SGHAGËH
I illiltt! Billis-
tODRtlllT.
MitritMit- LallDiilIil
Raad Harenkarspel.
Wat moeten onze boeren doen
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Woensdag 26 Augustus 1931.
74ste Jaargang No. 8923
blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, weiden Ad ver-
nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN*
TIëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno,
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
JT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
nwingen over de moeilijkheden,
welke bestaan bij de Coöperatieve
Zuivelbereiding en de mogelijk
heden om deze moeilijk
heden te overwinnen.
JJBSL VAN OUD-MINISTER POSTHUMA.
■liedenmorgen gehouden algemeene vergadering
■*t van den Algemeenen Nederlandschen Zuivel-
jeeft de voorzitter en oud-minister, Dr. F. E.
een openingsrede gehouden, waarin hij in het
de moeilijkheden schetste, die de landbouw op
SptbMk ondervindt: Ik doe dit niet. aldus de heer
v om nu een g.*oot klaaglied in proza-vorm aan
pin voordragen, want ik kan niet inzien dat kla-
"^5*ensch of een vereeniging ooit tot betere toe
rei kunnen brengen, doch ik doe dat omdat het
ap meening in moeilijke tijden noodig is, ons nog
joed voor oogen te stellen hoe het was. hoe het Is
e bet misschien worden kan en nader te bekijken
factoren, welke in dezen een rol vervullen,
n 4$ hand van een reeks cijfers gaat spr. dan na
dl prijzen der landbouw- en zuivelproducten waren
1 hrtjiar 1913 en in 1929, hoe die prijzen gestegen zijn,
r tegenover staat, dat ook de exploitatle-kos-
i zijn toegenomen. Verder geren deze cijfers
EiWrtcfct van de toename der productie en de
r het buitenland: dit laatste tevens in verge-
m»t andere landen, In het bijzonder Denemar-
«o onzer grootste concurrenten op de Engelsche
Dutorhe markt. Tenslotte het verbruik in eigen land,
ïifl vooral opvalt hoe zoowel in Denemarken als
"iand het verbruik vóór en na den oorlog aan-
verschilt, d.w.z. dat het sterk is gedaald, ter-
r hst boterverbruik in de Vereenlgde Staten ia ge-
flbu gaat spr. na, wat er door middel van reclame
a wdt om het bultenlandsch verbruik zoo groot
mat®kV doen zijn, de middelen die worden aange-
wri «b Ie productie op te voeren en de exploltatie-
k«ra sk laag mogelijk te houden. Ten aanzien van dit
ketettft spr.: „De factor, waaraan wij, naar ik meen,
KtSkli kunnen doen en ook iets moeten doen, is de prijs
T wij een bedrijf koopen of een bedrijf pachten.
Et Inderdaad den indruk dat èn koop- èn pachtprij-
M (Blaag gaan. doch soms lees ik nog koopprijzen van
i bowkrijen, waarbij ik mij afvraag: of men dan noodt
f worden
Wat moeten wij doen om de moeilykheden
het hoofd te bieden en zoo mogelijk te over
winnen.
bovenstaande slotvraag komt tenslotte de heer
uma, waarbij hij aldus verder gaat.
pn de eerste plaats zou ik leder den raad willen geven,
-it niet zenuwachtig. Ik meen n.1. dat spo-
van zenuwachtigheid waar te nemen zijn.
was een tijd dat de voornaamste werkzaamheden
uworganlsaties bestonden in het verzenden
»en aan verschillende autoriteiten en het vra-
na subsidies. Deze tijd is thans voorbij en toch
k nog wel eens het gevoel dat de landbouworgani-
terzake van het richten van verzoeken tot de
zoo'n soort harddraverij op de korte baan hou-
Ofwettelijk gebruik ik hier de woorden „korte baan"
,4 het werk van goede organisaties altijd lang en
W is en niet bestaat in een groote inspanning ge-
e korten tijd. Mijn tweede raad is:
Vraag niet allee aan de Regeering.
|**ïet wel dat deze raad voor de Coöperatieve Zui-
ers vrijwel overbodig is, want toen de Alge-
Nederland sche Zuivel bond nog veel jonger en
reader krachtig was, is tot tweemaal toe principi-
J vragen van subsidie aan de Regeering verworpen
steeds uit eigen krachten dat de Coöperatieve
«ereiding zich geholpen heeft en ik ben overtuigd
e overgroote meerderheid onder ons ook thans nog
eerste plaats haar eigen krachten wil beproeven
net hoofd boven water tc houden.
ien zijn er onder U die de vraag stellen, maar
heeft de Algemeene Nederlandsche Zuivelbond
aan tot de Regeering gewend inzake het verleenen
wun ter bevordering van den afzet van Neder-
producten? Hun antwoord is. dat dit verzoek
«PW de coöperatieve producten In het bijzonder,
e Nederlandsche zuivelproducten in het algemeen,
t a Ü1" veaUg zo° noodig, er nog eens de aan-
op, dat dit verzoek tot de regeering gericht was.
uit Cijfere bleek- dat in 1930 door d« boe-
t m nï! dcr h01®1"" en kaasprijzen rond v e e r-
-en w.J n minder melkgeld ont-
- ln het voorafgaande jaar. Wat wij nu
hlldr^f dlt- dat de Regeering een steentje
b,v™5 n 0m den afzet van onze producten te hel-
-ctL eren cn 001 deze zoo duur mogelijk te ver-
van Landbouw kon echter niet eens over-
•ndft °r 8tellen bulp voor een gezonde pro-
A te verleenen.
ISÜ1 8laalsburgers voelen wij het vraagstuk der
ttES?! natuurlÜk z°°. dat ook de Staat met
«stok b»n»€ Cn*r1Ct verder n^et springen dan de
m boude het ons echter ten goede.
Me J#l?n dat bezuin,gcn en beknibbelen niet
*en ka* w «^nduiden. Zelfs in financieel benarde
Perneming ™eaw®««rs-POlitlck voor geen enkele on-
f Een maar ook niet voor den Staat
I derde rMd die ik zou willen geven is:
t wees niet eigenwijs-
Tr.rerna'dat 0n,an88 ln Kopenhagen het
in u,v®'con&res gehouden werd. Wij waren
boter kennis imet ecn groot aantAl monsters
en bet ,s een behoefte om
nog 2: ÏL****™' dat zelfs die monsters,
1 eeu eervolle vermelding was toege
kend, op mij een uitstekenden Indruk hebben gemaakt
Het geheele complex was eenvoudig boven eiken lof
verheven. Let wel: niet hier en daar een monster dat
prima was, of vele bepaald goede monsters, doch men
kreeg de overtuiging, dat men ten aanzien van de kwa
liteit een aangesloten geheel voor zich had. Ik weet
dat meer landgenooten, die evenals lk deze boterten-
toonstelling bezochten, er ook zoo over denken en nu
trof het mij, dat één onzer zichzelf wijsgemaakt had
dat zijn boter wel zoo goed, of laten wij het zachtjes
zeggen, even goed was, in haar geheel genomen, als de
Deensche. Ik neem gaarne aan dat de betrokkene deze
overtuiging had, en die overtuiging ook aan ons wilde
schenken, doch het spijt me dat bij mij maar één ge-
dafchte opkwam, n.1.: Laten we toch niet eigenwijs zijn.
Zijn we dat wel, dan loopen we groot gevaar de
Deensche boter als concurrent op de wereldmarkt te
onderschatten. Laten wij ons verheugen in den vooruit
gang van onze kwaliteit, maar dat mag niet insluiten
dat wij ons voldaan gevoelen. Wij zijn er nog lang niet-
De export naar Duitschland en die staking
der Duitsche betalingen.
Vervolgens herinnert dc heer Posthuma aan de crisis
ln Dultschlana, waarbij het scheen alsof dit land kort
en bondig de betalingen zou staken, waarbij gaarne
kon worden aangenomen, dat er personen waren, die
ook inderdaad niet konden betalen, doch de Regeerings-
daad had ook tengevolge, dat bij sommige debiteuren
elk begrip van fatsoen om te moeten betalen, verloren
ging. Ze redeneerden eenvoudig, de Regeering komt
met een noodverordening en dus zijn wij in nood en
kunnen dus niet betalen.
Het was dus wenschelijk, den Duitschen export zoo
veel mogelijk van zijn financieel gevaar te ontdoen. De
ze poging heeft absoluut gefaald.
Ik meen echter nog steeds dat men ernstig moet po
gen het geldelijk risico aan een export naar een land,
waar het mogelijk is met nood-verordeningen te regee-
ren, zoo klein mogelijk te doen zijn.
Ik weet dat het met de betalingen niet slechter is
geworden, maar tenzij in de laatste dagen een verbe
tering is ingetreden, weet ik ook dat nog menige Ver
eeniging zit met vorderingen van vóór en gedurende
den tijd, toen de Duitsche Regeering het betalen ver
bood en met cheques in Duitsche marken, waarop Ne
derlandsche Banken geen betalingen doen.
Concentratie van den export onzer zuivel
producten.
Met zijn driejarige ervaring als voorzitter van de
Commissie voor de Verkoopvereenigingen meent spr.
gerechtigd te zijn over het vraagstuk van de moeilijk
heden van onzen export mede te mogen spreken.
Het is mijn vaste overtuiging, aldus dr. Posthuma,
dat het exporteeren door een zestal verkoopvereenigin
gen en door een onbekend aantal fabrieken, deze laatste
rechtstreeks of door middel van den handel, den boe
ren hoopen geld kost. Vooral in tijden als wij thans
beleven, doch ook ln gewone tijden als de productie toe
neemt is het noodzakelijk eenheid bij den export zoo
veel mogelijk te bevorderen. Het loslaten van den prijs
door één verkoopvereeniging of door eenige zelf-expor-
teerende of zelf-verkoopende fabrieken, kan gemakke
lijk tengevolge hebben dat de prijs over de geheele
linie daalt. Ik behoef U zeker niet voor te rekenen, hoe
groot het geldbedrag Is, dat door dit loslaten van den
prijs, voor een weekproductie van alle fabrieken teza
men, niet in de zakken van de boeren terecht komt
Dat een middel gevonden kan worden om dit verlies
te voorkomen, staat voor mij vast, maar dan moeten
de boeren zelf zich met het geval bemoeien.
Allerwege hooren wij verkondigen, ook door personen
die ik niet bevoegd acht in dit vraagstuk een onbevan
gen oordeel af te geven. Maar als het dan den boer
financieel niet goed gaat, moet hij niets onbeproefd
laten om daarin verandering te brengen. Het Is niet
voldoende, dat hij door gepaste middelen er voor zorgt,
dat de bronnen van alle zulvelproductle hoe langer hoe
rijker vloeien en de kwaliteit dezer melkstroomen hoe
langer hoe beter wordt. Het Is niet voldoende dat de
boer ln zijn zuivelorganisaties medewerkt om door keu
ringen en andere middelen de kwaliteit der producten
hoe langer hoe beter te maken, hij moet ook daadwer
kelijk medewerken tot den afzet van deze producten
en wel een afzet tot de hoogste prijzen. Om dit te kun
nen bereiken moet de afzet In weinig handen liggen en
niet in vele, opdat niet op een zeker oogenblik de een
of andere persoon aan wien de boeren den verkoop
hebben toevertrouwd, door angst bevangen zijn prijzen
maar verlaagt om maar van zijn producten af te ko
men. Niemand kan zich meer verheugen dan ik, dat de
groote ramp. die eenige weken geleden, toen Duitsch-
land de betalingen staakte, dreigde over onzen zulvel-
export te komen, van ons werd afgewend en ik hoop
evenmin, dat een dergelijke harde les noodig zal zijn
om den boeren duidelijk te maken dat het met onze
QKport-organisatie of niet-erganisatie niet in orde is.
Was het eenige weken geleden nog even verder geko
men met de moeilijkheden van den export, dan zouden
wij het oogenblik gekregen hebben, dat men een uitweg
voor zijn producten had moeten zoeken en op andere
markten geplaatst had wat er maar te plaatsen was,
zonder verder acht te slaan op de prijzen. Een verkoop
voor spotprijzen zou er het gevolg van geweest zijn en
dat alles op kosten van den boer, wien het financieel
reeds niet goed gaat.
De toestand waarin onze boeren verkeeren.
Zo moeten helpen om van deze slecht©
tijden nog het beste te maken, wat er van
te maken is.
Nu de landbouwers in het algemeen, dus zij, verre
weg het overgrootste deel, die naast de melkproductie
door middel hunner koeien, varkensmesterij en kippen-
houderij in htm onderhoud voorzien.
Vraagt men mij nu, aldus dr. Posthuma, verkeeren
deze allen ln ecn toestand., die hun ondergang voor
spelt. dan antwoord ik daarop zonder eenige schroom:
Neen.
Ook voor deze landbouwers, lk hertiaal nog eens, de
cvergroot© meerderheid, beslaat niet da minste moge
lijkheid om de wereldcrisis over zich heen te laten gaan,
daaraan zijn zij evengoed als leder ander onderworpen.
Ten dien aanzien mogen zij niet verwachten (lat het
voor hen goed zal blijven gaan als het voor allo andere
wereldburgers slecht gaat Wel ben lk van meening dat
zij ln de wereldcrisis niet de slechtste plaats Innemen
Zij produceeren producten, die voor de voeding van den
mensch dienen en hoe de wereld ook draalt, de mensch
zal gevoed moeten worden.
Ik meen intusschen deze gelegenheid niet voorbij te
moeten laten gaan, zonder U op de ernst der tijden na
drukkelijk te wijzen. Wij beleven niet een crisis, die door
dit een beetje anders en door dat nog een beetje anders
te doen, kan worden bestreden. Of deze wereldcrisis ver
oorzaakt wordt door een teveel aan producten of door
een te weinig aan consumptie, laat lk hier onbesproken,
bovendien ben ik van meening dat wij goed zullen doen
om niet de heele wereld te willen veranderen, maar te
dien aanzien een beetje dichter bij huis te blijven. En als
lk dan met dat huls Europa mag bedoelen, dan herinner
ik er u in de eerste plaats aan dat lk verleden jaar tot
U sprak over: vrede door meer eerlijkheidszin en ver
der verwijs lk U naar de artikelen van onzen Secretaris
in het Officieel Orgaan, welke ik U niet genoeg kan
aanbevelen om goed te lezen. Uit die artikelen neem ik
een beeld over n.1. dit:
Europa is ziek ln het hart! Want hoe wij ook over de
verschillende Staten in Europa denken, het hart van
Europa ligt nog steeds ln Duitschland.
Nu heeft het mij altijd wonderlijk toegeschenen als
men een hartziekte gaat bestrijden met likdoornzalf en
daarbij de patiënt nog extra pijnen doet lijden. En toch
kan ik dit beeld niet van mij zetten, als ik zie hoe wei
nig men doet en langs welke wegen men het zieke hart
van Europa wil trachten beter te maken.
Om nu niet al te treurig te eindigen, wil lk U de ver
zekering geven dat ik evenmin als tot nu toe pessimist
ben. Ik wi! ook gaarne mijn aandeel nemen in de moei
ten die noodig zijn om deze slechte tijden door te wors
telen; maar lk eisch dan ook, dat onze boeren daadwer
kelijk zullen helpen om van deze slechte tyden nog het
beste te maken, wat er van te maken is.
Mijn beste wenschen voor hun welslagen vergezellen
hen daarbij." aldus eindigde oud-minister Posthuma deze
interessante rede.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 25 Augustus
1931, des middags 3 uur.
Voorzitter de heer H. Nolet, burgemeester, secretaris
de heer Jb. Dam.
Alle leden zijn aanwezig.
De Voorzitter opent de vergadering met een woord
van welkom, waarna de notulen worden gelezen, ze
worden onder dankzegging aan den secretaris onveran
derd vastgesteld.
Ingekomen stukken-
Van Ged. Staten. Is bericht van ontvangst Ingekomen
van de verordening tot geldigverklaring der strafveror
deningen.
Wegenverbetering te Waarland-
Ingekomen is een verzoek van het Bestuur van de
banen Harenkarspel om f 2500 bijdrage in de kosten
van straatwerk te Waarland vanaf de voormalige kaas-
fabriek tot het café van W. Dekker.
B. en W. deelen ter toelichting mede, dat de totale
kosten van de hlerbedoelde bestrating worden geraamd
op f 5000.Het bestuur der banne acht die bestrating
noodzakelijk en denkt de kosten mits de gemeente
f 2500 bijdraagt en op eenig ander onderhoud wordt be
zuinigd uit de gewone middelen te kunnen bestrijden.
B. en W. stellen voor dat verzoek in tc willigen.
Het bannebestuur berichtte nog, dat als buitengewoon
werk zal worden overgegaan tot verbreeding van de
straat te Kerkbuurt en het maken van een 3-tal vlucht
heuvels aan den Slootgaardsweg.
In zijn toelichting wijst de Voorzitter er op dat van
het plan van f 20000 wel niet veel meer zal komen, te
meer nu op het aanvullend wegenplan het grootste ge
deelte van dat plan voorkomt. Het is dus niet waarschijn
lijk dat voor bestrating van den Oosterdijk een bijdrage
uit de gemeentekas noodig zal zijn. Spr. wijst er op dat
de toestand voor veel polderbesturen, wat de finantiën
betreft, zeer moeilijk is en groote uitgaven moeilijk zijn
te dragen, omdat het bezwaarlijk is nog meer lasten op
de landerijen te leggen. Wel ondervindt de gemeente den
terugslag van dezen moeilijken fin&ntieelen toestand,
maar door de verandering van de finantleele verhouding
tusschen rijk en gemeenten Is die terugslag toch niet
zóó groot Om al deze redenen stellen B. en W. voor een
bijdrage van f 2500 te verleenen te meer waar het hier
een verbetering in een bebouwde kom betreft
De heer De Vries vraagt, of dus de Oosterdijk af
doende verbeterd zal worden.
De Voorzitter weet alleen dat de Oosterdijk op het
aanvullend wegenplan staat en het lijkt hem waarschijn
lijk dat tot bestrating zal worden overgegaan.
Den heer De Vries lijkt bestrating ook de eenigste
verbetering, want asphalteering is te duur.
De Voorzitter vindt het alleen maar jammer dat de
bestrating niet aansluit bij het bestaande.
De heer De Vries beaamt dit
De heer Francis zegt. dat bij het Bannebestuur het
plan bestaat den geheelen Oosterdijk te bestraten. In
verband met de afwijzende beschikking door het Prov.
bestuur op het verzoek om een bijdrage cn in verband
met een mogelijke uitkeering uit het wegenfonds is dit
plan echter opgeschort. In de plaats daarvan zal dit jaar
een klein gedeelte in Waarland worden bestraat. Moet de
banne dat geheel betalen, dan zou het grootste gedeelte
van de landeigenaren de daaruit voortvloeiende hoogere
lasten niet kunnen opbrengen en spr. vindt het daarom
ook beter dat de gemeente in de kosten bijdraagt, opdat
de kosten gelijkelijk over de gemeentenaren worden ver
deeld. Spr. kan zich dan ook met het voorstel van B.
en W. vereenigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van B. en W. besloten.
Onderling verleenen van hulp bU brand.
Voorts is Ingekomen een schrijven van de vereeniging
van B. en S. in het kanton Schagen om te komen to:
samenwerking tusschen de gemeenten in het kanton
Schagen terzake het onderling verleenen van hulp bij
braad. B. en W. stellen voor daartoe mede te werken.
De Voorzitter zegt dat deze onderlinge hulp niets kost,
alleen dan wanneer van die hulp gebruik wordt ge
maakt. Spr. doet mededeellngcn over de tarieven die in
rekening zullen worden gebracht, o.a. van een autospuit
met ©en capaciteit van 1200 liter, het eerste uur. dat zo
geen dienst doet 1 40, het eerste uur dat ze wèl dienst
doet f 60, verder per uur f 25; een motorspuit f 25 pee
uur, een handspuit f 15 per keer, waarbij de gemeente,
die de hulp Inroept, voor pompers zorgt Bij de koeten
voor auto- en motorspuit is het bedienend personeel in
begrepen.
De Voorzitter vindt het een eenvoudige regeling, dio
gerust kan worden aanvaard.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten.
Het ambtenarenreglement.
Aan de orde is de vaststelling van het ambtenarenre
glement
Het ontwerp heeft voor de leden ter inzage gelegen en
hoewel niet alle leden het hebben ingezien, wordt geen
artlkelsgewijze behandeling verlangd.
De heer De Vries oordeelt, dat de zaak een bootje
koud Is behandeld en had het beter gevonden dat het
ontwerp had gecirculeerd. Voor zoover spr. heeft kun
nen nagaan, voldoet het wel aan de gestelde elschen en
waar het 1 September ln werking moet treden, kan spr.
zijn stem er wel aan geven. Spr. vraagt of overleg is
gepleegd met de betrokken ambtenaren.
De Voorzitter antwoordt ontkennend.
De heer De Vries meent dat het plegen van overleg
toch wol zijn nut zou hebben gehad; de tijd waarin men
over de ambtenaren doch zonder hen, beslist is gepas
seerd.
De Voorzitter gaat na hoeveel ambtenaren er in deze
gemeente zijn. De secretaris is met het ontwerp op de
hoogte, de ambtenaar ter secretarie heeft zich ook op
de hoogte kunnen stellen, do gemeenteopzichter is in
halven dienst
De heer De Vrle3 vult aan: de gemeenteveldwachter,
de doodgraver, de gemeentearts.
De Voorzitter zegt dat dit halve ambtenaren zijn, maar
de heer De Vries denkt dat ze toch heele hersens heb
ben en de ontwerp-regeling zullen kunnen beoordeeleru
Het rechtsgevoel wordt wat meer bevredigend als da
gelegenheid wordt geboden wenschen naar voren te
brengen. Spr. herhaalt dat de tijd voorbij is dat maar,
over je bedisseld wordt
De heer De Groot zegt dat de strekking van het ont
werp vrijwel overeenkomt met dat wat door het polder
bestuur is vastgesteld en met dat ontwerp hebben de
betrokken ambtenaren zich vereenigd. Er is in het re
glement wel rekening met de wenschen der ambtenaren
gehouden.
De heer De Vries wil geen afbreuk doen aan het ont-'
werp, maar acht het gewenscht dat In den vervolge met
wijzigingen overleg met de ambtenaren wordt gepleegd,.
De Voorzitter zegt dat dlo bepaling ook in het regie-,
men staat In 't algemeen is spr. het volmaakt met den
heer De Vries eens, maar hot gold hier een ontwerp van
Samson, waarover de hoofdbesturen dero rgnnlsatlea
gehoord. Spr. vond het daarom overdreven als de ge
meente nu weer overleg zou gaan plegen.
De heer Bakker zegt dat het ontwerp door het polder
bestuur is bekeken, het is een ontwerp van Somson, al
lee wordt je door de wet voorgeschreven, ook voor de
ambtenaren. De organisaties hebben nognl wat te zeg
gen, de ambtenaren zelf niet en spr. vindt dat het dan
ook geen zin heeft, de ambtenaren tot overlegplcglng
uit te noodigen. Zij moeten zich toch ook onderwerpen
aan de wet en aan hunne organisaties. Spr. gelooft dat
zij geen bezwaren tegen de regeling zullen hebben, het
wordt voor hen een verbeterde toestand.
Zonder hoofdelijke stemming verklaart de raad ao
coord te gaan met het ontwerp.
Do rekeningen over 1930»
B. en W. stellen voor te besluiten tot voorloopiga
vaststelling der rekeningen over 1930 van de gemeente,
van het electriciteitsbedrijf en van bet Burgerlijk Arm
bestuur.
De heer Francis rapporteert dat gemeenterekening en
rekening Burgerlijk Armbestuur nauwkeurig zijn na
gegaan. de rekening van het G.E.B. nlèt zoozeer, omdat
dit reeds door den accountant was gebeurd. Alles werd
in volmaakte orde bevonden en de commissie adviseert
dan ook de rekeningen voorloopig vast te stellen.
Nadat de Voorzitter aan commissie en rapporteur
dank had gebracht, wordt overeenkomstig het advies
van de commissie besloten.
Do rondvraag-
De heer De Vries heeft opgemerkt dat het hek tus
schen de schoolwoning te Kerkbuurt en het porceel-
Moolj thans geheel weg is en vraagt of de toestand zoo
blijft
De heer De Groot zegt dat het hek in desolaten toe
stand verkeerde en spr. toen maar opdracht heeft gege
ven het te verwijderen. Wel scheen het hoofd der school
daarover een beetje gepiqueerd, maar zoonoodig kan
er wel een paaltje worden geslagen en het daar aan
wezige gaas eraan worden verbonden. Als echter de
heining wordt opgeknapt, lijkt spr. de afscheiding vol
doende, de schoolkinderen komen er toch niet.
De heer De Vries bekijkt de zaak toch even anders,
Spr. acht voor afscheiding een hek wel noodig, bU eea
school dient toch een afscheiding te zijn. cn z l. ka*
volstaan worden met een eenvoudig hek, voorzien van
harmonicagaas.
De Voorzitter zegt dat B. en W. den toestand eens
zullen opnemen.
De heer Francis verzoekt den Voorzitter aan de po
litie opdracht te geven meer erop toe te zien dat de
eendenhouders ln den oogsttijd hun eenden niet zoo los
laten zwemmen, omdat dit overlast bezorgt.
De Voorzitter zal er met de politie over spreken en
kijken welke maatregelen genomen kunnen worden.
De heer Doodeman zegt dat dit de laatste raadsverga
dering Is die door hem zal worden bijgewoond. Hij
dankt voor de aangename samenwerking en hoopt dat
het den Voorzitter. Secretaris en raadsleden, met hun
ne gezinnen wel mogen gaan en dat ook in den nieu
wen raad een aangename samwerking zal bestaan.
De Voorzitter zegt voornemens te zijn geweest. dea
heer Doodeman dank te brengen voor de prettige sa
menwerking. Spr. hoopt wederkeerig dat het den heer
Doodeman en zijn gezin goed moge gaan cn dat hij mot
belangstelling het doen en laten van den nieuwen raad
zal volgen en dat het besef het beste voor de gemeento
te hebben gewild een vergoeding zal zijn voor de min
of meer groote teleurstelling niet te zijn herkozen.
De heer Doodeman dankt den voorzitter voor diens
hartelijke woorden. Hierna sluiting.