SGHAGËH I illiltt! Billis- tODRtlllT. MitritMit- LallDiilIil Raad Harenkarspel. Wat moeten onze boeren doen Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Woensdag 26 Augustus 1931. 74ste Jaargang No. 8923 blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, weiden Ad ver- nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN* TIëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno, inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. JT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. nwingen over de moeilijkheden, welke bestaan bij de Coöperatieve Zuivelbereiding en de mogelijk heden om deze moeilijk heden te overwinnen. JJBSL VAN OUD-MINISTER POSTHUMA. ■liedenmorgen gehouden algemeene vergadering ■*t van den Algemeenen Nederlandschen Zuivel- jeeft de voorzitter en oud-minister, Dr. F. E. een openingsrede gehouden, waarin hij in het de moeilijkheden schetste, die de landbouw op SptbMk ondervindt: Ik doe dit niet. aldus de heer v om nu een g.*oot klaaglied in proza-vorm aan pin voordragen, want ik kan niet inzien dat kla- "^5*ensch of een vereeniging ooit tot betere toe rei kunnen brengen, doch ik doe dat omdat het ap meening in moeilijke tijden noodig is, ons nog joed voor oogen te stellen hoe het was. hoe het Is e bet misschien worden kan en nader te bekijken factoren, welke in dezen een rol vervullen, n 4$ hand van een reeks cijfers gaat spr. dan na dl prijzen der landbouw- en zuivelproducten waren 1 hrtjiar 1913 en in 1929, hoe die prijzen gestegen zijn, r tegenover staat, dat ook de exploitatle-kos- i zijn toegenomen. Verder geren deze cijfers EiWrtcfct van de toename der productie en de r het buitenland: dit laatste tevens in verge- m»t andere landen, In het bijzonder Denemar- «o onzer grootste concurrenten op de Engelsche Dutorhe markt. Tenslotte het verbruik in eigen land, ïifl vooral opvalt hoe zoowel in Denemarken als "iand het verbruik vóór en na den oorlog aan- verschilt, d.w.z. dat het sterk is gedaald, ter- r hst boterverbruik in de Vereenlgde Staten ia ge- flbu gaat spr. na, wat er door middel van reclame a wdt om het bultenlandsch verbruik zoo groot mat®kV doen zijn, de middelen die worden aange- wri «b Ie productie op te voeren en de exploltatie- k«ra sk laag mogelijk te houden. Ten aanzien van dit ketettft spr.: „De factor, waaraan wij, naar ik meen, KtSkli kunnen doen en ook iets moeten doen, is de prijs T wij een bedrijf koopen of een bedrijf pachten. Et Inderdaad den indruk dat èn koop- èn pachtprij- M (Blaag gaan. doch soms lees ik nog koopprijzen van i bowkrijen, waarbij ik mij afvraag: of men dan noodt f worden Wat moeten wij doen om de moeilykheden het hoofd te bieden en zoo mogelijk te over winnen. bovenstaande slotvraag komt tenslotte de heer uma, waarbij hij aldus verder gaat. pn de eerste plaats zou ik leder den raad willen geven, -it niet zenuwachtig. Ik meen n.1. dat spo- van zenuwachtigheid waar te nemen zijn. was een tijd dat de voornaamste werkzaamheden uworganlsaties bestonden in het verzenden »en aan verschillende autoriteiten en het vra- na subsidies. Deze tijd is thans voorbij en toch k nog wel eens het gevoel dat de landbouworgani- terzake van het richten van verzoeken tot de zoo'n soort harddraverij op de korte baan hou- Ofwettelijk gebruik ik hier de woorden „korte baan" ,4 het werk van goede organisaties altijd lang en W is en niet bestaat in een groote inspanning ge- e korten tijd. Mijn tweede raad is: Vraag niet allee aan de Regeering. |**ïet wel dat deze raad voor de Coöperatieve Zui- ers vrijwel overbodig is, want toen de Alge- Nederland sche Zuivel bond nog veel jonger en reader krachtig was, is tot tweemaal toe principi- J vragen van subsidie aan de Regeering verworpen steeds uit eigen krachten dat de Coöperatieve «ereiding zich geholpen heeft en ik ben overtuigd e overgroote meerderheid onder ons ook thans nog eerste plaats haar eigen krachten wil beproeven net hoofd boven water tc houden. ien zijn er onder U die de vraag stellen, maar heeft de Algemeene Nederlandsche Zuivelbond aan tot de Regeering gewend inzake het verleenen wun ter bevordering van den afzet van Neder- producten? Hun antwoord is. dat dit verzoek «PW de coöperatieve producten In het bijzonder, e Nederlandsche zuivelproducten in het algemeen, t a Ü1" veaUg zo° noodig, er nog eens de aan- op, dat dit verzoek tot de regeering gericht was. uit Cijfere bleek- dat in 1930 door d« boe- t m nï! dcr h01®1"" en kaasprijzen rond v e e r- -en w.J n minder melkgeld ont- - ln het voorafgaande jaar. Wat wij nu hlldr^f dlt- dat de Regeering een steentje b,v™5 n 0m den afzet van onze producten te hel- -ctL eren cn 001 deze zoo duur mogelijk te ver- van Landbouw kon echter niet eens over- •ndft °r 8tellen bulp voor een gezonde pro- A te verleenen. ISÜ1 8laalsburgers voelen wij het vraagstuk der ttES?! natuurlÜk z°°. dat ook de Staat met «stok b»n»€ Cn*r1Ct verder n^et springen dan de m boude het ons echter ten goede. Me J#l?n dat bezuin,gcn en beknibbelen niet *en ka* w «^nduiden. Zelfs in financieel benarde Perneming ™eaw®««rs-POlitlck voor geen enkele on- f Een maar ook niet voor den Staat I derde rMd die ik zou willen geven is: t wees niet eigenwijs- Tr.rerna'dat 0n,an88 ln Kopenhagen het in u,v®'con&res gehouden werd. Wij waren boter kennis imet ecn groot aantAl monsters en bet ,s een behoefte om nog 2: ÏL****™' dat zelfs die monsters, 1 eeu eervolle vermelding was toege kend, op mij een uitstekenden Indruk hebben gemaakt Het geheele complex was eenvoudig boven eiken lof verheven. Let wel: niet hier en daar een monster dat prima was, of vele bepaald goede monsters, doch men kreeg de overtuiging, dat men ten aanzien van de kwa liteit een aangesloten geheel voor zich had. Ik weet dat meer landgenooten, die evenals lk deze boterten- toonstelling bezochten, er ook zoo over denken en nu trof het mij, dat één onzer zichzelf wijsgemaakt had dat zijn boter wel zoo goed, of laten wij het zachtjes zeggen, even goed was, in haar geheel genomen, als de Deensche. Ik neem gaarne aan dat de betrokkene deze overtuiging had, en die overtuiging ook aan ons wilde schenken, doch het spijt me dat bij mij maar één ge- dafchte opkwam, n.1.: Laten we toch niet eigenwijs zijn. Zijn we dat wel, dan loopen we groot gevaar de Deensche boter als concurrent op de wereldmarkt te onderschatten. Laten wij ons verheugen in den vooruit gang van onze kwaliteit, maar dat mag niet insluiten dat wij ons voldaan gevoelen. Wij zijn er nog lang niet- De export naar Duitschland en die staking der Duitsche betalingen. Vervolgens herinnert dc heer Posthuma aan de crisis ln Dultschlana, waarbij het scheen alsof dit land kort en bondig de betalingen zou staken, waarbij gaarne kon worden aangenomen, dat er personen waren, die ook inderdaad niet konden betalen, doch de Regeerings- daad had ook tengevolge, dat bij sommige debiteuren elk begrip van fatsoen om te moeten betalen, verloren ging. Ze redeneerden eenvoudig, de Regeering komt met een noodverordening en dus zijn wij in nood en kunnen dus niet betalen. Het was dus wenschelijk, den Duitschen export zoo veel mogelijk van zijn financieel gevaar te ontdoen. De ze poging heeft absoluut gefaald. Ik meen echter nog steeds dat men ernstig moet po gen het geldelijk risico aan een export naar een land, waar het mogelijk is met nood-verordeningen te regee- ren, zoo klein mogelijk te doen zijn. Ik weet dat het met de betalingen niet slechter is geworden, maar tenzij in de laatste dagen een verbe tering is ingetreden, weet ik ook dat nog menige Ver eeniging zit met vorderingen van vóór en gedurende den tijd, toen de Duitsche Regeering het betalen ver bood en met cheques in Duitsche marken, waarop Ne derlandsche Banken geen betalingen doen. Concentratie van den export onzer zuivel producten. Met zijn driejarige ervaring als voorzitter van de Commissie voor de Verkoopvereenigingen meent spr. gerechtigd te zijn over het vraagstuk van de moeilijk heden van onzen export mede te mogen spreken. Het is mijn vaste overtuiging, aldus dr. Posthuma, dat het exporteeren door een zestal verkoopvereenigin gen en door een onbekend aantal fabrieken, deze laatste rechtstreeks of door middel van den handel, den boe ren hoopen geld kost. Vooral in tijden als wij thans beleven, doch ook ln gewone tijden als de productie toe neemt is het noodzakelijk eenheid bij den export zoo veel mogelijk te bevorderen. Het loslaten van den prijs door één verkoopvereeniging of door eenige zelf-expor- teerende of zelf-verkoopende fabrieken, kan gemakke lijk tengevolge hebben dat de prijs over de geheele linie daalt. Ik behoef U zeker niet voor te rekenen, hoe groot het geldbedrag Is, dat door dit loslaten van den prijs, voor een weekproductie van alle fabrieken teza men, niet in de zakken van de boeren terecht komt Dat een middel gevonden kan worden om dit verlies te voorkomen, staat voor mij vast, maar dan moeten de boeren zelf zich met het geval bemoeien. Allerwege hooren wij verkondigen, ook door personen die ik niet bevoegd acht in dit vraagstuk een onbevan gen oordeel af te geven. Maar als het dan den boer financieel niet goed gaat, moet hij niets onbeproefd laten om daarin verandering te brengen. Het Is niet voldoende, dat hij door gepaste middelen er voor zorgt, dat de bronnen van alle zulvelproductle hoe langer hoe rijker vloeien en de kwaliteit dezer melkstroomen hoe langer hoe beter wordt. Het Is niet voldoende dat de boer ln zijn zuivelorganisaties medewerkt om door keu ringen en andere middelen de kwaliteit der producten hoe langer hoe beter te maken, hij moet ook daadwer kelijk medewerken tot den afzet van deze producten en wel een afzet tot de hoogste prijzen. Om dit te kun nen bereiken moet de afzet In weinig handen liggen en niet in vele, opdat niet op een zeker oogenblik de een of andere persoon aan wien de boeren den verkoop hebben toevertrouwd, door angst bevangen zijn prijzen maar verlaagt om maar van zijn producten af te ko men. Niemand kan zich meer verheugen dan ik, dat de groote ramp. die eenige weken geleden, toen Duitsch- land de betalingen staakte, dreigde over onzen zulvel- export te komen, van ons werd afgewend en ik hoop evenmin, dat een dergelijke harde les noodig zal zijn om den boeren duidelijk te maken dat het met onze QKport-organisatie of niet-erganisatie niet in orde is. Was het eenige weken geleden nog even verder geko men met de moeilijkheden van den export, dan zouden wij het oogenblik gekregen hebben, dat men een uitweg voor zijn producten had moeten zoeken en op andere markten geplaatst had wat er maar te plaatsen was, zonder verder acht te slaan op de prijzen. Een verkoop voor spotprijzen zou er het gevolg van geweest zijn en dat alles op kosten van den boer, wien het financieel reeds niet goed gaat. De toestand waarin onze boeren verkeeren. Zo moeten helpen om van deze slecht© tijden nog het beste te maken, wat er van te maken is. Nu de landbouwers in het algemeen, dus zij, verre weg het overgrootste deel, die naast de melkproductie door middel hunner koeien, varkensmesterij en kippen- houderij in htm onderhoud voorzien. Vraagt men mij nu, aldus dr. Posthuma, verkeeren deze allen ln ecn toestand., die hun ondergang voor spelt. dan antwoord ik daarop zonder eenige schroom: Neen. Ook voor deze landbouwers, lk hertiaal nog eens, de cvergroot© meerderheid, beslaat niet da minste moge lijkheid om de wereldcrisis over zich heen te laten gaan, daaraan zijn zij evengoed als leder ander onderworpen. Ten dien aanzien mogen zij niet verwachten (lat het voor hen goed zal blijven gaan als het voor allo andere wereldburgers slecht gaat Wel ben lk van meening dat zij ln de wereldcrisis niet de slechtste plaats Innemen Zij produceeren producten, die voor de voeding van den mensch dienen en hoe de wereld ook draalt, de mensch zal gevoed moeten worden. Ik meen intusschen deze gelegenheid niet voorbij te moeten laten gaan, zonder U op de ernst der tijden na drukkelijk te wijzen. Wij beleven niet een crisis, die door dit een beetje anders en door dat nog een beetje anders te doen, kan worden bestreden. Of deze wereldcrisis ver oorzaakt wordt door een teveel aan producten of door een te weinig aan consumptie, laat lk hier onbesproken, bovendien ben ik van meening dat wij goed zullen doen om niet de heele wereld te willen veranderen, maar te dien aanzien een beetje dichter bij huis te blijven. En als lk dan met dat huls Europa mag bedoelen, dan herinner ik er u in de eerste plaats aan dat lk verleden jaar tot U sprak over: vrede door meer eerlijkheidszin en ver der verwijs lk U naar de artikelen van onzen Secretaris in het Officieel Orgaan, welke ik U niet genoeg kan aanbevelen om goed te lezen. Uit die artikelen neem ik een beeld over n.1. dit: Europa is ziek ln het hart! Want hoe wij ook over de verschillende Staten in Europa denken, het hart van Europa ligt nog steeds ln Duitschland. Nu heeft het mij altijd wonderlijk toegeschenen als men een hartziekte gaat bestrijden met likdoornzalf en daarbij de patiënt nog extra pijnen doet lijden. En toch kan ik dit beeld niet van mij zetten, als ik zie hoe wei nig men doet en langs welke wegen men het zieke hart van Europa wil trachten beter te maken. Om nu niet al te treurig te eindigen, wil lk U de ver zekering geven dat ik evenmin als tot nu toe pessimist ben. Ik wi! ook gaarne mijn aandeel nemen in de moei ten die noodig zijn om deze slechte tijden door te wors telen; maar lk eisch dan ook, dat onze boeren daadwer kelijk zullen helpen om van deze slechte tyden nog het beste te maken, wat er van te maken is. Mijn beste wenschen voor hun welslagen vergezellen hen daarbij." aldus eindigde oud-minister Posthuma deze interessante rede. Vergadering van den Raad op Dinsdag 25 Augustus 1931, des middags 3 uur. Voorzitter de heer H. Nolet, burgemeester, secretaris de heer Jb. Dam. Alle leden zijn aanwezig. De Voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom, waarna de notulen worden gelezen, ze worden onder dankzegging aan den secretaris onveran derd vastgesteld. Ingekomen stukken- Van Ged. Staten. Is bericht van ontvangst Ingekomen van de verordening tot geldigverklaring der strafveror deningen. Wegenverbetering te Waarland- Ingekomen is een verzoek van het Bestuur van de banen Harenkarspel om f 2500 bijdrage in de kosten van straatwerk te Waarland vanaf de voormalige kaas- fabriek tot het café van W. Dekker. B. en W. deelen ter toelichting mede, dat de totale kosten van de hlerbedoelde bestrating worden geraamd op f 5000.Het bestuur der banne acht die bestrating noodzakelijk en denkt de kosten mits de gemeente f 2500 bijdraagt en op eenig ander onderhoud wordt be zuinigd uit de gewone middelen te kunnen bestrijden. B. en W. stellen voor dat verzoek in tc willigen. Het bannebestuur berichtte nog, dat als buitengewoon werk zal worden overgegaan tot verbreeding van de straat te Kerkbuurt en het maken van een 3-tal vlucht heuvels aan den Slootgaardsweg. In zijn toelichting wijst de Voorzitter er op dat van het plan van f 20000 wel niet veel meer zal komen, te meer nu op het aanvullend wegenplan het grootste ge deelte van dat plan voorkomt. Het is dus niet waarschijn lijk dat voor bestrating van den Oosterdijk een bijdrage uit de gemeentekas noodig zal zijn. Spr. wijst er op dat de toestand voor veel polderbesturen, wat de finantiën betreft, zeer moeilijk is en groote uitgaven moeilijk zijn te dragen, omdat het bezwaarlijk is nog meer lasten op de landerijen te leggen. Wel ondervindt de gemeente den terugslag van dezen moeilijken fin&ntieelen toestand, maar door de verandering van de finantleele verhouding tusschen rijk en gemeenten Is die terugslag toch niet zóó groot Om al deze redenen stellen B. en W. voor een bijdrage van f 2500 te verleenen te meer waar het hier een verbetering in een bebouwde kom betreft De heer De Vries vraagt, of dus de Oosterdijk af doende verbeterd zal worden. De Voorzitter weet alleen dat de Oosterdijk op het aanvullend wegenplan staat en het lijkt hem waarschijn lijk dat tot bestrating zal worden overgegaan. Den heer De Vries lijkt bestrating ook de eenigste verbetering, want asphalteering is te duur. De Voorzitter vindt het alleen maar jammer dat de bestrating niet aansluit bij het bestaande. De heer De Vries beaamt dit De heer Francis zegt. dat bij het Bannebestuur het plan bestaat den geheelen Oosterdijk te bestraten. In verband met de afwijzende beschikking door het Prov. bestuur op het verzoek om een bijdrage cn in verband met een mogelijke uitkeering uit het wegenfonds is dit plan echter opgeschort. In de plaats daarvan zal dit jaar een klein gedeelte in Waarland worden bestraat. Moet de banne dat geheel betalen, dan zou het grootste gedeelte van de landeigenaren de daaruit voortvloeiende hoogere lasten niet kunnen opbrengen en spr. vindt het daarom ook beter dat de gemeente in de kosten bijdraagt, opdat de kosten gelijkelijk over de gemeentenaren worden ver deeld. Spr. kan zich dan ook met het voorstel van B. en W. vereenigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Onderling verleenen van hulp bU brand. Voorts is Ingekomen een schrijven van de vereeniging van B. en S. in het kanton Schagen om te komen to: samenwerking tusschen de gemeenten in het kanton Schagen terzake het onderling verleenen van hulp bij braad. B. en W. stellen voor daartoe mede te werken. De Voorzitter zegt dat deze onderlinge hulp niets kost, alleen dan wanneer van die hulp gebruik wordt ge maakt. Spr. doet mededeellngcn over de tarieven die in rekening zullen worden gebracht, o.a. van een autospuit met ©en capaciteit van 1200 liter, het eerste uur. dat zo geen dienst doet 1 40, het eerste uur dat ze wèl dienst doet f 60, verder per uur f 25; een motorspuit f 25 pee uur, een handspuit f 15 per keer, waarbij de gemeente, die de hulp Inroept, voor pompers zorgt Bij de koeten voor auto- en motorspuit is het bedienend personeel in begrepen. De Voorzitter vindt het een eenvoudige regeling, dio gerust kan worden aanvaard. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. Het ambtenarenreglement. Aan de orde is de vaststelling van het ambtenarenre glement Het ontwerp heeft voor de leden ter inzage gelegen en hoewel niet alle leden het hebben ingezien, wordt geen artlkelsgewijze behandeling verlangd. De heer De Vries oordeelt, dat de zaak een bootje koud Is behandeld en had het beter gevonden dat het ontwerp had gecirculeerd. Voor zoover spr. heeft kun nen nagaan, voldoet het wel aan de gestelde elschen en waar het 1 September ln werking moet treden, kan spr. zijn stem er wel aan geven. Spr. vraagt of overleg is gepleegd met de betrokken ambtenaren. De Voorzitter antwoordt ontkennend. De heer De Vries meent dat het plegen van overleg toch wol zijn nut zou hebben gehad; de tijd waarin men over de ambtenaren doch zonder hen, beslist is gepas seerd. De Voorzitter gaat na hoeveel ambtenaren er in deze gemeente zijn. De secretaris is met het ontwerp op de hoogte, de ambtenaar ter secretarie heeft zich ook op de hoogte kunnen stellen, do gemeenteopzichter is in halven dienst De heer De Vrle3 vult aan: de gemeenteveldwachter, de doodgraver, de gemeentearts. De Voorzitter zegt dat dit halve ambtenaren zijn, maar de heer De Vries denkt dat ze toch heele hersens heb ben en de ontwerp-regeling zullen kunnen beoordeeleru Het rechtsgevoel wordt wat meer bevredigend als da gelegenheid wordt geboden wenschen naar voren te brengen. Spr. herhaalt dat de tijd voorbij is dat maar, over je bedisseld wordt De heer De Groot zegt dat de strekking van het ont werp vrijwel overeenkomt met dat wat door het polder bestuur is vastgesteld en met dat ontwerp hebben de betrokken ambtenaren zich vereenigd. Er is in het re glement wel rekening met de wenschen der ambtenaren gehouden. De heer De Vries wil geen afbreuk doen aan het ont-' werp, maar acht het gewenscht dat In den vervolge met wijzigingen overleg met de ambtenaren wordt gepleegd,. De Voorzitter zegt dat dlo bepaling ook in het regie-, men staat In 't algemeen is spr. het volmaakt met den heer De Vries eens, maar hot gold hier een ontwerp van Samson, waarover de hoofdbesturen dero rgnnlsatlea gehoord. Spr. vond het daarom overdreven als de ge meente nu weer overleg zou gaan plegen. De heer Bakker zegt dat het ontwerp door het polder bestuur is bekeken, het is een ontwerp van Somson, al lee wordt je door de wet voorgeschreven, ook voor de ambtenaren. De organisaties hebben nognl wat te zeg gen, de ambtenaren zelf niet en spr. vindt dat het dan ook geen zin heeft, de ambtenaren tot overlegplcglng uit te noodigen. Zij moeten zich toch ook onderwerpen aan de wet en aan hunne organisaties. Spr. gelooft dat zij geen bezwaren tegen de regeling zullen hebben, het wordt voor hen een verbeterde toestand. Zonder hoofdelijke stemming verklaart de raad ao coord te gaan met het ontwerp. Do rekeningen over 1930» B. en W. stellen voor te besluiten tot voorloopiga vaststelling der rekeningen over 1930 van de gemeente, van het electriciteitsbedrijf en van bet Burgerlijk Arm bestuur. De heer Francis rapporteert dat gemeenterekening en rekening Burgerlijk Armbestuur nauwkeurig zijn na gegaan. de rekening van het G.E.B. nlèt zoozeer, omdat dit reeds door den accountant was gebeurd. Alles werd in volmaakte orde bevonden en de commissie adviseert dan ook de rekeningen voorloopig vast te stellen. Nadat de Voorzitter aan commissie en rapporteur dank had gebracht, wordt overeenkomstig het advies van de commissie besloten. Do rondvraag- De heer De Vries heeft opgemerkt dat het hek tus schen de schoolwoning te Kerkbuurt en het porceel- Moolj thans geheel weg is en vraagt of de toestand zoo blijft De heer De Groot zegt dat het hek in desolaten toe stand verkeerde en spr. toen maar opdracht heeft gege ven het te verwijderen. Wel scheen het hoofd der school daarover een beetje gepiqueerd, maar zoonoodig kan er wel een paaltje worden geslagen en het daar aan wezige gaas eraan worden verbonden. Als echter de heining wordt opgeknapt, lijkt spr. de afscheiding vol doende, de schoolkinderen komen er toch niet. De heer De Vries bekijkt de zaak toch even anders, Spr. acht voor afscheiding een hek wel noodig, bU eea school dient toch een afscheiding te zijn. cn z l. ka* volstaan worden met een eenvoudig hek, voorzien van harmonicagaas. De Voorzitter zegt dat B. en W. den toestand eens zullen opnemen. De heer Francis verzoekt den Voorzitter aan de po litie opdracht te geven meer erop toe te zien dat de eendenhouders ln den oogsttijd hun eenden niet zoo los laten zwemmen, omdat dit overlast bezorgt. De Voorzitter zal er met de politie over spreken en kijken welke maatregelen genomen kunnen worden. De heer Doodeman zegt dat dit de laatste raadsverga dering Is die door hem zal worden bijgewoond. Hij dankt voor de aangename samenwerking en hoopt dat het den Voorzitter. Secretaris en raadsleden, met hun ne gezinnen wel mogen gaan en dat ook in den nieu wen raad een aangename samwerking zal bestaan. De Voorzitter zegt voornemens te zijn geweest. dea heer Doodeman dank te brengen voor de prettige sa menwerking. Spr. hoopt wederkeerig dat het den heer Doodeman en zijn gezin goed moge gaan cn dat hij mot belangstelling het doen en laten van den nieuwen raad zal volgen en dat het besef het beste voor de gemeento te hebben gewild een vergoeding zal zijn voor de min of meer groote teleurstelling niet te zijn herkozen. De heer Doodeman dankt den voorzitter voor diens hartelijke woorden. Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1