Raad Winkel. Raad St. Maarten. Esperanto. Velsen koopt Rooswijck. ,et Het gaat goed in Noord-Holland. Dat de gemeente Velsen verleden week het land goed Rooswijk kocht, zal iedereen verheugd hebben, die prijs stelt op het behoud van wat onzo provincie nog bezit aan mooie plekjes. Groot is dit terrein niets, slechts ruim 58 H.A., doch het omvat een prach tig stuk bosch, dat nu waarschijnlijk behouden zal blijven, terwijl het gevaar reeds dreigde, dat alles door de Hoogovens opgeslokt zou worden. Velsen zal het geheel niet als natuurmonument kunnen houden. Niet alleen dat er In dit deel der ge meente dringend behoefte is aan bouwterrein, doch de draagkracht der gemeente zal het ook niet toela ten. Reeds kocht zij Velserbeek 80 H.A. en Spaarnberg 20 H.A. waarmee 7 ton gemoeid was, terwijl Rooswijck nu 3 ton vraagt. Wel is er aan grondverkoop een belangrijk bedrag terugont vangen, doch zoo rijk is deze gemeente niet, dat het op enkele tonnen niet aankomt. Wie weet echter of er van andere zijde geen hulp kan komen! Het is meer dan een plaatselijk belang, als er een mooie boschrijke wandeling behouden blijft en daarom ia er misschien wel reden, dat de Provincie bijspringt. Onder leiding van Commissa ris Jhr. Rdell is daarop o.i. goede kans. Velsen kocht dus drie landgoederen, maar in de provincie gebeurde reeds meer. Het wordt een droge opsomminig, doch van onschatbare waarde. Denk slechts aan: Heiloo en het Heiloèr Bosch: Bergen en het Ber gerbosch; Bussum dat 't landgoed Bantam kocht; Hilversum dat zich reeds vroeger van het Spanders- woud verzekerde en onlangs opnieuw prachtige ter reinen kocht; het Gooireservaat, vele honderden H.A. groot, dat het gemeenschappelijk bezit wordt van de Gooische gemeenten, Amsterdam en de Pro vincie. Waarschijnlijk is dit lijstje niet volledig en natuur lijk zouden wij het gaarne grooter zien. Er zijn ook nog verschillende uitverkort-n plekjes in onze duin streek, waar nu de bordjes „Verboden Toegang" re- geeren. Het zou een zegen zijn, als die verdwenen en wie weet, komt het nog zoo ver. Het is eigenlijk geen tijd meer voor honderden H.A.-groote parti culiere bezittingen, waar het publiek zorgvuldig bui ten wordt gehouden. Het zou van hooge burgerzin getuigen, als de eigenaars hun terreinen overdroegen aan Rijk, Pro vincie of Gemeenten, om ze tot in lengte van dagen te doen dienen als ontspanningsoord voor ieder, die de natuur weet te eerbiedigen. Vergadering van den Raad op Dinsdag 25 Augustus 2931, des morgens 10 uur Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; secreta ris de heer A. de Ridder. Afwezig is de heer Van Wijk, met kennisgeving van verhindering. In memorüun J. van Dijk. Nadat de Voorzitter de vergadering met een woord van welkom had geopend, verzoekt hij den leden van hun plaats op te staan en doet hij kond van het plot seling overlijden van den geachten gemeenteveldwach ter, den heer Van Dijk. vanmorgen om 4 uur. na een ongesteldheid van anderhalve dag. op een leeftijd van 57 jaren, een leeftijd nog veel te jong om In dat zon nige huisgezin te worden gemist. 22 Februari 1903 trad de overledene als gemeente-veldwachter in functie en zonder uitzondering zal een leder beamen dat hij door do wijze van optreden veler harten van de burgerij heeft gewonnen, een winst dio hij ten volle heeft verdiend. Wel week zijn optreden af van dat van zijn collega's in deze omgeving, waar de overledeno steeds trachtte de menschen terug te dringen in de juiste richting en te voorkomen dat zij In aanraking kwamen met recht bank e-a. Spreker brengt den overledene een woord van hulde voor deze wijze van optreden. Immers het Is veel moeilijker op te bouwen dan neer te drukken. Ruim 5 Jaren Is Van Dijk als sprekers ambtenaar werkzaam geweest: apr. toch was daarbij in den waren zin des woords zijn patroon en Van Dijk had de opdrachten die 'apr. gaf. te volbrengen, maar toch was de verhouding, zooals die behoort te zijn tusschen 2 menschen met ge lijke bedoeling, op te bouwen wat op te bouwen was. Spr. stelt voor namens den raad een brief van rouw beklag aan de familie te zenden en daarin groot leed wezen uit te spreken met dit afsterven, aan den voor avond van een rust, die door den overledene ten volle was verdiend. Hiertoe wordt besloten. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Mededeel Ingen- De Voorzitter deelt mede: Tot tijdelijk onderwijzeres aan de school voor Uitge breid Lager Onderwijs, is uit een 5-tal sollicitanten be noemd MeJ. A. J. M. Dekker te Den Helder. Er zijn 14 sollicitanten Ingekomen voor de vacature van onderwijzer. Ingekomen stukken- Ingekomen zijn de volgende stukken: Een besluit van Ged Staten dezer Provincie, houden de goedkeuring van het besluit van den Raad van 15 Mei 1931. tot het doen van af- en overschrijving op den dienst 1930. Een dankbetuiging van den heer P. J. Korver voor verhooging van zijn salaris. B. en W. stellen voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. Een verzoek van de vereeniglng tot bevordering van het vakonderwijs in Westfriesland om subsidie voor 1932. B. en W. stellen voor dit verzoek bij de begrooting te behandelen. Wcrdt goedgevonden. Voorloopige vaststelling rekeningen 1930- Door de Commissie belast met het onderzoek van de rekeningen 1930 wordt rapport uitgebracht van haar onderzoek, waarbij alles in orde is bevonden en zij stelt voor: lo. De gemeenterekening over 1930 voorlooplg vast te stellen voor zoover betreft: de gewone dienst in ontvang op f 107.279.63H. in uitgaaf op f 97.657.72, batig saldo f 9.261.91 'A; de kapltaaldlenst in ontvang op f 72750 in uitgaaf op f 61035—, batig saldo f 11714 03; 2o. de rekening van het Algemeen Burgerlijk Arm bestuur over 1930 goed te keuren in ontvang op f 14.309 52. In uitgaaf op f 12906.70. batig saldo f 1402 82. 3o. de rekening van de gemeenschappelijke Gasfabriek over 1930, goed te keuren, voor zoover betreft: de ge wone dienst In ontvang op f 61311.54, in uitgaaf op 61311.54, saldo nihil; de kapltaaldlenst in ontvangst op f 21.744.94. in uitgaaf op f 21.744.94, saldo nihil. Overeenkomstig het voorstel der Commissie wordt besloten. Het Ambtenarenreglement. Het ontwerp-reglemcnt is aan alle leden toegezonden. Zonder bespreking wordt het ontwerp geaccepteerd. Het aantal vacant'.edagen is daarbij bepaald op 14 inplaats van op 8 dagen. De Voorzitter brengt een woord van hulde aan de commissie In het bestuur van de onderafdeeling ..Ons Noorden" van den Ned. Bond van gemeente-ambtena ren voor de wijze waarop zij deze materie heeft be handeld. Vastgesteld wordt een suppletoire begrootlng voor den dienst 1931. Herziening pensioensgrondslagen. Ingevolge herziening van salarisregelingen wordt in overeenstemming met een schrijven van den Pensioen raad voorgesteld, de pensioengrondslag van den gemeen tevcldwachter J. van Dijk vast te stellen als volgt: te rekenen op 1 Januari 1920 f 1227. te rekenen op 1 Januari 1921 f 1600. Kohier Hondenbelasting 1931- B. en W. stellen voor het kohier hondenbelasting 1931 vast te stellen met een getal van 89 honden tot een bedrag van f 178. Aldus wordt besloten. Afscheid raadsleden- Alvorens tot de rondvraag over te gaan. wenscht de Voorzitter afscheid te nemen van de raadsleden die in de volgende zittingsperiode niet meer in den raad terug komen. n.1. van de heeren Honingh en Over. Do heer Honing heeft de volle zittingsperiode het raadslidmaatschap vervuld, de heer Over sinds 27 Oc- tober 1930, toen hij de plaata van den heer Spaans in nam. Spr. dankt beide heeren hartelijk voor de aange name wijze waarop zij do zaken hebben behandeld. Het spijt ona, zegt spr., dat zij dit college verlaten, omdalt wij van meening zijn, dat men de zaken zoo krachtig mogeiyk kan behartigen, wanneer men langen tijd in do gelegenheid is geweest, Inzicht in de zaken te krijgen. Waar do behandeling der zaJcen altijd op aangename wijze is geschied, hoopt spr. dat wij beide heeren in den loop van den tijd nog eens in het raadscollege zullen mo gen terugzien. Rondvraag. De heer Kamp wil pogingen zien aangewend om, nu we toch een ander wegdek krijgen de tramkluft gelijk te maken met den beganen weg. Wel is er met het leg gen van het trottoir rekening gehouden met verlaging van de kluft, maar spr. wil de kluft geheel doen verdwij nen. Wellicht is dit straks een aardige werkverschaffing En de grond zou spr. dan willen aanwenden voor het dempen van do sloot tusschen het marktgebouw en den tramweg, het z.g. „Kleine Haventje". Op die manier zal er een goed terrein komen, dat voor de markt wellicht goed te gebruiken is. De Voorzitter zegt dat deze zaak op dezelfde wijze met het Hoogheemraadschap Is besproken en bij den opzet voor den bouw van den weg is het de bedoeling den weg daar geheel vlak te maken. Ook is spr.'s oog gevallen op die sloot. Mogelijk kan dit werk in de winterdagen worden uitgevoerd en getracht zal worden ook de ver betering van enkele bochten in den a.s. winter te doen uitvoeren. Aan het Hoogheemraadschap zal worden ge vraagd het groote werk aan den Weatfrieschen dijk ook in den komenden winter uit te voeren en getracht zal worden de belofte te verkrijgen dat zooveel mogelijk werklieden uit onze gemeente te werk worden gesteld. De heer Over dankt voor de vriendelijke woorden door den Voorzitter gesproken en dankt burgemeester, secre taris en raadsleden voor de aangename samenwerking. De heer Honnigh had ook het wegnemen van de tram kluft ter sprake willen brengen en zou dan willen dat ook de brug naar het marktgebouw gelijk werd gemaakt Op die wijze zou het terrein van de markt vlakker wor den en zou een groote verbetering ontstaan. Spr. merkt voorts op dat menigmaal per auto of per fiets de Zanderweg wordt ingereden, in de meening, dat het een doorloopende weg is. Hot verdient aanbeveling dat een aanwijzing wordt gegeven dat het een doodloo- pende weg is. De Voorzitter zal daarvoor zorgen. De heer Honingh wijst er op dat de lantaarn voor de woning van den dokter goed staat, maar de boom en bij Meurs worden zoo laag. De Voorzitter deelt mede, dat de lantaarns zullen wor den nagezien en de takken gekapt. De heer Honingh zegt dat dit dus de laaUts zitting van den raad Is. die hij meemaakt. Spr. heeft steeds naar zijn beste weten zijn meening uitgesproken en sommige belangrijke besluiten helpen tot stand brengen. Ook spr. dankt voor de aangename samenwerking en hoopt dat de raad in zijn nieuwe samenstelling de gemeente tot bloei moge brengen. Spr. dankt ook ^e per3 voor de samenwerking. Hierna volgt sluiting. Vergadering van den Raad op Dinsdag 25 Augus tus 1931. des morgens 10 uur. Voorzitter de heer A. Klerk, burgemeester, tevens secretaris. Afwezig wethouder Wit. wegens ongesteldheid. Voorzitter opent met een welkom de vergadering. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Mededeelingen en ingekomen stukken. De Voorzitter doet mededeeling van de volgende ingekomen stukken. Ie. Aanneming benoeming Hoofd der school te St. Maarten, met ingang van 14 September a.s. De tijde lijke onderwijzer heeft door B. en W. tegen 11 Sept. ontslag gekregen. Deze is echter tegen 3 Sept. te Win kel benoemd. Geprobeerd zal worden dezen datum te stellen op 6 Sept. Dan volgt de kermis en is er dus weinig stagnatie. 2e. Wijziging van den naam Stadsziekenhuis te Alkmaar in Centraal Ziekenhuis. 3e. Verslagen der N'oorderstoomtram en der Gasfa briek te Warmenhuizen. Voor kennisgeving aangenomen. 4e. Begrooting en rekening Gezondheidscommissie te Schagen, respect, over 1932 en 1930. B. en W. stellen voor de rekening goed te keuren en de begrooting te behandelen bij de gemeentebe- grooting van dat jaar. Allen voor. 5e. Dat door Dr. van Kersbergen te Haarlem is medegedeeld, dat onze gemeente ook zonder het heb ben van een wijkzuster-huisbezoekster, van de pro vinciale bijdrage voor T.B.C.-bestrijding zal kunnen profiteeren. In verband daarmede stellen B. en W voor het Witte Kruis alhier te verzoeken hare statuten te doen wijzigen, opdat ook uitzending van een beperkt aantal lijders met gemeentelijken en provincialen steun naar sanatoria kan plaats hebben. Op een vraag van den heer Stoop deelt Voorzitter mee, dat f200 is ontvangen van het R.K. Armbestuur, waarvoor het gemeentebestuur zeer erkentelijk is en dat nu voor het aanhangige geval alle best zal wor den gedaan om hiervoor subsidie te krijgen. 6e. Dat van de gemeenteleeningen zijn uitgeloot 2 aandeelen éi f 500.— no. 4 en 25 en 1 van f 300 no. 7. Voorzitter deelt mee, dat niet in beroep is gegaan van de uitspraak van Ged. Staten inzake voorschot- verleening Vakonderwijs, gezien het feit dat de Kroon in deze reeds in 1929 in dien geest een uitspraak heeft gedaan. 7e B. cn W. stellen voor het ambtenarenreglement vast te stellen, als het concept den Raad is aange boden, met dien verstande, dat de vacanlietijd wordt bepaald op 12 werkdagen. Do heer Brak informeert wie eigenlijk onder dit reglement vallen en wijst er op, in verband met ver pleging bij ziekte dat deze komt voor rekening der V dat fce i TOOI B. gemeente en spr. acht het toch absurd dat b.v u nistrateurs der begraafplaatsen met een jaart van f 10, onder dit ambtenarenreglement zoud?* len. Als de menschen armlastig zijn, worden tuurlijk geholpen. De heer Glas heeft in B. en W. juist op de hoo ald* ambtenaren gewezen, zooals b.v. de burgen^ tin? Deze kunnen zichzelf redden. *-- De heer Brak wil daarom in de aangegeven i ling lezen, dat de gemeente niet zal, maar voor de verpleging zorgen. Voorzitter oordeelt dat wel voorzichtig, ma-.- twijfelt of de betrokken organisatie, die met wijziging in kennis moet worden gesteld, accoord gaat. Met algemeene stemmen wordt deze wijzigi^, gebracht. De vacantie is nog teruggebracht door B. en W ®- 18 op 12 werkdagen '«1 Het reglement wordt nu vastgesteld. lbo Verzekering brandweerpei* t*ee B. en W. stellen voor, het brandweerpersone? één opperbrandmeester en één brandmeester brandweerlieden bij de verzekeringsbank de ^fl Ilaagsche van 1836, te verzekeren tegen ongelu't p »ver 1111°' j^^Al n- i. Do premie bedraagt f 1.40 per persoon per jaar, ie: een uitkeering wordt gegeven van f4000— bij j f ÏOCOO— bij invaliditeit en f21 per week bij tijde: ongeschiktheid. Voorzitter wijst er op. hoe bij de Rijksverzeki, Bank de uitkeering plaats heeft in varhoudi^ het loon. En waar een brandweerman, als er lui De brand is, geen noemenswaardig loon heeft, a uitkeering miniem kunnen zijn. jjeDl Ook de bepaling dat steeds 30 brandweerlied?: 2'0[n zekerd zijn, zonder dat bepaald is wie, is lokkelijk. Op deze wijze zijn zoowel de brandiJ den aan de Stroet, als te St. Maarten, als te Valj* JJJj verzekerd. Spr. meent dat als er een ongelüiP^ beurd, de gemeente aansprakelijk kan worde steld De heer Stoop is van oordeel, dat met de van het loon in verband met de uitkeering, jaarloon, maar wel het uurloon wordt genot wijst op de regeling bij de Land- en Tuinbol linge, waar een zelfde regeling voor lossi krachten eveneens geldt. De heer Wit zegt, dat dit laatste alleen zi de L. en Tuinbouwonderlinge geldt als het ger is dan 6 weken. Anders wordt als basis het loon van een soortgelijk arbeider. Algemeen wenschte men wel de nadere bej bij de R.V.B. te vernemen, maar achtte het i bezwaar dat hier de spuitgasten persoonlijk name verzekerd worden, terwijl dit bij deze liere verzekering niet het geval was. Dit was wel zoo groot, dat men aan deze wijze vu] zekeren de voorkeur gaf. Met algemeene sl wordt dan ook het voorstel van B. en W. nomen. Samenwerking bij Van de Vereeniging van Burgemeesters en tarissen is het verzoek ingekomen te willen werken om onderlinge hulp te verleenen bij waarbij gevoegd een ontwerp van tarieven ea waarden, waarop dio hulpverleening zou kui 8C.hieden. B. en W. voelen daarvoor veel en stellen dil dan ook voor, voor dat doel te willen samei Voorzitter wijst er op. hoe al reeds eenige in de raadsvergaderingen was aangedrongen tering van de brandweer. Maar steeds wa verbeteringen afgestuit op de groote kosten aan verbonden. En nu leek het B. en W. om op deze wijze bij een ernstigen brand hulp te krijgen, met niet al te hooge kostei Schagen als Zijpe hadden een motorspuit daarvan de hulp worden ingeroepen als dit was. De heer Stoop meent, dat op deze wijze kleinst mogelijke kosten de grootst mogelijl heid werd verkregen. De heer Gootjes acht het eveneens voor el gemeente de beste oplossing. Spr. wijst er o| een opwaaienden wind, als bij brand een gel gevaar zou loopen. de hulp van de andere ten zou kunnen worden ingeroepen, en dan niet te duur. De heer Brak acht het nog een bezwaar dali de burgemeester order kan geven de spuit andere gemeente te roepen. Hoe moet dat Hl ontstentenis? Voorzitter zal daarover inlichtingen vragen dit zal in de praktijk gemakkelijk zijn op te De heer Wit komt nog eens met zijn al red der geopperd idéé om te zaraen met Harenin een motorspuit te koopen en deze te Dirksba stationneeren. De heer Brak acht dit wel goed, maar zekeri der dan B. en W. nu voorstellen. Met algemeene stemmen wordt het voorst B. en W. aangenomen, nadat de heer Stoof heeft gewezen op de vereischte verbeteringen s waarschuwingsdienst. Door K. R. Wanneer ik U iets ga vertellen over Esperanto, ge voel ik mij verplicht U eerst het een en ander mede te deelen over haar voorgeschiedenis, dus omtrent de geschiedenis der wereldhulptalen in het algemeen. De steeds nauwere betrekkingen, die in den loop der tijden ontstonden tusschen de verschillende vol keren, en de onmogelijkheid om al hun tnlen vol doende machtig to worden, bracht reeds een paar eeuwen geleden groote denkers en taalkundigen op de gedachte om een taal te scheppen, die zou kunnen dienen als gemeengoed voor alle volkeren. In gelijke mate met het zich moer en meer uitbreiden der be trekkingen op handels-, finantieeljuridisch-, weten schappelijk, moreel en sociaal-politiek gebied tus schen de verschillende volkeren der wereld, deed zich ook de behoefte aan een dergelijk wederkeerig be- grijpingsmiddel, zou ik het willen noemen, gevoelen. Vele en velerlei waren de pogingen, die voortspro ten uit hot brein van degenen, die op de een of an dere manier dit raadsel poogden op te lossen. Hun aantal beloopt ettelijke tientallen, en de manieren waarop al evenzoo. Doch verder dan pogingen wist men het vooralsnog niet te brengen. Waarschijnlijk zullen er onder U zijn. die zich de vraag stellen, waarom men zich over dit onderwerp zooveel moeite maakte. Waarom, wanneer een inter nationale taai don zoo noodig was, b.v. niet een der z.g. doode talen genomen, of een der levende, b.v. En- gelsch of Fransch. Dan was men van alle hoofdbre ken af geweest. Wanneer de lezer zoover gekomen is, en zich dat af gaat vragen, is een ijverig Esperantist reeds een heel eind met U op streek en zal hij daaruit besluiten, dat 11 bovenstaande regels niet alleen rnaar leest. De volgende regels zullen U duidelijk maken, waarom aan een nieuwe internationale taal de voorkeur werd gegeven. Het I.atijn zoowel als het Grieksch b.v. deugen al leen reeds al niet als internationale taal door haar ingewikkelde gramaticax. waardoor het zelfs voor zeer ontwikkelde menschen bijna ondoenlijk is zich daar sprekende voldoende vloeiend in uit te druk ken. Daarbij komt echter nog. dat die talen zich slechts aansluiten aan de ouderwetsche ideeèn en behoeften en daarin dus een reusachtig aantal woor- der der nieuwe wetenschappen en techniek en die van het tegenwoordige leven ontbreken. Van de levende talen zouden in de eerste plaats het Engelsch (door vele tot nog toe als de handelstaal beschouwd) of het Fransch (de taal der aristocratie) misschien het eerst in aanmerking komen. Van onoverkomelijke bezwaren, die hieraan ver bonden zouden zijn, wil ik als voornaamste alleen de hierna volgende noemen: le. Zou er tusschen de verschillende volkeren ooit overeenstemming zijn te bereiken, wanneer het ging om de keus. wiens taal als internationale gebruikt zou moeten worden? Nooit, want wiens taal zou men moeten nemen. Zou ieder volk voor zich, niet dat recht opeischen. omdat elke taal in dat opzicht evenveel recht heeft? En wan neer men daarin ooit zou slagen, zou dan door die keus de sfeer geschapen worden, die een in ternationale taai juist noodig heeft. n.1. de idéé om zicli internationaal uit te drukken? Ik be doel. dat dan te veel woorden en uitdrukkingen gebruikt zouden worden, die speciaal aan de een of andere taal of het een of andere land eigen zijn en absoluut niet deugen om als internatio naal gebruikt te worden. 2e. Juist de levende talen kenmerken zich door niet logisch opgebouwd te zijn, en door de groote me nigte uitzonderingen op de grarr.aticale regels (denk maar eens even aan de duizend en een moeilijkheden hieromtrent in de Duitsche taalt en door de verschillende manieren, waarop een taal wordt uitgesproken, de dialecten. Om al deze redenen lieten de beijveraars voor een wereldhulptaal dus de doode en levende talen va ren en zagen zij uit naar andere middelen. Zooals reeds eerder gezegd, aan pogingen daartoe ontbrak het niet, maar de oplossinig bleek zoo enorm moeilijk te zijn en op zooveel bezwaren te stuiten, dat het tot het verschijnen van Volapück slechts bij pogingpn bleef. Het Volapück, een schepping van den Duitschen geestelijke Johan Martin Schleyer, was een krachtige stap in de goede richting, en gaf werkelijk een goede en eenvoudige oplossing: voor wat het taalkundige gedeelte betreft, voldeed het niet aan de gestelde oischen en bevatte het o.n te veel woorden, die on derling te groote gelijkenis vertoonden, en die daar door aanleiding gaven tot abuizen en verkeerd be grijpen. Het verscheen in 1880 en vond door de steeds groo ter wordende behoefte aan een wereldhulptaal in de eerste jaren zeer veel aanhangers, zelfs zooveel, dat drie internationale congressen gehouden konden wor den in Friedrichshafen (1884 Munchcn (1887) en Pa rijs (1889). Doch hierna strandde Volapück en was opnieuw aan de verwachtingen van de voorstanders den bodem ingeslagen. Doch dit was niet het eenige. Erger was, dat door het niet slagen van Volapück, de tegenstanders, dat waren zij, die een internationale taal als een hersen schim beschouwden, zich in hun meening versterkt zagen en ook velen van hen. die eenmaal voorstan ders waren, naar hen overliepen. Rieds daardoor al leen zou het voor den volgende, die een poging in deze richting zou wagen, oneindig veel moeilijker zijn. aanhangers voor zijn idéé te vinden. Inmiddels was deze poging echter reeds gewaagd, zonder dat de een ook maar iets van de poging van den ander wist. s En zoo zijn we nu gekomen tot het doel van dit artikel. U iets naders te vertellen omtrent Esperanto en verplaatsen wij ons met onze gedachten naar Bialystok, in het gouvernement Grogno, van het toenmalig Russisch Polen. Als zoon van een hoofdonderwijzer werd daar den 15en December 1859 I.azaro Ludoviko Zamenhof ge boren. Men voedde hem op als een idealist en tracht te hem vooral bij te brengen, dat alle menschen broe ders zijn. Een zeer prijzenswaardige opvoeding, die echter niet kon verhinderen, dat de bewoners van zijn geboortestad, welke bestonden uit Russen, Polen, Duitschers en Joden, elkander in het geheel niet als zoodanig beschouwden. Dit bracht den knaap Zamen hof, die zeer veel menschenliefde bezat, aan het den ken. Hij peinsde over de oorzaken van die slechte verstandhoudingen en over de middelen om die te kunnen verbeteren, omdat hij steeds inaar zag. dat de broederliefde onder de menschen ver was te zoe ken, en er slechts Russen, Polen. Duitschers en Jo den bestonden. Ten slotte kwam hij tot de overtuiging dat de veeltaligheid in zijn land hiervan één van de voornaamste oorzaken moest zijn. Hij zag, dat een groot deel der onaangenaamheden steeds ontstonden doordat zijn landslieden elkanders taal niet. of ver keerd begrepen. Hierdoor werd in hem het idéé van het maken van een hulptaal geboren: een hulptaal, die de menschen naast hun moedertaal zouden moe ten leeren, om hen daardoor tot verbroedering en vrede te brengen, omdat dan do mogelijkheid van het elkander beter begrijpen zou zijn geschapen. Zoo stellig werd in hem deze overtuiging, dat zij hem geen oogenblik mepr met rust liet en hij zich. met gevaar voor eigen toekomst, geheel aan de zichzelf gestelde taak overgaf. In den beginne, toen de jonge Zamenhof nog slechts de Duitsche en de Fransche taal had geleerd, was hij van meening. dat zijn nieuwe taal niet anders ge maakt zou kunnen worden, dan met veel verbuigin gen en veel vervoegingen. Spoedig echter, bij het be- studeeren van de Engelsche taal, trof hem daarbij de eenvoud in de taalkunde daarvan en zag hij in, dat vele taalkundige vormen in de onderscheidene talen slechts toeval en voor zijn nieuw te maken taal ab soluut onnoodig waren, zonder nochtans in delijkheden te vervallen. Op deze ontdekking hij voort, met het gevolg, dat hij al spoedig gevorderd was. dat het taalkundige gedeelt; zijn nieuwe taal gereed was. Eén ding liet ter nog niet met rust en dat was het woordwjp- Ook dit zou hij zoo graag vereenvoudigen. DOj was slechts hoe. Het geluk, of liever het to hem dienstig, en het beslissende oogenblik v hij op zekeren dag twee uithangborden i waarvan het eene het opschrift droeg „Svejct (café) en het andere Konditorskaja (suikerv Zamenhof schrijft over deze ontdekking: „Dit J trok mijn aandacht, en toonde mij, dat de i voegsels de mogelijkheid scheppen, uit één wn meerdere te vormen, die men dus niet apart b! g te leeren." Tot goed begrip diene, dat het bovengen» ïer(le „Skaja" in het Poolsch zooveel wil zeggen Ve|e kei of plaats, waar men iets kan koopen. In o; lej)J val bedoelden de woorden Svejcarskaja en K jje torskaja dus een gelegenheid of winkel, waar W) iets te drinken kan krijgen en een winkel waif |laat suikerwerken verkoopt. ipr. „Deze gedachte", zegt Zamenhof. „nam mij me',n in beslag, en plotseling voelde ik grond onder:' ten. Op de vreeselijk groote woordenboeken va V(K lichtstraal, en zij begonnen snel kleiner te [nfor| voor mijn oogen. Het raadsel is opgelost. fcann tot mijzelf. Ik hield het idéé over achterra De vast en begon hard in deze richting te werken greep, welke een groote beteekenis voor de aanv] geschapen taal kon hebben het volledig gebnrJ y0( die kracht, die in de natuurlijke talen slecrj 7U deeltelijk, blindelings, onregelmatig en niet £)e tot hun recht komen Ik begon woorden te „en ken, tusschen hen konstante, bepaalde verhou- te zoeken, en dagelijks schrapte ik een onorffl- geha serie woorden uit het woordenboek, waar*» 00g slechts één achtervoegsel in de plaats zette, t fcel x zekere beteekenis aanduidt. Ik ontdekte toer..^ Vo zeer groot aantal woorden, die zuiver den aar!f, den stam gemeen hebben, gemakkelijk in De woorden omgezet zouden kunnen worden epmoo, het woordenboek konden verdwijnen (b.v- Banu als v r 0 u w e 1 ij k woord voor vader. k* ral j tegenstelling van groot, mes als De tuig, enz.). De mechaniek van de taal W de t het ware op de puin» van mijn hand en ik W regelmatig met liefde en vol hoop te werken-** daarna had ik reeds de taalregels en een kk» denhoek geschreven." Wordt T W 1 opbc Di hul< bij 1 VOO] wijl H

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 6