tien of twintig pond per dag zijn gehuurd, niet tot spoed aan. het tempo was daarom statig geweest), en Engeland had behoefte aan iets prikkelends. Niemand, behalve AHce wist, hoe hij 't met Priam had. Alice wist 't wel. Zij wist, dat Priam in een zonder lingen toestand verkeerde die tot zeer zonderlinge re sultaten kon leiden; en zij wist ook. dat niemand hem dwingen kon. Zelf had ze getracht hem tot rede te bren gen: de poging was mislukt. Ze zag 't gevaar ln van een hernieuwde poging. Pennington drong er bovendien op aan. dat zij tijdens Priam's verhoor, de zaal veriaten zou Priam voelde voor 't heele geval niets dan bittere wrok die zich dan eens uitte in koele minachting, nu eens ln felle woede. De heele zaak vervulde hem met heftigen afkeer. Hij haatte Witt even fel als Oxford. Al. wat hij de wereld vroeg, was rust en vrede, en de wereld wilde hem die goedkoope waren niet verschaffen. HU had niet gevraagd, om ln Westminster Abbey begraven te worden: zijn begrafenis was hem opgedrongen. En als hij verkoos een anderen naam te dragen, waarom zou hy dat dan niet doen? Als hij een eenvoudige vrouw trouwen wilde. In een voorstad wonen, en schilderijen verkoos te maken, die hy voor tien pond verkocht, waarom zou hy dat dan niet doen? Waarom moest hy in zyn rust gestoord wor den, omdat twee menschen, in wie hy hoegenaamd geen belang stelde, over zijn schilderijen twistten? Waarom moest zijn leven in Putney ondraaglijk gemaakt worden door de onuitstaanbare nieuwsgierigheid van een troep kr&ntcnmenschen? En waarom werd hij door een stuk blauw papier gedwongen, om de vreeselijke kwelling van een getuigenverhoor te ondergaan? Dat was de opperste onverdiende marteling, de ondenkbare afschuwelijkheid, die zyn slaap vele nachten onderbroken had. In de getuigenbank geleek hy een gevangenlsmisdadl- ger, met zyn zenuwachtige bewegingen, zyn rusteloos neergeslagen oogen, en zijn zwakke schorre stem. die nauwelijks een geluld kon voortbrengen. Zenuwachtig heid en woede leveren een prachtig materiaal op voor de verbeelding van een advocaat, die een kruisverhoor af neemt, en Pennington snakte er naar. aan 't werk te gaan. Crepitude. de raadsman van Oxford, was minder goed gestemd. Priam was Crepitude's eigen getuige en een getuige, die halsstarrig en nijdig geweigerd had om doch de meesten rilden by de gedachte alleen en dronken een warm kopje koffie, achter de veilige ruiten van een boulevardcafé. waarlangs by tijden de regen in stroomen neerviel. Maar... achter de wolken schynt de zon! Nau- weiyks braken de luchten en draaide de wind naar mil der streken of de stoelen werden naar de terrassen ge sjouwd. men waagde zich weer ln wat zonniger en luch tiger kleedy op de boulevard en het 9eizoenleven her nam weer zou oude en traditioneele vormen. i Toch bleef het ook na de weersverandering opmerke- ïyk stiller en het aantal badgasten leek kleiner dan vóór de kille periode. Doch by nadere informatie by de in gewijde kringen van Scheveningen bleek, dat de crisis periode in Duitschland ook in Scheveningen haar ge volgen heeft gehad. Tal van Duitsche famiies werden gedwongen hals-over-kop den terugreis te aanvaarden, daar men niet wist. hoe zich den toestand ln Duitsch land liet aanzien, terwyi verschillende Duitschers. die regelmatig hun vacanties in Scheveningen komen door brengen, ditmaal in verband met de onzekerheid van hun planpen, hiervan af moesten zien. Zoo is voor de seizoenplaats Scheveningen de crisis al op een heel on gelegen tijdstip gekomen en het is te hopen, dat de vooruitzichten in Duitschland spoediger gunstiger mogen worden. Is er aan betalende Duitsche gasten dus een afname te bespeuren, de loontrekkende, minder ge- wenschte, Duitsche gasten worden steeds talryker en wel vooral als hulp in de huishouding of als meisje. Op het oogenblik beloopt het aantal reeds in de drieduizend en wanneer de crisisperiode in Duitschland aanhoudt, zal dat getal nog wel vermeerderen! De aantrekkings kracht van den „steinreiche Hollander" is nog steeds niet verflauwd. Indien deze toestand zich ln de toekomst maar niet ten ongunste van de kansen der Hollandsche arbeidskrachten zal ontwikkelen... Voorts staat Den Haag thans weer in het teeken van de Internationale belangstelling. Voor het Hof van In ternationale Justitie wordt thans dc kwestie van de internationale tolunie tusschen Duitschland en Oosten rijk behandeld. Den eersten dag was er een zeer groote belangstelling voor de buitenlandsche deskundigen, er heerschte een levendige, opgewekte drukte voor het Vre- despalies, dat altijd zoo'n deftigen, rustleken aanblik ver toont. Den tweeden dag was de nieuwsgierigheid reeds aanzleniyk gezakt en slechts enkele belangstellenden woonden de knappe pleidooien van de kopstukken der Europeesche wetgeving by. Laten wy hopen, dat aan Den Haag de eer te beurt moge vallen, de plaats te zyn, waar deze kwestie, die reeds zooveel intemaionaal stof heeft doen opwaaien, in het reine gebraoht zal worden. Indien wij in oude tradities vertrouwen hebben, kunnen wy er het beste van hopen!! TOENEMING VAN HET AANTAL ZELFMOORDEN IN DLITSCIHAND- In een telegram van Wolff uit Berlijn wordt erop ge wezen, dat in verband met de economische wereldcrisis het aantal zelfmoorden in sommige streken van Duitsch land op schrikwekendo wyze is toegenomen. In hot bij- zonder Berlijn en Saksen worden er door geteisterd. MOTORBOOT GEZONKEN. Zee menschen verdronken. Men meldt uit Stockholm: Op het Saima-meor b|j Vlllmanstrand is Vrijdagavond een motorboot omgeslagen en gezonken. In de boot be vonden zich een ritmeester, zijn echtgenoote en hun drie jeugdige dochters, een Duitsche gouvernante en een op passer. De gouvernante wist zich boven water te houden Toen zy geen spoor van de anderen zag is zij naar een eiland gezwommen, dat ruim 400 meter van de plaats des onheils lag. De ïyken van den ritmeester en den oppas ser zyn Zaterdag gevonden. Die van de vier anderen moeten zich ln de kajuit van de boot bevinden. zijn mond open te doen, tot hij in de getuigenbank zat. Wél had hij geknikt, In antwoord op de gefluisterde vraag van den klerk, maar hy had den knik niet nader bevestigd, noch een woord geuit, <lnt hulp kon brengen, gedurende de drie zittingsdagen. Hy had alleen gezeten, ln zwijgende woede. „Heet u Priam Farll?" begon Crepitude. „Ja," zei Priam norsch, en ir.et al de uiterlijke ken- teekenen van een leugenaar. Nu en dan keek hy ter sluiks den rechter aan, alsof de rechter een bom was, met een aangestoken lont Het verhoor begon slecht en 't ging van kwaad tot erger. Het denkbeeld, dat die laf hartige, draaiende man in de bank. de beroemde wereld vermaarde Priam Farll zijn kon, scheen ongerijmd. Ce- pttrude moest al zijn zelfbeheersching te hulp roepen, om Priam niet af te snauwen. „Zoo is 't genoeg", zei Crepitude. nadat Priam de be- lacheiyke, en hakkende verklaring gegeven had van zyn leven na Leek's dood. Niemand was door zijn uitleg ging overtuigd. Hy zei alleen maar, dat vrouw Leek zich vergiste, door in hem haar man te zien; hy voerde aan. dat zy een zenuwlijdster was; dat gezegde vervreemdde hem geheel van de toehoorders. Zijn bewering, dat hij geen bepaalde reden had. om zich voor Leek uit te ge ven dat 't een oogenblikkeiyke opwelling geweest was werd met spottend gelach begroet. Toen hy onder vraagd werd omtrent de getuigenis van de hotelbeambten antwoordde hy, dat zijn bediende Leek. meer dan eens voor zyn meester doorgegaan was. welke verklaring pot- sieriyk onwaarschyniyk was. De menschen vroegen zich af, waarom Crepitude niet sprak over de moedervlekken. Eigenlijk was Crepitude bang. over de moedervlekken te spreken. Als hy daarover met Priam sprak, zette hy misschien alles op 't spel om alles te verliezen. Maar Pennington sprak or over. Evenwel niet eerder, dan nadat hij aan den rechter overtuigend bewezen had in een kruisverhoor, dat twee luur duurde, dat Priam niets van zijn eigen jeugd wist, noch Iets van schilde ren kende of van de schilderswereld. HIJ verknoeide al les voor Priam. En Priam's stem werd zwakker en zwak ker en zijn gebaren werden hoe langer hoe schuldbe wuster. Pennington behaalde nog een paar schitterende over winningen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1