Raad Winkel.
Raad St. Maarten.
Esperanto.
Velsen koopt Rooswijck.
,et
Het gaat goed in Noord-Holland.
Dat de gemeente Velsen verleden week het land
goed Rooswijk kocht, zal iedereen verheugd hebben,
die prijs stelt op het behoud van wat onzo provincie
nog bezit aan mooie plekjes. Groot is dit terrein
niets, slechts ruim 58 H.A., doch het omvat een prach
tig stuk bosch, dat nu waarschijnlijk behouden zal
blijven, terwijl het gevaar reeds dreigde, dat alles
door de Hoogovens opgeslokt zou worden.
Velsen zal het geheel niet als natuurmonument
kunnen houden. Niet alleen dat er In dit deel der ge
meente dringend behoefte is aan bouwterrein, doch
de draagkracht der gemeente zal het ook niet toela
ten. Reeds kocht zij Velserbeek 80 H.A. en
Spaarnberg 20 H.A. waarmee 7 ton gemoeid
was, terwijl Rooswijck nu 3 ton vraagt. Wel is er
aan grondverkoop een belangrijk bedrag terugont
vangen, doch zoo rijk is deze gemeente niet, dat het
op enkele tonnen niet aankomt.
Wie weet echter of er van andere zijde geen hulp
kan komen! Het is meer dan een plaatselijk belang,
als er een mooie boschrijke wandeling behouden
blijft en daarom ia er misschien wel reden, dat de
Provincie bijspringt. Onder leiding van Commissa
ris Jhr. Rdell is daarop o.i. goede kans.
Velsen kocht dus drie landgoederen, maar in de
provincie gebeurde reeds meer. Het wordt een droge
opsomminig, doch van onschatbare waarde. Denk
slechts aan:
Heiloo en het Heiloèr Bosch: Bergen en het Ber
gerbosch; Bussum dat 't landgoed Bantam kocht;
Hilversum dat zich reeds vroeger van het Spanders-
woud verzekerde en onlangs opnieuw prachtige ter
reinen kocht; het Gooireservaat, vele honderden
H.A. groot, dat het gemeenschappelijk bezit wordt
van de Gooische gemeenten, Amsterdam en de Pro
vincie.
Waarschijnlijk is dit lijstje niet volledig en natuur
lijk zouden wij het gaarne grooter zien. Er zijn ook
nog verschillende uitverkort-n plekjes in onze duin
streek, waar nu de bordjes „Verboden Toegang" re-
geeren. Het zou een zegen zijn, als die verdwenen en
wie weet, komt het nog zoo ver. Het is eigenlijk
geen tijd meer voor honderden H.A.-groote parti
culiere bezittingen, waar het publiek zorgvuldig bui
ten wordt gehouden.
Het zou van hooge burgerzin getuigen, als de
eigenaars hun terreinen overdroegen aan Rijk, Pro
vincie of Gemeenten, om ze tot in lengte van dagen
te doen dienen als ontspanningsoord voor ieder, die
de natuur weet te eerbiedigen.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 25 Augustus
2931, des morgens 10 uur
Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; secreta
ris de heer A. de Ridder.
Afwezig is de heer Van Wijk, met kennisgeving van
verhindering.
In memorüun J. van Dijk.
Nadat de Voorzitter de vergadering met een woord
van welkom had geopend, verzoekt hij den leden van
hun plaats op te staan en doet hij kond van het plot
seling overlijden van den geachten gemeenteveldwach
ter, den heer Van Dijk. vanmorgen om 4 uur. na een
ongesteldheid van anderhalve dag. op een leeftijd van
57 jaren, een leeftijd nog veel te jong om In dat zon
nige huisgezin te worden gemist. 22 Februari 1903 trad
de overledene als gemeente-veldwachter in functie en
zonder uitzondering zal een leder beamen dat hij door
do wijze van optreden veler harten van de burgerij heeft
gewonnen, een winst dio hij ten volle heeft verdiend.
Wel week zijn optreden af van dat van zijn collega's
in deze omgeving, waar de overledeno steeds trachtte
de menschen terug te dringen in de juiste richting en te
voorkomen dat zij In aanraking kwamen met recht
bank e-a. Spreker brengt den overledene een woord van
hulde voor deze wijze van optreden. Immers het Is veel
moeilijker op te bouwen dan neer te drukken. Ruim 5
Jaren Is Van Dijk als sprekers ambtenaar werkzaam
geweest: apr. toch was daarbij in den waren zin des
woords zijn patroon en Van Dijk had de opdrachten die
'apr. gaf. te volbrengen, maar toch was de verhouding,
zooals die behoort te zijn tusschen 2 menschen met ge
lijke bedoeling, op te bouwen wat op te bouwen was.
Spr. stelt voor namens den raad een brief van rouw
beklag aan de familie te zenden en daarin groot leed
wezen uit te spreken met dit afsterven, aan den voor
avond van een rust, die door den overledene ten volle
was verdiend.
Hiertoe wordt besloten.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Mededeel Ingen-
De Voorzitter deelt mede:
Tot tijdelijk onderwijzeres aan de school voor Uitge
breid Lager Onderwijs, is uit een 5-tal sollicitanten be
noemd MeJ. A. J. M. Dekker te Den Helder.
Er zijn 14 sollicitanten Ingekomen voor de vacature
van onderwijzer.
Ingekomen stukken-
Ingekomen zijn de volgende stukken:
Een besluit van Ged Staten dezer Provincie, houden
de goedkeuring van het besluit van den Raad van 15
Mei 1931. tot het doen van af- en overschrijving op den
dienst 1930.
Een dankbetuiging van den heer P. J. Korver voor
verhooging van zijn salaris.
B. en W. stellen voor deze stukken voor kennisgeving
aan te nemen. Aldus wordt besloten.
Een verzoek van de vereeniglng tot bevordering van
het vakonderwijs in Westfriesland om subsidie voor
1932. B. en W. stellen voor dit verzoek bij de begrooting
te behandelen. Wcrdt goedgevonden.
Voorloopige vaststelling rekeningen 1930-
Door de Commissie belast met het onderzoek van de
rekeningen 1930 wordt rapport uitgebracht van haar
onderzoek, waarbij alles in orde is bevonden en zij
stelt voor:
lo. De gemeenterekening over 1930 voorlooplg vast
te stellen voor zoover betreft: de gewone dienst in
ontvang op f 107.279.63H. in uitgaaf op f 97.657.72, batig
saldo f 9.261.91 'A; de kapltaaldlenst in ontvang op
f 72750 in uitgaaf op f 61035—, batig saldo f 11714 03;
2o. de rekening van het Algemeen Burgerlijk Arm
bestuur over 1930 goed te keuren in ontvang op
f 14.309 52. In uitgaaf op f 12906.70. batig saldo f 1402 82.
3o. de rekening van de gemeenschappelijke Gasfabriek
over 1930, goed te keuren, voor zoover betreft: de ge
wone dienst In ontvang op f 61311.54, in uitgaaf op
61311.54, saldo nihil; de kapltaaldlenst in ontvangst op
f 21.744.94. in uitgaaf op f 21.744.94, saldo nihil.
Overeenkomstig het voorstel der Commissie wordt
besloten.
Het Ambtenarenreglement.
Het ontwerp-reglemcnt is aan alle leden toegezonden.
Zonder bespreking wordt het ontwerp geaccepteerd.
Het aantal vacant'.edagen is daarbij bepaald op 14
inplaats van op 8 dagen.
De Voorzitter brengt een woord van hulde aan de
commissie In het bestuur van de onderafdeeling ..Ons
Noorden" van den Ned. Bond van gemeente-ambtena
ren voor de wijze waarop zij deze materie heeft be
handeld.
Vastgesteld wordt een suppletoire begrootlng voor
den dienst 1931.
Herziening pensioensgrondslagen.
Ingevolge herziening van salarisregelingen wordt in
overeenstemming met een schrijven van den Pensioen
raad voorgesteld, de pensioengrondslag van den gemeen
tevcldwachter J. van Dijk vast te stellen als volgt:
te rekenen op 1 Januari 1920 f 1227.
te rekenen op 1 Januari 1921 f 1600.
Kohier Hondenbelasting 1931-
B. en W. stellen voor het kohier hondenbelasting 1931
vast te stellen met een getal van 89 honden tot een
bedrag van f 178.
Aldus wordt besloten.
Afscheid raadsleden-
Alvorens tot de rondvraag over te gaan. wenscht de
Voorzitter afscheid te nemen van de raadsleden die in
de volgende zittingsperiode niet meer in den raad terug
komen. n.1. van de heeren Honingh en Over.
Do heer Honing heeft de volle zittingsperiode het
raadslidmaatschap vervuld, de heer Over sinds 27 Oc-
tober 1930, toen hij de plaata van den heer Spaans in
nam. Spr. dankt beide heeren hartelijk voor de aange
name wijze waarop zij do zaken hebben behandeld. Het
spijt ona, zegt spr., dat zij dit college verlaten, omdalt
wij van meening zijn, dat men de zaken zoo krachtig
mogeiyk kan behartigen, wanneer men langen tijd in do
gelegenheid is geweest, Inzicht in de zaken te krijgen.
Waar do behandeling der zaJcen altijd op aangename
wijze is geschied, hoopt spr. dat wij beide heeren in den
loop van den tijd nog eens in het raadscollege zullen mo
gen terugzien.
Rondvraag.
De heer Kamp wil pogingen zien aangewend om, nu
we toch een ander wegdek krijgen de tramkluft gelijk
te maken met den beganen weg. Wel is er met het leg
gen van het trottoir rekening gehouden met verlaging
van de kluft, maar spr. wil de kluft geheel doen verdwij
nen. Wellicht is dit straks een aardige werkverschaffing
En de grond zou spr. dan willen aanwenden voor het
dempen van do sloot tusschen het marktgebouw en den
tramweg, het z.g. „Kleine Haventje". Op die manier zal
er een goed terrein komen, dat voor de markt wellicht
goed te gebruiken is.
De Voorzitter zegt dat deze zaak op dezelfde wijze met
het Hoogheemraadschap Is besproken en bij den opzet
voor den bouw van den weg is het de bedoeling den weg
daar geheel vlak te maken. Ook is spr.'s oog gevallen
op die sloot. Mogelijk kan dit werk in de winterdagen
worden uitgevoerd en getracht zal worden ook de ver
betering van enkele bochten in den a.s. winter te doen
uitvoeren. Aan het Hoogheemraadschap zal worden ge
vraagd het groote werk aan den Weatfrieschen dijk ook
in den komenden winter uit te voeren en getracht zal
worden de belofte te verkrijgen dat zooveel mogelijk
werklieden uit onze gemeente te werk worden gesteld.
De heer Over dankt voor de vriendelijke woorden door
den Voorzitter gesproken en dankt burgemeester, secre
taris en raadsleden voor de aangename samenwerking.
De heer Honnigh had ook het wegnemen van de tram
kluft ter sprake willen brengen en zou dan willen dat
ook de brug naar het marktgebouw gelijk werd gemaakt
Op die wijze zou het terrein van de markt vlakker wor
den en zou een groote verbetering ontstaan.
Spr. merkt voorts op dat menigmaal per auto of per
fiets de Zanderweg wordt ingereden, in de meening, dat
het een doorloopende weg is. Hot verdient aanbeveling
dat een aanwijzing wordt gegeven dat het een doodloo-
pende weg is.
De Voorzitter zal daarvoor zorgen.
De heer Honingh wijst er op dat de lantaarn voor de
woning van den dokter goed staat, maar de boom en bij
Meurs worden zoo laag.
De Voorzitter deelt mede, dat de lantaarns zullen wor
den nagezien en de takken gekapt.
De heer Honingh zegt dat dit dus de laaUts zitting
van den raad Is. die hij meemaakt. Spr. heeft steeds naar
zijn beste weten zijn meening uitgesproken en sommige
belangrijke besluiten helpen tot stand brengen. Ook spr.
dankt voor de aangename samenwerking en hoopt dat
de raad in zijn nieuwe samenstelling de gemeente tot
bloei moge brengen. Spr. dankt ook ^e per3 voor de
samenwerking.
Hierna volgt sluiting.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 25 Augus
tus 1931. des morgens 10 uur.
Voorzitter de heer A. Klerk, burgemeester, tevens
secretaris.
Afwezig wethouder Wit. wegens ongesteldheid.
Voorzitter opent met een welkom de vergadering.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Mededeelingen en ingekomen stukken.
De Voorzitter doet mededeeling van de volgende
ingekomen stukken.
Ie. Aanneming benoeming Hoofd der school te St.
Maarten, met ingang van 14 September a.s. De tijde
lijke onderwijzer heeft door B. en W. tegen 11 Sept.
ontslag gekregen. Deze is echter tegen 3 Sept. te Win
kel benoemd. Geprobeerd zal worden dezen datum
te stellen op 6 Sept. Dan volgt de kermis en is er
dus weinig stagnatie.
2e. Wijziging van den naam Stadsziekenhuis te
Alkmaar in Centraal Ziekenhuis.
3e. Verslagen der N'oorderstoomtram en der Gasfa
briek te Warmenhuizen.
Voor kennisgeving aangenomen.
4e. Begrooting en rekening Gezondheidscommissie
te Schagen, respect, over 1932 en 1930.
B. en W. stellen voor de rekening goed te keuren
en de begrooting te behandelen bij de gemeentebe-
grooting van dat jaar. Allen voor.
5e. Dat door Dr. van Kersbergen te Haarlem is
medegedeeld, dat onze gemeente ook zonder het heb
ben van een wijkzuster-huisbezoekster, van de pro
vinciale bijdrage voor T.B.C.-bestrijding zal kunnen
profiteeren.
In verband daarmede stellen B. en W voor het
Witte Kruis alhier te verzoeken hare statuten te
doen wijzigen, opdat ook uitzending van een beperkt
aantal lijders met gemeentelijken en provincialen
steun naar sanatoria kan plaats hebben.
Op een vraag van den heer Stoop deelt Voorzitter
mee, dat f200 is ontvangen van het R.K. Armbestuur,
waarvoor het gemeentebestuur zeer erkentelijk is en
dat nu voor het aanhangige geval alle best zal wor
den gedaan om hiervoor subsidie te krijgen.
6e. Dat van de gemeenteleeningen zijn uitgeloot
2 aandeelen éi f 500.— no. 4 en 25 en 1 van f 300 no. 7.
Voorzitter deelt mee, dat niet in beroep is gegaan
van de uitspraak van Ged. Staten inzake voorschot-
verleening Vakonderwijs, gezien het feit dat de Kroon
in deze reeds in 1929 in dien geest een uitspraak
heeft gedaan.
7e B. cn W. stellen voor het ambtenarenreglement
vast te stellen, als het concept den Raad is aange
boden, met dien verstande, dat de vacanlietijd wordt
bepaald op 12 werkdagen.
Do heer Brak informeert wie eigenlijk onder dit
reglement vallen en wijst er op, in verband met ver
pleging bij ziekte dat deze komt voor rekening der
V
dat
fce i
TOOI
B.
gemeente en spr. acht het toch absurd dat b.v u
nistrateurs der begraafplaatsen met een jaart
van f 10, onder dit ambtenarenreglement zoud?*
len. Als de menschen armlastig zijn, worden
tuurlijk geholpen.
De heer Glas heeft in B. en W. juist op de hoo ald*
ambtenaren gewezen, zooals b.v. de burgen^ tin?
Deze kunnen zichzelf redden. *--
De heer Brak wil daarom in de aangegeven i
ling lezen, dat de gemeente niet zal, maar
voor de verpleging zorgen.
Voorzitter oordeelt dat wel voorzichtig, ma-.-
twijfelt of de betrokken organisatie, die met
wijziging in kennis moet worden gesteld,
accoord gaat.
Met algemeene stemmen wordt deze wijzigi^,
gebracht.
De vacantie is nog teruggebracht door B. en W ®-
18 op 12 werkdagen '«1
Het reglement wordt nu vastgesteld.
lbo
Verzekering brandweerpei* t*ee
B. en W. stellen voor, het brandweerpersone?
één opperbrandmeester en één brandmeester
brandweerlieden bij de verzekeringsbank de ^fl
Ilaagsche van 1836, te verzekeren tegen ongelu't p
»ver
1111°'
j^^Al
n- i.
Do premie bedraagt f 1.40 per persoon per jaar, ie:
een uitkeering wordt gegeven van f4000— bij j
f ÏOCOO— bij invaliditeit en f21 per week bij tijde:
ongeschiktheid.
Voorzitter wijst er op. hoe bij de Rijksverzeki,
Bank de uitkeering plaats heeft in varhoudi^
het loon. En waar een brandweerman, als er
lui
De
brand is, geen noemenswaardig loon heeft, a
uitkeering miniem kunnen zijn. jjeDl
Ook de bepaling dat steeds 30 brandweerlied?: 2'0[n
zekerd zijn, zonder dat bepaald is wie, is
lokkelijk. Op deze wijze zijn zoowel de brandiJ
den aan de Stroet, als te St. Maarten, als te Valj* JJJj
verzekerd. Spr. meent dat als er een ongelüiP^
beurd, de gemeente aansprakelijk kan worde
steld
De heer Stoop is van oordeel, dat met de
van het loon in verband met de uitkeering,
jaarloon, maar wel het uurloon wordt genot
wijst op de regeling bij de Land- en Tuinbol
linge, waar een zelfde regeling voor lossi
krachten eveneens geldt.
De heer Wit zegt, dat dit laatste alleen zi
de L. en Tuinbouwonderlinge geldt als het
ger is dan 6 weken. Anders wordt als basis
het loon van een soortgelijk arbeider.
Algemeen wenschte men wel de nadere bej
bij de R.V.B. te vernemen, maar achtte het i
bezwaar dat hier de spuitgasten persoonlijk
name verzekerd worden, terwijl dit bij deze
liere verzekering niet het geval was. Dit
was wel zoo groot, dat men aan deze wijze vu]
zekeren de voorkeur gaf. Met algemeene sl
wordt dan ook het voorstel van B. en W.
nomen.
Samenwerking bij
Van de Vereeniging van Burgemeesters en
tarissen is het verzoek ingekomen te willen
werken om onderlinge hulp te verleenen bij
waarbij gevoegd een ontwerp van tarieven ea
waarden, waarop dio hulpverleening zou kui
8C.hieden.
B. en W. voelen daarvoor veel en stellen dil
dan ook voor, voor dat doel te willen samei
Voorzitter wijst er op. hoe al reeds eenige
in de raadsvergaderingen was aangedrongen
tering van de brandweer. Maar steeds wa
verbeteringen afgestuit op de groote kosten
aan verbonden. En nu leek het B. en W.
om op deze wijze bij een ernstigen brand
hulp te krijgen, met niet al te hooge kostei
Schagen als Zijpe hadden een motorspuit
daarvan de hulp worden ingeroepen als dit
was.
De heer Stoop meent, dat op deze wijze
kleinst mogelijke kosten de grootst mogelijl
heid werd verkregen.
De heer Gootjes acht het eveneens voor el
gemeente de beste oplossing. Spr. wijst er o|
een opwaaienden wind, als bij brand een gel
gevaar zou loopen. de hulp van de andere
ten zou kunnen worden ingeroepen, en dan
niet te duur.
De heer Brak acht het nog een bezwaar dali
de burgemeester order kan geven de spuit
andere gemeente te roepen. Hoe moet dat Hl
ontstentenis?
Voorzitter zal daarover inlichtingen vragen
dit zal in de praktijk gemakkelijk zijn op te
De heer Wit komt nog eens met zijn al red
der geopperd idéé om te zaraen met Harenin
een motorspuit te koopen en deze te Dirksba
stationneeren.
De heer Brak acht dit wel goed, maar zekeri
der dan B. en W. nu voorstellen.
Met algemeene stemmen wordt het voorst
B. en W. aangenomen, nadat de heer Stoof
heeft gewezen op de vereischte verbeteringen s
waarschuwingsdienst.
Door K. R.
Wanneer ik U iets ga vertellen over Esperanto, ge
voel ik mij verplicht U eerst het een en ander mede
te deelen over haar voorgeschiedenis, dus omtrent
de geschiedenis der wereldhulptalen in het algemeen.
De steeds nauwere betrekkingen, die in den loop
der tijden ontstonden tusschen de verschillende vol
keren, en de onmogelijkheid om al hun tnlen vol
doende machtig to worden, bracht reeds een paar
eeuwen geleden groote denkers en taalkundigen op de
gedachte om een taal te scheppen, die zou kunnen
dienen als gemeengoed voor alle volkeren. In gelijke
mate met het zich moer en meer uitbreiden der be
trekkingen op handels-, finantieeljuridisch-, weten
schappelijk, moreel en sociaal-politiek gebied tus
schen de verschillende volkeren der wereld, deed zich
ook de behoefte aan een dergelijk wederkeerig be-
grijpingsmiddel, zou ik het willen noemen, gevoelen.
Vele en velerlei waren de pogingen, die voortspro
ten uit hot brein van degenen, die op de een of an
dere manier dit raadsel poogden op te lossen. Hun
aantal beloopt ettelijke tientallen, en de manieren
waarop al evenzoo. Doch verder dan pogingen wist
men het vooralsnog niet te brengen.
Waarschijnlijk zullen er onder U zijn. die zich de
vraag stellen, waarom men zich over dit onderwerp
zooveel moeite maakte. Waarom, wanneer een inter
nationale taai don zoo noodig was, b.v. niet een der
z.g. doode talen genomen, of een der levende, b.v. En-
gelsch of Fransch. Dan was men van alle hoofdbre
ken af geweest.
Wanneer de lezer zoover gekomen is, en zich dat af
gaat vragen, is een ijverig Esperantist reeds een heel
eind met U op streek en zal hij daaruit besluiten,
dat 11 bovenstaande regels niet alleen rnaar leest. De
volgende regels zullen U duidelijk maken, waarom
aan een nieuwe internationale taal de voorkeur
werd gegeven.
Het I.atijn zoowel als het Grieksch b.v. deugen al
leen reeds al niet als internationale taal door haar
ingewikkelde gramaticax. waardoor het zelfs voor
zeer ontwikkelde menschen bijna ondoenlijk is zich
daar sprekende voldoende vloeiend in uit te druk
ken. Daarbij komt echter nog. dat die talen zich
slechts aansluiten aan de ouderwetsche ideeèn en
behoeften en daarin dus een reusachtig aantal woor-
der der nieuwe wetenschappen en techniek en die
van het tegenwoordige leven ontbreken.
Van de levende talen zouden in de eerste plaats
het Engelsch (door vele tot nog toe als de handelstaal
beschouwd) of het Fransch (de taal der aristocratie)
misschien het eerst in aanmerking komen.
Van onoverkomelijke bezwaren, die hieraan ver
bonden zouden zijn, wil ik als voornaamste alleen
de hierna volgende noemen:
le. Zou er tusschen de verschillende volkeren ooit
overeenstemming zijn te bereiken, wanneer het
ging om de keus. wiens taal als internationale
gebruikt zou moeten worden? Nooit, want wiens
taal zou men moeten nemen. Zou ieder volk
voor zich, niet dat recht opeischen. omdat elke
taal in dat opzicht evenveel recht heeft? En wan
neer men daarin ooit zou slagen, zou dan door
die keus de sfeer geschapen worden, die een in
ternationale taai juist noodig heeft. n.1. de idéé
om zicli internationaal uit te drukken? Ik be
doel. dat dan te veel woorden en uitdrukkingen
gebruikt zouden worden, die speciaal aan de een
of andere taal of het een of andere land eigen
zijn en absoluut niet deugen om als internatio
naal gebruikt te worden.
2e. Juist de levende talen kenmerken zich door niet
logisch opgebouwd te zijn, en door de groote me
nigte uitzonderingen op de grarr.aticale regels
(denk maar eens even aan de duizend en een
moeilijkheden hieromtrent in de Duitsche taalt
en door de verschillende manieren, waarop een
taal wordt uitgesproken, de dialecten.
Om al deze redenen lieten de beijveraars voor een
wereldhulptaal dus de doode en levende talen va
ren en zagen zij uit naar andere middelen.
Zooals reeds eerder gezegd, aan pogingen daartoe
ontbrak het niet, maar de oplossinig bleek zoo enorm
moeilijk te zijn en op zooveel bezwaren te stuiten,
dat het tot het verschijnen van Volapück slechts bij
pogingpn bleef.
Het Volapück, een schepping van den Duitschen
geestelijke Johan Martin Schleyer, was een krachtige
stap in de goede richting, en gaf werkelijk een goede
en eenvoudige oplossing: voor wat het taalkundige
gedeelte betreft, voldeed het niet aan de gestelde
oischen en bevatte het o.n te veel woorden, die on
derling te groote gelijkenis vertoonden, en die daar
door aanleiding gaven tot abuizen en verkeerd be
grijpen.
Het verscheen in 1880 en vond door de steeds groo
ter wordende behoefte aan een wereldhulptaal in de
eerste jaren zeer veel aanhangers, zelfs zooveel, dat
drie internationale congressen gehouden konden wor
den in Friedrichshafen (1884 Munchcn (1887) en Pa
rijs (1889). Doch hierna strandde Volapück en was
opnieuw aan de verwachtingen van de voorstanders
den bodem ingeslagen.
Doch dit was niet het eenige. Erger was, dat door
het niet slagen van Volapück, de tegenstanders, dat
waren zij, die een internationale taal als een hersen
schim beschouwden, zich in hun meening versterkt
zagen en ook velen van hen. die eenmaal voorstan
ders waren, naar hen overliepen. Rieds daardoor al
leen zou het voor den volgende, die een poging in
deze richting zou wagen, oneindig veel moeilijker
zijn. aanhangers voor zijn idéé te vinden.
Inmiddels was deze poging echter reeds gewaagd,
zonder dat de een ook maar iets van de poging van
den ander wist. s
En zoo zijn we nu gekomen tot het doel van dit
artikel. U iets naders te vertellen omtrent Esperanto
en verplaatsen wij ons met onze gedachten naar
Bialystok, in het gouvernement Grogno, van het
toenmalig Russisch Polen.
Als zoon van een hoofdonderwijzer werd daar den
15en December 1859 I.azaro Ludoviko Zamenhof ge
boren. Men voedde hem op als een idealist en tracht
te hem vooral bij te brengen, dat alle menschen broe
ders zijn. Een zeer prijzenswaardige opvoeding, die
echter niet kon verhinderen, dat de bewoners van
zijn geboortestad, welke bestonden uit Russen, Polen,
Duitschers en Joden, elkander in het geheel niet als
zoodanig beschouwden. Dit bracht den knaap Zamen
hof, die zeer veel menschenliefde bezat, aan het den
ken. Hij peinsde over de oorzaken van die slechte
verstandhoudingen en over de middelen om die te
kunnen verbeteren, omdat hij steeds inaar zag. dat
de broederliefde onder de menschen ver was te zoe
ken, en er slechts Russen, Polen. Duitschers en Jo
den bestonden. Ten slotte kwam hij tot de overtuiging
dat de veeltaligheid in zijn land hiervan één van de
voornaamste oorzaken moest zijn. Hij zag, dat een
groot deel der onaangenaamheden steeds ontstonden
doordat zijn landslieden elkanders taal niet. of ver
keerd begrepen. Hierdoor werd in hem het idéé van
het maken van een hulptaal geboren: een hulptaal,
die de menschen naast hun moedertaal zouden moe
ten leeren, om hen daardoor tot verbroedering en
vrede te brengen, omdat dan do mogelijkheid van
het elkander beter begrijpen zou zijn geschapen. Zoo
stellig werd in hem deze overtuiging, dat zij hem
geen oogenblik mepr met rust liet en hij zich. met
gevaar voor eigen toekomst, geheel aan de zichzelf
gestelde taak overgaf.
In den beginne, toen de jonge Zamenhof nog slechts
de Duitsche en de Fransche taal had geleerd, was hij
van meening. dat zijn nieuwe taal niet anders ge
maakt zou kunnen worden, dan met veel verbuigin
gen en veel vervoegingen. Spoedig echter, bij het be-
studeeren van de Engelsche taal, trof hem daarbij de
eenvoud in de taalkunde daarvan en zag hij in, dat
vele taalkundige vormen in de onderscheidene talen
slechts toeval en voor zijn nieuw te maken taal ab
soluut onnoodig waren, zonder nochtans in
delijkheden te vervallen. Op deze ontdekking
hij voort, met het gevolg, dat hij al spoedig
gevorderd was. dat het taalkundige gedeelt;
zijn nieuwe taal gereed was. Eén ding liet
ter nog niet met rust en dat was het woordwjp-
Ook dit zou hij zoo graag vereenvoudigen. DOj
was slechts hoe. Het geluk, of liever het to
hem dienstig, en het beslissende oogenblik v
hij op zekeren dag twee uithangborden i
waarvan het eene het opschrift droeg „Svejct
(café) en het andere Konditorskaja (suikerv
Zamenhof schrijft over deze ontdekking: „Dit J
trok mijn aandacht, en toonde mij, dat de i
voegsels de mogelijkheid scheppen, uit één wn
meerdere te vormen, die men dus niet apart b! g
te leeren."
Tot goed begrip diene, dat het bovengen» ïer(le
„Skaja" in het Poolsch zooveel wil zeggen Ve|e
kei of plaats, waar men iets kan koopen. In o; lej)J
val bedoelden de woorden Svejcarskaja en K jje
torskaja dus een gelegenheid of winkel, waar W)
iets te drinken kan krijgen en een winkel waif |laat
suikerwerken verkoopt. ipr.
„Deze gedachte", zegt Zamenhof. „nam mij me',n
in beslag, en plotseling voelde ik grond onder:'
ten. Op de vreeselijk groote woordenboeken va V(K
lichtstraal, en zij begonnen snel kleiner te [nfor|
voor mijn oogen. Het raadsel is opgelost. fcann
tot mijzelf. Ik hield het idéé over achterra De
vast en begon hard in deze richting te werken
greep, welke een groote beteekenis voor de aanv]
geschapen taal kon hebben het volledig gebnrJ y0(
die kracht, die in de natuurlijke talen slecrj 7U
deeltelijk, blindelings, onregelmatig en niet £)e
tot hun recht komen Ik begon woorden te „en
ken, tusschen hen konstante, bepaalde verhou-
te zoeken, en dagelijks schrapte ik een onorffl- geha
serie woorden uit het woordenboek, waar*» 00g
slechts één achtervoegsel in de plaats zette, t fcel x
zekere beteekenis aanduidt. Ik ontdekte toer..^ Vo
zeer groot aantal woorden, die zuiver den aar!f,
den stam gemeen hebben, gemakkelijk in De
woorden omgezet zouden kunnen worden epmoo,
het woordenboek konden verdwijnen (b.v- Banu
als v r 0 u w e 1 ij k woord voor vader. k* ral j
tegenstelling van groot, mes als De
tuig, enz.). De mechaniek van de taal W de t
het ware op de puin» van mijn hand en ik W
regelmatig met liefde en vol hoop te werken-**
daarna had ik reeds de taalregels en een kk»
denhoek geschreven."
Wordt
T W
1
opbc
Di
hul<
bij 1
VOO]
wijl
H