jhager Courant peelbal van Wind en Golven Onder de Bedoeïnen. eJ Derde Blad. e afsluitdijk in de Zuiderzee. zdij Kit Ben trein gevallen. De Schermeer 300 jaar. Ethel M. Dell. L7 Zaterdag 22 Augustus 1931. 74ste Jaargang. No. 8921 tref groot I En de aanleg van een spoorweg over dezen dyk, die de verbinding zal vormen van Noord-Holland met Groningen en Friesland bet volgend jaar de afsluitdijk In de Zuiderzee al zijn gekomen, komt de aanleg van een spoor- lover dezen dijk, de verbinding van Noord-Holland vriesland en Groningen vormend, nader aan de Dat wil echter niet zeggen, aldus het Hsbl., dat ln Lr waarin de dijk gereed komt, de treinen reeds f^en afsluitdijk zullen rijden. Afgescheiden van de ie zijde, welke overigens onafscheidelijk aan van dezen spoorweg is verbonden, moet men i idtenen, dat, alvorens tot den aanleg van den m kan worden overgegaan, de dijk zich eerst zal ijetten". Hoewel de uitvoering van dit spoorweg- [itfBiet eens is vastgesteld zooals we bij infor- «namen zou de aanleg eventueel toch zeker ««der dan 1934 kunnen gereed komen. ffplBf.ho omstandigheden van thans geven ech- la&n het vermoeden, dat met den aanleg van eg waarschijnlijk nog wel eenige jaren zal cht. In den aanleg van dezen spoorweg toch i K1" biangrijk kapitaal zitten, waarvan het al- j r, b«t oogenblik niet zeker is. dat het beschik- j ]aat staan beschikbaar gesteld kan worden. is er nog een omstandigheid, welke grond aan den geeft, dat met den aanleg van dezen i spoorweg nog eenige jaren zal worden gewacht, spoorlijn, welke circa 30 K.M. lang zal wor- omttt een traject, waarop geen plaatselijk verkeer ifi jlthans geruimen tijd niet, als gevolg van de pjbtid van bevolking in het aanliggende gebied, eiploitatie-oogpunt zal deze spoorlijn voorloopig I jeker niet voordeelig zijn. eis tuiers is evenwel, dat zich de noodzakelijkheid van uieg van dezen spoorweg zal kunnen gaan voor- HK treinverkeer wordt tot op heden geleid over olfe Veel expansie-gelegenheid voor de spoorwegen 1 er daar niet meer, tenzij men er een zeer be- bedrag aan wil besteden. is er dus het minder aanlokkelijke explol- i van een spoorweg over den Zuiderzee-afsluit- l ie eerstkomende jaren, anderzijds is er de moel- dat het station Zwolle op den duur het verkeer Nederland met de drie Noordelijke provin- meer zal kunnen verwerken, zonder uitbreiding gcapaciteit I de naaste toekomst zal dus de vraag onder de i moeten worden gezien of het uit economisch oog- t meer verantwoord is over te gaan tot den aanleg l«n nieuwen spoorweg over den afsluitdijk (wat in l toekomst toch zal gebeuren) dan wel, dat de citeit van het station Zwolle wordt ver kop bet oogenbfik een belangstellend bezoeker van werken van den geleider te hooren krijgt, t h<: 1940 zal worden voordat de treinen over gjttoltdpt rijden dan is men de tegenwoordige Omstandigheden in aanmerking genomen bij de waarheid, dan hij die het jaar 1932 dezer i noande. Het kind wonder boven wonder geheel ongedeerd gebleven. JjMchen het Goudsche Rijpad en de spoorbrug over Souwe te Alphen a. d. Rijn is Woensdagmorgen - ,J.Har'g meisje uit den extra-trein van het circus v gallen. Hoe het ongeval zich heeft toegedra- l"in ,u niet met zekerheid komen vast te staan. In tMn bleek niemand iets van de plotselinge ver- van ,let mc'sje te hebben bemerkt. Alleen hondje, dat het kind bij zich had, sprong zijn hmepsteres onmiddellijk na en bleef bij haar. Het van het kind werd gehoord door eenige in t ^mjheid werkende metselaars, die het meisje, dat f Schrokken was, vrijwel geheel ongedeerd aan- Zij werd naar het station gebracht, van waar wtrnaar Leiden is vervoerd. Het bleek een doch- b zijn van een lid van het personeel van het leereo schen Na straks de molens door electrlsche be maling zullen worden vervangen. De dijkgraaf, de heer Cramer Glijnis, heeft in de Woensdagmiddag in het Noorder-Polderhuis van de Schermeer gehouden vergadering van hoofdingelan den twee door den kunstschilder A. Colnot te Bergen vervaardigde schilderijen van den Noorder- en Zui derpolder onthuld, welke schilderijen, met het oog op het verdwijnen van de molens, in opdracht van het bestuur zijn vervaardigd Zij zijn 1.10 hij 0.80 M. groot en geven een beeld van het rijke polderland met zijn pitoreske molens en Hollandsche lurhten. (Men zie de foto-pagina in ons nummer van Donderdag.) De dijkgraaf zeide, dat den kunstenaar de opdracht was verleend, omdat, tengevolge van de noodzake lijk geworden electrificatie, de molens, die het vol gende jaar 300 jaar dienst hebben gedaan, gaan ver dwijnen en het bestuur het noodzakelijk had geoor deeld, door een kunstenaar op het doek te laten vast- legen voor het nageslacht, hoe in de eerste drie eeu wen van het bestaan van den polder, door windbe- maling. de polder vrij van water was gehouden. Spr. huldigde, onder instemming van de vergade ring. den kunstenaar voor de wijze, waarop hij het polderlandschap had vereeuwigd. Voorts deelde hij mee, dat de secretaris, mr. J. Belonje, (le opdracht van het dagelijksch bestuur van den pokier had aan vaard om een gedenkboek van den polder samen te stellen, welk gedenkboek ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van den polder zal worden uitge geven. DIERENMISHANDELING. De politie te Oostburg stelt een onderzoek in naar de daders van een ergerlijke dierenmishandeling. Een in een weide loopend varken zijn met een voorwerp drie zware buikwonden toegebracht, waardoor het dier moest worden afgemaakt Het vleesch werd afgekeurd. KAMEELMELK. RIJKE EN ARME BEDOEÏNEN. WINTERKLEEDING BIJ TROPISCHE TEMPERATUUR. DE BRAND STOF DER BEDOEÏNEN. (Van onzen reizenden correspondent) DAMASCUS, 11 Augustus. NADAT de zakelijke aangelegenheden waren afge handeld. verlieten de meeste onder-aanvoerders de tent van het groote opperhoofd en met slechts weinigen bleven we tezamen. Noery Cha- lan de „emir" gaf een wenk en weldra verscheen een slaaf met een paar groote kommen melk, kameelmelk, want koemelk is natuurlijk ln de woestijn een onbekende drank. Koeien kunnen hier niet leven, daar ze er geen voedsel genoeg vinden. De kameel eischt minder en men vraagt zich verbaasd al. vanwaar deze groote sterke dieren hun kracht en uithoudingsvermogen halen. De kommen met melk gingen rond en toen ze leeg waren verwijderde de slaaf zich om ze opnieuw te vul len. Natuurlijk dronken we allen weder uit dezelfde kommen, de een na den ander, zonder er ons bezorg! over te maken, dat we dit in het vaderland zeer „vies" zouden vinden. Kameelmelk is geen slecht drinken. De kleur ls vol komen wit Er ls aan dezen drank een zwakke bijsmaak welke evenwel niet onaangenaam is. Ik vind, wat den smaak aangaat, kameelmelk te verkiezen boven rendie- renmelk. die ik ln het hooge noorden van Noorwegen nog wel eens heb gedronken. Het vetgehalte van kameel melk is evenwel veel geringer dan die van koemelk, zoo kwam me voor. Gezien den bodem, waarop en de omstan digheden waaronder'de kameelen leven, behoeft dat niet te verwonderen. Deze melk bezit echter toch voedings waarde genoeg om kameelveulens groot te brengen en dus zal ze ook voor het menschenlijk lichaam wel van nut zijn. Wij zouden later bij Noery Chalan in de tent eten, maar eerst nog even enkele andere kampen van den stam der Roealahs bezoeken. Dus reden we weder met het kleine Fordje weg door de zengende hitte van den dag. Na een klein half uur kwamen we weder bij een kamp van denzelfden stam, met in de nabijheid een kud de van vele honderden kameelen, die op een terrein graasden, waarop hier en daar enkele distels groeiden. In elk kamp vindt men steeds kameelen, bij wie van een der voorpooten het onderdeel bij de knie gebogen en met de dij vaat gebonden ia, zoodat deze dieren zich slechts met moeite kunnen voortbewegen. Deze dieren worden namelijk ter beschikking gehouden voor het ge val, men dadelijk een rijdier noodig heeft Ook onder de Bedoeïnen ontmoet men armen en rij ken. Wel wonen allen in tenten, maar niet alle tenten zijn even groot en de Inrichting van den een is weelde riger dan die van den ander. Er zijn om zoo te zeggen „heerenhulzen" en „arbeiderswoningen" onder, al voldoet dan natuurlijk zoo'n „heerenhuis" bij de Bedoeïnen nog lang niet aan de geringste eischen, die de armste Euro peaan aan een woning stelt. Maar... de Bedoeïnen zijn er gelukkig ln. Toch zijn er onder hen velen, die men ook naar onze begrippen „gegoed" zou kunnen noemen, Bedoeïnen n!., die eenige honderden kameelen bezitten en een kameel kan men gemiddeld rekenen op den prijs van tweehonderd Nederlandsche guldens. Doch deze menschen, die men sohatten kan op tienduizenden Ne- derlandsohe guldens, zouden in een goed huis niet te vreden zijn. De „vrijheid" is hun boven alles lief, zoo be weren ze.( maar deze „vrijheid" is toch weder geheel Iets anders dan wij er onder verstaan. Tenslotte zijn zij toch niet „vrij", want ze worden geregeerd door een op perhoofd. dat alleenheerscher is). Weliswaar heeft dit opperhoofd rekening te houden met bestaande wetten, doch dat zijn Ingeschreven wetten, waaraan de Bedoeïnen niets kunnen veranderen. Het opperhoofd beslist wanneer en waarheen de stam zal trekken, is opperste rechter, heeft het recht over leven en dood. De kleeding van alle Bedoeïnen is van model de zelfde, maar men ziet er onder hen, van wie de lange kameelharen mantel versierd ls met goudborduursel. Dat zijn de rijken. De armen, die slechts enkele ka meelen bezitten, houden zich ook bezig met potten bakkerij. De grondstof, het leem, halen ze soms van zeer ver en nemen het bij hun zwerftocht mede. De armen koopen ook vaak van de rijken kameelharen en weven mantels en kleeden. Heeft een Bedoeïn ongeluk met zijn kameelen, schapen en geiten, verliest hij b.v. door ziekte al zijn vee. dan schenkt de stam hem weder enkele dieren, die hij gewoonlijk later, als het beter gaat, terugbetaalt, hetzij in natura, hetzij in goud. Papiergeld staat bij de Bedoeïnen niet in hoog aanzien, evenmin als zilver. Bij de Bedoeïnen vindt men dus „privaat-bezit". Gemeenschappelijk alleen zijn de weideplaatsen en het water. Eigenaardig ls de dikke kleeding der Bedoeïnen. Het hoofd, gewoonlijk ook het grootste gedeelte van het gelaat, is gewikkeld ln doeken. Over het meestal witte onderkleed draagt de Bedoeïn een langen, kameelha ren bruinen mantel, dien hy nooit aflegt, zelfs niet als hij gaat slapen. Ons komt deze dikke kleeding in de schroeiende warmte van de woestijn zonderling voor. doch ze zal wel niet zoo dwaas zijn als ze ons schijnt. De doeken om neus en mond beschermen tegen opge waaid zand, maar beschutten ook de oogen min of meer tegen het lichtreflex van den grljswitten bodem, waarop heel den dag de zon brandt. De lange, warme mantel bespaart het lichaam tegen te groote tempe ratuurwisseling. (tenminste zoo verklaar lk me deze kleeding. zonder me als een specialist op dit gebied op te werpen). Overdag immers is het gloeiend warm. maar 's nachts is het zeer frisch, om niet te zeggen koud. De nachten zjjn hier in het zuiden 's zomers langer dan bij ons ln het noorden. De zon gaat vroe ger onder, komt later op. De nachtelijke afkoeling duurt dus langer, is ook intenser, daar immers de hemel in den zomertijd nimmer bewolkt ls. Ik herin ner me dit verschijnsel van mijn voetreis door Alba nië, nu twee jaar geleden, toen lk ln de maanden Juli en Augustus bibberend 's nachts koude leed, terwijl overdag de zon me meedoogenloos stoofde. Men vergete ook niet dat het hier een vasteland-klimaat is. De enkele andere kampen van den Boealah-stam, die we bezochten, verschilden niet veel van het kamp, waar ik den krijgsraad bijwoonde. Echter, in het hoofd kamp, zag ik, toen ik er na de zitting in de tent van den „emir" een oogenblik ronddrentelde, een weinig ter zijde eenige witte tenten, winkeltjes van kooplieden, die met den stam mede trekken. Deze „winkeltjes" ont braken ln.de andere kampen. Overal, waar we kwamen, hoorden we dadelijk na onze aankomst het rhytmische gestamp, waarmede men de koffie fijn stootte en geen kamp konden we ver laten, voordat we er den geurigen ongesuikerden drank genoten hadden. Als men bij de bereiding van koffie in de woestijn toeziet, beseft men plotseling weder het enorme nut van den kameel. Hij is niet slechts een sterk last- en rijdier met ongelooflijk uit houdingsvermogen, hij levert ook de grondstof voor kleederen (de haren), hij geeft melk, van zijn huid wordt leder bereid, zijn vleesch wordt gegeten (vleesch van een jonge kameel smaakt uitstekend), maar boven dien zorgt de kameel ln de zandige eenzame vlakten voor... brandstof. Boven gloeiende kameelmest werd de koffie bereid. Gastvrij en vriendelijk was overal in de kampen de ontvangst. Van den fanatieken haat der Muzelmannen tegenover de Christenen hem lk hier niets gemerkt Toch behoort een deel der Bedoeïnen tot de secte der Wahableten (die eigenlijk thuis is in het land van koning Ibn Saoed, in Hedjaz). Deze Wahableten zijn zeer streng in hun godsdienst Hun is zelfs het rooken verboden. Geen Wahabiet zal zich bezondigen aan nicotine of alcohol in welken vorm ook. De zon stond hoog, wierp nauwelijks schaduw, ko kend scheen de vlakte met hier en daar een terrein plooi en aan de eene zijde bergen aan den kim; de wind, die nu en dan gedurende de vaart ln onze auto mobiel sloeg, scheen te schroeien, toen we terugkeer den naar het kamp, waar Noery Chalan, het groote opperhoofd, ons wachtte om te eten. J. K. BREDERODE. LUCHTVAART TWEE FRANSCHE VLIEGTUIGEN NEERGESTORT. 1 doode, 3 zwaar gewonden. Tijdens het hevige onweder, dat Woensdagmiddag boven Parijs en omgeving heeft gewoed, is er een mi litair vliegtuig uit Dyon hoven Parijs gekomen. Ia het vliegtuig bevonden zich een kapitein en een ser geant. Toen het vliegtuig door de vlagen van dea wind heen en weer geworpen werd, besloot de ser geant uit het vliegtuig te springen. Zijn parachute opende op het juiste oogenblik, doch hij landde zoo ongelukkig op een muur, dat hij heide heenen brak ea in bedenkelijke»! toestand naar het ziekenhuis moest worden vervoerd. Het door den kapitein bestuurde vliegtuig stortte kort daarna neer in een tuin van de voorstad Neuily. De bestuurder werd zwaar ge wond naar een ziekenhuis overgebracht. Ook uit Istres wordt een vliegongeluk gemeld. Een door een sergeant bestuurde machine, waarin zich te vens een leerling bevond, is daar neergestort. De leer ling was op slag dood, de sergeant werd zwaar ge wond naar het ziekenhuis overgebracht LINDBERGH'S NIEUW AVONTUUR. Nabij onbewoond Koerillen-EUand gedaald. V.D. verneemt uit Tokio: Kolonel Charles Lindbergh en zijn vrouw, die per vliegtuig via het Poolgebied een vlucht maakt van New York naar Tokio, heeft tengevolge van den mist en de vallende duisternis gisteren een noodlanding moeten maken op het ijs op ongeveer 150 meter af stand van het onbewoonde eiland Kitoijima, dat deel uitmaakt van de Koerillen-groep. Het eiland heeft een omtrek van ongeveer 26 mijl. Lindbergh heeft draadloos gemeld, dat hij niet in nood verkeert. Niettemin heeft het Japansche zeilschip „Shinshiri Marti', dat zich op 20 mijl afstand van het eiland Ketoijime bevindt, opdracht gekregen zich gereed te houden om wanneer noodig hulp te kunnen verleenen. MERKWAARDIG VLIEGONGELUK. Vrouw door parachute over den grond ge sleurd en gedood. Later is hekend geworden, dat de storm van Woens dag te Parijs nog een slachtoffer heeft geëischt. Een particulier vliegtuig was met veel inoeite in de nabij heid van Laon (departement Aisne) geland. Een in zittende dame was juist van plan de machine te ver laten. toen een rukwind het vliegtuig pakte en de staart hoog ophief. Door deze beweging gerankte het touw van de parachute, die de jonge vrouw droeg, los, zoodat de parachute open ging. De storm greep do open parachute en de vrouw werd ongeveer 800 meter over het vliegveld geslingerd. Ten slotte kwam zij in hotsing met een boom. De ongelukkige was op slag dood. DOOR EEN PROPELLER GETROFFEN. Ned. radio-telegrafist op Croydon gedood. Op het vliegveld Croydon bij Londen is Woens dagmiddag de 22-jarige L. G. M. Eijrnaal uit Zaan dam, radio-telegrafist in dienst der K.L.M., en on langs aangewezen om op de lijn Holland-Indië dienst te doen, door een propeller van een juist door hem verlaten vliegtuig zoo ernstig getroffen, dat hij kort' daarop is overleden. Reeds de benoeming tot radio telegrafist op den Holland-Indië dienst, waarvoor hij bij Radio Holland zijn opleiding genoot, en zijn vluchten met Van Dijk, stempelden hem tot een onzer beste jonge krachten van wien men nog veel verwachtte. Het lijk zal Za terdag per boot naar Nederland worden overge bracht en hier ter aarde worden besteld. LUCHT-STATI-STIEK OVER 1930. In Europa werden bijna 25 millioen mijl afgelegd. De „Internationale Luchtgids", die dezer dagen in drie talen is verschenen, bevat opmerkelijke bijzon derheden over den groei van het luchtverkeer. Het boek zelf is trouwens ook opmerkelijk: het weegt met zijn meer dan 1000 pagina's ongeveer tien pond. Een der cijfers, die in deze zee van getallen de aan dacht trekken, is het aantal mijlen, dat in 1920 en 1930 is afgelegd door verkeersvliegtuigen van Euro- peesche maatschappijen. Deze 29 maatschappijen heb ben in 1930 den enormen afstand van 2i.9G3.924 mijl laten afleggen, een stijging van niet minder dan 5 millioen mijl vergeleken met 1929, toen dit aantal 19.712.000 mijl bedroeg. Aan het hoofd van de lijst staat Frankrijk met een totaal van 8.037.132 mijl, dan volgt Duitschland met 7.012.255 mijl. Italië komt in de derde plants met 2.813.949 en Nederland is vierde met 1.476.795 mijl. Engeland neemt de vijfde plaatc in met 1.292.177 mijl. De luchtgids bevat verder beschrijvingen en in de meeste gevallen ook kaarten van 767 luchthavens, waaruit al evenzeer de snelle groei van het luchtver keer blijkt ZJEUILLETON eigen (oude 24.000 mei NAAR HET ENGELSCH VAN e: Gij Eia* et-Ru* l alles» guldta ij schrt ze evenwel uit het gezicht was, liet een vol- t nieuwe invloed zich gelden een eigenaardig, "Wig gevoel van verontwaardiging dat hy ver in lou worden door iemand, met wie hy door een - mei mo uy uuwt TOll het rSn8 van het lot op zulk een intiemen voet had o. Hij rag het feit, dat hy haar zelf tot op ze- - j verm*den had, geheel en al over het hoofd hou*f vormde zich een vast besluit by hem. schea' redeneerde op een verre van logische en rede- n tr.« ,vU2e toen hy zich beslist voornam, dat waar ze was het dan ook eenigszlna tegen zyn zin ge- onder zijn bescherming had gesteld, hy zich dit net meer zou laten ontnemen. Zonder twyfel e vrij lang geduurd, voordat hy de verantwoor- dergelijk licht beschouwde, maar het was *°o en kU zou zich hieraan houden. Ze had i,. "lew ,ln het geheel geen kennissen .of famllle- te bezitten. z£ aanvaard, en zyn aanbod na niet h n,et Sewei&®rd. In orde dus. Ze had was «AU i feclU zich van hem te wenden- «n niet van plan toe te staan dat dit gebeur- k t* den ad zijn •n— tu te 1feiff jkoc' IIe Hjl' banden. -Het ka een vervloekte onzin," mompelde hy tus- ,tje *'p Sp0t 66,1 and®r® dI® hn ^¥lere red®n wa® bfl werkeiyk boos, **&rotn noodzakeiyk precies na te ***t*ten tttd L i kalm® natuur was den oproer geraakt, dat bet hem voorkwam alsof eigeniyk alles onverklaard was. In leder geval was een zelfonderzoek dwaas, en-hy had geen tyd voor dergeiyken onzin. Hy aanvaardde de dingen tooals ze voorkwamen, en indien andere men schen niet bereid waren hetzelfde te doen, dan moes ten ze dit zelf maar weten. Tiggie zag er dan ook zeer vastberaden en tegelijk verbolgen uit. toen hy Viola erven later ln het salon aansprak. Ze kwam juist met Spot en een van de kin deren binnen, doch dat kon hem minder schelen. „Ik moet Je spreken," gaf hy kortaf ta kennen. „Heb je er Iets op tegen?" Er verscheen een uitdrukking van verbazing in haar oogen; ze keerde zich echter gehoorzaam om, en liep den smallen corridor In. Door haar groote onderworpenheid bekoelde zijn woe de een weinig, maar verdween toch niet Terwyl ze zwijgend stond af te wachten totdat hy Iets zou zeggen, kwam hy meteen met zyn grief voor den dag. „Ik wilde graag weten waarom je zooeven voor me wegliep." „O." zei ze en staarde in de verte. „Ben Je niet van plan het me te zeggen?" vroeg Tig- gie. Ze maakte een smeekend gebaar met de handen. „Ik geloof dat het heel jammer is dit gevraagd te heb ben", zei ze. Hy had verwacht dat ze zyn beschuldiging zou ontken nen, en hy waardeerde het dat ze zoo eeriyk was. Het gevoel van ontstemming, dat hy kort te voren onderdrukt had, kwam weer terug. „Je hebt bet al eens meer gedaan, maar ik geloof niet dat het noodig ls." zei hy, en eigenaardig genoeg was hy het ditmaal die scheen te smeeken. ,Jk ben toch niet zulk een monster, is het wel?" Ze glimlachte, een droevig lachje. „Ik beschouw u ten minste heelemaal niet zoo." zei ze. Het lag niet in myn bedoeling u te kwetsen. Het spyt me." Het was echt het antwoord van een vrouw geweest, redeneerde hy later. Slechts een volkomen ontwapenen de verontschuldiging en geenerlei verklaring. Niettemin had ze hem niet probeeren voor te liegen, zoodat ze in dit opeioht een zeer gunstige uitzondering van haar sexe-genooten vormde. Hy raakte tot de ontdekking dat hy niet in staat was met zyn navorschingen voort te gaan. Ook begreep hy wellicht vaag dat hij er bitter weinig mee kon bereiken Bovendien wilde hij haar niet angstig of verlegen ma ken. De hemel behoede hem daarvoor! Het tengere schepseltje dat zich als een kind tegen hem had aan ge vleid om bescherming te zoeken in dien vreeselijken nacht te Aden Het leek Tiggie Jaren geleden toe. Hij kon zich thans met geen mogelijkheid voorstellen, dat zij eea dergelijk Iets gedaan had. Niettemin was ze hetzelfde meisje van dien avond. ,Jn orde." zei hy kortaf. „Als je het dan maar nlst meer doet" Z3 stak hem met een dankbaar gebaar de hand toe, welke hy ln de zUne nam, en daar voor een oogenblik hield. „We moeten een dezer dagen eens samen praten," zei hy. „Vergeet dat niet" „O, moeten we werkeiyk praten?" vroeg ze. „Natuurlijk", zei Tiggie met nadruk. „Er dient Iets geregeld te worden omtrent Je toekomst" „O," zei ze, terwijl ze even heel diep ademhaalde. .Maar maar, u hoeft zich daarom niet te bekomme ren." „Dat zal lk wel doen," zei Tiggie grimmig als een man, die voor zyn rechten strijdt „Je zult me hiervan niet kunnen weerhouden, dus Is het nutteloos daartoe pogingen aan te wenden." Ze maakte haar hand uit de zijne los. en wierp hem een onderzoekenden blik toe. „Dat probeer ik ook niet" zei ze. „De kan u nu wel vertellen Vat lk doen zal. Ik biyf vooreerst by de Rutherforda" „Zoo, gebeurt dat?" zei Tiggie. ,H«b J® bun dan alles verteld?" Er kwam een kille blik ln haar oogen. „Ik heb geen sterveling Iets verteld behalve u. En ik zou u erg dankbaar zyn als u zoo vriendelijk «-as dat alles te vergoten." „Dat kan lk niet" zei Tiggie met een zekere koppig heid. Hy wachtte eenige seconden en voegde er daarna aan toe: „We kunnen er hier niet over spreken. Doch in ieder geval dient er door ons overlegd te worden. Het spyt me erg als je het liever niet hebt, maar het kan werkelijk niet vermeden worden. Je zult me een andere gelegenheid moeten geven, of ik zal die moeten bepalen." Hy begreep zelf niet, waarom hy op die manier sprak, maar vaag voelde hy dat de situatie het eischte. Het drong in die oogenbllkken ten volle tot hem door dat ze hem wilde ontloopen, en dat moest niet ge beuren Op de een of andere wyze diende dit verme den te worden. Het ging hier om iets, wat hy op zich had genomen, dat viel niet te ontkennen. Dat hield hy zich voor de honderdste maal voor oogen. Hy was niet van plan de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven, dat was uitgesloten. Gedurende de korte stilte welke op zyn woorden volgde, verwachtte hy tegenstand van haar, ofschoon ze steeds onderworpen was geweest H(j bereidde zich echter op haar verzet voor. En toen kwam het zachte antwoord: „Uitstekend." en hy begreep, dat hy zich volstrekt niet zoo had behoeven op te winden. „Dat is dus afgesproken, niatwaar?" vroeg hy vrlen- deiyk. „O, ja, antwoordde ze op eenigszlns vermoeiden toon. .Ik zal u ontmoeten wanneer u maar wilt" „In orde." ze> Tiggie. „Na het diner vanavond?" ..Zooals u wilt." Haar zachtheid en kalmte roerden hem. Plotseling begreep hy hoe grof en onvriendeiyk hy zich had gedragen. „Er ls geen haast bij," zei hy glimlachend. „Mor gen ls ook goed." Ze sloeg haar oogen op. waarin een uitdrukking van vaag protest lag, een blik dien hy niet begreep. „Ik zal u vanavond ontmoeten," zei ze, en met een lichten zucht wendde ze zich om. Tiggie gaf zich in de tegenovergestelde richting en opnieuw verweet bij zichzelf, dat by zich als een bruut bad gedragen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9